NL194101C - Movable computer. - Google Patents

Movable computer. Download PDF

Info

Publication number
NL194101C
NL194101C NL8403925A NL8403925A NL194101C NL 194101 C NL194101 C NL 194101C NL 8403925 A NL8403925 A NL 8403925A NL 8403925 A NL8403925 A NL 8403925A NL 194101 C NL194101 C NL 194101C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
computer
support
computer according
shaped part
pipe
Prior art date
Application number
NL8403925A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL8403925A (en
NL194101B (en
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8403925A priority Critical patent/NL194101C/en
Priority to US06/790,302 priority patent/US4733838A/en
Priority to US06/790,301 priority patent/US4684089A/en
Priority to EP85201722A priority patent/EP0183288A3/en
Priority to EP85201721A priority patent/EP0182413A1/en
Publication of NL8403925A publication Critical patent/NL8403925A/en
Publication of NL194101B publication Critical patent/NL194101B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL194101C publication Critical patent/NL194101C/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05GCONTROL DEVICES OR SYSTEMS INSOFAR AS CHARACTERISED BY MECHANICAL FEATURES ONLY
    • G05G9/00Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously
    • G05G9/02Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously the controlling member being movable in different independent ways, movement in each individual way actuating one controlled member only
    • G05G9/04Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously the controlling member being movable in different independent ways, movement in each individual way actuating one controlled member only in which movement in two or more ways can occur simultaneously
    • G05G9/047Manually-actuated control mechanisms provided with one single controlling member co-operating with two or more controlled members, e.g. selectively, simultaneously the controlling member being movable in different independent ways, movement in each individual way actuating one controlled member only in which movement in two or more ways can occur simultaneously the controlling member being movable by hand about orthogonal axes, e.g. joysticks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C11/00Pivots; Pivotal connections
    • F16C11/04Pivotal connections
    • F16C11/10Arrangements for locking
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C11/00Pivots; Pivotal connections
    • F16C11/04Pivotal connections
    • F16C11/10Arrangements for locking
    • F16C11/103Arrangements for locking frictionally clamped
    • F16C11/106Arrangements for locking frictionally clamped for ball joints
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F1/00Details not covered by groups G06F3/00 - G06F13/00 and G06F21/00
    • G06F1/16Constructional details or arrangements
    • G06F1/18Packaging or power distribution
    • G06F1/181Enclosures
    • G06F1/182Enclosures with special features, e.g. for use in industrial environments; grounding or shielding against radio frequency interference [RFI] or electromagnetical interference [EMI]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Human Computer Interaction (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Description

1 1941011 194101

Verplaatsbare computerMovable computer

De uitvinding betreft een computer, die door een persoon draagbaar en verplaatsbaar is en die voorzien is van ten minste één huis en ten minste één ondersteuning.The invention relates to a computer which is portable and movable by a person and which is provided with at least one housing and at least one support.

5 Een draagbaar elektronisch apparaat met ten minste één huis en ten minste één ondersteuning is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-4.168.870. Het aldaar beschreven apparaat kan slechts in een beperkt aantal werkstanden worden geplaatst.A portable electronic device with at least one housing and at least one support is known from US patent 4,168,870. The device described there can only be placed in a limited number of operating positions.

Het artikel "Adjustable Display” uit IBM Technical Disclosure Bulletin, vol. 22, no. 4, p. 1604-1606 beschrijft een ondersteuning voor een beeldscherm, met behulp waarvan dit beeldscherm in zes verschil-10 lende werkstanden kan worden gedraaid.The article "Adjustable Display" from IBM Technical Disclosure Bulletin, vol. 22, no. 4, p. 1604-1606 describes a support for a display, by means of which this display can be rotated in six different operating positions.

Het Amerikaanse octrooischrift US-2.804.278 heeft betrekking op een ondersteuning voor een camera.US patent 2,804,278 relates to a support for a camera.

De instelling van een andere werkstand is bij deze ondersteuning tamelijk complex.Setting up another mode of operation is quite complex with this support.

De uitvinding beoogt te voorzien in een computer die op eenvoudige wijze in een groot aantal verschillende werkstanden kan worden geplaatst. Volgens de uitvinding de computer daartoe het kenmerk, dat de 15 ondersteuning is voorzien van ten minste twee op afstand van elkaar gelegen, door middel van fixeermiddelen vergrendelbare scharnieren, welke fixeermiddelen met slechts één handgreep bedienbaar zijn. De twee scharnieren maken de instelling van vele werkstanden mogelijk. Door de ene handgreep is de bediening eenvoudig.The object of the invention is to provide a computer that can be easily placed in a large number of different working positions. According to the invention, the computer is for this purpose characterized in that the support is provided with at least two spaced-apart hinges which can be locked by means of fixing means, which fixing means can be operated with only one handle. The two hinges allow the adjustment of many working positions. One handle makes operation easy.

De toepassingsmogelijkheden worden vergroot doordat de computer door middel van de ondersteuning 20 tevens in bijvoorbeeld een voertuig zoals een vrachtauto, landbouwmachine, trekker of dergelijke kan worden opgesteld, zodat gegevens ter plaatse kunnen worden opgenomen respectievelijk uitgevoerd, terwijl de ondersteuning waarborgt, dat de computer door een enkele handgreep in de beschikbare beperkte ruimte in de meest geschikte stand kan worden gebracht.The application possibilities are increased because the computer can also be arranged by means of the support 20 in, for instance, a vehicle such as a truck, agricultural machine, tractor or the like, so that data can be recorded or output on the spot, while the support ensures that the computer is a single handle can be brought into the most suitable position in the available limited space.

25 Aan de hand van de volgende tekeningen zal de uitvinding nader uiteen worden gezetThe invention will be explained in more detail with reference to the following drawings

Figuur 1 is een zijaanzicht van een in een voertuig opgestelde computer.Figure 1 is a side view of an in-vehicle computer.

Figuur 2 is een aanzicht volgens de pijl II In figuur 1.Figure 2 is a view according to the arrow II in Figure 1.

Figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn lll-lll in figuur 2.Figure 3 is a sectional view taken on the line III-III in Figure 2.

Figuur 4 is gedeeltelijk een doorsnede en gedeeltelijk een aanzicht volgens de lijn IV-4V in figuur 3.Figure 4 is partly a section and partly a view taken on the line IV-4V in Figure 3.

30 Figuur 5 is een aanduiding van een toepassing in een tankauto, in de figuur gezien in zijaanzichtFigure 5 is an indication of an application in a tanker, seen in side view in the figure

Figuur 6 is een aanduiding van een toepassing in een maaidorser in de figuur gezien in zijaanzichtFigure 6 is an indication of an application in a combine in the figure seen in side view

Figuur 7 is een aanduiding van een toepassing in een landbouwtrekker in de figuur gezien in bovenaanzicht.Figure 7 is an indication of an application in an agricultural tractor in the figure seen in top view.

Figuur 8 is een aanduiding van een toepassing in het geval van een door een trekker getrokken 35 kunstmeststrooier, gezien in zijaanzicht.Figure 8 is an indication of an application in the case of a tractor-drawn fertilizer spreader, seen in side view.

Figuur 9 is een aanduiding van een toepassing bij een vrachtauto, gezien in zijaanzichtFigure 9 is an indication of an application in a truck, seen in side view

Uitgegaan wordt van de bekende computertypen die voorzien zijn van een toetsenbord voor het inbrengen van een programmering en in te voeren gegevens, een beeldscherm en eventueel een aan de computer 40 gekoppelde drukinrichting (printer) voor het uitvoeren van gegevens uit de computer, welke Inrichting, indien aanwezig, als deel van de computer wordt beschouwd. Er zijn uitvoeringen bekend waarbij ten dienste van het inschakelen van bepaalde programma's of programmadelen, voor het inbrengen van gegevens en het maken van tekeningen op het beeldscherm van de computer naast het toetsenbord een ander Invoerorgaan aanwezig is dat, althans volgens de stand van de techniek, door middel van een verbindingskabel 45 beweegbaar met het overige deel van de computer is verbonden.The known computer types are provided with a keyboard for entering a programming and data to be entered, a screen and possibly a printing device (printer) coupled to the computer 40 for outputting data from the computer, which Device, if present, is considered part of the computer. There are known embodiments in which, for the purpose of switching on certain programs or program parts, for entering data and drawing drawings on the computer screen next to the keyboard, another input device is present which, at least according to the prior art, is movably connected to the rest of the computer by means of a connecting cable 45.

In figuur 1 is in zijaanzicht een computer 1 getoond, die geheel rust op een ondersteuning 2 welke bevestigd is op de vloer of bodemplaat 3 van een voertuig, zoals een landbouwtrekker, een automobiel, een vrachtwagen, vaartuigen, vliegtuigen of dergelijke mobiele eenheden. De computer 1 bezit een huis 4 dat in hoofdzaak de vorm van een parallellepipedum bezit en dat aan zijn bovenvlak voorzien is van een uitholling 50 5 die wordt overbrugd door een handgreep 6 door middel waarvan de computer 1 draagbaar en verplaatsbaar is. In het geval van het uitvoeringsvoorbeeld heeft het huis 4 een breedte van ongeveer 25 cm, een lengte van ongeveer 25 cm en een hoogte van ongeveer 35 cm, terwijl het gewicht van de computer 1 ongeveer 10 kg bedraagt.In figure 1 a side view is shown of a computer 1, which rests entirely on a support 2 which is mounted on the floor or bottom plate 3 of a vehicle, such as an agricultural tractor, an automobile, a truck, vessels, aircraft or the like mobile units. The computer 1 has a housing 4 which is substantially in the form of a parallelepiped and which has on its top surface a recess 50 which is bridged by a handle 6 by means of which the computer 1 is portable and movable. In the case of the exemplary embodiment, the housing 4 has a width of about 25 cm, a length of about 25 cm and a height of about 35 cm, while the weight of the computer 1 is about 10 kg.

