NL1031292C1 - Inrichting en werkwijze voor het faciliteren bij de oogst van gewassen. - Google Patents

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET FACILITEREN BIJ DE OOGST

VAN GEWASSEN.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 inrichting en een werkwijze voor het faciliteren bij de oogst van gewassen.

Het is bekend om gewassen, zoals champignons, te oogsten vanaf de ondergrond waarop zij worden opgekweekt middels bijvoorbeeld handmatig afsnijden of plukken daar-10 van. In geval van plukken dient vervolgens veelal nog een onderzijde met grond en/of wortels te worden verwijderd. Volgens de stand van de techniek is een handmatige verwerking van vele gewassen noodzakelijk om beschadigingen aan het product te voorkomen. Dergelijke beschadigingen ver-15 oorzaken een waardevermindering van het gewas. Bijvoorbeeld bij champignons ontstaan bruine vlekken aan het oppervlak wanneer het oppervlak is aangestoten of aangeduwd. Een dergelijk oogstproces is tijdrovend en arbeidsintensief en derhalve kostbaar.

20 Teneinde dit nadeel in belangrijke mate te vermin deren en het oogsten te versnellen verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting voor het faciliteren bij de oogst van gewassen die groeien op een bed, omvattende: - een voertuig dat is ingericht voor rijden ten 25 opzichte van de ondergrond, zoals ingericht voor rijden over randen van een houder van het bed, - een eerste transporteur die plaatsbaar is op het voertuig op zodanige wijze dat de eerste transporteur in hoofdzaak binnen handbereik van vrijwel alle gewassen op 30 het bed kan worden gebracht, - in de eerste transporteur gerangschikte gewasop-nameorganen die geschikt zijn voor eenvoudige handmatige plaatsing daarin van de gewassen, waarbij de transporteur dient voor het afvoeren van de gewassen vanaf een locatie 35 binnen handbereik van de oogstlocatie.

Een dergelijke inrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft als voordeel dat middels de eerste trans- 1031292- 2 porteur de gewassen op automatische wijze kunnen worden afgevoerd vanaf de pluklocatie. Doordat de eerste transporteur binnen handbereik van vrijwel alle gewassen op het bed kan worden gebracht, wordt het mogelijk de automati-5 sche afvoer te combineren met handmatig plukken of afsnijden van de gewassen. Doordat degene die het plukken of afsnijden uitvoert de gewassen binnen handbereik op de transporteur kan plaatsen, kan veel efficiënter worden geoogst .

10 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de eerste transporteur beweegbaar aangebracht op het voertuig zodanig dat het roteerbaar en/of lineair verplaatsbaar is ten opzichte van het voertuig. Door middel van deze verplaatsbaarheid wordt op 15 voordelige wijze bereikt dat de transporteur langs staanders van het bed kan worden geleid. Een voordeel hiervan is dat de inrichting kan worden toegepast bij een aantal boven elkaar geplaatste bedden. Een verder voordeel van deze beweegbare aanbrenging volgens de onderhavige uitvoe-20 ring is dat een koppeling aan een verdere transporteur die in het navolgende zal worden beschreven op enigszins variabele wijze kan worden gerealiseerd. Hierbij kunnen af-standsvariaties tussen een dergelijke verticale transporteur en het bed worden gecompenseerd.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de eerste transporteur ten minste één schuine zijde ten opzichte van de rijrichting van het voertuig. Een dergelijke schuine zijde verschaft op voordelige wijze de gewenste eigenschap voor het binnen handbereik brengen van vrijwel 30 alle gewassen op het bed. De verrijdbaarheid van het voertuig ten opzichte van het bed draagt hier verder aan bij.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een tweede transporteur voor het ten minste in neerwaartse en/of opwaartse richting transporteren van de 35 gewassen, waarbij de beide transporteurs zodanig ten opzichte van elkaar rangschikbaar zijn dat de gewassen mid dels een geleidelijke beweging overbrengbaar zijn tussen 3 de eerste en de tweede transporteur. Deze uitvoeringsvorm heeft bijvoorbeeld als voordeel dat de gewassen op automatische wijze en op gewasschonende wijze vanaf de eerste transporteur verder transporteerbaar zijn. Hierbij is geen 5 handmatige handeling nodig waardoor het oogstproces verder op efficiënte wijze kan worden uitgevoerd.

