NL1030893C2 - Schakelaar met slagbeperking voor een elektrisch handgereedschap. - Google Patents

Description

·. «.5 :·„

Schakelaar met slagbeperking voor een elektrisch handgereedschap

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schakelaar voor elektrisch 5 handgereedschap.

Veelal is de elektromotor van dergelijk elektrisch handgereedschap ingericht om in twee richting te kunnen roteren. Hiertoe is de schakelaar van een ompoolschakelaar voorzien. De bij dit soort gereedschap toegepaste wisselstroom-seriemotoren hebben in het 10 algemeen een voorkeursrotatierichting, die bijvoorbeeld door de positie van de borstelbrug is bepaald. Een dergelijke motor kan wel in de andere, niet de voorkeur hebbende richting draaien, maar bij hoge toerentallen in deze richting zal de motor niet optimaal werken. Dit leidt onder meer tot overmatig vonken, extra slijtage en radiostoring.

15

Om deze problemen te vermijden is een schakelaar voor een elektrisch handgereedschap bekend, welke is voorzien van een schakelaarhuis, een zich door een wand van het schakelaarhuis heen en hoofdzakelijk loodrecht daarop uitstrekkend, langwerpig en in zijn lengterichting beweegbaar bedieningselement, waarbij aan het einde van het 20 bedieningselement een bedieningsknop is aangebracht, waarbij het aan een in het elektrische handgereedschap opgenomen elektromotor toegevoerde vermogen wordt bepaald door de positie van het bedieningselement in het schakelaarhuis en een slagbeperkingselement dat beweegbaar is tussen een neutrale positie waarin het slagbeperkingselement zich buiten het traject van de bedieningsknop uitstrekt en een 25 blokkerende positie waarin het slagbeperkingselement zich binnen het traject van de bedieningsknop uitstrekt, waarbij het slagbeperkingselement is ingericht voor het in zijn blokkeringspositie blokkeren van een deel van de slag van het bedieningselement.

Tevens zijn elektrische gereedschappen bekend waarbij de schakelaar van een 30 slagbeperking is voorzien als een uitbreiding van de besturings· of regelfunctie. Hiermede is het bijvoorbeeld mogelijk te voorkomen dat een boormachine met een groter toerental roteert dan een maximaal toerental, bijvoorbeeld omdat een met het elektrische gereedschap verbonden werktuig, zoals een boor niet geschikt is voor 1030893* « β» 2 dergelijk hoge toerentallen of omdat het werkstuk niet geschikt is voor dergelijke hoge toerentallen.

In beide situaties is er sprake van een slagbeperkingselement dat is ingericht voor het in 5 zijn blokkeringspositie blokkeren van tenminste een deel van de slag van het bedieningselement.

Bij tot de stand van de techniek behorende schakelaars bevindt een dergelijk slagbeperkingselement zich op een tamelijk grote afstand van het langwerpige 10 bedieningselement. Dit is immers constructief het eenvoudigste. Zo zijn ompoolschakelaars veelal bovenop het huis van de schakelaar geplaatst. Het slagbeperkingselement bevindt zich dan ook in de nabijheid van de ompoolschakelaar, dan wil zeggen op een geruime afstand van het bedieningselement. Wanneer het slagbeperkingselement in zijn blokkeringspositie is geplaatst en de bedieningsknop zo 15 ver mogelijk wordt ingedrukt, zal de bedieningsknop tegen de blokkering van het slagbeperkingselement lopen. Bij het verder uitoefenen van een drukkracht op de extremiteiten het slagbeperkingselement, zal de knop scheef gaan staan, omdat het drukpunt op afstand is gelegen van het slagbeperkingselement. Als gevolg van deze scheefstand zal het bedieningselement toch verder worden ingedrukt dan bij een rechte 20 positie van de bedieningsknop. Hierdoor zal de schakelaar een groter vermogen afgeven aan de elektromotor dan dat bedoeld is door het plaatsen van het blokkeringselement.