Het huis 4 omsluit de randen van een beeldscherm 7, een bedieningsorgaan 8 voor het invoeren van 55 programma’s en/of gegevens, welk bedieningsorgaan daartoe voorzien is van een toetsenbord 9. Aan een zijkant van het huis 4 is een invoeropening 10 aangebracht voor het invoeren van cassettes, zoals diskettes, voorzien van daarin opgeslagen gegevens en/of programma’s. De voeding van de computer 1 is bij 194101 2 voorkeur drievoudig uitgevoerd en wel een voedingsaansluiting voor 220 V wisselspanning, een aansluiting voor 110 V wisselspanning en een aansluiting voor gelijkspanning van 12 V of 24 V. De laatstgenoemde aansluitingen zijn in het bijzonder bestemd voor de voeding van de computer uit een accu tijdens zijn opstelling in een voertuig, zoals een landbouwtrekker, automobiel of dergelijke.The housing 4 encloses the edges of a screen 7, an operating member 8 for inputting 55 programs and / or data, which operating member is provided for this purpose with a keyboard 9. An input opening 10 is provided on a side of the housing 4 for inputting cassettes, such as floppy disks, with data and / or programs stored therein. The power supply of the computer 1 is preferably three-fold in 194101 2, namely a power supply connection for 220 V AC, a connection for 110 V AC and a connection for DC voltage of 12 V or 24 V. The latter connections are intended in particular for the supplying the computer from a battery during its arrangement in a vehicle, such as an agricultural tractor, automobile or the like.

5 De in de computer aanwezige schakelingen worden verondersteld overeen te komen met die van bekende "personal computers” waarvoor vele programma’s verkrijgbaar zijn.The circuits present in the computer are believed to correspond to those of known "personal computers" for which many programs are available.

De voorwand van de computer wordt nabij zijn bovenzijde in belangrijke mate ingenomen door het beeldscherm 7 aan de onderzijde waarvan een begrenzingsvlak of wanddeel 11 van het huis 4 aansluit, welk wanddeel, gerekend in de gebruiksrichting A, vanaf de onderzijde van het beeldscherm 7 over 10 nagenoeg de gehele breedte van het huis 4 schuin neerwaarts en voorwaarts is gericht en dat eindigt nabij de achterzijde van het vast bevestigde toetsenbord 9. Vanaf de onderzijde van het vlak 11 dat bij voorkeur, gezien in zijaanzicht, een neerwaartse kromming bezit teneinde voldoende ruimte voor een het toetsenbord bedienende hand te bewerkstelligen, verloopt het toetsenbord 9 in voorwaartse richting en eindigt nabij of, ten opzichte van de richting A, iets achter een vlak 12 dat de voorzijde van het beeldscherm 7 omvat Het 15 toetsenbord 9 en de bedieningsinrichting 8 zijn dus geheel of vrijwel geheel, gerekend in de lichting A, achter de bovenrand van het beeldscherm gelegen, zodat de computer geen uitstekende delen bezit waardoor de draagbaarheid wordt verbeterd en de kans op beschadiging van de computer tijdens transport wordt verminderd.The front wall of the computer is to a large extent occupied by its screen 7 at the bottom of which a bounding surface or wall part 11 of the housing 4 connects, which wall part, calculated in the direction of use A, from the bottom of the screen 7 over 10. almost the entire width of the housing 4 is inclined downwards and forwards and this ends near the rear side of the fixed keyboard 9. From the underside of the surface 11 which preferably, viewed in side view, has a downward curvature in order to provide sufficient space for To accomplish a keyboard operating hand, the keyboard 9 extends in the forward direction and ends near or, relative to the direction A, slightly behind a face 12 comprising the front of the display 7. The keyboard 9 and the operating device 8 are thus wholly or almost wholly, calculated in the group A, behind the top edge of the screen, so that the compute r has no protruding parts, which improves portability and reduces the risk of damage to the computer during transport.

Op een plaats die naast het toetsenbord 9 is gelegen is een bedieningsinrichting 13 opgesteld, die een 20 functie bezit, die analoog is aan die van de reeds hiervoor genoemde bedieningsinrichting. Door middel van de bedieningsinrichting 13 kunnen op op zichzelf bekende wijze met een op het beeldscherm 7 afgebeelde pijl computerprogramma’s of functies worden aangewezen, maar ook kunnen door middel van dit invoer-orgaan tekeningen of figuren op het beeldscherm 7 worden afgebeeld. Dit aanwijzen van programma's of functies, respectievelijk het maken van figuren op het beeldscherm, geschiedt door middel van verdraaiing 25 van een kogel 14 om zijn middelpunt. De kogel is daarbij alzijdig verzwenkbaar. De kogel is aan een groot deel van zijn oppervlak omgeven door sensors 15 (figuur 3), die de kogelbeweging registreren waarbij de registratie aansluitend in het computergeheugen kan worden gebrachtAt a location adjacent to the keyboard 9, an operating device 13 is arranged, which has a function analogous to that of the aforementioned operating device. By means of the operating device 13, computer programs or functions can be indicated in a manner known per se with an arrow depicted on the screen 7, but drawings or figures can also be displayed on the screen 7 by means of this input. This designation of programs or functions, respectively the drawing of figures on the screen, is effected by rotating a ball 14 about its center. The ball can be pivoted on all sides. The ball is surrounded on a large part of its surface by sensors 15 (figure 3), which register the ball movement, after which the registration can be brought into the computer memory

De sensors 15 en het grootste gedeelte van de kogel bevinden zich binnen het huis van de computer.The sensors 15 and the majority of the bullet are located inside the housing of the computer.

De kogel 14 is voorzien van een star met de kogel verbonden, opwaarts gerichte hefboom 16, welke 30 hefboom aan zijn bovenzijde is voorzien van een drukknop 17. Indien men door middel van de hefboom 16 een verzwenking van de kogel 14 om zijn middelpunt heeft uitgevoerd, waarbij het resultaat van deze verzwenking op het beeldscherm wordt afgebeeld en indien daarbij een op het beeldscherm aangeduid programma of functie is aangewezen, kan men deze keuze door middel van het indrukken van de drukknop 17 in het computergeheugen vastleggen. Dit geldt tevens voor met behulp van de kogelverzwenking op het 35 beeldscherm 7 bewerkstelligde tekeningen.The ball 14 is provided with an upwardly directed lever 16 which is rigidly connected to the ball, the lever at its top being provided with a push button 17. If the ball 14 is pivoted about its center by means of the lever 16 the result of this pivoting is displayed on the screen and if a program or function indicated on the screen is thereby designated, this selection can be stored in the computer memory by pressing the push button 17. This also applies to drawings effected by means of the ball pivot on the screen 7.

Doordat het invoerorgaan 13 als geheel ten opzichte van het huis 4 vast is opgesteld en desalniettemin voorzien is van de mogelijkheid om de kogel op gewenste wijze te verzwenken om zijn middelpunt, is men niet meer gebonden aan de aanwezigheid van een plat vlak zoals een tafelblad om de kogel af te rollen. Tengevolge van deze vaste opstelling van het invoerorgaan 13 als geheel wordt men tijdens de bediening 40 ervan niet gestoord door versnellingen die de kogelbeweging ten ongunste zouden kunnen beïnvloeden indien de computer zich door middel van de ondersteuning 2 in een zich bewegend voertuig bevindt. De met de hand bewerkstelligde bewegingen van de hefboom 16 die op de kogel 14 worden overgedragen, kunnen namelijk zonder storingen plaatsvinden indien men een ander deel van de hand op de rand van het toetsenbord resp. het huis 4 laat rusten.Because the insertion member 13 as a whole is fixedly disposed relative to the housing 4 and nevertheless is provided with the possibility of pivoting the ball in desired manner around its center point, one is no longer bound by the presence of a flat surface such as a table top. unroll the bullet. As a result of this fixed arrangement of the input member 13 as a whole, during its operation 40 one is not disturbed by gears which could affect the ball movement if the computer is in a moving vehicle by means of the support 2. Namely, the manually effected movements of the lever 16 which are transferred to the ball 14 can take place without disturbances if another part of the hand is placed on the edge of the keyboard resp. let house 4 rest.

45 De constructieve uitvoering van de ondersteuning 2 is gedetailleerd in figuur 3 getekend. De ondersteuning 2 omvat een voetplaat 18, die - gezien in bovenaanzicht - een rechthoekige of veelhoekige omtrek kan bezitten en die in dit uitvoeringsvoorbeeld met een aantal bouten 19 op losneembare wijze aan de vloerplaat 3 is bevestigd.45 The structural design of the support 2 is shown in detail in figure 3. The support 2 comprises a base plate 18, which - viewed in top view - can have a rectangular or polygonal outline and which in this exemplary embodiment is detachably fastened to the floor plate 3 with a number of bolts 19.

