NL1030589C2

NL1030589C2 - Werkwijze en systeem voor het reinigen van een lichaam en/of een fluïdum.

Info

Publication number: NL1030589C2
Application number: NL1030589A
Authority: NL
Inventors: Guido Petrus Johannes V Klaauw
Original assignee: Houston R & D Consultancy B V
Priority date: 2005-12-05
Filing date: 2005-12-05
Publication date: 2007-06-06

Description

!

Werkwijze en systeem voor het reinigen van een lichaam en/of een fluïdum

GEBIED VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor het reinigen van een lichaam, een fluïdumgelei-der en/of een fluïdum in de fluïdumgeleider. De uitvinding 5 heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het installeren van een dergelijk reinigingssysteem in een buisvormige fluïdumgeleider.

ACHTERGROND BIJ DE UITVINDING

10 Het reinigen van inrichtingen in zijn algemeenheid krijgt steeds meer aandacht en dikwijls worden wettelijk voorgeschreven hygiëne-eisen aan een inrichting gesteld voordat een dergelijke inrichting mag worden toegepast. Voorbeelden van dergelijke inrichtingen betreffen (buisvormige) gelei-15 dingssystemen voor bijv. drink- en afvalwater, proceswater, drank, voedingsmiddelen, gassen etc.

Het is bekend om buisvormige geleiders te reinigen door deze te spoelen met spoelvloeistoffen. Echter, een derge-lijke werkwijze vereist het tijdelijk stoppen van het normale 20 gebruik van de geleiders om het transport van de spoelvloeistof mogelijk te maken. Bovendien geldt voor laminaire stroming dat de stroomsnelheid van deze spoelvloeistoffen aan de buiswand nihil is, zodat de reinigende werking van de spoelvloeistof nabij de buiswand klein is. Een oplossing voor j 25 dit probleem is het tijdelijk laten weken van het transport- ; systeem door de spoelvloeistof tot stilstand te laten komen in het transportsysteem. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke werkwijze tijdrovend is. Voorts wordt in de stand van de techniek gebruik gemaakt van middelen, zoals sponsjes, die on-30 der druk door de buisvormige geleider worden geperst voor de reiniging van de geleider.

1030589- 2

Meer recentelijk is de reiniging van vloeistoffen, gassen en lichamen met behulp van elektromagnetische straling in zwang geraakt. Gebleken is dat in het bijzonder ultraviolet lampen zeer geschikt zijn voor reinigingsdoeleinden, aangezien 5 deze lampen tot een betrouwbare vernietiging van micro- organismen (bacteriën en sporen) leiden als gevolg van de directe inwerking van het ultraviolette licht op deze organismen. Systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van ultraviolet lampen worden bijv. aangeboden door Berson UV-techniek.

10 Een nadeel van dergelijke ultraviolet lampen is dat deze slechts een beperkt deel van een lichaamsoppervlak of een beperkt volume van een vloeistof of gas kunnen bestralen voor effectieve reiniging. Bovendien is de installatie van dergelijke lampen in sommige gevallen problematisch door het volume 15 van dergelijke lampen en de geringe flexibiliteit ten aanzien van de vormgeving. j i SAMENVATTING VAN DE UITVINDING j

Het is een doelstelling van de uitvinding om een 20 systeem en werkwijze te verschaffen voor het reinigen van een lichaam en/of een fluïdum, welke één of meer van bovengenoemde nadelen wegneemt, althans reduceert.

De uitvinding voorziet daartoe in een systeem omvattende een fluïdumgeleider voor het geleiden van een fluïdum, 25 een stralingsbron voor het uitzenden van elektromagnetische straling en een stralingsgeleider voor het geleiden van de door de stralingsbron uitgezonden elektromagnetische straling, waarbij de stralingsgeleider in de fluïdumgeleider is aangebracht voor het reinigen van ten minste een deel van de 30 fluïdumgeleider en/of het fluïdum in de fluïdumgeleider.

De uitvinding voorziet daartoe tevens in een werkwijze voor het reinigen van ten minste een deel van een lichaam en/of een fluïdum met behulp van ten minste één stralingsgeleider voor elektromagnetische straling en ten minste 35 één stralingsbron voor het uitzenden van elektromagnetische straling, omvattende de stappen van: het uitzenden van de elektromagnetische straling vanuit de stralingsbron; 1030589- I--~___~ _______ 3 - het geleiden van de elektromagnetische straling door de geleider in nabijheid van het te reinigen lichaam en/of het fluïdum.

