NL1032972C2 - Inrichting voor het houden en gecontroleerd afgeven van althans ten dele poreuze absortielichamen alsmede een absorptielichaam ten gebruike daarmee. - Google Patents

Description

Inrichting voor het houden en gecontroleerd afgeven van althans ten dele poreuze absorptielichamen alsmede een absorptielichaam ten gebruike daarmee.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het houden en 5 gecontroleerd afgeven van althans ten dele poreuze absorptielichamen, omvattende een langwerpige voorraadkamer die bestemd en ingericht is om daarin een reeks absorptielichamen te ontvangen en omvattende verplaatsingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om een absorptielichaam in de voorraadkamer naar een uittreedopening te verplaatsen en aan de uittreedopening af te geven, waarbij de verplaatsingsmiddelen een 10 handmatig bedienbaar bedieningsorgaan omvatten dat in staat en ingericht is om een rotatie aan de dragerlichamen op te leggen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een absorptielichaam ten gebruike met een dergelijke inrichting, omvattende een althans nagenoeg vormvast basisdeel dat aan een bovenzijde is voorzien van een poreuze absorptielaag.

15

De absorptielichamen omvatten gewoonlijk een vormvast basislichaam met daarop een poreuze, watten-achtige absorptielaag voor het opnemen of afgeven van stoffen, met name cosmetische en farmaceutische producten. De inrichting is daarbij bedoeld voor het houden van een voorraad van dergelijke absorptielichamen en het naar wens afgeven 20 daarvan. Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift USP

4.854.761 en omvat een staafvormige houder voorzien van een voorraadkamer voor een reeks absorptielichamen. De voorraadkamer is voorzien van verplaatsingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om de absorptielichamen in de voorraadkamer naar een uittreedopening te drijven. De verplaatsingsmiddelen omvatten daarbij een 25 veerconstructie die aan een van de uittreedopening afgewende zijde van de absorptielichamen is aangebracht en een axiale druk op de axiaal vrijelijk gangbare dragerlichamen uitoefent. De houder is verder voorzien van een bedieningsorgaan dat via de veerconstructie aangrijpt op een achterste absorptielichaam om dit in rotatie te brengen, terwijl opeenvolgende absorptielichamen onderling in aangrijping zijn. Aan 30 een voorzijde is de houder voorzien van een opzetdeel dat aan een binnenzijde is voorzien van een spiraalprofiel in de vorm van een schroefdraad om daarop een complementaire groef van een voorste absorptielichaam te ontvangen. Al draaiende zal het voorste absorptielichaam in het opzetstuk aangrijpen op het spiraalprofiel om 032972 LA06.1341NL.Mpd -2- daarover voorwaarts te worden geleid terwijl het in rotatie wordt gehouden door een daarop volgend absorptielichaam om uiteindelijk de houder te verlaten.

Een nadeel van een dergelijke inrichting is evenwel dat de daarbij noodzakelijke 5 veerconstructie en het vereiste opzetstuk een belangrijk deel van de lengte van de inrichting uitmaken en daardoor de effectieve voorraadcapaciteit beperken. Bovendien is het gebruik van de bekende inrichting met name voor voorkomende cosmetisch en farmaceutische toepassingen onvoldoende hygiënisch doordat het voorste absorptielichaam relatief weinig buiten de houder uitsteekt en aldus onvermijdelijk een 10 rand van de uittreedopening bij het gebruik van de houder met de huid of anderszins een deel van een te behandelen oppervlak in contact kan komen.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te voorzien die toestaat dat de voorraadkamer zich over 15 praktisch een volledige lengte daarvan uitstrekt. Met de onderhavige uitvinding wordt voorts onder meer beoogd te voorzien in een absorptielichaam ten gebruike daarmee dat een hygiënischer gebruik toestaat.