De vloerplaat 3 kan de vloerplaat van een voertuig, zoals een auto, een landbouwtrekker, een vrachtwa-50 gen of dergelijke zijn voor nog nader aan te duiden toepassingen. De voetplaat 18 wordt afgedekt door vloerbedekking 20 van het voertuig. In het midden van de voetplaat 18 is een gat aangebracht waarin een bus 21 is geplaatst die door middel van aan zijn buitenomtrek aangebrachte lassen met de voetplaat 18 star is verbonden. De hartlijn van de bus 21 is opwaarts, bij voorkeur loodrecht op de vloerplaat 3 gericht. De hoogte van de bus 21 steekt bij voorkeur in geringe mate boven de vloerbedekking 20 uit. In de door de bus 55 21 omsloten ruimte is tegen de binnenzijde van de bus 21 een verenstalen plaatje 22 aangebracht, dat nabij zijn onderzijde, bijvoorbeeld door middel van puntlassen aan de binnenwand van de bus 21 is bevestigd en vanaf deze bevestiging opwaarts is gericht. Nabij het boveneinde van het plaatje 22 rust deze tegen een 3 194101 borst van een grendelknop 23 die door een in de wand van de bus 21 aangebrachte opening buiten de bus 21 uitsteektThe floor plate 3 can be the floor plate of a vehicle, such as a car, an agricultural tractor, a truck or the like, for applications to be further indicated. The foot plate 18 is covered by carpet 20 of the vehicle. In the center of the foot plate 18 there is provided a hole in which a bush 21 is placed which is rigidly connected to the foot plate 18 by means of welds arranged on its outer circumference. The axis of the sleeve 21 is directed upwards, preferably perpendicular to the floor plate 3. The height of the sleeve 21 preferably protrudes slightly above the floor covering 20. In the space enclosed by the sleeve 55 21, a spring steel plate 22 is arranged against the inside of the sleeve 21, which is fastened near its underside, for example by spot welding, to the inner wall of the sleeve 21 and is directed upwards from this fastening. Near the top of the plate 22 it rests against a chest of a bolt knob 23 protruding through an opening provided in the wall of the sleeve 21 outside the sleeve 21

In gemonteerde toestand wordt de bus 21 omsloten door een steunpijp 24 die met zijn onderzijde tot op de bovenzijde van de voetplaat 18 reikt. De hartlijn van de steunpijp 24 is bij voorkeur loodrecht op de 5 vloerplaat 3 gericht. Ter hoogte van de grendelknop 23 is in de steunpijp 24 een opening aangebracht waardoor de grendelknop 23 kan steken. Indien de steunpijp 24 op de bus 21 wordt geschoven dient men de laatstgenoemde opening ter plaatse van de grendelknop 23 neerwaarts te schuiven, zodat de grendelknop 23 bij het passeren van het onderste uiteinde van de steunpijp 24 tegen de veerspanning van het plaatje 22 in naar binnen wordt gedrukt; indien het onderste uiteinde van de steunpijp 24 de voetplaat 18 10 bereikt is de opening in de steunpijp 24 juist ter hoogte van de grendelknop 23 aangekomen, zodat de knop 23 onder veerspanning van het plaatje 22 door de in de steunpijp 24 aangebrachte opening weer naar buiten kan veren en de steunpijp 24 ten opzichte van de bus 21 zowel in hoogterichting als in omtreks-richting is gefixeerd. De totale lenteafmeting van de steunpijp 24 bedraagt ongeveer 60-70 cm.In mounted condition, the sleeve 21 is enclosed by a support pipe 24 which extends with its underside up to the top of the base plate 18. The center line of the support pipe 24 is preferably perpendicular to the floor plate 3. At the level of the locking knob 23, an opening is provided in the support pipe 24 through which the locking knob 23 can protrude. If the support pipe 24 is slid onto the sleeve 21, the latter opening must be slid down at the location of the locking knob 23, so that the locking knob 23 passes inwards against the spring tension of the plate 22 when passing the lower end of the support pipe 24. is pressed; when the lower end of the support pipe 24 reaches the foot plate 18 10, the opening in the support pipe 24 has just arrived at the level of the locking knob 23, so that the button 23 is springed out again under the spring pressure of the plate 22 through the opening provided in the support pipe 24 spring and the support pipe 24 is fixed relative to the sleeve 21 both in the height direction and in the circumferential direction. The overall spring dimension of the support pipe 24 is about 60-70 cm.

Een bovenste deel van de steunpijp 24 wordt nauw omsloten door een draagpijp 25 die in axiale richting 15 verschuifbaar is ten opzichte van de steunpijp 24. De hartlijnen van de beide cilindrische pijpen 24 en 25 vallen samen. Nabij het onderste einde van de draagpijp 25 is een klemmiddel 26, voorzien van een met de hand bedienbare vleugelmoer 27 aangebracht door middel waarvan de draagpijp 25 ten opzichte van de steunpijp 24, gerekend in axiale richting in meerdere standen klembaar is. De onderlinge verschuifbaarheid van de pijpen 24 en 25 is aangegeven door de pijlen 28.An upper part of the support pipe 24 is closely enclosed by a support pipe 25 which is slidable in axial direction 15 relative to the support pipe 24. The axes of the two cylindrical pipes 24 and 25 coincide. Near the lower end of the support pipe 25, a clamping means 26, provided with a manually operable wing nut 27, by means of which the support pipe 25 can be clamped in axial direction in several positions relative to the support pipe 24. The mutual displaceability of the pipes 24 and 25 is indicated by the arrows 28.

20 In de ruimte die omsloten wordt door de pijpen 24 en 25 is een schroeflijnvormige drukveer 29 aangebracht, die aan zijn onderzijde afsteunt op de bovenzijde van de bus 21 en die aan zijn bovenzijde afsteunt op een deksel 30 van de draagpijp 25. De drukveer 29 tracht de pijp 25 in opwaartse richting ten opzichte van de pijp 24 te verplaatsen en dient als gewichtsontlastingsveer teneinde, ten gevolge van het gewicht van de computer 1, onderlinge verstelling van de pijpen 24 en 25 in een onwerkzame stand van het 25 klemmiddel 26 te vergemakkelijken. Tussen het deksel 30 en de bovenzijde van de bus 21 is een aanslag in de vorm van een buigzaam koord 31 aangebracht dat in gestrekte stand een zodanige lengte bezit dat de pijp 25 niet per vergissing van de pijp 24 af kan worden geschoven; in de gestrekte stand van het koord 31 bezit de pijp 25 ten opzichte van de pijp 24 nog een zodanige overlapping dat de pijp 25 nog op stabiele wijze door de pijp 24 wordt afgesteund.In the space enclosed by the pipes 24 and 25, a helical compression spring 29 is arranged, which at its underside rests on the top of the sleeve 21 and at its top rests on a cover 30 of the carrier pipe 25. The compression spring 29 attempts to displace the pipe 25 in an upward direction relative to the pipe 24 and serves as a weight relief spring in order to facilitate mutual adjustment of the pipes 24 and 25 in an inoperative position of the clamping means 26 due to the weight of the computer 1 . Between the cover 30 and the top of the sleeve 21, a stop in the form of a flexible cord 31 is arranged which, in the extended position, has a length such that the pipe 25 cannot be accidentally slid off the pipe 24; in the extended position of the cord 31, the pipe 25 still overlaps relative to the pipe 24 such that the pipe 25 is still stably supported by the pipe 24.

30 Een nabij zijn bovenste einde gelegen deel van de omtrek van de draagpijp 25 wordt omgeven door een busvormig deel 32 van een houder of zwenkarm 33. Dit busvormige deel 32 is, gerekend in axiale richting ten opzichte van de draagpijp 25, gefixeerd door middel van een stift 34 die in axiale richting ten opzichte van het deel 32 en ten opzichte van de draagpijp 25 is gelegen. De stift 34 ligt met een deel van zijn naar de draagpijp 25 gekeerde zijde in een rondlopende groef 35, die in een binnen de bus 32 gelegen deel van 35 de draagpijp is aangebracht. Het busvormige deel 32 is derhalve ten opzichte van de pijp 25 om 180° verdraaibaar, echter niet in axiale richting verplaatsbaar. Aan het busvormige deel 32 sluit een cilindrisch deel 36 van de zwenkarm 33 aan, die ten opzichte van de pijpen 24 en 25 horizontaal zijdelings uitsteekt. Aan zijn van de pijp 25 afgelegen einde gaat het cilindrische deel 36 over in een opwaarts gericht busvormig deel 37 van de houder 33 dat op afstand van de pijp 25 is opgesteld.A part of the circumference of the support pipe 25 located near its upper end is surrounded by a bush-shaped part 32 of a holder or pivot arm 33. This bush-shaped part 32 is fixed in axial direction with respect to the support pipe 25 by means of a pin 34 which is located in the axial direction with respect to the part 32 and with respect to the carrier pipe 25. The pin 34 lies with a part of its side facing the support pipe 25 in a circumferential groove 35, which is arranged in a part of the support pipe situated inside the sleeve 32. The sleeve-shaped part 32 is therefore rotatable by 180 ° relative to the pipe 25, but cannot be moved in the axial direction. A cylindrical part 36 of the pivot arm 33, which extends horizontally laterally with respect to the pipes 24 and 25, adjoins the sleeve-shaped part 32. At its end remote from the pipe 25, the cylindrical portion 36 merges into an upwardly oriented sleeve-shaped portion 37 of the container 33 spaced from the pipe 25.

