NL193114C - Winding device for the pull element of retractable slat curtains. - Google Patents
Winding device for the pull element of retractable slat curtains. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193114C NL193114C NL8801719A NL8801719A NL193114C NL 193114 C NL193114 C NL 193114C NL 8801719 A NL8801719 A NL 8801719A NL 8801719 A NL8801719 A NL 8801719A NL 193114 C NL193114 C NL 193114C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- stop
- slats
- shaft
- winding drum
- slide
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/26—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
- E06B9/28—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
- E06B9/30—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
- E06B9/303—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable with ladder-tape
- E06B9/307—Details of tilting bars and their operation
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Blinds (AREA)
- Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
Description
1 1931141 193114
Wikkelinrichting voor het trekelement van optrekbare lamellengordijnenWinding device for the pull element of retractable slat curtains
De uitvinding heeft betrekking op een kantelinrichting voor optrekbare lamellengordijnen, met een opwikkel-as waarop minstens één wikkeltrommel voor een trekelement vast is aangebracht en minstens één 5 kanteielement draagt waaraan de einden van de dragende delen voor de lamellen bevestigd zijn welk kantelelement door middel van minstens één wrijvingskoppeling met de opwikkelas verbonden is en tussen twee eindaanslagen ten opzichte daarvan draaibaar is, en met een stuurdeel, dat een tussenaanslag bezit waartegen een aanslag van het kantelelement bij het omlaag brengen van het lamellengordijn bij een tussenstand van de lamellen tot aanligging komt, waarbij de lamellen in de half geopende stand worden 10 gehouden, welke tussenaanslag kan worden ingesteld in een stand waarin de aanslag van het kantelelement vrijgegeven is, welk stuurdeel voorts een doorlaatopening voor het trekelement bezit, dat in de omlaag gebrachte stand en in de sluitstand van het lamellengordijn aan verschillende zijden van een door de hartlijn van de opwikkelas gaand axiaal vlak ligt, ten opzichte waarvan het trekelement in beide standen op afstand ligt, waarbij de tussenaanslag van het stuurdeel in de tussenstand van de lamellen door de 15 aanslag van het kantelelement door positioneermiddelen, zoals een veer, vastgehouden wordt.The invention relates to a tilting device for retractable slat curtains, with a winding shaft on which at least one winding drum for a pulling element is fixedly mounted and at least one cantilever element to which the ends of the supporting parts for the slats are attached, which tilting element is provided by means of at least one friction clutch is connected to the take-up shaft and is rotatable between two end stops relative thereto, and with a control member having an intermediate stop against which a stop of the tilting element when the slat curtain is lowered lies at an intermediate position of the slats, whereby the slats are held in the half-open position, which intermediate stop can be adjusted in a position in which the stop of the tilting element is released, which control part further has a passage opening for the pulling element, which in the lowered position and in the closing position of the slat curtain to differ the sides of an axial plane passing through the axis of the take-up axis, with respect to which the pulling element is spaced in both positions, the intermediate stop of the control part in the intermediate position of the slats by the stop of the tilting element by positioning means, such as a spring is being held.
Een dergelijke wikkelinrichting is bekend uit de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8.700.562.Such a winding device is known from the non-prepublished Dutch patent application 8,700,562.
Bij deze wikkelinrichting ligt de aanslag van het kantelelement op de tussenaanslag en wordt daar niet op vergrendeld, daardoor kan het stuurdeel na het laten zakken van het lamellengordijn gemakkelijk verscho-20 ven worden naar een stand waarin de aanslag van het kantelelement vrijgegeven wordt, zodat het kantelelement een extra draaiing kan uitvoeren en de lamellen vanuit hun half geopende stand in de sluitstand kunnen worden gekanteld.With this winding device, the stop of the tilting element lies on the intermediate stop and is not locked thereon, so that the control part can be easily moved to a position in which the stop of the tilting element is released after the slat curtain has been lowered, so that the tilt element can perform an additional rotation and the slats can be tilted from their half-open position to the closed position.
De uitvinding heeft ten doel de kantelinrichting verder te ontwikkelen waarbij de lamellen in de neergelaten stand van het lamellengordijn niet gedwongen naar hun sluitstand worden gedraaid, maar in hun half 25 geopende tussenstand blijven.The object of the invention is to further develop the tilting device in which the slats in the lowered position of the slat curtain are not forced to be turned to their closed position, but remain in their half-opened intermediate position.
