NL195035C - Elektrode voor implantatie op of nabij het hart. - Google Patents

Elektrode voor implantatie op of nabij het hart. Download PDF

Info

Publication number
NL195035C
NL195035C NL9002142A NL9002142A NL195035C NL 195035 C NL195035 C NL 195035C NL 9002142 A NL9002142 A NL 9002142A NL 9002142 A NL9002142 A NL 9002142A NL 195035 C NL195035 C NL 195035C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electrode
conductive
surface area
discharge
segments
Prior art date
Application number
NL9002142A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9002142A (nl
Original Assignee
Mirowski Mieczyslaw
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mirowski Mieczyslaw filed Critical Mirowski Mieczyslaw
Publication of NL9002142A publication Critical patent/NL9002142A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL195035C publication Critical patent/NL195035C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61NELECTROTHERAPY; MAGNETOTHERAPY; RADIATION THERAPY; ULTRASOUND THERAPY
    • A61N1/00Electrotherapy; Circuits therefor
    • A61N1/02Details
    • A61N1/04Electrodes
    • A61N1/05Electrodes for implantation or insertion into the body, e.g. heart electrode
    • A61N1/0587Epicardial electrode systems; Endocardial electrodes piercing the pericardium
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61NELECTROTHERAPY; MAGNETOTHERAPY; RADIATION THERAPY; ULTRASOUND THERAPY
    • A61N1/00Electrotherapy; Circuits therefor
    • A61N1/02Details
    • A61N1/04Electrodes
    • A61N1/05Electrodes for implantation or insertion into the body, e.g. heart electrode
    • A61N1/056Transvascular endocardial electrode systems
    • A61N1/0563Transvascular endocardial electrode systems specially adapted for defibrillation or cardioversion

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Cardiology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Electrotherapy Devices (AREA)

