NL194542C - Mirror adjustment device with mirror position detector. - Google Patents
Mirror adjustment device with mirror position detector. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194542C NL194542C NL9200412A NL9200412A NL194542C NL 194542 C NL194542 C NL 194542C NL 9200412 A NL9200412 A NL 9200412A NL 9200412 A NL9200412 A NL 9200412A NL 194542 C NL194542 C NL 194542C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rod
- mirror
- adjustment device
- coupling member
- runner
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G05—CONTROLLING; REGULATING
- G05D—SYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
- G05D3/00—Control of position or direction
- G05D3/12—Control of position or direction using feedback
- G05D3/14—Control of position or direction using feedback using an analogue comparing device
- G05D3/1472—Control of position or direction using feedback using an analogue comparing device with potentiometer
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60R—VEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B60R1/00—Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
- B60R1/02—Rear-view mirror arrangements
- B60R1/06—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
- B60R1/062—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
- B60R1/07—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
- B60R1/072—Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for adjusting the mirror relative to its housing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
Description
1 1945421 194542
Spiegelverstelinrichtlng met spiegelstanddetectorMirror adjustment device with mirror position detector
De uitvinding heeft betrekking op een spiegelverstelinrichting met spiegelstanddetector, voorzien van een zwenkbaar draagorgaan voor de Spiegel en een voor bevestiging aan het spiegelhuis dienende basis, van 5 een hiertussen werkzame elektrische actuator en van althans één hiertussen werkzame detector, welke detector voor het detecteren van een stand van het spiegeldraagorgaan en het genereren van een signaal dat representatief is voor die gedetecteerde stand is uitgerust en welke detector een draaipottentiometer omvat met ten minste één ten opzichte van de basis gefixeerde weerstandsbaan met de vorm van een cirkelgedeelte en een over die weerstandsbaan verplaatsbare loper.The invention relates to a mirror adjustment device with a mirror position detector, provided with a pivotable support member for the Mirror and a base serving for attachment to the mirror housing, of an electric actuator operating between them and of at least one detector operating between them, which detector for detecting a position of the mirror support and the generation of a signal representative of that detected position and which detector comprises a rotary potentiometer with at least one resistance track with a circular portion fixed relative to the base and a runner movable over said resistance track.
10 Een dergelijke spiegelverstelinrichting met spiegelstanddetector is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8401149. Een achteruitkijkspiegel van een voertuig is hiermee eenvoudig op de persoonlijke voorkeur in te stellen, wat in het bijzonder speelt wanneer meerdere chauffeurs afwisselend gebruik maken van het voertuig, waarbij het dan mogeiijk is de spiegels te voorzien van een geheugen.Such a mirror adjustment device with mirror position detector is known from Dutch patent application 8401149. A rear-view mirror of a vehicle can hereby be adjusted simply to personal preference, which is particularly important when several drivers make alternate use of the vehicle, in which case it is then possible provide the mirrors with a memory.
De draaipotentiometer is bij de bekende spiegelverstelinrichting concentrisch om de as van de elektrische 15 actuator aangebracht, met gevolg dat de positie van het door de elektrische actuator aangedreven instelorgaan slechts indirect wordt bepaald en speling in de overbrenging van de elektrische actuator op het instelorgaan tot mogelijke fouten in de gedetecteerde positie van het instelorgaan kan leiden.In the known mirror adjustment device, the rotary potentiometer is arranged concentrically about the axis of the electric actuator, with the result that the position of the actuator driven by the electric actuator is only indirectly determined and play in the transmission of the electric actuator to the actuator to possible errors into the detected position of the adjusting member.
Het is een doel van de uitvinding een spiegelverstelinrichting van de bovengenoemde soort te verschaffen, waarbij een directe bepaling van de positie van het draagorgaan mogeiijk wordt.It is an object of the invention to provide a mirror adjustment device of the above-mentioned type, wherein a direct determination of the position of the support member becomes possible.
20 Daartoe heeft een spiegelverstelinrichting van de bovengenoemde soort volgens de uitvinding het kenmerk, dat aan het spiegeldraagorgaan een staaf is bevestigd met ten minste één schroefgang, waarmee de staaf via een overbrenging in verbinding staat met de loper.To that end, a mirror adjustment device of the above-mentioned type according to the invention is characterized in that a rod is attached to the mirror support member with at least one screw thread, with which the rod is connected to the runner via a transmission.