De uitvinding voorziet voorts in het gebruik van een 5 combinatie van een stralingsbron voor het uitzenden van elektromagnetische straling en een stralingsgeleider voor het geleiden van de elektromagnetische straling voor het reinigen van een lichaam en/of een fluïdum.

De uitvinding berust op het inzicht dat door het 10 verschaffen van een bron van de elektromagnetische straling en een separate stralingsgeleider voor het geleiden van deze straling naar een te reinigen lichaam en/of fluïdum, flexibiliteit wordt verkregen ten aanzien van de plaats waar de reinigende werking van de straling dient op te treden. De 15 stralingsgeleider maakt het bijv. mogelijk om de straling eerst via de stralingsgeleider weg van de bron te voeren om vervolgens daar in te stralen op een lichaam en/of fluïdum door het uittreden van de straling. Door het verschaffen van uittree plaatsen voor de straling kan het te bestralen opper-20 vlak en/of volume worden bepaald. Voorts is het mogelijk om de dimensies en vorm van de stralingsgeleider zodanig te kiezen dat het reinigingssysteem eenvoudig op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals in een buisvormige leiding met een kleine doorsnede, kan worden geïnstalleerd.

25 Opgemerkt wordt dat niet noodzakelijkerwijs de elek tromagnetische straling zelf verantwoordelijk is voor de reinigende werking. De elektromagnetische straling kan bijv. ook worden gebruikt om een reactie in een medium te initiëren of te faciliteren waarbij een reactieproduct of tussenproduct 30 de reinigende werking veroorzaakt. Voorbeelden van een dergelijke indirecte reinigende werking van elektromagnetische straling zijn te vinden in het Ultraviolet Applications Handbook 2001 van Bolton Photosciences Ine., ISBN 0-9685432-1-9, welke voorbeelden door referentie in de onderhavige aanvrage 35 worden geacht te zijn inbegrepen.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefinieerd in conclusie 2 heeft het voordeel dat in het geval van een buisvormig lichaam, er geen aparte aansluitingen voor het 1Q3 05 89- _ 4 verschaffen van elektrisch vermogen aan de stralingsbron in het buisvormige lichaam behoeven te worden aangebracht. Derge-lijke aparte aansluitingen zorgen voor allerhande problemen, zoals isolatie en verstoring van de fluïdumstroom. Bovendien 5 heeft het uitwendig plaatsen van de elektromagnetische stralingsbron het voordeel dat in een buisvormig geleidingssysteem weinig vermogen wordt gedissipeerd zodat het opwarmingseffeet van de straling op het eventueel door het buisvormige geleidingssysteem stromende fluïdum klein tot nihil zal zijn.

10 De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefini eerd in conclusies 4, 15 en 19 heeft het voordeel dat ultraviolette straling zeer geschikt is voor het doelmatig vernietigen of beschadigen van micro-organismen.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefini-15 eerd in conclusie 5 heeft het voordeel dat licht emitterende diodes (LEDs), in het bijzonder ultraviolet LEDS, weinig elektrisch vermogen vereisen en dat bovendien de uitgezonden elektromagnetische straling vanaf de LEDs goed inkoppelt op de stralingsgeleider, zoals een optische fiber.

20 De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefini eerd in conclusies 6 en 20 heeft het voordeel dat een flexibele stralingsgeleider wordt verkregen die parallel aan een te reinigen lichaamsoppervlak of het inwendige van een buisvormige geleider kan worden gevormd. Een kunststof opti-25 sche fiber (plastic optical fibre, POF) heeft bovendien het voordeel dat, afhankelijk van het gekozen materiaal, een dergelijke fiber transparant voor ultraviolet licht kan zijn of worden gemaakt.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefini-30 eerd in conclusie 7 heeft het voordeel dat het transport van de elektromagnetische straling kan plaatsvinden in het golflengte gebied waarbij de absorptie van de straling gering is en, wanneer dit eerste golflengtegebied niet werkzaam is voor de reiniging, een conversie naar een reinigingswerkzaam golf-35 lengtegebied kan plaatsvinden op of nabij de plaats van reiniging. Als voorbeeld bevindt de transportgolflengte zich in het (vrijwel) zichtbare gebied van het spectrum, terwijl de reinigingsgolflengte in het UV-gebied ligt. Een dergelijke <030589-__ ί 5 conversie kan bijv. worden verkregen door het al dan niet locaal toepassen van een coating.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefinieerd in conclusie 8 heeft het voordeel dat met één 5 stralingsbron meerdere fibers bediend kunnen worden. Een dergelijke stralingsgeleider kan met voordeel worden toegepast wanneer bijv. de fluïdumgeleider een splitsing maakt en de fibers dienovereenkomstig worden gesplitst. De fibers kunnen in een streng zijn verstrengeld.