40 Het cilindrische deel 36 bezit een hartlijn 38, die de met het verwijzingscijfer 39 aangegeven hartlijn van de beide pijpen 24 en 25 loodrecht snijdt. Het van een boring 40 voorziene busvormige deel 37 van de houder 33 bezit een met de hartlijn van de boring 40 samenvallende hartlijn 41 die evenwijdig aan de hartlijn 39 is gericht en de hartlijn 38 van het cilindrische deel 36 loodrecht snijdt. De bovenzijde van het deel 37 van de houder 33 is busvormig uitgevoerd en in opwaartse richting open. Dit bovendeel omsluit op 45 passende wijze een busvormig onderste deel van een klemstuk 42 dat deel uitmaakt van een zwenkarm of draagstuk 43 van de ondersteuning 2.40 The cylindrical part 36 has a centerline 38, which intersects the centerline of the two pipes 24 and 25, indicated by reference numeral 39. The sleeve-shaped part 37 of the holder 33 provided with a bore 40 has a center line 41 coinciding with the center line of the bore 40, which is oriented parallel to the center line 39 and intersects the center line 38 of the cylindrical part 36 perpendicularly. The top side of the part 37 of the holder 33 has a bus-shaped design and is open in an upward direction. This upper part suitably encloses a sleeve-like lower part of a clamping piece 42 which forms part of a pivot arm or support piece 43 of the support 2.

Het klemstuk 42 is voorzien van een boring 44 die in gemonteerde toestand een voortzetting vormt van de boring 40 van het busvormige deel 37. Het klemstuk 42 van het draagstuk 43 vormt één geheel met een cilindrisch deel 45 van het draagstuk 43 dat analoog aan het cilindrische deel 36 van de houder 33 is 50 uitgevoerd. Het cilindrische deel 44 bezit een hartlijn 46 die de hartlijn 41 van de boringen 40 en 44 loodrecht snijdt.The clamping piece 42 is provided with a bore 44 which, when mounted, forms a continuation of the bore 40 of the sleeve-shaped part 37. The clamping piece 42 of the support piece 43 forms one whole with a cylindrical part 45 of the support piece 43 which is analogous to the cylindrical part 36 of the holder 33 is made 50. The cylindrical portion 44 has a centerline 46 which intersects the centerline 41 of the bores 40 and 44 perpendicularly.

Aan de van het klemstuk 42 afgekeerde zijde gaat het cilindrische deel 45 van de zwenkarm 43 over in een leger 47. Het leger 47 bezit een binnenoppervlak 48 dat de vorm heeft van een boloppervlak. Het binnenoppervlak 48 van het leger 47 omsluit een boldeel dat groter is dan de helft van een boloppervlak.On the side remote from the clamping piece 42, the cylindrical part 45 of the pivot arm 43 merges into a bearing 47. The bearing 47 has an inner surface 48 which has the shape of a spherical surface. The inner surface 48 of the bearing 47 encloses a spherical portion larger than half of a spherical surface.

55 Het binnenoppervlak 48 gaat aan zijn bovenzijde over in een in opwaartse richting divergerend kegel-oppervlak 49.The inner surface 48 transitions at its top into an upwardly diverging cone surface 49.

Het binnenoppervlak 48 omsluit met nauwe passing een stalen of uit kunststof vervaardigde taats 50 dat 194101 4 de vorm heeft van het grootste deel van een bol. De taats 50 gaat aan zijn bovenzijde over in een cilindervormige stang 51 waarvan de diameter zodanig is gekozen dat indien de bolvormige taats 50 om zijn middelpunt verzwenkt het oppervlak van de stang 51, gerekend vanuit zijn verticale stand, over een hoek van ongeveer 10-20° kan verzwenken voordat het buitenoppervlak van de stang 51 het kegeloppervlak 49 5 lijnvormig raakt. De stang 51 vormt niet alleen één geheel met de taats 50 maar vormt bij voorkeur eveneens één geheel met een steunplaat 52, die aan het van de taats 50 afgekeerde einde van de stang 51 is opgesteld. De steunplaat 52 strekt zich in een richting loodrecht op de hartlijn 53 van de stang 51 uit en bezit een cilindervormig buitenoppervlak 54 dat coaxiaal om de hartlijn 53 is gelegen. Het van de taats 50 afgelegen bovenoppervlak van de steunplaat 52 ligt aan tegen een in opwaartse richting gewelfd deel 55 10 van de bodemplaat van het huis 4 van de computer 1. De steunplaat wordt zowel aan zijn naar het toetsenbord 9 gekeerde zijde als naar zijn op de laatstgenoemde zijde aansluitende zijkanten en tevens aan het grootste deel van zijn onderzijde opgesloten door een houder 56 die de vorm van een doorgezette plaat bezit en die buiten de omtrek van de steunplaat 52 door middel van bouten 57 aan het deel 55 van de bodemplaat van de computer is bevestigd. Met betrekking tot de vormgeving van de houder 56 wordt tevens 15 verwezen naar figuur 4. Zoals uit figuur 4 blijkt, bezit het aan de onderzijde van de steunplaat 52 gelegen deel van de houder 56 een uitsparing 58 aan het - gerekend ten opzichte van de richting A vóór de stang 51 gelegen deel van de houderplaat 56. Deze uitsparing heeft een zodanige breedte dat de stang 51 vanuit de in figuur 4 getekende stand uit de houder 56 kan worden geschoven, in de in de figuren 3 en 4 getekende opstelling wordt het in de richting A uitschuiven van de stang 51 echter verhinderd door een, 20 gerekend ten opzichte van de richting A, vóór de steunplaat 52 aanwezige bladveer 59 die met een uiteinde 60 tegen het buitenoppervlak 54 van de steunplaat 52 aanligt Aan het van het uiteinde 60 van de veer 59 afgelegen einde is de veer star bevestigd tegen de onderzijde van het deel 55 van de bodemplaat van het huis 4 van de computer 1. Het deel van de bodemplaat 55 dat recht boven de veer 59 is gelegen is uitgevoerd in de vorm van een opwaartse verdieping van het deel 55 van het huis 4, zodanig dat indien de 25 veer 59 tegen zijn veerkracht in opwaarts in deze verdieping wordt opgebogen, de veer 59 in zijn geheel boven het bovenvlak van de steunplaat 52 is gelegen, zodat de steunplaat 52 tezamen met de stang 51, de bol 50 en de ondersteuning 2 via de uitsparing 58 uit de houder 56 kan worden geschoven zodat op deze wijze de computer 1 los van de ondersteuning 2 komt. Het deel 55 van de bodemplaat van het huis 4 is ten opzichte van het overige deel van de bodemplaat zodanig opwaarts gewelfd, dat het ondervlak van de 30 houder 56 boven het vlak van dit overige deel ligt Dit platte overige deel strekt zich nabij de voorzijde van de computer, alsmede aan weerszijden naar het deel 55 uit zodat de computer op stabiele wijze op een tafelblad kan rusten.The inner surface 48 closely encloses a steel or plastic pivot 50 which is in the shape of the major part of a sphere. The pivot 50 transitions at its top into a cylindrical rod 51, the diameter of which is selected such that when the spherical pivot 50 pivots about its center, the surface of the rod 51, calculated from its vertical position, at an angle of about 10-20 ° can pivot before the outer surface of the rod 51 touches the conical surface 49 5 in a line shape. The rod 51 not only integrates with the pivot 50 but preferably also integrates with a support plate 52 disposed at the end of the rod 51 remote from the pivot 50. The support plate 52 extends in a direction perpendicular to the axis 53 of the rod 51 and has a cylindrical outer surface 54 coaxial about the axis 53. The top surface of the support plate 52 remote from the pivot 50 abuts an upwardly domed portion 55 10 of the bottom plate of the housing 4 of the computer 1. The support plate is both on its side facing the keyboard 9 and on its up Sides adjoining the latter side and also enclosed at the major part of its underside by a holder 56 which has the shape of a bent plate and which extends outside the periphery of the support plate 52 by means of bolts 57 to the part 55 of the bottom plate of the computer is attached. With regard to the design of the holder 56, reference is also made to figure 4. As can be seen from figure 4, the part of the holder 56 situated on the underside of the support plate 52 has a recess 58 in relation to the direction. A part of the holder plate 56 located in front of the rod 51. This recess has such a width that the rod 51 can be pushed out of the holder 56 from the position shown in figure 4, in the arrangement shown in figures 3 and 4 it is the extension A of the rod 51 is prevented, however, prevented by a leaf spring 59 present in front of the support plate 52, calculated relative to the direction A, which end has an end 60 against the outer surface 54 of the support plate 52. the spring 59 remote end, the spring is rigidly secured to the underside of the part 55 of the bottom plate of the housing 4 of the computer 1. The part of the bottom plate 55 which is situated directly above the spring 59 s designed in the form of an upward recess of the part 55 of the housing 4, such that if the spring 59 is bent upwardly in this recess against its resilience, the spring 59 as a whole is above the top surface of the support plate 52 so that the support plate 52, together with the rod 51, the bulb 50 and the support 2, can be pushed out of the holder 56 via the recess 58, so that the computer 1 is released from the support 2 in this way. The part 55 of the bottom plate of the housing 4 is curved upwardly relative to the other part of the bottom plate, so that the bottom surface of the holder 56 lies above the plane of this other part. This flat remaining part extends near the front side of the computer, as well as to the part 55 on either side, so that the computer can rest stably on a table top.