In een eerste uitvoeringsvorm heeft de staaf althans een uitwendige schroefvormige gang en steekt door een de loper dragende draaibare schijf, waarvan de doorgang is aangepast aan de dwarsdoorsnede van de 25 staaf. In deze uitvoeringsvorm hoeft de staaf geen deel uit te maken van de elektrische actuator en kan daardoor een eenvoudige constructie hebben; de staaf kan daarbij bijvoorbeeld een getordeerde vorm met een veelhoekige doorsnede hebben. Te denken valt aan een vierkante doorsnede.In a first embodiment, the rod has at least an external screw-shaped passage and extends through a rotatable disk carrying the runner, the passage of which is adapted to the cross-section of the rod. In this embodiment the rod does not have to be part of the electric actuator and can therefore have a simple construction; the rod can for instance have a twisted shape with a polygonal cross-section. You can think of a square section.
In een tweede uitvoeringsvorm heeft de staaf een centrale holte met een inwendige schroefgang, waarin een uitsteeksel van een roteerbaar en onverschuifbaar koppelorgaan uitsteekt en de drager van de loper 30 buiten de staat onverdraaibaar is gekoppeld met het koppelorgaan. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de staaf deel kan uitmaken van de elektrische actuator en daartoe aan zijn buitenzijde eveneens kan zijn voorzien van een schroefdraad, waarop een door een elektromotor te roteren aandrijfmoer zit.In a second embodiment, the rod has a central cavity with an internal thread, in which a protrusion of a rotatable and non-slidable coupling member protrudes and the carrier of the runner 30 is non-rotatably coupled to the coupling member outside the state. This embodiment has the advantage that the rod can form part of the electric actuator and for this purpose can also be provided on its outside with a screw thread on which a drive nut rotatable by an electric motor is mounted.
In de genoemde tweede uitvoeringsvorm is het gunstig wanneer der staaf inwendig is voorzien van twee tegenover elkaar geplaatste schroefgangen, waarbij de dwars- en/of de diepte-afmetingen van deze gangen 35 verschillend zijn en het koppelorgaan hieraan aangepaste verschillende uitsteeksels heeft. Hierdoor wordt vermeden dat het koppelorgaan ongewild op verkeerde wijze in de staaf wordt gebracht.In the aforementioned second embodiment, it is advantageous if the rod is provided internally with two screw threads arranged opposite each other, the transverse and / or depth dimensions of these corridors being different and the coupling member having different protrusions adapted thereto. This prevents the coupling member from being accidentally introduced into the rod in the wrong way.
Omdat de staat bij een verdraaiing van het draagorgaan zich niet zuiver axiaal verplaatst, is het gunstig wanneer het koppelorgaan flexibel is uitgevoerd. Om in dat geval toch in voldoende mate torsiestijf te zijn, kan het koppelorgaan op voordelige wijze een kruisvormige doorsnede hebben.Since the state does not move purely axially with a rotation of the support member, it is favorable if the coupling member is of flexible design. In that case, in order to be sufficiently torsion-resistant in that case, the coupling member can advantageously have a cross-shaped cross-section.
40 De koppelmiddelen tussen het koppelorgaan en de ten minste ene schroefvormige gang kunnen voorts zodanig zijn uitgevoerd dat zij een kantelbeweging van het koppelorgaan om een as toelaten en dat het koppelorgaan ten opzichte van de drager van de loper verschuifbaar is in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan die as. Hierdoor wordt gecompenseerd voor het feit dat de staaf bij verdraaiing van het draagorgaan niet een zuivere axiale verplaatsing uitvoert.The coupling means between the coupling member and the at least one helical passage can further be embodied such that they allow a tilting movement of the coupling member about an axis and that the coupling member is slidable relative to the carrier of the runner in a direction substantially parallel to that axis. This compensates for the fact that the bar does not perform a pure axial displacement when the support member is rotated.
