NL1031803C2 - Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie. - Google Patents

Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1031803C2
NL1031803C2 NL1031803A NL1031803A NL1031803C2 NL 1031803 C2 NL1031803 C2 NL 1031803C2 NL 1031803 A NL1031803 A NL 1031803A NL 1031803 A NL1031803 A NL 1031803A NL 1031803 C2 NL1031803 C2 NL 1031803C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
housing construction
housing
coupling
facade
Prior art date
Application number
NL1031803A
Other languages
English (en)
Inventor
Luc Louis Renson
Original Assignee
Vero Duco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vero Duco Nv filed Critical Vero Duco Nv
Priority to NL1031803A priority Critical patent/NL1031803C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1031803C2 publication Critical patent/NL1031803C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/02Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary
    • E06B9/08Roll-type closures
    • E06B9/11Roller shutters
    • E06B9/17Parts or details of roller shutters, e.g. suspension devices, shutter boxes, wicket doors, ventilation openings
    • E06B9/17007Shutter boxes; Details or component parts thereof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Description

Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergeliike behuizingsconstructie
De uitvinding heeft betrekking op een behuizingsconstructie voor een scherminrichting bestemd om ingebouwd te worden in een gevelopening van een 5 gebouw aangrenzend aan een zich in die gevelopening bevindend kozijn, omvattende een behuizing met een bovenwand bestemd om aan te sluiten op de bovenste begrenzing van de gevelopening, een onderwand bestemd om aan te sluiten op het kozijn, eindwanden die zich bevinden aan de tegenoverliggende einden van de bovenwand en de onderwand, een in de behuizing opgehangen rol alsmede een aan de 10 rol bevestigd scherm dat oprolbaar is op respectievelijk aftelbaar is van de rol.
Een dergelijke behuizingsconstructie is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage 4.300.609. Deze behuizingsconstructie past nauwsluitend tussen de bovenzijde van het kozijn en de onderste begrenzing van de gevelopening. De rest van het kozijn, dat wil zeggen de onderzijde en de opstaande zijden, zijn direct aangesloten op de 15 tegenoverliggende randen van de gevelopening. Dit betekent dat het kozijn aan de onderzijde en de opstaande zijden direct is bevestigd aan de gevel, zodat aldaar sprake is van een goede krachtsoverdracht.
Dat ligt anders bij de bovenzijde van het kozijn. Op die plaats is het kozijn immers niet direct aangesloten op de gevel, maar op de behuizing van de 20 behuizingsconstructie. Dit betekent dan ook dat op die plaats een ander type krachtsoverdracht plaatsvindt, die meestal minder stabiel is. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de behuizing minder stijf is dan de gevel zelf. In het bijzonder bij een behuizing die relatief hoog is, bijvoorbeeld zodanig dat daarin het volledig opgerolde scherm opneembaar is, blijft de stijfheid achter. De daaruit voortvloeiende afwijkende 25 krachtsoverdracht aan de bovenzijde van het kozijn is echter minder gewenst, vooral indien op het zich in het kozijn bevindende paneel, zoals een raam of deur, grote krachten optreden zoals bijvoorbeeld door windbelastingen.
Het doel van de uitvinding is daarom een behuizingsconstructie van het hiervoor beschreven type te verschaffen waarbij ook aan de bovenzijde van het kozijn de 30 gewenste krachtsoverdracht is verzekerd. Dat wordt bereikt doordat tenminste een koppeling is voorzien die zich op afstand bevindt tussen beide eindwanden en die zich uitstrekt tussen de bovenwand en de onderwand voor het overbrengen van belastingen tussen het kozijn en de gevel.
1031803 2
Bij de behuizingsconstructie volgens de uitvinding kunnen nu de krachten die optreden aan de bovenzijde van het kozijn, op betrouwbare wijze worden overgebracht. Voor deze krachtsoverdracht wordt nu namelijk niet de behuizing zelf gebruikt, die verhoudingsgewijze minder stijf is, doch het koppelstuk of de meerdere koppelstukken.