Om eerstgenoemd, beoogd doel te bereiken heeft een inrichting van de in de aanhef 20 genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen over althans nagenoeg een volledige lengte van een binnenwand van de voorraadkamer een spiraalprofiel omvatten, dat de absorptielichamen aangrijpingsmiddelen omvatten die in staat en ingericht zijn om in de voorraadkamer met het spiraalprofiel in samenwerking te treden teneinde een absorptielichaam, bij een door het bedieningsorgaan daaraan 25 opgelegde rotatie, een gang volgens het spiraalprofiel op te leggen en dat het bedieningsorgaan in staat en ingericht is om rechtstreeks aan te grijpen op de absorptielichamen. Daarbij bevindt het spiraalprofiel zich reeds in de voorraadkamer zodat de verplaatsingsmiddelen reeds in de voorraadkamer met de absorptielichamen kunnen samenwerken en een separaat opzetstuk kan worden vermeden. Doordat het 30 bedieningsorgaan rechtstreeks aangrijpt op de absorptielichamen, kan bovendien een veerconstructie of dergelijke, zoals noodzakelijk bij de bekende inrichting, worden -3- uitgespaard en is de inrichting aldus over praktisch een volledige lengte beschikbaar voor het houden van een voorraad absorptielichamen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk 5 dat het spiraalprofiel een groef omvat die in de binnenwand is aangebracht en dat de aangrijpingsmiddelen ten minste één vleugelorgaan omvatten dat zijdelings van een absorptielichaam uitgaat en in staat en ingericht is om in het spiraalprofiel te treden. Doordat de ten minste ene vleugelorgaan in de groef treedt, zal een absorptielichaam in een voortgaande beweging worden geforceerd, als daaraan met het bedieningsorgaan 10 een rotatie wordt opgelegd, om uiteindelijk aan de uittreedopening te verschijnen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat het bedieningsorgaan een aan een van de uittreedopening van de houder afgewend uiteinde aangebracht draaiorgaan omvat waarvan ten minste één langwerpig 15 voortstuwingsorgaan uitgaat dat, althans nagenoeg evenwijdig aan een spiraalas van het spiraalprofiel, zich over althans nagenoeg een volledige lengte van de voorraadkamer uitstrekt en in staat en ingericht is om aan te grijpen op de absorptielichamen. Doordat het voortstuwingslichaam zich aldus over praktisch de volledige lengte van de voorraadkamer uitstrekt, kan het voortstuwingslichaam rechtstreeks aangrijpen op alle 20 absorptielichamen en deze individueel voortbewegen. Een samenwerking tussen de absorptielichamen onderling, zoals bij de bekende inrichting, is aldus niet vereist, evenmin als een door middel van een veerconstructie opgebouwde veerdruk.

Het voortstuwingslichaam kan zich axiaal volgens de spiraalas uitstrekken, waarbij de 25 absorptielichamen overeenkomstig van een doorgangsopening zijn voorzien, doch in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het ten minste ene voortstuwingsorgaan zich uitstrekt tussen de voorraad absorptielichamen en de binnenwand van de voorraadkamer. Het ten minste ene voortstuwingsorgaan bevindt zich aldus terzijde van de absorptielichamen die op 30 hun beurt gesloten kunnen zijn ten faveure van een optimaal gebruiksoppervlak.

-4-

Het voortstuwingslichaam kan op zichzelf onverschillig waar aangrijpen op de absorptielichamen, die daarvoor eventueel zijn aangepast, doch in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het voortstuwingslichaam in staat en ingericht is om aan te grijpen op de 5 aangrijpingsmiddelen van de absorptielichamen. Aldus vervullen de aangrijpingsmiddelen een dubbelfunctie, namelijk enerzijds ter aangrijping met het spiraalprofiel, opdat het absorptielichaam bij rotatie volgens dat spiraalprofiel wordt voortbewogen, en anderzijds ter samenwerking met het voortstuwingsorgaan om aan een absorptielichaam een rotatie op te leggen.