Dit doel wordt bij de wikkelinrichting van de aangegeven soort volgens de uitvinding bereikt, doordat voor het vergrendelen van het stuurdeel in de tussenstand, de tussenaanslag een verlaging heeft, waarin de aanslag van het kantelelement kan grijpen.This object is achieved with the winding device of the type shown in accordance with the invention in that the intermediate stop has a recess in which the stop of the tilting element can engage to lock the control part in the intermediate position.
Bij de wikkelinrichting volgens de uitvinding is de tussenaanslag van het stuurdeel in de tussenstand van 30 de lamellen vergrendeld door de aanslag van het kantelelement. Wanneer het lamellengordijn volledig neergelaten is, kan het stuurdeel niet worden verplaatst naar zijn stand waarin de aanslag van het kantelelement wordt vrijgegeven, zodat de lamellen hun bij het laten zakken van het lamellengordijn ingenomen tussenstand behouden. De vergrendeling wordt pas opgeheven wanneer de opwikkelas met de wikkeltrommel tegen de afwikkelrichting van het lamellengordijn wordt teruggedraaid, waarbij de aanslag van 35 het kantelelement wordt meegenomen en het stuurdeel wordt vrijgegeven. Pas dan kan hij worden verplaatst naar zijn stand waarin de aanslag van het draaielement wordt vrijgegeven, en waarin dan de lamellen uit hun tussenstand kunnen worden gedraaid naar hun sluitstand. Aldus komen de lamellen bij het laten zakken van het lamellengordijn niet gedwongen bij omlaag gebracht lamellengordijn in hun sluitstand, maar pas wanneer de gebruiker dat wenst.In the winding device according to the invention, the intermediate stop of the control part is locked in the intermediate position of the slats by the stop of the tilting element. When the slat curtain is fully lowered, the control part cannot be moved to the position where the tilt element stop is released, so that the slats retain their intermediate position when the slat curtain is lowered. The locking is only released when the take-up shaft with the winding drum is turned back against the unwinding direction of the slat curtain, whereby the stop of the tilting element is taken along and the control part is released. Only then can it be moved to its position in which the stop of the rotating element is released, and in which the slats can then be turned from their intermediate position to their closed position. Thus, when the slat curtain is lowered, the slats are not forced into their closed position when the slat curtain is lowered, but only when the user wishes.
4040
De genoemde en verdere kenmerken van de uitvinding wordt aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.The said and further features of the invention are further elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the drawing.
Figuur 1 toont een kantelinrichting volgens de uitvinding voor optrekbare lamellengordijnen, gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede; 45 figuur 2 toont gedeeltelijk in eindaanzicht en gedeeltelijk in radiale doorsnede de kantelinrichting volgens figuur 1 in een tussenstand bij het neerlaten van het lamellengordijn; figuur 3 toont, in een met figuur 2 overeenkomende voorstelling, de kantelinrichting in een eindstand na het omlaag brengen van het lamellengordijn; figuur 4 toont, in een met figuur 2 overeenkomende voorstelling, de kantelinrichting in een stand bij het 50 omhoog trekken van het lamellengordijn.Figure 1 shows a tilting device according to the invention for retractable slat curtains, partly in elevation and partly in section; Figure 2 shows partly in end view and partly in radial section the tilting device according to figure 1 in an intermediate position when the slat curtain is lowered; Figure 3 shows, in a representation corresponding to Figure 2, the tilting device in an end position after the slat curtain has been lowered; Figure 4 shows, in a representation corresponding to Figure 2, the tilting device in a position when the slat curtain is pulled upwards.