10 Hoewel vrijwel iedere stralingsgeleider straling lekt die kan worden toegepast voor het reinigende effect als hierboven beschreven, is het voordelig om maatregelen te treffen, bijv. in of op het oppervlak van de stralingsgeleider, om het uittreden van de elektromagnetische straling, althans de 15 plaats van uittreding, te controleren, zoals gedefinieerd in conclusies 9, 16 en 21.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefinieerd in conclusie 10 heeft het voordeel dat de verstoring van de fluïdumstroom door de stralingsgeleider minimaal is.

20 De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefini eerd in conclusie 11 verschaft een zelfreinigend effect voor de stralingsgeleider door het bewegen van deze geleider in de fluïdumstroom. Overigens is het (daarnaast) mogelijk om de stralingsgeleider van een deklaag (bijv. Teflon) te voorzien 25 die afzetting van vuil op de stralingsgeleider reduceert of minimaliseert.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als gedefinieerd in conclusie 13 heeft het voordeel dat de reinigende werking van de straling tijdens het normale gebruik van de 30 fluïdumgeleider kan plaatsvinden.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het installeren van een reinigingssysteem voor een buisvormige fluïdumgeleider omvattende de stappen van: het doorvoeren van een stralingsgeleider voor het gelei-35 den van elektromagnetische straling door de buisvormige f luïdumgeleider ,· 1030589-___ 6 het verschaffen van een stralingsbron voor het uitzenden van elektromagnetische straling buiten de fluldumgelei-der, en - het aansluiten van de stralingsbron op de stralingsgelei-5 der.

Door het verschaffen van een stralingsbron en een separate stralingsgeleider is het mogelijk om buisvormige flu-idumgeleiders eenvoudig van een reinigingssysteem te voorzien.

Verdere uitvoeringsvormen en voordelen van de uit-10 vinding zullen aan de hand van de navolgende figuurbeschrijving worden besproken.

Het zal duidelijk zijn dat de in de figuurbeschrij-ving besproken uitvoeringsvormen slechts als voorbeeld dienen en de beschermingsomvang van de uitvinding geenszins beperken. 15

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

In de figuren tonen: FIGS. IA en 1B schematisch reinigingssystemen in doorsnede volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, en 20 FIG. 2 een meer gedetailleerde uitvoeringsvorm van een doorsnede van een reinigingssysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN 25 In FIGS. IA, 1B en 2 wordt een systeem 1 getoond om vattende een fluidumgeleider 2, een stralingsbron 3 voor het uitzenden van elektromagnetische straling en een stralingsgeleider 4 voor het geleiden van de door de stralingsbron 3 uitgezonden elektromagnetische straling. Een vermogensbron 5 30 levert elektrisch vermogen voor de stralingsbron 3.

De fluidumgeleider 2 is in de getoonde uitvoeringsvorm een buisvormige geleider. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke buisvormige geleider 2 kan worden toegepast voor het geleiden van een fluïdum F, d.w.z. een vloeistof of een 35 gas. Dergelijke buisvormige geleiders 2 worden bijv. toegepast voor het transporteren van procesgassen of vloeistoffen, lucht, (drink)water, rioolwater, bier, frisdrank etc. Specifieke voorbeelden betreffen bijv. tapinstallaties voor bier 103 0589 _ 7 i die moeten voldoen aan strenge hygiëne-eisen en waterleidingen en waterafvoeren waarin bijv. de aanwezigheid van de legionel-la bacterie schadelijk is voor de menselijke gezondheid. Overigens dient te worden opgemerkt dat de uitvinding ook voor 5 het reinigen van andere lichamen, bijv. oppervlakken, dan flu-idumgeleiders kan worden toegepast wanneer de stralingsgeleider 4 in de nabijheid van dit lichaam wordt geplaatst opdat de elektromagnetische straling dit lichaam kan bereiken.

