NL194492C

NL194492C - Samenstel van een stapel van platte buigzame producten, zoals zakken of vellen en van een afgifte-inrichting hiervoor, alsmede afgifte-inrichting.

Info

Publication number: NL194492C
Application number: NL9301344A
Authority: NL
Inventors: Martin Dominic Smithson
Original assignee: Cascade Dispensers Ltd
Priority date: 1992-08-03
Filing date: 1993-08-02
Publication date: 2002-06-04
Also published as: US5405021A; NL194492B; GB9216469D0; DE4325717A1; BE1008203A4; DE4325717C2; NL9301344A

Description

1 194492

Samenstel van een stapel van platte buigzame producten, zoals zakken of vellen en van een afgifte-inrichting hiervoor, alsmede afgifte-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een stapel van platte buigzame producten, zoals zakken of vellen van een 5 afgifte-inrichting voor het zodanig opnemen en vasthouden van de stapel producten, dat de producten een voor een zijn los te trekken, welke afgifte-inrichting een door een gestel gedragen ondersteuningsorgaan voor de stapel producten omvat alsmede grijpmiddelen voor het nabij het ene einde vasthouden van de producten van de stapel, waarbij in de afgiftetoestand de stapel door het ondersteuningsorgaan ondersteunde en door de grijpmiddelen vastgehouden producten bochtvormig over een hoek groter dan 90° is 10 omgeslagen.

Een dergelijk samenstel is bekend uit de Britse octrooiaanvrage GB-A-2.215.306. Bij dit bekende samenstel worden in de afgifte-inrichting de omhoog hellende uiteinden van de producten van een stapel door de aan het gestel aangebrachte grijpmiddelen vastgehouden. De in de afgiftestand horizontale ondersteuning maakt een scherpe hoek met de onderrand van het gestel. De stapel producten loopt vanaf 15 de grijpmiddelen over het gestel omlaag en vandaar over een bocht groter dan 90° tot op de bakvormige horizontale ondersteuning door bodemgaten waarvan steeds het onderste product van de stapel is los te trekken. Dit is onhandig. Anderzijds belemmeren de op het onderste product rustende verdere producten van de stapel het lostrekken. Indien men te weinig kracht uitoefent, zal het lostrekken van een product niet lukken, terwijl er, indien men een te grote kracht uitoefent op een los te trekken product, het gevaar bestaat, 20 dat als gevolg van de frictie tussen de producten, meer producten tegelijkertijd worden losgetrokken.

Met de uitvinding wordt beoogd een samenstel van bovengenoemde soort zo te verbeteren, dat de bovengeschetste nadelen van het bekende samenstel kunnen worden vermeden en zonder grote krachtsinspanning op eenvoudige wijze de producten één voor één uit het samenstel te verwijderen zijn.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat het ondersteuningsorgaan wordt gevormd door een 25 ankerplaat, waarvan althans de ene eindrand vrij ligt en de grijpmiddelen aan één van de plaatoppervlakken zitten, nabij de tegenover die ene eindrand gelegen andere eindrand, welke ankerplaat zodanig in het gestel wordt gedragen, dat in de afgiftetoestand de stapel van producten vanaf de grijpmiddelen langs het deze dragende plaatoppervlak over de ene eindrand heen en van hieraf in tegengestelde richting verloopt, waarbij het andere uiteinde van de stapel van producten vrij hangt.

30 Met dit samenstel volgens de uitvinding is op eenvoudige wijze te verkrijgen, dat de producten in de stapel bij de andere uiteinden van de producten uitwaaieren in een richting loodrecht op de begrenzings-randen van de andere uiteinden, waarbij deze andere uiteinden van de producten op afstand van elkaar zullen zijn gelegen. Zodoende is het andere uiteinde van een uit de stapel te verwijderen product gemakkelijk en stevig aan te grijpen en uit de stapel te verwijderen, zonder dat daarbij het gevaar bestaat, dat 35 tegelijk verdere producten worden losgetrokken, omdat het steeds om het buitenste niet door andere producten belaste product gaat.

In de praktijk is gebleken dat het op boven aangegeven wijze uitwaaieren van producten zowel bij zakken, d.w.z. een combinatie van twee met elkaar verbonden vellen, als bij enkele, los van elkaar staande, vellen optreedt, zodat het samenstel zowel te benutten is met stapels zakken als met stapels vellen.