De kantelinrichting voor optrekbare lamellengordijnen heeft een huis 1, waarin een opwikkelas 2 draaibaar is gelegerd. Daarop zit tegen draaiing geborgd een wikkeltrommel 3, waarop een trekband 4 kan worden gewikkeld. Op de opwikkelas 2 zit een kantelelement 5, dat hulsvormig is uitgevoerd en relatief ten opzichte 55 van de opwikkelas 2 draaibaar is. De niet draaiende verbinding tussen het kantelelement 5 en de opwikkelas 2 wordt tot stand gebracht door een schroefveer 6, die op de opwikkelas zit en omgeven wordt door een deel van bet hulsvormige kantelelement 5. De beide einden van de schroefveer 6 steken radiaal door 193114 2 ongeveer diametraal tegenover elkaar liggende openingen 7 en 8 van het kantelelement 5 naar buiten. De einden van de schroefveer 6 vormen aanslagen 9 en 10, waarvan de tegenaanslagen 11 tot 13 behoren bij een schuif 14, die op een bodem 15 van het huis 1 loodrecht op de as van de opwikkelas 2 verschuifbaar is. Op het kantelelement 5 zijn de einden van twee ladderkoorden 16 bevestigd, waarmee (niet weergege-5 ven) lamellen van het lamellengordijn op bekende wijze in verschillende standen kunnen worden gedraaid.The tilting device for retractable slat curtains has a housing 1 in which a winding shaft 2 is rotatably mounted. A winding drum 3 is secured thereon against rotation, on which a pulling belt 4 can be wound. There is a tilting element 5 on the take-up shaft 2, which has a sleeve-shaped design and is rotatable relative to 55 of the take-up shaft 2. The non-rotating connection between the tilting element 5 and the winding shaft 2 is made by a coil spring 6, which sits on the winding shaft and is surrounded by a part of the sleeve-shaped tilting element 5. The two ends of the coil spring 6 project radially through 193114 2 openings 7 and 8 of the tilting element 5 approximately diametrically opposite to one another. The ends of the coil spring 6 form stops 9 and 10, the counterstops 11 to 13 of which belong to a slide 14, which is slidable on a bottom 15 of the housing 1 perpendicular to the axis of the take-up shaft 2. The ends of two ladder cords 16 are fastened to the tilting element 5, with which slats of the slat curtain (not shown) can be rotated in different positions in known manner.
De schuif 14 heeft een op de bodem 15 aan het huis liggend basislichaam 17, waaraan een concentrisch ten opzichte van het kantelelement 15 verlopende uitsteeksel 18 aansluit (figuur 2). Dit strekt zich op afstand van het kantelelement 5 uit over een omtrekshoek van ongeveer 90°. De kopzijde van het uitsteeksel 18 vormt de tegenaanslag 11 voor het ene einde 9 van de schroefveer, dat axiaal is omgezet, 10 zodat het met de tegenaanslag 11 kan samenwerken. De kopzijde 11 van het uitsteeksel 18 heeft een radiaal naar binnen open verlaging 11 a, die radiaal naar buiten begrensd wordt door een uitsteeksel 11 b aan het uitsteeksel 18.The slide 14 has a base body 17 lying on the bottom 15 to the housing, to which a projection 18 extending concentrically with the tilting element 15 connects (figure 2). This extends at a distance from the tilting element 5 over a circumferential angle of approximately 90 °. The front side of the projection 18 forms the counter-stop 11 for one end 9 of the coil spring, which is axially turned, so that it can cooperate with the counter-stop 11. The end face 11 of the projection 18 has a radially inwardly extending depression 11a, which is bounded radially outwardly by a projection 11b on the projection 18.
De schuif 14, die ligt aan de naar het element 5 toegekeerde zijde van de wikkeltrommel 3, heeft aan zijn van de wikkeltrommel afgekeerde zijde een tegenaanslag 12 voor het veereinde 10 (figuur 4). De andere 15 tegenaanslag 13 van de schuif 14 wordt gevormd aan de overgang van het uitsteeksel 18 naar het basislichaam 17 (figuur 4).The slide 14, which lies on the side of the winding drum 3 facing the element 5, has a counter-stop 12 for the spring end 10 on its side facing away from the winding drum (figure 4). The other 15 counter-stop 13 of the slider 14 is formed at the transition from the projection 18 to the base body 17 (Figure 4).
Onder de wikkeltrommel 3 is de schuif 14 voorzien van een deelstuk 19 dat op de bodem 15 van het huis ligt (figuur 1) en dat een doorlaatopening 20 voor de trekband 14 heeft.Under the winding drum 3, the slide 14 is provided with a part 19 which lies on the bottom 15 of the housing (figure 1) and which has a passage opening 20 for the pull band 14.
