NL2000193C2 - Closing element for a beverage can and beverage can provided with such a closing element. - Google Patents

Description

Afsluitelemcnt voor een drankblikje en drankblikje voorzien van een dergclijk afsluitelement.Closing element for a beverage can and beverage can provided with such a closing element.

De uitvinding heeft betrekking op een afsluitelement voor een drankblikje. De 5 uitvinding heeft tevens betrekking op een drankblikje voorzien van een dergelijk afsluitelement. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het openen van een dergelijk drankblikje.The invention relates to a closing element for a beverage can. The invention also relates to a beverage can provided with such a closing element. The invention further relates to a method for opening such a beverage can.

Een conventioneel metalen drankblikje wordt doorgaans gevormd door een in 10 hoofdzaak cilindervormig busvormig lichaam en een op het busvormige lichaam gefelst aisluitelement. Het drankblikje is wereldwijd één van de meest geaccepteerde wegwerpbare verpakkingen voor gedoseerde hoeveelheden drank. Consumenten waarderen doorgaans de dimensionering en de vormgeving van de drankblikjes, hetgeen de handling van de blikjes ten goede komt. Bovendien kunnen dranken in de 15 drankblikjes op relatief duurzame wijze worden geconserveerd. Wereldwijd worden op grote schaal frisdranken en bier verpakt in drankblikjes die met name bekend zijn in de standaardafmetingen van 330 ml en 500 ml. De drankblikjes worden echter ook in andere gestandaardiseerde afmetingen toegepast (zo bestaan er ondermeer blikken met een inhoud van 200 ml, 225 ml, 250 ml, 300 ml, 330 ml, 350 ml, 500 ml, “slim cans, 20 “tall cans” enzovoorts). Bij conventionele, gestandaardiseerde drankblikjes is het afsluitelement voorzien van een verzwakkingslijn die een te vormen doorvoeropening voor drank begrenst, en van een bedieningselement voor het scheuren van de verzwakkingslijn voor het vormen van de doorvoeropening. Voor deze blikjes wordt gebruik gemaakt van aluminium of plaatstaal als uitgangsmateriaal, waarop naar keuze 25 een deklaag (“coating”) kan worden aangebracht. De bestaande drankblikjes hebben meerdere nadelen. Een belangrijk nadeel van de bekende drankblikjes is dat de gestandaardiseerde doorvoeropening zodanig klein gedimensioneerd is dat het op relatief vloeiende wijze relatief snel uitschenken van drank uit het drankblikje aanzienlijk wordt belemmerd. Doorgaans zal de drank slechts op klokkende wijze uit 30 het drankblikje kunnen worden verwijderd ingeval een consument de drank te snel wil uitschenken. Tijdens het klokkend uitschenken van de drank bestaat bovendien een relatief groot risico op morsen van de drank, en dientengevolge op het besmeuren van de consument.A conventional metal beverage can is generally formed by a substantially cylindrical canister-shaped body and a closing element that is folded onto the canister-shaped body. The beverage can is one of the most accepted disposable packaging for dosed quantities of drink worldwide. Consumers generally appreciate the size and design of the beverage cans, which benefits the handling of the cans. Moreover, drinks in the beverage cans can be preserved in a relatively sustainable manner. Worldwide, soft drinks and beer are packaged on a large scale in beverage cans that are particularly known in the standard dimensions of 330 ml and 500 ml. However, the beverage cans are also used in other standardized dimensions (for example, cans with a capacity of 200 ml, 225 ml, 250 ml, 300 ml, 330 ml, 350 ml, 500 ml, "slim cans, 20" tall cans " and so on). With conventional, standardized beverage cans, the closing element is provided with a weakening line that defines a drink throughput opening to be formed, and with an operating element for tearing the weakening line to form the throughput opening. For these cans aluminum or sheet steel is used as the starting material, on which a coating (“coating”) can optionally be applied. The existing beverage cans have several disadvantages. A major drawback of the known beverage cans is that the standardized passage opening is dimensioned so small that the relatively rapid pouring of beverage from the beverage can is considerably impeded. Typically, the beverage will only be able to be removed from the beverage can in a clockwise manner if a consumer wants to pour the beverage too quickly. Moreover, during the clocking pouring of the drink, there is also a relatively great risk of the drink spilling, and consequently of the consumer being contaminated.

22

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een relatief gebruiksvriendelijk drankblikje.The invention has for its object to provide a relatively user-friendly beverage can.

De uitvinding verschaft daartoe een aisluitelement van het in aanhef genoemde type, 5 omvattende: een een te vormen doorvoeropening voor drank begrenzende eerste verzwakkingslijn, een ten minste één te vormen ventilatieopening begrenzende tweede verzwakkingslijn, waarbij het aisluitelement is voorzien van een bedieningselement ingericht zowel voor het scheuren van het aisluitelement ter plaatse van de eerste verzwakkingslijn voor het vormen van de doorvoeropening voor drank, alsmede voor 10 het scheuren van het afsluitelement ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn voor het vormen van de ventilatieopening. Door toepassing van de tweede verzwakkingslijn kan vóór het uitschenken van drank uit het drankblikje een ventilatieopening worden gevormd door het ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn en met behulp van het bedieningselement laten scheuren van het aisluitelement. Tijdens het uitschenken van IS de drank kan het klokkend uitschenken van drank alsdan worden voorkomen, daar het drankblikje continu via de ventilatieopening kan worden belucht. Derhalve kan drank met een relatief hoge uitschenksnelheid en op relatief vloeiende wijze door een consument uit het drankblikje worden verwijderd, hetgeen de drankervaring voor de consument doorgaans aanzienlijk te goede zal komen. Naast het voordeel dat drank 20 relatief snel en gelijktijdig vloeiend uit het drankblikje kan worden uitgeschonken, kan op deze wijze het risico op het morsen van drank en dientengevolge op het besmeuren van de consument beperkt worden gehouden. Naast het toepassen van de ventilatieopening in het drankblikje, is het drankblikje overeenkomstig de uitvinding tevens bijzonder doordat het toegepaste bedieningselement een tweeledige 25 functionaliteit bezit; het bedieningselement is enerzijds ingericht voor het vormen van de eigenlijke doorvoeropening voor drank, en is anderzijds ingericht voor het vormen van de ventilatieopening. Derhalve zijn géén aanvullende constructieve componenten benodigd voor het kunnen genereren van de ventilatieopening, hetgeen de efficiency van de constructieve opbouw van het drankblikje alsmede de kostprijs van het 30 drankblikje aanzienlijk ten goede komt. Bij nadere voorkeur is een eerste uiteinde van het bedieningselement ingericht voor het scheuren van de eerste verzwakkingslijn en daarmee het vormen van de doorvoeropening voor drank, en is een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde van het bedieningselement ingericht voor het scheuren van de tweede verzwakkingslijn en daarmee het vormen van de 3 ventilatieopening. Hierdoor kan een consument op relatief gebruiksvriendelijke en snelle wijze beide openingen vormen. Bovendien kan elke opening worden gevormd door gebruik te maken van een deel van het bedieningselement dat nog niet eerder op soortgelijke wijze is belast, waardoor materiaalmoeheid van het bedieningselement kan 5 worden tegengegaan, hetgeen de betrouwbaarheid van het bedieningselement substantieel ten goede komt. Ingeval een deel van het bedieningselement zou zijn ingericht voor het vormen van zowel de doorvoeropening voor drank alsook de ventilatieopening zal doorgaans materiaalvermoeiing optreden, waardoor het realiseren van de als tweede opening te vormen opening problemen kan veroorzaken door 10 deformatie en zelfs breuk van het bedieningselement als gevolg van de materiaalmoeheid. Doorgaans zal het bedieningselement tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde zijn verbonden met het afsluitelement, waardoor het bedieningselement kan fungeren als hefboom voor het enerzijds realiseren van de doorvoeropening voor de drank en voor het anderzijds realiseren van de 15 ventilatieopening.To this end, the invention provides a connecting element of the type mentioned in the preamble, comprising: a first weakening line defining a passage opening for beverage, a second weakening line defining at least one ventilation opening to be formed, wherein the closing element is provided with an operating element arranged both for tearing the closing element at the first weakening line for forming the passage opening for beverage, as well as for tearing the closing element at the second weakening line for forming the ventilation opening. By using the second weakening line, prior to pouring out beverage from the beverage can, a ventilation opening can be formed by tearing the connecting element at the location of the second weakening line and with the aid of the operating element. During the pouring out of IS the drink, the clocking pouring out of drink can then be prevented, since the drink can can be continuously aerated via the ventilation opening. Therefore, a beverage can be removed from the beverage can with a relatively high pour-out speed and in a relatively smooth manner, which will generally benefit the consumer experience considerably. In addition to the advantage that beverage 20 can be poured out of the beverage can relatively quickly and simultaneously, the risk of spilling of beverage and consequently of contaminating the consumer can be limited in this way. In addition to the use of the ventilation opening in the beverage can, the beverage can according to the invention is also special in that the operating element used has a dual functionality; the operating element is, on the one hand, arranged for forming the actual passage opening for beverage, and, on the other hand, is arranged for forming the ventilation opening. Therefore, no additional structural components are required to be able to generate the ventilation opening, which considerably improves the efficiency of the structural construction of the beverage can and the cost price of the beverage can. More preferably, a first end of the operating element is arranged for tearing the first line of weakening and thereby forming the passage for drinking, and a second end of the operating element remote from the first end is arranged for tearing the second line of weakening and thus forming the 3 ventilation opening. This allows a consumer to form both openings in a relatively user-friendly and fast manner. Moreover, each opening can be formed by making use of a part of the operating element that has not previously been loaded in a similar manner, whereby fatigue of the operating element can be prevented, which substantially improves the reliability of the operating element. In case a part of the operating element would be adapted to form both the passage opening for beverage and the ventilation opening, material fatigue will generally occur, whereby realization of the opening to be formed as a second opening can cause problems due to deformation and even breakage of the operating element as due to material fatigue. The operating element will generally be connected between the first end and the second end with the closing element, as a result of which the operating element can act as a lever for on the one hand realizing the passage opening for the beverage and for realizing the ventilation opening on the other hand.