Ook bij een slagbeperkingselemement als uitbreiding van de regelfunctie kan scheefstand van de bedieningsknop ontstaan, niet zozeer doordat het 25 blokkeringselement ver van het bedieningselement is geplaatst, maar omdat het blokkeringelement slechts aan één zijde van het bedieningselement is geplaatst. In het bijzonder wanneer de blokkering is ingesteld in de nabijheid van positie van het bedieningselement waarbij de bypass-schakeling wordt gesloten, bestaat het gevaar dat deze bypass-schakelaar wordt gesloten en het volle vermogen aan de elektromotor 30 wordt toegevoerd. Dit doet het effect van het slagblokkeringselement teniet. Het doel van de onderhavige uitvinding is het vermijden van bovengenoemde problemen.

Dit doel wordt bereikt doordat de blokkerende positie van het slagbeperkingselement is gekozen voor het voorkomen van scheefstand van de bedieningsknop bij het uitoefenen van een kracht op de extremiteiten van de bedieningsknop. Anders gesteld, voorziet de 1030893* < '· 3 uitvinding in middelen voor het handhaven van een rechte positie van de knop wanneer deze een slagblokkeringselement raakt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, welke in het bijzonder toepasbaar is voor een 5 van de draairichting afhankelijke slagbegrenzing, welke immers gekoppeld is met een ompoolschakelaar, verschaft de onderhavige uitvinding de maatregel dat het slagbeperkingselement zich in zijn blokkerende positie in de nabijheid van het bedieningselement bevindt. Als gevolg van deze nabijheid zal het uitoefenen van een druk op de bedieningsknop niet meer kunnen leiden tot een scheefstand van de 10 bedieningsknop en een positie van het bedieningselement die niet overeenkomt met de positie van het slagbeperkingselement.

Bij het indrukken van de bedieningsknop met het slagbeperkingselement in zijn blokkeringspositie, wordt de door de vingers op de bedieningsknop uitgeoefende kracht 1S overgedragen naar het slagbeperkingselement. Om beschadiging van het slagbeperkingselement te voorkomen heeft het voorkeur dat het slagbeperkingselement is ingericht om in zijn blokkerende positie in contact te zijn met de wand van het schakelaarhuis, waar het bedieningselement zich doorheen uitstrekt.

20 Om de positie van het slagbeperkingselement in zijn blokkerende positie aan de zijde van de bedieningsknop te fixeren is het aantrekkelijk wanneer de wand van het schakelaarhuis van een inkeping is voorzien tér fixatie van het slagbeperkingselement in zijn blokkerende positie.

25 Het is constructief aantrekkelijk wanneer het slagbeperkingselement door middel aan een zich loodrecht op de bewegingsrichting van het slagbeperkingselement uitstrekkend verbindingselement met een bedieningselement is verbonden.

Zoals hierboven reeds is toegelicht, wordt het bedieningselement door een met een 3Q bedieningsmechanisme verbonden hefboom van een in aansluiting met het schakelaarhuis geplaatste ompoolschakelaar gevormd, waarbij in een eerste positie van de hefboom het slagbeperkingselement zich in zijn vrijloop- of neutrale positie bevindt en waarbij in een tweede positie van de hefboom het slagbeperkingselement zich in zijn blokkeringspositie bevindt. Deze maatregelen zijn van toepassing voor de situatie 1030893* « *.

4 waarin de slagbeperking wordt toegepast voor het implementeren van een linksloopbegrenzing.

Een ander toepassingsgebied van de maatregelen volgens de uitvinding ligt bij het S gebruiken van een met de hand bedienbare toerentalbegrenzing. Volgens een desbetreffende voorkeursuitvoeringsvorm omvat het slagbeperkingselement een instelbaar begrenzingselement en dat het slagbeperkingselement uit twee delen bestaat die aan weerszijden van het bedieningselement zijn gepositioneerd.

10 Er ontstaat een aantrekkelijke constructie wanneer het begrenzingselement een zich vanuit de knop in de richting naar het schakelaarhuis uitstrekkende anker omvat dat is ingericht voor het begrenzen van de slag van de bedieningsknop waarbij de mate van uitstrekking van het anker bestuurbaar is door een in de knop opgenomen stelwiel.