10

Ten behoeve van een stabiele overbrenging van de rotatie van het bedieningsorgaan op de absorptielichamen heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de absorptielichamen ieder een aantal aangrijpingsorganen omvatten die regelmatig over een omtrek van het absorptielichaam 15 zijn gedistribueerd en dat het bedieningsorgaan een overeenkomstig aantal voortstuwingsorganen omvat die in staat en ingericht zijn om aan te grijpen op de aangrijpingsorganen en zich althans nagenoeg passend tussen de aangrijpingsorganen uitstrekken, en in het bijzonder dat de bedieningsmiddelen een drietal voortstuwingsorganen omvatten die met een onderlinge hoek van circa 120 graden ten 20 opzichte van de spiraalas daarvan uitgaan. De passing van de voortstuwingsorganen tussen de aangrijpingsorganen vermijdt daarbij een dode slag bij wisseling van rotatierichting en bij het inzetten van een rotatie.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting heeft volgens de uitvinding 25 als kenmerk dat nabij de uittreedopening een weerstandelement in een traject van de aangrijpingsmiddelen is opgenomen. Het weerstandselement creëert een voelbaar lossingsmoment waarop het absorptielichaam uit de voorraadkamer wordt vrijgegeven en weerhoudt een opvolgend absorptielichaam ervan eveneens het spiraalprofiel te verlaten. Hierdoor worden de dragerelementen voelbaar één voor één aan de 30 uittreedopening afgegeven. Op zichzelf kan op diverse wijzen in een dergelijk weerstandelement worden voorzien, doch in een bijzondere uitvoeringsvorm is de -5- inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het weerstandelement althans een deel van een omtreksribbe omvat dat zich inwendig in de uittreedopening uitstrekt en waarachter een dragerelement althans tijdelijk haakt vooraleer de uittreedopening te verlaten.

5

Om de voorraadkamer en met name de daarin opgenomen absorptielichamen te behoeden voor contaminatie en, eventueel, uitdroging heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de uittreedopening afsluitbaar is met een afsluitdop. Met name indien met een vloeistof 10 geïmpregneerde absorptielichamen worden toegepast, heeft het daarbij de voorkeur dat de afsluitdop hermetisch, dat wil zeggen vloeistof- en dampdicht, afsluit om voortijdige uitdroging tegen te gaan.

Een esthetisch bijzonder attractieve en bovendien bijzonder praktische uitvoeringsvorm 15 van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de afsluitdop, het houderlichaam en het bedieningsorgaan althans uitwendig cilindrisch zijn met een gemeenschappelijke uitwendige diameter. De inrichting heeft in dat geval een pen- of stift-achtige vormgeving wat behalve ergonomisch ook optisch tot voordeel strekt. Daarbij heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 20 uitvinding als kenmerk dat althans het bedieningsorgaan als zodanig herkenbaar is. Het bedieningsorgaan is aldus bijvoorbeeld afwijkend geprofileerd of gekleurd om als zodanig herkenbaar te zijn, wat het gebruiksgemak ten goede komt. Desgewenst kan ook de afsluitdop als zodanig herkenbaar zijn uitgevoerd.

25 Om een hygiënischer gebruik van de inrichting toe te staan heeft een absorptielichaam van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het absorptielichaam in het basisdeel aangrijpingsmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om samen te werken met een spiraalprofiel aan een binnenzijde van de inrichting. Aldus omvat het absorptielichaam de aangrijpingsmiddelen in het basisdeel in plaats 30 van in de absorptielaag, zoals bij het bekende absorptielichaam, waardoor de absorptielaag buiten de inrichting kan steken terwijl de aangrijpingsmiddelen nog -6- samenwerken met het spiraalprofiel. Hierdoor kan onbedoeld contact tussen een rand van een uittreedopening van de inrichting met de huid of anderszins een te behandelen oppervlak worden tegengegaan. Het absorptielichaam leent zich aldus in het bijzonder voor cosmetische en farmaceutische toepassingen waarbij een dergelijke hygiëne van 5 wezenlijk belang is.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is het absorptielichaam volgens de uitvinding dan ook gekenmerkt doordat de absorptielaag een werkzame vloeistof bevat. Het absorptielichaam is hierbij tevoren, althans aan de absorptielaag, gedrenkt in of 10 anderszins geïmpregneerd of bevochtigd met een werkzame vloeistof, in het bijzonder van farmaceutische of cosmetische aard zoals bijvoorbeeld nagellakverwijderaar, dentaal bleekmiddel, make-up, anti-insectenbeet of anderszins een anti-allergeen. Door middel van de inrichting is steeds een dergelijk absorptielichaam met de bedoelde actieve stof direct beschikbaar voor gebruik terwijl een voorraad steeds op praktische 15 wijze kan worden meegevoerd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het absorptielichaam volgens de uitvinding als kenmerk dat het basisdeel aan een onderzijde is voorzien van de aangrijpingsmiddelen en tussen de onderzijde en de bovenzijde is begrensd door een strekkende zijwand. De 20 zijwand creëert aldus additionele tussenruimte tussen de aangrijpingsmiddelen aan de onderzijde van het basisdeel en de aan de tegenover gelegen bovenzijde aangebrachte absorptielaag, opdat deze laatste bij gebruik over voldoende afstand buiten de inrichting kan steken om contact tussen de inrichting en een te behandelen oppervlak te vermijden.