4545
De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden verduidelijkt door beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de tekening, waarin figuur 1 schematisch een voorbeeld toont van een bekende spiegelverstelinrichting; figuren 2A en B meer gedetailleerd een uitvoeringsvorm toont van een spiegelverstelinrichting volgens de 50 uitvinding; figuren 3A en B op grotere schaal de belangrijkste onderdelen van de in figuren 2 A en B getoonde uitvoeringsvorm in uiteengenomen toestand toont; figuren 4A-C een modificatie illustreert; en figuren 5A-B schematisch een voordeel van de spiegelverstelinrichting volgens de uitvinding illustreert.The invention will be further elucidated hereinbelow by describing a preferred embodiment of the device according to the invention, with reference to the drawing, in which Figure 1 schematically shows an example of a known mirror adjustment device; figures 2A and B show in more detail an embodiment of a mirror adjustment device according to the invention; figures 3A and B show on an enlarged scale the most important parts of the embodiment shown in figures 2 A and B in exploded condition; Figures 4A-C illustrate a modification; and figures 5A-B schematically illustrate an advantage of the mirror adjustment device according to the invention.
In figuur 1 is schematisch een spiegelhuis 10 getoond, dat op op zich bekende wijze kan zijn ingericht om bevestigd te worden aan een niet weergegeven voertuig. In het spiegelhuis 10 is een basis 21 voor de 55 194542 2 spiegel en zijn verstelinrichting 20 gemonteerd. Met de basis 21 is scharnierbaar een draagorgaan 22 voor een spiegel 23 verbonden door middel van scharnierorganen 24, die onderling ten minste scharnierbaar zijn om een scharnieras 25 loodrecht op het vlak van tekening, terwijl in de praktijk de scharnierorganen 24 veelal scharnierbaar zijn om twee onderling loodrechte assen.Figure 1 schematically shows a mirror housing 10, which can be arranged in a manner known per se to be attached to a vehicle (not shown). A base 21 for the mirror and its adjusting device 20 are mounted in the mirror housing 10. To the base 21 is hingedly connected to a support member 22 for a mirror 23 by means of hinge members 24, which are mutually pivotable at least about a pivot axis 25 perpendicular to the plane of the drawing, while in practice the hinge members 24 are usually hinged about two mutually perpendicular axes.
5 Een schamierbeweging van het draagorgaan 22 ten opzichte van de basis 21 voor het instellen vein een scharnierstand van het draagorgaan 22 ten opzichte van de basis 21 kan worden uitgevoerd door middel van een scharnieractuator 40. De scharnieractuator 40 omvat een niet weergegeven motor die wordt bestuurd door een eveneens niet weergegeven stuurorgaan. Die motor is gekoppeld met een moerorgaan 41 dat draaibaar is gelegerd in een aan de basis 21 bevestigd moerhuis 42, welk moerorgaan 41 in de 10 richting van zijn rotatieas, dat wil zeggen de richting zoals aangeduid door de pijl F1, is opgesloten in het . moerhuis 42. Door het moerorgaan 41 reikt een staaf 43 met een bijpassende uitwendige schroefdraad, welke schroefstaaf 43 zodanig met het draagorgaan 22 gekoppeld is, dat deze geen bewegingsvrijheid heeft in rotatiezin om zijn lichaamsas. Wanneer nu het moerorgaan 41 door de motor wordt geroteerd, wordt de schroefstaaf 43 langs zijn lichaamsas verplaatst ten opzichte van de basis 21 om aldus het draagorgaan 22 15 te scharnieren.A pivotal movement of the support member 22 relative to the base 21 for adjusting a pivotal position of the support member 22 relative to the base 21 can be performed by means of a pivot actuator 40. The pivot actuator 40 comprises a motor (not shown) which is controlled by a control member, also not shown. Said motor is coupled to a nut member 41 rotatably mounted in a nut housing 42 attached to the base 21, said nut member 41 being locked in the direction of its axis of rotation, i.e. the direction indicated by the arrow F1. nut housing 42. A rod 43 with a matching external screw thread extends through the nut member 41, which screw rod 43 is coupled to the supporting member 22 in such a way that it has no freedom of movement in a sense of rotation about its axis of body. Now when the nut member 41 is rotated by the motor, the screw rod 43 is displaced along its body axis with respect to the base 21 so as to pivot the bearing member 22.
