NL194437C - Herbruikbare sluitinrichting voor een producthouder. - Google Patents

Description

1 194437

Herbruikbare sluitlnrichting voor een producthouder

De uitvinding heeft betrekking op een herbruikbare sluitinrichting voor toepassing op een houder met een althans stijve houdermond, voorzien van een deksel met omtrekswand, een klemdeel met een door axiale 5 inwerking vervormbare conische schijf en een bedieningsorgaan om de conische schijf te vervormen, zodat de schijf binnen een houdermond via zijn omtrekrand een buitenwaartse klemkracht van uitoefenen voor het in gesloten toestand vastzetten van de sluitinrichting.

Een sluitinrichting van deze soort is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0.217.999. Van de houder heeft de binnenwand van de houdermond een ondersnijding. Het gesloten deksel komt met zijn 10 omtrekswand binnen de houdermond te liggen. Van het binnen het deksel aan te brengen klemorgaan is de conische schijf door het bedieningsorgaan van een bolle naar een holle stand door te drukken, waarbij dan de schijfrand een omtrekswanddeel van het deksel vervormt tot onder de ondersnijding binnen de houdermond totdat de deksel vastzit en de houder is afgesloten. De schijf zelf heeft geen afdichtfunctie maar slechts een klemfunctie. De bekende sluitinrichting heeft als voordeel dat met slechts een enkele handeling 15 een houder kan worden gesloten of geopend. Een nadeel is echter dat de benodigde kracht voor het openen en sluiten van de houder relatief groot is. Dit levert in de praktijk problemen op voor jonge en oude gebruikers en voor personen met een slechte motoriek.

De uitvinding heeft als doel een sluitinrichting te verschaffen van het in de aanhef genoemde type waarmee met relatief weinig kracht een deksel op een houder kan worden bevestigd of kan worden 20 losgenomen. Hierdoor is de sluitinrichting bruikbaar voor meerdere gebruikers.

De uitvinding verschaft daartoe een herbruikbare sluitinrichting van het in de aanhef genoemde type, met het kenmerk, dat het deksel over een houdermond is aan te brengen en een doorlaatopening heeft voor een bedieningsstang, die bij het klemorgaan centraal van de conische schijf uitsteekt, welke schijf gesloten is uitgevoerd en met zijn ononderbroken omtreksrand is ingericht direct klemmend en afdichtend aan te grijpen 25 op de binnenwand van een houdermond en de bedieningsmiddelen zijn ingericht op de bedieningsstang aan de andere zijde van het deksel dan de zijde waar de conische schijf zich bevindt aan te grijpen, om de conische schijf te vervormen tussen een meer of minder in dezelfde zin gewelfde toestand. In het bijzonder de vervorming van een holle naar een bolle stand waarbij de conische schijf van het klemorgaan door een vlakke tussenstand wordt gedrukt, is bij de inrichting overeenkomstig de uitvinding komen te vervallen. Ook 30 hoeft via het klemorgaan de wand van het deksel niet te worden vervormd. Aldus kan met een veel kleinere kracht worden volstaan bij openen of sluiten van de inrichting. Dit betekent dat het klemorgaan ongeacht de toestand waarin het verkeert, bijvoorbeeld altijd een holle vorm heeft of bijvoorbeeld altijd een bolle vorm heeft. Een dergelijke sluitinrichting is ook voor mensen met een beperkte motoriek bruikbaar. Verder vervult het klemorgaan zelf een afdichtfunctie.

35 Een voorkeursuitvoering van de sluitinrichting wordt gekenmerkt doordat de bedieningsmiddelen een boven het deksel langs verschuifbare schuif omvatten, welke schuif een bovenliggend nokoppervlak omvat, waarop een dwars van de bedieningsstang uitstekende nokvolger rust, en waarbij van het klemorgaan de conische schijf met de holle zijde daarvan naar het deksel is gekeerd. Aldus is de sluitinrichting met een mogelijk zeer geringe kracht te bedienen. Dit is bijzonder gewenst omdat een met de sluitinrichting 40 afgesloten houder juist door mensen met beperkte kracht op locatie geopend dient te kunnen worden.

Aan de van de conische schijf van het klemorgaan afgekeerde zijde van het deksel is bij voorkeur een afdekorgaan aangebracht, dat het aan te vatten deel van de bedieningsmiddelen vrijlaat. Door het afschermorgaan is het mogelijk de sluitinrichting een esthetisch uiterlijk te verschaffen, wordt vervuiling bemoeilijkt en daarbij is toch het voor de bediening aan te vatten deel van de bedieningsmiddelen 45 toegankelijk.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een in onderdelen uiteengenomen sluitinrichting overeenkomstig de uitvinding, en 50 figuur 2 een dwarsdoorsnede door een beker en de sluitinrichting uit figuur 1 in samengestelde toestand.