In een voorkeursuitvoering is het afsluitelement ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn voorzien van een uitstulping (‘embossing’), welke uitstulping zich uitstrekt in een naar het bedieningselement toegekeerde richting. De uitstulping is bij 20 voorkeur deels ingesloten door de tweede verzwakkingslijn. Het toepassen van de uitstulping ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn facilieert het vormen van de ventilatieopening voor een consument, doordat de consument relatief snel zal herkennen in welke positie het bedieningselement dient te worden georiënteerd voor het kunnen vormen van de ventilatieopening. Bovendien kan de druk tijdens het vormen van de 25 ventilatieopening relatief eenvoudig worden verhoogd door toepassing van een bijzonder gevormde uitstulping, waardoor het contactoppervlak tussen het bedieningselement en het afsluitelement ter plaatse van de te vormen ventilatieopening kan worden beperkt. Het moge duidelijk zijn dat deze druktoename tevens kan bereikt door het bijzonder vormgeven van het bedieningselement, bijvoorbeeld door het 30 voorzien van het bedieningselement door een (taps toelopende) nok. Bij nadere voorkeur bezit de uitstulping in langsdoorsnede en/of dwarsdoorsnede een hellend verloop. In het bijzonder ingeval het bedieningselement in eerste instantie is gepositioneerd in een niet-werkzame toestand waarin het vormen van de doorvoeropening voor drank en de ventilatieopening met behulp van het 4 bedieningselement wordt verhinderd is de toepassing van een hellende uitstulping veelal bijzonder voordelig, daar het bedieningselement vervolgens doorgaans op relatief eenvoudige en gebruiksvriendelijke wijze in een werkzame toestand kan worden gepositioneerd, waarin de ventilatieopening (en eventueel de doorvoeropening voor 5 drank) kan worden gevormd door gebruikmaking van het bedieningselement. Het bedieningselement zal bij verplaatsing vanuit de niet-werkzame toestand naar de werkzame toestand worden geroteerd ten opzichte van het aisluitelement en deels in opwaartse (van het aisluitelement afgekeerde) richting worden geleid door de hellende (schansvormige) uitstulping. Aanvullend voordeel van het toepassen van de hellende 10 uitstulping of uitkraging is dat door de opwaartse verplaatsing van althans een deel van het bedieningselement een ruimte tussen het bedieningselement en het afsluitelement wordt gegenereerd, waarin een consument relatief eenvoudig een deel van een vinger kan plaatsen om het deel van het bedieningselement ter plaatse van de ventilatieopening verder in opwaartse (van het afsluitelement afgekeerde) richting te verplaatsen voor het 15 kunnen vormen van de doorvoeropening voor drank.In a preferred embodiment the closure element is provided at the location of the second weakening line with a protrusion ("embossing"), which protrusion extends in a direction facing the operating element. The bulge is preferably partially enclosed by the second weakening line. The use of the protuberance at the location of the second weakening line facilitates the formation of the ventilation opening for a consumer, because the consumer will recognize relatively quickly in which position the operating element must be oriented in order to be able to form the ventilation opening. Moreover, the pressure during the formation of the ventilation opening can be increased relatively easily by using a particularly shaped protrusion, whereby the contact surface between the operating element and the closing element can be limited at the location of the ventilation opening to be formed. It will be clear that this pressure increase can also be achieved by the special design of the operating element, for example by providing the operating element by a (tapered) cam. More preferably, the protuberance has a sloping course in longitudinal section and / or cross section. In particular if the operating element is initially positioned in a non-operative condition in which the formation of the passage opening for beverage and the ventilation opening is prevented with the aid of the operating element, the use of an inclined protrusion is often particularly advantageous, since the operating element it can then generally be positioned in an operative condition in a relatively simple and user-friendly manner, wherein the ventilation opening (and possibly the passage opening for beverage) can be formed by using the operating element. When moving from the non-operating state to the operating state, the operating element will be rotated relative to the closing element and partly guided in upward direction (away from the closing element) by the inclined (ramp-shaped) bulge. An additional advantage of applying the inclined protuberance or protrusion is that the upward displacement of at least a part of the operating element generates a space between the operating element and the closing element, in which a consumer can relatively easily place a part of a finger around it. part of the operating element at the location of the ventilation opening to be further displaced in upward direction (away from the closing element) in order to be able to form the passage opening for beverage.

Teneinde de doorvoeropening voor drank vergemakkelijkt te kunnen vormen is het bedieningselement bij voorkeur voorzien van ten minste één naar de eerste verzwakkingslijn toegekeerde eerste nok. Door de nok kan een door een consument op 20 het bedieningselement uitgeoefende belasting via een relatief klein contactoppervlak worden overgebracht op het afsluitelement ter plaatse van de eerste verzwakkingslijn, waardoor relatief eenvoudig een relatief hoge druk door de consument kan worden uitgeoefènd op het aisluitelement. In een andere voorkeursuitvoering is het bedieningselement voorzien van ten minste één naar de tweede verzwakkingslijn 25 toegekeerde tweede nok, waardoor het openen van de ventilatieopening tevens kan worden vergemakkelijkt zoals reeds in het voorgaande is aangegeven.In order to facilitate the passage of the beverage opening, the operating element is preferably provided with at least one first cam facing the first weakening line. Through the cam, a load exerted by a consumer on the operating element can be transferred via a relatively small contact surface to the closing element at the location of the first weakening line, whereby a relatively high pressure can be exerted by the consumer on the closing element. In another preferred embodiment the operating element is provided with at least one second cam facing the second weakening line 25, whereby opening of the ventilation opening can also be facilitated, as has already been indicated in the foregoing.

