NL1032087C2 - Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat. - Google Patents

Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL1032087C2
NL1032087C2 NL1032087A NL1032087A NL1032087C2 NL 1032087 C2 NL1032087 C2 NL 1032087C2 NL 1032087 A NL1032087 A NL 1032087A NL 1032087 A NL1032087 A NL 1032087A NL 1032087 C2 NL1032087 C2 NL 1032087C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fluid
mixing chamber
holder
storage space
container
Prior art date
Application number
NL1032087A
Other languages
English (en)
Inventor
Ka Cheung Tsang
Gerbrand Kristiaan De Graaff
Hendrik Cornelis Koeling
Ralf Kamerbeek
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1031622A external-priority patent/NL1031622C2/nl
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to NL1032087A priority Critical patent/NL1032087C2/nl
Priority to DK07747393.2T priority patent/DK2012633T3/da
Priority to PCT/NL2007/050169 priority patent/WO2007120052A2/en
Priority to AT07747393T priority patent/ATE553678T1/de
Priority to US12/226,399 priority patent/US8225710B2/en
Priority to ES07747393T priority patent/ES2386378T3/es
Priority to EP07747393A priority patent/EP2012633B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032087C2 publication Critical patent/NL1032087C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
    • A47J31/41Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea of liquid ingredients
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
    • A47J31/405Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea with one or more infusion chambers moving successively between loading, infusing and dumping stations
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/40Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
    • A47J31/407Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea with ingredient-containing cartridges; Cartridge-perforating means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0015Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being prepared by mixing at least two liquid components
    • B67D1/0021Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being prepared by mixing at least two liquid components the components being mixed at the time of dispensing, i.e. post-mix dispensers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/0042Details of specific parts of the dispensers
    • B67D1/0043Mixing devices for liquids
    • B67D1/0044Mixing devices for liquids for mixing inside the dispensing nozzle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0895Heating arrangements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/08Details
    • B67D1/0801Details of beverage containers, e.g. casks, kegs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)