De boringen 40 en 44 van het busvormige deel 37 respectievelijk het klemstuk 42 omsluiten een klemmiddel in de vorm van een stang 61 (figuur 3), waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn 41. Tegen 35 de onderzijde van het busvormig deel 47 ligt een ringvormig drukstuk 62, dat de stang 61 eveneens omsluit en aan zijn onderzijde een cilindervormige opening 63 bezit, waardoor de stang 61 in neerwaartse richting uit het drukstuk 62 treedt. De stang 61 is aan zijn onderzijde voorzien van een star met de stang 61 verbonden handgreep 64. Het bovenste uiteinde van de stang 61 is in een opening 65 gelegen die in de bovenzijde van het klemstuk 42 is aangebracht en dat rondom de hartlijn 41 is gelegen. Dit bovenste deel 40 van de stang 61 is voorzien van schroefdraad. Op de schroefdraad is een moer 66 gedraaid die zodanig nauw omsloten wordt door de begrenzing van de opening 65 dat de moer 66 niet ten opzichte van het klemstuk 42 kan verdraaien.The bores 40 and 44 of the bush-shaped part 37 and the clamping piece 42 enclose a clamping means in the form of a rod 61 (figure 3), the center line of which coincides with the center line 41. Against the underside of the bush-shaped part 47 there is an annular gland 62, which also encloses rod 61 and has a cylindrical opening 63 on its underside, through which rod 61 exits downwardly from gland 62. The rod 61 is provided on its underside with a handle 64 rigidly connected to the rod 61. The upper end of the rod 61 is located in an opening 65 which is arranged in the top of the clamping piece 42 and which is located around the centerline 41 . This upper part 40 of the rod 61 is threaded. A nut 66 is screwed onto the screw thread, which is tightly enclosed by the boundary of the opening 65 so that the nut 66 cannot rotate relative to the clamping piece 42.

Binnen het busvormige deel 37 is ter hoogte van de hartlijn 38 een de stang 61 omgevend conisch gevormd klemstuk 67 aangebracht dat binnen de boring 40 is gelegen en aan zijn onderzijde belast wordt 45 door een drukveer 68, die afsteunt op een borst van de stang 61. Op analoge wijze is ter hoogte van de hartlijn 46 een conisch gevormd klemstuk 69 aangebracht dat binnen de boring 44 is gelegen en door middel van een drukveer 70 in opwaartse richting wordt belast. De drukveer 70 steunt aan zijn onderzijde af op een borst van de stang 61. Elk der beide klemstukken 67 en 69 bezit een kegelvormig buitenoppervlak dat in opwaartse richting covergeert. De beide klemstukken 67 omsluiten de stang 61 op nauw passende 50 wijze.Within the sleeve-shaped part 37, at the center line 38, a conically shaped clamping piece 67 surrounding the rod 61 is disposed, which is located inside the bore 40 and is loaded at its bottom 45 by a compression spring 68, which rests on a breast of the rod 61 In an analogous manner, at the center line 46, a conically shaped clamping piece 69 is arranged which is located within the bore 44 and is loaded upwards by means of a compression spring 70. The compression spring 70 rests on its underside on a breast of the rod 61. Each of the clamping pieces 67 and 69 has a conical outer surface which covers upwards in the upward direction. The two clamping pieces 67 enclose the rod 61 in a tightly fitting manner.

Om de hartlijnen 38 en 46 zijn boringen 71 respectievelijk 72 aangebracht, die enerzijds uitmonden in de boringen 40 respectievelijk 44 en anderzijds uitmonden op de buitenomtrek van het bovenste deel van de draagpijp 25 respectievelijk de taats 50. In elk der boringen 71 en 72 is een in de bijbehorende boring passend cilindervormig schuifstuk 73 respectievelijk 74 gelegen, die aan een einde passend aanliggen 55 tegen de klemstukken 67 respectievelijk 69 en aan hun andere einden passend aanliggen tegen de buitenomtrek van de draagpijp 25 respectievelijk de taats 50.Boreholes 71 and 72 are provided around the center lines 38 and 46, which, on the one hand, open into the bores 40 and 44 and, on the other hand, open out onto the outer circumference of the upper part of the support pipe 25 and the pivot 50, respectively. in the associated bore fitting cylindrical sliding piece 73 and 74 respectively, which fit one end 55 to the clamping pieces 67 and 69 respectively and which fit their other ends to the outer circumference of the support pipe 25 and the pivot 50 respectively.

Indien door bediening van de handgreep 64 de stang 61 ten opzichte van de moer 66 opwaarts wordt 5 194101 geschroefd worden de klemstukken 67 en 69 via de drukveren 68 respectievelijk 70 in opwaartse richting gedrukt. De asvormige schuifstukken 73 en 74 liggen tegen het kegelvormig buitenoppervlak van het bijbehorende klemstuk 67 respectievelijk 69 passend aan. Indien deze klemstukken nu door de zich opwaarts bewegende stang 61 in opwaartse richting worden gedrukt, worden de schuifstukken of fixeer-5 middelen 73 respectievelijk 74 gedwongen zich in de richting van de draagpijp 25 respectievelijk de taats 50 te bewegen. Hierdoor wordt zowel de draagpijp 25 als de taats 50 door middel van één handeling tegen de houder 33 respectievelijk het draagstuk 43 door wrijvingskracht gefixeerd. Tengevolge van de reactiekracht drukken de fixeermiddelen 73 en 74 eveneens tegen de klemstukken 67 en 69, die op hun beurt tegen de stang 61 worden gedrukt, zodat tengevolge hiervan een onderlinge fixering van de zwenkarmen 33 en 43 10 optreedt. Indien de stang 61 ten opzichte van de moer 66 neerwaarts wordt gedraaid vervallen de beide genoemde fixeringen tegelijkertijd. De aanwezigheid van de veren 68 en 70 maken de noodzaak van een hoge precisie van de opstelling van de klemstukken 67 en 69 overbodig.When the rod 61 is screwed upwardly relative to the nut 66 by operating the handle 64, the clamping pieces 67 and 69 are pressed upwardly via the compression springs 68 and 70, respectively. The shaft-shaped sliders 73 and 74 fit snugly against the conical outer surface of the associated clamping piece 67 and 69, respectively. If these clamping pieces are now pressed upwards by the upwardly moving rod 61, the sliding pieces or fixing means 73 and 74 are forced to move in the direction of the carrying pipe 25 and the pivot 50, respectively. As a result, both the support pipe 25 and the pivot 50 are fixed by frictional force against the holder 33 and the support piece 43, respectively, by one operation. As a result of the reaction force, the fixing means 73 and 74 also press against the clamping pieces 67 and 69, which in turn are pressed against the rod 61, so that as a result of this a mutual fixing of the pivoting arms 33 and 43 occurs. If the rod 61 is turned downwards relative to the nut 66, the two fixings mentioned at the same time are omitted. The presence of the springs 68 and 70 obviates the need for high precision of the arrangement of the clamping pieces 67 and 69.

De zwenkarmen 33 en 43 zijn ten opzichte van elkaar verzwenkbaar om de hartlijn 41. Deze ver-zwenking vindt plaats ter plaatse van een aanlegvlak tussen de houder 33 en het draagstuk 43. Een stift 75, 15 die ten dele in het bovenste busvormige deel 37 van de houder 43 is gelegen en ten dele in een groef 76 steekt die rondlopend in het onderste busvormige deel van het klemstuk 42 is aangebracht, verhindert een onderling axiale verschuiving van de houder 33 ten opzichte van het draagstuk 43, maar laat onderlinge verzwenking om de hartlijn 41 toe.The pivoting arms 33 and 43 are pivotable relative to each other about the centerline 41. This pivoting takes place at the location of a contact surface between the holder 33 and the support piece 43. A pin 75, 15 which is partly in the upper sleeve-shaped part 37 of the holder 43 and partly inserted in a groove 76 which is arranged circumferentially in the lower sleeve-shaped part of the clamping piece 42 prevents mutually axial displacement of the holder 33 with respect to the carrying piece 43, but allows mutual pivoting about the centerline 41.

Indien nu, zoals hiervoor is beschreven, de stang 61 ten opzichte van de moer 60 opwaarts wordt 20 geschroefd wordt het klemstuk 42 in een richting evenwijdig aan de hartlijn 41 met kracht op het busvormige deel 37 gedrukt en wel ter plaatse van een ringvormig aanlegvlak 77 tussen deze delen. Hierbij treedt eveneens een fixering tussen de zwenkarmen 33 en 43 op. Dit aanlegvlak 77 bezit bij voorkeur een geruwd oppervlak.If, as described above, the rod 61 is screwed upwards with respect to the nut 60, the clamping piece 42 is pressed forcefully onto the sleeve-shaped part 37 in a direction parallel to the centerline 41, this at the location of an annular contact surface 77 between these parts. A fixing between the pivot arms 33 and 43 also occurs here. This abutment surface 77 preferably has a roughened surface.

