NL2000095C2

NL2000095C2 - Spring unit with leaf spring for e.g. use in clean rooms, uses spring made from fiber reinforced plastic

Info

Publication number: NL2000095C2
Application number: NL2000095A
Authority: NL
Inventors: Johan Pieter Gitz
Original assignee: Loggers Rubbertech
Priority date: 2006-06-09
Filing date: 2006-06-09
Publication date: 2007-12-11

Abstract

The leaf spring (2) is made from a fiber-reinforced plastic material. The unit (1) includes at least one first support point (6), and at least one leaf spring with two ends (3, 4), the spring following a curved path (5) between the first support point and a distal second support point (7). At least one end of the spring is connected to the second support point. Independent claims are also included for the following: (A) Leaf spring for use in this unit, comprising a fiber-reinforced plastic web (8) having the same width over its entire length, a fastener hole being provided in either end of the web; and (B) Method for producing the unit by forming a leaf spring from fiber-reinforced plastic, bending the ends of the spring together with a relatively gentle force at an elevated temperature, cooling the spring until it acquires the desired spring properties, and joining the ends together.

Description

Veerinrichting met veerorganen.Spring device with spring members.

De uitvinding heeft betrekking op een veerinrichting voorzien van een eerste steunpunt, ten minste een veerorgaan met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde, 5 welk veerorgaan via een gekromde baan verloopt van het eerste steunpunt naar een op afstand van het eerste steunpunt gelegen tweede steunpunt, waarbij ten minste een uiteinde van het veerorgaan verbonden is met het tweede steunpunt.The invention relates to a spring device provided with a first support point, at least one spring member with a first end and a second end, which spring member extends via a curved path from the first support point to a second support point remote from the first support point, wherein at least one end of the spring member is connected to the second support point.

Een dergelijke veerinrichting is bekend uit US 5897093. Het veerorgaan van de bekende veerinrichting bestaat uit een staalkabel. Voor het verkrijgen van een dempend 10 effect en het verhogen van de stabiliteit kan de bekende inrichting voorzien zijn van stabilisatiebladen. Een nadeel van de bekende veerinrichting is dat deze lastig te vervaardigen is. Voor het in de juiste positie en vorm brengen van de staalkabel is een relatief grote kracht vereist, waardoor dit een zware en moeilijke handeling is. Door het moeilijke productieproces zijn de productiekosten van de veerinrichting relatief hoog. 15 Een verder nadeel van de bekende inrichting is dat in gebruik door slijtage fijne staaldeeltjes vrijkomen van de staalkabels. Veel omgevingen waar dergelijke veerinrichtingen toegepast zouden kunnen worden dienen vrij te zijn van dergelijke fijne deeltjes. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan clean rooms.Such a spring device is known from US 5897093. The spring member of the known spring device consists of a steel cable. For obtaining a damping effect and increasing the stability, the known device can be provided with stabilizing blades. A drawback of the known spring device is that it is difficult to manufacture. Bringing the steel cable into the correct position and shape requires a relatively large force, making it a tough and difficult operation. Due to the difficult production process, the production costs of the spring device are relatively high. A further drawback of the known device is that fine steel particles are released from the steel cables in use as a result of wear. Many environments where such spring devices could be used should be free of such fine particles. One can think of clean rooms.

Een doel van de uitvinding is te voorzien in een veerinrichting waarbij tijdens 20 de productie daarvan het veerorgaan met een relatief geringe kracht in de juiste positie en vorm gebracht kan worden. Het is een verder doel te voorzien in een veerinrichting waarvan de veereigenschappen gemakkelijk kunnen worden aangepast. Het is verder nog een doel van de uitvinding te voorzien in een veerinrichting die tijdens bedrijf relatief weinig slijtage vertoont.An object of the invention is to provide a spring device wherein during the production thereof the spring member can be brought into the correct position and shape with a relatively small force. It is a further object to provide a spring device whose spring properties can be easily adjusted. It is a further object of the invention to provide a spring device which exhibits relatively little wear during operation.

