NL1037318C2 - Inrichting voor het storten, opslaan en reinigen van golfballen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het storten, opslaan en reinigen van golfballen Beschrijving:

Golfaccommodaties beschikken gewoonlijk over een oefenfaciliteit Bij het oefenen in 5 deze sport wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van golfballen welke gehuurd worden bij de exploitant van deze accommodatie. Deze golfballen worden door golfers weggeslagen naar een daarvoor aangewezen veld. De eenmaal weggeslagen golfballen worden gewoonlijk weer verzameld door de exploitant van de accommodatie. Vaak zijn deze golfballen dan inmiddels vervuilt door gras, zand of andere verontreinigingen, terwijl golfers het liefst 10 oefenen met schone, er als nieuw uitziende, golfballen. De golfballen worden soms gewassen met behulp van een golfballenwasser, zoals bekend uit bijvoorbeeld het Amerikaans octrooischrift 3.083.389. Vervolgens worden de golfballen opgeslagen in manden, bakken of een apparaat voor de uitgifte van golfballen, alvorens deze weer opnieuw te verhuren. Als gevolg van een steeds groter wordende populariteit voor het 15 beoefenen van de golfsport wordt de oefenfaciliteit van deze accommodaties steeds intensiever bezocht. Momenteel zijn er accommodaties waar tot 15 miljoen golfballen per jaar worden verhuurd.

Het nadeel van deze handelswijze is dat deze zeer arbeidsintensief is, en dat er storingen kunnen optreden aan de apparaten voor de uitgifte van golfballen als deze worden gevuld 20 met golfballen welke niet volledig schoon zijn. Een tweede nadeel is dat de ballenmanden getild moeten worden waardoor medische klachten van het personeel kunnen ontstaan. Een derde nadeel is dat de borstels welke gebruikt worden in bestaande golfballenwassers kunnen verstoppen met grasvezels waardoor deze niet meer goed reinigen.

25 Deze vinding beoogt een nieuwe inrichting waarin golfballen op eenvoudige wijze kunnen worden gestort en/of opgeslagen en/of gewassen en wélke zodanig is geconstrueerd dat deze op eenvoudige wijze kan worden opgesteld. Omdat de ballen niet meer hoeven te worden getild, maar eenvoudig kunnen worden gestort, kunnen hierdoor medische- en rugklachten mee worden voorkomen. Verder levert schonere golfballen een grotere 30 tevredenheid van de golfers op.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de vinding bestaat deze uit een bak welke geheel of gedeeltelijk wordt ingegraven tot ongeveer het maaiveld met aan de bovenzijde één of meerdere roosters waardoor een golfballenraper er overheen kan rijden. Als de golfballenraper op het rooster tot stilstand wordt gebracht kunnen de manden van een 1037318 2 golfballenrapet eenvoudig geleegd worden in de bak omdat de roosters zodanige mazen hebben dat golfballen hier doorheen kunnen vallen.

In de bak bevinden zich sproeiers waar bijvoorbeeld water of een andere reinigingsvloeistof uitkomt die het eventuele vuil losweken van de golfballen. Door middel 5 van de zwaartekracht en waterdruk rollen de ballen naar een dieper gedeelte van de bak waar de ballen op een rooster door een grote hoeveelheid reinigingsvloeistof worden schoongemaakt. De in de bak aangebrachte scheidingsschotten zorgen ervoor dat gras, zand en andere vervuilingen weer van de reinigingsvloeistof gescheiden worden waardoor deze vloeistof opnieuw gebruikt kan worden. De golfballen kunnen daarna, bijvoorbeeld 10 met behulp van een lift, direct naar een uitgifteapparaat voor golfballen getransporteerd worden.

De vinding zal nou in meer detail worden beschreven met referentie naar de bijgevoegde tekeningen.

15 Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de inrichting.

Fig. 2 is een aanzicht in perspectief van de inrichting zoals in Fig. 1, waarbij een bovendeel is verwijderd en ongeveer een kwart deel is verwijderd langs de lijn A-A Fig. 3 is een zijaanzicht, waarbij ongeveer een kwart van de inrichting is verwijderd langs de lijn A-A.