Een bekende detector 30 is aanwezig voor het detecteren van de scharnierstand van het draagorgaan 22 ten opzichte van de basis 21 en het genereren van een voor die gedetecteerde stand representatief elektrisch signaal. De detector 30 omvat een aan de basis 21 bevestigde lineaire potentiometer 31 met een lineaire weerstandsbaan 32 en een over die lineaire weerstandsbaan 32 verplaatsbare loper 33. De lineaire 20 weerstandsbaan 32 en de loper 33 zijn verbonden met aansluitcontacten 34, 35 om het genoemde elektrische signaal te verschaffen.A known detector 30 is present for detecting the hinged position of the support member 22 relative to the base 21 and for generating an electrical signal representative of that detected position. The detector 30 comprises a linear potentiometer 31 attached to the base 21 and having a linear resistance path 32 and a runner 33 movable over said linear resistance path 32. The linear resistance path 32 and the runner 33 are connected to connection contacts 34, 35 around said electrical signal to provide.
De loper 33 wordt door een veer 36 voorgespannen in de richting van de basis 21. Voorts werkt op de loper 33 de schroefstaaf 43. Wanneer het draagorgaan 22 in figuur 1 linksom wordt gescharnierd, drukt de schroefstaaf de loper 33 weg tegen de veerkracht van de veer 36 in om de lengte van het tussen de loper 25 33 en het aansluitcontact 34 gelegen deel van de weerstandsbaan 32 te vergroten. Wanneer het draagorgaan 22 in figuur 1 rechtsom wordt gescharnierd, wordt de loper 33 door de veerkracht van de veer 36 teruggetrokken om de lengte van het tussen de loper 33 en het aansluitcontact 34 gelegen deel van de weerstandsbaan 32 te verkleinen.The runner 33 is biased by a spring 36 in the direction of the base 21. Furthermore, the screw rod 43 acts on the runner 33. When the support member 22 in Figure 1 is pivoted to the left, the screw rod pushes the runner 33 away from the spring force of the spring 36 to increase the length of the part of the resistor track 32 located between the runner 33 and the terminal 34. When the support member 22 is pivoted clockwise in Figure 1, the runner 33 is retracted by the spring force of the spring 36 to reduce the length of the part of the resistor track 32 located between the runner 33 and the terminal 34.
Het bereik van de weerstandsbaan 32 waarover de loper 33 verplaatst wordt, is slechts gelijk aan de 30 maximale afstand D waarover het draagorgaan 22 op de afstand d van de scharnieras 25 verplaatst kan worden in de richting F1. Het is voor een nauwkeurige detectie van de stand van het draagorgaan 22 gewenst, dat het verplaatsingsbereik van de loper 33 zo groot mogelijk is.The range of the resistance path 32 over which the runner 33 is moved is only equal to the maximum distance D over which the support member 22 can be moved at the distance d from the pivot axis 25 in the direction F1. For an accurate detection of the position of the support member 22 it is desirable that the displacement range of the runner 33 is as large as possible.
Figuren 2A en B tonen schematisch op vergrote schaal een gedeelte van een volgens de uitvinding verbeterde constructie, waarbij gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden als in 35 figuur 1.Figures 2A and B schematically show, on an enlarged scale, a part of a construction improved according to the invention, wherein the same reference numerals indicate the same or comparable parts as in figure 1.
In de basis 21 is een moerorgaan 141 opgesteld, dat kan worden geroteerd door middel van een met een motor gekoppeld wormwiel 144. Het moerorgaan 141 is in aangrijping met een daardoorheen reikende een holle schroefstaaf 150 met een uitwendige schroefdraad. Het moerorgaan 141 heeft in de basis 121 geen bewegingsvrijheid in de lengterichting van de holle schroefstaaf 150, zodat het roteren van het 40 moerorgaan 141 een axiale verplaatsing van de holle schroefstaaf 150 en een gelijkgerichte schamierbeweging van het draagorgaan 22 tot gevolg heeft.Mounted in the base 21 is a nut member 141 which can be rotated by means of a worm gear 144 coupled to a motor. The nut member 141 engages a hollow screw rod 150 with an external screw thread extending therethrough. The nut member 141 has no freedom of movement in the longitudinal direction of the hollow screw rod 150 in the base 121, so that the rotation of the nut member 141 results in an axial displacement of the hollow screw rod 150 and a rectified hinge movement of the support member 22.