25 Dit doel is met de veerinrichting volgens de uitvinding bereikt, welke veerinrichting het kenmerk heeft dat het veerorgaan in hoofdzaak uit een vezelversterkte kuststof vervaardigd is. De stijfheid van een uit vezelversterkte kunststof vervaardigd veerorgaan neemt af bij een verhoogde temperatuur van het veerorgaan. Daardoor dient tijdens het productieproces voorafgaande aan het in de 30 juiste positie en vorm brengen van het uit vezelversterkte kunststof vervaardigde veerorgaan de temperatuur van het veerorgaan verhoogd te worden. Hierdoor is na verwarming van het veerorgaan, deze met een relatief geringe kracht, en dus op een 2 eenvoudige wijze, in de juiste positie en vorm te brengen. Op deze wijze wordt een vereenvoudiging van de productiewijze van de veerinrichting gerealiseerd.This object has been achieved with the spring device according to the invention, which spring device is characterized in that the spring member is manufactured substantially from a fiber-reinforced coastal material. The stiffness of a spring member made of fiber-reinforced plastic decreases with an increased temperature of the spring member. As a result, during the production process prior to bringing the spring member made of fiber-reinforced plastic into the correct position and shape, the temperature of the spring member must be increased. As a result, after heating of the spring member, it can be brought into the correct position and shape with a relatively small force, and thus in a simple manner. In this way a simplification of the production method of the spring device is realized.

De veerinrichting volgens de uitvinding heeft verder als voordeel dat in gebruik geen fijne deeltjes vrijkomen. Hierdoor is de veerinrichting volgens de uitvinding zeer 5 geschikt voor gebruik in omgevingen die vrij dienen te zijn van stof, zoals een clean room. Bij voorkeur bestaat het veerorgaan uit slechts vezelversterkte kunststof.The spring device according to the invention further has the advantage that no fine particles are released during use. This makes the spring device according to the invention very suitable for use in environments that must be free of dust, such as a clean room. The spring member preferably consists of only fiber-reinforced plastic.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de vezelversterkte kunststof een zodanige kunststof matrix met ingebedde vezels dat bij vervorming van het veerorgaan de vezels en de matrix ten opzichte van elkaar bewegen voor het 10 dempen van de veerinrichting. Tijdens het ten opzichte van elkaar bewegen van de kunststof matrix en de vezels, ontstaat er wrijving tussen de matrix en de vezels. De door deze wrijving geabsorbeerde energie resulteert in een dempend effect op veerinrichting. Op deze wijze wordt een veerinrichting verschaft met veerorganen met een intrinsieke demping. Additionele dempingsmiddelen zijn hierdoor overbodig, met 15 als gevolgd dat met een eenvoudige constructie een veerinrichting met demping verschaft wordt. Door aanpassing van de samenstelling en de dikte van het vezelversterkte kunststof veerorgaan kan een variatie in de veer- en dempingskarakteristieken gerealiseerd worden.In an embodiment according to the invention, the fiber-reinforced plastic comprises such a plastic matrix with embedded fibers that upon deformation of the spring member the fibers and the matrix move relative to each other for damping the spring device. During the relative movement of the plastic matrix and the fibers, friction occurs between the matrix and the fibers. The energy absorbed by this friction results in a damping effect on the spring device. In this way a spring device is provided with spring members with an intrinsic damping. Additional damping means are hereby superfluous, with the result that with a simple construction a spring device with damping is provided. By adjusting the composition and the thickness of the fiber-reinforced plastic spring member, a variation in the spring and damping characteristics can be realized.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft het veerorgaan een 20 degressieve veerkarakteristiek en een hysteresis effect van tussen de 10 - 30 %. Het veerorgaan kan hierbij een hysteresis effect van tussen de 20 - 25 % hebben. De combinatie van deze specifieke veerkarakteristiek en het specifieke bereik van de maat van demping (hysteresis effect), is voordelig voor het toepassen van de veerinrichting als schokveer.In an embodiment according to the invention the spring member has a degressive spring characteristic and a hysteresis effect of between 10 - 30%. The spring member can have a hysteresis effect of between 20 - 25%. The combination of this specific spring characteristic and the specific range of the measure of damping (hysteresis effect) is advantageous for the use of the spring device as a shock spring.

25 In een volgende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de afstand tussen de uiteinden van het veerorganen gelijk aan A en vervormt het veerorgaan slechts elastisch bij een zodanige invering van de veerinrichting dat deze afstand gelijk is aan 0,5 A. Onder slechts elastische vervorming van het veerorgaan wordt verstaan dat in het veerorgaan geen plastische vervorming voorkomt. Bij de bekende veerinrichting treedt 30 bij een dergelijke invering plastische vervorming op, wat ten koste gaat van de levensduur van de veerinrichting.In a further embodiment according to the invention, the distance between the ends of the spring members is equal to A and the spring member only deforms elastically with such an indentation of the spring device that this distance is equal to 0.5 A. With only elastic deformation of the spring member spring member is understood to mean that no plastic deformation occurs in the spring member. In the known spring device, plastic deformation occurs with such an indentation, which is at the expense of the service life of the spring device.