Wanneer de lamellen omhoog getrokken zijn en de trekband 4 volledig opgewikkeld is op de wikkel-20 trommel 3, ligt de schuif 14 met zijn ene, zich radiaal ten opzichte van de opwikkelas 2 uitstrekkende kopzijde (figuur 2) aan tegen een zijwand 22 van het huis. De schuif 14 wordt in deze aanslagstand gehouden door de trekband 4, die door het gewicht van de (niet weergegeven) eindlamel van het lamellengordijn onder spanning staat. De stand van de doorlaatopening 20 in de schuiver 14 is zo gekozen dat de doorlaatopening 20 bij het laten zaken van het lamellengordijn een afstand 23 heeft vanaf een door de as 25 24 van de opwikkelas 2 lopend axiaal verticaal vlak 25 (figuur 2). Daardoor bevindt de trekband 4 zich bij het laten zakken van het lamellengordijn in het gebied tussen dit verticale vlak 25 en de zijwand 22 van het huis. Het op de wikkeltrommel 3 aansluitende deel van de trekband 4 bevindt zich dus eveneens tussen het verticale vlak 25 en de zijwand 22 van het huis. Als gevolg van deze tussen het verticale vlak 25 en de trekband 4 werkzame hefboomarm wordt de schuif bij het laten zakken van het lameliengordijn vast tegen 30 de zijwand 22 van het huis gedrukt.When the slats have been pulled up and the pull band 4 is fully wound on the wrapping drum 3, the slide 14 with its one end, which extends radially with respect to the take-up shaft 2 (figure 2), rests against a side wall 22 of the House. The slide 14 is held in this stop position by the pull band 4, which is under tension due to the weight of the end slat (not shown) of the slat curtain. The position of the passage opening 20 in the slider 14 is chosen such that the passage opening 20 has a distance 23 when the lamella curtain is lowered from an axial vertical plane 25 passing through the shaft 25 of the winding shaft 2 (figure 2). As a result, when the slat curtain is lowered, the pull band 4 is in the region between this vertical plane 25 and the side wall 22 of the housing. The part of the pulling belt 4 connecting to the winding drum 3 is thus also located between the vertical plane 25 and the side wall 22 of the housing. As a result of this lever arm acting between the vertical plane 25 and the pull band 4, the slider is pressed firmly against the side wall 22 of the housing when the lamella curtain is lowered.
Voor het laten zakken van het lamellengordijn wordt de opwikkelas 2 rechtsom gedraaid. Door middel van de schroefveer 6, die werkt als wrijvingskoppeling, wordt het draaielement zo ver meegenomen tot de in draairichting vooraan liggende aanslag 9 er aanligt tegen de kopzijde 11 van het uitsteeksel 18 van de schuif 14 (figuur 2). De aanslag 9 ligt in de verlaging 11a, die radiaal naar buiten wordt begrensd door het 35 uitsteeksel 11 b. Bij deze draaibeweging van het draaielement 5 worden de ladderkoorden 16 meegenomen, zodat de lamellen worden gedraaid. Zodra de aanslagstand volgens figuur 2 bereikt is, kan het draaielement 5 bij verder draaien van de opwikkelas 2 rechtsom niet worden gedraaid.The winding shaft 2 is turned clockwise to lower the slat curtain. By means of the coil spring 6, which acts as a friction clutch, the rotating element is carried along until the stop 9, which is at the front in the direction of rotation, rests against the end face 11 of the projection 18 of the slide 14 (figure 2). The stop 9 lies in the depression 11a, which is bounded radially outwards by the projection 11b. With this rotary movement of the rotating element 5, the ladder cords 16 are carried along, so that the slats are turned. As soon as the stop position according to figure 2 has been reached, the rotating element 5 cannot be turned clockwise when the winding shaft 2 continues to rotate.
In deze aanslagstand nemen de lamellen een tussenstand in, waarin ze half geopend zijn.In this stop position, the slats assume an intermediate position, in which they are half open.
Door de in de verlaging 11a van de schuif 4 liggende aanslag 9 wordt de schroefveer 6 bij het verder 40 draaien van de opwikkelas 2 vergroot, zodat de wrijvingskoppeling tussen de veer en het draaielement wordt opgeheven. Daardoor draait nog slechts de opwikkelas 2 met de wikkeltrommel 3 mee, zodat het lamellengordijn omlaag gelaten wordt.Due to the stop 9 located in the depression 11a of the slide 4, the coil spring 6 is increased as the winding shaft 2 continues to rotate, so that the frictional coupling between the spring and the rotating element is released. As a result, only the winding shaft 2 rotates with the winding drum 3, so that the slat curtain is lowered.
