NL1043512B1 - Luchtdebietmeter voor meting aan ruimteventilatiesystemen, omvattende een luchtspreidingslichaam - Google Patents

Abstract

Inrichting (1) voor meting een luchtstroom die aan een ruimte wordt aangeboden of onttrokken via een ventilatie- 5 opening. De inrichting omvat een behuizing (2) met een grote ingangsopening (2a) een kleinere uitgangsopening (2c). De inrichting omvat een luchtspreidingslichaam (3) dat de vorm bezit van een druppel- of vleugelvormig omwen- telingslichaam met zijn bij voorkeur torpedovormige voor- 10 kant (3a) gericht naar de zijde van de ingangsopening van de trechtervormige behuizing en een relatief smalle achter- kant (3b) naar de uitgangsopening. De behuizing is nabij zijn uitgangsopening verbonden met een luchtstroomsensor (5), bijvoorbeeld voorzien van een luchtrotor (5a). Verder 15 is voorzien in een naar buiten getrompt uitstroomorgaan (6). (FIG. 1) 1043512

Description

i Korte aanduiding: Luchtdebietmeter voor meting aan ruinmte- ventilatiesystemen, omvattende een luchtspreidingslichaam

BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op sen inrichting die is be- doeld en ingericht als {deel van een) meetinrichting voor het meten een luchtstroom die aan een mimte wordt aangebo- den of onttrokken door middel van een ventilatie- of iucht- 5 uitstroomopening of rooster. Een dergelijke meetinrichting wordt vaak aangeduid als luchtdebietmeter. De luchtdebiet- meter van de onderhavige soort wordt doorgaans gebruikt bij inspectie, onderhoud en afstelling van ruimteventilarlesysr Lemen, De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in sen lucht- debietmeter van de hierboven bedoelde scoort die senvoudig is en Loch zeer betrouwbare meetresultaten geeft, Daartoe wordt volgens de uitvinding voorzien in een ìn- richting die is bedoeld en ingericht als meetinrichting voor het meren een luchtstroom die aan een ruimte wordt aangeboden of onttrokken door middel van een ventilatie- of luchtuitstroomopening of vrooster, hierna samenvattend ven- 3D tilatieopening genoemd; waarbij de inrichting een in hoofdzaak trechtervormige be- nuizing omvat met een grote ingangsopening en, bij voorkeur via een gestroomlijnd verlopende zijwand, een kleinere uit- gangsopening, waarbij de grootte van de ingangsopening zo- danig is dat deze de ventilatieogening kan omvatten; waarbij de inrichting verder een luchispreidingslichaam or- vat dat is ingericht voor het geleiden of richten van de tijdens gebruik via de ingangsopening van de trechtervor- mige behuizing vanuit de ventilatiecpening aangeboden of onttrokken lucht en dat door middel van een frame binnen de trechtervormige behuizing is aangebracht, id welk luchtspreidingslichaam de vorm bezit van een asrodyna- misch gevormd, bijvoorbeeld in hoofdzaak druppelvormig of vieugelvormig (d.w.z. voversenkomend met de dwarsdoorsnede van een vleugel) omwentelingslichaam met een relatief brede voorkant gericht naar de zijde van de ingangsopening van de iS trechtervormige behuizing en een relatief smalls achterkant naar de uitgangsopening daarvan; waarbij de behuizing nabij zijn uitgangsopening koppelbaar of gekoppeld is met een luchtstrcomsensor. In het kader van de onderhavige uitvinding kan onder het begrip luchtstroom sensor tevens worden verstaan flow-, anemo-, en/of debiet- mater of het betreffende sensordeel daarvan, bijvoorbeeld een schospen- of turbinebladsensor, een hittedraadsensor, uilrasconsensor, een drukverschilsensor, bijvoorbeeld Pi- totsensor, of een laser-Dopplerrsensor.