Description

Titel: Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.
De uitvinding heeft betrekking op een systeem volgens de aanhef van conclusie 1. De uitvinding heeft ook betrekking op een verwisselbare houder ten gebruike in een dergelijk systeem. De uitvinding heeft voorts betrekking op een apparaat ten gebruike in een dergelijk systeem.
5 Een dergelijk systeem is bekend uit WO 2006/043808.
Omdat de verwisselbare houder een verwisselbare houder kan zijn die na eenmalig gebruik voor het bereiden van een voorafbepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank, zoals een kop koffie, door een gebruiker uit het systeem verwijderd wordt en in het afvalcircuit terecht 10 komt, is het van belang dat de houder compact en goedkoop te vervaardigen is. Ook is van belang dat het gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer betrouwbaar is.
Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen volgens welke een houder ten gebruike in een dergelijk systeem compact en 15 goedkoop te vervaardigen is, terwijl het gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer betrouwbaar is.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een systeem van de initieel aangeduide soort gekenmerkt doordat de fluïdumverbinding een kanaal is dat, in lengterichting van het kanaal, een eerste kromming heeft.
20
Doordat de fluïdumverbinding een kanaal is dat, in lengterichting van het kanaal, een eerste kromming heeft, biedt het kanaal het daardoor stromende tweede fluïdum een voldoende grote weerstand om een betrouwbare dosering te bereiken bij het toevoeren van het tweede fluïdum 25 vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer. Bovendien draagt de toepassing van de eerste kromming bij aan het realiseren van een grotere kanaallengte en dus grotere weerstand, zonder daarbij af te doen aan de 1032087' 2 compacte vorm van de houder. Indien bijvoorbeeld de opslagruimte en de eerste mengkamer uit compactheidsoverwegingen dicht bij elkaar gelegen zijn in de houder, kan door toepassing van de eerste kromming toch een kanaal van, met het oog op een voldoende hoge weerstand, voldoende lengte 5 gerealiseerd worden.
Op gemerkt wordt dat in het kader van de huidige uitvinding onder een "kromming" van een kanaal ook een in lengterichting van het kanaal optredende (zeer) lokale kromming valt, zoals bijvoorbeeld een (al dan niet rechte) hoek.
10 In een uitvoeringsvorm is het systeem voorts voorzien van tenminste een fluïdumverbindingsafdichting voor het door opheffen van de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting in bedrijf stellen van de fluïdumverbinding, waarbij de fluïdumverbindingsafdichting bij voorkeur gevormd door een lokaal verzwakt deel van een afdichtende 15 hechting tussen delen van de houder.
Een fluïdumverbindingsafdichting die gevormd wordt door een lokaal verzwakt deel van een afdichtende hechting tussen delen van de houder is compact. Bovendien kan het lokaal verzwakte deel in het vervaardigingsproces van de houder eenvoudig gerealiseerd worden, 20 bijvoorbeeld door, tijdens het middels verhitting en samenpersing afdichtend aan elkaar hechten van twee materialen van de houder, locaal de verhittingstemperatuur en/of de samenpersingsdruk te verlagen en/of locaal een coating, was of dergelijke toe te passen tussen de twee materialen.
De afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting, kan 25 bijvoorbeeld worden opgeheven, doordat het tweede fluïdum in de opslagruimte met grote druk de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting opheft. Dit biedt het voordeel dat de gebruiker geen handelingen hoeft te verrichten voor het opheffen van de afdichtende werking.
3
Indien het opheffen van de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting bijvoorbeeld geschiedt doordat het tweede fluïdum in de opslagruimte met grote druk de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting opheft, voorkomt de grote weerstand van het 5 kanaal dat als gevolg van deze grote druk het tweede fluïdum te snel vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer wordt toegevoerd. De grote weerstand van het kanaal wordt niet alleen bepaald door een grote lengte van het kanaal, maar ook, reeds op zichzelf genomen, door de aanwezigheid van de eerste kromming.
10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de houder een blister verpakking die voorzien is van: blisterkamers; een afdekking van de blisterkamers, waarbij de opslagruimte en/of de eerste mengkamer en/of de fluïdumverbinding tussen de opslagruimte en de eerste mengkamer elk gevormd worden door een van de blisterkamers; alsmede de 15 fluïdumverbindingsafdichting, waarbij de eerste kromming optreedt in een vlak parallel aan de afdekking. Een dergelijke blisterverpakking is compact en goedkoop in massa te vervaardigen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de bovengenoemde voorkeursuitvoeringsvorm is het lokaal verzwakte deel van 20 de afdichtende hechting toegepast tussen enerzijds materiaal waaruit de blisterkamers diepgetrokken zijn en anderzijds materiaal van de afdekking van de blisterkamers. Een dergelijke afdichting, ook wel genoemd "peel seal", is een compacte en goedkoop te vervaardigen oplossing voor het door opheffen van de afdichtende werking van de peel seal in bedrijf stellen van 25 de fluïdumverbinding.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het kanaal in genoemde lengterichting een tweede kromming, welke tweede kromming tegengesteld is aan de eerste kromming zodat het kanaal een S-vormig gedeelte heeft. De tweede kromming draagt in verdere mate bij aan de 30 eerder genoemde effecten die ook met de eerste kromming bereikt worden, 4 te weten het bijdragen aan een vergrote stromingsweerstand van het kanaal. Daarnaast kan met behulp van de tweede kromming de fluïdumverbinding zodanig vormgegeven worden dat een gunstige instroom van het tweede fluïdum in de eerste mengkamer gerealiseerd wordt.
5 Tevens wordt volgens de uitvinding een verwisselbare houder volgens conclusie 4, alsmede een apparaat volgens conclusie 11 verschaft.
Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met 10 verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
Figuur la toont een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een systeem voor het bereiden van een vooraf bepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank..
Figuur lb toont het systeem van figuur la in een operationele 15 toestand.
Figuur lc toont het systeem van figuur la in een andere operationele toestand.
Figuur 2a toont een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een verwisselbare houder volgens de uitvinding.
20 Figuur 2b toont een voorbeeld van een andere uitvoeringsvorm van een verwisselbare houder volgens de uitvinding.
Figuur 3 toont een doorsnede, in een in Fig. 2a getoond vlak III, van de houder van Fig. 2a.
Figuur 4 toont een aanzicht in perspectief van een gedeelte van de 25 in Fig. 2a getoonde houder.
Figuur 5 toont een vooraanzicht van een houderopneemgedeelte van een apparaat van een systeem volgens de uitvinding.
Verwezen wordt nu eerst naar de Figuren la t/m lc. Daarin is met referentienummer 1 een systeem voor het bereiden van een vooraf bepaalde 5 hoeveelheid voor consumptie geschikte drank aangeduid. Het systeem (zie figuur la) is voorzien van een verwisselbare houder 2.
Opgemerkt wordt dat, in de Figuren la t/m lc, de houder 2, ten behoeve van de initiële beschijving van het systeem en zijn werking, nog 5 slechts uiterst schematisch weergegeven is. Een nadere beschrijving van de houder 2 zal later, onder verwijzing naar de Figuren 2a, 2b en 3, gegeven worden.
Het systeem is voorts voorzien van een apparaat 4 dat onder meer is voorzien van een fluïdumafgifte-inrichting 6 die is ingericht voor het 10 onder druk afgeven van ten minste een hoeveelheid van ten minste een eerste fluïdum zoals een vloeistof en/of een gas, meer in het bijzonder zoals water en/of stoom. In dit voorbeeld geeft de fluïdumafgifte-inrichting 6, in gebruik, water af.