Voorts omvat de inrichting bij voorkeur een over-legeenheid voor het vanaf de eerste en/of de tweede transporteur overleggen van de gewassen in een houder en/of een 10 derde transporteur. Een voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat de gewassen op automatische wijze kunnen worden overgelegd zodat voor het deel van het oogstproces tussen het plaatsen in de eerste transporteur tot en met plaatsing in de houder, zoals een (transport-) 15 verpakking volledig kan worden uitgevoerd zonder menselijk handelen. Hierdoor worden in belangrijke mate arbeidskosten bij het oogstproces bespaard.

Bij voorkeur zijn de bewegingen van de transporteurs en de overlegeenheid onderling synchroniseerbaar 20 en/of onderbreekbaar. Deze aspecten zijn in het bijzonder voordelig voor het bieden van de mogelijkheid aan de plukkers en/of oogsters van een relatief eenvoudige plaatsingsmogelijkheid waarbij de transporteur kort stilhoudt of ten minste enigszins vertraagt. Hierdoor kan voorts een 25 arbeidsritme worden geboden aan de personen die de pluk en/of afsnijdhandeling uitvoeren. Voorts is het mogelijk een ritme aan te passen aan de arbeidsmogelijkheden van deze personen door een geschikte snelheid en/of cyclustijd te kiezen.

30 Bij voorkeur omvat de inrichting verwijdermiddelen voor het verwijderen van ongewenste delen van het gewas. Bij voorkeur omvatten dergelijke verwijdermiddelen af-snijdmiddelen. Bij het voorbeeld van paddestoelen zoals champignons kan bijvoorbeeld de onderzijde van de steel 35 worden afgesneden. Door dit afsnijden volgens de onderhavige uitvinding op machinale wijze uit te voeren, wordt voorts bereikt dat de afsnijding op regelmatige wijze 4 wordt uitgevoerd. Een voordeel hiervan is een uniforme steellengte die overblijft na het afsnijden aan de onderzijde van de hoed van de champignon. Een verder voordeel is dat het afsnijden zoveel mogelijk haaks op de steel-5 richting geschiedt waardoor een hoge kwaliteit van het gewas wordt ervaren door de afnemers van het gewas.

Bij voorkeur kan de koppeling tussen de eerste en tweede transporteur op verschillende hoogten langs een frame worden gerealiseerd. Hierdoor wordt het mogelijk de 10 transporteur in te zetten op kweekbedden die boven elkaar zijn getransporteerd met een tweede transporteur die een zodanige hoogte heeft dat door middel van een dergelijke tweede transporteur alle kweekbedden kunnen worden behandeld.

15 Ten behoeve van de overdracht van de gewassen tus sen verschillende transporteurs en/of houders, omvat de overlegeenheid een aantal zuigorganen voor het middels luchtdrukverschillen opnemen van gewassen. Er is proefondervindelijk vastgesteld dat een dergelijke wijze van het 20 opnemen van de gewassen gevolgschade aan de gewassen voorkomt gedurende de periode dat de gewassen op zichzelf geschikt zijn of worden ervaren voor consumptie.

Bij voorkeur omvat de inrichting voorts een draag-voertuig voor het dragen van ten minste de tweede trans-25 porteur. Door middel van een dergelijk draagvoertuig wordt het mogelijk de tweede transporteur langs de bedden te bewegen. Hiermee wordt het tevens mogelijk het voertuig van de eerste transporteur te bewegen. Bij voorkeur geschiedt dit met een zodanige snelheid dat er juist voldoende tijd 30 bestaat voor de personen die het afsnijden en/of plukken uitvoeren alle voor oogsten in aanmerking komende producten op de eerste transporteur te plaatsen gedurende de tijdsperiode dat de eerste transporteur binnen handbereik is van deze voor oogsten in aanmerking komende gewassen.

35 Hierdoor wordt het mogelijk op efficiënte wijze alle voor oogsten in aanmerking komende gewassen van een bed volgens de onderhavige uitvinding te oogsten.

5

Voor het overbrengen van de gewassen van transporteurs omvat de inrichting bij voorkeur middelen voor het actueren van de geleidelijke beweging naar een vooraf bepaalde transportafstand van de eerste of tweede transpor-5 teur. Door deze maatregel wordt het mogelijk een vaste hoeveelheid gewasopname-organen van een transporteur te verplaatsen ten opzichte van de volgende transporteur waardoor het op vooraf bepaalde wijze mogelijk wordt alle gewasopname-organen van een transporteur te legen. Door 10 dit aantal af te stemmen op een geschikte rangschikking van gewassen in de uiteindelijke houder en/of een lengte of breedtemaat van de houder, kan een efficiënte vulling van de uiteindelijke houder worden verkregen. Dit wordt verder bereikt door het inrichten van het overlegorgaan 15 voor het in een vooraf bepaalde rangschikking plaatsen van gewassen. Hierdoor kunnen de gewassen in naast elkaar gelegen reeksen in de houder worden gerangschikt door middel van een geschikte af te leggen baan door het overlegorgaan.

