NL1035400C2 - Device for generating energy. - Google Patents

Device for generating energy. Download PDF

Info

Publication number
NL1035400C2
NL1035400C2 NL1035400A NL1035400A NL1035400C2 NL 1035400 C2 NL1035400 C2 NL 1035400C2 NL 1035400 A NL1035400 A NL 1035400A NL 1035400 A NL1035400 A NL 1035400A NL 1035400 C2 NL1035400 C2 NL 1035400C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wires
flow
vane
foregoing
generator
Prior art date
Application number
NL1035400A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Alexander De Coninck
Original Assignee
Alexander De Coninck
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alexander De Coninck filed Critical Alexander De Coninck
Priority to NL1035400A priority Critical patent/NL1035400C2/en
Priority to EP09742887A priority patent/EP2334928A1/en
Priority to PCT/NL2009/050197 priority patent/WO2009136784A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1035400C2 publication Critical patent/NL1035400C2/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03BMACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS
    • F03B17/00Other machines or engines
    • F03B17/06Other machines or engines using liquid flow with predominantly kinetic energy conversion, e.g. of swinging-flap type, "run-of-river", "ultra-low head"
    • F03B17/062Other machines or engines using liquid flow with predominantly kinetic energy conversion, e.g. of swinging-flap type, "run-of-river", "ultra-low head" with rotation axis substantially at right angle to flow direction
    • F03B17/063Other machines or engines using liquid flow with predominantly kinetic energy conversion, e.g. of swinging-flap type, "run-of-river", "ultra-low head" with rotation axis substantially at right angle to flow direction the flow engaging parts having no movement relative to the rotor during its rotation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03DWIND MOTORS
    • F03D9/00Adaptations of wind motors for special use; Combinations of wind motors with apparatus driven thereby; Wind motors specially adapted for installation in particular locations
    • F03D9/008Adaptations of wind motors for special use; Combinations of wind motors with apparatus driven thereby; Wind motors specially adapted for installation in particular locations the wind motor being combined with water energy converters, e.g. a water turbine
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2240/00Components
    • F05B2240/90Mounting on supporting structures or systems
    • F05B2240/93Mounting on supporting structures or systems on a structure floating on a liquid surface
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/30Energy from the sea, e.g. using wave energy or salinity gradient
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/70Wind energy
    • Y02E10/72Wind turbines with rotation axis in wind direction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Other Liquid Machine Or Engine Such As Wave Power Use (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET GENEREREN VAN ENERGIEDEVICE FOR GENERATING ENERGY

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het genereren van energie, in het bijzonder elektrische 5 energie, waarbij de inrichting een gestel omvat. Het gestel omvat ten minste twee drijvers voor het positioneren van de inrichting op een waterlichaam met een stroming onder het gestel door, en met een overspanning op de drijvers. Onder de overspanning zijn ten minste twee schoepraden 10 aangebracht, welke afzonderlijk of gezamenlijk via ten minste één as met ten minste één generator in, aan of op het gestel zijn verbonden. Verder reiken de schoepen ten minste gedeeltelijk in het waterlichaam. In het geval van een stroming onder het gestel door, worden de schoepen 15 aangedreven, die op hun beurt de assen doen roteren, als gevolg waarvan de generatoren in staat worden gesteld om elektrisch vermogen op te wekken.The present invention relates to a device for generating energy, in particular electrical energy, the device comprising a frame. The frame comprises at least two floaters for positioning the device on a body of water with a flow underneath the frame and with a span on the floats. Arranged under the span are at least two paddle wires 10, which are connected individually or jointly via at least one axis to at least one generator in, on or on the frame. Furthermore, the blades extend at least partially into the body of water. In the case of a flow under the frame, the vanes 15 are driven, which in turn rotates the shafts, as a result of which the generators are enabled to generate electrical power.

Het is in de techniek bekend, dat drijvende inrichtingen op waterlichamen kunnen worden gepositioneerd om met 20 waterschoepen of schoepenraden elektrisch vermogen op te wekken. Echter, in elk van de bekende gevallen wordt een enkel schoepenrad gebruikt. Naar boven toe, vanaf het waterlichaam gezien, zijn deze bekende inrichtingen zodanig, dat het enkele schoepenrad naar boven toe vrij in de ruimte 25 benaderbaar is.It is known in the art that floating devices can be positioned on water bodies to generate electric power with water blades or blades. However, in each of the known cases, a single paddle wheel is used. Looking upwards, seen from the body of water, these known devices are such that the single paddle wheel can be approached freely upwards in the space.

Met de bekende inrichtingen wordt derhalve nauwelijks genoeg vermogen gegenereerd om een rendabele inrichting te kunnen verschaffen. Bovendien leveren de bekende inrichtingen veel overlast. De schoepenraden zijn vaak groot 30 van omvang in een futiele poging om toch een noemenswaardig vermogen te kunnen genereren, terwijl dit leidt tot buitensporig overlast. Bijvoorbeeld hebben de bekende inrichtingen te lijden van geluidshinder, en dit nadeel laat 2 zich in het bijzonder gelden in toepassingen op bijvoorbeeld rivieren.With the known devices, therefore, hardly enough power is generated to provide a cost-effective device. Moreover, the known devices cause a lot of inconvenience. The paddle boards are often large in size in a futile attempt to still be able to generate a significant power, while this leads to excessive nuisance. The known devices, for example, suffer from noise nuisance, and this drawback is particularly evident in applications on, for example, rivers.

Met de onderhavige uitvinding is een inrichting met het samenstel van eigenschappen verschaft, zoals hierboven is 5 opgesomd en in de hoofdconclusie van de bijbehorende set conclusies is gedefinieerd. Als de schoepenraden in een afdoende aantal en overdekt door de overspanning in een stroming worden geplaatst, is eigenlijk het totale, met de inrichting op te wekken elektrische vermogen nagenoeg 10 onbeperkt, en kunnen goede maatregelen worden getroffen om overlast en geluidshinder te bestrijden, zo niet geheel te doen verdwijnen. Daarbij worden de schoepenraden in de stroming naast elkaar zijn gepositioneerd. Aldus wordt een reeks schoepenraden dwars op de stroomrichting gevormd. In 15 een geval, waarbij een enkele van de schoepenraden dan uitvalt of defecten vertoont, kan deze niet verhinderen, dat de gehele inrichting op zich verder kan functioneren voor het genereren van elektrisch vermogen. Verder moeten de schoepenraden in de stroming achter elkaar zijn 20 gepositioneerd. Dit biedt een extra dimensie voor het uitbreiden van de inrichting en het daarmee te genereren vermogen. Met schoepenraden, die in hoofdzaak achter elkaar zijn gepositioneerd of opgesteld, kan verder een aantal maatregelen worden getroffen om de stroming met een maximaal 25 rendement te benutten. Te denken valt aan venturi-achtige doorgangen. Volgens de uitvinding zijn eer verder ook schoepenraden, die in de stroming ten opzichte van elkaar verspringend zijn gepositioneerd. Aldus heeft de stroming in de stroomrichting de gelegenheid om zoveel mogelijk 30 turbulentie en andere invloeden van een schoepenrad te overwinnen en de stroming kan zich in de tussenruimte tussen achter elkaar gelegen schoepenraden stabiliseren, hetgeen een verdere verhoging van het rendement kan opleveren. Volgens de uitvinding vertoont de inrichting verder de 3 eigenschap, dat tussen de drijvers en onder de schoepenraden een gesloten verbindingsorgaan is aangebracht. Aldus kan de stroming onder de schoepenraden goed worden gekanaliseerd om een goed rendement uit de stroming te halen. Een dergelijk 5 verbindingsorgaan kan ook openingen omvatten voor het opstuwen van water uit de stroming, die anders onder een dergelijk verbindingsorgaan door zou vloeien. Aldus kan een verhoging van het rendement worden bewerkstelligd door de continue toevoer van steeds meer water uit de stroming. Het 10 verbindingsorgaan kan bovendien ook welvende vormen vertonen, waarbij de welvingen zijn aangepast aan de omtrekvormen van de schoepenraden. Ten opzichte van de omtrekvormen van de schoepenraden kan bovendien ook divergerende en convergerende variaties in het 15 verbindingsorgaan worden verschaft, en in sommige uitvoeringsvormen leidt dit tot venturi-doorgangen langs de schoepenraden om daarmee de stroomsnelheid van de stroming langs de schoepenraden te verhogen en aldus ook het rendement te verbeteren.With the present invention, a device with the assembly of features is provided, as listed above and defined in the main claim of the associated set of claims. If the paddle wires are placed in a sufficient number and covered by the span in a flow, the total electrical power to be generated with the device is virtually unlimited, and good measures can be taken to combat nuisance and noise nuisance, if not completely disappear. The paddle wires are thereby positioned side by side in the flow. A series of vane wires is thus formed transversely of the direction of flow. In a case where a single of the vane wires then fails or shows defects, it cannot prevent the entire device from continuing to function for generating electrical power. Furthermore, the blade wires must be positioned one behind the other in the flow. This offers an extra dimension for expanding the device and the power to be generated with it. With blade wires, which are positioned or arranged substantially behind each other, a number of measures can further be taken to utilize the flow with a maximum efficiency. You can think of venturi-like passages. According to the invention there are further also paddle wires which are staggered with respect to each other in the flow. The flow in the direction of flow thus has the opportunity to overcome as much turbulence and other influences of a paddle wheel as possible and the flow can stabilize in the gap between successively arranged paddle wires, which can result in a further increase in efficiency. According to the invention, the device further has the property that a closed connecting member is arranged between the floats and under the blade wires. Thus, the flow under the vane wires can be properly channeled to obtain a good return from the flow. Such a connecting member can also comprise openings for pushing up water from the flow, which would otherwise flow under such a connecting member. Thus, an increase in efficiency can be achieved by the continuous supply of more and more water from the flow. The connecting member can moreover also have curved shapes, the curves being adapted to the circumferential shapes of the blade wires. Moreover, diverging and converging variations in the connector can also be provided with respect to the circumferential shapes of the vane wires, and in some embodiments this leads to venturi passages along the vane wires to thereby increase the flow speed of the flow along the vane wires and thus also improve returns.