Als het lamellengordijn volledig neergelaten is, is ook de trekband 4 van de wikkeltrommel 3 afgewikkeld. De opwikkelas 2 wordt dan rechtsom verder gedraaid, tot de bevestigingsplaats 26 van het einde van de 45 trekband op de wikkeltrommel 3 ligt aan de van de zijwand 22 van het huis afgekeerde zijde van het verticale vlak 25 (figuur 3). Wanneer de trekband 4 het verticale vlak 25 passeert wordt de schuif 14 in zijn stand volgens figuur 2 gehouden, terwijl de aanslag 9 in schuifrichting van de schuif 14 er door het profiel van de kopzijde van het uitsteeksel 18 mee verbonden is. Daarom blijven de lamellen in de half geopende tussenstand, wanneer het lamellengordijn neergelaten is.When the slat curtain is fully lowered, the drawstring 4 is also unwound from the wrapping drum 3. The take-up shaft 2 is then further rotated clockwise until the attachment point 26 of the end of the drawstring on the winding drum 3 is on the side of the vertical plane 25 facing away from the side wall 22 of the housing (figure 3). When the pull band 4 passes the vertical plane 25, the slide 14 is held in its position according to Figure 2, while the stop 9 in the sliding direction of the slide 14 is connected to it by the profile of the front side of the projection 18. Therefore, the slats remain in the half-opened intermediate position when the slat curtain is lowered.
50 Bij het verder draaien van de opwikkelas 2 rechtsom wordt de trekband 4 weer gedeeltelijk op de wikkeltrommel 3 gewikkeld. Wanneer de lamellen in hun sluitstand gedraaid moeten worden, wordt de wikkeltrommel 3 aansluitend linksom teruggedraaid. Daarbij wordt de schroefveer 6 meegenomen, zodat de aanslag 9 uit de verlaging 11a geraakt en dus de koppeling als gevolg van de vorm tussen de aanslag 9 en de schuif 14 wordt opgeheven. De schuif 14 kan dan door de trekband 4, die onder spanning staat onder 55 het gewicht van de (niet weergegeven) eindlamel van het lamellengordijn, worden verschoven naar de tegenover liggende huiswand 27, waar de schuif met zijn kopzijde 28 tegenaan ligt onder de kracht van de gespannen trekband 4, die in deze stand een afstand 23' vanaf het verticale vlak 25 heeft.When the take-up spindle 2 continues to rotate clockwise, the pulling belt 4 is again partly wound on the winding drum 3. When the slats have to be turned into their closed position, the wrapping drum 3 is subsequently turned counterclockwise. The coil spring 6 is thereby carried along, so that the stop 9 comes out of the depression 11a and thus the coupling is released due to the shape between the stop 9 and the slide 14. The slide 14 can then be moved by the pull band 4, which is under tension under 55 the weight of the end slat (not shown) of the slat curtain, to the opposite house wall 27, where the slider with its head side 28 abuts under the force of the tensioned pulling belt 4, which in this position has a distance 23 'from the vertical plane 25.
3 1931143 193114
Bij het verschuiven van de schuif 14 naarde in figuur 3 weergegeven eindstand komt het uitsteeksel 18 uit de ingrijping met het einde 9 van de schroefveer. De schroefveer 6 kan zich nu ontspannen, zodat hij het kantelelement 5 bij het draaien van de opwikkelas 2 kan meenemen tot de aanslag 9 komt te liggen tegen de tegenaanslag 13 van de schuif 14. Door deze extra draaibeweging van het draaielement 5 worden de 5 lamellen door middel van de ladderkoorden 16 gedraaid tot in hun sluitstand. Omdat het veereinde 9 omgezet is, kan dit achter het gebogen uitsteeksel 18 van de schuif 14 grijpen (figuur 3).When the slide 14 is moved to the end position shown in Figure 3, the projection 18 comes out of engagement with the end 9 of the coil spring. The coil spring 6 can now relax, so that it can carry the tilting element 5 when the winding shaft 2 is rotated until the stop 9 comes to rest against the counter-stop 13 of the slide 14. This additional turning movement of the turning element 5 makes the 5 blades turned to their closed position by means of the ladder cords 16. Because the spring end 9 is turned, it can engage behind the curved projection 18 of the slide 14 (Figure 3).
