NL194656C - Steekverbinding. - Google Patents

Description

1 194656

Steekverblnding

De uitvinding heeft betrekking op een steekverbinding voor het aansluiten van een op een basisplaat met bedrukte bedrading aangebrachte elektronische schakeling, bestaande uit een insteekdeel met daarop 5 aangebrachte contactorganen, welke samenwerken met in een voor het inschuivend opnemen van het insteekdeel bestemde behuizing aanwezige tegencontactorganen, waarbij de tegencontactorganen gevormd zijn op of in de basisplaat en overbrugd worden door de naar de zijde van de basisplaat toe open behuizing, zodanig, dat met het invoeren van het insteekdeel in de behuizing de samenwerkende contactorganen op elkaar worden aangesloten.

10 Een dergelijke steekverbinding is bekend uit het Duitse ’’Auslegeschrift” 1.143.559.

Bij de wijze van aansluiten van deze bekende steekverbinding op een basisplaat moet de basisplaat zijn voorzien van een uitsparing, in welke uitsparing een deel van de behuizing wordt ingeschoven. Door het aanwezig zijn van deze uitsparing is het noodzakelijk om voor het vervaardigen van de basisplaat uit plaatmateriaal, zoals pertinaxplaten, glasepoxyharsplaten en dergelijke deze uitsparing uit te zagen of uit te 15 frezen, hetgeen betrekkelijk omslachtig en kostbaar is in vergelijking met de vervaardiging van een basisplaat, die eenvoudig rechthoekig is, en die door krassen en vervolgens afbreken uit plaatmateriaal kan worden verkregen.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van de bekende steekverbinding te ondervangen.

De steekverbinding volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat deze is uitgevoerd met een 20 op de basisplaat opgeschoven dubbele behuizing, waarbij de beide behuizingsdelen zich tegenover elkaar aan weerszijden van de basisplaat bevinden en elk in of op de basisplaat gevormde tegencontactorganen overbruggen, en samenwerken met in de behuizingsdelen in te voeren insteekdelen.

Bij de steekverbinding volgens de uitvinding is er dus sprake van een dubbele steekverbinding met het voordeel dat deze op een zeer eenvoudige wijze op de basisplaat kan worden opgeschoven, zoals dit nog 25 nader zal worden toegelicht.

Bij een verdere uitwerking van de steekverbinding volgens de uitvinding is de behuizing voorzien van ten minste een elastisch uitsteeksel, dat ter bevestiging van de behuizing op de basisplaat is ingesnapt in een in de basisplaat aangebrachte opening of boring.

De behuizing voor de steekverbinding volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door twee gootvormige 30 geleidingen met een U-vormige doorsnede, waarin de insteekdelen in langsrichting kunnen worden ingeschoven, en welke geleiding aan de open zijde is voorzien van middelen ter bevestiging van de geleiding op een basisplaat, en welke dan de open zijde van de behuizing afsluit.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van deze behuizing voor de steekverbinding volgens de uitvinding worden de twee gootvormige geleidingen onder vorming van sleuven in de zijwanden met de open zijden 35 naar elkaar toe gericht tot een eenheid met elkaar verbonden, zodanig, dat de behuizing op een basisplaat kan worden opgeschoven, en waarbij de gootvormige geleidingen zich elk aan een zijde van de basisplaat bevinden, en elk bestemd zijn voor het opnemen van een insteekdeel.

Bij een gunstige uitvoeringsvorm van de steekverbinding is de behuizing voorzien van een aanslag, welke het op een basisplaat opschuiven begrenst.

40 Deze aanslag kan zijn gevormd door de naar de invoerzijde toe gerichte einden van de sleuven in de zijwanden.

Voor de juiste aansluiting van de contacten en de tegencontacten van de uitgevonden steekverbinding is het noodzakelijk, dat het insteekdeel slechts op een wijze in de behuizing kan worden ingevoerd.

Daartoe zijn volgens een kenmerk van de steekverbinding volgens de uitvinding het insteekdeel en de 45 behuizing voorzien van ten minste een sleutelrug of -nok, en een daarmede samenwerkende sleutelsleuf, en welke het juist in de behuizing inschuiven van het insteekdeel verzekeren.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 is een vooraanzicht, zoals gezien vanaf de invoerzijde van de behuizing.

50 Figuur 2 is een zijaanzicht van de behuizing volgens figuur 1.

Figuur 3 is een doorsnede over de lijn a-a van figuur 1.