Zoals vermeld is het bedieningselement bij voorkeur verplaatsbaar tussen een niet-werkzame toestand waarin het vormen van de doorvoeropening voor drank en de 30 ventilatieopening met behulp van het bedieningselement wordt verhinderd, en een werkzame toestand waarin de doorvoeropening voor drank en/of de ventilatieopening kunnen worden gevormd met behulp van het bedieningselement. In de niet-werkzame toestand is het bedieningselement bij voorkeur ingericht voor het ten minste gedeeltelijk afschermen van de te vormen doorvoeropening voor drank en/of de te vormen 5 ventilatieopening. Op deze wijze kan worden voorkomen, of althans worden tegengegaan dat de ten minste ene afgeschermde opening abusievelijk voor gebruik wordt geopend. Teneinde het bedieningselement te kunnen verplaatsen van de niet-werkzame naar werkzame toestand is het bedieningselement bij voorkeur verplaatsbaar 5 verbonden met het afsluitelement. Bij nadere voorkeur is het bedieningselement roteerbaar verbonden met het afsluitelement. De roteerbare verbinding kan bijvoorbeeld worden gevormd door een pen die het bedieningselement en het afsluitelement onderling verbindt. Het is echter tevens denkbaar dat het bedieningselement middels een klemkoppeling is verbonden met het afsluitelement. Deze laatste klemkoppeling 10 kan bijzonder voordelig zijn, daar geen bijzondere koppelelementen (zoals bijvoorbeeld een pen) benodigd zijn voor het realiseren van koppeling tussen het afsluitelement en het bedieningselement.As stated, the operating element is preferably displaceable between a non-operative state in which the formation of the passage opening for beverage and the ventilation opening is prevented with the aid of the operating element, and an operating state in which the passage opening for beverage and / or the ventilation opening can be formed using the operating element. In the inoperative condition, the operating element is preferably adapted to at least partially screen off the passage to be formed for beverage and / or the ventilation opening to be formed. In this way it can be prevented or at least prevented that the at least one screened opening is erroneously opened for use. In order to be able to move the operating element from the non-active to active state, the operating element is preferably movably connected to the closing element. The operating element is more preferably rotatably connected to the closing element. The rotatable connection can for instance be formed by a pin which connects the operating element and the closing element. However, it is also conceivable that the operating element is connected to the closing element by means of a clamp coupling. This latter clamp coupling 10 can be particularly advantageous, since no special coupling elements (such as, for example, a pin) are required for realizing coupling between the closing element and the operating element.

In een voorkeursuitvoering valt de dimensionering van het afsluitelement binnen een 15 voor afsluitelementen voor drankblikjes gestandaardiseerde dimensionering. Door het afsluitelement te laten voldoen aan een gestandaardiseerde dimensionering hoeven nauwelijks aanpassingen te worden doorgevoerd in het conventionele productieproces voor het vervaardigen van gestandaardiseerde drankblikjes. Het afsluitelement overeenkomstig de uitvinding en daarmee het drankblikje voorzien van het 20 afsluitelement overeenkomstig de uitvinding kunnen aldus worden gerealiseerd in combinatie met behoud van (nagenoeg) de volledige voor de drankblikjes volgens de stand der techniek geëigende infrastructuur zoals bijvoorbeeld vullijnen, verpakkingapparatuur, transportmiddelen, voorraadhouders, koelmiddelen, verkoopautomaten, et cetera. In een bijzondere voorkeursuitvoering bedraagt de 25 diameter van het afsluitelement in hoofdzaak 5,4 centimeter. 54 millimeter komt overeen met 2 2/16 inch, hetgeen een gestandaardiseerde diameter is voor drankblikjes die veelal worden aangeduid met typeaanduiding ‘202’. Het is echter tevens denkbaar om het afsluitelement overeenkomstig de uitvinding te laten voldoen aan een andere gestandaardiseerde dimensionering, zoals bijvoorbeeld aan een afsluitelement dat wordt 30 aangeduid met typeaanduiding ‘206’. Dit laatste afsluitelement heeft een gestandaardiseerde diameter van 2 6/16 inch, hetgeen overeenkomt met een diameter van 7 centimeter.In a preferred embodiment, the dimensioning of the closing element falls within a dimensioning standardized for closing elements for beverage cans. By having the closing element meet a standardized dimensioning, hardly any adjustments need to be made in the conventional production process for the production of standardized beverage cans. The closing element according to the invention and thus the beverage can provided with the closing element according to the invention can thus be realized in combination with preservation of (substantially) the entire infrastructure suitable for the beverage cans according to the state of the art, such as for instance filling lines, packaging equipment, transport means, storage containers , refrigerants, vending machines, etc. In a particularly preferred embodiment, the diameter of the closing element is substantially 5.4 centimeters. 54 millimeters corresponds to 2 2/16 inch, which is a standardized diameter for beverage cans, which are often indicated with type designation "202". However, it is also conceivable to have the closing element according to the invention comply with another standardized dimensioning, such as, for example, with a closing element which is indicated with type designation "206". This latter closing element has a standardized diameter of 2 6/16 inch, which corresponds to a diameter of 7 centimeters.

66

Het afsluitelement en/of het bedieningselement is bij voorkeur vervaardigd uit metaal, in het bijzonder aluminium. Metalen zijn doorgaans bijzonder geschikt om levensmiddelen te kunnen conserveren. Toepassing van aluminium geniet een bijzondere voorkeur, daar aluminium relatief eenvoudig te verwerken is, relatief sterk 5 en goedkoop is, en een relatief laag soortelijk gewicht (27000kg/m3) heeft. Bovendien heeft aluminium relatief goede barrière-eigenschappen, is het niet-toxisch, heeft het een relatief goede oxidatiebestendigheid, en is het bovendien doorgaans relatief goed recycleerbaar. Alhoewel het doorgaans minder de voorkeur zal genieten, is het tevens denkbaar om het afsluitelement en/of het bedieningselement uit andersoortige 10 materialen, zoals bijvoorbeeld kunststof, te vervaardigen.The closing element and / or the operating element is preferably made from metal, in particular aluminum. Metals are generally particularly suitable for preserving food. The use of aluminum is particularly preferred, since aluminum is relatively easy to process, is relatively strong and inexpensive, and has a relatively low specific gravity (27000 kg / m3). Moreover, aluminum has relatively good barrier properties, is non-toxic, has a relatively good oxidation resistance, and moreover is generally relatively easy to recycle. Although it will generally be less preferred, it is also conceivable to manufacture the closing element and / or the operating element from other types of materials, such as for instance plastic.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een drankblikje voorzien van een afsluitelement overeenkomstig de uitvinding. Voordelen van het drankblikje voorzien van het afsluitelement overeenkomstig de uitvinding zijn reeds in het voorgaande op 15 uitvoerige wijze beschreven.The invention also relates to a beverage can provided with a closing element according to the invention. Advantages of the beverage can provided with the closing element according to the invention have already been described in detail in the foregoing.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het openen van een drankblikje overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: A) het wijzigen van de oriëntatie van het bedieningselement ten opzichte van het afsluitelement, zodanig dat 20 het afsluitelement scheurt ter plaatse van de eerste verzwakkingslijn onder vorming van de doorvoeropening voor drank, en B) het wijzigen van de oriëntatie van het bedieningselement ten opzichte van het afsluitelement, zodanig dat het afsluitelement scheurt ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn onder vorming van de ventilatieopening. Doorgaans zullen stappen A) en B) asynchroon worden uitgevoerd, 25 waarbij het zowel denkbaar is dat stap A) vóór stap B) wordt uitgevoerd, alsmede dat stap B) vóór stap A) wordt uitgevoerd. Bij voorkeur omvat de werkwijze tevens stap C) omvattende het, vóór het vorming van de doorvoeropening en de ventilatieopening respectievelijk volgens stappen A) en B), wijzigen van de oriëntatie van het bedieningselement ten opzichte van het afsluitelement, zodanig dat het 30 bedieningselement van een niet-werkzame toestand in een werkzame toestand wordt gebracht voor het kunnen uitvoeren van stappen A) en B). Doorgaans zal het verplaatsen van het bedieningselement van de niet-werkzame toestand naar de werkzame toestand geschieden door het bewegen van het bedieningselement in een vlak dat in hoofdzaak parallel is gelegen aan een door het afsluitelement opgespannen vlak.The invention further relates to a method for opening a beverage can according to the invention, comprising the steps of: A) changing the orientation of the operating element relative to the closing element, such that the closing element cracks at the first weakening line forming the passage opening for beverage, and B) changing the orientation of the operating element with respect to the closing element, such that the closing element cracks at the location of the second weakening line while forming the ventilation opening. Steps A) and B) will generally be performed asynchronously, wherein it is conceivable that step A) is performed before step B), and that step B) is performed before step A). The method preferably also comprises step C) comprising, prior to forming the passage opening and the ventilation opening respectively according to steps A) and B), changing the orientation of the operating element relative to the closing element such that the operating element of a inactive state is brought into an active state for being able to perform steps A) and B). As a rule, the operating element will be moved from the non-operating state to the operating state by moving the operating element in a plane which is substantially parallel to a plane clamped by the closing element.