Hieruit volgt dat door het aandraaien respectievelijk losdraaien van de handgreep 64 niet alleen een 25 klemming van de zwenkarm 33 ten opzichte van de draagpijp 25 en een klemming van de zwenkarm 43 ten opzichte van de taats 50 plaatsvindt, maar tevens een onderlinge klemming van de houder 33 ten opzichte van het draagstuk 43. De bediening van de handgreep 64, dat wil zeggen een axiale verschuiving van de stang 61, resulteert derhalve in een drievoudige functie. Bij een neerwaartse verdraaiing van de stang 61 kan ten gevolge van een verminderde aanlegdruk op het vlak 77 het draagstuk 43 ten opzichte van de 30 houder 33 verzwenkt worden om de hartlijn 41. De hartlijnen 38 en 46 blijven daarbij in onderling evenwijdige, loodrecht op de hartlijn 41 opgestelde vlakken gelegen.It follows that by tightening or loosening the handle 64 not only a clamping of the pivoting arm 33 relative to the carrying pipe 25 and a clamping of the pivoting arm 43 relative to the pivot 50 take place, but also a mutual clamping of the holder 33 with respect to the support piece 43. The operation of the handle 64, i.e. an axial displacement of the rod 61, therefore results in a threefold function. When the rod 61 is turned downwards, the bearing piece 43 can be pivoted with respect to the holder 33 relative to the holder 33 as a result of a reduced application pressure on the surface 77. The shafts 38 and 46 thereby remain mutually parallel, perpendicular to the planes arranged in axis 41.

Resumerend wordt vastgesteld dat door het lossen van het klemmiddel 26 de draagpijp 25 ten opzichte van de steunpijp 24 (en daarmede de op de ondersteuning 2 bevestigde computer 1) open neerwaarts kan worden verschoven. Door bediening van het klemmiddel 61, 64, 67, 69, 73, 74 waarbij de stang 61 35 neerwaarts wordt geschroefd, kan: 1. De zwenkarm 33 ten opzichte van de draagpijp 25 om de hartlijn 39 worden verzwenkt (eerste scharnier).In summary, it is established that by releasing the clamping means 26 the support pipe 25 can be shifted open downwards relative to the support pipe 24 (and with it the computer 1 mounted on the support 2). By operating the clamping means 61, 64, 67, 69, 73, 74 in which the rod 61 35 is screwed downwards: 1. The pivoting arm 33 can be pivoted about the center line 39 with respect to the carrying pipe 25 (first hinge).

2. De zwenkarm 43 ten opzichte van de houder 33 om de hartlijn 41 worden verzwenkt (tweede scharnier).2. The pivoting arm 43 is pivoted about the centerline 41 relative to the holder 33 (second hinge).

3. De taats 50 en daarmede de gehele computer 1 ten opzichte van de zwenkarm 43 worden verzwenkt 40 (derde scharnier).3. The pivot 50 and thereby the entire computer 1 are pivoted relative to the pivoting arm 43 (third hinge).

Door bediening van de handgreep 64 waarbij de stang 61 opwaarts wordt geschroefd worden de hiervoor ' genoemde drie verzwenkingsmogelijkheden van de scharnieren opgeheven waarbij de onderlinge standen op gewenste wijze door wrijvingskrachten worden gefixeerd.By operating the handle 64 in which the rod 61 is screwed upwards, the aforementioned three pivotal possibilities of the hinges are canceled, whereby the mutual positions are fixed in a desired manner by frictional forces.

Daarnaast kan de door opwaarts bewegen van een bladveer 59 de computer 1 in de richting A uit de 45 houder 46 worden geschoven en daarmee van de ondersteuning 2 worden verwijderd.In addition, by moving a leaf spring 59 upwards, the computer 1 can be pushed out of the holder 46 in the direction A and thus be removed from the support 2.

De dimensionering van de ondersteuning 2 is zodanig dat in de meest in aanmerking komende standen van de ondersteuning 2 het draagstuk 43 en de houder 33 niet buiten de omtrek van de computer 1 uitsteken. De meest extreme stand van de computer 1 ten opzichte van de bus 21 is bereikbaar door vanuit de in figuur 3 getekende stand de zwenkarm 43 om de hartlijn 41 ten opzichte van de zwenkarm 33 over 50 een hoek van 180° te verzwenken.The dimensioning of the support 2 is such that in the most suitable positions of the support 2 the carrying piece 43 and the holder 33 do not protrude beyond the periphery of the computer 1. The most extreme position of the computer 1 with respect to the sleeve 21 is attainable by pivoting the pivot arm 43 from the position shown in figure 3 around the axis 41 with respect to the pivot arm 33 by an angle of 180 °.

De ondersteuning 2 biedt derhalve een universele verstellingsmogelijkheid van de computer 1 ten opzichte van de bus 21; deze mogelijkheden zijn in het bijzonder van belang indien de computer in een beperkte ruimte van een voertuig wordt opgesteld zodat alle mogelijkheden aanwezig zijn om de stand van het toetsenbord 9 en het beeldscherm 7 ten opzichte van de bedieningspersoon (die op de bestuurders-55 zitplaats of op een andere plaats in het voertuig is gezeten) te bewerkstelligen. De scharnieren van de ondersteuning 2 en de verschuifbaarheid 24, 25 bieden daartoe vier vrijheidsgraden van beweging, door de aanwezigheid van het bolschamier 47, 50 in wezen meer dan vier vrijheidsgraden van beweging.The support 2 therefore offers a universal adjustment possibility of the computer 1 relative to the bus 21; these capabilities are especially important if the computer is positioned in a confined space of a vehicle so that all options are available for the position of the keyboard 9 and the display 7 relative to the operator (the one on the driver's seat 55 or been seated elsewhere in the vehicle). To this end, the hinges of the support 2 and the displaceability 24, 25 provide four degrees of freedom of movement, due to the presence of the ball hinge 47, 50 essentially more than four degrees of freedom of movement.

194101 6194101 6

De ondersteuning 2 is althans gedeeltelijk uit flexibele kunststof vervaardigd. In het bijzonder de zwenkarmen 33 en 43 komen in aanmerking voor vervaardiging uit een veerkrachtige, taaie kunststofsoort waardoor de computer minder onderhevig is aan versnellingspieken ten gevolge van stoten of trillingen van het voertuig.The support 2 is at least partly made of flexible plastic. In particular, the swing arms 33 and 43 are suitable for manufacture from a resilient, tough type of plastic, so that the computer is less susceptible to acceleration peaks due to impact or vibration of the vehicle.

5 Naast het gebruik van de computer in het voertuig door middel van de ondersteuning 2 blijft het mogelijk de computer 1 in een bedrijfs- of kantoorruimte op een tafel toe te passen. Daartoe wordt opgemerkt dat het opwaarts gewelfde deel 55 van de bodemplaat van het computerhuis 4 slechts een beperkt deel van de met het verwijzingscijfer 78 aangegeven bodemplaat inneemt. Zoals uit figuur 4 blijkt, strekt de vlakke bodemplaat 78, waarmede de computer op een tafel kan worden afgesteund, zich niet alleen over het gedeelte 10 onder het toetsenbord 9 uit maar ook aan weerszijden van de houder 56 tot aan de achterzijde van de computer 1 toe; het ondervlak van de houder 56 ligt op korte afstand boven het ondervlak van de bodemplaat 78.5 In addition to the use of the computer in the vehicle by means of the support 2, it remains possible to use the computer 1 on a table in a company or office space. For this purpose it is noted that the upwardly curved part 55 of the bottom plate of the computer housing 4 occupies only a limited part of the bottom plate indicated by the reference numeral 78. As can be seen from figure 4, the flat bottom plate 78, with which the computer can be supported on a table, extends not only over the part 10 under the keyboard 9 but also on both sides of the holder 56 to the back of the computer 1 please; the bottom surface of the holder 56 is a short distance above the bottom surface of the bottom plate 78.

Daar een mogelijk storende invloed van de lichtinval op het beeldscherm 7 bij het gebruik van de computer in voertuigen een belangrijke rol kan spelen is in het uitvoeringsvoorbeeld het beeldscherm 15 gerekend vanaf zijn bovenrand in neerwaartse richting onder een hoek van ongeveer 20° voorover hellend opgesteld en is gerekend in de richting A (figuur 1) vóór een uitstekende rand 79 van het huis 4 gelegen.Since a possible disturbing influence of the light incident on the screen 7 can play an important role in the use of the computer in vehicles, in the exemplary embodiment the screen 15 is inclined forwardly inclined from its top edge at an angle of approximately 20 ° and is calculated in the direction A (figure 1) in front of a protruding edge 79 of the housing 4.

Het beeldscherm 7 is gerekend in verticale richting ongeveer recht boven het toetsenbord 9 gelegen. De overstekende rand 79 ligt ongeveer recht boven de naar de gebruiker toegekeerde rand van het toetsenbord 9.The screen 7 is, calculated in vertical direction, located approximately directly above the keyboard 9. The protruding edge 79 is approximately directly above the user-facing edge of the keyboard 9.