20 De aandrijving van de verschillende transporteurs kan op mechanische wijze zijn gekoppeld alsmede op een elektronisch regelbare wijze. Hierdoor kan de beweging van de verschillende onderdelen op onderling afgestemde wijze en met het oog op een zo efficiënt mogelijk hoofdproces 25 worden geoptimaliseerd.

Bij voorkeur omvat de inrichting voorts een aan-en/of afvoereenheid voor gewashouders en/of een stapeleen-heid voor gewashouders. Hierdoor wordt het mogelijk om in samenwerking met het overlegorgaan al dan niet op continue 30 wijze transporthouders te vullen met de gewassen.

Een verder aspect volgens de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het oogsten van gewassen onder gebruikmaking van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, omvattende stappen voor: 35 - het scheiden van ten minste een deel van een ge was van een bed, 6 - het in een eerste transporteur plaatsen van het afgescheiden deel van het gewas. Door middel van een dergelijke werkwijze worden voordelen bereikt zoals deze in het voorgaande zijn omschreven. De handenarbeid in een 5 dergelijke werkwijze kan zich beperken tot het afsnijden en/of plukken van een gewas en het plaatsen ervan in de eerste transporteur, meer specifiek in een gewasopname-orgaan van de eerste transporteur.

Bij voorkeur worden de gewassen op gewasschonende 10 wijze overgebracht van de eerste transporteur naar de tweede transporteur. Hierdoor zullen de gewassen niet op zichtbare wijze worden beschadigd waardoor gedurende de houdbaarheidsperiode van het product geen merktekenen als gevolg van de oogst zullen ontstaan of zichtbaar zullen 15 worden. Bij voorkeur omvat de werkwijze stappen voor het volgens een vooraf bepaald patroon onderbreken van de bewegingen van de transporteurs. Hierdoor wordt het voor de personen die de pluk- dan wel afsnijdhandelingen van het oogsten volgens de onderhavige uitvinding uitvoeren een-20 voudiger de gewassen te plaatsen in de gewasopname-organen van de eerste transporteur waardoor voorts beschadiging als in het voorgaande is aangeduid wordt voorkomen.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende worden be-25 schreven aan de hand van verschillende aanzichten van een uitvoeringsvorm onder verwijzing naar de aangehechte figuren, waarin: - Fig. 1 een aanzicht is in perspectief van een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; 30 - Fig. 2 een verder aanzicht is in perspectief van deze uitvoeringsvorm; - Fig. 3 een verder aanzicht is in perspectief van deze uitvoeringsvorm in een verdere gebruikspositie; - Fig. 4 een aanzicht is in perspectief van een 35 detail van Fig. 2; - Fig. 5 een aanzicht is in perspectief van een detail van Fig. 3; 7 - Figs. 6-8 verdere weergaven zijn in perspectief van details van de uitvoeringsvorm; - Figs. 9-10 verdere weergaven zijn in perspectief van de uitvoeringsvorm; 5 - Fig. 11 een verder aanzicht is in perspectief van een detail van Fig. 10; - Fig. 12 een doorsnede-aanzicht in zijaanzicht is van de uitvoeringsvorm; - Fig. 13 een bovenaanzicht is van de uitvoerings- 10 vorm; - Fig. 14 een aanzicht is in perspectief van een verder detail van de uitvoeringsvorm; - Fig. 15 een aanzicht is in perspectief van een verder detail van de uitvoeringsvorm; 15 - Fig. 16 een aanzicht is in perspectief van een verdere uitvoering van een detail van de uitvoeringsvorm; - Fig. 17 een aanzicht is in perspectief van een verdere uitvoering van een detail van de uitvoeringsvorm.

Een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavi- 20 ge uitvinding (Fig. 1) betreft een inrichting 1 voor het assisteren bij het oogsten van champignons. De inrichting omvat een aantal deelsystemen en is geschikt voor het oogsten van champignons die worden gekweekt in kweekbedden 14 die stapelbaar zijn gerangschikt in een kweekbeddenstel- 25 ling 22. De kweekbedden omvatten in de lengterichting daarvan randen waarover wielen 8 van de oogstassistentie-inrichting verrijdbaar zijn. Voorts omvat de kweekbeddenstelling 22 staanders 21 waaraan de kweekbedden 14 zijn bevestigd.