Op de basis 21 is een rotatie-potentiometer 160 bevestigd. De rotatie-potentiometer 160 heeft ten minste één cirkelvormige weerstandsbaan 161 en een daarover in rotatiezin verplaatsbare loper 162. Bij voorkeur, en zoals weergegeven in figuur 2, heeft de rotatie-potentiometer 160 twee concentrische cirkelvormige 45 weerstandsbanen 161,161', en is de loper 162 voor beide weerstandsbanen 161, 161' gemeenschappelijk. De weerstandsbanen 161,161' die bij hun uiteinden zijn verbonden met ter wille van de eenvoud niet weergegeven aansluitcontacten, worden door de loper 162 elektrisch met elkaar verbonden, zodat de weerstand tussen genoemde aansluitcontacten een maat is voor de rotatie-positie van de loper 162.A rotation potentiometer 160 is mounted on the base 21. The rotation potentiometer 160 has at least one circular resistance path 161 and a runner 162 rotatable thereon. Preferably, and as shown in Figure 2, the rotation potentiometer 160 has two concentric circular resistance paths 161, 161 ', and the runner 162. common to both resistance paths 161, 161 '. The resistor paths 161, 161 'connected at their ends to terminal contacts not shown for the sake of simplicity are electrically connected to each other by the runner 162 so that the resistance between said terminal contacts is a measure of the rotational position of the runner 162.
De loper 162 is gemonteerd op een schijf 163 die is voorzien van een centrale uitsparing 164, en die via 50 een koppelorgaan 170 is gekoppeld met een schroefgang 151 in de holle schroefstaaf 150. Het koppel-orgaan 170 heeft in de geïllustreerde uitvoeringsvorm een langwerpige vorm, en heeft bij zijn ene uiteinde 171 een zijdelings uitsteeksel 172 voor aangrijping in de schroefgang 151 in de holle schroefstaaf 150. Bij voorkeur heeft de holle schroefstaaf 150 twee symmetrisch tegenover elkaar geplaatste schroefgangen, en heeft het koppelorgaan 170 twee tegenover elkaar gelegen uitsteeksels 172, 172' voor respectieve 55 aangrijping op de beide schroefgangen, zodat een evenwichtige aangrijping van het koppelorgaan 170 op de holle schroefstaaf 150 wordt bereikt.The runner 162 is mounted on a disc 163 which is provided with a central recess 164, and which is coupled via a coupling member 170 to a screw thread 151 in the hollow screw rod 150. The coupling member 170 has an elongated shape in the illustrated embodiment and, at its one end 171, has a lateral protrusion 172 for engaging the screw thread 151 in the hollow screw rod 150. Preferably, the hollow screw rod 150 has two symmetrically opposite screw threads, and the coupling member 170 has two opposite protrusions 172, 172 'for respective engagement with the two screw threads, so that a balanced engagement of the coupling member 170 with the hollow screw rod 150 is achieved.
Wanneer de dwars- en/of de diepte-afmetingen van de twee schroefgangen verschillend zijn, en de twee 3 194542 uitsteeksels 172,172' corresponderend verschillende afmetingen hebben, zoals geïllustreerd in figuren 4A-C, wordt vermeden dat het koppelorgaan 170 ongewild op een verkeerde wijze in de holle schroefstaaf 150 wordt ingebracht.When the transverse and / or depth dimensions of the two screw threads are different, and the two protuberances 172,172 'have correspondingly different dimensions, as illustrated in Figures 4A-C, the coupling member 170 is inadvertently prevented from being incorrectly is inserted into the hollow screw bar 150.
Bij zijn andere uiteinde 173 is het koppelorgaan 170 in aangrijping met de schijf 163, bij voorkeur door 5 twee tegenover elkaar gelegen uitsteeksels 174,174' die passen in respectieve tegenover elkaar gelegen uitsparingen 165 in de schijf 163.At its other end 173, the coupling member 170 is engaged with the disc 163, preferably through two opposed projections 174, 174 'that fit into respective opposed recesses 165 in the disc 163.