25 Ten behoeve van een verhoogde opslagcapaciteit heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het absorptielichaam volgens de uitvinding als kenmerk dat het basisdeel een aan de onderzijde open hol lichaam omvat, waarvan een holte tussen de onderzijde en de bovenzijde wordt begrensd door de opstaande zijwand en dat het absorptielichaam nestbaar is met een soortgelijk absorptielichaam, en in het 30 bijzonder dat de zijwand althans over een deel van een hoogte daarvan conisch verloopt, althans uitloopt. Door de absorptielichamen onderling te nesten kan voor een -7- beduidende zijwandhoogte worden gekozen zonder (te zeer) afbreuk te doen aan het aantal absorptielichamen dat zich in de voorraadkamer van de inrichting laat onderbrengen. Om ervoor te zorgen dat de aangrijpingsmiddelen ook in een onderling geneste toestand in staat zijn om samen te werken met het spiraalprofiel in de 5 voorraadkamer heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het absorptielichaam volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de zijwand aan de onderzijde een schouder omvat, die in staat en ingericht is om daarop een overeenkomstige schouder van een daarop gestapeld absorptielichaam te ontvangen, en ter hoogte van de schouder is voorzien van de aangrijpingsmiddelen.

10

Om te vermijden dat de aldus geïmpregneerde absorptielaag in de inrichting uitgeknepen wordt als gevolg van een axiale druk van de absorptielichamen onderling heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het absorptielichaam volgens de uitvinding als kenmerk dat de schouder een hoogte heeft die groter is dan een dikte van 15 de absorptielaag. Een dergelijke schouderhoogte in relatie tot de dikte van de absorptielaag verzekert een afdoende spatiering tussen de absorptielaag en een dak van een holte in een opvolgend absorptielichaam om tijdens gebruik een axiale druk op de absorptielaag te vermijden.

20 Om tevens depletie ten gevolge van verdamping of anderszins uitdroging tegen te gaan heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het absorptielichaam als kenmerk dat de zijwand dampdicht afsluit op de schouder. Met uitzondering van een voorste absorptielichaam in een onderling geneste stapeling, ligt aldus iedere absorptielaag dampdicht afgesloten in een holte van een opvolgend absorptielichaam om de 25 absorptielaag voor vroegtijdig uitdrogen te behoeden. Door middel van een dampdichte afsluitdop anderszins afsluiting van de voorraadkamer van de inrichting kan het voorste absorptielichaam op vergelijkbare wijze tegen uitdroging worden beschermd.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een 30 uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: -8- figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting en absorptielichaam volgens de uitvinding; figuur 2A eenopengewerkt aanzicht van verplaatsingsmiddelen van de inrichting van figuur 1; 5 figuur 2B een opengewerkt aanzicht van een voorraadkamer van de inrichting van figuur 1; figuur 2C een opengewerkt aanzicht van een samenstel van de verplaatsingsmiddelen en voorraadkamer van figuur 2 A en 2B; figuur 3 een uitvergroot aanzicht van een uiteinde van de inrichting van figuur 10 2C; figuur 4 een uitvergroot perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een absorptielichaam volgens de uitvinding, zoals toegepast met de inrichting van figuur 1; figuur 5 een explosietekening van de inrichting van figuur 1; 15 figuur 6 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting en absorptielichaam volgens de uitvinding; en figuur 7 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een inrichting en absorptielichaam volgens de uitvinding.