30 De inrichting 1 omvat een oogstassistentievoertuig 5 waarop een frame 2 op beweegbare wijze is aangebracht. Voorts omvat de inrichting 1 een verticale transporteur-eenheid 3 en een verrijdbaar gestel 4 voor montage van de verticale transporteur 3 daarop.

35 Het voertuig 5 is middels de wielen 8 in de rich tingen van de pijl B verrijdbaar over de randen 20 van het bed 14. Hierdoor kan met dit voertuig 5 de gehele lengte 8 van het bed worden bereikt. Met name het voertuig is in groter detail getoond in Fig. 2. Het voertuig omvat een gestel. Het gestel omvat twee overdwarse gestelbalken 6,7 die zich in hoofdzaak tussen de wielen 8 uitstrekken. De 5 beide gestelbalken 6 en 7 zijn onderling verbonden door middel van twee zich in de rijrichting van het voertuig uitstrekkende langsbalken 9, 11. Vanaf deze langsbalken 9, 11 strekken zich aan weerszijden van het voertuig schuin gerangschikte draagbalken 10 uit tot in hoofdzaak op ge-10 lijke breedte van de einden van de gestelbalken 6,7. De gestelbalken 6 en 7 zijn voorts verbonden met de schuine draagbalken 10.

Zoals behalve in Fig. 2 in groter detail is getoond in Fig. 14, bevindt zich op het voertuigframe 5 een 15 transporteurframe 2. Dit transporteurframe 2 is verschuifbaar en roteerbaar gerangschikt op het voertuigframe 5. Hierdoor is het transporteurframe 2 beweegbaar tussen een werkpositie zoals deze is getoond in Fig. 2 en in een rustpositie zoals deze bijvoorbeeld is getoond in Fig. 3. 20 Het belang van de rustpositie is dat de transporteur verplaatsbaar is over het bed tussen de staanders 21 door.

Voor het realiseren van de beweegbaarheid van het frame is deze middels een wagen 29 verbonden met het voertuigframe. Een centrale balk 18 van de wagen 29 is verbon-25 den met het voertuigframe door middel van een rotatie-as 16. Aan weerszijden van de centrale balk 18 van de wagen is elk een as met rollers 17 gerangschikt. Deze rollers 17 zijn vrij rolbaar in een hiertoe geschikt deel van de transporteurframe 2. Het transporteurframe 2 is derhalve 30 in de lengterichting in de richting van de pijl D (Fig. 3) verschuifbaar, terwijl deze eveneens om de rotatie-as 16 roteerbaar is in de richtingen van de pijl C.

Voor het verlichten van de bewegingen van het transporteurframe 2 over het voertuigframe 5 is het voer-35 tuigframe 5 aan de bovenzijde voorzien van stugge borstelharen 23. Hierdoor wordt tevens slijtage voorkomen van schuiven van metaal op metaal. Op alternatieve wijze kan 9 dit doel worden bereikt door middel van het bijvoorbeeld toepassen van kogelcontacten. Een verdere beproefde uitvoering omvat voor het roteren en dragen van het frame 2 een draaikrans waarbij het frame slechts nabij het midden 5 door de draaikrans wordt ondersteund.

De transporteur van het transportframe 2 omvat een ketting of band 13 waaraan een veelheid van champignonhou-ders 25 zijn bevestigd. In de transporteur van dit uitvoe-ringsvoorbeeld omvat elke zevende champignonhouder een nok 10 24 voor het actueren van de schuif 30 die in het navolgen de zal worden behandeld. Hierdoor worden telkens bijvoorbeeld zeven champignons overgebracht van de transporteur van het transporteurframe 2 naar de verticale transporteur 3.

15 Wanneer het transporteurframe 2 zich in de wer- kingstoestand bevindt (zoals getoond in Fig. 1,2), kunnen twee personen tegelijkertijd champignons oogsten met behulp van de inrichting. Een persoon bevindt zich naast de verticale transporteur 3 en de andere persoon bevindt zich 20 aan de overzijde van het bed.

De vrije ruimte tussen de balken 6,11 en 10A respectievelijk 7,9 en 10B dienen als plukruimte (Fig. 14). Deze vrije ruimte verschuift met het voertuig mee in de richting van de pijl B. Op deze wijze kan het gehele bed 25 worden bestreken aangezien de openingen die door deze balken worden begrensd vanaf de zijranden gezien ten minste reiken tot in hoofdzaak het midden van het bed.