10 De stralingsbron 3 is buiten de buisvormige fluïdum- geleider 2 geplaatst. Dientengevolge behoeven er geen aparte aansluitingen voor het verschaffen van elektrisch vermogen aan de stralingsbron in de buisvormige fluïdumgeleider te worden aangebracht. Bovendien heeft het uitwendig plaatsen van de 15 elektromagnetische stralingsbron 3 het voordeel dat in een buisvormig geleidingssysteem weinig vermogen wordt gedissi-peerd zodat het opwarmingseffeet van de straling op het eventueel door de geleider 2 stromende fluïdum klein tot nihil zal zijn.

20 De stralingsbron 3 is bij voorkeur een ultraviolet stralingsbron geschikt voor het uitzenden van ultraviolette straling UV. De ultraviolette straling UV heeft bij voorkeur een golflengte in het gebied van 250-365 nm, bijv. 260 nm. De intensiteit van de ultraviolette straling, welke medebepalend 25 is voor de vernietiging van de micro-organismen, is afhankelijk van de toepassing.

De ultraviolette stralingsbron 3 omvat één of meer licht emitterende diodes (LEDS) 6. Dergelijke LEDS 6 vereisen relatief weinig elektrisch vermogen en kunnen bovendien ge-30 schikt optisch worden gekoppeld met de stralingsgeleider 4, zoals een optische fiber. De stralingsbron 3 kan ook een ultraviolet laser zijn wanneer bijv. een hoger vermogen nodig is.

Overigens wordt opgemerkt dat de door de stralings-35 bron 3 uitgezonden elektromagnetische straling niet noodzakelijkerwijs ultraviolette straling is. Andere typen elektromagnetische straling, zoals bijv. Röntgenstraling, kun- 1030589- 8 nen eveneens worden toegepast voor het reinigen van een lichaam, zoals de fluïdumgeleider 2, en/of het fluïdum.

De stralingsgeleider 4 voor het geleiden van de elektromagnetische straling van de stralingsbron 3 is een 5 kunststof optische fiber (plastic optical fibre, POF). Een dergelijke POF stralingsgeleider 4 is geschikt voor het geleiden van ultraviolette straling UV. Een geschikt materiaal is bijv PMMA. Andere optische fibers, zoals glasfibers, vertonen een aanzienlijk absorptie van ultraviolette straling. Overi-10 gens wordt opgemerkt dat bijv. bepaalde kwarts glassoorten geschikt zijn voor het transport van ultraviolette straling.

Het zal duidelijk zijn dat de stralingsgeleider 4 zodanig kan zijn ingericht dat deze zowel geschikt is voor het transporteren van elektromagnetische straling als voor het 15 verschaffen van de reinigende elektromagnetische straling. Een uitvoeringsvorm van een dergelijke stralingsgeleider omvat bijv. een geleider met een kern voor het transporteren van licht van de stralingsbron 3 (bijv. een glassoort voor het transporteren van straling de stralingsbron 3 in het (vrijwel) 20 zichtbare deel van het spectrum) en een coating buiten de kern voor het omzetten van deze straling naar ultraviolette straling voor het sorteren van de gewenste reinigende werking.

De POF stralingsgeleider 4 kan een groot deel van de binnenwand van de buisvormige fluïdumgeleider 2 en/of het 25 langs de stralingsgeleider 4 stromende fluïdum van ultraviolette straling voorzien ten behoeve van de reiniging. De lengte van de stralingsgeleider 4 ligt in het gebied van 10 centimeter tot 100 meter, bij voorkeur in het gebied van 1 meter tot 50 meter, zoals 20 meter. De ultraviolette straling UV 30 kan op één of meer plaatsen langs de lengte van de stralingsgeleider 4 uittreden, zoals hieronder in meer detail zal worden besproken. Als alternatief of additioneel kan de straling ook (enkel) uittreden aan het uiteind van de stralingsgeleider 4.