De figuren zijn zuiver schematisch en niet steeds op eenzelfde schaal getekend. Met 20 name kunnen, omwille van duidelijkheid, sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

De inrichting van figuur 1 omvat een balpen-achtige navulbare houder 10 die over 25 vrijwel een volledige lengte een langwerpige voorraadkamer 11 omvat gevuld met een reeks absorptielichamen 20. De absorptielichamen omvatten daarbij een relatief vormvast, kunststof basisdeel 21 dat aan een bovenzijde is voorzien van een wattenachtige poreuze absorptielaag 22, zie ook figuur 2 en 3, die desgewenst in een actieve vloeistof kan zijn gedrenkt of anderszins van een werkzame stof kan zijn 30 voorzien. Een voorste van de absorptielichamen 20 steekt aan een uiteinde 15 van de houder 10 althans met de absorptielaag 22 buiten een aldaar voorziene uittreedopening -9- 13 en is aldus beschikbaar voor gebruik. Een daartoe voorzienen afsluitdop 40 kan over het uiteinde 15 worden aangebracht en sluit de voorraadkamer 11 hermetisch af en beschermd het voorste absorptielichaam 20. In dit voorbeeld is uitgegaan van een schroefdop die over een daartoe op het uiteinde 15 aangebrachte buitendraad 16 5 draaibaar is. In plaats daarvan van echter ook worden uitgegaan van bijvoorbeeld een schuifdop die over een vlak uiteinde 15 wordt geschoven.

De inrichting is toepasbaar voor cosmetica, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen of juist verwijderen van make-up, nagellak en dergelijke, voor farmaceutische toepassingen, 10 zoals het behandelen van huidaandoeningen of het gebit met een daarop afgestemde werkzaam farmaceuticum of het lokaal steriliseren of sealen van bijvoorbeeld de huid, en voor tal van andere doeleinden zoals het reinigen, polijsten en/of ontvetten van een oppervlak van sierraden, lenzen, beeldschermen en andere al of niet delicate voorwerpen, voor het aanbrengen van lijmen, smeersels, was of inkten en voor het 15 wegnemen van vlekken. Bij veel van deze toepassingen is de absorptielaag tevoren gedoopt in een op de toepassing afgestemde stof en daardoor direct klaar voor gebruik.

Om een absorptielichaam vanuit de voorraadkamer 11 naar de uittreedopening 13 te verplaatsen, is de inrichting voorzien van handmatig bedienbare verplaatsingmiddelen 20 30. De verplaatsingsmiddelen omvatten een bedieningsorgaan 31 in combinatie met een spiraalprofiel 14 dat over althans nagenoeg een volledige lengte van een binnenwand 12 van de voorraadkamer 11 is aangebracht. Het spiraalprofiel 14 kan op zichzelf op verscheidene wijzen zijn voorzien, bijvoorbeeld een spiraliserende ribbe of schroefdraad op de wand 12 of, zoals in dit voorbeeld, een spiraalgroef in de wand 12. De 25 absorptielichamen 20 zijn voorzien van aangrijpingsmiddelen in de vorm van een drietal vleugelorganen 23 die zijdelings van het basisdeel 21 daarvan uitgaan om, bij plaatsing in de houder, in het spiraalprofiel 14 te treden. Een stand van de vleugelorganen 23 is daarbij afgestemd op een spoed van het spiraalprofiel 14 om een optimale geleiding in het spiraalprofiel te bevorderen. De vleugelorganen 23 zijn regelmatig met een 30 onderlinge hoek van circa 120 graden over een buitenomtrek van het basisdeel 21 -10- verdeeld met het oog op een stabiele geleiding van de absorptielichamen 20 in het spiraalprofiel 14.