40 Opgemerkt wordt, dat uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.131.245 een samenstel bekend is uit een stapel producten en een ondersteuningsorgaan. De stapel producten wordt ondersteund door een horizontaal opgestelde steunplaat van het ondersteuningsorgaan, zodanig, dat niet vastgeklemde uiteinden van de producten in de stapel over een rand van de steunplaat hangen. Horizontale ondersteuning dient plaats te vinden over ten minste 50% en bij voorkeur over ten minste 80% van de lengte van de producten. De stapel 45 producten is niet over een hoek groter dan 90° gebogen en vertoont geen uitwaaiereffect. Bovendien dient men, zoals aangegeven, om een product van de stapel te nemen, het buitenste product tussen duim en wijsvinger te nemen op eenzelfde wijze zoals hiervoor beschreven in het kader van de Britse octrooiaanvrage GB-A-2.215.306.

Verder is uit de Franse octrooiaanvrage 2.599.725 een samenstel bekend, bestaande uit een stapel 50 producten in de vorm van zakken met hengels en een ondersteuningselement. De zakken zijn daarbij zo op het plaatvormige ondersteuningselement geplaatst, dat de hengsels uitsteken en naar beneden zijn omgevouwen. Daarbij worden de zakken op het ondersteuningselement vastgehouden met behulp van een op het ondersteuningselement aangebrachte, en door in de zakken aangebrachte openingen stekende, vinger. Voor het uitnemen van een zak moet deze zak eerst worden gescheiden van de eronder liggende 55 overige zakken van de stapel en vervolgens worden gescheiden van de vingers, hetgeen een voor de gebruiker niet direct duidelijke en lastige handeling met zich meebrengt.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de 194492 2 ankerplaat opwaarts helt en vastzit aan het gestel en de grijpmiddelen aan het naar boven gerichte plaatoppervlak zitten, waarbij in de afgiftetoestand het andere uiteinde van de stapel van producten vrij van de bovenrand van de ankerplaat hangt.

Daardoor is een bijzonder eenvoudige constructie van de afgifte-inrichting bij het samenstel verkregen, 5 waarmee de andere uiteinden van de producten vrij vanaf de bovenrand van de ankerplaat in de ruimte kunnen uithangen en uitwaaieren in een richting loodrecht op de begrenzingsranden van de andere uiteinden, waarbij de andere uiteinden van de producten op afstand van elkaar zullen zijn gelegen.

De grijpmiddelen zijn gerieflijk aangebracht aan het bovenvlak van de ankerplaat (in het geval, waarin de plaat onder een hoek met de verticaal staat) en betrekkelijk dichtbij het punt, waarop de ankerplaat vanaf 10 het gestel uitsteekt. De bovenrand van de ankerplaat is geschikt gepositioneerd, zodat de vrije einden van de producten gemakkelijk toegankelijk zijn voor de gebruiker, bijvoorbeeld een winkelbediende of supermarktcaissière.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kennelijk bij het uitgevonden samenstel toe te passen afgifte-inrichting.

15

Voor een beter begrip van de uitvinding en om te laten zien hoe zij in de praktijk kan worden gebracht, zal nu bij wijze van voorbeeld worden verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 een aanzicht in perspectief van een afgifte-inrichting voor het beschikbaar stellen van vooraf gevormde zakken of vellen is; 20 figuur 2 een aanzicht in perspectief van een ankerplaat van de afgifte-inrichting van figuur 1 is; figuur 3 een zijaanzicht in doorsnede van de ankerplaat van figuur 2 is, dat laat zien hoe een stapel vooraf gevormde zakken of vellen daarop is gemonteerd; figuur 4 een zijaanzicht in doorsnede van de afgifte-inrichting is, die gevuld met de stapel vooraf gevormde zakken of vellen laat zien, waarbij de zakken of vellen gereed zijn om een voor een te worden 25 verwijderd; figuur 5 een aanzicht in perspectief van een alternatieve vorm van (a) ankerplaat (b) behuizing is, waarbij een deel van een zijde van de behuizing is opengewerkt voor betere illustratie van interne delen; en figuur 6 een aanzicht in perspectief van een andere afgifte-inrichting vóór het beschikbaar stellen van vooraf gevormde zakken of vellen is.

30

De afgifte-inrichting van figuur 1 heeft een rechthoekige behuizing 2, die een open mond 3 heeft. Deze behuizing is tegenover de mond 3 gesloten door een wand 4 die kan zijn voorzien van een (niet getoond) middel voor het monteren van de afgifte-inrichting, bijvoorbeeld aan een wand. Binnen de behuizing 2 is er de ankerplaat 5 (figuur 2).

35 Verwijzend naar figuur 2 heeft de ankerplaat 5 zijvleugels 6,6 die schuifbaar in ingrijping zijn met overeenkomstige zijwanden 7,7 van de behuizing 2 om de ankerplaat 5 schuifbaar vast te houden in de behuizing 2, waarbij de plaat 5 zich over de binnenruimte van de behuizing 2 uitstrekt. De zijvleugels 6,6 dienen eveneens voor de geleiding stapel zakken of vellen die zich over en rond de ankerplaat uitstrekt. De ankerplaat draagt een L-vormig haak 8 aan zijn onderzijde welke haak 8 uitsteekt naar de mond 3 van de 40 behuizing 2.