Description

1 195035
Elektrode voor implantatie op of nabij het hart
De uitvinding heeft betrekking op een eletrode voor implantatie op of nabij het hart voor verbinding met een defibrillatie/cardioversiestelsel, welke elektrode omvat een ontladingsoppervlakgebied met een vooraf 5 bepaald oppervlakgebied voor het afgeven van energie aan het hart, waarbij het ontladingsoppervlakgebied een aantal elektrisch-geleidende segmenten een aantal elektrisch geleidende randen hebben en zodanig zijn opgesteld in het ontladingsoppervlakgebied dat de segmenten in een oppervlak zijn gelegen en tussen de geleidende randen van naastgelegen segmenten een tussenruimte wordt gehandhaafd om een elektrische ontlading over het ontladingsoppervlakgebied, waarbij de geleidende segmenten elektrisch met 10 elkaar en het defibrillatie/cardioversiestelsel zijn verbonden.
Een dergelijke elektrode is bekend uit het Franse octrooischrift FR-A-2.588.758, waarbij de elektrode een cirkelvormig oppervlak heeft en dit oppervlak flexibel is gemaakt om een goed contact te bewerkstelligen met het oppervlakteweefsel van het hart. De bekende elektrode bestaat verder uit geleidende segmenten met tussenruimten om de hechting aan het oppervlakteweefsel van het hart te verbeteren. Een poreuze 15 isolator is op het dïstale oppervlak van de elektrode geplaatst om fixatie van de elektrode middels weefsel-ingroei mogelijk te maken. De omtrek van de bekende elektrode is bedekt met een poreuze isolator om verbranding van weefsel aldaar te voorkomen; bij voorkeur wordt ook op het proximale oppervlak van de elektrode een poreuze isolator geplaatst. De bekende elektrode is ontworpen om een goed fysiek contact tussen de elektrode en het hart te bewerkstelligen, maar genereert geen optimaal ontladingsveld, hetgeen 20 de werking van de elektrode en de defibrillatie van het hart nadelig beïnvloedt.
De uitvinding heeft tot doel een elektrode te verschaffen met een verbeterde isolatie tussen geleidende segmenten waardoor een optimaal ontladingsveld wordt gegenereerd.
Daartoe heeft de elektrode volgens de aanhef in een uitvoering als kenmerk, dat de elektrisch-geleidende segmenten zijn gevormd door op een oppervlak van een geleidend materiaal plaatselijk een hermetische 25 barrièredeklaag aan te brengen.
In een andere uitvoering heeft de elektrode volgens de aanhef als kenmerk, dat de elektrode is voorzien van een langgerekt distaai lichaam van isolerend materiaal, dat volgens een spiraal in een vlak is gewonden en de elektrisch-geleidende segmenten bestaan uit elektrisch-geleidende draden die op afstand van elkaar langs het oppervlak in het vlak van de gewonden spiraal zijn ingebed in het isolerend materiaal.
30 In een volgende uitvoering heeft de elektrode volgens de aanhef als kenmerk, dat de elektrode is voorzien van een langgerekt distaai lichaam met een oppervlak van isolerend materiaal en de elektrisch geleidende segmenten bestaan uit een elektrisch-geleidend lint dat met op afstand van elkaar gelegen slagen om het langgerekte lichaam is aangebracht op actieve plaatsen die van elkaar zijn gescheiden door isolerende ruimten, waarbij de ruimte tussen de op afstand van elkaar gelegen slagen van het lint binnen de 35 actieve plaatsen zijn gevuld met isolerend materiaal.
In weer een andere uitvoering heeft de elektrode volgens de aanhef als kenmerk, dat de elektrisch-geleidende segmenten zijn ingebed in een oppervlak van een lichaam van isolerend materiaal.
In een laatste uitvoering heeft de elektrode volgens de aanhef als kenmerk, dat de elektrode is voorzien van een langgerekt distaai lichaam met een oppervlak van van isolerend materiaal, dat volgens een spiraal 40 is gewonden en de elektrisch-geleidende segmenten bestaan uit elektrisch-geleidende draden, die op afstand van elkaar zijn gewikkeld om het langgerekte lichaam en het isolerend materiaal zijn ingebed.
Opgemerkt wordt dat uit het Europese octrooischrift EP-0.317.489 een elektrode bekend, waarbij de hartcatheter langwerpig is en de elektrode een aantal elektrisch geleidende draden omvat die het ontladingsoppervlakgebied vullen, waarbij dë draden zich op afstand van elkaar bevinden en zijn bevestigd aan en 45 gewonden om de periferie langs de lengte van het distale actieve gedeelte van de catheter. De draden uit het genoemde Europese octrooischrift zijn eveneens elektrisch met elkaar verbonden en met het defibrillatie/cardioversiestelsel.
Opgemerkt wordt tevens, dat uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4.481.953 een langwerpige catheter bekend is waarbij een aantal actieve plaatsen zich op afstand van elkaar bevinden en elektrisch ten 50 opzichte van elkaar zijn geïsoleerd. De actieve plaatsen omvatten meerde slagen van geleidend lint dat is gewikkeld om de genoemde catheter en naastgelegen slagen van het lint bevinden zich op afstand van elkaar; de actieve plaatsen zijn elektrisch met elkaar verbonden en met het defibrillatie/cardioversiestelsel.
De uitvinding zal nader worden verduidelijkt in de hierna volgende beschrijving onder verwijzing naar de 55 tekening, waarin: de figuren 1 en 2 perspectief aanzichten zijn die de ontladingsoppervlakken illustreren van een uitvoeringsvorm van de defibrillatie-elektrode; 195035 2 figuur 3 een dwarsdoorsnede is langs de lijn 3-3 in figuur 1; figuur 4 een vergroot bovenaanzicht is dat het ontladingsoppervlak illustreert van een uitvoeringsvorm van de defibrillatie-elektrode; figuur 5 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van de defibrillatie-elektrode; 5 figuur 5a een dwarsdoorsnede is langs de lijn 5a-5a van figuur 5; figuur 6 een bovenaanzicht is dat het ontladingsoppervlak illustreert van een uitvoeringsvorm van de defibrillatie-elektrode; figuur 7 een dwarsdoorsnede is langs de lijn 7-7 van figuur 6; en figuur 8 een bovenaanzicht is dat het ontladingsoppervlak illustreert van een uitvoeringsvorm van de 10 defibrillatie-elektrode.
Thans wordt verwezen naar figuur 1, welke een met het verwijzingscijfer 10 aangeduide uitvoeringsvorm toont van de ontladingsdefibrillatie elektrode. De elektrode 10 is getoond als een cirkelvormig element met een in hóofdzaak planair ontladingsoppervlaktegebied 11 omvattende een centrale geleidende schijf 12 die 15 wordt omcirkeld door ruimtelijk gescheiden concentrische geleidende ringen 14, 16 en 18. De ringen 14, 16 en 18 zijn met elkaar en met de centrale geleidende schijf of punt 12 verbonden door radiale geleidende armen of spaken 20. Elke geleidende ring 14,16 en 18 definieert respectievelijk geleidende randen 22 en 24, 26 en 28, en 30 en 32, op de buiten- en binnenomtrekken. Bovendien definiëren de geleidende spaken 20 geleidende randen 34 en 36.
20 Thans wordt verwezen naar figuur 3 waar de dwarsdoorsnede van de elektrode 10 is geïllustreerd. Een isolatie 37 bedekt het gehele achteroppervlak 35 tegenover het ontladingsoppervlaktegebied 11, en bezet het gebied dat is gedefinieerd door de concentrische ringen en radiale spaken van de elektrode. Het ontladingsoppervlaktegebied 11 is een planair of plat oppervlak waarbij de geleidende ringen/spaken zijn ingebed binnen de isolatie 37 en coplanair daarmee.
25 Thans wordt verwezen naar figuur 2, waar een andere elektrode 10’ van uitvoeringsvorm is getoond. De elektrode 10’ omvat een in hoofdzaak planair oppervlaktegebied 11’ omvattende een centrale geleidende ring 38 die is gevormd in de geometrische vorm van een klaverblad en omcirkeld door concentrische ringen 40, 42 en 44, die ook zijn gevormd in de geometrische vorm van een klaverblad. De ringen 40,42 en 44 zijn met elkaar en met de centrale geleidende ring 38 verbonden door geleidende spaken 46. De geleidende 30 ringen 38, 40,42 en 44 definiëren respectievelijk buiten- en binnenomtreksranden 48 en 50,52 en 54,56 en 58, en 60 en 62. Bovendien definiëren de geleidende spaken 46 geleidende randen 64 en 66. Isolatie 37’ is verschaft rond de omtrek en op het oppervlak tegenover het ontladingsoppervlaktegebied 11’; aldus heeft de elektrode 10' een dwarsdoorsnede die vergelijkbaar is met de in figuur 3 geïllustreerde dwarsdoorsnede van elektrode 10.