Bij voorkeur is de brede voorkant {d.w.z. de voorkant van het brede gedeelte} van het omwentelingslichaan in hooïd- zaak torpedovormig met bid voorkeur een spitse neus. Deze bevoorkeurde vorm blijkt in de praktijk uitstekende resul~ taten te geven doordat de door de (te bemeten} ventilatie- openingen aangeboden (afgegeven) of onttrokken luchtstroom door het luchtspreidingslichaam wordt gehomogeniseerd, waarbij het optreden van turbulentie wordt geminimaliseerd,

en vervolgens aan de luchtstroomsensor aangeboden, die de waarde van de luchtstroom (in luchtmassa of luchtvolume per tijdseenheid} omzet in een (analoge of digitale) signaal- waarde, 3 De luchtstroomsensor omvat bijvoorbeeld een luchtrotor die in het verlengde van de smalle achterkant van het versprei- dingslichaam nabij of binnen de uitgangsopening van de be- huizing is aangebracht. De luchtrotor is bijvoorbeeld ver- 19 bonden met een kleine generator die het toerental van de luchtrotor omzet in elektrische energie waarvan de spanning of freguentie kan worden gemeten en via wat elektronica om- gezet worden in een maat voor de gedetecteerde luchtstroom, die vervolgens kan worden weergegeven op een display.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving. Piguur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de in- richting volgens de uitvinding. Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting 1 volgens de uitvinding, bedoeld en ingericht als meetin- richting voor het meten een luchtstroom die aan een ruimte 253 wordt aangeboden of onttrokken door middel van een ventila- tie- of luchtuitstroomopening of -rooster, hierna ventila- tieopening genoemd. De inrichting 1 omvat een in hoofdzaak trechtervormige be- huizing 2 met een grote ingangsopening 2a en via een ge- stroomlijnd verlopende zijwand 2b, een kleinere uitgangs-

opening 2c, waarbij de grootte van de ingangsopening 2a zo- danig is dat deze de ventilatieopening (niet getoond) kan omvatten.

De inrichting omvat verder een luchtspreidingslichaam 3 dat is ingericht voor het geleiden of richten van de tijdens gebruik via de ingangsopening 2a van de trechtervormige be- huizing 2 vanuit de ventilatieopening aangeboden of ont- trokken lucht en dat door middel van een frame 4 binnen de trechtervormige behuizing 2 is aangebracht, Het luchtspreidingslichaam 3 bezit de vorm van een aerody- namisch gevormd, bijvoorbeeld in hoofdzaak druppel- of vieugelvormig, omwentelingslichaam met een relatief brede voorkant 3a gericht naar de zijde van de ingangsopening Za van de trechtervormige behuizing 2 en een relatief smalle achterkant 3b naar de uitgangsopening 2c daarvan.

De behuizing 2 is nabij zijn uitgangsopening 2c koppelbaar (bijvoorbeeld Yclickable™) of (vast) gekoppeld met een luchtstroomsensor 5.

De brede voorkant 3a van het in hoofdzaak druppelvormige omwentelingsliichaam 3 is in de getoonde uitvoering torpedo- vormig uitgevcerd met een spitse neus 3c.

De luchtstroomsensor 5 omvat in de getoonde uitvoering een luchtrotor 5a die in het verlengde van de smalle achterkant 3b van het verspreidingslichaam 3 nabij of binnen de uit- gangsopening 2Zc van de behuizing 2 is aangebracht.

In de getoonde uitvoering is verder een zich vloeiend of gestroomlijnd naar buiten getrompt uitstroomorgaan 6 in het verlengde van de uitgangsopening 2¢ van de behuizing 2 aan- gebracht, die koppelbaar {bijvoorbeeld "clickable™) of {vast} gekoppeid is met de luchtstrcomsensor 5 en/of met de uitgangsopening 2¢. Door de getrompte vormgeving van het

5 uitstroomorgaan 6 wordt turbulentie van de uitstromende lucht ~die het meetresultaat ongewenst zou kunnen beïnvloe- den- tot sen mininumn cereduceerd.