De verwisselbare houder 2 is voorzien van ten minste een 15 opslagruimte 8 die is gevuld met een tweede fluïdum zoals een drank, een concentraat of een poeder. In dit voorbeeld gaat het om een concentraat voor het bereiden van koffie. De houder 2 is verder voorzien van ten minste een eerste mengkamer 10 en ten minste een uitstroomopening 12 die in fluïdumverbinding staat met de eerste mengkamer 10. Verder is de houder 20 2 voorzien van een fluïdumverbinding 14 tussen de opslagruimte 8 en de eerste mengkamer 10.
De houder 2 is voorts voorzien van een fluïdumverbindingsafdichting 38 voor het door opheffen van de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting 38 in bedrijf stellen van de 25 fluïdumverbinding 14. De fluïdumverbindingsafdichting 38, die in de
Figuren la t/m lc ten behoeve van de initiële beschijving van het systeem en zijn werking nog slechts uiterst schematisch weergegeven is, wordt gevormd door een locaal verzwakt deel van een afdichtende hechting tussen delen van de houder. Een nadere beschrijving van de 6 fluïdumverbindingsafdichting zal later, onder verwijzing naar de Figuren 2a, 2b en 3, gegeven worden.
Voorts is de houder 2 voorzien van ten minste een inlaatopening 16 die losmakelijk is verbonden met een uitlaatopening 18 van de 5 fluïdumafgifte-inrichting 6. In figuur la is de inlaatopening 16 nog niet verbonden met de uitlaatopening 18. Dit is wel het geval in figuur lb. In dit voorbeeld is de inlaatopening 16 in figuur la nog afgesloten door een afsluiting die kan worden opgeheven zoals een verwijderbaar zegel. Dit geldt ook voor de uitstroomopening 12. In gebruik, worden beide 10 verwijderbare zegels verwijderd waarna de uitlaatopening 18 kan worden verbonden met de inlaatopening 16 zoals getoond in figuur lb.
Het systeem is in dit voorbeeld voorts voorzien van een restrictie 20 die is op genomen in een fluïdumstroomtraject 22 dat zich via de uitlaatopening 18 van de fluïdumafgifte-inrichting 6, de inlaatopening 16 en 15 de eerste mengkamer 10 uitstrekt van de fluïdumafgifte-inrichting 6 naar de uitstroomopening 12.
Meer in het bijzonder geldt in dit voorbeeld dat de restrictie 20 is opgenomen in een fluïdumstroomtraject 22 dat zich via de uitlaatopening 18 van de fluïdumafgifte-inrichting 6 en de inlaatopening 16 van de 20 verwisselbare houder 2 uitstrekt van de flviïdumafgifte-inrichting 6 naar de eerste mengkamer 10.
De opslagruimte 8 vormt althans een deel van een doseerinrichting 24 zoals hierna nog verder zal worden uiteengezet. Deze doseerinrichting 24 is in dit voorbeeld verder voorzien van een naald 28 die, in gebruik, door een 25 wand van de opslagruimte 8 wordt geprikt voor het toevoeren van een derde fluïdum aan het tweede fluïdum in de opslagruimte 8 voor het gedoseerd afgeven van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer 10. De doseerinrichting 24 is in dit voorbeeld verder voorzien van een fluïdumafgifte-eenheid 32 die verbonden is met de naald 28. De 30 fluïdumafgifte-eenheid 32 en de naald 28 maken deel uit van het apparaat 7 4. De fluïdumafgifte-eenheid 32 is, in dit voorbeeld ten minste via de naald 28, losmakelijk verbindbaar met de houder 2.
Het apparaat 4 is verder nog voorzien van een besturingsinrichting 34 voor het besturen van de fluïdumafgifte-inrichting 6 en de 5 fluïdumafgifte-eenheid 32. Voor het besturen van de fluïdumafgifte-inrichting 6 en de fluïdumafgifte-eenheid 32 genereert de besturingsinrichting 34 stuursignalen s die aan de fluïdumafgifte-inrichting 6 en de fluïdumafgifte-eenheid 32 worden toegevoerd. In dit voorbeeld is de besturingsinrichting 34 ingericht voor het onafhankelijk van elkaar 10 besturen van de fluïdumafgifte-inrichting 6 en de fluïdumafgifte-eenheid 32.
Het tot op dit punt omschreven systeem 1 werkt als volgt. Ten behoeve van het bereiden van een vooraf bepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank wordt de verwisselbare houder 2 in het apparaat 4 geplaatst. Hierbij wordt de opslagruimte 8 van de verwisselbare 15 houder 2 onder de naald 28 geplaatst. Tevens wordt, zoals getoond in figuur lb, de uitlaatopening 18 met de inlaatopening 16 verbonden. Het apparaat is thans gereed voor gebruik.
Bijvoorbeeld door het drukken op een knop 36 van de besturingsinrichting 34 bewerkstelligt de besturingsinrichting dat de 20 fluïdumafgifte-eenheid 32 de naald 28 in de richting van de pijl Pa gaat bewegen. Het gevolg hiervan is dat de naald 28 door een wand van de opslagruimte 8 wordt geprikt en het derde fluïdum onder druk aan het tweede fluïdum in de opslagruimte wordt toegevoerd. Hierdoor zal het derde fluïdum een druk en/of kracht uitoefenen op het tweede fluïdum. Hierdoor 25 zal in dit voorbeeld de druk in de opslagruimte 8 toenemen. Ten gevolge van het toenemen van de druk in de opslagruimte 8 wordt de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting 38 opgeheven, waardoor de fluïdumverbinding 14 in bedrijf wordt gesteld. Hierdoor zal in dit voorbeeld het koffieconcentraat op gedoseerde wijze vanuit de opslagruimte 8 via de 30 fluïdumverbinding 14 naar de eerste mengkamer 10 stromen.
8
Tegelijkertijd bewerkstelligt de besturingsinrichting 34 dat de fluïdumafgifte-inrichting 6 wordt geactiveerd. Dit heeft tot gevolg dat de fluïdumafgifte-inrichting 6 het eerste fluïdum, in dit voorbeeld water, onder druk begint af te geven. Dit water is in dit voorbeeld heet water met een 5 temperatuur van bijvoorbeeld 80-98 °C. Dit hete water stroomt via het fluïdumstroomtraject 22 naar de restrictie 20. Aangekomen bij de restrictie 20 wordt door middel van de restrictie 20 een straal van het hete water gegenereerd. Deze straal spuit via de uitlaatopening 18 en de inlaatopening 16 in de eerste mengkamer 10. In de eerste mengkamer 10 zal het hete 10 water goed gaan mengen met het concentraat. Hierbij wordt het debiet waarmee het concentraat aan de eerste mengkamer 10 wordt toegevoerd, door de besturingsinrichting 34 geregeld door het besturen van de fluïdumafgifte-eenheid 32. Voorts wordt het debiet waarmee het hete water aan de eerste mengkamer 10 wordt toe gevoerd eveneens door de 15 besturingsinrichting 34 geregeld door het besturen van de fluïdumafgifte-inrichting 6. In de eerste mengkamer zal ten gevolge van de straal het concentraat goed mengen met het hete water zodat de drank wordt gevormd. Deze drank kan vervolgens de uitstroomopening 12 verlaten en bijvoorbeeld in een beker 40 worden opgevangen.
20 Doordat bij het systeem 1 zowel de dosering van het concentraat in de tijd goed kan worden geregeld als de dosering van het hete water in de tijd goed kan worden geregeld, kan worden bewerkstelligd dat de concentratie van de hoeveelheid concentraat in de drank nauwkeurig kan worden bepaald. Bovendien kan worden bewerkstelligd dat de drank die 25 gedurende het bereiden daarvan de uitstroomopening 12 verlaat, van constante kwaliteit is, dat wil zeggen dat de concentratie van het concentraat in de drank die wordt afgegeven tijdens het afgeven in hoofdzaak constant kan worden gehouden zo men dit wil. Immers, het debiet van het water alsmede het debiet van het concentraat die aan de 30 eerste mengkamer 10 worden toegevoerd kunnen in dit voorbeeld elk, en zo 9 men dit wil, onafhankelijk van elkaar worden geregeld. Er geldt dus in dit voorbeeld dat het systeem 1 dusdanig is ingericht dat de fluïdumafgifte-inrichting 6 en de doseerinrichting 24 onafhankelijk van elkaar respectievelijk het eerste fluïdum en het tweede fluïdum kunnen toevoeren 5 aan de eerste mengkamer 10. Dit brengt met zich dat de grootte van het debiet van het eerste fluïdum en de periode gedurende welke het eerste fluïdum wordt afgegeven onafhankelijk is (in dit voorbeeld onder besturing van de besturingsinrichting) van de grootte van het debiet van het tweede fluïdum en de periode gedurende welke het tweede debiet wordt afgegeven. 10 Voorts geldt in dit voorbeeld dat de doseerinrichting 24 een bestuurbare en actieve doseerinrichting betreft voor het door middel van het uitoefenen van een verhoogde druk of kracht op het tweede fluïdum toevoeren van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer. Onder een actieve doseerinrichting wordt hier verstaan dat het tweede fluïdum door de 15 fluïdum verbinding van de opslagruimte naar de eerste mengkamer stroomt ten gevolge van een aangebrachte overdruk of kracht aan de zijde van de opslagruimte.