20 De onderhavige uitvinding kent vele verschillende voorkeursuitvoeringsvormen, zoals die zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies van de bijbehorende set van conclusies. De schoepenraden kunnen verder voor onderhoud en vervanging losmaakbaar in groepen of enkele exemplaren met 25 elkaar zijn verbonden. Een losmaakbare koppeling kan zijn gevormd door een flenskoppeling tussen de as en een naburige as van een naburige groep schoepenraden of een enkelvoudig schoepenrad. Aldus kunnen de schoepenraden relatief klein worden gehouden, waarmee de afzonderlijke invloed op de 30 uiteindelijke effectiviteit van de inrichting kan worden beperkt, alsmede de storingsgevoeligheid. De schoepenraden zijn verder afzonderlijk of in groepen te vervangen, en omdat 'van kleinere schoepenraden gebruik kan worden gemaakt zullen de inspanning en de kosten voor het transporteren van 4 een afzonderlijk schoepenrad ook beperkt blijven. Desalniettemin is de totale inrichting bijna onbeperkt uit te breiden voor het bereiken van een gewenst vermogen, dat met de inrichting kan worden opgewekt. In een 5 uitvoeringsvorm met schoepenraden naast elkaar kan verder tussen de schoepenraden of tussen groepen schoepenraden ten minste één ophanging voor de as tussen de schoepenraden zijn verschaft. Aldus kan de stabiliteit van het samenstel van schoepenraden naast elkaar worden verbeterd. Een dergelijke 10 ophanging kan zich vanaf de overspanning uitstrekken, maar kan tevens zijn aangebracht op een drijver, die op het waterlichaam drijft. Dit hangt af van de mate, waarin de totale inrichting is verzonken in het oppervlak van het waterlichaam en de hieronder nader te beschrijven besturing, 15 waarmee een dergelijke "diepgang" kan worden ingesteld of bijgesteld. De ophanging kan bij voorkeur ook een lager omvatten, zodat de as vrij kan draaien met daaraan ten minste twee schoepenraden.The present invention has many different preferred embodiments, such as those defined in the dependent claims of the corresponding set of claims. For maintenance and replacement, the paddle wires can furthermore be detachably connected in groups or a few specimens. A releasable coupling can be formed by a flange coupling between the shaft and an adjacent shaft of an adjacent group of blade wires or a single blade wheel. The paddle wires can thus be kept relatively small, with which the individual influence on the ultimate effectiveness of the device can be limited, as well as the sensitivity to interference. The paddle wires can further be replaced individually or in groups, and because smaller paddle wires can be used, the effort and the costs for transporting a separate paddle wheel will also remain limited. Nevertheless, the total device can be expanded almost indefinitely to achieve a desired power that can be generated with the device. Furthermore, in an embodiment with blade wires next to each other, at least one suspension for the axle between the blade wires can be provided between the blade wires or between groups of blade wires. Thus, the stability of the assembly of blade wires can be improved side by side. Such a suspension can extend from the span, but can also be arranged on a float that floats on the body of water. This depends on the extent to which the total device is sunk into the surface of the body of water and the control to be described in more detail below, with which such a "draft" can be adjusted or adjusted. The suspension can preferably also comprise a bearing, so that the shaft can rotate freely with at least two blade wires attached thereto.

Verder kan een inrichting in een mogelijke 20 uitvoeringsvorm zijn voorzien van een venturi-achtige ingangsopening of een venturi-doorgang, om een maximale stroomsnelheid te genereren in de stroming voor het aandrijven van de schoepenraden.Furthermore, in a possible embodiment, a device can be provided with a venturi-like entrance opening or a venturi passage, in order to generate a maximum flow speed in the flow for driving the blade wires.

In een alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm kan 25 de inrichting volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat de schoepen van de schoepenraden gekromd zijn. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan een maximaal rendement worden behaald uit de stroming, omdat de schoepenraden dieper dan voorheen in het waterlichaam kunnen worden gestoken.In an alternative or additional embodiment, the device according to the invention can have the feature that the blades of the blade wires are curved. In such an embodiment, a maximum efficiency can be achieved from the flow, because the paddle wires can be inserted deeper into the body of water than before.

30 In een andere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan de inrichting de eigenschap vertonen, dat aan het gestel ten minste één inlaatrooster in de stroming voor de schoepenraden is aangebracht. Aldus kan worden voorkomen, dat drijfhout of andere mogelijk 5 schadelijke elementen in of tussen de schoepenraden terecht kunnen komen. Dat geldt tevens voor grotere en mogelijk beschermde vis- of andere diersoorten. Kleinere dieren kunnen tussen de om-en-om geplaatste schoepen zwemmen zonder 5 (al te grote) kans op verwondingen en/of schade aan de inrichting.In another additional or alternative embodiment, the device can have the feature that at least one inlet grid is arranged on the frame in the flow for the paddle wires. It can thus be prevented that driftwood or other potentially harmful elements can end up in or between the paddle wires. This also applies to larger and possibly protected fish or other animal species. Smaller animals can swim between the alternately placed blades without (too great) chance of injury and / or damage to the device.

In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm die in het bijzonder gunstig is in combinatie met een inlaatrooster, kan aan de voorzijde van 10 het gestel onder de overspanning een brug zijn aangebracht. Vanaf een dergelijke brug kan men drijfhout en andere elementen bij het inlaatrooster verwijderen. Een dergelijke brug kan zich ook verder naar achteren dwars over de inrichting tussen de drijvers uitstrekken, bijvoorbeeld voor 15 onderhoud aan de schoepenraden of de assen. In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan de inrichting de eigenschap vertonen dat tussen de drijvers en in de stroomrichting voor de schoepenraden een selectief te bekrachtigen sluitelement is aangebracht. Als de stroming te 20 sterk wordt, en het risico op beschadiging van de inrichting dreigt, kan een dergelijk sluitelement worden gesloten. Een dergelijk sluitelement kan bijvoorbeeld een deur zijn, of een luik in het algemeen. Wanneer zo'n deur, luik of ander sluit element gedeeltelijk wordt gesloten, dan kan deze 25 fungeren als golfslagremmer, of demper om schade door sterke golfslag aan de inrichting te voorkomen.In a further additional or alternative embodiment which is particularly favorable in combination with an inlet grille, a bridge can be arranged under the span on the front side of the frame. Driftwood and other elements can be removed from the inlet grille from such a bridge. Such a bridge can also extend further to the rear transversely of the device between the floats, for instance for maintenance of the blade wires or the shafts. In a further additional or alternative embodiment, the device can have the property that a selectively energized closing element is arranged between the floats and in the flow direction for the blade wires. If the flow becomes too strong and there is a risk of damage to the device, such a closing element can be closed. Such a closing element can for instance be a door, or a hatch in general. When such a door, hatch or other closing element is partially closed, then it can act as a wave impact inhibitor, or damper, to prevent damage due to strong wave impact to the device.

In een verdere alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm kan de inrichting volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat zich dwars op de stroming 30 uitstrekkende stroomgeleiders zijn aangebracht, welke in de richting van de stroming opwaarts zijn georiënteerd. Dergelijke stroomgeleiders zijn hierboven ook al benoemd in het kader van de aanwezigheid van een verbindingsorgaan, maar zelfs zonder gesloten verbindingsorgaan kunnen 6 dergelijke stroomgeleiders voor het stuwen van de stroming naar de schoepenraden met een gunstige uitwerking worden benut. In een dusdanige uitvoeringsvorm kunnen ook de stromingsgeleiders in zijaanzicht en in de richting van de 5 stroming een golfvorm vertonen met toppen en dalen, waarmee een goede geleiding van de stroming langs de schoepenraden kan worden verbeterd, doch zonder dat hiertoe noodzakelijkerwijs vereist is dat het verbindingsorgaan ook geheel gesloten is.In a further alternative or additional embodiment, the device according to the invention can have the feature that current conductors extending transversely to the flow are provided, which conductors are oriented upwards in the direction of the flow. Such current conductors have also already been mentioned above in the context of the presence of a connecting member, but even without a closed connecting member, such current conductors can be utilized with a favorable effect for driving the flow to the vane wires. In such an embodiment, the flow conductors can also have a wave form with peaks and troughs in side view and in the direction of the flow, with which a good conduction of the flow along the blade wires can be improved, but without this necessarily requiring that the connecting member completely closed.