In een nog een volgende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de kunststof matrix thermoplastisch materiaal. Thermoplastisch materiaal heeft als 3 voordeel dat deze bij een verhoogde temperatuur op een zeer eenvoudige wijze vervormbaar is. Het veerorgaan kan hierbij een buitenste laag van temperatuursonafhankelijk materiaal omvatten. Met temperatuursonafhankelijk materiaal wordt materiaal, bij voorkeur kunststof, bedoeld waarvan de mechanische 5 eigenschappen niet tot gering veranderen bij een temperatuursverhoging tot maximaal 200 °C.In a still further embodiment according to the invention, the plastic matrix comprises thermoplastic material. Thermoplastic material has the advantage that it can be deformed in a very simple manner at an elevated temperature. The spring member can herein comprise an outer layer of temperature-independent material. Temperature-independent material is understood to mean material, preferably plastic, whose mechanical properties do not change to a slight extent with a temperature increase to a maximum of 200 ° C.

De vezels omvatten in de buitenste laag van het veerorgaan vezels welke zich in de langsrichting van het veerorgaan uitstrekken. Dit heeft een positief effect op de dempingkarakteristieken van de veerinrichting.The fibers comprise, in the outer layer of the spring member, fibers which extend in the longitudinal direction of the spring member. This has a positive effect on the damping characteristics of the spring device.

10 In nog een volgende uitvoeringsvorm is het veerorgaan in hoofdzaak plaatvormig. Door het gebruik van plaatmateriaal is het veerorgaan eenvoudig, en dus goedkoop, te produceren. Met eenvoudige productieprocessen, zoals stansen of frezen, is het veerorgaan op een snelle en eenvoudige wijze uit het plaatmateriaal te vervaardigen.In yet another embodiment, the spring member is substantially plate-shaped. Due to the use of plate material, the spring member can be produced in a simple and therefore inexpensive manner. With simple production processes, such as punching or milling, the spring member can be manufactured from the sheet material in a quick and simple manner.

15 In nog een volgende uitvoeringsvorm omvat de veerinrichting ten minste twee veerorganen. Dit heeft een gunstig effect op de stabiliteit van de veerinrichting. De veerorganen kunnen met hun eerste uiteinden in het eerste steunpunt en met hun tweede uiteinden in het tweede steunpunt verbonden zijn. In deze uitvoeringsvorm hebben de veerorganen een kleinere lengtemaat dan bij de uitvoeringsvorm waarin een veerorgaan 20 met de eerste en tweede uiteinden daarvan in hetzelfde steunpunt verbonden zijn.In yet another embodiment, the spring device comprises at least two spring members. This has a favorable effect on the stability of the spring device. The spring members can be connected with their first ends in the first support point and with their second ends in the second support point. In this embodiment the spring members have a smaller length dimension than in the embodiment in which a spring member 20 is connected to the first and second ends thereof in the same support point.

Dergelijke relatief kleine veerorganen zijn eenvoudig te produceren, bijvoorbeeld door het stansen uit plaatmateriaal. Bij deze uitvoeringsvorm is bij voorkeur de onderlinge afstand tussen de uiteinden van een veerorgaan tussen de 50 en 200 mm, en bij nog grotere voorkeur 100 mm. De afstand tussen de eerste en tweede uiteinden van het 25 eerste veerorgaan is bij voorkeur gelijk aan de afstand tussen de uiteinden van het tweede veerorgaan. Op deze wijze wordt een gelijke spanningsverdeling over de veerorganen bereikt.Such relatively small spring members are easy to produce, for example by punching from sheet material. In this embodiment, the mutual distance between the ends of a spring member is preferably between 50 and 200 mm, and even more preferably 100 mm. The distance between the first and second ends of the first spring member is preferably equal to the distance between the ends of the second spring member. In this way an equal voltage distribution over the spring members is achieved.

Het veerorgaan van de veerinrichting volgens de uitvinding kan een lijf met een voorafbepaal de breedte omvatten, waarbij de einden verbreed zijn ten opzichte van het 30 lijf. Hierbij kan het lijf in het midden smal zijn en zich verbreden naar de uiteinden toe. Deze vorm heeft een positief effect op de veer- en dempingskarakteristieken van het veerorgaan.The spring member of the spring device according to the invention can comprise a body with a predetermined width, the ends being widened with respect to the body. Hereby the body in the middle can be narrow and widen towards the ends. This shape has a positive effect on the spring and damping characteristics of the spring member.