Ten slotte is voorzien in een bedieningshandvat. 7, waarin

IB zich ook een display {niet getoond) kan bevinden, De lucht- rotor 5a is bijvoorbeeld verbonden met een kleine generator {niet expliciet getoond} die het toerental van de luchtro- tor 5a omzet in elektrische energie waarvan de spanning of frequentie kan worden gemeten en, via wat elektronica, als iS maar voor de gedetecteerde iuchtstroom worden weergegeven op een display, bijvoorbeeld geïntegreerd in het handvat 7. In plaats van een iuchtdebletmeter die als sensor een luchtrotor (Sa) omvat, kan oock gebruik worden gemaakt van andere typen luchtdebietmeters (luchtstroom-, anetmo-, de- bietmeters etc.). Bijvoorbeeld kan als (alternatieve) iuchtstroomsensor ook een hittedraad- of thermische anemo- meter of althans het senscorgedeelte daarvan worden ge- bruikt, of een drukverschil-anemometer, bijvoorbeeld omvatn-

tende een Pitothuls of -matrix, of althans het sensorge- deelte daarvan, of een uitrasoon-anemometer of althans het sensorgedeelte daarvan onvat, of een Laser-Doppler-anenorme- ter of althans net sensorgedeelte daarvan [zie cok nttps://nl, wikipedia, org/wik /Ansmomeler,

hrnps:/inl wikipedia crgdeiki/Debietmetor, tip: / fou, los center. nliondendiie/tlovraning/ Flowmeters).

& Aldus wordt door de onderhavige uitvinding voorzien in een iuchtdebietmeter voor mering aan rulmbeventilatiesystemen die eenvoudig 1s en toch zeer betrouwbare mestresultaten geeft.

Claims (6)

CONCLUSIES

1. Inrichting {1} die is bedoeld en ingericht als meetin- tichting voor het meten een luchtstroom die aan een ruimte wordt aangeboden of onttrokken door middel van zen ventilatie of luchtuitstroomcpening of rooster, hierna ventilatiecpening genoemd; waarbij de inrichting een in hoofdzaak trechtervormige behuizing {2} omvat met een grote ingangsopening (2a) en, bij voorkeur via een gestroomiijnd verlopende zij- wand (2b), een kleinere uitgangsopening (2c), waarbij de grootte van de ingangsopening zodanig is dat deze de ventilatieopening kan omvatten; waarbij de inrichting verder een luchtspreidingslichaan (3} omvat dat is ingericht voor het geleiden of richten van de vanuit de ventilatieopening aangeboden of ont- trokken lucht en dat binnen de trechtervormige behui- zing is aangebracht, welk luchtspreldingslichaam de vorn bezit van sen aero- dynamisch gevormd, bijvoorbeeld in hoofdzaak druppel- of vleugelvormig, omwentelingslichaam met een relatief brede voorkant {3a} gericht naar de zijde van de inr gangsopening van de trechtervormige behuizing en een relatief smalie achterkant 130) naar de nitgangsopsning daarvan; waarbij de behuizing nabij zijn uitgangsopening koppel- baar of gekoppeld is met een luchtstroomsensor (5}.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de brede voor- kant van het ovmwentelingslichaam in hoofdzaak torpedo- vormig is met bij voorkeur een spitse neus {3c}.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, omvattende een zich vloeiend of gestroomlijnd naar buiten getrampt uitstroomorgaan (6) dat koppelbaar of gekoppeld is met de luchtstroomsensor en/of met de uitgangsopening.

4. Inrichting volgens een van de cvonciusies 1-3, waarbij de luchtstroomsensor een luchtroetor {ba} omvat.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de luchtstroomsenscr sen hittedraad-anemometer of al- thans het sensorgedeeite daarvan omvat.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij ge luchtstroomsensor een drikverschil-anemometer, Dij- voorbeeld omvattende een Pitotbuis of matrix, of al- thans het zsensorgedeelte daarvan omvat. +, Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de luchtstroomsensor een ultrasoon~anememater of al- thans het sensorgedeelte daarvan omvat.