10 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, die als aanvulling of als alternatief wordt benoemd, kan de inrichting een windmolen van een willekeurig type omvatten. Deze kan bijvoorbeeld op de overspanning zijn geplaatst, of zich zijwaarts uitstrekken vanaf ten minste één van de 15 drijvers. De positionering van de windmolen is minder relevant, maar de bijdrage aan het verhogen van het rendement van de gehele inrichting is hierbij het doel van de maatregel. Een windmolen kan zijn verbonden of verbindbaar zijn met dezelfde generator als de generator of 20 ten minste één van de generatoren, die in samenhang met ten minste één van de schoepenraden wordt toegepast. Aldus hoeft niet noodzakelijkerwijs een aanvullende generator te worden verschaft ten opzichte van de batterij aan generatoren, die reeds in een uitgebreide uitvoeringsvorm van een inrichting 25 volgens de onderhavige uitvinding aanwezig is. Daarentegen kan een aanvullende of afzonderlijke generator zijn verschaft in samenhang met de windmolen. Ondanks verschillende aandrijfkrachten van de windmolen en de schoepenraden eenvoudige overbrengingen te kunnen benutten. 30 In een verdere alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm kan de inrichting de eigenschap vertonen van ten minste één ballasttank, bij voorkeur zelfs twee of meer tanks, die bij voorkeur met een besturing samenhangt en onder besturing daarvan staat. De besturing kan verder zijn 7 verbonden met een sensor of sensormiddelen voor het bepalen van de diepte, tot waar de schoepenraden in het waterlichaam steken. De besturing kan dan de ballasttank zodanig aansturen, dat de schoepenraden tot een gewenste diepte in 5 het waterlichaam steken. Een dergelijke maatregel met betrekking tot ballasttanks draagt bij tot het verhogen van het rendement van de totale inrichting, omdat de diepte, tot waar de schoepenraden in het waterlichaam steken, bepalend is voor het rendement voor elke van de schoepenraden.In a further preferred embodiment, which is mentioned as a supplement or as an alternative, the device can comprise a windmill of any type. This can for example be placed on the span, or extend sideways from at least one of the floats. The positioning of the windmill is less relevant, but the contribution to increasing the efficiency of the entire installation is the purpose of the measure. A windmill can be connected or connectable to the same generator as the generator or at least one of the generators, which is used in conjunction with at least one of the blade wires. Thus, an additional generator need not necessarily be provided with respect to the battery of generators, which is already present in an extended embodiment of a device according to the present invention. In contrast, an additional or separate generator may be provided in conjunction with the windmill. Despite the different driving forces of the windmill and the blade wires being able to use simple transmissions. In a further alternative or additional embodiment, the device can have the feature of at least one ballast tank, preferably even two or more tanks, which is preferably associated with a control and is under its control. The control can further be connected to a sensor or sensor means for determining the depth to which the paddle wires protrude into the body of water. The control can then control the ballast tank in such a way that the paddle wires protrude into the water body to a desired depth. Such a measure with regard to ballast tanks contributes to increasing the efficiency of the overall device, because the depth to which the paddle wires protrude into the body of water determines the efficiency for each of the paddle wires.

10 In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan in het gestel een machinekamer zijn aangebracht met ten minste één generator. Een bij uitstek geschikte plaats hiervoor is de overspanning of althans een machinekamer op de hoogte van de overspanning. Aldus kan met 15 hoge mate van zekerheid worden voorkomen, dat een dergelijke machinekamer onder water kan lopen, zoals het geval zou zijn, wanneer de generatoren op het niveau van de schoepenraden worden geplaatst. Een dergelijke machinekamer op de gespecificeerde hoogte heeft als gevolg, dat tussen de 20 as of assen waaraan ten minste één schoepenrad is aangebracht, telkens een overbrenging nodig is om de as of assen in verbinding te stellen met de generator of generatoren. Immers het hoogteverschil moet worden overbrugd, doch dit kan met zeer eenvoudige middelen worden 25 bewerkstelligd, zoals kabels of kettingen en omkeerwielen of tandwielen, en dan nog in een overbrengingsverhouding, die gunstig kan zijn voor het rendement van de generator. Generatoren, overbrengingen en andere zware en/of grote componenten kunnen gebalanceerd en/of parallel of evenredig 30 aan SB en/of BB worden of zijn opgesteld.In a further additional or alternative embodiment, a machine room with at least one generator can be arranged in the frame. A particularly suitable place for this is the span or at least a machine room at the height of the span. Thus, with a high degree of certainty, it can be prevented that such a machine room can run under water, as would be the case if the generators were placed at the level of the blade wires. Such a machine room at the specified height has as a consequence that between the shaft or shafts to which at least one impeller is mounted, a transmission is required each time to connect the shaft or shafts to the generator or generators. After all, the difference in height must be bridged, but this can be achieved with very simple means, such as cables or chains and reversing wheels or gears, and then in a transmission ratio which can be favorable for the efficiency of the generator. Generators, transmissions and other heavy and / or large components can be or are arranged in a balanced and / or parallel or proportional way to SB and / or BB.

In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan de inrichting zodanig zijn gevormd, dat in of op het gestel een controlekamer is aangebracht met ten minste een gedeelte van een besturing voor het aansturen van 8 componenten en elementen van de inrichting. De controlekamer kan bijvoorbeeld bovenop de overspanning zijn aangebracht, met een vrij uitzicht over de omgeving. Het zal hoogstwaarschijnlijk niet de bedoeling zijn, hoewel dit niet 5 is uitgesloten, dat een controlekamer continu zal zijn bemand. Echter, als de inrichting volgens de onderhavige uitvinding bemand is, dan heeft het evidente voordelen, dat een overzicht over de omgeving vanuit de controlekamer nuttig is.In a further additional or alternative embodiment, the device can be designed such that a control room is arranged in or on the frame with at least a part of a control for controlling 8 components and elements of the device. The control room can for instance be arranged on top of the span, with an unobstructed view of the surroundings. It is highly unlikely, although this is not excluded, that a control room will be manned continuously. However, if the device according to the present invention is manned, then it has obvious advantages that an overview of the environment from the control room is useful.

10 In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan de inrichting zodanig zijn gevormd, dat ten minste een deel van het gestel geluidsisolatie omvat.In a further additional or alternative embodiment, the device can be shaped such that at least a part of the frame comprises sound insulation.

Ook hiermee kan overlast naar de omgeving van de inrichting toe verder worden ingedamd, voor zover dat nodig is na het 15 verschaffen van de maatregel van de overspanning over de schoepenraden heen. Zelfs met de overspanning kan de geluidsisolatie, bijvoorbeeld in de drijvers en in de overspanning de geluidsoverlast nog verder verminderen.With this, too, inconvenience to the environment of the device can be further reduced, insofar as this is necessary after providing the measure of the span over the vane wires. Even with the overvoltage, the sound insulation, for example in the floats and in the overvoltage, can further reduce the noise nuisance.

In nog weer een andere aanvullende of alternatieve 20 uitvoeringsvorm kan een inrichting volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat ten minste één van de schoepenraden middels een selectief bekrachtigbare overbrenging is verbonden met de generator. Als de overbrenging wordt uitgeschakeld, kan onderhoud aan een generator worden 25 gepleegd, die anders wellicht onomkeerbare schade kan ondervinden, wanneer in de generator een defect optreedt en de stroming doorgaat met het aandrijven van de as of assen via het schoepenrad of de schoepenraden, die met deze generator zijn verbonden.In yet another additional or alternative embodiment, a device according to the invention can have the feature that at least one of the vane wires is connected to the generator by means of a selectively energizable transmission. If the transmission is switched off, maintenance can be carried out on a generator, which might otherwise suffer irreversible damage if a defect occurs in the generator and the flow continues to drive the shaft or shafts via the paddle wheel or paddles, which connected to this generator.

30 De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven in samenhang met geprefereerde uitvoeringsvormen daarvan en onder verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin bij wijze van voorbeeld en derhalve niet limitatief voor de onderhavige uitvinding verscheidene uitvoeringsvormen zijn 9 weergegeven, waarin voor dezelfde of gelijksoortige onderdelen, componenten en eigenschappen dezelfde referentienummers worden gebruikt, en waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een inrichting 5 volgens de onderhavige uitvinding in gebruik toont; fig. 2 een bovenaanzicht van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding toont; fig. 3 een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht toont van de inrichting in fig. 2; 10 fig. 4 een vooraanzicht toont van de inrichting in figuur 1 volgens de onderhavige uitvinding; fig. 5 een aanzicht toont van delen in een kleine uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, zoals die van fig. 1; 15 fig. 6 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht toont van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 7 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht van een kleine uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; 20 fig. 8 een detail toont van enkele onderdelen en componenten van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 9 een nauw met fig. 8 samenhangend bovenaanzicht toont; 25 fig. 10 en fig. 11 elk een aanzicht tonen van een uitvoeringsvorm van een schoepenrad volgens de onderhavige uitvinding, waarbij fig. 12 in meer detail een deel van het schoepenrad in fig. 11 weergeeft; en fig. 13 een alternatieve uitvoeringsvorm toont van een 30 schoep voor een schoepenrad.The invention will be further described below in connection with preferred embodiments thereof and with reference to the accompanying drawings, in which by way of example and therefore not limitative of the present invention, various embodiments are shown, wherein for the same or similar parts, components and features the same reference numbers are used, and wherein: Fig. 1 shows a perspective view of a device 5 according to the present invention in use; Fig. 2 shows a top view of a device according to the present invention; Fig. 3 shows a partially cut-away top view of the device in Fig. 2; Fig. 4 shows a front view of the device in Fig. 1 according to the present invention; Fig. 5 shows a view of parts in a small embodiment of a device according to the present invention, such as that of Fig. 1; Fig. 6 shows a partly cut-away side view of a device according to the present invention; Fig. 7 is a partly cut-away perspective view of a small embodiment of a device according to the present invention; Fig. 8 shows a detail of some parts and components of a device according to the present invention; Fig. 9 shows a top view closely associated with Fig. 8; Fig. 10 and Fig. 11 each show a view of an embodiment of a paddle wheel according to the present invention, wherein Fig. 12 shows a part of the paddle wheel in Fig. 11; and Fig. 13 shows an alternative embodiment of a blade for a blade wheel.