De schuif 14 kan door de trekband 4 ook worden teruggeschoven wanneer deze niet onder spanning staat. Deze mogelijkheid is schematisch weergegeven in figuur 3, waarin de trekband in het gebied tussen de doorlaatopening 20 en de wikkeltrommel 3 niet strak gespannen weergegeven is. De trekband 4 heeft 10 een zekere stijfheid, die voldoende is om de schuif 14, na vrijgave daarvan door de aanslag 9 naar de in figuur 3 weergegeven stand te schuiven. De schuif 14 bevindt zich met slechts geringe afstand ten opzichte van de bevestigingsplaats van de trekband 4 op de wikkeltrommel 3, zodat in dit gebied de trekband in elk geval een voldoende stijfheid heeft om de schuif te verschuiven, zelfs wanneer de trekband zelf niet onder spanning staat.The slide 14 can also be pushed back by the pull band 4 when it is not under tension. This possibility is schematically shown in figure 3, in which the drawstring in the region between the passage opening 20 and the winding drum 3 is not shown tightly tensioned. The pull band 4 has a certain rigidity, which is sufficient to slide the slide 14, after release thereof, through the stop 9 to the position shown in figure 3. The slide 14 is located at only a small distance from the mounting location of the drawstring 4 on the winding drum 3, so that in this area the drawstring has at least sufficient rigidity to slide the slide, even when the drawstring itself is not under tension state.
15 In figuur 2 en 3 is bovendien nog een andere mogelijkheid weergegeven om de schuif 14, na vrijgave door de aanslag 9, te verschuiven naar de eindstand volgens figuur 3. De schuif 14 is voorzien van een aan de kopzijde 21 uitmondende uitsparing 29, waarin het ene einde van een drukveer 19 grijpt. Deze ligt met het andere einde tegen de zijwand 22 van het huis en belast dus de schuif 14 in de richting van de in figuur 3 weergegeven eindstand. Zodra de schuif 14 op de beschreven wijze wordt vrijgegeven, wordt hij door de 20 kracht van de voorgespannen drukveer 13 zo ver verschoven tot hij aanslaat tegen de huiswand 27 (figuur 3). De veerspanning is zo gedimensioneerd dat de schuif 14 bijvoorbeeld bij half neergelaten lamellengordijn niet wordt teruggeschoven, wanneer in deze half neergelaten stand het lamellengordijn weer wordt opgewikkeld. De veerkracht is dus kleiner dan de door de trekband 4 op de schuiver 14 uitgeoefende kracht.Figures 2 and 3 also show another possibility for sliding the slide 14, after release by the stop 9, to the end position according to figure 3. The slide 14 is provided with a recess 29 opening on the front side 21, in which one end of a compression spring 19 engages. This lies with the other end against the side wall 22 of the housing and thus loads the slide 14 in the direction of the end position shown in figure 3. As soon as the slide 14 is released in the manner described, it is shifted by the force of the pretensioned compression spring 13 until it abuts against the housing wall 27 (figure 3). The spring tension is dimensioned in such a way that the slider 14 is not pushed back when, for example, the slat curtain is half-lowered when the slat curtain is wound up again in this half-lowered position. The spring force is therefore less than the force exerted on the slider 14 by the pull band 4.
25 Wanneer het lamellengordijn weer opgetrokken moet worden, wordt de opwikkelas 2 uit de stand volgens figuur 3 linksom gedraaid. De wikkeltrommel 3 wordt hierbij linksom meegenomen. Ook het kantelelement 5 wordt door middel van de schroefveer 6 door de opwikkelas 2 in draairichting meegenomen. Daardoor worden de lamellen door middel van de ladderkoorden 16 naar hun open stand gedraaid, waarin de lamellen bij hangend gordijn ongeveer horizontaal liggen. Deze stand is bereikt wanneer het schroefveer-30 einde 10 komt aan te liggen tegen de tegenaanslag 12 van de schuif 14 (figuur 4). Daardoor wordt verder draaien van het kantelelement 5 voorkomen en wordt bij verder draaien van de opwikkelas 2 de wrijvings-koppeling tussen deze as en het draaielement opgeheven. De opwikkelas 2 met de wikkeltrommel 3 wordt verder in linksomgaande richting gedraaid, tot het lamellengordijn omhoog getrokken is en de trekband 4 opgewikkeld is op de wikkeltrommel. Zodra bij het draaien in linksomgaande richting de trekband 4 buiten 35 het verticale vlak 25 terecht komt, wordt de schuif 14 uit de in figuur 3 weergegeven ene aanslagstand teruggeschoven naar de andere, in figuur 2 en 4 weergegeven eindstand. Als de drukveer 13 aanwezig is, wordt hierbij de schuif 14 teruggeschoven tegen de kracht van de drukveer.When the slat curtain has to be pulled up again, the take-up shaft 2 is turned counterclockwise from the position according to figure 3. The winding drum 3 is taken counterclockwise. The tilting element 5 is also carried along in the direction of rotation by the coil spring 6 by the winding shaft 2. As a result, the slats are turned to their open position by means of the ladder cords 16, in which the slats lie approximately horizontally with the curtain hanging. This position is reached when the coil spring end 10 comes to rest against the counter-stop 12 of the slide 14 (figure 4). As a result, further rotation of the tilting element 5 is prevented and the friction coupling between this axis and the rotating element is canceled when the winding shaft 2 continues to rotate. The winding shaft 2 with the winding drum 3 is further rotated in a counterclockwise direction, until the slat curtain is pulled up and the drawstring 4 is wound on the winding drum. As soon as the pulling belt 4 comes out of the vertical plane 25 when turning in a counterclockwise direction, the slide 14 is pushed back from the one stop position shown in Figure 3 to the other end position shown in Figures 2 and 4. When the compression spring 13 is present, the slide 14 is pushed back against the force of the compression spring.