20 Fig. 4 is een aanzicht in perspectief, waarbij ongeveer een kwart van de inrichting is verwijderd langs de lijn A-A.

De inrichting zoals weergegeven op Fig. 1 tot en met 4 bestaat uit een bak 1 met een storten opslagcompartiment 2 en een reinigingscompartiment 3 waarbij het stort- en 25 opslagcompartiment 2 van het reinigingscompartiment 3 gescheiden wordt door wand 4. In de wand 4 zit een opening 5 waarvan de onderzijde van deze opening 5 aansluit aan de bovenzijde van vlak 7 en van rooster 20 zodat golfballen zonder opstakel van het stort- en opslagcompartiment naar het reinigingscompartiment kunnen verplaatsen. Boven deze opening 5 bevindt zich een uitloop voor reinigingsvloeistof 11, welke zich aan beide 30 kanten van het schot 4 kan bevinden. Het stort- en opslagcompartiment 2 wordt aan de bovenzijde afgedekt met één of meerdere roosters 6 waarbij deze roosters 6 zodanige openingen hebben dat golfballen hier doorheen kunnen. Het reinigingscompartiment 3 is aan de bovenzijde afgedekt met een plaat of rooster 8 om ervoor te zorgen dat er geen golfballen vanaf de bovenzijde in het reinigingscompartiment 3 kunnen vallen. In het 3 reimgmgscompartiment 3 zijn schotten 9,10 aangebracht, waarbij de bovenzijde van schot 9 hoger is dan de bovenzijde van schot 10. Schot 9 loopt niet geheel door naar de bodem van het reinigingscompartinient 3 zodat reinigingsvloeistof 22 hier onderdoor van vloeien. Het reinigingscompartinient 3 biedt ruimte aan een installatie voor het afvoeren van 5 golfballen, zoals bijvoorbeeld een golfballenlift 21. In het reinigingscompartiment 3 bevindt zich een installatie voor het pompen van reinigingsvloeistof 12. In het stort- en opslagcompartiment 2 zijn één of meerdere ribben 13 aangebracht ter versteviging om de gronddruk van buitenaf op te vangen welke zodanig van vorm zijn dat golfballen hier niet op kunnen blijven liggen. Het stort- en opslagcompartiment heeft één of meerdere 10 bodemvlakken 14 welke onder een zodanige hoek staan dat golfballen hier niet op blijven liggen. In het stort- en opslagcompartiment 2 bevindt zich een leiding 15 welke op één of meerdere plaatsen is voorzien van openingen waardoor reinigingsvloeistof naar buiten kan lopen zodat de golfballen voorgewassen kunnen worden. Bak 1 is voorzien van één of meerdere steunpoten 16 welke eventueel met elkaar zijn verbonden door een dwarsligger 15 17 en één of meerdere hijspunten 18 om het transport en het plaatsen van de bak 1 te vergemakkelijken. Op één of meerdere zijkanten bevinden zich één of meerdere verstevigingen 19, waarbij de bovenkant van de bovenste versteviging zich op dezelfde hoogte bevindt als de bovenkant van de roosters 6. De overige verstevigingen dienen er zowel voor om weerstand te bieden tegen de gronddruk alsmede ook als verankering 20 waardoor de inrichting zichzelf niet uit de grond om hoog kan werken.

De binnenzijde van de bak 1 heeft een gladde oppervlakte structuur om te voorkomen dat vuil zich hieraan kan hechten.

» 1 03 73 1 8

Claims (5)

1. Inrichting waarin golfballen gestort en/of opgeslagen en/of gereinigd kunnen worden waarbij de inrichting bestaat uit bak welke aan de bovenzijde is afgedekt met één of meerdere platen of roosters welke zodanige openingen hebben dat 5 golfballen hier doorheen kunnen vallen en,waarbij de bodem van deze bak onder andere uit één of meerdere hellende vlakken bestaat die onder een zodanige hoek staan dat deze golfballen door de zwaartekracht laat rollen naar een lager punt, en waarbij in de bak een schot is aangebracht waardoor en stort- en opslagcompartiment en een reinigingscompartiment ontstaat, waarvan het 10 reinigingscompartiment mede kan dienen als reservoir voor reinigingsvloeistof.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op de bodem van in het reservoir voor reinigingsvloeistoffen twee schotten van ongelijke hoogte zijn aangebracht, waarbij het hoogste schot aan de onderzijde openingen heeft.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat in het 15 reinigingscompartiment een vloeistofpomp is aangebracht welke de reinigingsvloeistof via een leidingsysteem naar één of meer uitlopen pompt.

4. Inrichting volgens conclusies 1,2 of 3 het kenmerk dat één of meerdere bodemvlakken van de inrichting gedeeltelijk of in zijn geheel ten opzichte van de rest van de inrichting kunnen bewegen.

5. Inrichting volgens conclusies 1,2 of3 met het kenmerk dat één of meerdere zijvlakken gedeeltelijk of in hun geheel ten opzichte van de rest van de inrichting kunnen bewegen. 1037318