In fig. 1 is een inrichting 1 getoond voor het genereren van elektrisch vermogen als uitvoeringsvorm van energie. De inrichting 1 omvat een gestel 2 met twee drijvers 3, 4 aan weerszijden van de inrichting ten opzichte van een 10 stroomrichting A in een waterlichaam. Over de twee drijvers heen is een overspanning aangebracht, waarbij tussen de drijvers 3, 4 en de overspanning 5 schoepenraden zijn aangebracht. In de schematische weergave van fig. 1 zijn 5 twee schoepenraden 6, 7 in lijn aangebracht, met daarachter een aanvullend schoepenrad 8. De schoepenraden 6, 7 in lijn zijn via een as 9 verbonden met hieronder nader te beschrijven generatoren in het gestel 2.Fig. 1 shows a device 1 for generating electrical power as an embodiment of energy. The device 1 comprises a frame 2 with two floats 3, 4 on either side of the device relative to a direction of flow A in a body of water. A span is provided over the two floats, with blade wires being arranged between the floats 3, 4 and the span. In the schematic representation of Fig. 1, two blade wires 6, 7 are arranged in line, followed by an additional blade wheel 8. The blade wires 6, 7 in line are connected via a shaft 9 to generators to be described below in the frame 2.

Verder is op de overspanning 5 van het gestel 2 een 10 windmolen 10 aangebracht, alsmede zonnepanelen 11. Tevens is op de overspanning 5 een controlekamer 12 aangebracht, daarin kunnen zich computersystemen en andere besturingselementen bevinden die hier in hoofdzaak niet nader zijn beschreven.Furthermore, a windmill 10, as well as solar panels 11, is arranged on the span 5 of the frame 2. A control room 12 is also arranged on the span 5, there may be computer systems and other control elements which are substantially not further described here.

15 Verder wordt opgemerkt, dat onder de overspanning 5 een brug 13 is aangebracht. De brug 13 heeft een reling 14 en strekt zich uit boven de schoepenraden 6, 7 en 8. onder de brug 13 is verder een rooster 15 aangebracht, Dat dient om zwerfvuil en andere mogelijk schadelijke elementen tegen te 20 houden, voordat deze met de stroming A mee de schoepenraden 6, 7 en 8 bereiken.It is further noted that a bridge 13 is arranged under the span 5. The bridge 13 has a railing 14 and extends above the blade wires 6, 7 and 8. A grid 15 is furthermore arranged under the bridge 13, which serves to stop litter and other potentially harmful elements before they flow with the flow. A reach the blade wires 6, 7 and 8.

In fig. 2 is een bovenaanzicht getoond van de onderhavige uitvinding. Ook hier is de windmolen 10 terug te zien, alsmede de besturingskamer 12. De zijde van de 25 inrichting 1 ten opzichte van de stroomrichting A is een werkboot 16 afgemeerd aan een steiger 17, zodat de inrichting 1 volgens de uitvinding kan worden bevoorraad en werklui kunnen worden getransporteerd van en naar de inrichting 1 voor onderhoud, etc. Naast de controlekamer 12 30 is in het bovendek 17 van de inrichting een luik 16 aangebracht. Dat luik kan worden geopend voor toevoer en afvoer van componenten, zoals generatoren, schoepenraden, etc., die met een takelinstallatie, bijvoorbeeld een schematisch weergegeven kraan ter zijde van de windmolen 10, 11 van de werkboot 16 kunnen nemen en in de inrichting 1 kunnen laden via het luik 16, en vice versa. Bij voorkeur is dan de kraan 18 langer. Ook kunnen met andere middelen onderdelen en componenten vanaf de werkboot 16 terzijde van het luik 5 zijn geplaatst, waarna het luik 19 kan worden geopend en de onderdelen en componenten met behulp van de kraan 18 in het luik kunnen worden neergelaten. De inrichting 1 kan voor groot onderhoud in een scheepsdok worden geplaatst. Bij voorkeur worden de afmetingen niet groter gemaakt van de 10 inrichting 1, dan afmetingen waarbij onderhoud in een dok nog mogelijk is. Echter, geenszins is uitgesloten, dat een inrichting 1 volgens de uitvinding groter wordt gedimensioneerd, afhankelijk van de beoogde toepassing en het beoogde rendement of de beoogde opbrengst daarvan.Fig. 2 shows a top view of the present invention. Here too the windmill 10 can be seen, as well as the control chamber 12. The side of the device 1 relative to the flow direction A is a work boat 16 moored on a scaffolding 17, so that the device 1 according to the invention can be supplied and workers can be transported from and to the device 1 for maintenance, etc. In addition to the control room 12, a hatch 16 is arranged in the upper deck 17 of the device. That hatch can be opened for supply and removal of components, such as generators, paddle wires, etc., which can take a hoist installation, for example a schematically shown crane, on the side of the windmill 10, 11 of the work boat 16 and can enter the device 1. loading via the hatch 16, and vice versa. The tap 18 is then preferably longer. Parts and components from the work boat 16 can also be placed aside from the hatch 5 by other means, whereafter the hatch 19 can be opened and the parts and components can be lowered into the hatch with the aid of the crane 18. The device 1 can be placed in a ship's dock for major maintenance. Preferably, the dimensions of the device 1 are not made larger than dimensions where maintenance in a dock is still possible. However, it is by no means excluded that a device 1 according to the invention is dimensioned larger, depending on the intended application and the intended efficiency or the intended yield thereof.

15 Op het dek, zoals dat van de bovenzijde in fig. 2 is getoond, van de inrichting 1 zijn verder in de hoeken bolders 20 aangebracht om de werkboot 16 aan te kunnen laten leggen. Dergelijke bolders 20 kunnen ook zijn aangebracht op de steiger 17. Naast de bolders 20 bevinden zich verder 20 lieren of winch 21.On the deck, as shown from the top in Fig. 2, of the device 1, bollards 20 are furthermore arranged in the corners to allow the work boat 16 to be moored. Such bollards 20 can also be arranged on the scaffolding 17. In addition to the bollards 20 there are furthermore winches or winch 21.

In fig. 3 is een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht getoond, dat over 90° gekanteld overeenkomt met het aanzicht van fig. 2. Het betreft hier in hoofdzaak, de wijze, waarop de schoepenraden samenhangen met assen voor het aandrijven 25 van generatoren (niet getoond).Fig. 3 shows a partially cut-away top view, which is tilted through 90 °, corresponding to the view of Fig. 2. This mainly concerns the way in which the blade wires are associated with axes for driving generators (not shown) .

In de drijvers 3, 4 van de inrichting 1 zijn ballasttanks 22 aangebracht. Door een geschikte besturing van het waterniveau in de ballasttanks 22 kan worden beïnvloed tot welke diepte de schoepenraden 6, 7 en 8 steken 30 in het wateroppervlak van het waterlichaam dat met een stroomrichting A onder de inrichting 1 door stroomt.Ballast tanks 22 are arranged in the floats 3, 4 of the device 1. A suitable control of the water level in the ballast tanks 22 makes it possible to influence the depth to which the paddle wires 6, 7 and 8 project into the water surface of the body of water that flows under the device 1 with a direction of flow A.

De schoepenraden 6, 7 in een rij zijn onderling verbonden met een aandrijfas 23. In de opeenvolging van de reeks schoepenraden met daartussen of daardoorheen de 12 aandrijfas of aandrijfassen kunnen ophangpunten 24, bij voorkeur in de vorm van een lager, zijn verschaft. De ophangpunten 24 of lagers vertonen bij voorkeur een verbinding naar de overspanning 5, zodat de assen tussen de 5 opeenvolging in de series zijn opgehangen, hetgeen de stijfheid en de sterkte van de samengestelde configuratie van de schoepenraden 6, 7 en de aandrijfassen 23 verbetert. Tevens kunnen koppelflenzen 25 zijn aangebracht. De koppelflenzen kunnen dienen om schoepenradsecties met 1, 2 10 of meer schoepenraden 6, 7 te kunnen ontkoppelen uit de reeks en bijvoorbeeld te vervangen. Dit kan nodig zijn in het geval van onderhoud of vervanging. De koppelflenzen bieden een bijzonder elegante en eenvoudige wijze voor het demonteren van schoepenradsecties van telkens ten minste één 15 schoepenrad.The vane wires 6, 7 in a row are interconnected with a drive shaft 23. In the succession of the series of vane wires with or between them the drive shaft or drive shafts, suspension points 24, preferably in the form of a bearing, may be provided. The suspension points 24 or bearings preferably have a connection to the span 5, so that the shafts are suspended between the succession in the series, which improves the rigidity and the strength of the composite configuration of the blade wires 6, 7 and the drive shafts 23. Coupling flanges 25 can also be provided. The coupling flanges can serve to enable blade wheel sections with 1, 2 or more blade wires 6, 7 to be disconnected from the series and to be replaced, for example. This may be necessary in the case of maintenance or replacement. The coupling flanges offer a particularly elegant and simple way of dismantling paddle wheel sections of at least one paddle wheel.