77

In een voorkeursuitvoering wordt het bedieningselement, tijdens het verplaatsen van het bedieningselement overeenkomstig stap C), ten minste gedeeltelijk in een van het aftluitelement afgekeerde richting geforceerd als gevolg van een samenwerking van het bedieningselement met een van het afsluitelement deel uitmakende uitstulping. Het in 5 opwaartse (van het aftluitelement afgekeerde) richting verplaatsen van althans een deel van het bedieningselement wordt de toegankelijkheid van het bedieningselement voor een consument doorgaans aanzienlijk verbetert, hetgeen het vormen van zowel de doorvoeropening voor drank alsook de ventilatieopening doorgaans aanzienlijk vergemakkelijkt voor een consument.In a preferred embodiment, during operation of the operating element according to step C), the operating element is forced at least partially in a direction away from the closing element as a result of a cooperation of the operating element with a protrusion forming part of the closing element. Moving at least a part of the operating element in upward direction (away from the closing element), the accessibility of the operating element for a consumer is generally considerably improved, which generally facilitates the formation of both the passage opening for beverage and the ventilation opening for a consumer .

1010

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een deel van een drankblikje voorzien van een aftluitelement overeenkomstig de uitvinding, 15 figuren 2a-2f successievelijk een eerste manier om het drankblikje volgens figuur 1 te openen, figuren 3a-3g successievelijk een tweede manier om het drankblikje volgens figuur 1 te openen, figuur 4a een dwarsdoorsnede van een ander drankblikje voorzien van een 20 aftluitelement overeenkomstig de uitvinding in gesloten toestand, figuur 4b een gedetailleerde dwarsdoorsnede van het drankblikje volgens figuur 4a in een deels geopende toestand, figuur 4c een andere dwarsdoorsnede van het drankblikje volgens figuur 4a in een deels geopende toestand, 25 figuur 4d een dwarsdoorsnede van het drankblikje volgens figuur 4a in een volledig geopende toestand, figuur 5a een perspectivisch aanzicht op weer een ander drankblikje voorzien van een aftluitelement overeenkomstig de uitvinding in een gesloten, niet-werkzame toestand, figuur 5b een perspectivisch aanzicht op het drankblikje volgens figuur 5a in een 30 gesloten, werkzame toestand, figuur 5c een ander perspectivisch aanzicht op het drankblikje volgens figuur 5a in een gesloten, werkzame toestand, figuur 5d een dwarsdoorsnede van het drankblikje volgens figuur 5a in de gesloten, werkzame toestand, en 8 figuur 5e een dwarsdoorsnede van het drankblikje volgens figuur 5a in een deels geopende toestand.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure 1 shows a perspective view of a part of a beverage can provided with a closing element according to the invention, figures 2a-2f successively a first way to open the beverage can according to figure 1, figures 3a-3g a second way successively to drink can according to figure 1, figure 4a shows a cross section of another drink can provided with a closing element according to the invention in the closed state, figure 4b a detailed cross section of the drink can according to figure 4a in a partly opened state, figure 4c another cross section of the beverage can according to figure 4a in a partly opened state, figure 4d a cross-section of the beverage can according to figure 4a in a fully opened state, figure 5a a perspective view of yet another beverage can provided with a closing element according to the invention in a closed, not operating state, figure 5b a perspective view ch view of the beverage can according to figure 5a in a closed, active state, figure 5c another perspective view of the beverage can according to figure 5a in a closed, active state, figure 5d a cross-section of the beverage can according to figure 5a in the closed, active state and Figure 5e shows a cross-section of the beverage can according to Figure 5a in a partially opened state.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een deel van een drankblikje 1 voorzien 5 van een afsluitelement 2 overeenkomstig de uitvinding. Het afsluitelement 2 is middels felsen verbonden met het drankblikje 1. Het afsluitelement 2 omvat een eerste verzwakkingslijn 3 die een te vormen doorvoeropening 4 voor drank begrenst, en een met het afsluitelement 2 via een centrale pen 5 roteerbaar verbonden bedieningselement 6 voor het uitoefenen van druk op de eerste verzwakkingslijn 3, waardoor deze zal gaan 10 scheuren onder vorming van de doorvoeropening 4 voor drank. Teneinde het vloeiend uitschenken van drank te kunnen waarborgen, ongeacht de snelheid waarmee wordt uitgeschonken, is in het afsluitelement 2 tevens een tweede verzwakkingslijn 7 aangebracht, welke tweede verzwakkingslijn 7 een te vormen langwerpige ventilatieopening 8 begrenst. Door tweede verzwakkingslijn 7 kan worden gescheurd 15 door middels het bedieningselement 6 een belasting uit te oefenen op de tweede verzwakkingslijn 7, waardoor deze zal scheuren onder vorming van de ventilatieopening 8. Teneinde het contact tussen het bedieningselement 6 en het afsluitelement 2 ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 8 te verbeteren is het afsluitelement 2 ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 8 uitgestulpt uitgevoerd, 20 waardoor het voor een consument direct duidelijk wordt in welke toestand het bedieningselement 6 dient te worden gepositioneerd, teneinde de ventilatieopening 8 te kunnen creëren. Bovendien wordt op deze wijze een deel van het bedieningselement 6 in opwaartse richting verplaatst, waardoor tussen het bedieningselement 6 en het afsluitelement 2 een ruimte ontstaat waarin een vinger van de consument kan worden 25 gebracht, teneinde het bedieningselement 6 relatief eenvoudig verder in opwaartse richting te kunnen bewegen om het afsluitelement 2 ter plaatse van de eerste verzwakkingslijn 3 te kunnen breken. Het bedieningselement 6 is voorzien van een nok 9 ingericht voor samenwerking met het afsluitelement 2 ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 8. Door de nok kan een door de consument op het afsluitelement 2 30 uitgeoefende druk worden gemaximaliseerd, waardoor het genereren van de ventilatieopening 8 zal worden gefacilieerd. Een van het afsluitelement 2 gekeerde bovenzijde van het bedieningselement 6 is geprofileerd uitgevoerd, teneinde de grip voor een consument te kunnen verbeteren. Zoals reeds opgemerkt is de ventilatieopening 8 langwerpig, en in het bijzonder ellipsvormig, vormgegeven, 9 teneinde het vormen van de eigenlijke ventilatieopening 8 te kunnen vergemakkelijken. Ingeval de ventilatieopening 8 rond zou zijn uitgevoerd, dan zou de tweede verzwakkingslijn 7 doorgaans aanzienlijk sterker zijn dan ingeval de ventilatieopening 8 langwerpig is uitgevoerd, waardoor het vormen van een langwerpig vormgegeven 5 ventilatieopening 8 doorgaans eenvoudiger zal zijn dan het vormen van een in hoofdzaak rond vormgegeven ventilatieopening 8. Opgemerkt zij dat de ventilatieopening 8 bewust nabij of langs een omtreksrand 10 van het afsluitelement 2 in hoofdzaak tegenover de te vormen doorvoeropening 4 voor drank is gepositioneerd, teneinde de beluchting van het drankblikje 1 tijdens het uitschenken van drank te 10 kunnen optimaliseren. Onbedoelde doorvoer van drank door de ventilatieopening 8 kan op deze wijze zoveel mogelijk worden tegengegaan. De eigenlijke doorvoeropening 4 heeft een gestandaardiseerde dimensie en vormgeving en is voldoende groot om drank vanuit het drankblikje 1 direct in de mond van de consument te gieten of schenken. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan drank door gebruikmaking van een rietje worden 15 opgezogen uit het drankblikje 1. In dit laatste geval is het tevens denkbaar dat de doorvoeropening 4 voor drank aanzienlijk kleiner is uitgevoerd, waarbij de vrije ruimte tussen het afsluitelement 2 en het rietje wordt geminimaliseerd, hetgeen veelal vanuit hygiënisch oogpunt voordelig zal zijn. Bovendien wordt op deze wijze het risico op morsen van drank geminimaliseerd.Figure 1 shows a perspective view of a part of a beverage can 1 provided with a closing element 2 according to the invention. The closing element 2 is connected to the beverage can 1 by means of a flange. The closing element 2 comprises a first weakening line 3 which defines a passage opening 4 for beverage, and an operating element 6 rotatably connected to the closing element 2 via a central pin 5 for applying pressure on the first weakening line 3, as a result of which it will start to tear, forming the passage opening 4 for beverage. In order to be able to ensure that the beverage pours out smoothly, irrespective of the speed at which it is poured, a second weakening line 7 is also arranged in the closing element 2, which second weakening line 7 defines an elongated ventilation opening 8 to be formed. A second weakening line 7 can be torn by exerting a load on the second weakening line 7 by means of the operating element 6, as a result of which it will tear, forming the ventilation opening 8. In order to make contact between the operating element 6 and the closing element 2 at the location of the In order to improve the ventilation opening 8 to be formed, the closing element 2 is designed at the location of the ventilation opening 8 to be formed, so that it is immediately clear to a consumer in which state the operating element 6 must be positioned in order to be able to create the ventilation opening 8. Moreover, in this way a part of the operating element 6 is displaced in upward direction, so that between the operating element 6 and the closing element 2 a space is created in which a finger of the consumer can be introduced, in order to move the operating element 6 relatively easily further upwards. be able to move to break the closing element 2 at the location of the first weakening line 3. The operating element 6 is provided with a cam 9 adapted for cooperation with the closing element 2 at the location of the ventilation opening 8 to be formed. Through the cam a pressure exerted by the consumer on the closing element 2 can be maximized, whereby the generation of the ventilation opening 8 can be generated. will be facilitated. An upper side of the operating element 6 facing away from the closing element 2 is profiled in order to improve the grip for a consumer. As already noted, the ventilation opening 8 is elongated, and in particular elliptical, shaped 9 in order to facilitate the formation of the actual ventilation opening 8. If the ventilation opening 8 were to be round, the second weakening line 7 would generally be considerably stronger than if the ventilation opening 8 was elongated, as a result of which forming an elongate shaped ventilation opening 8 would generally be simpler than forming a substantially round shaped ventilation opening 8. It should be noted that the ventilation opening 8 is deliberately positioned near or along a peripheral edge 10 of the closing element 2 substantially opposite the drink throughput opening 4 to be formed, in order to be able to optimize the aeration of the beverage can 1 during the pouring out of the beverage. . In this way unintended passage of beverage through the ventilation opening 8 can be prevented as much as possible. The actual passage opening 4 has a standardized dimension and shape and is sufficiently large to pour or pour drink from the drink can 1 directly into the mouth of the consumer. In an alternative embodiment, beverage can be sucked out of the beverage can 1 by using a straw. In the latter case, it is also conceivable that the passage opening 4 for beverage is made considerably smaller, wherein the free space between the closing element 2 and the straw is minimized, which will often be advantageous from a hygienic point of view. Moreover, in this way the risk of spilling of drinks is minimized.

2020

Figuren 2a-2f tonen successievelijk een eerste manier om het drankblikje 1 volgens figuur 1 te openen. Het bedieningselement 6 wordt vanuit de gesloten toestand zoals getoond in figuur 2a vooreerst in opwaartse richting verplaatst (pijl A in figuur 2b), waardoor de eerste verzwakkingslijn 3 wordt gescheurd en waardoor dientengevolge de 25 doorvoeropening 4 wordt gevormd (figuur 2c). Vervolgens wordt het bedieningselement 6 enigszins geroteerd ten opzichte van het afsluitelement 2 (pijl B in figuur 2d), teneinde het bedieningselement 6 in hoofdzaak in lijn te oriënteren met de te vormen ventilatieopening 8, waarna of waarbij het bedieningselement 6 wederom in neerwaartse richting zal worden verplaatst (figuur 2e). Tenslotte wordt het 30 bedieningselement 6 tegen het afsluitelement 2 aangedrukt ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 8 (pijl C in figuur 2f), waardoor de tweede verzwakkingslijn 7 zal scheuren en de ventilatieopening 8 zal worden gevormd.Figures 2a-2f show successively a first way to open the beverage can 1 according to Figure 1. The operating element 6 is first moved upwards from the closed position as shown in figure 2a (arrow A in figure 2b), as a result of which the first weakening line 3 is torn and as a result of which the passage opening 4 is formed (figure 2c). Subsequently, the operating element 6 is rotated somewhat relative to the closing element 2 (arrow B in Figure 2d), in order to orient the operating element 6 substantially in line with the ventilation opening 8 to be formed, whereafter or whereby the operating element 6 will again be moved downwards. moved (Figure 2e). Finally, the operating element 6 is pressed against the closing element 2 at the location of the ventilation opening 8 to be formed (arrow C in Figure 2f), as a result of which the second weakening line 7 will tear and the ventilation opening 8 will be formed.