15 Een dergelijke toerentalbegrenzing is vaak wel voorzien van een instelmogelijkheid, waardoor een bedieningsknop in een gekozen positie kan worden gefixeerd opdat het elektrische gereedschap blijft werken, ook wanneer de gebruiker niet met zijn vinger tegen de bedieningsknop indrukt. Voor dergelijk schakelaars is het voordelig wanneer de stang van een aangrijpelement is voorzien voor het aangrijpen van een vast ten 20 opzicht van het schakelaarhuis geplaatst element en wanneer het aangrijpelement is ingericht om gelost te worden van het vaste element bij het indrukken van de knop.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 25

Figuur 1: een perspectivisch schematisch aanzicht van een schakelaar volgens de stand van de techniek;

Figuur 2: een zijaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde schakelaar, ter illustratie van het nadeel van een dergelijke schakelaar; 30 Figuur 3: een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van een schakelaar volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 4: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een schakelaar volgens de uitvinding; 1030893 '

Cr 'J

5

Figuur 5: een schematisch bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; en

Figuur 6: een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

5

De uitvinding betreft een schakelaar voor elektrisch handgereedschap. Een dergelijke schakelaar is opgenomen in een hoofdzakelijk rechthoekige behuizing 1 zoals is afgebeeld in figuur 1. De schakelaar is bedienbaar door middel van een bedieningsknop 2, die door middel van een bedieningselement 3 in de vorm van een in zijn 10 lengterichting beweegbare as met de behuizing is gekoppeld en waarbij de as zich door een wand 4 van de behuizing heen uitstrekt tot in het inwendige van de behuizing, en waarbij de positie van de as het aan de elektromotor van het elektrische handgereedschap toegevoerde vermogen bestuurt.

15 Voor het begrenzen van de slag van de bedieningsknop 2 is in het traject van de bedieningsknop 2 een slagbeperkingselement 3 aangebracht. De functie van het slagbeperkingselement 5 is het beperken van de slag van de bedieningsknop 2 en het hiermee gekoppelde bedieningselement 3 om daarmee het aan de elektromotor toegevoerde vermogen te beperken.

20

Bij de plaatsing van het slagbeperkingselement 5 op de plaats zoals in figuur 1 is weergegeven, bestaat het gevaar dat de bedieningsknop 2 scheef zal gaan staan bij het uitoefenen van een grote druk op de bedieningsknop 2. Een dergelijke situatie is weergegeven in figuur 2. Om de met deze scheefstand van de bedieningsknop 2 25 verband houdende problemen zoals een te groot aan de elektromotor toegevoerd vermogen, te vermijden, stelt de uitvinding voor het slagblokkeringselement 5 dicht bij het bedieningselement 3 te plaatsen.

Een dergelijke plaatsing is schematisch weergegeven in figuur 3. Onder de term ‘dicht 30 bij’ wordt een positie verstaan waarbij het slagbeperkingselement 3 aansluitend op het bedieningselement 3 is geplaatst, maar tevens een positie waarbij de afstand tussen beide elementen 3,5 kleiner is dan de afmetingen van het kleinste van de twee elementen 3,5 of kleiner is dan de gemiddelde afmetingen van de elementen in de 1030893' Λ · 6 richting van het vlak 4. Bij het uitoefenen van een kracht op het bedieningselement 2 zal dan geen scheefstand of schranken van de bedieningsknop 2 meer optreden.

Figuur 4 toont een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een dergelijke configuratie.

5 Alle aan de hand van het hierboven uitvoeringsvorm toegelichte onderdelen zijn duidelijk zichtbaar in figuur, zij het dat zij in deze implementatie veelal anders gevormd zijn. Bovendien is boven op het schakelaarhuis 1 een niet in de tekening weergegeven ompoolschakelaar 6 aangebracht, die bedienbaar is door middel van een bedieningshefboom 7. De bedieningshefboom 7 strekt zich hoofdzakelijk parallel aan de 10 as 3 uit. De ompoolschakelaar 6 is bedienbaar door het roteren van de bedieningshefboom 7 om een zich parallel aan de wand 4 uitstrekkende as over een beperkte hoek. De bedieningshefboom 7 kan aldus twee posities innemen, namelijk een eerste positie waarin de bedieningshefboom 7 zich schuin naar een eerste zijde uitstrekt en een tweede positie waarin de bedieningshefboom 7 zich schuin naar een tweede zijde 15 uitstrekt en welke is weergegeven in figuur 4.