Verder is weergegeven, dat het rooster 15 uit drie secties bestaat met twee tussengelegen ophangingen 26 voor de roosterdelen tussen de drijvers 3, 4.It is furthermore shown that the grid 15 consists of three sections with two intermediate suspensions 26 for the grid parts between the floats 3, 4.

Terzijde wordt nog opgemerkt, dat de huid 27 van de 20 inrichting 1 volgens de uitvinding uit verschillende materialen kan bestaan. Er kan worden gekozen voor geconserveerd staal, beton of zelfs een systeem, dat wordt aangeduid als S.P.S.It is furthermore noted that the skin 27 of the device 1 according to the invention can consist of different materials. Preserved steel, concrete or even a system, which is referred to as S.P.S., can be chosen.

In fig. 4 is verder weergegeven, zij het op schematische 25 wijze, dat isolatiemateriaal 28 tegen de binnenzijde van de buitenhuid 27 van de inrichting 1 is aangebracht. Opgemerkt wordt, dat voor het onderdrukken van hinderlijk geluid, zo veel mogelijk van de buitenhuid 27 van de inrichting is bekleed met isolatiemateriaal 28.Fig. 4 furthermore shows, albeit in a schematic manner, that insulating material 28 is arranged against the inside of the outer skin 27 of the device 1. It is noted that to suppress annoying noise, as much of the outer skin 27 of the device as possible is covered with insulating material 28.

30 Uit het aanzicht van fig. 4 blijkt duidelijk, dat er tussen het bovendek 17 en de onderzijde 29 van de overspanning 5 een fors compartiment beschikbaar is voor plaatsing van machines, zoals generatoren 30. De koppeling of verbinding tussen de aandrijfassen van de schoepenraden 13 6, 7, 8 met de generatoren 30 is hieronder nader beschreven. Opgemerkt wordt, dat ook de aandrijfas van de windmolen 10 steekt door het bovendek 17 en is gekoppeld met een generator in het compartiment, dat is gevormd in de 5 overspanning 5.From the view of fig. 4 it is clear that between the upper deck 17 and the underside 29 of the span 5 a large compartment is available for placing machines, such as generators 30. The coupling or connection between the drive shafts of the vane wires 13 6, 7, 8 with the generators 30 is further described below. It is noted that also the drive shaft of the windmill 10 protrudes through the upper deck 17 and is coupled to a generator in the compartment, which is formed in the span 5.

Bij de generatoren 30 wordt op gebruikelijke wijze, en waar nodig, een tandwielkast om omkeerkast 31. Een dergelijke kast 31 vormt een verbinding tussen een tandwiel om omkeerwiel 32, dat via een overbrenging in verbinding 10 staat met ten minste één aandrijfas van een reeks schoepenraden 6, 7 of 8.With the generators 30, a gearbox is turned over in a conventional manner, and where necessary, around a gearbox 31. Such a gearbox 31 forms a connection between a gearwheel, which is connected via a transmission to at least one drive shaft of a series of blade wires. 6, 7 or 8.

Eerder is al opgemerkt, dat de inrichting 1 kan worden getrimd met de ballasttanks in de drijvers 3, 4, en in fig.It has already been noted that the device 1 can be trimmed with the ballast tanks in the floats 3, 4 and in fig.

4 is duidelijk weergegeven, dat de inrichting een mate van 15 hoogtevariatie kan vertonen ten opzichte van het waterniveau 33 van het waterlichaam, waarin de stroming A voorkomt.4, it is clearly shown that the device can exhibit a degree of height variation with respect to the water level 33 of the water body in which the flow A occurs.

In fig. 5 is een relatief kleine inrichting volgens de uitvinding getoond, welke beperkte afmetingen heeft van plusminus 2,5 x 2 meter, en welke licht is van gewicht, en 20 kan zijn vervaardigd van kunststof en/of aluminium. De doelgroep van deze kleine lichte inrichting kan samenhangen met onontwikkelde gebieden, en ontoegankelijke gebieden, waar wel waterstroom ter beschikking is maar geen elektrisch vermogen. Deze uitvoeringsvorm is ook te gebruiken voor 25 militaire doeleinden, ontwikkelingshulp, in ontoegankelijke gebieden, etc., en het vervoer kan bijvoorbeeld per helikopter geschieden. De werking van deze relatief kleine variant is als volgt. Wanneer deze is geplaatst in een waterstroom, drijven de schoepen een dynamo van 12 volt aan, 30 waardoor 12 volt accu's worden opgeladen. Via een omvormer wordt 12 volt omgezet in 220 volt, waarmee het elektrisch vermogen benut kan worden voor diverse doeleinden. Zoals communicatie, drijven van pompen, irrigatie landbouwgebied etc.Fig. 5 shows a relatively small device according to the invention, which has limited dimensions of approximately 2.5 x 2 meters, and which is light in weight, and can be made of plastic and / or aluminum. The target group of this small light device can be associated with undeveloped areas, and inaccessible areas, where water flow is available but no electrical power. This embodiment can also be used for military purposes, development aid, in inaccessible areas, etc., and transport can, for example, take place by helicopter. The operation of this relatively small variant is as follows. When placed in a water stream, the blades drive a 12-volt alternator, charging 12-volt batteries. 12 volts are converted into 220 volts via an inverter, with which the electrical power can be used for various purposes. Such as communication, pumping, irrigation agricultural area etc.

1414

In fig. 5 is het hoogteverschil uit fig. 4 buiten beschouwing gelaten, en is duidelijk getoond dat de aandrijfassen 23 enerzijds zijn opgehangen in lagers 34, en aan de andere zijde waterdicht door een schot 35 steken om 5 verbonden te zijn met wielen 36. In de uitvoeringsvorm van fig. 5 zijn drie wielen 36 onderling verbonden, bijvoorbeeld middels een ketting of deurriem of kabel of iets soortgelijks. Via een afzonderlijke overbrenging 37 wordt de door de drie aandrijfassen 23 in fig. 5 gegenereerde 10 draaibeweging overgezet naar een dynamo 30 als mogelijke uitvoeringsvorm van een generator. Tevens is weergegeven, dat een roer of kiel toegepast om de inrichting 1 recht in de stroming A te houden.In Fig. 5 the difference in height from Fig. 4 has been left out of consideration, and it is clearly shown that the drive shafts 23 are on the one hand suspended in bearings 34, and on the other side protrude watertight through a partition 35 to be connected to wheels 36. In the embodiment of Fig. 5, three wheels 36 are interconnected, for example by means of a chain or door belt or cable or the like. Via a separate transmission 37, the rotational movement generated by the three drive shafts 23 in Fig. 5 is transferred to a dynamo 30 as a possible embodiment of a generator. It is also shown that a rudder or keel is used to keep the device 1 straight in the flow A.

In fig. 6 is nog een verdere uitvoeringsvorm 15 weergegeven. Deze uitvoeringsvorm van fig. 6 vertoont een aantal aanvullende of alternatieve eigenschappen.A further embodiment is shown in FIG. This embodiment of Fig. 6 has a number of additional or alternative features.

Zo is aan de voorzijde van de inrichting het rooster 15 opklapbaar in de richting van pijl B. Het rooster 15 kan ook weer neergeklapt worden naar de werkzame toestand daarvan.For example, at the front of the device, the grid 15 is foldable in the direction of arrow B. The grid 15 can also be folded down again to its operative condition.

20 Verder is een op en neer beweegbare golfslagremmer in de vorm van een luik 38 weergegeven. Het luik 38 is binnen een bewegingsbereik op en neer beweegbaar om de golfslag te dempen, die in de richting van pijl A, binnenkomt onder de inrichting 1.Furthermore, an up and down movable wave impact inhibitor in the form of a hatch 38 is shown. The hatch 38 is movable up and down within a range of movement to damp the wave stroke which enters under the device 1 in the direction of arrow A.

25 In fig. 6 zijn nog andere bijzondere eigenschappen getoond. Zo vertonen de schoepen aan de schoepenraden 6, 7 en 8 krommingen. Dit zal hieronder nog nader worden beschreven.Further special features are shown in FIG. The blades on the blades 6, 7 and 8, for example, have curves. This will be further described below.

Verder zijn als aanvulling of als alternatief lijvlakken 30 39 onder de schoepenraden 6, 7 en 8 aangebracht. Aldus wordt een hoeveelheid water uit het waterlichaam, met stroming A, opwaarts gestuwd naar de schoepenraden 6, 7 en 8 om deze met nog meer kracht aan te drijven in de richting van pijl C.Furthermore, as a supplement or as an alternative, glue surfaces 39 are provided under the blade wires 6, 7 and 8. Thus, a quantity of water from the body of water, with flow A, is pushed upwards to the paddle wires 6, 7 and 8 to drive it with even more force in the direction of arrow C.

1515

In fig. 3 is ook getoond, dat zijdelingse lijvlakken 40 zijn aangebracht voor het zijdelings naar de schoepenraden 6, 7 en 8 geleiden van de stroming A. Verder wordt nog opgemerkt, dat een lier 41 en een kraan 42 te benutten zijn 5 voor het manipuleren van het rooster 15.It is also shown in Fig. 3 that lateral glue surfaces 40 are provided for guiding the flow A laterally to the vane wires 6, 7 and 8. It is further noted that a winch 41 and a crane 42 can be used for manipulating the grid 15.