44

In een volgende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het veerorgaan een lijf welke over de gehele langsrichting daarvan in hoofdzaak dezelfde breedte B heeft. Deze vorm is eenvoudig te produceren en heeft een positief effect op de veer- en dempingskarakteristieken van het veerorgaan.In a further embodiment according to the invention the spring member comprises a body which has substantially the same width B over the entire longitudinal direction thereof. This shape is easy to produce and has a positive effect on the spring and damping characteristics of the spring member.

5 In een uitvoeringsvorm kan in het eerste en tweede steunpunt het veerorgaan voorzien zijn van een gat, door welke gaten een spanelement verloopt. Het spanelement kan bevestigingsmiddelen omvatten voor het aan een object bevestigen van de veerinrichting.In one embodiment the spring member can be provided with a hole in the first and second support point, through which holes a tensioning element extends. The tensioning element can comprise fixing means for fixing the spring device to an object.

In een verdere uitvoeringsvorm is ten minste een veerorgaan losneembaar 10 verbonden met het eerste en/of tweede steunpunt. Op deze wijze kan eenvoudig een of meerdere veerorganen van de veerinrichting verwijderd of toegevoegd worden.In a further embodiment, at least one spring member is releasably connected to the first and / or second support point. In this way, one or more spring members can easily be removed or added to the spring device.

Hiermee kan de veerstijfheid aangepast worden door het veranderen van het aantal veerorganen. De veerkarakteristiek kan aangepast worden door verandering van de samenstelling van verschillende veerorganen.The spring stiffness can hereby be adjusted by changing the number of spring members. The spring characteristic can be adjusted by changing the composition of different spring members.

15 In de situatie met meerdere veerorganen bevinden de veerorganen zich bij voorkeur op een gelijke onderlinge afstand van elkaar. Ander gezegd zijn de veerorganen ten opzichte van de naastgelegen veerorgaan/veerorganen onder dezelfde hoek α gepositioneerd. In een uitvoeringsvorm met ten minste twee veerorganen is het eerste veerorgaan ten opzicht van het tweede veerorgaan bij voorkeur in hoofdzaak 20 onder een hoek α van 90 graden gepositioneerd.In the situation with a plurality of spring members, the spring members are preferably at an equal mutual distance from each other. In other words, the spring members are positioned at the same angle α with respect to the adjacent spring member / spring members. In an embodiment with at least two spring members, the first spring member is preferably positioned with respect to the second spring member substantially at an angle α of 90 degrees.

De uitvinding heeft verder betrekking op een veerorgaan voor toepassing in een veerinrichting volgens de uitvinding, welk veerorgaan omvat een uit vezelversterkte kunststof gevormde lijf met ten opzichte van een middendeel verbrede uiteinden, elk voorzien van een bevestigingsgat. Het veerorgaan is bij voorkeur uit plaatvormig 25 vezelversterkte kunststof vervaardigd. Het veerorgaan kan gebogen zijn.The invention further relates to a spring member for use in a spring device according to the invention, which spring member comprises a body formed from fiber-reinforced plastic with ends broadened relative to a central part, each provided with a fixing hole. The spring member is preferably made from plate-shaped fiber-reinforced plastic. The spring member can be bent.

De uitvinding heeft verder nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een veerinrichting volgens de uitvinding, omvattende de stappen van het: - vormen van een veerorgaan uit vezelversterkte kunststof, 30 - het naar elkaar buigen van de uiteinden van het veerorgaan met relatief geringe kracht, bij een verhoogde temperatuur, - het zodanig afkoelen van het veerorgaan dat deze him gewenste veerkarakteristiek verkrijgen en 5 het onderling verbinden van de uiteinden.The invention furthermore relates to a method for manufacturing a spring device according to the invention, comprising the steps of: - forming a spring member from fiber-reinforced plastic, - bending the ends of the spring member together with relatively little force at an elevated temperature, cooling the spring member so that it obtains the desired spring characteristic and interconnecting the ends.

De werkwijze volgens de uitvinding kan de stap omvatten van het op het veerorgaan aanbrengen van een laag temperatuursonafhankelijk materiaal. Bij voorkeur wordt de laag van temperatuursonafhankelijk materiaal, welke bij voorkeur kunststof is, op het 5 veerorgaan aangebracht nadat het veerorgaan in de juiste vorm gebracht en afgekoeld is. Verder kan de werkwijze volgens de uitvinding kan de stap omvatten van het uit plaatvormig vezelversterkte kunststof vormen van een veerorgaan.The method according to the invention may comprise the step of applying a layer of temperature-independent material to the spring member. The layer of temperature-independent material, which is preferably plastic, is preferably applied to the spring member after the spring member has been brought into the correct shape and cooled. The method according to the invention can furthermore comprise the step of forming a spring member from plate-shaped fiber-reinforced plastic.