In het voorbeeld is het systeem 1 verder voorzien van een luchtinlaatopening 42. De luchtinlaatopening 42 zorgt voor het toevoeren 20 van lucht aan de eerste mengkamer 10 zodat, in gebruik, lucht wordt ingeslagen bij de drank ter verkrijging van een drank met een fijnbellige schuimlaag. Aldus kan bijvoorbeeld een café crème worden verkregen. De luchtinlaatopening 42 staat in dit voorbeeld stroomafwaarts van de restrictie 20 in fluïdumverbinding met de eerste mengkamer 10. De 25 luchtinlaatopening 42 mondt in dit voorbeeld via een fluïdumverbinding 44 uit in het fluïdumstroomtraject 22. In dit voorbeeld geldt dus dat de luchtinlaatopening 42 alsmede de restrictie 20 elk deel uitmaken van het apparaat 4. Noodzakelijk is dit echter niet. Het zal duidelijk zijn dat de luchtinlaatopening 42 en/of de restrictie 20 deel kunnen uitmaken van de 30 verwisselbare houder 2.
10
Nadat de drank, in dit voorbeeld koffie met een fijnbellige schuimlaag, is bereid stopt de besturingsinrichting 34 de fluïdumafgifte-inrichting 6. Tevens bewerkstelligt de besturingsinrichting 34 dat het derde fluïdum niet langer aan het tweede fluïdum in de opslagruimte wordt 5 toegevoerd en dat de naald 28 uit de betreffende wand van de opslagruimte 8 wordt teruggetrokken, dat wil zeggen in een richting tegengesteld aan die van de pijl Pa. Hierbij kan het zo zijn dat de besturingsinrichting 34 eerst bewerkstelligt dat het afgeven van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer wordt gestopt en dat daarna het toevoeren van het eerste 10 fluïdum (in dit voorbeeld water) wordt gestopt. Hiermee wordt de kans verkleind dat het tweede fluïdum bijvoorbeeld de restrictie 20 kan vervuilen.
Figuur lc toont een situatie wanneer de naald 28 door een wand van de opslagruimte 8 is geprikt en het derde fluïdum onder druk aan het 15 tweede fluïdum in de opslagruimte 8 is toegevoerd. De getoonde situatie is ten tijde van het moment waarop de besturingsinrichting 34 het toevoeren van heet water aan de eerste mengkamer 10 zal stoppen, het derde fluïdum niet langer aan het tweede fluïdum in de opslagruimte 8 zal doen toevoeren en de naald 28 uit de betreffende wand van de opslagruimte 8 zal doen 20 terugtrekken zodat de houder 2 vervolgens weer uit het apparaat 4 kan worden genomen.
Hierna kan een gebruiker de verwisselbare houder 2 verwijderen en indien een nieuwe hoeveelheid drank dient te worden bereid, een nieuwe verwisselbare houder in het apparaat 4 plaatsen. De nieuwe verwisselbare 25 houder kan zijn voorzien van een geheel ander type tweede fluïdum zoals bijvoorbeeld een melkconcentraat. Wanneer met behulp van de nieuwe verwisselbare houder melk wordt bereid op vergelijkbare wijze zoals omschreven voor het bereiden van koffie op basis van koffieconcentraat, zal in de bereide melk geen spoor zijn terug te vinden van het type drank dat 30 daarvoor is bereid. Immers, de eerste mengkamer 10 maakt deel uit van de 11 verwisselbare houder en wanneer een nieuwe verwisselbare houder in het apparaat 4 wordt geplaatst, wordt tevens een geheel nieuwe en daarmee schone eerste mengkamer in de houder geplaatst. Van contaminatie kan dan ook geen sprake zijn.
5 In het voorbeeld van Figg. la-lc is de doseerinrichting 24 ingericht voor het onder druk toevoeren van het derde fluïdum aan het tweede fluïdum in de opslagruimte 8 voor het gedoseerd afgeven van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer 10. Het zal duidelijk zijn dat additioneel of als alternatief, de doseerinrichting 24 kan zijn voorzien van een 10 samendrukeenheid voor het samendrukken van de opslagruimte 8 voor het gedoseerd afgeven van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer 10 zoals bijvoorbeeld is beschreven in WO 2006/043808.
In het voorbeeld van Figg. la-lc spuit de straal van het eerste fluïdum in de eerste mengkamer 10. Het is mogelijk dat hierbij de straal 15 inslaat op een binnenwand van de eerste mengkamer 10, waarbij wervelingen in de eerste mengkamer 10 ontstaan met als gevolg dat concentraat, het eerste fluïdum en eventueel lucht met elkaar worden gemengd. Het is tevens mogelijk dat de straal inslaat op een straalinslagorgaan in de eerste mengkamer 10. Bij inslag van de straal op 20 het straalinslagorgaan wordt de vloeistof verneveld, waardoor lucht goed kan worden ingeslagen.
Zoals eerder vermeld, is de houder 2 in de Figuren la t/m lc ten behoeve van de initiële beschijving van het systeem en zijn werking, nog slechts uiterst schematisch weergegeven.
25 Voor de verdere beschrijving van de houder 2 wordt nu eerst verwezen naar de Figuren 2a en 3 waarin bij wijze van voorbeeld deze houder ten gebruike in het in de Figuren la t/m lc getoonde systeem getoond is in de vorm van een blisterverpakking 102.
De in de Figuren la t/m lc getoonde houder 2, opslagruimte 8, 30 eerste mengkamer 10, uitstroomopening 12, fluïdumverbinding 14, 12 inlaatopening 16 en fluïdumverbindingsafdichting 38 worden in de Figuren 2a en 3 aangeduid als respektievelijk de houder 102, de opslagruimte 108, de eerste mengkamer 110, de uitstroomopening 112, de fluïdumverbinding 114, de inlaatopening 116 en de fluïdumverbindingsafdichting 138.
5 Opgemerkt wordt dat in het getoonde voorbeeld de blisterverpakking 102 twee van dergelijke uitstroomopeningen 112 heeft.
De blisterverpakking 102 is voorzien van blisterkamers en een afdekking 199 van de blisterkamers. Fig. 2a is een bovenaanzicht op die zijde van de blisterverpakking waar het materiaal 198 waaruit de 10 blisterkamers diepgetrokken zijn, gelegen is. Aan de ommezijde is de afdekking 199 van de blisterkamers gelegen. De opslagruimte 108, de eerste mengkamer 110 en de fluïdumverbinding 114 tussen de opslagruimte 108 en de eerste mengkamer 110 worden elk gevormd door een van de blisterkamers. De eerste mengkamer 110 is in dit voorbeeld via twee door 15 verdere blisterkamers van de blisterverpakking 102 gevormde uitstroomkanalen 182 verbonden met de twee uitstroomopeningen 112.
De blisterverpakking 102 is verder voorzien van de fluïdumverbindingsafdichting 138 voor het door opheffen van de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting 138 in bedrijf stellen van de 20 fluïdumverbinding 114. In het getoonde voorbeeld is de fluïdumverbindingsafdichting 138 een peel seal 138, dat wil zeggen een locaal verzwakt deel van de afdichtende hechting tussen enerzijds het materiaal 198 waaruit de blisterkamers diepgetrokken zijn en anderzijds het materiaal van de afdekking 199 van de blisterkamers.
25 De fluïdumverbinding 114 is een kanaal dat, in lengterichting van het kanaal, niet recht is. Zo is in Fig. 2a getoond dat de fluïdumverbinding 114, in lengterichting van het kanaal, een eerste kromming 171 heeft in een vlak parallel aan de afdekking 199.
De blisterverpakking 102 is verder voorzien van een kamer 180 die 30 via de inlaatopening 116 in verbinding staat met de de eerste mengkamer 13 110. Via deze kamer 180 kan de uitlaatopening 18 van de fluïdumafgifte-inrichting 6 met de inlaatopening 116 verbonden worden.
De blisterverpakking 102 is verder voorzien van een blisterkamer 186, die ook getoond is in Fig. 4. Deze blisterkamer 186 staat, via een zone 5 187 waarin het materiaal 198 waaruit de blisterkamers diepgetrokken zijn niet gehecht is aan de afdekking 199, in verbinding met een peel seal 188 dat bijvoorbeeld soortgelijk is aan het bovengenoemde peel seal 138. Het peel seal 188 grenst aan de opslagruimte 108. De naald 28 (zie Fig. 1) van de doseerinrichting 24 kan door een wandgedeelte 189 (zie Fig. 4) van de 10 kamer 186 geprikt worden. Het is echter ook mogelijk dat de naald 28 door de afdekking 199 in de kamer 186 wordt geprikt.Aldus kan het derde fluïdum aan de kamer 186 toegevoerd worden, waarna het derde fluïdum onder druk via de zone 187 en de peel seal 188 aan de opslagkamer 108 kan worden toegevoerd. Met behulp van pijlen is in Fig. 4 de stromingsrichting 15 van het derde fluïdum aangegeven. In dit voorbeeld is, met behulp van de zone 187, een relatief groot effectief oppervlak van de peel seal 188 verkregen, op welk oppervlak de druk van het derde fluïdum kan inwerken om het peel seal 188 te openen.