Verwijzend nu naar figuren 3 en 4 wordt de stapel 9 van vooral gevormde zakken of vellen in de afgifte-inrichting 1 gevuld door de lege ankerplaat 5 uit de behuizing 2 te verwijderen, door de stapel 9 op de haak 8 te steken via in de stapel 9 zakken of vellen aangebrachte gaten (pijl A in figuur 3), de stapel 9 in tweeën te vouwen rond de achterrand 5A van de plaat 5 die op afstand ligt van de haak 8 (pijl B in figuur 3) 45 en de ankerplaat 5 met de daaromheen in tweeën gevouwen stapel 9 door de mond 3 in de behuizing 2 te schuiven, teneinde de vrije einden 9A van de stapel 9 uit de mond 3 van de afgifte-inrichting te laten uitsteken. De zakken of vellen kunnen dan een voor een uit de afgifte-inrichting worden verwijderd, door het vrije einde beet te pakken en de zak of het vel uit de afgifte-inrichting te trekken (pijl C in figuur 3).

Bij voorkeur is de dikte van de stapel 9 aanvankelijk zodanig, dat de stapel moet worden samengedrukt, 50 als de ankerplaat in de behuizing wordt geschoven. Er is dan een verhoogde tendens voor de vrije einden van de zakken of vellen om dit te waaieren waar ze uit de behuizing 9 steken, waardoor individuele verwijdering van de zakken of vellen uit de afgifte-inrichting wordt vergemakkelijkt.

Er kan een opstaande lip (die niet is getoond) bij de mond 3 van de behuizing 2 zijn, die in ingrijping is met het vrije einde van de haak 8 om de ankerplaat 5 in de behuizing te houden, waarbij de haak over deze 55 lip wordt getild, wanneer de ankerplaat 5 wordt verwijderd. Aanvullend of alternatief kan er elders in vasthoudinrichtingen zijn voorzien of kan de ankerplaat 5 voldoende krap in de behuizing 2 passen, teneinde normaal binnen de behuizing te blijven, maar door uitoefening van een hoger dan normale kracht 3 194492 daaruit te kunnen worden verwijderd.

Figuur 5 (waarin dezelfde delen zoals voor figuren 1 t/m 4 zijn aangeduid) illustreert een alternatieve afgifte-inrichting, waarbij aan de onderwand bij de mond 3 binnen de behuizing 2 twee haken 10 met in het algemeen L-vormige doorsnede zitten, waarvan de vrije einden de behuizing in wijzen om met de beneden· 5 wand van de behuizing een tweetal kanalen 11 te bepalen, dat open is naar de achterwand van de afgifte-inrichting. De haken 10 liggen op een geringe afstand (bijvoorbeeld ongeveer 5 mm) van de behuizingszijwanden.

De ankerplaat 5 draagt aan de onderzijde daarvan een haak 8 (die niet is getoond) die overeenkomt met de haak 8, zoals hierboven met betrekking tot figuren 1 t/m 4 is beschreven. Afhangend vanaf de zijranden 10 van de ankerplaat 5 en naar binnen gekeerd om wederzijds naar binnen open kanalen te vormen, zijn twee flenzen 12 met L-doorsnede (waarvan er slechts een in figuur 5 is getoond). De flenzen 12 strekken zich voorbij de achterrand 5A van de ankerplaat uit en eindigen elk met een zijvleugel 13. De zijvleugels 13 helpen bij het geleiden van de stapel om de achterrand 5A van de ankerplaat. Verder zijn de vleugels 13 en flenzen 12 geconfigureerd teneinde te helpen bij de correcte plaatsing van de ankerplaat in de behuizing, 15 zoals hieronder gedetailleerder wordt beschreven.

Wanneer de ankerplaat 5 correct in de behuizing wordt gestoken, schuiven de flenzen 12 over de haken 10 aan de benedenwand van de behuizing heen en vallen op de benedenwand van de behuizing, wanneer de ankerplaat volledig is ingestoken. De flenzen 12 houden de ankerplaat in een oriëntatie die evenwijdig aan de benedenwand van de behuizing is en de haken 10 voorkomen dat de ankerplaat per ongeluk uit de 20 behuizing schuift. Om de ankerplaat te verwijderen, is het noodzakelijk eerst de plaat vrij te maken van de haken 10 en op te lichten, zodat de flenzen 12 over de haken 10 heen kunnen bewegen, in een procedure die het tegengestelde van de montageprocedure is.