Figuur 1 toont een in onderdelen uiteengenomen sluitinrichting 1 en een deel van de producthouder 2. De sluitinrichting 1 bestaat uit een open deksel 3 voorzien van een rand 4 die rond de producthouder 2 past.

Aan de producthouderzijde van het deksel 3 bevindt zich een gesloten flexibel klemorgaan 5 waaraan een 55 bedieningsstang 6 bevestigd is. In de bedieningsstang 6 bevindt zich een opening 7 voor samenwerking met een dwarsstang 8. In het deksel 3 is een opening 9 aangebracht voor de bedieningsstang 6. In het deksel 3 is tevens een geleiding 10 aangebracht voor samenwerking met een schuif 11. In de schuif 11 is een

Claims (3)

194437 2 doorsteeksleuf 12 aangebracht voor de bedieningsstang 6. Zodra de schuif 11 op het deksel 3 is gemonteerd en de bedieningsstang 6 van het klemorgaan 5 door de opening 9 in het deksel 3 en de sleuf 12 in de schuif 11 is gestoken kan de dwarsstang 8 in de opening 7 worden geklemd. Het deksel 3, het klemorgaan 5 en de schuif 11 zijn zodoende aan elkaar bevestigd. De dwarsstang 8 komt daarbij aan te liggen tegen de 5 hellende vlakken 13 van de schuif 11. Door nu de schuif 11 via een aangrijporgaan 14 te verplaatsen wordt de as 8 naar boven of beneden bewogen. Het klemorgaan 5 draagt daarbij zorg voor een naar de producthouderzijde van het deksel 3 gekeerde voorspanning op de bedieningsstang 6. De schuif 11 is tevens voorzien van nokken 15 waardoor voorkomen wordt dat de schuif 11 onder de dwarsstang 8 weggetrokken kan worden. De figuur toont tenslotte tevens een afdekorgaan 16 waarmee de van de 10 producthouder 2 afgekeerde zijde van het deksel 3 en een deel van de schuif 11 kan worden afgedekt. Het afdekorgaan 16 laat echter het aangrijporgaan 14 van de schuif 11 vrij voor het indienen van de sluit-inrichting 1. Figuur 2 toont een beker 17 waarin aan de bovenzijde nabij de opening een ondiepe ringgroef 18 is aangebracht. In de ringgroef 18 kan het klemorgaan 5 zich afdichtend vastgrijpen, zoals in de weergegeven 15 toestand. Door vervolgens de schuif 11 overeenkomstig de pijl P te verplaatsen naar de gestippeld weergegeven toestand zal de dwarsstang 8 naar beneden bewogen worden. Het klemorgaan 5 beweegt daarbij naar een meer gewelfde, gestippeld weergegeven, toestand waarbij het vrijkomt van de beker 17. Door het overeenkomstig de pijp P bewegen van het aangrijporgaan 14 wordt aldus de sluitinrichting 1 in vrijlaattoestand gebracht. Voor het vastkiemmen van de sluitinrichting 1 dient het aangrijporgaan 14 van de 20 gestippelde weergegeven toestand naar de met getrokken lijn weergegeven toestand bewogen te worden.

1. Herbruikbare sluitinrichting voor toepassing op een houder met een althans stijve houdermond, voorzien van een deksel met omtrekswand, een klemdeel met een door axiale inwerking vervormbare conische schijf en een bedieningsorgaan om de conische schijf te vervormen, zodat de schijf binnen een houdermond via zijn omtrekrand een buitenwaartse klemkracht kan uitoefenen voor het in gesloten toestand vastzetten van de sluitinrichting, met het kenmerk, dat het deksel (3) over een houdermond is aan te brengen en een 30 doorlaatopening (9) heeft voor een bedieningsstang (6), die bij het klemorgaan (5) centraal van de conische schijf uitsteekt, welke schijf gesloten is uitgevoerd en met zijn ononderbroken omtreksrand is ingericht direct klemmend en afdichtend aan te grijpen op de binnenwand van een houdermond en de bedieningsmiddelen (11) zijn ingericht op de bedieningsstang (6) aan de andere zijde van het deksel (3) dan de zijde waar de conische schijf zich bevindt aan te grijpen, om de conische schijf te vervormen tussen een meer of minder 35 in dezelfde zin gewelfde toestand.

2. Sluitinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen een boven het deksel (3) langs verschuifbare schuif (11) omvatten, welke schuif een bovenliggend nokopperviak omvat, waarop een dwars van de bedieningsstang (6) uitstekende nokvolger (8) rust, en waarbij van het klemorgaan (5) de conische schijf met de holle zijde daarvan naar het deksel (3) is gekeerd.

3. Sluitinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de van de conische schijf van het het klemorgaan (5) afgekeerde zijde van het deksel (3) een afdekorgaan (16) is aangebracht, dat het aan te vatten deel (14) van de bedieningsmiddelen (11) vrijlaat. Hierbij 2 bladen tekening