35 De geleidende randen op de geleidende elementen zjin gevormd door werkelijke ruimten of onderbrekingen In geleidend materiaal om discrete elementen te vormen of door een hermetisch dichte barrière deklaag te plaatsen over een enkel geleidend element om een aantal geleidende elementen te creëren. De hermetische barrièredeklaag voorkomt dat vloeibare elektrolyten het geleidende element raken, en aldus wordt het gewenste randeffect tot stand gebracht en gehandhaafd.
40 Hoewel de elektrode 10 en 10’ respectievelijk getoond zijn in wagenwiel- en klaverbladconfiguraties, kan een defibrillatie elektrode gevormd worden van een constructie vergelijkbaar aan de in de figuren 1 en 2 getoonde constructie, maar in verschillende andere geometrische vormen. Verder, hoewel om de defibrillatie elektroden te vormen gebruikte type van geleidend en isolerend materiaal varieert, wordt voorzien dat elektrisch geleidende materialen zoals titanium worden gebruikt bij het vervaardigen van de elektroden 10 45 en 10’. Daarenboven, hoewel de grootte en afmeting van de elektrode veranderd kan worden, is de totale geleidende oppervlakte van de elektrode 10 of 10’ in de orde van 10-100 cm2.
Verder, nu gevonden is dat hoogste efficiënte ontladingen mogelijk zijn, kunnen in een gemodificeerde vorm de elektroden 10 en 10’ geconstrueerd en gebruikt worden zonder isolerende achterkant 37 en 37’.
Bij het gebruik wordt de elektrode 10 of 10’ geïnplanteerd op of in het gebied van het hartoppervlak, 50 samen met ten minste een andere geïnplanteerde elektrode van vergelijkbaar of ander type van constructie, en verbonden met een geïnplanteerde cardioverteer/defibrillatorinrichting 41 door een steker 43 aan het uiteinde van de geïsoleerde leiding 39 die elektrisch met de elektrode is verbonden zoals getoond in de figuren 1 en 2. De leiding 39 omvat een elektrisch geleidende draad die reikt door het achteroppervlak 35 van de elektrode en is verbonden met een of meer van de geleidende oppervlakken.
55 Wanneer elektrische energie wordt toegevoerd aan de elektrode voor het genereren van een elektrisch veld tussen de geïnplanteerde elektroden, geeft de van de elektrode 10 of 10’ naar het hart ontladen energie de voorkeur aan de geleidende randen van de elektrode. Vanwege het aantal geleidende randen en 3 195035 de scheiding tussen de randen op de elektrode 10 of 10’ zullen deze elektroden een gecontroleerde en efficiënte energie ontladingsverdeling verschaffen aan het hart. Voor het genereren van het gewenste elektrische veld in het hart als zodanig kan ventriculaire fibrillatie worden tegengehouden met een minimale hoeveelheid door de geassocieerde geïnplanteerde cardioverteer/defibrillatorinrichting toegevoerde energie.
5 Figuur 4 toont een defibrillatie-elektrode 70 die een uitvoeringsvorm van de onderhavige utivinding omvat. De elektrode 70 omvat een in hoofdzaak planair oppervlaktegebied dat een aantal elektrisch geleidende elementen 72, 74, 76 en 78 omvat die zijn gevormd in de geometrische vorm van een klaverblad. De geleidende elementen 72, 74, 76 en 78 zijn elektrisch met elkaar verbonden bij plaatsen 80, 81, 82 en 83. Al deze plaatsen zijn samen verbonden met een leiding 85 die is verschaft voor verbinding met de 10 geïnplanteerde cardioverteer/defibrillator inrichting 87 via steker 89. Elk geleidend element 72-78 definieert respectievelijk buitenomtreksranden 86, 88, 90 en 92. De isolatie 37 bezet de omtrek van de elektrode en het oppervlak tegenover het ontladingsoppervlaktegebied 71, en het gebied dat de geleidende elementen omgeeft, op vergelijkbare wijze als bij de elektroden 10 en 10’ zoals getoond in de figuren 1 en 2. De geleidende elementen 72, 74, 76 en 78 zijn analoog puzzlestukjes ingebed in de isolatie 37 en coplanair 15 daarmee.
Het aantal en de geometrische vorm van de geleidende elementen die de elektrode 70 omvat, kan variëren. Voorzien wordt echter dat de totale dimensies van de elektrode 70 equivalent zjin aan die van de elektroden 10 en 10’.
Hoewel van de elektroden 10, 10’ en 70 is beschreven, dat zij epicardiaal gemonteerd zijn, kunnen 20 dezelfde principes worden toegepast op onderhuidse kussenelektroden. Deze laatste elektroden worden onder de huid gemonteerd maar niet in intiem contact met het hart. Zoals boven vermeld, wordt met ”op of nabij het hart” bedoeld te omvatten het positioneren van een elektrode in intiem contact met het hart, binnen de pericardiale ruimte, en onderhuidse inplantatie.
Wanneer elektrische energie wordt toegevoerd aan elektrode 70 tegen ten minste een andere bekrach-25 tigde elektrode van vergelijkbare of verschillende constructie, ontladen al de geleidende elementen van de elektrode 70 energie vanaf hun planaire oppervlakken en hun omtreksranden. Aldus combineren de meerdere randen op elektrode 70 om een gecontroleerde ladingsverdeling af te geven aan het weefsel in de nabijheid waarvan de elektrode 70 is geïnplanteerd, voor het genereren van een gewenst elektrisch veld over het hart in conjunctie met de andere geïnplanteerde elektroden.
30 Thans wordt verwezen naar de figuren 5 en 5a, waar een uitvoeringsvorm van een gecontroleerde ontladings-defibrillatie-elektrode 93 wordt getoond. De elektrode 93 omvat een conventionele cardiac catheter 94 met een distaai actief gedeelte 99 en een proximaal leidingsgedeelte 103. De elektrode 93 heeft geleidende draden 96 en 98 die ruimtelijk zijn gescheiden en afwisselend zijn ingebed rond het distale actieve gedeelte 99 van de catheter 94. Een geleidings- of doordraad 97 is verschaft om de catheter 94 te 35 geleiden naar een gewenste locatie. De elektrode 93 is ontworpen om te worden geïnplanteerd op of nabij het hartoppervlak door gewonden te worden in de in figuur 5 getoonde configuratie en ontladen te worden tegen een andere geïnplanteerde elektrode van vergelijkbaar of ander constructietype. Dat wil zeggen, de catheter 94 is gewonden in een in zijn algemeenheid planaire configuratie bij zijn distale gedeelte. Elke geleidende draad 96 en 98 heeft geleidende randen 100 en 102. De geleidende draden 96 en 98 zijn 40 elektrisch samenverbonden bij de enige plaats langs de catheter 94, of bij de cardioverteer/defibrillator inrichting, hoewel dit niet specifiek is geïllustreerd.
Zoals getoond in figuur 5a is langs de lengte van de catheter 94 een isolatie 104 verschaft op het oppervlak gedeelte dat van het hart af is gericht wanneer nabij het hart geïnplanteerd. De isolatie 104 kan echter weg worden gelaten van de elektrode 93 op vergelijkbare wijze als de gemodificeerde structuren van 45 de elektrode 10 en 10’.
Tijdens bedrijf wordt elektrische energie afgegeven aan de elektrode 93 tegen een tegenovergestelde bekrachtigde elektrode van vergelijkbare of andere constructie; de elektrische energie wordt ontladen langs de oppervlakken van de geleidende draden 96 en 98 en door geleidende randen 100 en 102 langs de lengte van de catheter 94. Als zodanig verschaft de door de spiraalcatheter 94 gecreëerde toegenomen 50 hoeveelheid geleidende randen een gecontroleerde energie ontlading van de catheter te vermeerderen, is het mogelijk extra geleidende draden rond de catheter te winden, hoewel slechts twee geïllustreerd zijn.
De figuren 6 en 7 tonen een andere uitvoeringsvorm van de defibrillatie-elektrode. De elektrode 104 omvat concentrische spiralen 106 en 108 van elektrisch geleidend draad ingebed in isolatie 109. De draden 106 en 108 zijn elektrisch verbonden bij een bepaalde plaats langs hun lengten of bij de cardioverteer/ 55 defibrillatorinrichting, hoewel niet specifiek geïllustreerd is. Op vergelijkbare wijze als bij de elektrode 93 kan de isolatie 109 worden weggelaten van de achterkant van de elektrode 105. De draden 106 en 108 omvatten geleidende buiten- en binnenomtreksranden 110 en 112, en 114 en 116.