Mocht de ankerplaat ondersteboven worden ingestoken, dan zullen de zijvleugels 13 in de behuizing bewegen dankzij de kleine afstand tussen elke grijpvorming 10 en de behuizingszijwand, maar zal de 25 ankerplaat noch losmaakbaar in ingrijping komen met de haken 10, noch evenwijdig aan de behuizing liggen, dankzij de configuratie van de zijvleugels 13.

De afgifte-inrichting van figuren 1 t/m 5 kan ter plekke worden gemonteerd met de behuizingsmond in een verticaal, horizontaal of een geheld vlak. Verschillende formaten behuizingen kunnen boven op elkaar worden gemonteerd, zodat in totaal een compacte inrichting voor het beschikbaar stellen van verschillende 30 formaten zakken of vellen wordt verkregen.

Snel vullen kan worden bewerkstelligd door het vervangen van een lege ankerplaat door een reeds gevulde ankerplaat, waarbij het vullen op zichzelf een gemakkelijke opgave is, aangezien slechts het uit en in de behuizing schuiven van de ankerplaat is vereist.

In de verdere uitvoeringsvorm, die in figuur 6 is geïllustreerd, waarin dezelfde delen zoals voor figuren 1 35 t/m 5 zijn aangegeven, zit de ankerplaat 5 vast aan deen drager. In deze uitvoeringsvorm heeft de drager de vorm aan van een vrijstaande draaggestel 14, dat is geconfigureerd om naast een stoel van een supermarktcalssière te staan, zodat een caissière eenvoudig zakken of vellen voor het inpakken van artikelen kan verkrijgen.

De ankerplaat 5 strekt zich vanaf het draaggestel onder een tamelijk steile hoek naar boven uit en eindigt 40 in een bovenrand 5A, waarover de stapel zakken of vellen wordt gevouwen.

De haak 8 is op het bovenvlak van de ankerplaat aangebracht en is in de geïllustreerde uitvoeringsvorm ingericht om een stapel betrekkelijk grote plastic zakken op te nemen, die een betrekkelijk grote opening hebben, waardoorheen de haak 8 loopt. De stapel loopt vanaf de haak over de bovenrand 5A, zodat de vrije einden van de zakken over de bovenrand hangen, waar ze gemakkelijk voor verwijdering kunnen 45 worden beetgepakt.

Zijvleugels 15, die zich bevinden aan de zijden nabij de bovenrand 5A, helpen bij het geleiden van de stapel over de rand.

In plaats van een haak 8 kunnen bijvoorbeeld een tweetal L-vormige pennen worden toegepast voor het vasthouden van de stapel zakken of vellen.

50 Het vouwen van de stapel rond de ankerplaat leidt bij de vouw tot wrijving en spanning, die voldoende zijn om te voorkomen, dat verscheidene zakken tegelijkertijd worden verwijderd, terwijl gemakkelijke verwijdering van afzonderlijke zakken of vellen mogelijk is.

Claims

194492 4

1. Samenstel van en stapel van platte buigzame producten, zoals zakken of vellen van een afgifte-inrichting voor het zodanig opnemen en vasthouden van de stapel producten, dat de producten een voor een zijn los 5 te trekken, welke afgifte-inrichting een door een gestel gedragen ondersteuningsorgaan voor de stapel producten omvat alsmede grijpmiddelen voor het nabij het ene einde vasthouden van de producten van de stapel, waarbij in de afgiftetoestand de stapel door het ondersteuningsorgaan ondersteunde en door de grijpmiddelen vastgehouden producten bochtvormig over een hoek groter dan 90° is omgeslagen, met het kenmerk, dat het ondersteuningsorgaan wordt gevormd door een ankerplaat (5), waarvan althans de ene 10 eindrand (5A) vrij ligt en de grijpmiddelen (8) aan één van de plaatoppervlakken zitten, nabij de tegenover die ene eindrand (5A) gelegen andere eindrand, welke ankerplaat (5) zodanig in het gestel (2, 14) wordt gedragen, dat in de afgiftetoestand de stapel (9) van producten vanaf de grijpmiddelen (8) langs het deze dragende plaatoppervlak over de ene eindrand (5A) heen en van hieraf in tegengestelde richting verloopt, waarbij het andere uiteinde (9A) van de stapel (9) van producten vrij hangt.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ankerplaat (5) opwaarts helt en vast zit aan het gestel (14) en de grijpmiddelen (8) aan het naar boven gerichte plaatoppervlak zitten, waarbij in de afgiftetoestand het andere uiteinde (9A) van de stapel (9) van producten vrij van de bovenrand van de ankerplaat (5) hangt.

3. Afgifte-inrichting kennelijk bestemd voor gebruik in een samenstel volgens één der voorgaande 20 conclusies. Hierbij 2 bladen tekening