1010

Figuren 3a-3g tonen successievelijk een alternatieve manier om het drankblikje 1 volgens figuur 1 te openen. Het bedieningselement 6 wordt vanuit de gesloten toestand zoals getoond in figuur 3a vooreerst geroteerd ten opzichte van het afsluitelement 2 (pijl D) totdat het afsluitelement 2 in lijn is gelegen met de te vormen ventilatieopening 8 5 (figuur 3b). Vervolgens wordt de ventilatieopening 8 gevormd door het bedieningselement 6 een druk te laten oefenen op de tweede verzwakkingslijn 7 waardoor de ventilatieopening 8 wordt gevormd (pijl E in figuur 3c). Daarna wordt het bedieningselement 6 in opwaartse richting verplaatst (pijl F in figuur 3d), waardoor de eerste verzwakkingslijn 3 wordt gescheurd en waardoor dientengevolge de 10 doorvoeropening 4 voor drank wordt gevormd (figuur 3e). Tenslotte wordt het bedieningselement 6 wederom in neerwaartse richting verplaatst (pijl G in figuur 3f), totdat het bedieningselement 2 wederom in hoofdzaak horizontaal is georiënteerd en in een vlak is gelegen dat in hoofdzaak parallel is aan een door het afsluitelement 2 opgespannen vlak (figuur 3g).Figures 3a-3g successively show an alternative way of opening the beverage can 1 according to figure 1. The operating element 6 is first rotated relative to the closing element 2 (arrow D) from the closed condition as shown in figure 3a until the closing element 2 is aligned with the ventilation opening 8 to be formed (figure 3b). The ventilation opening 8 is then formed by causing the operating element 6 to exert a pressure on the second weakening line 7, whereby the ventilation opening 8 is formed (arrow E in Figure 3c). Thereafter, the operating element 6 is displaced in the upward direction (arrow F in Figure 3d), as a result of which the first weakening line 3 is torn and as a result of which the beverage passage 4 is formed (Figure 3e). Finally, the operating element 6 is again moved downwards (arrow G in Figure 3f), until the operating element 2 is again oriented substantially horizontally and is situated in a plane which is substantially parallel to a plane clamped by the closing element 2 (Figure 3g). ).

1515

Figuur 4a toont een dwarsdoorsnede van een ander drankblikje 11 voorzien van een afsluitelement 12 overeenkomstig de uitvinding in gesloten toestand. Het afsluitelement 12 omvat een eerste verzwakking 13 en een tweede verzwakking 14 voor het begrenzen van een te vormen doorvoeropening 15 voor drank respectievelijk een te vormen 20 ventilatieopening 16 voor het ontluchten dan wel beluchten van het drankblikje 11. Het afsluitelement 12 is voorzien van een roteerbaar met het afsluitelement 12 verbonden bedieningslip 17 die aan een bovenzijde geprofileerd is uitgevoerd, waarbij een eerste uiteinde 17a van de bedieningslip 17 is ingericht voor het uitoefenen van een druk op het afsluitelement 12 die zodanig hoog is dat de eerste verzwakking 13 kan worden 25 verbroken en dientengevolge de doorvoeropening 15 kan worden gevormd, en waarbij een tweede overliggend uiteinde 17b van de bedieningslip 17 is ingericht voor het uitoefenen van een druk op het afsluitelement 12 die zodanig hoog is dat de tweede verzwakking 14 kan worden verbroken en dientengevolge de ventilatieopening 16 kan worden gevormd. De bedieningslip 17 is tussen het eerste uiteinde 17a en het tweede 30 uiteinde 17b roteerbaar (en zwenkbaar) verbonden met het afsluitelement 12. Het afsluitelement 12 ter plaatse van de tweede verzwakking 13 is voorzien van een hellende (schuin oplopende) nok 18, welke nok 18 fungeert als geleidingselement voor een van de bedieningslip 17 deel uitmakende contranok 19. De toepassing van de nok 18 en de contranok 19 maakt het mogelijk de bedieningslip 17 te oriënteren in een niet- 11 werkzame toestand waarin de nok 18 en de contranok 19 niet met elkaar (kunnen) samenwerken en waarin de bedieningslip 17 de te vormen ventilatieopening 16 althans gedeeltelijk afschermt, waardoor abusievelijk opening van de ventilatieopening 16 kan worden voorkomen. Door de bedieningslip 17 vervolgens te roteren ten opzichte van het 5 afsluitelement 12 vanuit de niet-werkzame toestand naar een werkzame toestand (figuur 4b), waarin de nok 18 en de contranok 19 zijn ingericht om met elkaar te kunnen samenwerken, kan de ventilatieopening 16 worden gevormd door een druk uitoefenen op de bedieningslip 17 in de richting van het afsluitelement 12. Door de toepassing van de nok 18 en de contranok 19 ontstaat een puntbelasting, waardoor de ventilatieopening 10 16 op relatief efficiënte wijze kan worden gevormd (figuur 4c). Vervolgens kan het tweede uiteinde 17b van de bedieningslip 17 in opwaartse richting worden verplaatst, waardoor het eerste uiteinde 17a van de bedieningslip 17 in neerwaartse richting wordt verplaatst, als gevolg waarvan een belasting kan worden uitgeoefend op het afsluitelement 12 ter plaatse van de doorvoeropening 15 voor drank die zodanig hoog is 15 dat de eerste verzwakking 13 zal scheuren onder vorming van de eigenlijke doorvoeropening 15 (zie figuur 4d), en waardoor het drankblikje 11 volledig geopend is.Figure 4a shows a cross-section of another beverage can 11 provided with a closing element 12 according to the invention in the closed state. The closing element 12 comprises a first weakening 13 and a second weakening 14 for delimiting a passage opening 15 for beverage or a ventilation opening 16 to be formed for venting or aerating the beverage can 11. The closing element 12 is provided with a rotatable operating lip 17 connected to the closing element 12 and being profiled on a top side, wherein a first end 17a of the operating lip 17 is adapted to exert a pressure on the closing element 12 that is so high that the first weakening 13 can be broken and as a result, the passage opening 15 can be formed, and wherein a second opposite end 17b of the operating lip 17 is adapted to exert a pressure on the closing element 12 which is so high that the second weakening 14 can be broken and, consequently, the ventilation opening 16 can be broken. formed. The operating lip 17 is rotatably (and pivotably) connected between the first end 17a and the second end 17b with the closing element 12. The closing element 12 at the location of the second weakening 13 is provided with an inclined (obliquely rising) cam 18, which cam 18 acts as a guide element for a counter cam 19 forming part of the operating lip 17. The use of the cam 18 and the counter cam 19 makes it possible to orient the control lip 17 in an inoperative condition in which the cam 18 and the counter cam 19 do not cooperate with each other and in which the operating lip 17 at least partially shields the ventilation opening 16 to be formed, whereby accidental opening of the ventilation opening 16 can be prevented. By subsequently rotating the operating lip 17 relative to the closing element 12 from the non-active state to an active state (Figure 4b), in which the cam 18 and the counter cam 19 are arranged to be able to cooperate with each other, the ventilation opening 16 can are formed by exerting a pressure on the operating lip 17 in the direction of the closing element 12. The use of the cam 18 and the counter cam 19 creates a point load, as a result of which the ventilation opening 16 can be formed in a relatively efficient manner (Fig. 4c). Subsequently, the second end 17b of the operating lip 17 can be moved upwards, as a result of which the first end 17a of the operating lip 17 is moved downwards, as a result of which a load can be exerted on the closing element 12 at the passage opening 15 for drink that is so high that the first weakening 13 will crack, forming the actual passage opening 15 (see figure 4d), and whereby the beverage can 11 is fully opened.