Claims (5)

195035 4 Bij inplantatie op of nabij het hart zijn de draden 106 en 108 opgesteld om de in figuur 6 getoonde concentrische spiraalconfiguratie aan te nemen. Aan de elektrode 105 afgegeven elektrische energie wordt ontladen door de draden 106 en 108 bij hun respectieve oppervlakken en bij hun geleidende randen 110-116. Als resultaat wordt een gecontroleerde energieontladingsverdeling bereikt in het gebied van het 5 hart nabij de elektrode 105. Figuur 8 illustreert een andere uitvoeringsvorm van de gecontroleerde ontladings-defibrillatie-elektrode waar dezelfde principes worden toegepast op een endocardiale catheterelektrode 118. De elektrode 118 omvat een langwerpige endocardiale catheter 120 die bij voorkeur is gevormd van flexibel isolerend materiaal langs zijn buitenoppervlak. De catheter heeft een distaai actief gedeelte 119 en een proximaal 10 leidingsgedeelte 123. Het distale actieve gedeelte 119 steunt een gangmaakpunt 121 en actieve plaatsen 122, 124 en 126. Elke actieve plaats omvat meerdere slagen van geleidend lint 128. Het lint 128 is bij voorkeur gevormd van een titanium-platina geleidend materiaal. De actieve plaatsen 122,124 en 126 zijn gescheiden door ruimten 130. De ruimten 130 isoleren aangrenzende plaatsen elektrisch. Verder is binnen elke actieve plaats de ruimte tussen naburige slagen van het lint 128 gevuld met een isolerend materiaal 15 132 om naastgelegen slagen van het lint 128 verder elektrisch te isoleren. Het isolerende materiaal 122 bedekt niet de blootliggende vlakken van de slagen van het lint 128. Elke actieve plaats is gemeenschappelijk verbonden door een (niet weergegeven) inwendige geleider met een bron van elektrische energie. De elektrode 118 is ontworpen om te worden ingebracht door een van de grote naar het hart voerende aders, zoals bijvoorbeeld de superior vena cava. De catheter 120 wordt zodanig ingebracht, dat het actieve 20 gedeelte 119 zich binnen het hart bevindt.
1. Eletrode voor implantatie op of nabij het hart voor verbinding met een defibrillatie/cardioverslestelsel, welke elektrode omvat een ontladingsoppervlakgebied met een vooraf bepaald oppervlakgebied voor het afgeven van energie aan het hart, waarbij het ontladingsoppervlakgebied een aantal elektrisch-geleldende segmenten een aantal elektrisch geleidende randen hebben en zodanig zijn opgesteld in het ontladingsoppervlakgebied dat de segmenten in een oppervlak zijn gelegen en tussen de geleidende randen van 30 naastgelegen segmenten een tussenruimte wordt gehandhaafd om een elektrische ontlading over het ontladingsoppervlakgebied, waarbij de geleidende segmenten elektrisch met elkaar en het defibrillatie/ cardioversiestelsel zijn verbonden, met het kenmerk, dat de elektrisch-geleidende segmenten zijn gevormd dor op een oppervlak van geleidend materiaal plaatselijk een hermetische barrièredeklaag aan te brengen.
2. Elektrode voor impantatie op of nabij het hart voor verbinding met een defibrillatie/cardioversiestelsel, 35 welke elektrode omvat een ontladingsoppervlakgebied met een vooraf bepaald oppervlakgebied voor het afgeven van energie aan het, waarbij het ontladingsoppervlakgebied een aantal elektrisch-geleidende segmenten omvat, elk voor een ontlading direct naar het hart, waarbij de geleidende segmenten een aantal elektrisch geleidende randen hebben en zodanig zijn opgesteld in het ontladingsoppervlakgebied dat de segmenten in een oppervlak zijn gelegen en tussen de geleidende randen van naastgelegen segmenten 40 een tussenruimte wordt gehandhaafd om een elektrische ontlading over het ontladingsoppervlakgebied, waarbij de geleidende segmenten elektrisch met elkaar en het defibrillatie/cardioversiestelsel zijn verbonden, met het kenmerk, dat de elektrode is voorzien van een langgerekt distaai lichaam van isolerend materiaal, dat volgens een spiraal in een vlak is gewonden en de elektrisch-geleidende segmenten bestaan uit elektrisch-geleidende draden die op afstand van elkaar langs het oppervlak in het vlak van de gewonden 45 spiraal zijn ingebed in het isolerend materiaal.
3. Elektrode voor impantatie op of nabij het hart voor verbinding met een defibrillatie/cardioversiestelsel, welke elektrode omvat een ontladingsoppervlakgebied met een vooraf bepaald oppervlakgebied voor het afgeven van energie aan het, waarbij het ontladingsoppervlakgebied een aantal elektrisch-geleidende segmenten omvat, elk voor een ontlading direct naar het hart, waarbij de geleidende segmenten een aantal 50 elektrisch geleidende randen hebben en zodanig zijn opgesteld in het ontladingsoppervlakgebied dat de segmenten in een oppervlak zijn gelegen en tussen de geleidende randen van naastgelegen segmenten een tussenruimte wordt gehandhaafd om een elektrische ontlading bij de geleidende randen te forceren voor het besturen van de elektrische ontlading over het ontladingsoppervlakgebied, waarbij de geleidende segmenten elektrisch met elkaar en het defibrillatie/cardioversiestelsel zijn verbonden, met het kenmerk, dat 55 de elektrode is voorzien van een langgerekt distaai lichaam van isolerend materiaal en de elektrisch-geleidende segmenten bestaan uit een elektrisch-geleidend lint dat met op afstand van elkaar gelegen slagen om het langgerekte lichaam is aangebracht op actieve plaatsen die van elkaar zijn gescheiden door 5 195035 isolerende ruimten, waarbij de tussenruimte tussen de op afstand van elkaar gelegen slagen van het lint binnen de actieve plaatsen zijn gevuld met isolerend materiaal.
4. Elektrode voor impantatie op of nabij het hart voor verbinding met een defibrillatie/cardioversiestelsel, welke elektrode omvat een ontladingsoppervlakgebied met een vooraf bepaald oppervlakgebied voor het 5 afgeven van energie aan het, waarbij het ontladingsoppervlakgebied een aantal elektrisch-geleidende segmenten omvat, elk voor een ontlading direct naar het hart, waarbij de geleidende segmenten een aantal elektrisch geleidende randen hebben en zodanig zijn opgesteld in het ontladingsoppervlakgebied dat de segmenten in een oppervlak zijn gelegen en tussen de geleidende randen van naastgelegen segmenten een tussenruimte wordt gehandhaafd om een elektrische ontlading bij de geleidende randen te forceren 10 voor het besturen van de elektrische ontlading over het ontladingsoppervlakgebied, waarbij de geleidende segmenten elektrisch met elkaar en het defibrillatie/cardioversiestelsel zijn verbonden, met het kenmerk, dat de elektrische-geleidende segmenten zijn ingebed in een oppervlak van een lichaam van isolerend materiaal.
5. Elektrode voor impantatie op of nabij het hart voor verbinding met een defibrillatie/cardioversiestelsel, 15 welke elektrode omvat een ontladingsoppervlakgebied met een vooraf bepaald oppervlakgebied voor het afgeven van energie aan het, waarbij het ontladingsoppervlakgebied een aantal elektrisch-geleidende segmenten omvat, elk voor een ontlading direct naar het hart, waarbij de geleidende segmenten een aantal elektrisch geleidende randen hebben en zodanig zijn opgesteld in het ontladingsoppervlakgebied dat de segmenten in een oppervlak zijn gelegen en tussen de geleidende randen van naastgelegen segmenten 20 een tussenruimte wordt gehandhaafd om een elektrische ontlading bij de geleidende randen te forceren voor het besturen van de elektrische ontlading over het ontladingsoppervlakgebied, waarbij de geleidende segmenten elektrisch met elkaar en het defibrillatie/cardioversiestelsel zijn verbonden, met het kenmerk, dat de elektrode is voorzien van een langgerekt distaai lichaam met een oppervlak van van isolerend materiaal, dat volgens een spiraal is gewonden en de elektrisch-geleidende segmenten bestaan uit elektrisch-25 geleidende draden, die op afstand van elkaar zijn gewikkeld om het langgerekte lichaam en het isolerend materiaal zijn ingebed. Hierbij 3 bladen tekening
NL9002142A 1989-10-03 1990-10-02 Elektrode voor implantatie op of nabij het hart. NL195035C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US41642189 1989-10-03
US07/416,421 US5063932A (en) 1989-10-03 1989-10-03 Controlled discharge defibrillation electrode