Aan de onderzijde van de bedieningshefboom 7 is een zich naar beneden uitstrekkende pen 8 bevestigd. Aan de onderzijde van de pen 8 is een balk 9 bevestigd welke fungeert als slagbeperkingselement. Bij de in figuur 4 weergegeven positie van de 20 bedieningshefboom 7 bevindt het slagbeperkingselement 8 zich in de blokkerende positie, waarin het de slag van de bedieningsknop 2 en het daarmee verbonden bedieningselement 3 beperkt. De slag van de bedieningsknop 2 is immers beperkt tot dé waarde A, omdat na het afleggen dan dit traject de wand 10 van de bedieningsknop 2 in contact komt met de balk 9, waardoor een verdere beweging wordt verhinderd. In de 25 andere positie van de bedieningshefboom 7 en hiermede van de balk 9 treedt deze beperking niet op omdat de balk 9 zich dan in een andere positie bevindt en de balk een verdere beweging van het bedieningselement 2 niet hindert en deze zich binnen een kanaal in het bedieningselement 2 uitstrekt.

30 Hierbij wordt erop gewezen dat de balk 9 aan de zijde van de knop 2 bij de in de figuur 4 weergegeven positie beweegbaar is binnen een in de knop 2 aangebracht stootvlak 10. Anders gesteld maakt de aanwezigheid van het tussen ribben gelegen stootvlak 10 het mogelijk dat de knop 2 beweegbaar is ten opzicht van de balk 9. Het stootvlak 10 dient 1030893' J 't 7 hierbij eveneens voor het opsluiten van het betreffende einde van de balk zodat deze aan zijn einde van knop niet zijdelings weg kan bewegen.

In figuur 5 is schematisch een bovenaanzicht afgebeeld van een tweede uitvoeringsvorm van de maatregelen volgens de uitvinding waarbij een niet door de 5 draairichting bepaalde toerenbegrenzing wordt gebruikt, maar een door de gebruiker zelf instelbare toerenbegrenzing. Hierbij is wederom.sprake van een schakelaarhuis 1, waaruit een bedieningselement in de vorm van een as 3 steekt. Deze as 3 is verbonden met de bedieningsknop 2. Aan de bedieningsknop 3 is een anker 15 bevestigd, waarbij de afstand tussen het anker 15 en de knop 3 veranderbaar is door middel van een 10 draaiknop 16, die verbonden is middels schroefdraad). Met de aldus beschreven constructie is het mogelijk de onderlinge positie tussen de knop 3 en het anker 15 aan te passen door draaien aan de draaiknop 16. Overigens kan ook door middel van andere constructies dit effect worden verkregen.

15 Het anker 15 is, in overeenstemming met de maatregelen volgens de uitvinding voorzien van twee uitsteeksels 18,19, die beide bij het voldoende ver indrukken van de knop 2 tot in contact komen met dé wand 4 van het schakelaarhuis 1. In tegenstelling tot de stand van de techniek, waarbij het anker 15 slechts van een enkel uitsteeksel is voorzien, voorziet de uitvinding in twee uitsteeksels 18,19 die een scheefstand van de 20 knop 2, en hiermede een onjuiste positie en een niet met het ingestelde maximum overeenkomende vermogen vermijdt.

De hierboven beschreven constructie kan worden toegepast voor het instellen van een maximaal door de schakelaar afgeleverd vermogen. De in figuur 5 afgebeelde 2 5 uitvoeringsvorm is bovendien voorzien van een op zichzelf bekende vergrendelmogelijkheid voor het in zijn ingestelde positie vergrendelen van de knop. Hierbij is het anker voorzien van een haak 20 die is ingericht om aan te grijpen in een in het schakelaarhuis aangebracht uitsparing 21. Voor het ontgrendelen van de overigens slechts schematisch weergegeven aangrijping tussen de haak en het huis kan gebruik 30 worden gemaakt van op zich bekende ontgrendelmiddelen.

Bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm is sprake van een anker dat symmetrisch geplaatst is ten opzicht van de as 3. De vergrendeling is slechts aan een enkele zijde 1030fl93* i ’* 8 aangebracht. Het is echter mogelijk de vergrendeling aan beide zijden aan te brengen, docht dit is in het algemeen constructief niet aantrekkelijk.