Figuur 5a toont een perspectivisch aanzicht op weer een ander drankblikje 20 (deels 20 weergegeven) voorzien van een afsluitelement 21 overeenkomstig de uitvinding in een gesloten toestand. Het afsluitelement 21 is uit aluminium vervaardigd en aan een omtreksrand 22 op gefelste wijze verbonden met het drankblikje 20. Het afsluitelement 21 omvat een eerste verzwakkingslijn 23 die een te vormen doorvoeropening 24 voor drank omsluit, en een tweede verzwakkingslijn 25 die een te vormen in hoofdzaak 25 niervormige ventilatieopening 26 omsluit. Het afsluitelement 21 is ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 26 geaccidenteerd uitgevoerd. Meer in het bijzonder is het afsluitelement 21 aldaar voorzien van een in langsdoorsnede in hoofdzaak symmetrisch vormgegeven uitkraging 27. Het afsluitelement 21 is voorzien van een centraal bedieningselement 28 dat is ingericht voor het laten scheuren van zowel de eerste 30 verzwakkingslijn 23 alsook de tweede verzwakkingslijn 25 voor het genereren van de doorvoeropening 24 voor drank respectievelijk de ventilatieopening 26. Het afsluitelement 21 is daarbij voorzien van een de eerste verzwakkingslijn 23 omgevende gekromde verstevigingsrib 29, teneinde excessief inscheuren van het afsluitelement 21 tijdens het vormen van de doorvoeropening 24 te kunnen tegengaan. Het 12 bedieningselement 28 is roteerbaar verbonden met het afsluitelement 21 op een positie gelegen tussen de te vormen doorvoeropening 24 voor drank en de te vormen ventilatieopening 26. Een bovenzijde van het bedieningselement 28 is geprofileerd uitgevoerd, teneinde de grip voor een consument te kunnen verbeteren. Het 5 bedieningselement 28 is verder voorzien van een richting het afsluitelement 21 uitkragende nok 30. De nok 30 is daarbij ingericht voor samenwerking met de van het afsluitelement 21 deel uitmakende uitkraging 27, teneinde het realiseren van de ventilatieopening 26 te kunnen faciliëren. De uitkraging 27 is daarbij voorzien van een centraal gelegen verlaagd deel 31 voor het verschaffen van een voorkeursoriëntatie 10 waarin de nok 30 kan samenwerken met de uitkraging 27, en in het bijzonder met het verlaagde deel 31 van de uitkraging 27. In de getoonde gesloten niet-werkzame toestand is het bedieningselement 28 zodanig georiënteerd dat het bedieningselement 28 niet kan samenwerken met het afsluitelement 21 ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 26. Slechts na rotatie van het bedieningselement 28 ten opzichte van het afsluitelement IS 21 kan de nok 30 van het bedieningselement 28 in contact worden gebracht met het centraal gelegen verlaagde deel 31 van de uitkraging 27 (zie figuren 5b en 5c).Figure 5a shows a perspective view of yet another beverage can 20 (partially shown 20) provided with a closing element 21 according to the invention in a closed state. The closing element 21 is made of aluminum and is flanged on a peripheral edge 22 with the beverage can 20. The closing element 21 comprises a first weakening line 23 which encloses a drink throughput opening 24 to be formed, and a second weakening line 25 which forms a substantially to be formed 25 encloses kidney-shaped ventilation opening 26. The closing element 21 is designed to be flush at the location of the ventilation opening 26 to be formed. More in particular, the closing element 21 is provided there with a projection 27 which is substantially symmetrical in longitudinal section. The closing element 21 is provided with a central operating element 28 which is adapted to tear both the first weakening line 23 and the second weakening line 25. for generating the passage opening 24 for beverage or the ventilation opening 26. The closing element 21 is thereby provided with a curved reinforcing rib 29 surrounding the first weakening line 23, in order to prevent excessive tearing of the closing element 21 during the formation of the passage opening 24. The operating element 28 is rotatably connected to the closing element 21 at a position located between the beverage opening opening 24 to be formed and the ventilation opening 26 to be formed. A top side of the operating element 28 is profiled in order to improve the grip for a consumer. The operating element 28 is furthermore provided with a cam 30 projecting towards the closing element 21. The cam 30 is then adapted for cooperation with the projection 27 forming part of the closing element 21, in order to facilitate the realization of the ventilation opening 26. The projection 27 is thereby provided with a centrally located lowered part 31 for providing a preferred orientation 10 in which the cam 30 can cooperate with the projection 27, and in particular with the lowered part 31 of the projection 27. In the shown closed In operating condition, the operating element 28 is oriented such that the operating element 28 cannot cooperate with the closing element 21 at the location of the ventilation opening 26. To be formed, only after rotation of the operating element 28 relative to the closing element IS 21 can the cam 30 of the operating element 28 are brought into contact with the centrally located lowered part 31 of the projection 27 (see figures 5b and 5c).

Figuren 5b, 5c, en 5d tonen respectievelijk verschillende perspectivische aanzichten op het drankblikje 20 volgens figuur 5a, echter thans in een gesloten, werkzame toestand. 20 In de getoonde toestand is het bedieningselement 28 geroteerd ten opzichte van het afsluitelement 21 (met het oog op de in figuur 5a getoonde toestand), waarbij de nok 30 van het bedieningselement 28 in contact is gebracht met de uitkraging 27 van het afsluitelement 21 ter plaatse van de te vormen ventilatieopening 26. Meer in het bijzonder is de nok 30 op stabiele wijze gepositioneerd, en de facto opgesloten, in het 25 verlaagde deel 31 van de uitkraging 27 (zie figuren 5c en 5d). In de getoonde toestand kan een consument (of enige andere gebruiker) op het bedieningselement 28 ter plaatse van de nok 30 een druk uitoefenen in een naar het afsluitelement 21 toegekeerde richting, waardoor de tweede verzwakkingslijn 25 zal breken en dientengevolge de ventilatieopening 26 zal worden gevormd (zie figuur 5e). Opvolgend kan het 30 bedieningselement 28 ter plaatse van de nok 30 in opwaartse (van het afsluitelement 21 afgekeerde) richting worden verplaatst, waardoor een nabij de te vormen doorvoeropening 24 voor drank gelegen uiteinde van het bedieningselement 28 in neerwaartse richting zal worden verplaatst en de eerste verzwakkingslijn 23 kan worden gescheurd. Door het scheuren van de eerste verzwakkingslijn 23 zal de 13 doorvoeropening 24 voor drank worden gevormd. Onder verwijzing naar figuren 5d en 5e zij opgemerkt dat de in langsdoorsnede in hoofdzaak symmetrisch vormgegeven uitkraging 27 van het afsluitelement 21 ter plaatse van de te vormen respectievelijk gevormde ventilatieopening 26 in dwarsdoorsnede in hoofdzaak asymmetrisch is 5 vormgegeven. Meer in het bijzonder is in deze figuren getoond dat de hoogte van de uitkraging 27 alheemt in een van de te vormen doorvoeropening 24 voor drank afgekeerde richting, id est in een naar de omtreksrand 22 van het afsluitelement 21 toegekeerde richting, hetgeen de gebruiksvriendelijkheid van het vormen van de ventilatieopening 26 van het afsluitelement 21 van het drankblikje 20 aanzienlijk 10 verbetert. Tijdens het vormen van de ventilatieopening 26 zal de nok 30 doorgaans over de uitkraging 27 glijden van een hoger deel (zie figuur 5d) naar een lager deel (zie figuur 5e) van het centraal deel 31 van de uitkraging 27, waardoor de ventilatieopening 26 op een gelijkmatige en betrouwbare wijze kan worden gevormd.Figures 5b, 5c and 5d respectively show different perspective views of the beverage can 20 according to Figure 5a, but now in a closed, active state. In the position shown, the operating element 28 is rotated relative to the closing element 21 (in view of the state shown in Figure 5a), wherein the cam 30 of the operating element 28 is brought into contact with the projection 27 of the closing element 21b location of the ventilation opening 26 to be formed. More particularly, the cam 30 is stably positioned, and de facto confined, in the lowered part 31 of the projection 27 (see figures 5c and 5d). In the condition shown, a consumer (or any other user) can exert a pressure on the operating element 28 at the location of the cam 30 in a direction facing the closing element 21, as a result of which the second weakening line 25 will break and the ventilation opening 26 will be formed as a result. (see Figure 5e). Subsequently, the operating element 28 at the location of the cam 30 can be displaced in upward direction (away from the closing element 21), as a result of which an end of the operating element 28 located near the beverage opening opening 24 to be formed will be moved downwardly and the first weakening line 23 can be torn. By tearing the first weakening line 23, the passage opening 24 for beverage will be formed. With reference to figures 5d and 5e, it should be noted that the longitudinal section of the closing element 21, which is substantially symmetrical in longitudinal section, is designed substantially asymmetrically in cross-section at the location of the ventilation opening 26 to be formed and respectively formed. More specifically, it is shown in these figures that the height of the cantilever 27 is in a direction away from the drink throughput opening 24, which is in a direction facing the peripheral edge 22 of the closing element 21, which enhances the user-friendliness of the forming the ventilation opening 26 of the closing element 21 of the beverage can 20 considerably improves. During the formation of the ventilation opening 26, the cam 30 will generally slide over the projection 27 from a higher part (see Figure 5d) to a lower part (see Figure 5e) of the central part 31 of the projection 27, so that the ventilation opening 26 can be formed in a uniform and reliable manner.