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL9002142A NL9002142A (nl) 1991-05-01
NL195035C true NL195035C (nl) 2003-06-25

Family

ID=23649911

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002142A NL195035C (nl) 1989-10-03 1990-10-02 Elektrode voor implantatie op of nabij het hart.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US5063932A (nl)
JP (1) JP2873069B2 (nl)
AU (1) AU643458B2 (nl)
CA (1) CA2026853C (nl)
DE (1) DE4030642C2 (nl)
FR (1) FR2652505B1 (nl)
GB (2) GB2236484B (nl)
IT (1) IT1241713B (nl)
NL (1) NL195035C (nl)

Families Citing this family (86)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5111812A (en) * 1990-01-23 1992-05-12 Cardiac Pacemakers, Inc. Defilbrillation electrode having smooth current distribution
US5271417A (en) * 1990-01-23 1993-12-21 Cardiac Pacemakers, Inc. Defibrillation electrode having smooth current distribution
US5713926A (en) 1990-04-25 1998-02-03 Cardiac Pacemakers, Inc. Implantable intravenous cardiac stimulation system with pulse generator housing serving as optional additional electrode
US5387234A (en) * 1992-05-21 1995-02-07 Siemens-Elema Ab Medical electrode device
SE9201599D0 (sv) * 1992-05-21 1992-05-21 Siemens Elema Ab Elektrodanordning
US5295482A (en) * 1992-10-22 1994-03-22 Physiometrix, Inc. Large surface area electrode
US5496362A (en) * 1992-11-24 1996-03-05 Cardiac Pacemakers, Inc. Implantable conformal coil patch electrode with multiple conductive elements for cardioversion and defibrillation
US5509924A (en) * 1994-04-12 1996-04-23 Ventritex, Inc. Epicardial stimulation electrode with energy directing capability
SE9403055L (sv) * 1994-09-13 1996-03-14 Hans G Boman Nytt humant peptidantibiotikum (fall-39) och dess användning
US5938597A (en) * 1995-05-04 1999-08-17 Stratbucker; Robert A. Electrocardiograph bioelectric interface system and method of use
US6327487B1 (en) 1995-05-04 2001-12-04 Robert A. Stratbucker Bioelectric interface
DE69631698T2 (de) * 1995-06-09 2004-07-29 Cybro Medical Ltd. Sensor,verfahren und vorrichtung für optische blutoxymetrie
US5662697A (en) * 1995-10-17 1997-09-02 Pacesetter, Inc. Transvenous internal cardiac defibrillation apparatus having lead and electrode providing even distribution of electrical charge
DE29603805U1 (de) * 1996-03-01 1997-07-03 Michel, Ulrich, Dipl.-Ing., 67657 Kaiserslautern Vorrichtung zur transvenösen Kardioversion von Vorhofflimmern oder Vorhofflattern
US5871529A (en) * 1997-01-16 1999-02-16 Cardiac Pacemakers, Inc. Electrode for high impedance heart stimulation
EP0910985A1 (en) 1997-10-20 1999-04-28 Robert Allen Stratbucker Electrocardiograph bioelectric interface system and method of use
US6085119A (en) * 1998-07-22 2000-07-04 Cardiac Pacemakers, Inc. Single pass endocardial lead for multi-site atrial pacing
US6321122B1 (en) 1998-07-22 2001-11-20 Cardiac Pacemakers, Inc. Single pass defibrillation/pacing lead with passively attached electrode for pacing and sensing
US6212434B1 (en) 1998-07-22 2001-04-03 Cardiac Pacemakers, Inc. Single pass lead system
US6501994B1 (en) 1997-12-24 2002-12-31 Cardiac Pacemakers, Inc. High impedance electrode tip
US6152954A (en) * 1998-07-22 2000-11-28 Cardiac Pacemakers, Inc. Single pass lead having retractable, actively attached electrode for pacing and sensing
US5916244A (en) * 1998-02-20 1999-06-29 Katecho, Inc. External heart stimulation electrode having reduced edge effect
US6463334B1 (en) 1998-11-02 2002-10-08 Cardiac Pacemakers, Inc. Extendable and retractable lead
US6501990B1 (en) 1999-12-23 2002-12-31 Cardiac Pacemakers, Inc. Extendable and retractable lead having a snap-fit terminal connector
US6363286B1 (en) * 1999-09-24 2002-03-26 Cardiac Pacemakers, Inc. High impedance electrode assembly
US7236831B2 (en) 2000-07-13 2007-06-26 Northstar Neuroscience, Inc. Methods and apparatus for effectuating a lasting change in a neural-function of a patient
US7831305B2 (en) 2001-10-15 2010-11-09 Advanced Neuromodulation Systems, Inc. Neural stimulation system and method responsive to collateral neural activity
US7146217B2 (en) 2000-07-13 2006-12-05 Northstar Neuroscience, Inc. Methods and apparatus for effectuating a change in a neural-function of a patient
US7010351B2 (en) 2000-07-13 2006-03-07 Northstar Neuroscience, Inc. Methods and apparatus for effectuating a lasting change in a neural-function of a patient
US7305268B2 (en) 2000-07-13 2007-12-04 Northstar Neurscience, Inc. Systems and methods for automatically optimizing stimulus parameters and electrode configurations for neuro-stimulators
US7756584B2 (en) 2000-07-13 2010-07-13 Advanced Neuromodulation Systems, Inc. Methods and apparatus for effectuating a lasting change in a neural-function of a patient
US7672730B2 (en) 2001-03-08 2010-03-02 Advanced Neuromodulation Systems, Inc. Methods and apparatus for effectuating a lasting change in a neural-function of a patient
US7024247B2 (en) 2001-10-15 2006-04-04 Northstar Neuroscience, Inc. Systems and methods for reducing the likelihood of inducing collateral neural activity during neural stimulation threshold test procedures
US7299096B2 (en) 2001-03-08 2007-11-20 Northstar Neuroscience, Inc. System and method for treating Parkinson's Disease and other movement disorders
US6600957B2 (en) 2001-06-28 2003-07-29 The Ludlow Company Lp High-energy disposable medical stimulation electrode
US7221981B2 (en) 2002-03-28 2007-05-22 Northstar Neuroscience, Inc. Electrode geometries for efficient neural stimulation
US7236830B2 (en) 2002-12-10 2007-06-26 Northstar Neuroscience, Inc. Systems and methods for enhancing or optimizing neural stimulation therapy for treating symptoms of Parkinson's disease and/or other movement disorders
US7302298B2 (en) 2002-11-27 2007-11-27 Northstar Neuroscience, Inc Methods and systems employing intracranial electrodes for neurostimulation and/or electroencephalography
US20050075680A1 (en) 2003-04-18 2005-04-07 Lowry David Warren Methods and systems for intracranial neurostimulation and/or sensing
US7565199B2 (en) 2002-12-09 2009-07-21 Advanced Neuromodulation Systems, Inc. Methods for treating and/or collecting information regarding neurological disorders, including language disorders