In figuur 6 is een perspectivische weergave weergegeven van een dergelijke schakelaar. 5 Deze figuur toont een knop 2, die door middel van een as 3 is ingericht voor het bedienen van een in een niet weergegeven schakelaarhuis 1 aangebrachte schakelaar. Hiertoe is de as 3 ingericht om met een in de schakelaar opgenomen bedieningselement te worden gekoppeld. In deze uitvoeringsvorm heeft het anker de vorm van een rechthoekig huis 15, dat van uitsteeksels 18, respectievelijk 19 is voorzien. Aan de 10 voorzijde van de knop 2 is een draaiknop 16 aangebracht die door middel van schroefdraad is ingericht voor het aanpassen van de afstand tussen de knop 2 en het anker 15. Tevens is een van openingen 23 voorziene haak 20 verbonden met het anker 15. Hiermede is het mogelijk de plaats van het anker te fixeren ten opzicht van het huis 1. De werking van deze constructie komt overeen met die van de in figuur 5 afgebeelde 15 constructie.

/ \ 1030893*

Claims (9)

1. Schakelaar voor een elektrisch handgereedschap, omvattende een schakelaarhuis; 5. een zich door een wand van het schakelaarhuis heen en hoofdzakelijk loodrecht daarop uitstrekkend, langwerpig en in zijn lengterichting beweegbaar bedieningselement; waarbij aan het einde van het bedieningselement een bedieningsknop is aangebracht; 10. waarbij het aan een in het elektrische handgereedschap opgenomen elektromotor toegevoerde vermogen wordt bepaald door de positie van de het bedieningselement in de het schakelaarhuis; een slagbeperkingselement dat beweegbaar is tussen een neutrale positie waarin het slagbeperkingselement zich buten het traject van de bedieningsknop uitstrekt en een 15 blokkerende positie waarin het slagbeperkingselement zich binnen het traject van de bedieningsknop uitstrekt, waarbij het slagbeperkingselement is ingericht voor het in zijn blokkeringspositie blokkeren van een deel van de slag van de bedieningsknop, met het kenmerk, dat de blokkerende positie van het slagbeperkingselement is gekozen voor het voorkomen van scheefstand van de bedieningsknop bij het uitoefenen van een 20 kracht op de bedieningsknop.

2. Schakelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het slagbeperkingselement zich in zijn blokkerende positie in de nabijheid van het bedieningselement bevindt. 25

3. Schakelaar volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het slagbeperkingselement is ingericht om in zijn blokkerende positie in contact te zijn met de wand van het schakelaarhuis, waaruit het bedieningselement zich uitstrekt.

4. Schakelaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het slagbeperkingselement door een langwerpig element wordt gevormd dat aan zijn naar het schakelaarhuis toegekeerde zijde van een afgerond raakvlak is voorzien. 1030893* Λ *

5. Schakelaar volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het slagbeperkingselement door middel van een zich loodrecht op de bewegingsrichting van het slagbeperkingselement uitstrekkend verbindingselement met een bedieningselement is verbonden. 5

6. Schakelaar volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het bedieningselement door een met een bedieningsmechanisme verbonden hefboom van een in aansluiting met het schakelaarhuis geplaatste ompoolschakelaar wordt gevormd, waarbij in een eerste positie van de hefboom het slagbeperkingselement zich in zijn neutrale positie 10 bevindt en waarbij in een tweede positie van de hefboom het slagbeperkingselement zich in zijn blokkeringspositie bevindt.

7. Schakelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het slagbeperkingselement een instelbaar begrenzingselement omvat en dat het 15 begrenzingselement twee delen omvat die aan weerszijden van het bedieningselement zijn gepositioneerd.

8. Schakelaar volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het begrenzingselement is ingericht voor het begrenzen van de slag van de bedieningsknop waarbij de mate van 20 uitstrekking van het slagbeperkingselement bestuurbaar is door een in de knop opgenomen stel wiel.

9. Schakelaar volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stang van een aangrijpelement is voorzien voor het aangrijpen van een vast ten opzicht van het 25 schakelaarhuis geplaatst element en dat het aangrijpelement is ingericht om gelost te worden van het vaste element bij het indrukken van de knop. 103 08-93