Het naar elkaar buigen van de uiteinden van het veerorgaan wordt bij voorkeur uitgevoerd bij een veerorgaan met een temperatuur van tussen de 100 en 200 °C en bij 10 voorkeur 160°C. Als kunststof matrix kan elke geschikte soort kunststof gebruikt worden. Als vezel kan elk geschikte soort vezel gebruikt worden, zoals glas, armide, koolstof en vlas.The bending of the ends of the spring member is preferably carried out at a spring member with a temperature of between 100 and 200 ° C and preferably 160 ° C. Any suitable type of plastic can be used as the plastic matrix. As a fiber, any suitable type of fiber can be used, such as glass, armide, carbon and flax.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van een veerinrichting volgens de uitvinding, waarbij een aantal voorgebogen veerorganen 15 met hun eerste en tweede uiteinden aan een spanorgaan worden bevestigd.The invention also relates to a method for assembling a spring device according to the invention, wherein a number of pre-bent spring members are attached with their first and second ends to a tensioning member.

Een uitvoeringsvorm van de veerinrichting volgens de uitvinding zal hieronder in detail beschreven worden met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:An embodiment of the spring device according to the invention will be described in detail below with reference to the accompanying drawings, in which:

Fig. 1 schematisch een aanzicht in perspectief toont van een veerinrichting volgens de uitvinding, 20 Fig. 2 schematisch een zijaanzicht toont van de veerinrichting van fig. 1,FIG. 1 schematically shows a perspective view of a spring device according to the invention, FIG. 2 schematically shows a side view of the spring device of fig. 1,

Fig. 3 schematisch een bovenaanzicht toont van de veerinrichting van fig. 1,FIG. 3 schematically shows a top view of the spring device of fig. 1,

Fig. 4 schematisch een plano toont van het veerorgaan van de veerinrichting van fig. 1,FIG. 4 schematically shows a blank of the spring member of the spring device of FIG. 1,

Fig. 5 schematisch een plano toont van een uitvoeringsvorm van een veerorgaan 25 volgens de uitvinding, en fig. 6 schematisch een plano toont van een volgende uitvoeringsvorm van het veerorgaan volgens de uitvinding.FIG. Fig. 5 schematically shows a blank of an embodiment of a spring member according to the invention, and Fig. 6 schematically shows a blank of a following embodiment of the spring member according to the invention.

Figuur 1 toont in een perspectivisch aanzicht een veerinrichting volgens de uitvinding. De veerinrichting 1 omvat vier veerorganen 2 met ieder een eerste uiteinde 30 3 en een tweede uiteinde 4. De eerste uiteinden 3 van de veerorganen 2 zijn onderling gekoppeld bij een onderste eerste steunpunt 6 en de tweede einden 4 van de veerorganen 2 zijn onderling gekoppeld bij een bovenste tweede steunpunt 7. De veerorganen 2 strekken zich tussen de steunpunten 6 en 7 uit via een gekromde baan 5.Figure 1 shows a spring device according to the invention in a perspective view. The spring device 1 comprises four spring members 2, each with a first end 3 and a second end 4. The first ends 3 of the spring members 2 are mutually coupled at a lower first support point 6 and the second ends 4 of the spring members 2 are mutually coupled at an upper second support point 7. The spring members 2 extend between the support points 6 and 7 via a curved path 5.

66

De veerorganen 2 zijn plaatvormig en gevonnd uit een vezelversterkte kunststof. De veerorganen 2 zijn in de steunpunten 6 en 7 voorzien van een bevestigingsgat (14 van fig. 4), door welke bevestigingsgaten een spanelement 10 verloopt. Door middel van een schroefbevestiging 15 zijn de veerorganen 2 losneembaar met het spanelement 10 5 verbonden.The spring members 2 are plate-shaped and formed from a fiber-reinforced plastic. The spring members 2 are provided in the supporting points 6 and 7 with a fixing hole (14 of Fig. 4), through which fixing holes a tensioning element 10 extends. The spring members 2 are releasably connected to the tensioning element 10 by means of a screw attachment 15.

Figuur 2 toont een zijaanzicht toont van de veerinrichting van fig. 1. Bij alle veerorganen 2 is de afstand A tussen het eerste einde 3 en het tweede einde 4 gelijk. Bij invering van de veerinrichting verplaatsten het eerste uiteinde 3 en het tweede uiteinde 4 zich respectievelijk in de richting van de pijlen 16 en 17.Figure 2 shows a side view of the spring device of Figure 1. With all spring members 2, the distance A between the first end 3 and the second end 4 is the same. When the spring device is springed in, the first end 3 and the second end 4 move in the direction of arrows 16 and 17 respectively.