20 De computer 1 kan zijn voorzien van een, bij voorkeur ingebouwde, drukinrichting (printer) voor het vastleggen van in het voertuig ter beschikking gekomen, door de computer opgenomen gegevens. Deze gegevens kunnen zijn verkregen door middel van nog aan te duiden sensoren.The computer 1 can be provided with a, preferably built-in, printing device (printer) for recording data made available in the vehicle by the computer. These data can be obtained by means of sensors yet to be designated.

Daar tijdens het gebruik van de computer in het veld, respectievelijk in een voertuig, een ongewenste bovenmatige verwarming van de computer ten gevolge van invallend zonlicht kan ontstaan, wordt voorge-25 steld het huis van de computer, in het bijzonder de bovenwand van de computer te voorzien van een isolatielaag, die is aangebracht op de slagvaste kunststofbehuizing 4. Deze isolatielaag kan echter ook aan de zijwanden en aan de achterwand worden aangebracht. Een dergelijke isolatie is in het bijzonder van belang aangezien de elektronische onderdelen met betrekking tot de temperatuur aan een bovengrens zijn gebonden.Since during the use of the computer in the field or in a vehicle, an undesired excessive heating of the computer can occur as a result of incident sunlight, it is proposed to house the computer, in particular the top wall of the computer to be provided with an insulating layer, which is applied to the impact-resistant plastic housing 4. However, this insulating layer can also be applied to the side walls and to the rear wall. Such insulation is particularly important since the electronic parts are bound to an upper limit with respect to temperature.

30 Delen van het huis 4 worden bij voorkeur eveneens voorzien van een flexibele laag, die in het bijzonder aan de randen van het huis 4 zijn aangebracht en tevens rond de handgreep 6. Aangezien in een voertuig in een beperkte ruimte met de computer wordt gewerkt is de kans dat een bedieningspersoon of een andere persoon tegen de computer stoot betrekkelijk groot ten nadele van zowel de computer als de persoon.Parts of the housing 4 are preferably also provided with a flexible layer, which are in particular arranged on the edges of the housing 4 and also around the handle 6. Since the computer is used in a limited space, the chances of an operator or other person bumping into the computer are relatively high to the detriment of both the computer and the person.

Hierbij wordt opgemerkt dat bij een juiste keuze van het materiaal de hiervoor genoemde isolatielaag als wel 35 de flexibele laag in één materiaalsoort kan worden verenigd. Hierbij wordt gewezen op bekende schuim-kunststoffen, die in het bijzonder voor een opbouwlaag voor dakbedekkingen worden toegepast welke kunststoffen beide eigenschappen bezitten.It is noted here that with a correct choice of material the aforementioned insulating layer as well as the flexible layer can be combined into one material type. Reference is made here to known foam plastics, which are used in particular for a building layer for roofing materials, which plastics have both properties.

Een toepassing van de door de ondersteuning 2 afgesteunde computer in de cabine van een vrachtwagen is in figuur 5 afgebeeld in het geval van een tankwagen 80 die vloeistoffen aflevert of ophaalt, waarbij 40 de computer in de cabine 81 van de trekker van de wagen is opgesteld. Hierbij kan een sensor 82 voor het meten van de hoeveelheid doorstromende vloeistof per tijdseenheid of doorgestroomde totale hoeveelheid nabij de uitlaatopening van de tank zijn opgesteld, maar ook kan aan een sensor 83 worden gedacht die het veranderende gewicht van de tank met inhoud ten opzichte van de achterwielen 84 registreert. De sensor 82 en/of 83 is aangesloten op de computer zodat de bestuurder In staat is om de in- of uitstromende 45 hoeveelheden of gewichten lading vast te stellen aan de hand van het beeldscherm 7 of de printer; de uitdraai van de printer kan als afleveringsbewijs dienen en tevens als boekhoudstuk; de gegevens verblijven echter ook in het computergeheugen ten dienste van de boekhouding van de transporteur. Deze toepassing geldt uiteraard eveneens voor vrachtauto’s met wisselende lading. Indien de computer 1 met behulp van de ondersteuning 2 in een cabine 85 van een maaidorser 86 is opgesteld (figuur 6) kan het gewicht van het 50 graan in de voorraadruimte door middel van een sensor 87 worden gemeten maar tevens kunnen de graanverliezen nabij een uiteinde van de trekker door middel van een sensor 88 worden gemeten en in de computer worden geregistreerd om de doelmatigheid van het dorsproces te kunnen bepalen.An application of the computer in the cabin of a truck supported by the support 2 is shown in figure 5 in the case of a tank truck 80 delivering or collecting liquids, 40 the computer being arranged in the cabin 81 of the tractor of the truck. . A sensor 82 for measuring the amount of liquid flowing through per unit of time or total quantity flowed through can be arranged near the outlet opening of the tank, but it is also possible to think of a sensor 83 that measures the changing weight of the tank with respect to the volume of the tank. rear wheels 84 register. The sensor 82 and / or 83 is connected to the computer so that the driver is able to determine the inflowing or outflowing quantities or weights of cargo by means of the screen 7 or the printer; the printout of the printer can serve as proof of delivery and also as an accounting document; however, the data also resides in the computer memory for the benefit of the transporter's accounts. Naturally, this application also applies to trucks with varying loads. If the computer 1 is placed in a cabin 85 of a combine harvester 86 with the aid of the support 2 (figure 6), the weight of the grain in the storage space can be measured by means of a sensor 87, but the grain losses can also be measured near one end. of the tractor by means of a sensor 88 and recorded in the computer in order to determine the efficiency of the threshing process.

Indien de computer 1 door middel van zijn ondersteuning 2 in de cabine 89 van een landbouwtrekker is opgesteld (figuur 7) kan een sensor 90 nabij elk zijdelings uiteinde van een grondbewerkingswerktuig, in dit 55 geval een eg met om opwaartse assen roterende tanden, worden opgesteld. Dergelijke sensors 90, uitgevoerd als op zichzelf bekende opnemers van de vochtigheidsgraad van de grond aan het oppervlak ervan, kunnen in dit geval met voordeel worden toegepast. De sensors 90 worden aangebracht nabij de -If the computer 1 is arranged by means of its support 2 in the cab 89 of an agricultural tractor (figure 7), a sensor 90 can be arranged near each lateral end of a soil tillage implement, in this case a harrow with tines rotating about upward axes. . In this case, such sensors 90, designed as per se known sensors for the moisture content of the soil at its surface, can be used advantageously. The sensors 90 are placed near the -

Claims (21)