Verwezen wordt nu naar Fig. 5. Daarin is getoond een 20 houderopneemgedeelte 157 van het het apparaat 4. Het houderopneemgedeelte 157 is ingericht voor het losmakelijk opnemen van de houder 102 voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank. Het houderopneemgedeelte 157 is voorzien van houderopneemuitsparingen voor het opnemen van blisterkamers van de houder 102. Zo is een eerste 25 houderopneemuitsparing 158 ingericht voor het opnemen van de blisterkamer van de opslagruimte 108, een tweede houderopneemuitsparing 159 voor het opnemen van de blisterkamer van de eerste mengkamer 110, en een derde houderopneemuitsparing 160 voor het opnemen van de blisterkamer van de fluïdumverbinding 114. Deze 30 houderopneemuitsparingen 158, 159 en 160 hebben, gezien in doorsneden 14 door een vlak parallel aan de afdekking 199 van de in het houderopneemgedeelte 157 opgenomen houder 102, contouren die ten minste deels overeenkomen met contouren van genoemde blisterkamers van de opslagruimte 108, de eerste mengkamer 110 en de fluïdumverbinding 5 114.
Voorts is het houderopneemgedeelte 157 voorzien van verdere uitsparingen, te weten een uitsparing 161 voor het opnemen van de kamer 180, twee uitsparingen 162 voor het opnemen van de uitstroomkanalen 182, een uitsparing 163 voor het opnemen en onder druk laten losgeraken van 10 het peel seal 138, een uitsparing 164 voor het opnemen en onder druk laten losgeraken van de zone 187 en het peel seal 188, en een uitsparing 165 voor het opnemen van de blisterkamer 186.
Op gemerkt wordt dat in Fig. 5 een uitsparing ondieper is naarmate de in die uitsparing weergegeven arceerlijnen dichter bij elkaar liggen. Zo is, 15 in het voorbeeld van Fig. 5 de eerste houderopneemuitsparing 158 (bestemd voor de opslagruimte 108) dieper dan de tweede houderopneemuitsparing 159 (bestemd voor de eerste mengkamer 110), welke op zijn beurt dieper is dan de derde houderopneemuitsparing 160 (bestemd voor de de fluïdumverbinding 114). Andere onderlinge diepteverhoudingen voor de 20 verschillende uitsparingen zijn echter eveneens mogelijk. Verder wordt op gemerkt dat het in Fig. 5 getoonde aanzicht een aanzicht is in de richting van toenemende diepte van de uitsparingen.
Voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank kan de in Fig. 2a getoonde houder 102 door een gebruiker in het in Fig. 5 getoonde 25 houderopneemgedeelte 157 van het apparaat 4 geplaatst worden. In geplaatste toestand bevindt de houder 102 zich in hoofdzaak ter plaatse van het in Fig. 5 getoonde midden en rechtergedeelte van het houderopneemgedeelte 157. Aldus kan het bereiden van de drank plaatsvinden zoals bovenstaand aan de hand van de Figuren la-lc 30 beschreven is.
15
In geplaatste toestand bevindt de houder 102 zich in bedrijf bij voorkeur in een zodanige positie dat de uitstroomopening(en) 112 zich aan een naar beneden gekeerde zijde van de eerste mengkamer 110 bevinden. Bijvoorbeeld kan de houder 102 daarbij zodanig geplaatst zijn dat de 5 afdekking 199 van de blisterverpakking 102 verticaal geplaatst is. Bijvoorbeeld kan de blisterverpakking 102 bij het in het houderopneemgedeelte 157 plaatsen nog met de afdekking 199 van de blisterverpakking 102 horizontaal geplaatst zijn, en kan het houderopneemgedeelte 157 vervolgens, voor het in bedrijfstoestand brengen 10 van het systeem, bijvoorbeeld zodanig verdraaid worden dat de blisterverpakking 102 verticaal geplaatst wordt.
In Fig. 2a wordt met referentienummer 170 het niveau van het tweede fluïdum in de opslagruimte 108 aangegeven wanneer de houder 102 geplaatst is en in bedrijfstoestand verkeert. Naarmate, in bedrijf, meer en 15 meer van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer wordt toegevoerd, zakt het niveau 170 meer en meer. Om de opslagruimte 108 zo goed mogelijk te kunnen ledigen, is het voordelig als de plaats waar het tweede fluïdum uit de opslagruimte 108 stroomt, in bedrijf zo ver mogelijk benedenwaarts gelegen is. In het getoonde voorbeeld bevindt de peel seal 20 138 zich dan ook op een dergelijke zo ver mogelijk benedenwaarts gelegen positie ten opzichte van de opslagruimte 108.
Het bovengenoemde overeenkomen van genoemde contouren van de houderopneemuitsparingen met genoemde contouren van genoemde blisterkamers biedt het voordeel dat het houderopneemgedeelte 157 25 bijdraagt aan het in bedrijf op de plaats houden van de wanden van de blisterkamers wanneer op die wanden druk wordt uitgeoefend. In dit licht is het voordelig wanneer delen van de contouren van de houderopneemuitsparing 160 van het houderopneemgedeelte 157 ten minste deels zodanig overeenkomen met delen van de contouren van de eerste 30 kromming 171 van de fluïdumverbinding 114, dat de 16 houderopneemuitsparing 160 een volgens de eerste kromming 171 verlopend gedeelte heeft voor het opnemen van de eerste kromming 171 van de fluïdum verbinding 114.
Verwezen wordt nu naar Fig. 2b, waarin een houder 202 is getoond.
5 Het verschil tussen de houders 102 en 202 is dat de houder 202 een tweede opslagruimte 108B, soortgelijk aan de opslagruimte 108, en een tweede fluïdumverbinding 114B, soortgelijk aan de fluïdumverbinding 114 omvat.
In de twee opslagruimten 108 en 108B kunnen onderling verschillende tweede fluïda zijn opgeslagen, bijvoorbeeld in de ene een koffieconcentraat 10 en in de andere een melkconcentraat. Ook omvat de houder 202 een tweede kamer 186B, een tweede zone 187B, een tweede peel seal 188B, en een tweede peel seal 138B, elk respectievelijk soortgelijk aan de kamer 186, de zone 187, de peel seal 188 en de peel seal 138. Opgemerkt wordt dat in Fig. 2b de referentienummers die in Fig. 2a zijn opgenomen, terwille van de 15 duidelijkheid van Fig. 2b niet nogmaals zijn opgenomen.
De houder 202 die de twee opslagruimten 108 en 108B heeft, kan gebruikt worden in een systeem dat voorzien is van een doseerinrichting die is ingericht voor het gedoseerd afgeven van de tweede fluïda aan de eerste mengkamer vanuit de twee verschillende opslagruimten. Ten opzichte van 20 het in Fig. 1 getoonde voorbeeld, kan de doseerinrichting daartoe, additioneel aan de naald 28, bijvoorbeeld een tweede naald omvatten, waarbij de tweede naald dan in de tweede kamer 186B gebracht kan worden.
Voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, kan 25 ook de houder 202 op het in Fig. 5 getoonde houderopneemgedeelte 157 van het apparaat 4 geplaatst worden. Het in Fig. 5 getoonde houderopneemgedeelte 157 is dus zowel geschikt voor de in Fig. 2a getoonde houder 102 als voor de in Fig. 2b getoonde houder 202.
Bij voorkeur bevinden zich de twee opslagruimten 108 en 108B aan 30 weerszijden van de eerste mengkamer 110 en bevinden zich ook de twee 17 fluïdumverbindingen 114 en 114B aan weerszijden van de eerste mengkamer 110, zoals het geval is in het in Fig. 2b getoonde voorbeeld. Op deze wijze wordt compactheid van de houder 202 gerealiseerd, terwijl de bijbehorende houder 102 die slechts één opslagruimte 108 heeft maar wel in 5 hetzelfde houderopneemgedeelte 157 past, dan eveneens compact is.
Zoals genoemd, is de fluïdumverbinding 114 een kanaal dat, in lengterichting van het kanaal, een eerste kromming 171 heeft in een vlak parallel aan de afdekking 199. Het is verder voordelig als het kanaal in genoemde lengterichting een tweede kromming, aangeduid met 10 referentienummer 172 in Fig. 2a, in genoemd vlak heeft, welke tweede kromming in dit voorbeeld tegengesteld is aan de eerste kromming zodat het kanaal een S-vormig gedeelte heeft. De tweede kromming 172 draagt in verdere mate bij aan de eerder genoemde effecten die ook met de eerste kromming 171 bereikt worden, te weten het bijdragen aan een vergrote 15 stromingsweerstand van het kanaal. Daarnaast kan met behulp van de tweede kromming 172 de fluïdumverbinding 114 zodanig vormgegeven worden dat een gunstige instroom van het tweede fluïdum in de eerste mengkamer 110 gerealiseerd wordt. Zo kan bijvoorbeeld met behulp van de tweede kromming 172 ervoor gezorgd worden dat de fluïdumverbinding 114 20 onder een min of meer lokaal haakse hoek op de eerste mengkamer 110 aansluit, waardoor het tweede fluïdum bij het binnendringen van de eerste mengkamer 110 enerzijds niet te zeer in de richting van de inlaatopening 116 neigt en anderzijds niet te zeer in de richting van de uitstroomopeningen 112 neigt.