10 Figuur 3 toont een bovenaanzicht van de veerinrichting van fig. 1. De veerorganen 2 zijn ten opzichte van elkaar onder een hoek α van 90° gepositioneerd.Figure 3 shows a top view of the spring device of Figure 1. The spring members 2 are positioned with respect to each other at an angle α of 90 °.

Figuur 4 toont een veerorgaan van de veerinrichting van fig. 1 toont in uitgestrekte vorm. Het veerorgaan 2 omvat een uit vezelversterkte kunststof gevormde lijf 8 met ten opzichte van een middendeel 13 verbrede uiteinden 3 en 4. De uiteinden 3 15 en 4 zijn elk voorzien van een bevestigingsgat 14. In gebruik verloopt door de bevestigingsgaten 14 een spanelement (10 van fig. 1).Figure 4 shows a spring member of the spring device of Figure 1 in expanded form. The spring member 2 comprises a body 8 formed from fiber-reinforced plastic with ends 3 and 4 widened with respect to a central part 13. The ends 3 and 4 are each provided with a fixing hole 14. In use, a fixing element (10 of fig. 1).

Figuur 5 toont een plano van een uitvoeringsvorm van een veerorgaan volgens de uitvinding. Het veerorgaan 102 bevat een eerste uiteinde 103 en een tweede uiteinde 104, welke uiteinden 103 en 104 elk een bevestigingsgat 114 bevatten. Beide uiteinden 20 103 en 104 worden met het eerste, respectievelijk tweede, steunpunt verbonden en door middel van het in het midden van het veerorgaan 102 gelegen bevestigingsgat 114 wordt het veerorgaan 102 met het tweede, respectievelijk eerste, steunpunt verbonden.Figure 5 shows a blank of an embodiment of a spring member according to the invention. The spring member 102 includes a first end 103 and a second end 104, which ends 103 and 104 each have a mounting hole 114. Both ends 103 and 104 are connected to the first and second support points, respectively, and by means of the fixing hole 114 located in the center of the spring member 102, the spring member 102 is connected to the second and first support point, respectively.

Figuur 6 toont een plano van een volgende uitvoeringsvorm van het veerorgaan volgens de uitvinding. Het veerorgaan 202 omvat vier uiteinden 203,204, 216 en 217 25 welke elk een bevestigingsgat 214 bevatten. De uiteinden 203, 204, 216 en 217 worden allen met het eerste, respectievelijk tweede, steunpunt verbonden en door middel van het in het midden van het veerorgaan 202 gelegen bevestigingsgat 214 wordt het veerorgaan 202 met het tweede, respectievelijk eerste, steunpunt verbonden.Figure 6 shows a blank of a further embodiment of the spring member according to the invention. The spring member 202 includes four ends 203,204, 216 and 217, each of which includes a mounting hole 214. The ends 203, 204, 216 and 217 are all connected to the first and second support points respectively, and by means of the fixing hole 214 located in the center of the spring member 202, the spring member 202 is connected to the second and first support points, respectively.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat vele varianten van de uitvinding mogelijk 30 zijn zonder buiten de beschermingsomvang van dit octrooi te vallen.It will be clear to those skilled in the art that many variants of the invention are possible without falling outside the scope of this patent.

Claims

1. Veerinrichting (1) voorzien van een eerste steunpunt (6), ten minste een veerorgaan (2) met een eerste uiteinde (3) en een tweede uiteinde (4), welk veerorgaan 5 (2) via een gekromde baan (5) verloopt van het eerste steunpunt (6) naar een op afstand van het eerste steunpunt (6) gelegen tweede steunpunt (7), waarbij ten minste een uiteinde van het veerorgaan (2) verbonden is met het tweede steunpunt (7), met het kenmerk, dat het veerorgaan (2) in hoofdzaak uit een vezelversterkte kunststof vervaardigd is. 10A spring device (1) provided with a first support point (6), at least one spring member (2) with a first end (3) and a second end (4), which spring member 5 (2) via a curved path (5) extends from the first support point (6) to a second support point (7) located at a distance from the first support point (6), wherein at least one end of the spring member (2) is connected to the second support point (7), characterized in that the spring member (2) is substantially made of a fiber-reinforced plastic. 10

2. Veerinrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij het vezelversterkte kunststof een zodanige kunststof matrix met ingebedde vezels omvat dat bij vervorming van het veerorgaan (2) de vezels en de matrix ten opzichte van elkaar bewegen voor het in gebruik dempen van de veerinrichting (1). 15A spring device (1) according to claim 1, wherein the fiber-reinforced plastic comprises such a plastic matrix with embedded fibers that upon deformation of the spring member (2) the fibers and the matrix move relative to each other for damping the spring device in use ( 1). 15

3. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het veerorgaan (2) een degressieve veerkarakteristiek heeft en een hysteresis effect van tussen de 10 - 30 % heeft.Spring device (1) according to one of the preceding claims, wherein the spring member (2) has a degressive spring characteristic and has a hysteresis effect of between 10 - 30%.

4. Veerinrichting (1) volgens een van de conclusies 1 of 2, waarbij het veerorgaan (2) een degressieve veerkarakteristiek heeft en een hysteresis effect van tussen de 20 — 25 % heeft.The spring device (1) according to one of claims 1 or 2, wherein the spring member (2) has a degressive spring characteristic and has a hysteresis effect of between 20 - 25%.

5. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand 25 tussen de uiteinden van het veerorganen gelijk aan A is en waarbij het veerorgaan slechts elastisch vervormt bij een zodanige invering van de veerinrichting (1) dat deze afstand gelijk is aan 0,5 A.5. Spring device (1) as claimed in any of the foregoing claims, wherein the distance between the ends of the spring members is A and wherein the spring member deforms elastically only when the spring device (1) is compressed such that this distance is equal to 0.5 A.

6. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 30 kunststof matrix thermoplastisch materiaal omvat.6. Spring device (1) according to one of the preceding claims, wherein the plastic matrix comprises thermoplastic material.

7. Veerinrichting (1) volgens conclusie 6, waarbij het veerorgaan (2) een buitenlaag van temperatuursonafhankelij k materiaal omvat.The spring device (1) according to claim 6, wherein the spring member (2) comprises an outer layer of temperature-independent material.

8. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de vezels in de buitenste laag van het veerorgaan (2) vezels omvat welke zich in de langsrichting (20) van het veerorgaan uitstrekken. 5A spring device (1) according to any one of the preceding claims, wherein the fibers in the outer layer of the spring member (2) comprise fibers which extend in the longitudinal direction (20) of the spring member. 5

9. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het veerorgaan (2) in hoofdzaak plaatvormig is.A spring device (1) according to any one of the preceding claims, wherein the spring member (2) is substantially plate-shaped.

10. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, welke omvat ten 10 minste twee veerorganen.10. Spring device (1) according to one of the preceding claims, which comprises at least two spring members.

11. Veerinrichting (1) volgens conclusie 10, waarbij de veerorganen met hun eerste uiteinden (3) in het eerste steunpunt (6) verbonden zijn en met hun tweede uiteinden (4) in het tweede steunpunt (7) verbonden zijn. 15The spring device (1) according to claim 10, wherein the spring members are connected with their first ends (3) in the first support point (6) and are connected with their second ends (4) in the second support point (7). 15

12. Veerinrichting (1) volgens een van de conclusies 10 of 11, waarbij de alstand tussen de uiteinden van het eerste veerorgaan (2) gelijk is aan de afstand tussen de uiteinden van het tweede veerorgaan (2).A spring device (1) according to any of claims 10 or 11, wherein the position between the ends of the first spring member (2) is equal to the distance between the ends of the second spring member (2).

13. Veerinrichting (1) conclusie 12 in combinatie met conclusie 11, waarbij onderlinge alstand van de uiteinden van de veerorganen tussen de 50 en 200 mm, bij voorkeur 100 mm, is.The spring device (1) claim 12 in combination with claim 11, wherein the mutual position of the ends of the spring members is between 50 and 200 mm, preferably 100 mm.

14. Veerinrichting (1) volgens een van de conclusies 10-14, waarbij het eerste 25 veerorgaan (2) ten opzicht van het tweede veerorgaan (2) in hoofdzaak onder een hoek α van 90 graden gepositioneerd is.14. Spring device (1) according to one of claims 10-14, wherein the first spring member (2) is positioned substantially at an angle α of 90 degrees with respect to the second spring member (2).

15. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het veerorgaan (2) een lijf (8) met een voorafbepaalde breedte B omvat, waarbij de einden 30 verbreed zijn ten opzichte van het lijf (8).15. Spring device (1) according to one of the preceding claims, wherein the spring member (2) comprises a body (8) with a predetermined width B, the ends 30 being widened with respect to the body (8).