35 De POF stralingsgeleider 4 is flexibel en heeft een diameter in het gebied van 0,2 - 10 millimeter en met meer voorkeur in het gebied van 0,4-5 mm, zoals bijv. 2 mm. Derhalve kan de POF stralingsgeleider 4 in buisvormige 1030589- ^______ 9 fluïdumgeleiders 2 worden aangebracht met een kleine diameter en/of een vorm die niet of moeilijk toegankelijk is voor een ultraviolet lamp volgens de stand van de techniek. Een dergelijke uitvoeringsvorm wordt bijv. getoond in FIG. 1B, waar de 5 buisvormige fluidumgeleider een aantal krommingen heeft.

Opgemerkt wordt dat de stralingsgeleider 4 uit meer dan één fiber kan bestaan, welke in een streng kunnen worden samengenomen en op welke streng van elektromagnetische straling kan worden ingekoppeld door een enkele stralingsbron 3.

10 De streng kan worden gesplitst wanneer bijv. de fluidumgeleider 2 een splitsing heeft.

De POF stralingsgeleider 4 kan beweegbaar in de fluidumgeleider 2 zijn aangebracht. Hierdoor wordt de afzetting j van vuil op de stralingsgeleider 4 verminderd, doordat de 15 stralingsgeleider 4 zich in de fluïdumstroom kan bewegen.

Daarnaast of als alternatief is het mogelijk om de stralings-! geleider van een deklaag (niet getoond) te voorzien, zoals een ! Teflon™ laag, voor het minimaliseren of reduceren van de vuilafzetting.

20 De vermogensbron 5 is geschikt voor het aansturen van een ultraviolet stralingsbron 3. De elektrische contacten van de vermogensbron 5 en de stralingsbron 3 bevinden zich volledig buiten de fluidumgeleider 2, zodat er zich geen iso-latieproblemen voordoen.

25 De installatie en werking van het systeem 1 is bijv.

| als volgt.

De POF stralingsgeleider 4 voor het geleiden van ultraviolette straling UV wordt in de buisvormige geleider 2 aangebracht. De flexibele POF stralingsgeleider maakt het mo- 30 gelijk om deze in complex gevormde fluïdumgeleiders of over complex gevormde lichamen aan te brengen. Afhankelijk van de vorm van de fluidumgeleider 3 bestaan er verschillende op zichzelf bekende technieken, zoals blazen, om de stralingsgeleider 4 door de fluidumgeleider 2 te voeren.

35 Een stralingbron 3 voor het uitzenden van ultravio lette straling wordt vervolgens gekoppeld aan de POF stralingsgeleider 4 buiten de buisvormige fluidumgeleider 2, 103 05 69-_ 10 waarna het systeem 1 klaar is voor het uitvoeren van de reini-gingsfunctie.

De vermogensbron 5 wordt geactiveerd waarop de stra-lingsbron 3 ultraviolette straling met een golflengte van 5 bijv. 260 nm of 290 nm (piek-golflengte) optisch koppelt in de POF stralingsgeleider 4. De ultraviolette straling wordt in de axiale richting van de POF stralingsgeleider 4 getransporteerd, terwijl ten minste een deel van de ultraviolette straling vervolgens in radiale richting uit de stralingsgelei-10 der straalt in de richting van het binnenoppervlak van de fluïdumgeleider 2 over een lengte van de stralingsgeleider 4.

Optische vezels voor het geleiden van elektromagne- j

tische straling zijn op zichzelf bekend voor bijv. datatransport. Bij deze toepassing worden allerhande maatrege-15 len getroffen om het optische verlies van elektromagnetische straling uit de vezels te beperken. In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt echter met voordeel gebruik ge- I

maakt van de intrinsieke optische lek van optische vezels.

Deze intrinsieke lek maakt het in een dergelijke uitvoerings-20 vorm mogelijk dat een deel van de ultraviolette straling UV van de stralingsbron 3 de stralingsgeleider 4 verlaat aan het oppervlak van de stralingsgeleider 4 alvorens het uiteinde van de stralingsgeleider 4 te bereiken.