Over de rotatie-potentiometer 160 is een deksel 166 aangebracht dat door middel van een klik-bevestiging 167 is bevestigd aan de basis 21. Het deksel 166 dient enerzijds om het binnendringen van stof en dergelijke tegen te gaan, en anderzijds om een begrenzing te vormen van de axiale bewegingsvrijheid 10 van het koppelorgaan 170, dat daartoe in de gemonteerde toestand met zijn tweede uiteinde 173 steunt tegen het deksel 166, zoals in figuur 2 is weergegeven. Teneinde de wrijving van het koppelorgaan 170 ten opzichte van het deksel 166 te beperken, is het koppelorgaan 170 bij zijn tweede uiteinde 173 bij voorkeur afgerond. De axiale bewegingsvrijheid van het koppelorgaan 170 is in de andere richting beperkt door de met de loper 162 op de weerstandsbaan 161 rustende schijf 163.A cover 166 is fitted over the rotation potentiometer 160, which cover is attached to the base 21 by means of a snap fastening 167. The cover 166 serves on the one hand to prevent the penetration of dust and the like, and on the other hand to form a boundary of the axial freedom of movement 10 of the coupling member 170, which for this purpose, in the mounted state, rests with its second end 173 against the cover 166, as shown in Figure 2. In order to limit the friction of the coupling member 170 with respect to the cover 166, the coupling member 170 is preferably rounded at its second end 173. The axial freedom of movement of the coupling member 170 is limited in the other direction by the disk 163 resting on the resistance track 161 with the runner 162.
15 Wanneer door rotatie van het moerorgaan 141 de schroefstaaf 150 wordt verplaatst om het draagorgaan 22 te scharnieren, wordt de axiale verplaatsing van de schroefstaaf 150 omgezet in een rotatie-verplaatsing van het koppelorgaan 170, dat immers geen axiale verplaatsingsvrijheid heeft, waarbij de verhouding van rotatiehoek van het koppelorgaan 170 ten opzichte van de axiale verplaatsingsafstand van de schroefstaaf 150 is gedefinieerd door de spoed van de schroefgang 151. Deze spoed is bij voorkeur zodanig gekozen, 20 dat de maximale axiale verplaatsingsafstand D van de schroefstaaf 150 zoals corresponderend met de maximale scharnierverplaatsing van het draagorgaan 22 in hoofdzaak overeenkomt met het rotatiebereik van de loper 162.When the screw rod 150 is moved by rotation of the nut member 141 to pivot the bearing member 22, the axial displacement of the screw rod 150 is converted into a rotational displacement of the coupling member 170, which after all has no axial freedom of movement, the ratio of The angle of rotation of the coupling member 170 relative to the axial displacement distance of the screw rod 150 is defined by the pitch of the threaded rod 151. This pitch is preferably selected such that the maximum axial displacement distance D of the threaded rod 150 as corresponding to the maximum pivot displacement of the support member 22 substantially corresponds to the rotation range of the runner 162.
Opgemerkt wordt, dat ook een handmatige verstelling van het draagorgaan 22 ten opzichte van de basis 21, zonder dat het wormwiel 144 door de motor wordt aangedreven, gedetecteerd wordt door de detector 25 130 volgens de uitvinding: het moerorgaan 141 is met de schroefstaal 150 in aangrijping via een stelsel van verende vingers 142, zodat het moerorgaan 141 over de schroefstaaf 150 kan ’’slippen”, zoals op zich bekend.It is noted that also a manual adjustment of the support member 22 relative to the base 21, without the worm gear 144 being driven by the motor, is detected by the detector 130 according to the invention: the nut member 141 is in contact with the screw steel 150 engagement via a system of resilient fingers 142, so that the nut member 141 can "slip" over the screw rod 150, as is known per se.
In de praktijk kan de maximale axiale verplaatsingsafstand D van de schroefstaaf 150 zoals corresponderend met de maximale scharnierverplaatsing van het draagorgaan 22 gelijk zijn aan ongeveer 15 mm, terwijl 30 de gemiddelde diameter van de weerstandsbanen 161, 161' ongeveer 20 mm en het rotatiebereik van de loper 162 ongeveer 300° kan bedragen. In dat geval is het detectiebereik van de weerstandsbanen 161, 161' ongeveer 52 mm, terwijl dat bij de beschreven bekende detector 15 mm bedraagt. De detector 130 die 52/15 keer zo nauwkeurig is als de bekende detector 30.In practice, the maximum axial displacement distance D of the screw rod 150 as corresponding to the maximum pivotal displacement of the support member 22 can be approximately 15 mm, while the average diameter of the resistance paths 161, 161 'is approximately 20 mm and the range of rotation of the runner 162 can be approximately 300 °. In that case the detection range of the resistive paths 161, 161 'is approximately 52 mm, while in the known detector described this is 15 mm. The detector 130 which is 52/15 times as accurate as the known detector 30.