1. Computer, die door een persoon draagbaar en verplaatsbaar is en die voorzien is van ten minste één huis en ten minste één ondersteuning, met het kenmerk, dat de ondersteuning is voorzien van ten minste twee op afstand van elkaar gelegen, door middel van fixeermiddelen vergrendelbare scharnieren, welke 30 fixeermiddelen met slechts één handgreep bedienbaar zijn.1. Computer, which is portable and movable by a person and which is provided with at least one housing and at least one support, characterized in that the support is provided with at least two spaced apart by means of fixing means lockable hinges, which fixation means can be operated with only one handle. 2. Computer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ondersteuning drie scharnieren bezit, die met slechts de handgreep vergrendelbaar zijn.Computer according to claim 1, characterized in that the support has three hinges, which can be locked with only the handle. 3. Computer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ondersteuning een eerste, om een eerste in hoofdzaak verticale as schamierbare zwenkarm, een tweede, om een tweede in hoofdzaak verticale ets 35 schamierbare zwenkarm, die met de eerste zwenkarm is verbonden, alsmede een alzijdig zwenkbaar bolschamier omvat3. Computer as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the support has a first pivot arm pivotable about a first substantially vertical axis, a second pivot arm pivotable about a second substantially vertical etch 35, which is connected to the first pivot arm as well as an all-round pivoting ball joint 4. Computer volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen een asvormig deel omvatten, dat in de vergrendelstand op ten minste twee plaatsen met kracht tegen een klemstuk aanligt.4. Computer as claimed in any of the claims 1-3, characterized in that the fixing means comprise an axis-shaped part which in the locking position abuts against a clamping piece in at least two places with force. 5. Computer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het asvormige deel verschuifbaar door een 40 zwenkarm van de ondersteuning wordt geleid.5. Computer according to claim 4, characterized in that the shaft-shaped part is slidably guided through a pivot arm of the support. 6. Computer volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat twee op afstand van elkaar gelegen klemstukken door het asvormige deel bekrachtigbaar zijn.6. Computer as claimed in any of the claims 1-5, characterized in that two spaced clamping pieces can be energized by the shaft-shaped part. 7. Computer volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat op ten minste twee plaatsen een conisch gevormd oppervlak van het asvormige deel passend aanligt tegen een klemstuk.Computer according to claim 6, characterized in that a conical shaped surface of the shaft-shaped part abuts against a clamping piece in at least two places. 7 194101 gerekend ten opzichte van de rijrichting B - voorzijde van het grondbewerkingswerktuig. Tijdens het eggen in de rijrichting B zijn de sensors 90 in aanraking met nog ongeëgde grond die aan zijn oppervlakte een kleinere vochtigheid bezit dan een direct daarnaast gelegen strook reeds geëgde grond. Door de trekker zo te besturen dat een der sensors 90 zo veel mogelijk afwisselend een kleinere resp. een hogere vochtigheid 5 registreert en zichtbaar maakt op het beeldscherm van de computer 1 kan de bestuurder nauwkeurig langs de voorheen geëgde grondstrook sturen. Indien een kunstmeststrooier 92 aan een landbouwtrekker is gekoppeld (figuur 8) kan een sensor 93 of meerdere sensoren op een plaats worden opgesteld waar het gewicht van de bak van de strooier op de wielen 94 van de strooier rust. Op deze wijze meet de sensor 93 voortdurend de gewichtsvermindering in 10 de bak en daarmede de hoeveelheid uitgestrooide kunstmest. Deze gegevens kunnen in de computer worden ingebracht en een deel vormen van de kostprijsberekeningen van de zaadbedbereiding. Deze kostprijsberekeningen kunnen na thuiskomst worden uitgewerkt door de computer 1 van de ondersteuning 2 los te nemen en op een tafel of in een kantoorruimte te plaatsen voor verdere uitwerking. Bij de toepassing volgens figuur 9 wordt een optische leesinrichting 95 geplaatst nabij de uitlaatopening 15 van een vrachtwagen (figuur 9) waarbij de computer 1, opgesteld op de ondersteuning 2 in de cabine 96 van de vrachtwagen is geplaatst. Bij het laden resp. uitladen van voorwerpen zoals bijvoorbeeld kratten of dozen 97 kan de inrichting 95 het aantal geladen of uitgeladen dozen tellen dat de uitlaatopening passeert Het is hierbij ook mogelijk dat de optische leesinrichting de gegevens van een zogenaamde streepjescode opneemt die op de voorwerpen 97 voorkomt, waardoor eveneens de aard van de gehanteerde vracht in de 20 computer wordt vastgelegd. Na thuiskomst kan de computer 1 van de ondersteuning 2 worden losgenomen en kunnen opgenomen gegevens bijvoorbeeld eveneens voor kostprijsberekening of ladingscontrole worden verwerkt op een in een kantoorruimte opgestelde tafel. j7 194101 in relation to the direction of travel B - front of the tillage implement. During harrowing in the direction of travel B, the sensors 90 come into contact with still unyielded soil which has a smaller moisture on its surface than an immediately adjacent strip of already cleared soil. By controlling the tractor in such a way that one of the sensors 90 alternately alternates between a smaller resp. registers a higher humidity 5 and makes it visible on the screen of the computer 1, the driver can steer accurately along the previously cleared ground strip. If a fertilizer spreader 92 is coupled to an agricultural tractor (figure 8), a sensor 93 or several sensors can be arranged in a place where the weight of the spreader box rests on the spreader wheels 94. In this way, the sensor 93 continuously measures the weight reduction in the tray and, with it, the amount of fertilizer spread. These data can be entered into the computer and form part of the cost calculations of the seed bed preparation. These cost price calculations can be worked out after returning home by removing the computer 1 from the support 2 and placing it on a table or in an office space for further elaboration. In the application according to figure 9, an optical reading device 95 is placed near the outlet opening 15 of a truck (figure 9), the computer 1 arranged on the support 2 being placed in the cabin 96 of the truck. When loading resp. Unloading objects such as, for example, crates or boxes 97, the device 95 can count the number of loaded or unloaded boxes that pass through the outlet opening. It is also possible for the optical reading device to record the data of a so-called barcode which occurs on the objects 97, so that the the nature of the freight used is recorded in the computer. After returning home, the computer 1 can be detached from the support 2 and recorded data can, for example, also be processed for cost price calculation or load control on a table set up in an office space. j 25 Conclusies25 Conclusions 8. Computer volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het asvormige deel in een richting verschuifbaar is die een hoek insluit met de richting van de door het klemstuk uit te oefenen wrijvingskracht8. Computer as claimed in claim 7, characterized in that the shaft-shaped part is slidable in a direction which includes an angle with the direction of the frictional force to be exerted by the clamping piece. 9. Computer volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de verschuivingsinrichting van het asvormige deel samenvalt met die van de hartlijn van het conische oppervlak.Computer according to claim 7 or 8, characterized in that the sliding device of the shaft-shaped part coincides with that of the center line of the conical surface. 10. Computer volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het klemstuk ten minste deel uitmaakt 50 van de vergrendeling van een scharnier.10. Computer as claimed in any of the claims 7-9, characterized in that the clamping piece forms at least 50 of the locking of a hinge. 11. Computer volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat het asvormige deel bij zijn conisch gevormde oppervlakken verend is uitgevoerd.Computer according to any one of claims 7-10, characterized in that the axis-shaped part is resiliently formed on its conically shaped surfaces. 12. Computer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuning een zich opwaarts uitstrekkend telescopisch uitschuifbaar deel omvat, dat de scharnieren afsteuntA computer according to any one of the preceding claims, characterized in that the support comprises an upwardly extending telescopically extendable part which supports the hinges 13. Computer volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het deel op de vloer van een voertuig vastzet-baar is.Computer according to claim 12, characterized in that the part can be secured to the floor of a vehicle. 14. Computer volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het deel twee pijpen omvat, waarvan de 194101 8 ene de andere althans ten dele omsluit.14. Computer as claimed in claim 12 or 13, characterized in that the part comprises two pipes, of which one at least partially encloses the other. 15. Computer volgens een der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat binnen het deel een drukveer is aangebracht die tracht de pijpen uit elkaar te schuiven.A computer according to any one of claims 12-14, characterized in that a compression spring is arranged within the part which tries to slide the pipes apart. 16. Computer volgens een der conclusies 12-15, met het kenmerk, dat de uitschuifbaarheid beperkt is.Computer according to any one of claims 12-15, characterized in that the extendability is limited. 17. Computer volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de uitschuifbaarheid door een buigzame aanslag wordt beperkt.Computer according to claim 16, characterized in that the extensibility is limited by a flexible stop. 18. Computer volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de aanslag een koord is, waarvan een einde aan de pijp en het andere einde aan de andere pijp is bevestigd.Computer according to claim 17, characterized in that the stop is a cord, one end of which is attached to the pipe and the other end to the other pipe. 19. Computer volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de bevestigingen nabij de van elkaar af gelegen 10 einden van de pijpen zijn aangebracht.19. Computer as claimed in claim 18, characterized in that the fixings are arranged near the ends of the pipes which are apart from each other. 20. Computer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een der scharnieren een bolscharnier is.A computer according to any one of the preceding claims, characterized in that one of the hinges is a ball joint. 21. Computer volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de computer rechtstreeks door het bolscharnier afsteunbaar is. Hierbij 4 bladen tekeningComputer according to claim 20, characterized in that the computer can be supported directly by the ball joint. Hereby 4 sheets drawing
NL8403925A 1984-10-22 1984-12-24 Movable computer. NL194101C (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403925A NL194101C (en) 1984-12-24 1984-12-24 Movable computer.
US06/790,302 US4733838A (en) 1984-10-22 1985-10-22 Transportable computer
US06/790,301 US4684089A (en) 1984-10-22 1985-10-22 Computer with universal input member for use on stationary and mobile platforms
EP85201722A EP0183288A3 (en) 1984-10-22 1985-10-22 Versatilely applicable computer
EP85201721A EP0182413A1 (en) 1984-10-22 1985-10-22 Transportable computer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403925A NL194101C (en) 1984-12-24 1984-12-24 Movable computer.
NL8403925 1984-12-24

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8403925A NL8403925A (en) 1986-07-16
NL194101B NL194101B (en) 2001-02-01
NL194101C true NL194101C (en) 2001-06-05

Family

ID=19844959

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403925A NL194101C (en) 1984-10-22 1984-12-24 Movable computer.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194101C (en)

Also Published As

Publication number Publication date
NL8403925A (en) 1986-07-16
NL194101B (en) 2001-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4684089A (en) Computer with universal input member for use on stationary and mobile platforms
US6332407B1 (en) Computer work station
US5927745A (en) Foldable utility cart
US5108063A (en) Hospital room computer mounting arm
US5646818A (en) Electronic appliance with lateral support for display unit and keyboard
US4898352A (en) Container stand
US5785472A (en) Convertible support for a header transport wagon
US11485291B2 (en) Assembly for mounting a mobile terminal, and vehicle comprising such a mounting assembly
US5082218A (en) Container stand
US6148738A (en) Steering wheel mountable laptop table
US20150108317A1 (en) Tablet Computer Holder
US20020056794A1 (en) Stand for reading material
WO1999037183A1 (en) Table tennis table top with pivotal legs
US10899280B2 (en) Portable workstation for a vehicle
GB2472689A (en) Trolley with scanner and weighing device
US5026114A (en) Swivel wheelchair tray
CN104981187A (en) Charging stand for a handheld vacuum cleaner
NL194101C (en) Movable computer.
US5052703A (en) Dolly
NL194103C (en) Versatile applicable computer.
US5338054A (en) Cart for hand baggage
US20030094778A1 (en) Transport trolley, especially for the transporting of piece goods
US5405234A (en) Pivotable article retaining apparatus to invert and store a collapsible water storage tank on a vehicle
US20040178304A1 (en) Computer mouse pad
US20050092213A1 (en) Portable plan table for use with trailer hitch

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040701