Figuur 4 is dezelfde doorsnede als die volgens figuur 3 echter met een ingevoerd insteekdeel (plug) in het bovenste gedeelte van de behuizing, en een zich voor de invoeropening van het onderste gedeelte van de behuizing bevindend insteekdeel.

Zoals in de tekening is weergegeven, is de dubbele behuizing opgebouwd uit twee gootvormige geleidingen 1a en 1b, welke met de open zijden naar elkaar toegericht op elkaar zijn aangesloten onder vorming van 55

Claims (6)

194656 2 sleuven 2, waardoor de behuizing op een basisplaat (printplaat) 3 is opgeschoven. Aan de achterzijde is de behuizing voorzien van uitsteeksels 4 welke in een boring 5 in de basisplaat veerkrachtig zijn ingesnapt, en waardoor de behuizing op de basisplaat is vastgezet. Zoals in figuur 4 is weergegeven, is in het bovenste behuizingsdeel 1a een samenwerkend insteekdeel 6 5 ingeschoven, terwijl een tweede insteekdeel 11 zich voor de invoeropening van het onderste behuizingsdeel 1b bevindt. Het insteekdeel 6 is aan de onderzijde voorzien van verende contactorganen 7, en het insteekdeel 11 is aan de bovenzijde voorzien van verende contactorganen 12, en die bij het in de behuizing inschuiven in aansluiting zijn gekomen, resp. komen met op de basisplaat 3 aangebrachte tegencontactorganen 8. 10 Zoals meer in figuur 2 tot uitdrukking komt, lopen de sleuven 2 niet geheel door tot de voorzijde van de behuizing, en vormen aldus aan de vooruiteinden een aanslag voor de basisplaat 3. Zoals verder in figuur 1 en figuur 3 is weergegeven, zijn in de behuizing sleutelruggen 9 gevormd, die samenwerken met in het insteekdeel aangebrachte sleutelsleuven 10, welke de juiste invoer van het insteekdeel in de behuizing, en daarmede de juiste aansluiting van de contactorganen met elkaar verzeke-15 ren.

1. Steekverbinding voor het aansluiten van een op een basisplaat met bedrukte bedrading aangebrachte elektronische schakeling, bestaande uit een insteekdeel met daarop aangebrachte contactorganen, welke samenwerken met in een voor het inschuivend opnemen van het insteekdeel bestemde behuizing aanwezige tegencontactorganen, waarbij de tegencontactorganen gevormd zijn op of in de basisplaat en overbrugd worden door de naar de zijde van de basisplaat toe open behuizing, zodanig, dat met het 25 invoeren van het insteekdeel in de behuizing de samenwerkende contactorganen op elkaar worden aangesloten, met het kenmerk, dat deze is uitgevoerd met een op de basisplaat opgeschoven dubbele behuizing, waarbij de beide behuizingsdelen zich tegenover elkaar aan weerszijden van de basisplaat bevinden en elk in of op de basisplaat gevormde tegencontactorganen overbruggen, en samenwerken met in de behuizingsdelen in te voeren insteekdelen.

2. Steekverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de behuizing voorzien is van uitsteeksels, die ter bevestiging van de behuizing op de basisplaat zijn ingesnapt in in de basisplaat aangebrachte openingen of boringen.

3. Behuizing voor de steekverbinding volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door twee gootvormige geleidingen met een U-vormige doorsnede, waarin de insteekdelen in langsrichting kunnen worden 35 ingeschoven, en welke geleiding aan de open zijde is voorzien van middelen ter bevestiging van de geleiding op een basisplaat, en welke dan de open zijde van de behuizing afsluit.

4. Behuizing voor de steekverbinding volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de beide gootvormige geleidingen onder insluiting van sleuven met de open zijden naar elkaar toe gericht tot een eenheid met elkaar zijn verbonden, zodanig, dat de behuizing met de sleuven op een basisplaat kan worden opgescho- 40 ven, en waarbij dan de gootvormige geleidingen zich elk aan een zijde van de basisplaat bevinden en bestemd zijn voor het opnemen van een insteekdeel.

5. Behuizing volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat deze voorzien is van een aanslag, welke het op een basisplaat opschuiven begrenst.

6. Steekverbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het insteekdeel en de 45 behuizing zijn voorzien van ten minste een rug of nok en een daarmede samenwerkende sleuf, en welke het in de behuizing inschuiven van het insteekdeel tot op slechts een enkele wijze beperken. Hierbij 1 blad tekening