16. Veerinrichting (1) volgens conclusie 15, waarbij het lijf (8) in het midden smal is en zich verbreedt naar de uiteinden toe.The spring device (1) according to claim 15, wherein the body (8) is narrow in the center and widens towards the ends.

17. Veerinrichting (1) volgens een van de conclusies 1-15, waarbij het veerorgaan (2) een lijf (8) omvat welke over de gehele langsrichting (20) daarvan in hoofdzaak dezelfde breedte B heeft. 5The spring device (1) according to any of claims 1-15, wherein the spring member (2) comprises a body (8) which has substantially the same width B over its entire longitudinal direction (20). 5

18. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waaibij in het eerste en tweede steunpunt (7) het veerorgaan (2) voorzien is van een gat, door welke gaten een spanelement (10) verloopt.A spring device (1) according to any one of the preceding claims, wherein in the first and second support point (7) the spring member (2) is provided with a hole, through which holes a tensioning element (10) extends.

19. Veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een veerorgaan (2) losneembaar verbonden is met het eerste en/of tweede steunpunt (7).A spring device (1) according to any one of the preceding claims, wherein at least one spring member (2) is releasably connected to the first and / or second support point (7).

20. Veerorgaan (2) voor toepassing in een veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een uit vezelversterkte kunststof gevormde lijf (8) 15 met ten opzichte van een middendeel (13) verbrede uiteinden (3, 4), elk voorzien van een bevestigingsgat (14).20. Spring member (2) for use in a spring device (1) as claimed in any of the foregoing claims, comprising a body (8) formed from fiber-reinforced plastic with ends (3, 4) widened relative to a central part (13), each provided with a mounting hole (14).

21. Veerorgaan (2) voor toepassing in een veerinrichting (1) volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een uit vezelversterkte kunststof gevormde lijf (8) 20 welke over de gehele langsrichting (20) daarvan in hoofdzaak dezelfde breedte B omvat en waarbij de uiteinden (3, 4) elk voorzien van een bevestigingsgat (14).21. Spring member (2) for use in a spring device (1) as claimed in any of the foregoing claims, comprising a body (8) formed of fiber-reinforced plastic which over the entire longitudinal direction (20) thereof has substantially the same width B and wherein the ends (3, 4) each provided with a fixing hole (14).

22. Veerorgaan (2) een van de conclusies 20 of 21, waarbij het veerorgaan (2) uit plaatvormig vezelversterkte kunststof vervaardigd is. 25The spring member (2) any of claims 20 or 21, wherein the spring member (2) is made from plate-shaped fiber-reinforced plastic. 25

23. Veerorgaan (2) volgens een van de conclusies 20-22, waarbij het veerorgaan (2) gebogen is.The spring member (2) according to any of claims 20-22, wherein the spring member (2) is bent.

24. Werkwijze voor het vervaardigen van een veerinrichting (1) volgens een van de 30 conclusies 1-19, omvattende de stappen van het: vormen van een veerorgaan (2) uit vezelversterkte kunststof, - het naar elkaar buigen van de uiteinden van het veerorgaan (2) met relatief geringe kracht, bij een verhoogde temperatuur, - het zodanig afkoelen van het veerorgaan (2) dat deze hun gewenste veerkarakteristiek verkrijgen en - het onderling verbinden van de uiteinden (3, 4).24. Method for manufacturing a spring device (1) according to one of the claims 1-19, comprising the steps of: forming a spring member (2) from fiber-reinforced plastic, - bending the ends of the spring member towards each other (2) with relatively low force, at an elevated temperature, - cooling the spring member (2) in such a way that they obtain their desired spring characteristic and - interconnecting the ends (3, 4).

25. Werkwijze volgens conclusie 24, welke de stap omvat van het op het veerorgaan (2) aanbrengen van een laag temperatuursonafhankelijk materiaal.A method according to claim 24, comprising the step of applying a layer of temperature-independent material to the spring member (2).

26. Werkwijze volgens een van de conclusies 24 of 25, welke omvat de stap van het uit plaatvormig vezelversterkte kunststof vormen van een veerorgaan (2).A method according to any of claims 24 or 25, which comprises the step of forming a spring member (2) from plate-shaped fiber-reinforced plastic.

27. Werkwijze voor het samenstellen van een veerinrichting (1) volgens een van de conclusies 1-13, waarbij een aantal voorgebogen veerorganen (2) met hun eerste en tweede uiteinden aan een spanorgaan worden bevestigd.A method for assembling a spring device (1) according to any one of claims 1-13, wherein a number of pre-bent spring members (2) are attached to a tensioning member with their first and second ends.