Bij de uitvoeringsvorm met de drukveer 30 mag de trekband 4 voor het verschuiven van de schuif 14 niet onder spanning staan.In the embodiment with the compression spring 30, the pulling band 4 for sliding the slide 14 must not be under tension.
40 De wikkeltrommel 3 met de schroefveer 6 moet steeds worden teruggedraaid, om de koppeling als gevolg van de vorm tussen de schroefveer 6 via de aanslag 9 en de schuif 14 op te heffen. Door deze koppeling als gevolg van de vorm wordt een onbedoeld sluiten van de lamellen voorkomen. Wanneer de lamellen bijvoorbeeld bij sterke wind heen en weer bewogen worden, dan zou zonder deze koppelings-verbinding als gevolg van de vorm tussen de schroefveer 6 en de schuif 14, de schuif onder de kracht van 45 de trekbanden 4 onbedoeld worden verschoven naar zijn vrijgavestand. Als gevolg van de koppeling als gevolg van het profiel van de tussenomslag 11 en de aanslag 9 van de schroefveer 6 en de schuif 14 bestaat dat risico niet.The winding drum 3 with the coil spring 6 must always be turned back in order to cancel the coupling due to the shape between the coil spring 6 via the stop 9 and the slide 14. This coupling due to the shape prevents accidental closing of the slats. For example, if the slats are moved to and fro in strong winds, without this coupling connection, due to the shape between the coil spring 6 and the slide 14, the slide would unintentionally shift the pull belts 4 to its release position under the force of 45 . There is no such risk due to the coupling as a result of the profile of the intermediate cover 11 and the stop 9 of the coil spring 6 and the slide 14.
De opwikkelsas 2 kan door een motor worden aangedreven. Bij de beschreven draaiinrichting is voor de motoraandrijving slechts een enkele eindschakelaar nodig. Hij is zo gedimensioneerd dat de dalende 50 beweging van het lamellengordijn pas wordt uitgeschakeld wanneer de trekbanden 4 reeds weer enigszins op de wikkeltrommel 3 in de andere richting opgewikkeld zijn, wanneer dus de trekbanden uit de stand volgens figuur 2 buiten het verticale vlak 25 bewogen zijn. In deze stand nemen de lamellen, zoals eerder, een half geopende stand in, omdat de schuif 14 als gevolg van de koppeling door de vorm nog in zijn uitgangsstand volgens figuur 2 wordt gehouden, zodat de wikkeltrommel 3 nog geen extra draaibeweging 55 kon uitvoeren voor het sluiten van de lamellen. Om in de sluitstand te komen behoeft de aandrijfmotor slechts een korte impuls voor het terugdraaien te krijgen, zodat de opwikkelas 2 met de wikkeltrommel 3 en de schroefveer 6 zo ver wordt teruggedraaid dat de schuif 14 wordt vrijgegeven, zodat hij in zijn vrijgave-The take-up reel 2 can be driven by a motor. With the described turning device, only a single limit switch is required for the motor drive. It is dimensioned in such a way that the descending movement of the slat curtain is only switched off when the pulling belts 4 have already been wound again somewhat on the winding drum 3 in the other direction, so that the pulling belts have moved out of the position according to figure 2 outside the vertical plane 25 . In this position, as before, the slats assume a half-open position, because the slide 14 is still held in its initial position according to Figure 2 due to the coupling due to the shape, so that the winding drum 3 could not yet perform an additional rotary movement 55 for closing the slats. In order to get into the closed position, the drive motor need only receive a short impulse for the reversal, so that the take-up shaft 2 with the winding drum 3 and the coil spring 6 is turned back far enough to release the slide 14, so that it is released
Claims (3)
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| DE19873722604 DE3722604C2 (en) | 1986-03-25 | 1987-07-09 | Turning device for Roman blinds |
| DE3722604 | 1987-07-09 |
Publications (3)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL8801719A NL8801719A (en) | 1989-02-01 |