In fig. 7 is weergegeven, dat een in een kleine inrichting vergelijkbaar met die van fig. 5, volgens de onderhavige uitvinding een uitklapbare kiel 43 kan omvatten. Een uitklapbare kiel 43 wordt uitgeklapt, wanneer voldoende 10 diepgang onder de inrichting 1 hiertoe beschikbaar is.It is shown in Fig. 7 that a keel 43 may be included in a small device similar to that of Fig. 5 according to the present invention. A foldable keel 43 is folded out when sufficient draft under the device 1 is available for this purpose.

Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een trekkabel 44, die op zijn beurt ergens kan zijn gekoppeld met een lier of winch (niet nader weergegeven).Use can herein be made of a traction cable 44, which in turn can be coupled somewhere with a winch or winch (not further shown).

Tevens is weergegeven, dat in de tussenruimte in de 15 overspanning 5 accu's 45 staan opgesteld, voor opslag van gegenereerd elektrisch vermogen. De accu's 45 kunnen eventueel worden vervangen door een vaste landkabel. De dynamo of generator 30 is ook weergegeven, waarbij tevens de overbrenging tussen de schoepenraden 6, 7 en 8 en de 20 generator 30 is weergegeven als een een-op-een relatie. Namelijk, een tandwiel 46 aan het vrije einde van de aandrijfas 23 haakt direct in op een tandwiel 47, dat in verbinding staat met de aandrijfas van de dynamo of generator 30. De dynamo levert een vermogen op een voltage 25 van bijvoorbeeld 12 volt, en dit is om te zetten naar een voltage van 220 volt of een willekeurig andere spanning met behulp van een omvormer 48, die eveneens op de hoogte van het compartiment voor machines in de overspanning 5 kan zijn aangebracht, zij het dan op een zijdelingse locatie boven 30 een drijver 3 of 4. Ook is in fig. 7 duidelijk de eigenschap weergegeven, dat onder de schoepenraden 6, 7 en 8 een verbindingsorgaan 49 kan zijn gepositioneerd. Daarin kunnen ballasttanks zijn aangebracht, zoals het in fig. 7 getoonde geval. Een dergelijke verbinding laat tevens toe, dat de 16 bovenzijde van het verbindingsorgaan 49 is gearticuleerd ofwel gewelfd is vormgegeven. In fig. 6 zijn al lijplaten 39 weergegeven, en deze kunnen zijn aangebracht in of op het verbindingsorgaan 49. In een alternatieve uitvoeringsvorm 5 kan het bovenoppervlak van het verbindingsorgaan 49 een gewelfde vorm vertonen, die nauw overeen kan komen met de vormgeving of althans diameter van de schoepenwielen 6, 7 en 8, en tevens met de opeenvolgingen achter elkaar in de stroomrichting A daarvan om de stroming A met een maximaal 10 rendement langs elke van de achter elkaar opgestelde schoepen 6, 7 en 8 te kunnen voeren.It is also shown that 5 batteries 45 are arranged in the gap in the overvoltage 15, for storing generated electrical power. The batteries 45 can optionally be replaced by a fixed land cable. The dynamo or generator 30 is also shown, the transmission between the blade wires 6, 7 and 8 and the generator 30 also being shown as a one-to-one relationship. Namely, a gear wheel 46 at the free end of the drive shaft 23 hooks directly into a gear wheel 47, which is connected to the drive shaft of the dynamo or generator 30. The dynamo supplies a power at a voltage 25 of, for example, 12 volts, and this can be converted to a voltage of 220 volts or any other voltage with the aid of an inverter 48, which can also be arranged at the height of the machine compartment in the span 5, albeit at a lateral location above 30 a float 3 or 4. Also in fig. 7 the property is clearly shown that a connecting member 49 can be positioned under the blade wires 6, 7 and 8. Ballast tanks may be provided therein, such as the case shown in FIG. Such a connection also allows the top 16 of the connecting member 49 to be articulated or curved. Fig. 6 already shows glue plates 39, and these can be arranged in or on the connecting member 49. In an alternative embodiment 5, the upper surface of the connecting member 49 can have a curved shape, which can closely correspond to the shape or at least diameter of the blade wheels 6, 7 and 8, and also with the sequences one behind the other in the flow direction A thereof, in order to be able to guide the flow A with a maximum efficiency along each of the blades 6, 7 and 8 arranged one behind the other.

In fig. 8 zijn enkele configuraties getoond om aandrijfassen 23 te verbinden met generatoren 30, en ook van de windmolen 10 is een aandrijfas 50 getoond, die op zich 15 weer is verbonden of gekoppeld met een dynamo of andere generator 51. Meer van belang is hier de weergave van het aantal aandrijfassen, dat telkens met een enkele generator 30 is gekoppeld. Dit aantal kan samenhangen met het ontworpen genereervermogen van elke van de generatoren 30.Fig. 8 shows a few configurations for connecting drive shafts 23 to generators 30, and also of the windmill 10 a drive shaft 50 is shown, which in itself is connected or coupled to a dynamo or other generator 51. More important is here the representation of the number of drive shafts, each coupled to a single generator 30. This number can be related to the designed generating capacity of each of the generators 30.

20 Aan de linkerzijde in fig. 8 zijn drie aandrijfassen 23 via een ketting, bijvoorbeeld een type Gall ketting, via een spanner 52 verbonden met een enkele generator. In het midden van fig. 8 zijn slechts twee aandrijfassen 23 gekoppeld met een enkele generator 30, terwijl helemaal aan de 25 rechterzijde in fig. 8 slechts een enkele aandrijfas 23 met een generator 30 is gekoppeld.On the left-hand side in Fig. 8, three drive shafts 23 are connected via a chain, for example a type of Gall chain, via a tensioner 52 to a single generator. In the center of Fig. 8, only two drive shafts 23 are coupled to a single generator 30, while all the way to the right-hand side in Fig. 8, only a single drive shaft 23 is coupled to a generator 30.

Boven de schoepenraden 6, 7 en 8 zijn roosters 53 aangebracht. Deze zijn bij voorkeur te lichten of op te tillen, zodat toegang kan worden verschaft tot elke van de 30 schoepenraden 6, 7 en 8. Dit kan gunstig zijn voor onderhoud en/of vervanging bij een defect. Daartoe dienen ook de flenskoppelingen, zoals die in samenhang zijn beschreven met fig. 3. In fig. 9 is verder aan de linkerzijde nog een configuratie getoond, waar niet minder dan 5 aandrijfassen 17 23 via een overbrenging 54 zijn gekoppeld met een enkele generator 30, terwijl aan de rechterzijde in fig. 9 een viertal aandrijfassen via een overbrenging 54 is gekoppeld met een enkele generator 30. Duidelijk is ook, zij het 5 schematisch, dat een waterdichte doorvoer van de aandrijfassen bij doorgang 55 van belang is. Niet van belang is de wijze, waarop de aandrijfassen 23 zijn gekoppeld met de generatoren. Dit kan met kettingen, kabels, vaste tandwieloverbrengingen, etc. worden verwezenlijkt.Grids 53 are arranged above the vanes 6, 7 and 8. These can preferably be lifted or lifted up so that access can be given to each of the vane wires 6, 7 and 8. This can be favorable for maintenance and / or replacement in the event of a defect. The flange couplings, such as those described in connection with Fig. 3, also serve for this purpose. Fig. 9 also shows a configuration on the left-hand side, where no fewer than 5 drive shafts 17 23 are coupled via a transmission 54 to a single generator 30 while on the right-hand side in Fig. 9 four drive shafts are coupled via a transmission 54 to a single generator 30. It is also clear, albeit schematically, that a watertight passage of the drive shafts at passage 55 is important. The manner in which the drive shafts 23 are coupled to the generators is not important. This can be achieved with chains, cables, fixed gear transmissions, etc.

10 In fig. 10 is een schoepenrad 56 getoond. Dit schoepenrad 56 bestaat uit koppelplaten 57 aan de aandrijfas 23, waarbij aan de koppelplaten 57 gekromde schoepen 64 kunnen worden aangebracht. In het geval van stroming A kunnen de schoepenraden 56 in de in fig. 10 getoonde 15 uitvoeringsvorm draaien in een draairichting, die overeenkomt met de rotatierichting van een klok.A paddle wheel 56 is shown in FIG. This paddle wheel 56 consists of coupling plates 57 on the drive shaft 23, whereby curved blades 64 can be arranged on the coupling plates 57. In the case of flow A, the blade wires 56 in the embodiment shown in Fig. 10 can rotate in a direction of rotation corresponding to the direction of rotation of a clock.

In fig. 11 is een dichte uitvoeringsvorm met rechte schoepen getoond. De aanduiding, dat het hier een dichte uitvoeringsvorm betreft, wordt ingegeven door het aanbrengen 20 van zijplaten 58. De schoepen zijn recht, zodat omkering van de draairichting vrij eenvoudig kan gebeuren. Mogelijk worden de schoepen 59 losmaakbaar aangebracht, net als in de uitvoeringsvorm van fig. 10. Dit is bij wijze van voorbeeld getoond in fig. 12, zij het dat daar de zijpanelen 58 25 ontbreken. Hier worden slechts de schoepen 59 vast aangebracht of gekoppeld met de aandrijfas 23 middels koppelplaten 57.Fig. 11 shows a closed embodiment with straight blades. The indication that this is a dense embodiment is dictated by the fitting of side plates 58. The blades are straight, so that reversal of the direction of rotation can take place quite simply. Possibly, the blades 59 are releasably mounted, as in the embodiment of Fig. 10. This is shown by way of example in Fig. 12, although the side panels 58 are missing there. Here only the blades 59 are fixedly mounted or coupled to the drive shaft 23 by means of coupling plates 57.