US20040122500A1 (en) * 2002-12-19 2004-06-24 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Electrode for utilizing edge effect to create uniform current density
AU2004261290A1 (en) 2003-08-01 2005-02-10 Northstar Neuroscience, Inc. Apparatus and methods for applying neural stimulation to a patient
US7245973B2 (en) 2003-12-23 2007-07-17 Cardiac Pacemakers, Inc. His bundle mapping, pacing, and injection lead
US7844344B2 (en) 2004-03-30 2010-11-30 Medtronic, Inc. MRI-safe implantable lead
US7174219B2 (en) * 2004-03-30 2007-02-06 Medtronic, Inc. Lead electrode for use in an MRI-safe implantable medical device
US7844343B2 (en) 2004-03-30 2010-11-30 Medtronic, Inc. MRI-safe implantable medical device
US7877150B2 (en) 2004-03-30 2011-01-25 Medtronic, Inc. Lead electrode for use in an MRI-safe implantable medical device
US8989840B2 (en) 2004-03-30 2015-03-24 Medtronic, Inc. Lead electrode for use in an MRI-safe implantable medical device
US9155877B2 (en) 2004-03-30 2015-10-13 Medtronic, Inc. Lead electrode for use in an MRI-safe implantable medical device
GB0411192D0 (en) * 2004-05-20 2004-06-23 Koninkl Philips Electronics Nv A filament or fibre
DE102004028176B4 (de) * 2004-06-04 2007-05-31 Niehaus, Michael, Prof. Dr. Elektrodenloser implantierbarer Defibrillator
WO2006019764A2 (en) 2004-07-15 2006-02-23 Northstar Neuroscience, Inc. Systems and methods for enhancing or affecting neural stimulation efficiency and/or efficacy
US7565200B2 (en) 2004-11-12 2009-07-21 Advanced Neuromodulation Systems, Inc. Systems and methods for selecting stimulation sites and applying treatment, including treatment of symptoms of Parkinson's disease, other movement disorders, and/or drug side effects
US8010191B2 (en) 2004-12-20 2011-08-30 Cardiac Pacemakers, Inc. Systems, devices and methods for monitoring efficiency of pacing
US8326423B2 (en) 2004-12-20 2012-12-04 Cardiac Pacemakers, Inc. Devices and methods for steering electrical stimulation in cardiac rhythm management
US8010192B2 (en) 2004-12-20 2011-08-30 Cardiac Pacemakers, Inc. Endocardial pacing relating to conduction abnormalities
US8423139B2 (en) 2004-12-20 2013-04-16 Cardiac Pacemakers, Inc. Methods, devices and systems for cardiac rhythm management using an electrode arrangement
US8290586B2 (en) 2004-12-20 2012-10-16 Cardiac Pacemakers, Inc. Methods, devices and systems for single-chamber pacing using a dual-chamber pacing device
AR047851A1 (es) 2004-12-20 2006-03-01 Giniger Alberto German Un nuevo marcapasos que restablece o preserva la conduccion electrica fisiologica del corazon y un metodo de aplicacion
US8005544B2 (en) 2004-12-20 2011-08-23 Cardiac Pacemakers, Inc. Endocardial pacing devices and methods useful for resynchronization and defibrillation
US8280526B2 (en) 2005-02-01 2012-10-02 Medtronic, Inc. Extensible implantable medical lead
US8027736B2 (en) 2005-04-29 2011-09-27 Medtronic, Inc. Lead electrode for use in an MRI-safe implantable medical device
US7853332B2 (en) 2005-04-29 2010-12-14 Medtronic, Inc. Lead electrode for use in an MRI-safe implantable medical device
US7272448B1 (en) 2005-05-24 2007-09-18 Pacesetter, Inc. Medical lead for placement in the pericardial sac
US7729773B2 (en) 2005-10-19 2010-06-01 Advanced Neuromodualation Systems, Inc. Neural stimulation and optical monitoring systems and methods
US8929991B2 (en) 2005-10-19 2015-01-06 Advanced Neuromodulation Systems, Inc. Methods for establishing parameters for neural stimulation, including via performance of working memory tasks, and associated kits
US7729779B2 (en) * 2006-03-29 2010-06-01 Bacoustics, Llc Electrodes for transcutaneous electrical nerve stimulator
US7899555B2 (en) * 2006-04-11 2011-03-01 Pacesetter, Inc. Intrapericardial lead
US10537730B2 (en) 2007-02-14 2020-01-21 Medtronic, Inc. Continuous conductive materials for electromagnetic shielding
US9044593B2 (en) 2007-02-14 2015-06-02 Medtronic, Inc. Discontinuous conductive filler polymer-matrix composites for electromagnetic shielding
US8483842B2 (en) 2007-04-25 2013-07-09 Medtronic, Inc. Lead or lead extension having a conductive body and conductive body contact
US8086324B1 (en) 2007-09-27 2011-12-27 Pacesetter, Inc. Intrapericardial lead with distal region configured to optimize lead extraction
US9037263B2 (en) 2008-03-12 2015-05-19 Medtronic, Inc. System and method for implantable medical device lead shielding
US8172835B2 (en) 2008-06-05 2012-05-08 Cutera, Inc. Subcutaneous electric field distribution system and methods
US20090306647A1 (en) * 2008-06-05 2009-12-10 Greg Leyh Dynamically controllable multi-electrode apparatus & methods
US20100022999A1 (en) * 2008-07-24 2010-01-28 Gollnick David A Symmetrical rf electrosurgical system and methods
JP2012512727A (ja) 2008-12-19 2012-06-07 カーディアック ペースメイカーズ, インコーポレイテッド 心臓ペーシングを含む装置、方法、およびシステム
EP2808054B1 (en) 2009-04-30 2019-01-02 Medtronic Inc. Grounding of a shield within an implantable medical lead
WO2011139691A1 (en) 2010-04-27 2011-11-10 Cardiac Pacemakers, Inc. His-bundle capture verification and monitoring
DE102011111649A1 (de) * 2011-08-26 2013-02-28 Peter Osypka Implantierbare Epikardiale Elektroden Anordnung
EP2838609B1 (en) 2012-04-19 2019-03-06 Medtronic, Inc. Paired medical lead bodies with braided conductive shields having different physical parameter values
US9993638B2 (en) 2013-12-14 2018-06-12 Medtronic, Inc. Devices, systems and methods to reduce coupling of a shield and a conductor within an implantable medical lead
US10279171B2 (en) 2014-07-23 2019-05-07 Medtronic, Inc. Methods of shielding implantable medical leads and implantable medical lead extensions
US10155111B2 (en) 2014-07-24 2018-12-18 Medtronic, Inc. Methods of shielding implantable medical leads and implantable medical lead extensions
JP2017531536A (ja) 2014-09-29 2017-10-26 ニューヨーク インスティチュート オブ テクノロジーNew York Institute Of Technology ヒス心電図交互現象を記録するために使用するカテーテル及び種々の状態への適用
USD773676S1 (en) * 2015-06-05 2016-12-06 alessandro International GmbH Cosmetic skin treatment apparatus