5 Een dergelijk koppelstuk of koppelstukken vormen een directe krachtsoverdracht tussen de bovenzijde van het kozijn en de gevel, waardoor de stijfheid van die verbinding aanzienlijk hoger is. De koppelstukken zelf kunnen ook met hoge stijfheid worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door deze een overeenkomstig grote dikte te geven.
Bij de behuizingsconstructie volgens de uitvinding speelt verder de 10 verwisselbaarheid van de rol met scherm een belangrijke rol. Deze moeten bijvoorbeeld kunnen worden vervangen indien zij beschadigd of vervuild zijn en dergelijke. Het is daarbij wenselijk om de rol en het scherm van binnenuit te kunnen bereiken. In dat geval is het niet nodig om de buitenzijde van de behuizingsconstructie bereikbaar te houden, hetgeen problemen kan opleveren bij hogere gebouwen.
15 Ook in dat verband biedt de uitvinding een verbetering indien elke koppeling losneembaar samenwerkt met de bovenwand en de onderwand van de behuizing. Bij een dergelijke uitvoering kan de koppeling tijdelijk worden verwijderd uit de behuizing, zodanig dat de rol en het scherm goed bereikbaar zijn en eventueel vervangen kunnen worden. Het is dan ook geen probleem indien dergelijke 20 koppelingen zich aan de binnenzijde ten opzichte van de rol en het scherm bevinden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is voorzien dat elke koppeling twee koppelstukken omvat waarvan een koppelstuk is verbonden met de bovenwand en het andere koppelingsstuk is verbonden met de onderwand, welke koppelstukken onderling losneembaar zijn verbonden. Dergelijke koppelstukken, die samen een koppeling 25 vormen, kunnen apart van elkaar aan de bovenwand respectievelijk onderwand van de behuizing worden bevestigd, en vervolgens ook onderling gekoppeld kunnen worden, bijvoorbeeld door een klikverbinding.
De verbinding tussen de koppelstukken en de bijbehorende wanden van de behuizing kunnen op vele verschillende manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld 30 door middel van schroefverbindingen. De voorkeur gaat echter uit naar een variant waarbij elke koppelstuk een voet heeft, en de bijbehorende wand aan de binnenzijde is voorzien van een ondersneden sleuf waarin de voet van het bijbehorende koppelstuk opneembaar is. De voet kan dan door verdraaien in de ondersneden sleuf worden 3 gehaakt. Daartoe heeft de voet een min of meer langwerpige vorm, waarbij de breedte van de voet iets geringer is dan de breedte van de sleuf. De uiterste stand van de verdraaide voet is bepaald doordat de uiteinden in langsrichting daarvan, komen aan te liggen tegen de bijbehorende langsbegrenzingen van de ondersnijding.
5 Een zeer stabiele uitvoeringsvorm kan worden verkregen indien de draaizin van de voet van het ene koppelstuk bij inhaken daarvan in de bijbehorende ondersneden sleuf tegengesteld is aan de draaizin van de voet van het andere koppelstuk bij het inhaken daarvan in de bijbehorende, andere ondersneden sleuf. In dat geval kunnen vervolgens de koppelstukken in de door de bijbehorende aanslag bepaalde uiterste 10 verdraaide stand met elkaar koppelbaar zijn. Nadat de koppelstukken aldus met elkaar zijn gekoppeld, kunnen zij niet meer verdraaien aangezien verdraaiingen in de ene draaizin verhinderd worden door het ene koppelstuk, en verdraaiingen in de andere draaizin verhinderd worden door het andere koppelstuk. Een dergelijke uitvoeringsvorm is zeer veilig, omdat onverhoopt losraken zonder ontkoppelen van de 15 koppelstukken niet mogelijk is. Verder het ook aan de gekoppelde toestand van de koppelstukken waar te nemen dat de verbinding met de bovenwand en de onderwand op betrouwbare wijze tot stand is gekomen.