25 Verder is het voordelig wanneer delen van de contouren van de houderopneemuitsparing 160 van het houderopneemgedeelte 157 ten minste deels zodanig overeenkomen met delen van de contouren van de tweede kromming 172 van de fluïdumverbinding 114, dat de houderopneemuitsparing 160 een S-vormig verlopend gedeelte heeft voor 30 het op nemen van de eerste kromming 171 en de tweede kromming 172 van 18 de fluïdumverbinding 114. Dit biedt het voordeel dat het houderopneemgedeelte 157 bijdraagt aan het in bedrijf op de plaats houden van de wanden van het S-vormige gedeelte van het kanaal 114 wanneer op die wanden druk wordt uitgeoefend.
5 Om te voorkomen dat het tweede fluïdum onvoldoende de kans krijgt om in de eerste mengkamer 110 met het eerste fluïdum te mengen, is het voordelig dat de plaats waar de fluïdumverbinding 114 op de eerste mengkamer aansluit niet te dicht ligt bij de plaats waar de uitstroomkanalen 182 op de eerste mengkamer 110 aansluiten. Als de eerste 10 mengkamer 110 voorzien is van een luchtinlaatopening voor het toevoeren van lucht aan de eerste mengkamer, zodat in gebruik lucht wordt ingeslagen bij de drank ter verkrijging van een drank met een fïjnbellige schuimlaag, is het voordelig dat de plaats waar de fluïdumverbinding 114 op de eerste mengkamer aansluit niet te dicht ligt bij de luchtinlaatopening, 15 omdat anders een gunstige toevoer van lucht verstoord kan worden. Door toepassing van de eerste kromming 171 en de tweede kromming 172 kunnen om deze en andere redenen gewenste aansluitingen van de fluïdumverbinding 114 op de eerste mengkamer 110 gerealiseerd worden.
Het is voordelig wanneer de dwarsdoorsnede van een 20 fluïdumverbinding niet te groot is en de lengte van een fluïdumverbinding niet te klein. Bij voorkeur varieert de maximale doorsnede van een fluïdumverbinding bijvoorbeeld van 1 tot 3 mm, meer in het bijzonder van 1,5 tot 2,5 mm. Bij voorkeur varieert de lengte van een fluïdumverbinding bijvoorbeeld van 2 tot 5 cm, meer in het bijzonder van 3 tot 4 cm. Met 25 dergelijke niet te grote doorsneden en niet te korte lengten van een fluïdumverbinding wordt voorkomen dat de opslagruimte ongewenst snel leegstroomt wanneer het tweede fluïdum bijvoorbeeld een laag visceus product is. Met dergelijke niet te grote doorsneden en niet te korte lengten van een fluïdumverbinding kan bereikt worden dat een fluïdumverbinding 30 van een bepaalde afmeting geschikt is om in verschillende houders die 19 diverse soorten tweede fluïda bevatten, te worden toegepast. Voor een dergelijke fluïdumverbinding van een bepaalde afmeting kan dan een daarmee overeenkomende houderopneemuitsparing 160 van het houderopneemgedeelte 157 worden toegepast, zodat de 5 houderopneemuitsparing 160 eveneens geschikt is voor verschillende houders met diverse soorten tweede fluïda.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven geschetste uitvoeringsvormen. Zo kan een verwisselbare houder in plaats van één of twee opslagruimten voor tweede fluïda ook meer dan twee opslagruimten 10 voor tweede fluïda omvatten. In de meer dan twee opslagruimten kunnen onderling verschillende tweede fluïda zijn opgeslagen. Bijgevolg kan de houder in plaats van één of twee fluïdumverbindingen ook meer dan twee fluïdumverbindingen omvatten. De tweede fluïda zijn bijvoorbeeld mengbaar en/of oplosbaar in het eerste fluïdum. In het voorbeeld waren de 15 genoemde opslagruimten gevuld met koffieconcentraat en/of melkconcentraat. Andere fluïda al of niet op basis van concentraat zijn eveneens denkbaar, hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een siroop of poeder voor het bereiden van een limonade. Ook kan de inrichting nog zijn voorzien van additionele opslagruimten die bijvoorbeeld zijn gevuld met 20 additieven zoals bijvoorbeeld oplosbare poeders of concentraten. Ook deze poeders kunnen bijvoorbeeld door verdringing met behulp van een derde fluïdum, of door het leegknijpen van de betreffende opslagruimte, aan de eerste mengkamer worden toegevoerd. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om smaakversterker, suikers, cacao en der gelijke. Ook kan worden gedacht aan 25 melkpoeder en/of melkcreamer. In het algemeen geldt dat het tweede fluïdum behalve een vloeistof zoals een concentraat ook een poeder en dergelijke kan zijn dat bijvoorbeeld oplosbaar is in het eerste fluïdum of mengbaar met het eerste fluïdum, bijvoorbeeld oplosbaar in een vloeistof zoals water. Ook kan een tweede fluïdum in de opslagruimte zowel een 30 concentraat als een poeder omvatten al dan niet in gemengde vorm.
20
Voorts kan de houder in plaats van of in aanvulling op de beschreven blisterverpakking een ander type verpakking omvatten. Een dergelijke andere verpakking kan dan voorzien zijn van verpakkingskamers, waarbij ten minste de opslagruimte, de eerste 5 mengkamer en de fluïdumverbinding elk gevormd worden door een van de verpakkingskamers, en waarbij ook de fluïdumverbindingsafdichting deel uitmaakt van die andere verpakking. De verpakkingskamers kunnen daarbij bijvoorbeeld gevormd zijn door twee afdichtend op elkaar gehechte verpakkingsdelen van de verpakking, waarbij elk verpakkingsdeel reeds 10 delen van de verpakkingskamers omvat. Zo kan in het eerste verpakkingsdeel bijvoorbeeld een eerste helft van bijvoorbeeld een opslagkamer gevormd zijn terwijl in het tweede verpakkingsdeel bijvoorbeeld een tweede helft van de opslagkamer gevormd is, waarbij de twee verpakkingsdelen halverwege van de te vormen gehele opslagkamer 15 afdichtend aan elkaar gehecht zijn. De fluïdumverbindingsafdichting kan dan gevormd worden door een lokaal verzwakt deel van laatstbedoelde afdichtende hechting.
Verder kan de houder ook een samenstel omvatten van afzonderlijke dergelijke verpakkingen, bijvoorbeeld een samenstel van 20 afzonderlijke blisterverpakkingen, een samenstel van afzonderlijke verpakkingen van een ander type, of een samenstel van een of meer blisterverpakkingen met een of meer verpakkingen van een ander type. Eventueel kunnen delen van een dergelijk samenstel separeerbaar, bijvoorbeeld afscheurbaar, zijn uitgevoerd, waardoor gebruikers bijvoorbeeld 25 delen van de houder kunnen verwijderen, bijvoorbeeld als ze een kop koffie willen bereiden zonder melk.
Ook hoeft de fluïdumverbindingsafdichting niet noodzakelijkerwijze gelegen te zijn op of nabij de overgang van een opslagkamer naar de fluïdumverbinding. De fluïdumverbindingsafdichting 30 kan bijvoorbeeld ook gelegen zijn op of nabij de overgang van de 21 fluïdumverbinding naar de eerste mengkamer, of bijvoorbeeld een onderbreking van het kanaal van de fluïdumverbinding zijn.
Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen. De temperatuur van het eerste fluïdum kan variëren.
5 Zo kan het eerste fluïdum ook bestaan uit water bij kamertemperatuur of koud water. Ook kan de temperatuur van het eerste fluïdum dat aan de houder wordt toegevoerd voor het bereiden van een drank in de tijd variëren.
Het volume van een opslagruimte kan bijvoorbeeld variëren van 5 10 tot 150 milliliter meer in het bijzonder van 6 tot 50 milliliter. Een doorlaatopening van de restrictie kan bijvoorbeeld variëren van 0,4 tot 1,5 millimeter meer in het bijzonder van 0,6 tot 1,3 millimeter nog meer in het bijzonder van 0,7 tot 0,9 millimeter. De druk waarmee de vloeistofafgifte-inrichting het eerste fluïdum, in gebruik, afgeeft kan variëren van 0,6 tot 12 15 bar meer in het bijzonder van 0,7 tot 2 bar en bij voorkeur van 0,9 tot 1,5 bar. De periode gedurende welke voor het bereiden van de drank het eerste fluïdum aan de eerste mengkamer wordt toegevoerd kan variëren van 2 tot 90 seconden meer in het bijzonder van 10 tot 50 seconden. De grootte van de luchtinlaatopening kan, indien deze geheel is geopend, bijvoorbeeld variëren 20 van 0,005 tot 0,5 mm2.
1032087'