Bij voorkeur zijn de uitsteeksels 172, 172' ten opzichte van de uitsteeksels 174, 174' verplaatst over 90°, 35 zodat het koppelorgaan 170 een cardanwerking heeft.Preferably, the projections 172, 172 'are offset by 90 ° relative to the projections 174, 174' so that the coupling member 170 has a gimbal action.
Figuren 5A en B tonen een vooraanzicht van de basis 21. Zoals in figuur 5A geschetst, moet voor de inrichting van figuur 1 de basis 21 een grondoppervlak hebben dat groot genoeg is om daarop voor elke scharnierrichting een motor M, een scharnieractuator 40, en een detector 30 te plaatsen.Figures 5A and B show a front view of the base 21. As outlined in Figure 5A, for the device of Figure 1, the base 21 must have a ground surface large enough to accommodate a motor M, a hinge actuator 40, and a hinge actuator 40 for each hinge direction. detector 30.
Aangezien bij de inrichting volgens de figuren 2A en B de detectoren 130 zijn aangebracht op de twee 40 schamieractuators 140, kan het benodigde grondoppervlak van de basis 21 relatief klein zijn verminderd, zoals geïllustreerd in figuur 5B.Since in the device according to Figs. 2A and B the detectors 130 are arranged on the two 40 rotary actuators 140, the required ground surface area of the base 21 may be reduced relatively small, as illustrated in Fig. 5B.
Het is mogelijk de schroefgang 151 in de holle schroefstaaf 150 te vormen als een opliggende schroefgang, waarbij dan de uitsteeksels 172 van het koppelorgaan 170 zijn vervangen door corresponderende gleuven. Aan de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm, waarbij de schroefgang is gevormd als een in de 45 wand van de staaf verdiept gedeelte, wordt echter de voorkeur gegeven. In het bijzonder wanneer de uitsteeksels 172,172' van het koppelorgaan 170 een cirkelvormige doorsnede hebben, kan het koppelorgaan 170 een kantelbeweging uitvoeren om een door de uitsteeksels 172, 172' reikende as. Hierdoor wordt gecompenseerd voor het feit dat bij een schamierbeweging van het draagorgaan 22 de schroefstaaf 150 niet een zuiver axiale verplaatsing uitvoert. Een kantelbeweging om een loodrecht op genoemde as 50 staande as is mogelijk wanneer het koppelorgaan 170 verschuifbaar is gelegerd in de schijf 163, zoals meer gedetailleerd is geïllustreerd in figuren 4A-C. Het koppelorgaan 170 kan ook flexibel zijn uitgevoerd om zich aan te kunnen passen aan de niet zuiver axiale verplaatsing van de staaf 150. Om in dat geval toch in voldoende mate torsiestijf te zijn, kan het koppelorgaan 170 voordeligerwijze een kruisvormige doorsnede hebben.It is possible to form the screw thread 151 in the hollow screw rod 150 as an upright screw thread, the protrusions 172 of the coupling member 170 then being replaced by corresponding slots. However, the embodiment shown in Figure 2, in which the screw thread is formed as a part sunk into the wall of the rod, is preferred. In particular, when the protrusions 172, 172 'of the coupling member 170 have a circular cross-section, the coupling member 170 can perform a tilting movement about an axis extending through the protrusions 172, 172'. This compensates for the fact that with a pivotal movement of the support member 22 the screw rod 150 does not perform a purely axial displacement. A tilting movement about an axis perpendicular to said axis 50 is possible when the coupling member 170 is slidably mounted in the disk 163, as is illustrated in more detail in Figures 4A-C. The coupling member 170 can also be of flexible design in order to be able to adapt to the not purely axial displacement of the rod 150. In that case, to be sufficiently torsion-resistant in that case, the coupling member 170 can advantageously have a cross-shaped cross-section.
55 Evenzo is een andere wijze van koppelen mogelijk tussen het koppelorgaan 170 en de schijf 163, en kan het koppelorgaan 170 zelfs met de schijf 163 als een geheel zijn gemaakt.Similarly, another way of coupling is possible between the coupling member 170 and the disc 163, and the coupling member 170 may even be made integrally with the disc 163.