De stabiliteit van de koppelingen kan nog verder worden verbeterd indien de koppelstukken elkaar in de richting van de ene wand naar de andere wand gedeeltelijk 20 overlappen. Bij voorkeur is dan elk koppelstuk aan zijn vrije eind dat is afgekeerd van het met de bijbehorende wand verbonden eind, koppelbaar met het andere koppelstuk.
In verband met het vereenvoudigen van het installeren van de koppeling kan elk koppelstuk zijn voorzien van een hefboom voor het op dat koppelstuk uitoefenen van een moment in verband met het verdraaien daarvan. De koppelstukken kunnen ook 25 identiek zijn.
In de behuizing kan een ventilatiedoorgang zijn bepaald die zich uitstrekt tussen een ten opzichte van de gevel opening naar buiten te keren buitenwand en een tegenoverliggende naar binnen te keren binnenwand, welke buitenwand en de binnenwand ventilatie-openingen bevatten.
30 De uitvinding betreft verder een gevel voorzien van een gevelopening, een kozijn dat zich in de gevelopening bevindt alsmede een behuizingsconstractie zoals hiervoor beschreven die zich bevindt tussen de bovenzijde van het kozijn en de onderste 4 begrenzing van de gevelopening. In het kozijn kan een paneel zoals een venster of een deur zijn voorzien.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
5 Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door de behuizingsconstructie volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een detail van de verbinding tussen een koppelstuk en de bovenwand van de behuizing.
Figuur 3 toont twee identieke koppelstukken ter vorming van een koppeling.
10 De in figuur 1 weergegeven behuizingsconstructie is in zijn geheel aangeduid met het verwijzingsteken 1. Aan de onderzijde is de behuizingsconstructie 1 aangesloten op de bovenkant 3 van een kozijn 2, aan de bovenzijde is de behuizingsconstructie 1 aangesloten op de onderste begrenzing 4 van de gevel 5. Zowel de behuizingsconstructie 1 als het kozijn 2 bevinden zich in de gevelopening 6. De 15 behuizingsconstructie 1 bezit een behuizing 16 met een bovenwand 7, een onderwand 8, een buitenwand 9 en een binnenwand 10.
In de behuizingsconstructie 1 is een rol 11 draaibaar opgehangen, die via een geschikte overbrenging is verbonden met de aandrijftap 12 waarop bijvoorbeeld een kruk kan worden aangesloten. Aan de rol 11 is het doek 13 bevestigd, dat aan de 20 onderzijde is voorzien van een sluitprofiel 14. In de weergegeven toestand is het doek 13 geheel opgerold op de rol 11, zodanig dat het sluitprofiel 14 de opening 15 in de onderwand 8 van de behuizingsconstructie 1 afsluit.
De behuizing 16 bestaat, naast de bovenwand 7, de onderwand 8, de voorwand 5, de achterwand 10, uit twee eindwanden 17 waarvan in Figuur 1 een te zien is. Volgens 25 de uitvinding maakt van de behuizingsconstructie 1 verder het koppelstuk 18 deel uit. Bij voorkeur zijn meerdere van deze koppelshikken 18 in de langsrichting van de behuizing 16 aangebracht, ter overbrugging van de afstand tussen de bovenzijde 3 van het kozijn 2, en de onderste begrenzing 4 en van de gevel 5. Daardoor wordt een stevige en stijve krachtdoorleiding verkregen tussen het kozijn 2 en de gevel 5. De 30 koppeling 18 bezit daartoe aan de onderzijde een voet 19, die is opgenomen in de ondersneden sleuf 20 van de onderwand 8. Ook aan de bovenzijde bezit de koppeling 18 een voet 19, die is opgenomen in de ondersneden sleuf 21 van de bovenwand 7, 5
In het aanzicht in perspectief van Figuur 3 zijn twee koppelstukken 22 weergegeven, die identiek zijn en die in de samengevoegde toestand de koppeling 18 zoals weergegeven in Figuur 1 vormen. Beide koppelstukken 22 bezitten de hierboven aangehaalde voet 19 die het ene uiteinde vormt van de kolom 23. Aan het 5 tegenoverliggende eind bezit de kolom 23 een lip 24, terwijl de kolom 23 verder een uitsparing 25 bezit. Door middel van deze lippen 24 en uitsparingen 25 kunnen de koppelstukken 22 aan elkaar geklikt worden door ze naar elkaar toe te bewegen in de richting van de in Figuur 3 weergegeven pijlen.