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3380445A (en) * 1965-09-24 1968-04-30 Int Rectifier Corp Electrical pickup structure for electrocardiographs and the like
US3568660A (en) * 1967-11-20 1971-03-09 Battelle Development Corp Pacemaker catheter
US3572344A (en) * 1968-12-31 1971-03-23 Medtronic Inc Electrode apparatus with lead construction
GB1264673A (nl) * 1969-04-25 1972-02-23
US4030509A (en) * 1975-09-30 1977-06-21 Mieczyslaw Mirowski Implantable electrodes for accomplishing ventricular defibrillation and pacing and method of electrode implantation and utilization
US4125116A (en) * 1977-02-14 1978-11-14 The Johns Hopkins University Human tissue stimulation electrode structure
FR2471825A1 (fr) * 1979-12-20 1981-06-26 Voisin Ets A Machine a couler par centrifugation equipee de moyens de constitution du moule permettant le demoulage et l'evacuation automatique des pieces obtenues
NL188505C (nl) * 1981-02-04 1992-07-16 Mirowski Mieczyslaw Implanteerbare elektrode.
US4481953A (en) * 1981-11-12 1984-11-13 Cordis Corporation Endocardial lead having helically wound ribbon electrode
US4567900A (en) * 1984-06-04 1986-02-04 Moore J Paul Internal deployable defibrillator electrode
US4774952A (en) * 1985-06-20 1988-10-04 Medtronic, Inc. Cardioversion and defibrillation lead
DE3523226A1 (de) * 1985-06-28 1987-01-08 Osypka Peter Defibrillations-elektrode
DE3530269C2 (de) * 1985-08-22 1997-01-16 Biotronik Mess & Therapieg Implantierbare indifferente Elektrode zur Herzstimulation
DE3633803C2 (de) * 1985-10-22 1995-10-19 Telectronics Nv Defibrillator-Elektrode
DE3718585A1 (de) * 1986-07-10 1988-12-15 Siemens Ag Mehrteilige flachelektrode, insbesondere fuer die hf-chirurgie
US4736752A (en) * 1986-11-28 1988-04-12 Axelgaard Manufacturing Co., Ltd. Transcutaneous medical electrode
US4827932A (en) * 1987-02-27 1989-05-09 Intermedics Inc. Implantable defibrillation electrodes
US4807621A (en) * 1987-06-03 1989-02-28 Siemens Aktiengesellschaft Multi-element flat electrode especially useful for HF-surgery
US4817634A (en) * 1987-06-18 1989-04-04 Medtronic, Inc. Epicardial patch electrode
US4860769A (en) * 1987-11-12 1989-08-29 Thomas J. Fogarty Implantable defibrillation electrode
US5052407A (en) * 1988-04-14 1991-10-01 Mieczyslaw Mirowski Cardiac defibrillation/cardioversion spiral patch electrode