In fig. 13 is dan nog getoond, dat zich voorwaarts uitstrekkende flenzen 60 kunnen worden toegepast. Tevens 30 zijn doorgangen 61 gevormd in de schoepenplaten 62 van fig.It is then shown in FIG. 13 that forward-extending flanges 60 can be used. Passages 61 are also formed in the vane plates 62 of FIG.

13. Duidelijk is dat dergelijke schoepen 62 verwisselbaar zijn, en gemonteerd kunnen worden aan een aandrijfas of een sectie daarvan. Daartoe kunnen, net als in fig. 10, koppelplaten 57 worden benut.13. It is clear that such blades 62 are interchangeable and can be mounted on a drive shaft or a section thereof. For this purpose, as in Fig. 10, coupling plates 57 can be utilized.

1818

Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de onderhavige uitvinding vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen mogelijk zijn ten opzichte van die, welke hierboven zijn beschreven en in de figuren expliciet zijn 5 getoond. Zo is nog niet eenduidig vastgelegd, op welke wijze de inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding kunnen worden geïmmobiliseerd. Het zal immers niet de bedoeling zijn om deze weg te laten drijven op de stroming A. Er kunnen vaste verankeringen worden gebruikt. Dergelijke vaste 10 verankeringen binnen of buiten de omtrek van de inrichting omvatten dan bijvoorbeeld elk een paal en er kunnen meerdere verankeringen, bijvoorbeeld vier stuks, wordt benut. De paal strekt zich in verticale richting uit, en daarlangs is de inrichting volgens de uitvinding op en neer beweegbaar. Als 15 de stroomrichting verandert, is het echter lastig om de inrichting te laten zwenken. Men kan een dergelijke inrichting dan bij voorkeur nog wel plaatsen in een stroming, die met intervallen volledig omkeert, bijvoorbeeld een getijdestroming. Voor immobilisatie kunnen ook andere, 20 op zich gangbare middelen worden benut, afhankelijk van beschikbare mogelijkheden, en omstandigheden.It will be clear that within the scope of the present invention many alternative and additional embodiments are possible with respect to those described above and explicitly shown in the figures. For example, it has not yet been clearly established how the devices according to the present invention can be immobilized. After all, it will not be the intention to float them away on the current A. Fixed anchorages can be used. Such fixed anchors within or outside the circumference of the device then, for example, each comprise a pole and several anchors, for example four, can be used. The pole extends in the vertical direction, and the device according to the invention can be moved up and down along this. However, if the flow direction changes, it is difficult to pivot the device. Such a device can then preferably still be placed in a flow which completely reverses at intervals, for example a tidal flow. For immobilisation other, per se usual means can be used, depending on available options and circumstances.

Wanneer de stroomrichting niet varieert, zoals in een rivier, hoeven mogelijk alleen middelen te worden verschaft om waterpeilverschillen te overbruggen. Er kan naar de wal 25 worden afgemeerd, of met bolders, ankers en/of meertrossen worden geïmmobiliseerd. In een getijdestroming kan de inrichting vast worden afgemeerd en de draairichting van de schoepenraden variabel zijn gemaakt. Daarbij kunnen overeenkomstige aanpassingen aan de generatoren worden 30 overwogen, bijvoorbeeld door asynchrone drie-fase generatoren toe te passen en één van de fasen te inverteren wanneer de stroomrichting omkeert, maar het is tevens mogelijk omkeerbare tandwielkasten te implementeren.If the flow direction does not vary, such as in a river, only means may need to be provided to bridge water level differences. It can be moored to the shore, or immobilized with bollards, anchors and / or mooring lines. In a tidal flow the device can be moored and the direction of rotation of the blade wires can be made variable. Corresponding modifications to the generators can be considered, for example by applying asynchronous three-phase generators and inverting one of the phases when the flow direction reverses, but it is also possible to implement reversible gearboxes.

1919

In het geval van een zeer sterke stroming A is het mogelijk om de schoepen, zoals in fig. 12 is getoond, te voorzien van verstevigingsribben 63, hoewel dit slechts een optie is. In het voorgaande zijn de schoepen van de 5 schoepenraden telkens beschreven als vast of loskoppelbaar. Het is echter evenzeer mogelijk om de schoepen vast te lassen aan een aandrijfas of een sectie daarvan. Zoals gebruikelijk in de scheepvaart zijn dergelijke schoepen ook eenvoudig te vervangen, simpelweg door ze verspanend, 10 bijvoorbeeld met een slijper, van de aandrijfas of sectie te verwijderen. De schoepen kunnen in tegenstelling tot de weergave van fig. 6 recht zijn, in het bijzonder als de stroomrichting om kan keren. Dan kan dienovereenkomstig ook de overbrenging in een tandwielkast naar de generator 15 hieraan zijn gepast.In the case of a very strong flow A, it is possible to provide the blades, as shown in Fig. 12, with reinforcing ribs 63, although this is only an option. In the foregoing, the vanes of the vane wires are each described as fixed or detachable. However, it is equally possible to weld the blades to a drive shaft or a section thereof. As is usual in shipping, such blades are also easy to replace, simply by removing them from the drive shaft or section by machining them, for example with a sharpener. The blades can, in contrast to the representation of Fig. 6, be straight, in particular if the flow direction can reverse. Then, accordingly, the transmission in a gearbox to the generator 15 may be appropriate for this.

Tevens zij opgemerkt, dat de schoepenraden een fase verschil kunnen vertonen, althans in hoekstand bij assemblage, waarmee de grip op de gezamenlijke schoepenraden van of door de waterstroom kan worden geoptimaliseerd. In 20 geval van schoepenraden met acht schoepen kan een dergelijke fase verschil ongeveer 22,5°C bedragen.It should also be noted that the paddle wires can exhibit a phase difference, at least in the angular position during assembly, with which the grip on the joint paddle wires from or by the water flow can be optimized. In the case of vane blades with eight vanes, such a phase difference can amount to approximately 22.5 ° C.

Verder kunnen boven de schoepenraden verwijderbare of te openen en te belopen platen of rooster zijn aangebracht, waarmee visuele inspectie van bewegende delen te 25 verwezenlijken of vergemakkelijken is. Zo blijkt, dat de diverse aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen, zoals die al dan niet al zijn aangeduid of blijken uit de hier voorgaande beschrijving, alle moeten worden beschouwd als gelegen binnen het bereik van de beschermingsomvang voor de 30 onderhavige uitvinding, tenzij die naar letter of geest afwijken van de bijgevoegde conclusies.Furthermore, removable or openable and walkable plates or grating can be arranged above the blade wires, with which visual inspection of moving parts can be realized or facilitated. Thus, it appears that the various additional and alternative embodiments, such as may or may not have been indicated or as apparent from the foregoing description, should all be considered to be within the scope of the scope of protection for the present invention, unless they are letter or differ in spirit from the appended claims.

Claims (20)