Van belang is echter dat de koppelstukken 22 aan elkaar worden vastgeklikt nadat 10 hun respectievelijke voeten 19 zijn gehaakt in de respectievelijke ondersneden sleuven 20 en 21. Zoals weergegeven in figuur 3 heeft elke voet 19 een enigszins langwerpige vorm, met een breedte die kleiner is dan de breedte van de ondersneden sleuven 20, 21. De betreffende voet 19 kan derhalve door de ondersneden sleuf 20 of 21 heen worden gestoken, en vervolgens worden vastgehaakt in de ondersnijding 26 waarvan de breedte 15 groter is dan die van de sleuf 20 of 21. De lengte van elke voet 19 is daarbij zodanig gekozen dat de uiteinden in 27 in langsrichting van de voet 19 aan komen te liggen tegen de tegenoverliggende randen van de ondersnijding 26. Daardoor wordt een aanslag gevormd voorbij welke het koppelstuk 22 niet verder kan worden verdraaid.
Bij voorkeur is een en ander zodanig bemeten dat de aanslag inwerking treedt 20 wanneer de koppelstukken over 90 graden zijn gedraaid rond hun langsas. In die verdraaide toestand zijn zij beide in hun ondersneden sleuf 20 of 21 vastgehaakt. Vervolgens kunnen zij naar elkaar toegeschoven worden, waarbij de hierboven beschreven klikverbindingen 24,25 zorgen voor het onderling verbinden van beide koppelstukken 22 tot een koppeling 18. In omgekeerde volgorde kan elke koppeling 18 25 aldus worden verwijderd, bijvoorbeeld om toegang te verkrijgen tot de rol 11 en het doek 13 bijvoorbeeld in verband met het vervangen daarvan.
Door de behuizing 16 strekt zich tevens nog een ventilatiedoorgang 28 uit, tussen de opening 29 in de voorwand 5 en de opening 30 in de achterwand 10. Daarbij is een klep 31 voorzien met een hefboom 32 en voor het afsluiten dan wel vrijgeven van de 3 0 ventilatiedoorgang 2 8.
In het perspectief van Figuur 2 is een onderaanzicht te zien van de bovenwand 7, met de ondersneden sleuf 21. Ook is te zien dat het koppelstuk 22 een hefboom 33 draagt, door middel waarvan de hierboven beschreven rotatie om de langsas van het 6 koppelstuk 22, in verband met het inhaken daarvan in de ondersneden sleuf 21, vergemakkelijkt kan worden.
1031803

Claims (23)

1. Behuizingsconstructie (1) voor een scherminrichting bestemd om ingebouwd te worden in een gevelopening (6) van een gebouw aangrenzend aan een zich in die 5 gevelopening (6) bevindend kozijn (2), omvattende een behuizing (16) met een bovenwand (7) bestemd om aan te sluiten op de bovenste begrenzing (4) van de gevelopening (6), een onderwand (8) bestemd om aan te sluiten op het kozijn (2), eindwanden (17) die zich bevinden aan de tegenoverliggende einden van de bovenwand (7) en de onderwand (8), een in de behuizing (16) opgehangen rol (11) alsmede een aan 10 de rol (11) bevestigd scherm (13) dat oprolbaar is op respectievelijk afrolbaar is van de rol (11), met het kenmerk dat tenminste een koppeling (18) is voorzien die zich op afstand bevindt tussen beide eindwanden (17) en die zich uitstrekt tussen de bovenwand (7) en de onderwand (8) voor het overbrengen van belastingen tussen het kozijn (2) en de gevel (5). 15
2. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 1, waarbij elke koppeling (18) losneembaar samenwerkt met de bovenwand (7) en de onderwand (8) van de behuizing (16).
3. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 2, waarbij elke koppeling (18) twee koppelstukken (22) omvat waarvan een koppelstuk (22) is verbonden met de bovenwand (7) en het andere kopplingsstuk (22) is verbonden met de onderwand (8), welke koppelstukken (22) onderling losneembaar zijn verbonden.
4. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 3, waarbij de koppelstukken (22) onderling zijn verbonden door een klikverbinding (24,25).
5. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 3 of 4, waarbij elke koppelstuk (22) een voet (19) heeft, en de bijbehorende wand (7, 8) aan de binnenzijde is voorzien 30 van een ondersneden sleuf (20,21) waarin de voet (19) van het bijbehorende koppelstuk (22) opneembaar is. 1031803
6. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 5, waarbij de voet (19) een langwerpige vorm heeft met een breedte die kleiner is dan de breedte van de sleuf (20, 21) en een lengte die groter is dan de breedte van de sleuf (20, 21), zodanig dat de voet (19) door verdraaien haakbaar is in de ondersneden sleuf (20,21). 5
7. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 6, waarbij de voet (19) in de in de ondersneden sleuf (20, 21) gedraaide toestand door een aanslag (26, 27) is begrensd in een uiterste verdraaide stand.
8. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 7, waarbij de aanslag (26, 27) is bepaald door tenminste een der uiteinden (27) in langsrichting van de voet (19) en de langsbegrenzing van de ondersnijding (26).
9. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 8, waarbij de draaizin van de voet 15 (19) van het ene koppelstuk (22) bij inhaken daarvan in de bijbehorende ondersneden sleuf (20,21) tegengesteld is aan de draaizin van de voet (19) van het andere koppelstuk bij het inhaken daarvan in de bijbehorende, andere ondersneden sleuf.
10. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 9, waarbij de koppelstukken (22) 20 in de door de bijbehorende aanslag (26,27) bepaalde uiterste verdraaide stand met elkaar koppelbaar zijn.
11. Behuizingsconstructie (1) volgens een der conclusies 3-10, waarbij de koppelstukken (22) elkaar in de richting van de ene wand (7) naar de andere wand (8) 25 gedeeltelijk overlappen.
12. Behuizingsconstructie (1) volgens conclusie 11, waarbij elk koppelstuk (22) aan zijn vrije eind dat is afgekeerd van het met de bijbehorende wand (7, 8) verbonden eind koppelbaar is met het andere koppelstuk (22). 30
13. Behuizingsconstructie (1) volgens een der conclusies 3-12, waarbij elk koppelstuk (22) is voorzien van een hefboom (33) voor het op dat koppelstuk (22) uitoefenen van een moment in verband met het verdraaien daarvan.
14. Behuizingsconstructie (1) volgens een der conclusies 3-13, waarbij de koppelstukken (22) identiek zijn.
15. Behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke koppeling (18) glasvezelversterkte kunststof omvat.
16. Behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bovenwand (7) en de onderwand (8) elk een profiel of samengestelde profielen 10 omvatten.
17. Behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de behuizing (16) een ventilatiedoorgang (28) is bepaald die zich uitstrekt tussen een ten opzichte van de gevelopening (6) naar buiten te keren buitenwand (9) en een 15 tegenoverliggende naar binnen te keren binnenwand (10), welke buitenwand (9) en de binnenwand (10) ventilatie-openingen (29, 30) bevatten.
18. Behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich in de ventilatiedoorgang (28) een sluitmiddel (31) bevindt voor het afsluiten 20 respectievelijk vrijgeven van de ventilatiedoorgang (28).
19. Behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij bedieningsmiddelen (12) zijn voorzien voor het oprollen respectievelijk afrollen van het scherm (13) met betrekking tot de rol (11). 25
20. Behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de onderwand (8) een doorgangsspleet (15) heeft voor het scherm (13), welke doorgangsspleet (15) zich bevindt in een onderwandgedeelte dat zich buiten een daar achterliggend, aan het kozijn (2) te bevestigen onderwandgedeelte bevindt. 30
21. Gevel (5), voorzien van een gevelopening (6), een kozijn (2) dat zich in de gevelopening (6) bevindt alsmede een behuizingsconstructie (1) volgens een der voorgaande conclusies, welke behuizingsconstructie (1) zich bevindt tussen de bovenzijde (3) van het kozijn (2) en de onderste begrenzing (4) van de gevelopening (6).
22. Gevel (5) volgens conclusie 21, waarbij het kozijn (2) is voorzien van een 5 venster.
23. Gevel (5) volgens conclusie 21, waarbij het kozijn (2) is voorzien van een deur. 0 3 1 80 3
NL1031803A 2006-05-11 2006-05-11 Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie. NL1031803C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031803A NL1031803C2 (nl) 2006-05-11 2006-05-11 Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031803 2006-05-11
NL1031803A NL1031803C2 (nl) 2006-05-11 2006-05-11 Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031803C2 true NL1031803C2 (nl) 2007-11-15

Family

ID=37607179

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031803A NL1031803C2 (nl) 2006-05-11 2006-05-11 Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1031803C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2770153A1 (en) 2013-02-21 2014-08-27 Renson Ventilation NV Housing structure for a screen device

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2715910A1 (de) * 1977-04-09 1978-10-19 Hans Udo Reichstadt Rolladen-kasten
FR2773584A1 (fr) * 1998-01-12 1999-07-16 Ecran System Caisson notamment pour volet roulant comprenant un couvercle apte a assurer une isolation

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2715910A1 (de) * 1977-04-09 1978-10-19 Hans Udo Reichstadt Rolladen-kasten
FR2773584A1 (fr) * 1998-01-12 1999-07-16 Ecran System Caisson notamment pour volet roulant comprenant un couvercle apte a assurer une isolation

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2770153A1 (en) 2013-02-21 2014-08-27 Renson Ventilation NV Housing structure for a screen device
EP3244000A1 (en) * 2013-02-21 2017-11-15 Renson Ventilation NV Housing structure for a screen device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1040593C2 (en) Shading device for an architectural opening and method for adjusting an end stop position of the shading device.
BE1023135B1 (nl) Scherminrichting
NL2008069C2 (nl) Zonwering.
DK3176355T3 (en) Shutter
EP2594720B2 (de) Mit unterschiedlichem Werkstoff abdeckbare Fenster- und Türrahmen aus thermoplastischem, schweissbarem Werkstoff
WO2001053648A1 (fr) Lames semi-rigides pour porte de manutention a rideau souple
US20110197513A1 (en) Louvre control system
US6655091B1 (en) Shutter assembly
NL1031803C2 (nl) Behuizingsconstructie alsmede gevel voorzien van een dergelijke behuizingsconstructie.
US9885209B2 (en) Light-control assembly
NL2001963C (nl) Inrichting voor het paarsgewijs koppelen van roteerbare assen van systemen voor raambekleding.
JP6865107B2 (ja) ルーバー及びカーテンウォールユニット
ES2395073B1 (es) Persiana enrollable y procedimiento para su fabricacion
EP0589115B1 (fr) Plafond
NL9100897A (nl) Ventilatierooster met scharnierbare regelklep.
NL1038040C2 (nl) Scherm- of rolluikinrichting.
BE1028224B1 (nl) Een overkapping
BE1022724B1 (nl) Scherminrichting
KR102113168B1 (ko) 승강줄과 틸팅줄이 양측에 구비된 베네시안 블라인드
JP6669555B2 (ja) 建具
FR2781249A1 (fr) Dispositif pour l'articulation de lames
CA2629658A1 (en) Toggle bar
KR102033497B1 (ko) 슬라이드 개폐식 지붕의 일체식 고정장치
WO2007028880A1 (fr) Butee de volet roulant, procede de mise en place de la butee, et volet roulant ainsi equipe
NL8502508A (nl) Gevelconstructie.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up