Volgens de stand van de techniek dient een cham-pignonplukker de champignons af te leggen in houders aan 30 de buitenzijde van het bed. Deze bekende werkwijze heeft als nadeel dat de plukkers lange bewegingen met hun handen dienen te maken tijdens het plukken voor het telkens wegleggen van een of enkele champignons. Voorts vereist het wegleggen op deze wijze vaak een torsiebeweging in het bo-35 venlichaam van de plukker. Deze torsiebeweging is tijdrovend en belastend. Bij een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding behoeft een plukker slechts de champignon 10 van het bed te plukken en middels een korte handbeweging in één van de champignondragers 25 op de transporteur te plaatsen.

Teneinde deze handeling te vereenvoudigen, voor-5 ziet de onderhavige uitvinding erin dat de transporteur behalve middels een continue beweging tevens middels een onderbroken beweging kan worden aangedreven waardoor het mogelijk wordt dat de plukker gedurende de stilstand van de transporteur de champignon in de champignondrager kan 10 plaatsen.

De champignons worden bij voorkeur geplukt waarbij een steel met daaraan restanten van het substraat van het groeibed daaraan achterblijven. Het verwijderen daarvan door de plukker zou tijdverlies veroorzaken. Teneinde der-15 gelijk tijdverlies te ondervangen is een rotatiemes 55 aangebracht nabij een deel van de transporteur waar de gevulde champignondragers 25 in de richting van de pijl A naartoe bewegen voordat de champignons worden overgebracht naar de verticale transporteur. Door middel van dit mes 20 dat roteert in de richting van de pijl J kunnen de champignons op een vooraf bepaalde afstand ten opzichte van de kop worden afgesneden. Hierbij is van voordeel dat alle champignons even lang worden afgesneden en dat zij alle keurig recht worden afgesneden, hetgeen bij handmatig af-25 snijden volgens de stand van de techniek veelal niet wordt bereikt. Voorts vertraagt een handmatige afsnijdhandeling het plukken en bestaat het risico van verwonding door middel van het mes. Dergelijke nadelen worden door toepassing van een inrichting en werkwijze volgens de onderhavige 30 uitvinding eveneens ondervangen.

De pluktransporteur beweegt in de richting van de pijl A. De beide plukkers vullen samen de champignondragers 25. De omloopsnelheid van de transporteur is derhalve bij voorkeur zodanig ingesteld dat beiden ongeveer de 35 helft van de gewasdragers kunnen vullen. De champignons worden vanaf de gewasdragers in de transporteur overgebracht naar de verticale transporteur 3. De hierdoor ge- 11 leegde gewasdragers bewegen zich in de richting van de pijl A op onderbroken wijze. De plukker die zich naast de verticale transporteur 3 bevindt, krijgt derhalve eerst de gelegenheid een deel van de dragers te vullen met champig-5 nons waarna aan de overzijde van de transporteur de andere plukker deze gelegenheid krijgt. Doordat de horizontale pluktransporteur telkens voor het overbrengen van champignons naar de verticale transporteurs dient te stoppen, kan deze stoptijd door de plukkers worden gebruikt voor het 10 plaatsen van zojuist geplukte champignons in de gewasdragers. Hierdoor treedt er ten behoeve van het plaatsen van de champignons in de champignondragers geen transportver-traging op.

De verticale transporteur 3 dient voor het in ver-15 ticale richting transporteren van uit de eerste transporteur overgebrachte champignons. Hiertoe is de verticale transporteur voorzien van aan een ketting of band 27 bevestigde draagelementen 31 die elk zijn voorzien van een aantal, in dit voorbeeld 7, door uitsteeksels 32 gevormde 20 champignonhoudsleuven. Deze ketting met draagelementen is aangebracht op tandwielen 48 die zijn aangebracht op een as 40 van het langgerekte frame 46,47. Aan de onderzijde van dit langgerekte frame bevindt zich een motoraandrij-ving ten behoeve van het aandrijven van de kettingen.

25 Voorts bevindt zich binnen het langgerekte frame 46,47 een tweede paar kettingen 26 die zijn geleid over de tandwielen 48. Deze buitenste kettingen 26 dienen voor het aandrijven van de horizontale transporteur en andere aangedreven elementen in het transporteurframe 2 zoals het 30 mes en de schuif. Op alternatieve wijze kunnen de verschillende bewegende onderdelen in het voorbeeld volgens de onderhavige uitvinding apart of per groep worden aangedreven door middel van een motor. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt de ketting 26 vervangen door bijvoor-35 beeld een op of in het transporteurframe 2 gerangschikte motor of motoren.