Voorts hoeft de bedieningsstaaf voor de schijf 163 geen deel uit te maken van de scharnieractuator 140,Furthermore, the operating rod for the disk 163 does not have to be part of the hinge actuator 140,
Claims (9)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL9200412A NL194542C (en) | 1992-03-05 | 1992-03-05 | Mirror adjustment device with mirror position detector. |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL9200412 | 1992-03-05 | ||
| NL9200412A NL194542C (en) | 1992-03-05 | 1992-03-05 | Mirror adjustment device with mirror position detector. |
Publications (3)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL9200412A NL9200412A (en) | 1993-05-03 |
| NL194542B NL194542B (en) | 2002-03-01 |
| NL194542C true NL194542C (en) | 2002-07-02 |
Family
ID=19860522
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL9200412A NL194542C (en) | 1992-03-05 | 1992-03-05 | Mirror adjustment device with mirror position detector. |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL194542C (en) |
Families Citing this family (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE29511817U1 (en) * | 1995-07-21 | 1996-11-14 | Robert Bosch Gmbh, 70469 Stuttgart | Device for adjusting a motor vehicle mirror |
| JP3343206B2 (en) * | 1997-08-07 | 2002-11-11 | 株式会社東海理化電機製作所 | Automotive mirror assembly |
| DE29923786U1 (en) | 1999-07-21 | 2001-04-19 | Magna Auteca Zweigniederlassun | Drive device for an adjustable rearview mirror with a self-calibrating potentiometer |
| DE19951077C1 (en) | 1999-10-23 | 2001-05-10 | Buhler Motor Gmbh | Actuator for adjusting an actuator in at least two degrees of freedom |
Family Cites Families (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| JPS59230839A (en) * | 1983-06-14 | 1984-12-25 | Matsuyama Seisakusho:Kk | Angle detector for motor-driven rear-view mirror |
| NL192126C (en) * | 1984-04-11 | 1997-02-04 | Iku Holding Montfoort Bv | Adjustment device with slip protection against overload. |
| IT1208243B (en) * | 1987-02-11 | 1989-06-12 | Nardino Righi | REARVIEW MIRROR FOR VEHICLES |
-
1992
- 1992-03-05 NL NL9200412A patent/NL194542C/en not_active IP Right Cessation
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| NL9200412A (en) | 1993-05-03 |
| NL194542B (en) | 2002-03-01 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| KR100506512B1 (en) | Mirror position detection device | |
| US5467230A (en) | Dual pivoted member mount for mirror | |
| AU710167B2 (en) | Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism | |
| KR860008485A (en) | Position automatic adjustment system to remotely control rearview mirror | |
| US4948242A (en) | Vehicle rearview mirror assembly | |
| NL8201524A (en) | CONTROL KNOB. | |
| NL194542C (en) | Mirror adjustment device with mirror position detector. | |
| US20050225886A1 (en) | Mirror angle transducer and mirror tilting mechanism | |
| KR880013736A (en) | Directional Control Device for Vehicle Rearview Mirror | |
| US4306124A (en) | Position memory device | |
| KR100474952B1 (en) | Mirror assembly with friction drive | |
| GB2283080A (en) | Computer input mouse. | |
| WO1998026956A9 (en) | Mirror assembly with friction drive | |
| JPH06333461A (en) | Lever assembly | |
| JPH1047952A (en) | Angle-of-rotation detector | |
| JP3658981B2 (en) | Electric mirror device for vehicle | |
| JP3305584B2 (en) | Rotation angle detector | |
| JP3105510U (en) | Car control device | |
| MXPA98009498A (en) | Pivot operator electrically operable, and wing mirror that has a pivoting mechanism electrically opera | |
| GB2413375A (en) | Direction and speed control device for a motor vehicle with magnets movable on either side of a sensor | |
| JP2003034185A (en) | Vehicular rear-view mirror for interlocking reverse operation | |
| JPS637979B2 (en) | ||
| JP2006096124A (en) | Mirror and angle detecting device | |
| JPH1030909A (en) | Rotary angle detector | |
| JPH0137311Y2 (en) |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| A1B | A search report has been drawn up | ||
| BC | A request for examination has been filed | ||
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20091001 |