Also Published As

Publication number Publication date
NL9002142A (nl) 1991-05-01
GB2265551B (en) 1994-01-19
GB2265551A (en) 1993-10-06
IT9067751A1 (it) 1992-04-02
DE4030642A1 (de) 1991-04-18
CA2026853A1 (en) 1991-04-04
CA2026853C (en) 1998-08-18
GB2236484B (en) 1994-01-19
FR2652505A1 (fr) 1991-04-05
JP2873069B2 (ja) 1999-03-24
GB9020914D0 (en) 1990-11-07
IT1241713B (it) 1994-01-31
AU643458B2 (en) 1993-11-18
US5063932A (en) 1991-11-12
GB2236484A (en) 1991-04-10
AU6326090A (en) 1991-04-26
JPH03133467A (ja) 1991-06-06
IT9067751A0 (it) 1990-10-02
GB9311914D0 (en) 1993-07-28
FR2652505B1 (fr) 1995-08-04
DE4030642C2 (de) 1995-09-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL195035C (nl) Elektrode voor implantatie op of nabij het hart.
US5191901A (en) Controlled discharge defibrillation electrode
CA2064751C (en) Defibrillation electrode and method for employing gatling discharge defibrillation
US5111812A (en) Defilbrillation electrode having smooth current distribution
US5271417A (en) Defibrillation electrode having smooth current distribution
AU613481B2 (en) Cardiac defibrillation/cardioversion spiral patch electrode
US5265623A (en) Optimized field defibrillation catheter
US4825871A (en) Defibrillating or cardioverting electric shock system including electrodes
US5423865A (en) Electrode system for a defibrillator
US5641326A (en) Method and apparatus for independent atrial and ventricular defibrillation
US5431683A (en) Electrode system for a defibrillator
US5154182A (en) Drug or steroid releasing patch electrode for an implantable arrhythmia treatment system
US5509924A (en) Epicardial stimulation electrode with energy directing capability
US5050601A (en) Cardiac defibrillator electrode arrangement
US5662697A (en) Transvenous internal cardiac defibrillation apparatus having lead and electrode providing even distribution of electrical charge
EP0428279B1 (en) Braid electrode leads and catheters for using the same
US5257634A (en) Low impedence defibrillation catheter electrode
US9730595B2 (en) Detection/stimulation microlead implantable in a vessel of the venous, arterial or lymphatic network
NL8602828A (nl) Werkwijze en inrichting voor cardioversie, waarbij gebruik wordt gemaakt van catheter- en oppervlakte-elektroden.
NL8120182A (nl) Werkwijze en inrichting voor het implanteren van een hartelektrode.
EP1761300A1 (en) Implantable cardioversion and defibrillation system including intramural myocardial electrode
US5263977A (en) Electrode spacing device

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20080501