12

Voor het overbrengen worden de openingen van de draagelementen 31 van de verticale transporteur op gelijke hoogte gebracht met de gewasdragers 25 van de horizontale transporteur en worden beide tot stilstand gebracht. Ver-5 volgens worden de champignons door middel van een schuif 30 (Fig. 7,8) die wordt aangedreven in de richting van de pijl H (Fig. 6) door middel van stangen 33 verschoven vanuit hun positie in de horizontale transporteur naar de nieuwe positie in de draagelementen 31 van de verticale 10 transporteur. De schuif 30 wordt in deze uitvoering aangedreven door energie afkomstig van de ketting 27 die is overgebracht via het opklapbare tandwiel 39 via een mechanische koppeling die synchroon met de bewegingen van de transporteurs de schuifbeweging actueert. In een alterna-15 tieve beproefde uitvoering kan een aparte elektromotor in het frame 2 worden aangebracht.

Het op de juiste positie laten stilhouden van de beide transporteurs kan op mechanische en elektronische wijze worden geëffectueerd. In deze uitvoeringsvorm is de 20 aandrijving op mechanische wijze aan elkaar gekoppeld door middel van de synchroon aan elkaar verlopende kettingparen 26,27.

De verticale koppeling van de beide transporteurs geschiedt door middel van een instelbaar koppelframe 45 25 dat langs het verticale frame 46,47 van de verticale transporteur verplaatsbaar is in de richtingen van de pijl F.

Dit koppelframe 45 dient voor de bevestiging van het frame 2 van de horizontale transporteur aan de verti-30 cale transporteur (Fig.4,5). Een bovenplaat 15 van het frame 2 is voorzien van aangrijpopeningen 54 waaraan aan-grijpmiddelen die worden geactueerd middels een handvat 53 van het frame 45 aangrijpen. In Fig.4 is de gekoppelde toestand getoond. Voor het aandrijven van de transporteur, 35 het mes en de schuif is er voorts voorzien in een mechanische koppeling tussen de kettingen 26 die zich bevinden in de verticale transporteur en de horizontale transporteur.

13

Een tandwiel 39, gerangschikt in een frame 37 omvattende zijwanden 51,52, dat op scharnierbare wijze is verbonden met de as 38, is eveneens op aandrijfbare wijze gekoppeld aan de kettingen 26.

5 Nadat de koppeling tussen het frame 45 en het fra me 2 op de in het voorgaande beschreven wijze tot stand is gebracht, wordt het tandwiel 39 in aangrijping aan tandwiel 36 neergeklapt door de opening 35 van de boven plaat 15 van het transporteurframe 2 voor aangrijping in een 10 zich daaronder bevindend tandwiel die mechanisch is verbonden met de transporteur, de schuif en/of het mes. Een dergelijke mechanische koppeling heeft als voordeel dat de aandrijving en de snelheid van alle onderdelen op mechanische wijze kunnen worden gesynchroniseerd.

15 Naast deze aandrijving middels mechanische koppe lingen is het evenzeer mogelijk de verschillende onderdelen apart aan te drijven middels bijvoorbeeld afzonderlijke elektromotoren, hetgeen de vakman binnen het begrip van de onderhavige uitvinding zal kunnen implementeren. Het op 20 de juiste hoogte stilhouden van de draagelementen 31 van de verticale transporteur wordt gerealiseerd door middel van de in het vertikaal verschuifbare frame gerangschikte actuatoren en/of sensoren.

Aan de onderzijde van de verticale transporteur is 25 een overlegeenheid gerangschikt voor het overbrengen van de champignons van de draagelementen 31 naar kratten 70. Bij voorkeur geschiedt het oppakken van de champignons uit de draagelementen 31 terwijl deze stilstaan, hetgeen bij voorkeur wordt uitgevoerd op dezelfde stilstandmomenten 30 als voor het plaatsen van de champignons in de eerste transporteur en het overbrengen van de champignons van de eerste naar de tweede transporteur. Het overlegorgaan is in detail getoond in Fig. 11 en in zijaanzicht in Fig. 12.

De overlegeenheid omvat een arm 42 waaraan een 35 overdwarse draagarm omvattende een aantal rubberen zuignappen 41 is bevestigd. De arm 42 en de draagarm 40 zijn bij voorkeur hol uitgevoerd zodat hierdoor lucht kan wor- 14 den afgezogen of aangeblazen voor het verschaffen van een aanzuig- en/of wegblaasdruk voor het opnemen en loslaten van de champignons. Het is overigens evenzeer mogelijk elke zuignap afzonderlijk te voorzien van een toevoerlucht-5 slang. Voor het verkrijgen van de onderdruk dan wel overdruk in de zuignap is voorzien in een alternerende lucht-drukregelaar die op afwisselende wijze gebruik maakt van aanzuig- dan wel uitblaaslucht van een luchtpomp.