Om de plaats of plaatsen waar de ultraviolette stra-25 ling UV de POF stralingsgeleider 4 verlaat en/of de mate van uitstraling van de ultraviolette straling beter te beheersen, is het voordelig om de POF stralingsgeleider 4 van middelen 7 te voorzien die zijn ingericht om (een deel van) de ultraviolette straling UV op één of meer plaatsen aan het oppervlak 30 van de POF stralingsgeleider 4 uit te koppelen en zodoende niet meer afhankelijk te zijn van de intrinsieke lek.

Dergelijke middelen 7 kunnen bijv. uitkoppelstructu-ren 7 zijn in de POF stralingsgeleider 4, zoals getoond in FIG. 2, of oppervlaktemodificaties op het (buiten)oppervlak 35 van de POF stralingsgeleider 4. Het is bijv. mogelijk om de POF stralingsgeleider 4 te voorzien van één of meer lagen of structuren die de uitkoppeling van ultraviolette straling UV ter plaatse beperkt (analoog aan de maatregelen die worden ge- 1030589-_ “ _ _ —-__________ 11 troffen bij vezels voor datatransport), terwijl op vooraf bepaalde posities van de POF stralingsgeleider 4 'lekken' voor deze ultraviolette straling worden aangebracht. De uitkoppel-structuren kunnen ook worden toegepast om de ruimtelijke 5 spreiding van de ultraviolette straling te manipuleren.

Afhankelijk van parameters als de intensiteit van de ultraviolette straling UV en de afstand tot de wand van de buisvormige fluïdumgeleider, kan de ultraviolette straling UV die uit de POF stralingsgeleider 4 treedt micro-organismen in 10 het fluïdum F en/of op de wand van de fluïdumgeleider 2 doden.

De POF stralingsgeleider 4 bevindt zich bij voorkeur permanent in de buisvormige fluïdumgeleider 2 en kan derhalve ook tijdens het stromen van het fluidum F zorgdragen voor de reiniging. De bestraling van het fluidum F en/of de buiswand ; 15 van de fluïdumgeleider 2 behoeft derhalve slechts een geringe intensiteit aangezien een lange bestralingstijd kan worden gerealiseerd. Bestralingstijden en intensiteiten zijn kenbaar uit Ultraviolet Applications Handbook 2001 van Bolton Pho-tosciences Ine., ISBN 0-9685432-1-9. Vanzelfsprekend in het 20 mogelijk om gedurende een bepaalde tijd geen fluïdum F door de fluïdumgeleider 2 te transporteren om een goede reiniging van de wand van de fluïdumgeleider die normaliter in contact staat met het te transporteren fluïdum te bewerkstelligen.

In FIG. 2 wordt ten slotte nog een uitvoeringsvorm 25 getoond voor het aansluiten van de POF stralingsgeleider 4 in een buisvormige fluïdumgeleider 2.

Een koppelstuk 10 wordt verschaft voorzien van een buisdeel 11 voor het transporteren van het fluidum F en een buisdeel 12 voor het bevestigen van de POF stralingsgeleider 30 4. Het koppelstuk 10 wordt op de fluïdumgeleider 2 gezet. De stralingsgeleider 4 kan tevens een deel van het koppelstuk 10 reinigen.

1030589-

Claims

1. Een systeem (1) omvattende een fluïdumgeleider (2) voor het geleiden van een fluïdum (F), een stralingsbron (3) voor het uitzenden van elektromagnetische straling (UV) en een stralingsgeleider (4) voor het geleiden van de door de 5 stralingsbron uitgezonden elektromagnetische straling, waarbij de stralingsgeleider in de fluïdumgeleider is aangebracht voor het reinigen van ten minste een deel van de fluïdumgeleider en/of het fluïdum in de fluïdumgeleider.

2. Het systeem (1) volgens conclusie 1, waarbij de 10 stralingsbron (3) buiten de fluïdumgeleider (2) is geplaatst.

3. Het systeem (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de fluïdumgeleider (2) een buisvormige fluïdumgeleider is en de stralingsgeleider (4) in de buisvormige fluïdumgeleider is aangebracht.

4. Het systeem (1) volgens één of meer van de voor gaande conclusies, waarbij de stralingsbron (3) geschikt is voor het uitzenden van elektromagnetische straling (UV) met een golflengte in het golflengtegebied van 200-400 nm, bij voorkeur 250-365 nm.