15 Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art.

2020

Claims (16)

1. Afsluitelement voor een drankblikje, omvattende: - een een te vormen doorvoeropening voor drank begrenzende eerste 5 verzwakkingslijn, - een ten minste één te vormen ventilatieopening begrenzende tweede verzwakkingslijn, waarbij het afsluitelement is voorzien van een bedieningselement ingericht zowel voor het scheuren van het afsluitelement ter plaatse van de eerste verzwakkingslijn voor het 10 vormen van de doorvoeropening voor drank, alsmede voor het scheuren van het afsluitelement ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn voor het vormen van de ventilatieopening.1. Closing element for a beverage can, comprising: - a first weakening line bounding a passage opening for beverage, - a second weakening line bounding at least one ventilation opening to be formed, the closing element being provided with an operating element adapted to tear the closing element at the location of the first weakening line for forming the passage opening for beverage, as well as for tearing the closing element at the location of the second weakening line for forming the ventilation opening. 2. Afsluitelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afsluitelement ter 15 plaatse van de tweede verzwakkingslijn is voorzien van een uitstulping, welke uitstulping zich uitstrekt in een naar het bedieningselement toegekeerde richting.2. Sealing element according to claim 1, characterized in that the sealing element is provided with a protrusion at the location of the second weakening line, which protuberance extends in a direction facing the operating element. 3. Afsluitelement volgens een conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uitstulping in langsdoorsnede een hellend verloop heeft. 203. Sealing element as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the protrusion has a sloping course in longitudinal section. 20 4. Afsluitelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningselement is voorzien van ten minste één naar de eerste verzwakkingslijn toegekeerde eerste nok.Sealing element according to one of the preceding claims, characterized in that the operating element is provided with at least one first cam facing the first weakening line. 5. Afsluitelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningselement is voorzien van ten minste één naar de tweede verzwakkingslijn toegekeerde tweede nok.Locking element according to one of the preceding claims, characterized in that the operating element is provided with at least one second cam facing the second weakening line. 6. Afsluitelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 30 bedieningselement verplaatsbaar is tussen een niet-werkzame toestand waarin het vormen van de doorvoeropening voor drank en de ventilatieopening met behulp van het bedieningselement wordt verhinderd, en een werkzame toestand waarin de doorvoeropening voor drank en/of de ventilatieopening kunnen worden gevormd met behulp van het bedieningselement.6. Sealing element as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the operating element is displaceable between an inactive state in which the formation of the passage opening for beverage and the ventilation opening is prevented with the aid of the operating element, and an operating state in which the passage opening for beverage and / or the ventilation opening can be formed with the aid of the operating element. 7. Afsluitelement volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tweede verzwakkingslijn ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd in de niet-werkzame toestand van het bedieningselement. 5Closing element as claimed in claim 6, characterized in that the second weakening line is at least partially shielded in the inoperative condition of the operating element. 5 8. Afsluitelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningselement roteerbaar is verbonden met het afsluitelement.Locking element according to one of the preceding claims, characterized in that the operating element is rotatably connected to the closing element. 9. Afsluitelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 10 dimensionering van het aisluitelement valt binnen een voor afsluitelementen voor drankblikjes gestandaardiseerde dimensionering.9. Sealing element according to one of the preceding claims, characterized in that the dimensioning of the sealing element falls within a dimensioning standardized for sealing elements for beverage cans. 10. Afsluitelement volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de diameter van het aisluitelement in hoofdzaak 5,4 centimeter bedraagt.10. Closure element according to claim 9, characterized in that the diameter of the connection element is substantially 5.4 centimeters. 11. Afsluitelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aisluitelement is vervaardigd uit metaal, in het bijzonder aluminium.Locking element according to one of the preceding claims, characterized in that the closing element is made of metal, in particular aluminum. 12. Drankblikje voorzien van een afsluitelement volgens één der conclusies 1-11. 2012. Beverage can with a closing element according to any one of claims 1-11. 20 13. Werkwijze voor het openen van een drankblikje volgens conclusie 12, omvattende de stappen: A) het wijzigen van de oriëntatie van het bedieningselement ten opzichte van het aisluitelement, zodanig dat het afsluitelement scheurt ter plaatse van de eerste 25 verzwakkingslijn onder vorming van de doorvoeropening voor drank, en B) het wijzigen van de oriëntatie van het bedieningselement ten opzichte van het aisluitelement, zodanig dat het aisluitelement scheurt ter plaatse van de tweede verzwakkingslijn onder vorming van de ventilatieopening.13. Method for opening a beverage can according to claim 12, comprising the steps of: A) changing the orientation of the operating element relative to the closing element, such that the closing element cracks at the location of the first weakening line, forming the passage opening for drinks, and B) changing the orientation of the operating element relative to the closing element, such that the closing element cracks at the location of the second line of weakening, forming the ventilation opening. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat stappen A) en B) asynchroon worden uitgevoerd.A method according to claim 13, characterized in that steps A) and B) are performed asynchronously. 15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat stap C) omvattende het, vóór het vorming van de doorvoeropening en de ventilatieopening respectievelijk volgens stappen A) en B), wijzigen van de oriëntatie van het bedieningselement ten opzichte van het afsluitelement, zodanig dat het bedieningselement van een niet-werkzame toestand in een werkzame toestand wordt gebracht voor het kunnen uitvoeren van stappen A) en B). 5Method according to claim 13 or 14, characterized in that the method also comprises step C) comprising, prior to forming the passage opening and the ventilation opening respectively according to steps A) and B), changing the orientation of the operating element with respect to with respect to the closing element, such that the operating element is brought from a non-active state to an active state for being able to perform steps A) and B). 5 16. Werkwijze volgens een der conclusies 15, met het kenmerk, dat het bedieningselement, tijdens het verplaatsen van het bedieningselement overeenkomstig stap C), ten minste gedeeltelijk in een van het aihluitelement afgekeerde richting wordt geforceerd als gevolg van een samenwerking van het bedieningselement met een van 10 het afsluitelement deel uitmakende uitstulping.16. Method as claimed in any of the claims 15, characterized in that, during the displacement of the operating element according to step C), the operating element is forced at least partially in a direction away from the enclosing element as a result of a cooperation of the operating element with a bulge forming part of the closing element.