Proefondervindelijk is bepaald dat het oppervlak 10 van de kwetsbare champignons door het op deze wijze oppakken daarvan zodanig voorzichtig kan worden uitgevoerd dat gedurende de versheidsperiode daarvan geen zichtbare schade wordt veroorzaakt. De arm wordt middels een geschikte aandrijving daarvan zodanig bewogen dat deze de champig-15 nons in een draagelement 31 van de verticale transporteur vanaf de bovenzijde kan benaderen en uitnemen en vervolgens via een praktische curve in in hoofdzaak de richtingen van de pijl E neerwaarts kan bewegen in de houder.

Hierbij wordt de neerwaartse beweging zodanig 20 aangestuurd dat een eerste rij champignons langs de wand van de houder wordt geplaatst en een tweede rij champignons tegen de eerste rij en zo verder totdat een laag in de houder is neergelegd. Op alternatieve wijze kan de armbeweging bij deze cycli gelijk blijven en de houder of 25 krat in rijbreedte worden verschoven in de tijdsperiode dat een volgende rij champignons door middel van de over-legarm wordt opgehaald.

Het geheel van de transporteurs en het overlegorgaan dient langs een bed of een stelling van bedden te 30 worden bewogen teneinde langs de gehele lengte van de bedden te kunnen oogsten. Hiertoe is het genoemde geheel geplaatst op een verrijdbaar gestel 4. Dit gestel 4 omvat een in hoogte instelbaar onderstel 60 voor een hoogte-instelling langs de pijl G. Voorts omvat het gestel een 35 aandrijfkast 66 voor het herbergen van de aandrijfmotor, de luchtzuigmotor en verdere aansturingselementen voor de 15 inrichting zoals bijvoorbeeld een elektronische aansturing en een bedieningspaneel.

In een praktische uitvoering is het verrijdbare gestel 4 voorts voorzien van een in hoogte instelbaar 5 platform (niet getoond) voor het dragen van de plukker aan de betreffende zijde van het bed. Voor de plukker aan de andere zijde van het bed kan worden voorzien in ondersteuningsmogelijkheden volgens de stand van de techniek.

Voor het aanvoeren van lege kratten, het afvoeren 10 van volle kratten en het bewegen van kratten die worden gevuld, is er voorzien in een aantal transporteurs 61,64 die zijn gerangschikt aan een frame 64 van het onderstel 4. Naar behoefte kan een stapeleenheid voor het stapelen van kratten worden toegepast teneinde het proces verder te 15 automatiseren.

In figuur 16 is een verder voorbeeld getoond van een champignondrager 25 voor gebruik op de horizontale transporteur. Op de draagarmen 73,74 bevinden zich resp. verhogingen 75,76 waarop de onderzijde van een hoed van 20 een champignon kan steunen. Het nut van deze verhogingen is daarin gelegen dat het afschuiven van de champignons vanaf de horizontale transporteur naar de verticale transporteur kan geschieden door duwen tegen de steel in plaats van tegen de hoed. Hierdoor wordt de kans op beschadigen 25 van de waardevolle hoed verder verminderd.

In figuur 17 is een bij de champignondrager van figuur 16 passende schuif 30 getoond met bijbehorende champignondragers. De schuif 30 is in deze uitvoering voorzien van omgebogen duworganen 70 die een horizontaal 30 deel 72 omvatten die tijdens het schuiven van de champignons onder de hoed worden geleid en vervolgens tegen de steel duwen. Hierdoor wordt voorkomen dat de schuif 30 n deze uitvoering tegen de hoed van de champignon of eventuele andere te plukken gewassen aan duwt waardoor zelfs 35 hierdoor te veroorzaken irritatie aan de hoed die kan leiden tot verkleuringen tijdens de bruikbare periode van de champignon wordt voorkomen.

16

Verschillende aspecten van een voorkeursuitvoeringsvorm die de onderhavige uitvinding kan belichamen, zijn in het voorgaande beschreven aan de hand van verwijzingen naar de figuren. Binnen het begrip van de aange-5 hechte conclusies en deze tekst kan de vakman vele van deze aspecten modificeren binnen de reikwijdte van de uitvinding. De gevraagde rechten worden bepaald door de aangehechte conclusies.