Claims (15)

1. Systeem voor het bereiden van een vooraf bepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank, voorzien van een verwisselbare houder en een apparaat voorzien van een fluïdum afgifte -inrichting die losmakelijk met de houder is verbonden voor het onder druk afgeven van tenminste een 5 hoeveelheid van tenminste een eerste fluïdum zoals een vloeistof en/of een gas, in het bijzonder zoals water en/of stoom, aan de verwisselbare houder, waarbij de verwisselbare houder is voorzien van tenminste een opslagruimte die is gevuld met een tweede fluïdum zoals een concentraat, tenminste een eerste mengkamer, tenminste een uitstroomopening die in 10 fluïdumverbinding staat met de eerste mengkamer voor het afgeven van de drank uit de eerste mengkamer, tenminste een fluïdumverbinding tussen de opslagruimte en de eerste mengkamer voor het afgeven van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer, en tenminste een inlaatopening die losmakelijk is verbonden met een uitlaatopening van de fluïdumafgifte-15 inrichting voor het toevoeren van het eerste fluïdum aan de eerste mengkamer, waarbij het systeem verder is voorzien van een doseerinrichting die is ingericht voor het gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer, waarbij de fluïdumafgifte-inrichting is ingericht voor het onder druk aan de eerste 20 mengkamer toevoeren van het eerste fluïdum zodat in de eerste mengkamer het eerste fluïdum en het tweede fluïdum met elkaar mengen voor het verkrijgen van de drank die vervolgens de verwisselbare houder via de uitstroomopening verlaat, met het kenmerk, dat de fluïdumverbinding een kanaal is dat, in lengterichting van het kanaal, een 25 eerste kromming heeft. J 0 3 2 0 8 7
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij het systeem voorts is voorzien van tenminste een fluïdumverbindingsafdichting voor het door opheffen van de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting in bedrijf stellen van de fluïdumverbinding, waarbij de fluïdumverbindingsafdichting 5 bij voorkeur gevormd wordt door een lokaal verzwakt deel van een afdichtende hechting tussen delen van de houder.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de doseerinrichting is ingericht voor het genoemde gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum 10 vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer door middel van het bestuurbaar onder druk toevoeren van een derde fluïdum zoals een gas of een vloeistof aan het tweede fluïdum in de opslagruimte.
4. Systeem volgens een der conclusies 1-3, waarbij de doseerinrichting 15 voor het genoemde gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer voorzien is van een samendrukeenheid voor het samendrukken van de opslagruimte.
5. Verwisselbare houder ingericht om te worden verbonden met een 20 apparaat voorzien van een fluïdumafgifte-inrichting voor het onder druk afgeven van tenminste een eerste fluïdum zoals een gas en/of vloeistof aan de verwisselbare houder voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, waarbij de verwisselbare houder is voorzien van tenminste een opslagruimte die is gevuld met een tweede fluïdum zoals een 25 concentraat, tenminste een eerste mengkamer, tenminste een uitstroomopening die in fluïdumverbinding staat met de eerste mengkamer voor het afgeven van de drank uit de eerste mengkamer, tenminste een fluïdumverbinding tussen de opslagruimte en de eerste mengkamer voor het afgeven van het tweede fluïdum aan de eerste mengkamer en tenminste een 30 inlaatopening die, in gebruik, losmakelijk is verbonden met een uitlaatopening van de fluïdumafgifte- inrichting voor het toevoeren van het eerste fluïdum aan de eerste mengkamer, waarbij de opslagruimte, althans voor een deel, deel uitmaakt van een doseerinrichting die is ingericht voor het gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan 5 de eerste mengkamer, waarbij, in gebruik, het eerste fluïdum onder druk eveneens aan de eerste mengkamer wordt toegevoerd zodat het tweede fluïdum en het eerste fluïdum met elkaar mengen voor het verkrijgen van de drank die vervolgens de houder via de uitstroomopening verlaat, met het kenmerk, dat de fluïdumverbinding een kanaal is dat, in lengterichting 10 van het kanaal, een eerste kromming heeft.
6. Houder volgens conclusie 5, waarbij de houder voorts tenminste een fluïdumverbindingsafdichting omvat voor het door opheffen van de afdichtende werking van de fluïdumverbindingsafdichting in bedrijf stellen 15 van de fluïdumverbinding, waarbij bij voorkeur fluïdumverbindingsafdichting gevormd wordt door een lokaal verzwakt deel van een afdichtende hechting tussen delen van de houder.
7. Houder volgens conclusie 5 of 6, waarbij de houder dusdanig is 20 uitgevoerd dat, in gebruik, door het apparaat bestuurbaar onder druk een derde fluïdum aan het tweede fluïdum in de opslagruimte kan worden toegevoerd voor het genoemde gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer.
8. Houder volgens een der conclusies 5 t/m 7, waarbij de opslagruimte althans voor een deel is begrensd door een wand van een flexibel of vervormbaar materiaal zoals een folie zodat de opslagruimte kan worden samengeknepen voor het genoemde gedoseerd toevoeren van het tweede fluïdum vanuit de opslagruimte aan de eerste mengkamer. 30
9. Houder volgens een der conclusies 5 t/m 8, waarbij de houder een blisterverpakking omvat die voorzien is van: blisterkamers; een afdekking van de blisterkamers, waarbij de opslagruimte en/of de eerste mengkamer en/of de fluïdumverbinding tussen de opslagruimte en de eerste mengkamer 5 elk gevormd worden door een van de blisterkamers; alsmede de fluïdumverbindingsafdichting, en waarbij de eerste kromming optreedt in een vlak parallel aan de afdekking.
10. Houder volgens conclusie 9, waarbij het locaal verzwakte deel van 10 de afdichtende hechting toegepast is tussen enerzijds materiaal waaruit de blisterkamers diepgetrokken zijn en anderzijds materiaal van de afdekking van de blisterkamers.
11. Houder volgens een der conclusies 5 t/m 10, waarbij het kanaal in 15 genoemde lengterichting een tweede kromming heeft, welke tweede kromming tegengesteld is aan de eerste kromming zodat het kanaal een S-vormig gedeelte heeft.
12. Houder volgens een der conclusies 5 t/m 11, waarbij de houder 20 voorzien is van twee aan weerszijden van de eerste mengkamer gelegen opslagruimten die elk gevuld zijn met een tweede fluïdum, alsmede van twee aan weerszijden van de eerste mengkamer gelegen fluïdumverbindingen die elk een fluïdumverbinding vormen tussen een van de opslagruimten en de eerste mengkamer.
13. Apparaat voorzien van een fluïdumafgifte-inrichting voor het onder druk afgeven van tenminste een eerste fluïdum zoals een gas en/of vloeistof aan een verwisselbare houder volgens een der conclusies 5 t/m 12, waarbij het apparaat verder voorzien is van een houderopneemgedeelte dat 30 ingericht is voor het losmakelijk opnemen van de houder voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, welk houderopneemgedeelte voorzien is van ten minste een houderopneemuitsparing voor het opnemen van de opslagruimte en/of de eerste mengkamer en/of de fluïdumverbinding, welke ten minste ene houderopneemuitsparing, gezien in een vlakke 5 doorsnede van de houder wanneer de houder in het houderopneemgedeelte op genomen is, contouren heeft die ten minste deels overeenkomen met contouren van de opslagruimte en/of de eerste mengkamer en/of de fluïdumverbinding.
14. Apparaat volgens conclusie 13, waarbij delen van de contouren van de ten minste ene houderopneemuitsparing van het houderopneemgedeelte ten minste deels zodanig overeenkomen met delen van de contouren van de eerste kromming van de fluïdumverbinding, dat de ten minste ene houderopneemuitsparing een volgens de eerste kromming verlopend 15 gedeelte heeft voor het opnemen van de eerste kromming van de fluïdumverbinding.
15. Apparaat volgens conclusie 14, ingericht voor het onder druk afgeven van tenminste een eerste fluïdum aan een verwisselbare houder 20 volgens conclusie 11, waarbij delen van de contouren van de ten minste ene houderopneemuitsparing van het houderopneemgedeelte ten minste deels zodanig overeenkomen met delen van de contouren van de tweede kromming van de fluïdumverbinding, dat de ten minste ene houderopneemuitsparing een S-vormig verlopend gedeelte heeft voor het 25 opnemen van de eerste kromming en de tweede kromming van de fluïdumverbinding. .1032087“
NL1032087A 2006-04-19 2006-06-29 Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat. NL1032087C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032087A NL1032087C2 (nl) 2006-04-19 2006-06-29 Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.
DK07747393.2T DK2012633T3 (da) 2006-04-19 2007-04-19 System, holder og apparatur til tilberedning af drikkevarer
PCT/NL2007/050169 WO2007120052A2 (en) 2006-04-19 2007-04-19 Beverage preparation system, holder and apparatus
AT07747393T ATE553678T1 (de) 2006-04-19 2007-04-19 Getränkezubereitungssystem, halter und gerät
US12/226,399 US8225710B2 (en) 2006-04-19 2007-04-19 Beverage preparation system, holder and apparatus
ES07747393T ES2386378T3 (es) 2006-04-19 2007-04-19 Sistema para la preparación de bebidas, soporte y aparato
EP07747393A EP2012633B1 (en) 2006-04-19 2007-04-19 Beverage preparation system, holder and apparatus