Het bedieningsorgaan 31 omvat een draaiknop die draaibaar in de houder 10 is 5 bevestigd en als zodanig herkenbaar is door een afwijkende kleurstelling, profilering en/of, zoals hier, de aanwezigheid van een balpen-achtige bevestigingsclip 35. Van de draaiknop gaat een drietal langwerpige stuworganen 32 uit die binnen de voorraadkamer treden en onderling een spatie 33 bewaren om de vleugelorganen 23 van de absorptielichamen 20 daar nagenoeg passend tussen te ontvangen. Indien het 10 draaiorgaan 31 wordt gedraaid, grijpt het aldus rechtstreeks aan op de vleugelorganen 23 om de absorptielichamen 20 in hun rotatie mee te voeren. De vleugelorganen 23 vervullen daarbij een dubbelfunctie door samen te werken met het spiraalprofiel 14 en zo de absorptielichamen 20 een gang volgens dat profiel 14 op te leggen. Aldus kunnen de absorptielichamen 20 volgens de spoed van het spiraalprofiel 14 uit de 15 voorraadkamer 11 worden gedraaid om uiteindelijk de houder 10 aan de uittreedopening 13 te verlaten. Bij een tegengestelde rotatie volgt mutatis mutandis een tegengestelde gang van de absorptielichamen 20 de houder 10 in.

Het voorste absorptielichaam 20 steekt enigszins uit buiten de houder 10 zodat de 20 absorptielaag 22 daarvan beschikbaar is voor gebruik. Eventueel kan in of nabij de uittreedopening 13 een weerstandselement worden aangebracht in een pad van de absorptielichamen 20 om het voorste lichaam voor een voortijdig uitvallen te behoeden en een voelbaar lossingsmoment te creëren. Een dergelijke weerstand kan bijvoorbeeld worden verwezenlijkt door een naar binnen tredende rand in de opening 13 of een 25 verhoging in de spiraalgroef 14 nabij het uiteinde daarvan.

Om te vermijden dat bij gebruik van het voorste absorptielichaam een rand van de houder met een te behandelen oppervlak in aanraking komt, is in een tweede en derde uitvoeringsvoorbeeld van het absorptielichaam een strekkende zijwand 26 voorzien, zie 30 figuur 6 en 7, die een onderzijde 25 van het lichaam scheidt van de absorberende toplaag 22. Deze twee verdere uitvoeringsvoorbeelden onderscheiden zich voornamelijk -11- qua vorm en uitvoering van de absorptielaag 22 van elkaar. Ook hier gaan aan de onderzijde vleugelorganen 23 zijdelings uit van het absorptielichaam om aan te grijpen in het spiraalprofiel. Evenals in het eerste uitvoeringsvoorbeeld zijn de absorptielichamen stapelbaar ter verhoging van hun onderlinge pakkingsdichtheid.

5 Hiertoe is de zijwand over een belangrijk deel van zijn hoogte h conisch, althans verwijdend uitgevoerd.

Bovendien is in de uitvoeringsvoorbeelden van figuur 6 en 7 aan de onderzijde van het absorptielichaam een zijdelings uittredende schouder 24 voorzien om daarop een 10 onderzijde 25 van een daarop gestapeld absorptielichaam te ontvangen. Niet alleen bevordert een dergelijke schouder 24 de onderlinge lossing van de absorptielichamen, ook vermijdt de hoogte h daarvan, die groter is gekozen dan een dikte d van de absorptielaag 22, dat een bovenste absorptielichaam op de absorptielaag van een ondergelegen absorptielichaam druk. Dit is met name van voordeel indien de 15 absorptielaag van een werkzame vloeistof is voorzien die aldus niet daaruit wordt geperst bij een samenpakking van verschillende absorptielichamen in de houder. Door een nauwkeurige passing van de onderzijde 25 van een absorptielichaam op de schouder 24 van een ondergelegen absorptielichaam wordt bovendien een afdichting bereikt die de absorptielaag voor een voortijdige uitdroging als gevolg van verdamping behoedt.