1031292-

Claims (23)

1. Inrichting voor het faciliteren bij de oogst 5 van gewassen die groeien op een bed, omvattende: - een voertuig dat is ingericht voor rijden ten opzichte van de ondergrond, zoals ingericht voor rijden over randen van een houder van het bed, - een eerste transporteur die plaatsbaar is op het 10 voertuig op zodanige wijze dat de eerste transporteur in hoofdzaak binnen handbereik van vrijwel alle gewassen op het bed kan worden gebracht, - in de eerste transporteur gerangschikte gewasop-nameorganen die geschikt zijn voor eenvoudige handmatige 15 plaatsing daarin van de gewassen, waarbij de transporteur dient voor het afvoeren van de gewassen vanaf een locatie binnen handbereik van de oogstlocatie.

2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij de eer-20 ste transporteur beweegbaar is aangebracht op het voertuig zodanig dat het roteerbaar en/of lineair verplaatsbaar is ten opzichte van het voertuig.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij de 25 eerste transporteur ten minste een schuine zijde omvat ten opzichte van de rijrichting van het voertuig.

4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een tweede transporteur voor het 30 ten minste in neerwaartse en/of opwaartse richting transporteren van de gewassen, waarbij de beide transporteurs zodanig ten opzichte van elkaar rangschikbaar zijn dat de gewassen middels een geleidelijke beweging overbrengbaar zijn tussen de eerste en de tweede transporteur. 35

5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een overlegeenheid voor het vanaf 1031292- de eerste en/of de tweede transporteur overleggen van de gewassen in een houder en/of een derde transporteur.

6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaan-5 de conclusies waarbij de bewegingen van de transporteurs en de overlegeenheid onderling synchroniseerbaar zijn.

7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende aandrijfmiddelen voor het onder- 10 broken aandrijven van de transporteurs.

8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende verwijdermiddelen voor het verwijderen van ongewenste delen van het gewas. 15

9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de koppeling tussen de eerste en de tweede transporteur op verschillende hoogten langs een frame kan worden gerealiseerd. 20

10. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 5-10 waarbij de overlegeenheid een aantal zuigorganen omvat voor het middels luchtdrukverschillen opnemen van de gewassen. 25

11. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende een draagvoertuig voor het dragen van ten minste de tweede transporteur.

12. Inrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies omvattende middelen voor het actueren van de geleidelijke beweging na een vooraf bepaalde trans-portafstand van de eerste of tweede transporteur.

13. Inrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies waarbij het overlegorgaan is ingericht voor het in een vooraf bepaalde rangschikking plaatsen van de gewassen.

14. Inrichting volgens een of meer van de voor- 5 gaande conclusies waarbij de aandrijving van de eerste en de tweede transporteur middels een aandrijving worden aangedreven en mechanisch zijn gekoppeld welke mechanische koppeling een opklapbare overbrenging in het koppelingsor-gaan tussen de eerste en tweede transporteur omvat. 10

15. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de aandrijving van de beweegbare delen op elektronische wijze regelbaar is.

16. Inrichting volgens een of meer van de voor gaande conclusies omvattende een aan- en afvoereenheid voor gewashouders en/of een stapeleenheid voor gewashouders.

17. Werkwijze voor het oogsten van gewassen onder gebruikmaking van een inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, omvattende stappen voor: - het scheiden van ten minste een deel van een gewas van een bed, 25. het in een eerste transporteur plaatsen van het afgescheiden deel van het gewas.

18. Werkwijze volgens conclusie 17 omvattende stappen voor het vanaf de eerste transporteur op een ge- 30 wasschonende wijze overbrengen van het gewas naar een tweede transporteur.

19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18 omvattende stappen voor het volgens een vooraf bepaald patroon on- 35 derbreken van de bewegingen van de transporteurs.

20. Werkwijze volgens conclusie 17, 18 of 19 omvattende stappen voor het middels verwijdermiddelen verwijderen van ten minste een ongewenste deel van het gewas.

21. Werkwijze volgens een of meer van de conclu sies 17-20, omvattende stappen voor het afwisselend aanzuigen en uitblazen van lucht voor het middels zuigorganen overbrengen van de gewassen naar de houdér.

22. Werkwijze volgens een of meer van de conclu sies 17-21 omvattende stappen voor het ten behoeve van het overbrengen van gewassen gedurende een bepaalde periode tegenover elkaar gerangschikt houden van draagelementen van de eerste en de tweede transporteur. 15

23. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 17-22 waarbij gebruik wordt gemaakt van een inrichting volgens een of meer van de conclusies 1-16. f031292