| NL193114B NL193114B (en) | 1998-07-01 |
| NL193114C true NL193114C (en) | 1998-11-03 |
Family
ID=6331166
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL8801719A NL193114C (en) | 1987-07-09 | 1988-07-07 | Winding device for the pull element of retractable slat curtains. |
Country Status (3)
| Country | Link |
|---|---|
| CH (1) | CH676869A5 (en) |
| FR (1) | FR2623559B2 (en) |
| NL (1) | NL193114C (en) |
Families Citing this family (2)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| FR2878557A1 (en) * | 2004-11-30 | 2006-06-02 | Elie Assaad | Blind e.g. vertical ascendant closing blind, operating mechanism for house, has pulley sliding relative to another pulley to reach retaining ring when motor rotates in blind closing direction and to be stopped by another ring to open blind |
| TWI564468B (en) * | 2014-11-17 | 2017-01-01 | 德侑股份有限公司 | Window shade and actuating system thereof |
Family Cites Families (5)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US3835911A (en) * | 1972-01-13 | 1974-09-17 | Hueppe Justin Fa | Electrically operable drive arrangement for venetian blinds |
| DE3037701A1 (en) * | 1980-10-06 | 1982-07-15 | Emil Schenker AG, 5012 Schönenwerd | SHUTTERS, SHUTTERS OR THE LIKE |
| CH650311A5 (en) * | 1981-05-19 | 1985-07-15 | Baumann Rolladen | REEL SLAT STORE. |
| CH675448A5 (en) * | 1986-03-25 | 1990-09-28 | Rau Metall Gmbh & Co | Venetian blind slats rotating device |
| CH674051A5 (en) * | 1986-08-13 | 1990-04-30 | Planya Ag |
-
1988
- 1988-06-14 CH CH226788A patent/CH676869A5/en not_active IP Right Cessation
- 1988-07-07 NL NL8801719A patent/NL193114C/en not_active IP Right Cessation
- 1988-07-07 FR FR8809238A patent/FR2623559B2/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| CH676869A5 (en) | 1991-03-15 |
| FR2623559B2 (en) | 1990-11-09 |
| NL193114B (en) | 1998-07-01 |
| FR2623559A2 (en) | 1989-05-26 |
| NL8801719A (en) | 1989-02-01 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US7063122B2 (en) | Bottom-up/top-down retractable cellular shade | |
| US11125009B2 (en) | Window shade and actuating system thereof | |
| US4623012A (en) | Headrail hardware for hanging window coverings | |
| US6129131A (en) | Control system for coverings for architectural openings | |
| NL1034503C2 (en) | Self-raising window covering. | |
| US7406995B2 (en) | Pull cord device and window covering including the same | |
| KR101938904B1 (en) | Control for movable rail | |
| US7686059B2 (en) | Top down/bottom up control system for retractable shade | |
| US5927370A (en) | Release brake shade operator | |
| EP1728963A2 (en) | Control system for architectural coverings with reversible drive and single operating element | |
| EP3425156B1 (en) | Window covering and stability mechanism for the same | |
| US20030111189A1 (en) | Brake for a cordless blind | |
| MXPA01003676A (en) | Shade operator with release brake. | |
| JP2010533809A (en) | Self-raising window wrap | |
| JP2019504956A (en) | Window shade | |
| CN112901049B (en) | Window covering and actuating system thereof | |
| JP2013536340A (en) | Control module with clutch for raising and lowering window shade | |
| NL193114C (en) | Winding device for the pull element of retractable slat curtains. | |
| US5992495A (en) | Concealed-wand control for a vertical blind | |
| US20240052696A1 (en) | Window shade and actuating system thereof | |
| US20240052695A1 (en) | Window shade and actuating system thereof | |
| US20230086941A1 (en) | Window shade and actuating system thereof | |
| JPH089355Y2 (en) | Handle and storage reel for lifting cords for blinds | |
| KR960015120B1 (en) | Monocontrol venetian blind | |
| NL194375C (en) | Tilting device for a slatted blind. |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
| BB | A search report has been drawn up | ||
| BC | A request for examination has been filed | ||
| V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030201 |