20 Aldus is de houder in het bijzonder geschikt voor het gebruik met vooraf met een werkzame vloeistof bevochtigde absorptielichamen.

De inrichting volgens de uitvinding kan tegen een relatief lage kostprijs worden verwezenlijkt. In figuur 5 is in een explosietekening aangegeven dat de inrichting, 25 inclusief de afsluitdop, uit louter een drietal relatief eenvoudig te vervaardigen spuitgietdelen 10,30,40 van een geschikte kunststof, bijvoorbeeld een thermoplast zoals polyethyleen, polypropyleen of polystyreen, is samengesteld. De onderdelen kunnen na vorming worden samengevoegd om tot de totale inrichting te worden geassembleerd. Aldus kan de inrichting volgens de uitvinding op bijzonder economische wijze worden 30 gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de absorptielichamen 20 die uit een relatief eenvoudig en goedkoop te vervaardigen spuitgegoten basisdeel 21 bestaan waarop een bijvoorbeeld -12- vilt-, spons- of wattenachtige absorbtielaag 22 is aangebracht. Hiertoe wordt met voordeel uitgegaan van vooraf geprepareerde zelfklevende pads 22 die als zodanig passend op basisdelen 21 worden gehecht.

5 Hoewel de uitvinding aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo kunnen voor de toegepaste materialen andere materialen worden gekozen om de inrichting een verhoogde 10 duurzaamheid of luxe te geven. Ook kunnen in de houder en in de absorptielichamen nadere afdichtingsmiddelen worden aangebracht om de houdbaarheid van de absorptielaag te bevorderen. In plaats van een groef in een wand kan het spiraalprofiel ook een spiraliserende ribbe op de wand omvatten, in welk geval de aangrijpingsorganen complementaire groeven zullen omvatten. In dat geval zullen de 15 voortstuwingsmiddelen een zelfstandige, afzonderlijke aangrijping op het absorptielichaam verzorgen. Voorts kan ook de vormgeving van met name de buitenzijde van de inrichting worden aangepast en afgestemd op een bepaalde doelgroep of op een bepaald gebruik. In het algemeen biedt de uitvinding een al dan niet navulbare houder voor absorptielichamen van de beschreven soort die bijzonder doelmatig is in 20 het gebruik en die zich bovendien op grote en economische schaal laat vervaardigen.

103^972'

Claims (20)

1. Inrichting voor het houden en gecontroleerd afgeven van althans ten dele poreuze absorptielichamen, omvattende een langwerpige voorraadkamer die bestemd en 5 ingericht is om daarin een reeks absorptielichamen te ontvangen en omvattende verplaatsingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om een absorptielichaam in de voorraadkamer naar een uittreedopening te verplaatsen en aan de uittreedopening af te geven, waarbij de verplaatsingsmiddelen een handmatig bedienbaar bedieningsorgaan omvatten dat in staat en ingericht is om een rotatie aan de dragerlichamen op te leggen, 10 met het kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen over althans nagenoeg een volledige lengte van een binnenwand van de voorraadkamer een spiraalprofiel omvatten, dat de absorptielichamen aangrijpingsmiddelen omvatten die in staat en ingericht zijn om in de voorraadkamer met het spiraalprofiel in samenwerking te treden teneinde een absorptielichaam, bij een door het bedieningsorgaan daaraan opgelegde rotatie, een gang 15 volgens het spiraalprofiel op te leggen en dat het bedieningsorgaan in staat en ingericht is om rechtstreeks aan te grijpen op de absorptielichamen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het spiraalprofiel een groef omvat die in de binnenwand is aangebracht en dat de aangrijpingsmiddelen ten minste 20 één vleugelorgaan omvatten dat zijdelings van een absorptielichaam uitgaat en in staat en ingericht is om in het spiraalprofiel te treden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het bedieningsorgaan een aan een van de uittreedopening van de houder afgewend uiteinde aangebracht 25 draaiorgaan omvat waarvan ten minste één langwerpig voortstuwingsorgaan uitgaat dat, althans nagenoeg evenwijdig aan een spiraalas van het spiraalprofiel, zich over althans nagenoeg een volledige lengte van de voorraadkamer uitstrekt en in staat en ingericht is op aan te grijpen op de absorptielichamen. 10329 7 2:' -14-

4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat het ten minste ene voortstuwingsorgaan zich uitstrekt tussen de voorraad absorptielichamen en de binnenwand van de voorraadkamer.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk dat het voortstuwingslichaam in staat en ingericht is om aan te grijpen op de aangrijpingsmiddelen van de absorptielichamen.