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031622A NL1031622C2 (nl) 2006-04-19 2006-04-19 Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1031622 2006-04-19
NL1032087A NL1032087C2 (nl) 2006-04-19 2006-06-29 Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.
NL1032087 2006-06-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032087C2 true NL1032087C2 (nl) 2007-10-22

Family

ID=38609922

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032087A NL1032087C2 (nl) 2006-04-19 2006-06-29 Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US8225710B2 (nl)
EP (1) EP2012633B1 (nl)
AT (1) ATE553678T1 (nl)
DK (1) DK2012633T3 (nl)
ES (1) ES2386378T3 (nl)
NL (1) NL1032087C2 (nl)
WO (1) WO2007120052A2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9783361B2 (en) 2013-03-14 2017-10-10 Starbucks Corporation Stretchable beverage cartridges and methods
US9877495B2 (en) 2015-01-09 2018-01-30 Starbucks Corporation Method of making a sweetened soluble beverage product
US10442610B2 (en) 2014-03-11 2019-10-15 Starbucks Corporation Pod-based restrictors and methods

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029155C2 (nl) * 2004-10-19 2006-04-20 Sara Lee De Nv Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
NL1032091C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1032085C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem en werkwijze voor het vervaardigen van de verwisselbare houder.
ATE491377T1 (de) * 2007-07-12 2011-01-15 Jet Liquids Gmbh Vorrichtung und verfahren zur zubereitung einer zum menschlichen verzehr geeigneten geschäumten flüssigkeit
DE102009013937A1 (de) * 2009-03-19 2010-09-23 Wmf Württembergische Metallwarenfabrik Ag Aufschäumvorrichtung
CA2814913A1 (en) * 2010-11-11 2012-05-18 Nestec S.A. Capsule, beverage production machine and system for the preparation of a nutritional product
US9499390B1 (en) * 2012-07-17 2016-11-22 Global Agricultural Technology And Engineering, Llc Liquid delivery system
JP2016502414A (ja) * 2012-10-12 2016-01-28 ネステク ソシエテ アノニム 食品又は飲料原材料を収容するためのカード
US9504348B2 (en) 2014-03-11 2016-11-29 Starbucks Corporation Cartridge ejection systems and methods for single-serve beverage production machines
US20150257586A1 (en) * 2014-03-11 2015-09-17 Starbucks Corporation Dba Starbucks Coffee Company Single-serve beverage production machine
US9439532B2 (en) 2014-03-11 2016-09-13 Starbucks Corporation Beverage production machines with multi-chambered basket units
US10342377B2 (en) 2015-06-16 2019-07-09 Starbucks Corporation Beverage preparation systems with adaptable brew chambers
US10602874B2 (en) 2015-06-16 2020-03-31 Starbucks Corporation Dba Starbucks Coffee Company Beverage preparation systems with brew chamber access mechanisms
US9968217B2 (en) 2015-06-16 2018-05-15 Starbucks Corporation Beverage preparation systems with brew chamber securing mechanisms

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5615801A (en) * 1990-06-06 1997-04-01 The Coca-Cola Company Juice concentrate package for postmix dispenser
US5992685A (en) * 1998-01-23 1999-11-30 The Coca-Cola Company Fountain dispensing module
WO2001021292A1 (en) * 1999-09-24 2001-03-29 Asept International Ab Method and device for production of beverages
WO2005070816A1 (en) * 2004-01-21 2005-08-04 Imi Vision Limited Beverage dispenser

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7215523A (nl) 1972-11-16 1974-05-20
CA2150067A1 (fr) * 1995-05-24 1996-11-25 Gilles Degongre Dispositif pour produire une mousse
GB0003355D0 (en) * 2000-02-14 2000-04-05 Kraft Jacobs Suchard Limited Cartridge and method for the preparation of whipped beverages
US6419166B1 (en) * 2000-04-28 2002-07-16 Stan F. Brzezinski Dispenser to liquid stream
AU2002258544A1 (en) 2001-03-16 2002-10-03 The Procter And Gamble Company Beverage brewing devices for preparing creamy beverages
US20040055948A1 (en) * 2002-08-02 2004-03-25 Blum Bradley J. System for adding consumable enhancing additives to drinking water
US7640843B2 (en) * 2003-01-24 2010-01-05 Kraft Foods R & D, Inc. Cartridge and method for the preparation of beverages
US7007824B2 (en) 2003-01-24 2006-03-07 Baxter International Inc. Liquid dispenser and flexible bag therefor
SI1462042T1 (sl) * 2003-03-24 2007-08-31 Nestec Sa Embalaža za enkratno uporabo za razdeljevanje tekočine, ki se črpa z napravo z venturijevim učinkom
EP1699328B2 (en) 2003-12-22 2014-07-02 Koninklijke Philips N.V. Liquid cartridge for use in a beverage system
WO2006004249A1 (en) 2004-07-06 2006-01-12 Kuhnil Pharmaceutical. Co., Ltd Composition for the diagnosis of retinal vascular disease comprising aldolase and method for diagnosis using it
JP5065893B2 (ja) 2004-07-09 2012-11-07 ネステク ソシエテ アノニム 液体及び希釈剤により混合物を形成するためのシステム及び装置
US7650830B1 (en) * 2004-08-19 2010-01-26 Miracle Spring LLC Beneficiated water system
NL1029155C2 (nl) 2004-10-19 2006-04-20 Sara Lee De Nv Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
NL1032082C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1032080C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Verwisselbare houder ten gebruike in een apparaat voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
NL1032091C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1032090C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een vooraf bepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank, verwisselbare houder alsmede een apparaat voor gebruik in een dergelijk systeem.
NL1032085C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem en werkwijze voor het vervaardigen van de verwisselbare houder.
NL1032081C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.
NL1031622C2 (nl) 2006-04-19 2007-10-22 Sara Lee De Nv Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5615801A (en) * 1990-06-06 1997-04-01 The Coca-Cola Company Juice concentrate package for postmix dispenser
US5992685A (en) * 1998-01-23 1999-11-30 The Coca-Cola Company Fountain dispensing module
WO2001021292A1 (en) * 1999-09-24 2001-03-29 Asept International Ab Method and device for production of beverages
WO2005070816A1 (en) * 2004-01-21 2005-08-04 Imi Vision Limited Beverage dispenser

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9783361B2 (en) 2013-03-14 2017-10-10 Starbucks Corporation Stretchable beverage cartridges and methods
US10442610B2 (en) 2014-03-11 2019-10-15 Starbucks Corporation Pod-based restrictors and methods
US9877495B2 (en) 2015-01-09 2018-01-30 Starbucks Corporation Method of making a sweetened soluble beverage product
US10820607B2 (en) 2015-01-09 2020-11-03 Starbucks Corporation Soluble beverages with enhanced flavors and aromas

Also Published As

Publication number Publication date
WO2007120052A3 (en) 2008-01-24
DK2012633T3 (da) 2012-07-23
WO2007120052A2 (en) 2007-10-25
US8225710B2 (en) 2012-07-24
US20090314167A1 (en) 2009-12-24
ES2386378T3 (es) 2012-08-20
ATE553678T1 (de) 2012-05-15
EP2012633B1 (en) 2012-04-18
EP2012633A2 (en) 2009-01-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032087C2 (nl) Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.
NL1032085C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem en werkwijze voor het vervaardigen van de verwisselbare houder.
NL1032081C2 (nl) Drankbereidingssysteem, -houder en -apparaat.
NL1032082C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1032080C2 (nl) Verwisselbare houder ten gebruike in een apparaat voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
NL1032091C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
NL1031622C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede verwisselbare houder voor een dergelijk systeem.
EP2022379B1 (en) Single piece device for storing, metering and mixing a powder with a diluent
NL1029155C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank.
TWI277402B (en) Method and apparatus for preparing a food product
JP5039692B2 (ja) 飲料カートリッジ及び飲料システム
NL1032090C2 (nl) Systeem voor het bereiden van een vooraf bepaalde hoeveelheid voor consumptie geschikte drank, verwisselbare houder alsmede een apparaat voor gebruik in een dergelijk systeem.
US20100239728A1 (en) Method for activating and emptying beverage preparation holders
KR20100024959A (ko) 벌크 재료를 보관 및 언로딩하기 위한 컨테이너
KR101249124B1 (ko) 음료 제조용 기계에 적용할 수 있는 리필 가능한 다회용 컨테이너
US20130171311A1 (en) Liquid beverage dispenser

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20120725

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180701