1. Inrichting voor het genereren van energie, omvattende: 5. een gestel met ten minste twee drijvers voor het positioneren van de inrichting op een waterlichaam met een stroming onder het gestel door, en met een overspanning op de drijvers, en - onder de overspanning ten minste twee schoepenraden, welke 10 afzonderlijk of gezamenlijk via ten minste één as met ten minste één generator in, aan of op het gestel zijn verbonden, en ten minste gedeeltelijk met de schoepen daarvan in het waterlichaam reiken, waarbij ten minste twee van de schoepenraden in de stroming 15 naast elkaar zijn gepositioneerd, ten minste twee van de schoepenraden in de stroming achter elkaar zijn gepositioneerd, en ten minste twee van de schoepenraden in de stroming ten opzichte van elkaar verspringend zijn gepositioneerd, en waarbij tussen de drijvers en onder de 20 schoepenraden een gesloten verbindingsorgaan is aangebrachtDevice for generating energy, comprising: 5. a frame with at least two floaters for positioning the device on a body of water with a flow underneath the frame, and with a span on the floats, and - under the span at least two vane wires, which are connected individually or collectively via at least one axis to at least one generator in, on or on the frame, and extend at least partially with their vanes into the body of water, at least two of the vane wires in the flow 15 are positioned adjacent to each other, at least two of the vane wires are positioned behind each other in the flow, and at least two of the vane wires are staggered in the flow relative to each other, and wherein between the floats and below 20 vane blades a closed connecting member is provided 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij van naast elkaar opgestelde schoepenraden telkens een groep van ten minste één schoepenrad een bijbehorende as omvat, en een as van een naburig schoepenrad of naburige groep schoepenraden 25 losmaakbaar met de bij de groep behorende as is gekoppeld.2. Device as claimed in claim 1, wherein from group of blade wires arranged next to each other a group of at least one blade wheel comprises an associated shaft, and an axis of an adjacent blade wheel or neighboring group of blade wires 25 is detachably coupled to the axis belonging to the group. 3. Inrichting volgens conclusie 2, omvattende een flenskoppeling tussen de as en de naburige as.Device as claimed in claim 2, comprising a flange coupling between the shaft and the neighboring shaft. 4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, verder omvattende ten minste één ophanging voor de as tussen de 30 schoepenraden.4. Device as claimed in claim 1, 2 or 3, further comprising at least one suspension for the shaft between the vane wires. 5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de ophanging een lager omvat.Device as claimed in claim 4, wherein the suspension comprises a bearing. 6. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de schoepen van de schoepenraden gekromd zijn.Device according to at least one of the preceding claims, wherein the blades of the blade wires are curved. 7. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande 5 conclusies, waarbij aan het gestel ten minste één inlaatrooster in de stroming vóór de schoepenraden is aangebracht.7. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein at least one inlet grille is arranged on the frame in the flow before the vane wires. 8. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, in het bijzonder conclusie 7, waarbij aan het 10 gestel onder de overspanning een brug is aangebracht.8. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, in particular claim 7, wherein a bridge is arranged on the frame under the span. 9. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de drijvers en in de stroomrichting vóór de schoepenraden een selectief te bekrachtigen sluitelement is aangebracht.Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein a selectively energizing closing element is arranged between the floats and in the flow direction before the vane wires. 10. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij onder de schoepenraden ten minste één venturi-doorgang is gevormd.Device according to at least one of the preceding claims, wherein at least one venturi passage is formed under the vane wires. 11. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende: zich dwars op de stroming 20 uitstrekkende stromingsgeleiders, welke in de richting van de stroming opwaarts zijn georiënteerd.11. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, further comprising: flow guides extending transversely to the flow, which are oriented upwards in the direction of the flow. 12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de stromingsgeleiders in zij-aanzicht en in de richting van de stroming een golfvorm vertonen.Device as claimed in claim 11, wherein the flow conductors have a waveform in side view and in the direction of the flow. 13. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij op de inrichting een windmolen is aangebracht.Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein a windmill is arranged on the device. 14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de windmolen is verbonden of althans verbindbaar is met 30 dezelfde generator als ten minste één van de schoepenraden.14. Device as claimed in claim 13, wherein the windmill is connected or at least connectable to the same generator as at least one of the vane wires. 15. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één ballasttank, en bij voorkeur ten minste twee tanks, welke met een besturing samenhangt en onder besturing daarvan staat, waarbij de besturing verder is verbonden met sensormiddelen voor bepaling van de diepte tot waar de schoepenraden in het waterlichaam steken, en de besturing de ballasttank zodanig aanstuurt dat de schoepenraden tot een gewenste diepte in 5 het waterlichaam steken.Device as claimed in at least one of the foregoing claims, further comprising at least one ballast tank, and preferably at least two tanks, which is associated with a control and is under control thereof, wherein the control is further connected to sensor means for determining the depth to which the paddle wires protrude into the body of water, and the control controls the ballast tank such that the paddle wires protrude into the body of water to a desired depth. 16. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij in het gestel een machinekamer is aangebracht met ten minste één generator.Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein a machine room with at least one generator is arranged in the frame. 17. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande 10 conclusies, waarbij in of op het gestel een controlekamer is aangebracht met ten minste een gedeelte van een besturing voor het aansturen van componenten en elementen van de inrichting uit de groep, welke omvat: veiligheidsmiddelen en indicatoren.17. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein a control room is arranged in or on the frame with at least a part of a control for controlling components and elements of the device from the group, which comprises: safety means and indicators. 18. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van het gestel geluidsisolatie omvat.Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein at least a part of the frame comprises sound insulation. 19. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de generator op een positie boven de 20 schoepenraden is gepositoneerd met de in hoofdzaak verticaal georiënteerde overbrenging tussen de as en de generator.19. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein the generator is positioned at a position above the vane wires with the substantially vertically oriented transmission between the shaft and the generator. 20. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de schoepenraden middels een selectief bekrachtigbare overbrenging is 25 verbonden met een generator.20. Device as claimed in at least one of the foregoing claims, wherein at least one of the vane wires is connected to a generator by means of a selectively energizable transmission.
NL1035400A 2008-05-07 2008-05-07 Device for generating energy. NL1035400C2 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035400A NL1035400C2 (en) 2008-05-07 2008-05-07 Device for generating energy.
EP09742887A EP2334928A1 (en) 2008-05-07 2009-04-14 Device for generating energy
PCT/NL2009/050197 WO2009136784A1 (en) 2008-05-07 2009-04-14 Device for generating energy

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035400A NL1035400C2 (en) 2008-05-07 2008-05-07 Device for generating energy.
NL1035400 2008-05-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1035400C2 true NL1035400C2 (en) 2009-11-11

Family

ID=40092068

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035400A NL1035400C2 (en) 2008-05-07 2008-05-07 Device for generating energy.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2334928A1 (en)
NL (1) NL1035400C2 (en)
WO (1) WO2009136784A1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102900618A (en) * 2012-09-12 2013-01-30 盖争 Wind power and water power complementing hydraulic power source device

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB0922637D0 (en) * 2009-12-29 2010-02-10 Herbison Francis D Eco-f.e.w.l
AU2018207025B2 (en) * 2017-01-12 2024-02-22 YOUSSEF, Albert Magdi Iskander Device and technique for generating power from moving water
FR3073905A1 (en) * 2017-11-20 2019-05-24 Gerard Issartel TURBO ALTERNATOR MOBILE IN A FLUID ENVIRONMENT

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB165339A (en) * 1919-08-11 1921-06-30 Johann Joseph Rebman Improvements in and relating to water current motors
FR1176703A (en) * 1957-06-13 1959-04-15 Floating power plant
GB2223063A (en) * 1988-09-26 1990-03-28 Allen Royston Howard Bissex Water powered floating electric generator
BE1005741A3 (en) * 1992-03-06 1994-01-11 Smet Alfonsus Maria Device for the generation of energy
WO2006060761A1 (en) * 2004-12-03 2006-06-08 John Herbert Coman Paddle wheels in a flow of water
EP1712785A2 (en) * 2005-04-13 2006-10-18 Hermann Riegerbauer Hydraulic power plant
DE202006014721U1 (en) * 2006-09-25 2007-02-01 Mirwald, Gunthard Floating pontoon electricity generating station also incorporates top-mounted solar panels and wind turbines
DE202007013855U1 (en) * 2007-09-27 2007-12-20 Kolarov, Andrija, Dipl.-Ing. The river electric generator counter runner with two drive water wheels

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB165339A (en) * 1919-08-11 1921-06-30 Johann Joseph Rebman Improvements in and relating to water current motors
FR1176703A (en) * 1957-06-13 1959-04-15 Floating power plant
GB2223063A (en) * 1988-09-26 1990-03-28 Allen Royston Howard Bissex Water powered floating electric generator
BE1005741A3 (en) * 1992-03-06 1994-01-11 Smet Alfonsus Maria Device for the generation of energy
WO2006060761A1 (en) * 2004-12-03 2006-06-08 John Herbert Coman Paddle wheels in a flow of water
EP1712785A2 (en) * 2005-04-13 2006-10-18 Hermann Riegerbauer Hydraulic power plant
DE202006014721U1 (en) * 2006-09-25 2007-02-01 Mirwald, Gunthard Floating pontoon electricity generating station also incorporates top-mounted solar panels and wind turbines
DE202007013855U1 (en) * 2007-09-27 2007-12-20 Kolarov, Andrija, Dipl.-Ing. The river electric generator counter runner with two drive water wheels

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102900618A (en) * 2012-09-12 2013-01-30 盖争 Wind power and water power complementing hydraulic power source device

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009136784A1 (en) 2009-11-12
EP2334928A1 (en) 2011-06-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2008338257B2 (en) Apparatus for extracting energy from flowing water
RU2397360C2 (en) Generator set actuated by water flux
US11835025B2 (en) Systems and methods for hydro-based electric power generation
RU2494000C2 (en) Device, method and ship to prevent and decrease harmful effects of oil spillage
EP3924553A1 (en) System and method for removing debris from a waterway
NL1035400C2 (en) Device for generating energy.
JPH05501901A (en) water flow energy converter
US10910973B2 (en) Three-dimensional (3D) flow floating power generator
US10704530B2 (en) Method and apparatus for generating electricity
GB2487448A (en) Hydro-kinetic Water Turbine Duct
WO2017061876A1 (en) Offshore fish farming unit
CN202624596U (en) Boat for automatically gathering garbage floating on water surface
GB2476715A (en) A floating waterwheel
RU2002099C1 (en) Floating device for generating electric energy due to use of water kinetic energy
WO2017209041A1 (en) Tidal current power generation device
CN221442731U (en) Floating bridge type water conservancy power generation system
BE1015542A6 (en) Tidal power generator, comprises bucket wheels connected to drive wheels for driving alternator
CN215972011U (en) Pure electric clean-keeping boat propelled by double paddle wheels and built-in aluminum hull
CN117418985A (en) Floating bridge type water conservancy power generation system
RU2167335C2 (en) River-channel power plant
CN112049093A (en) Fishing boat or fishing boat for river floating garbage in flood season
RU2116932C1 (en) Shipboard propeller
DE202016002341U1 (en) Hydro-electric power generator for slow-moving water / tow generator for boats
SE429662B (en) Method and device for controlling equipment used for working on the sea bed
ITAP950004A1 (en) CONSTRUCTION IN WATER OF FLOATING STRUCTURES FOR VARIOUS USES OF THE SEA AND WATER IN GENERAL OBTAINED BY THE ARTICULATED UNION AND

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170601