6. Inrichting volgens conclusie 3,4 of 5 met het kenmerk dat de absorptielichamen 10 ieder een aantal aangrijpingsorganen omvatten die regelmatig over een omtrek van het absorptielichaam zijn gedistribueerd en dat het bedieningsorgaan een overeenkomstig aantal voortstuwingsorganen omvat die in staat en ingericht zijn om aan te grijpen op de aangrijpingsorganen en zich althans nagenoeg passend tussen de aangrijpingsorganen uitstrekken. 15

7. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de bedieningsmiddelen een drietal voortstuwingsorganen omvatten die met een onderlinge hoek van circa 120 graden ten opzichte van de spiraalas daarvan uitgaan.

8. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat nabij de uittreedopening een weerstandelement in een traject van de aangrijpingsmiddelen is opgenomen.

9. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het weerstandelement 25 althans een deel van een omtreksribbe omvat dat zich inwendig in de uittreedopening uitstrekt en waarachter een dragerelement althans tijdelijk haakt vooraleer de uittreedopening te verlaten.

10. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat 30 de uittreedopening afsluitbaar is met een afsluitdop. -15-

11. Inrichting volgens conclusie 10 met het kenmerk dat de afsluitdop, het houderlichaam en het bedieningsorgaan althans uitwendig cilindrisch zijn met een gemeenschappelijke uitwendige diameter.

12. Inrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk dat althans het bedieningsorgaan als zodanig herkenbaar is.

13. Absorptielichaam, voor toepassing met de inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, omvattende een althans nagenoeg vormvast basisdeel dat aan 10 een bovenzijde is voorzien van een poreuze absorptielaag met het kenmerk dat het absorptielichaam in het basisdeel aangrijpingsmiddelen omvat die in staat en ingericht zijn om samen te werken met een spiraalprofïel aan een binnenzijde van de inrichting.

14. Absorptielichaam volgens één of meer der conclusies 13 met het kenmerk dat de 15 absorptielaag een werkzame vloeistof bevat.

15. Absorptielichaam volgens conclusie 13 of 14 met het kenmerk dat het basisdeel aan een onderzijde is voorzien van de aangrijpingsmiddelen en tussen de onderzijde en de bovenzijde is begrensd door een strekkende zijwand. 20

16. Absorptielichaam volgens conclusie 13, 14 of 15 met het kenmerk dat het basisdeel een aan de onderzijde open hol lichaam omvat, waarvan een holte tussen de onderzijde en de bovenzijde wordt begrensd door de opstaande zijwand en dat het absorptielichaam nestbaar is met een soortgelijk absorptielichaam. 25

17. Absorptielichaam volgens conclusie 16 met het kenmerk dat de zijwand althans over een deel van een hoogte daarvan conisch verloopt, althans uitloopt.

18. Absorptielichaam volgens één of meer der conclusies 15 tot en met 17 met het 30 kenmerk dat de zijwand aan de onderzijde een schouder omvat, die in staat en ingericht -16- is om daarop een overeenkomstige schouder van een daarop gestapeld absorptielichaam te ontvangen, en ter hoogte van de schouder is voorzien van de aangrijpingsmiddelen.

19. Absorptielichaam volgens conclusie 18 met het kenmerk dat de schouder een 5 hoogte heeft die groter is dan een dikte van de absorptielaag.

20. Absorptielichaam volgens conclusie 18 of 19 met het kenmerk dat de zijwand dampdicht afsluit op de schouder. ! 0.12 9 7 2 '