5. Het systeem (1) volgens één of meer van de voor gaande conclusies, waarbij de stralingsbron (3) één of meer licht emitterende diodes (6) omvat.

6. Het systeem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stralingsgeleider (4) een 25 optische fiber omvat, bij voorkeur een kunststof optische fi- ! ber.

7. Het systeem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stralingsgeleider (4) is ingericht is voor het geleiden van elektromagnetische straling 30 van een eerste golflengte en een coating en/of structuur heeft voor het omzetten van ten minste een deel van de elektromagnetische straling van de eerste golflengte naar elektromagnetische straling van de tweede golflengte, bij voorkeur in het gebied van 200-400 nm en met meer voorkeur 35 250-365 nm. 1030589-__

8. Het systeem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stralingsgeleider (4) twee of meer optische fibers omvat.

9. Het systeem (1) volgens één of meer van de voor-5 gaande conclusies, waarbij de stralingsgeleider (4) is ingericht voor het op één of meer plaatsen laten uittreden van de elektromagnetische straling (UV) uit de stralingsgeleider in de richting van de fluïdumgeleider (2).

10. Het systeem (1) volgens één of meer van de 10 voorgaande conclusies, waarbij de stralingsgeleider (4) zich in hoofdzaak uitstrekt in een axiale richting van ten minste een deel van de fluïdumgeleider (2).

11. Het systeem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stralingsgeleider (4) be- 15 weegbaar in de fluïdumgeleider (2) is bevestigd.

12. Een werkwijze voor het reinigen van ten minste een deel van een lichaam (2) en/of een fluïdum (F) met behulp van ten minste één stralingsgeleider (4) voor elektromagnetische straling (UV) en ten minste één stralingsbron (3) voor 20 het uitzenden van elektromagnetische straling, omvattende de stappen van: het uitzenden van de elektromagnetische straling vanuit de stralingsbron; het geleiden van de elektromagnetische straling door de 25 geleider in nabijheid van het te reinigen lichaam en/of het fluïdum.

13. De werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het lichaam een buisvormige fluïdumgeleider (2) omvat en de stralingsgeleider (3) in de buisvormige fluïdumgeleider is 30 aangebracht.

14. De werkwijze volgens conclusie 13, waarbij tijdens het geleiden van de elektromagnetische straling (UV) door de stralingsgeleider (4) een fluïdum (F) door de fluïdumgeleider (2) stroomt.

15. De werkwijze volgens één of meer van de conclu sies 10-12, verder omvattende de stap van het uitzenden van de elektromagnetische straling (UV) met een golflengte in het golflengtegebied van 200-400 nm, bij voorkeur 250-365 nm. 103 0589-____

16. De werkwijze volgens één of meer van de conclusies 12-15, verder omvattende de stap van het laten uittreden van de elektromagnetische straling (UV) op één of meer plaatsen langs de stralingsgeleider (4) .

17. Een werkwijze voor het installeren van een rei- nigingssysteem (3,4) voor een buisvormige fluïdumgeleider (2) omvattende de stappen van: het doorvoeren van een stralingsgeleider (4) voor elektromagnetische straling (UV) door de buisvormige 10 f luïdumgeleider,- het verschaffen van een stralingsbron (3) voor het uit-zenden van elektromagnetische straling buiten de fluïdumgeleider, en het aansluiten van de stralingsbron op de stralingsgelei-15 der.

18. Het gebruik van een combinatie van een stralingsbron (3) voor het uitzenden van elektromagnetische j straling (UV) en een stralingsgeleider (4) voor het geleiden I van de elektromagnetische straling voor het reinigen van een j 20 lichaam (2) en/of een fluïdum (F).

19. Het gebruik volgens conclusie 18, waarbij de stralingsbron (3) is ingericht voor het uitzenden van elektromagnetische straling (UV) in het golflengtegebied van 200-400 nm, bij voorkeur 250-365 nm

20. Het gebruik volgens conclusie 18 of 19, waarbij de stralingsgeleider (4) een fiber omvat, bij voorkeur een kunststof optische fiber.

21. Het gebruik volgens conclusie 18 of 19, waarbij de stralingsgeleider (4) is ingericht voor het laten uittreden 30 van de elektromagnetische straling (UV) op één of meer plaatsen langs de stralingsgeleider. 10305 89-_