NL1030407C2 - Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen. - Google Patents

Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen. Download PDF

Info

Publication number
NL1030407C2
NL1030407C2 NL1030407A NL1030407A NL1030407C2 NL 1030407 C2 NL1030407 C2 NL 1030407C2 NL 1030407 A NL1030407 A NL 1030407A NL 1030407 A NL1030407 A NL 1030407A NL 1030407 C2 NL1030407 C2 NL 1030407C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
supply channel
material supply
outlet opening
needle
nozzle
Prior art date
Application number
NL1030407A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Leonardus Corn Dinter
Original Assignee
Blue Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Blue Nederland B V filed Critical Blue Nederland B V
Priority to NL1030407A priority Critical patent/NL1030407C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030407C2 publication Critical patent/NL1030407C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B1/00Nozzles, spray heads or other outlets, with or without auxiliary devices such as valves, heating means
    • B05B1/30Nozzles, spray heads or other outlets, with or without auxiliary devices such as valves, heating means designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages
    • B05B1/3033Nozzles, spray heads or other outlets, with or without auxiliary devices such as valves, heating means designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the control being effected by relative coaxial longitudinal movement of the controlling element and the spray head
    • B05B1/304Nozzles, spray heads or other outlets, with or without auxiliary devices such as valves, heating means designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the control being effected by relative coaxial longitudinal movement of the controlling element and the spray head the controlling element being a lift valve
    • B05B1/3046Nozzles, spray heads or other outlets, with or without auxiliary devices such as valves, heating means designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the control being effected by relative coaxial longitudinal movement of the controlling element and the spray head the controlling element being a lift valve the valve element, e.g. a needle, co-operating with a valve seat located downstream of the valve element and its actuating means, generally in the proximity of the outlet orifice
    • B05B1/306Nozzles, spray heads or other outlets, with or without auxiliary devices such as valves, heating means designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the control being effected by relative coaxial longitudinal movement of the controlling element and the spray head the controlling element being a lift valve the valve element, e.g. a needle, co-operating with a valve seat located downstream of the valve element and its actuating means, generally in the proximity of the outlet orifice the actuating means being a fluid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B7/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas
    • B05B7/02Spray pistols; Apparatus for discharge
    • B05B7/12Spray pistols; Apparatus for discharge designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages
    • B05B7/1254Spray pistols; Apparatus for discharge designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the controlling means being fluid actuated
    • B05B7/1263Spray pistols; Apparatus for discharge designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the controlling means being fluid actuated pneumatically actuated
    • B05B7/1272Spray pistols; Apparatus for discharge designed to control volume of flow, e.g. with adjustable passages the controlling means being fluid actuated pneumatically actuated actuated by gas involved in spraying, i.e. exiting the nozzle, e.g. as a spraying or jet shaping gas
    • B05B7/1281Serial arrangement, i.e. a single gas stream acting on the controlling means first and flowing downstream thereof to the nozzle

Landscapes

  • Nozzles (AREA)

Description

! 1 ί Korte aanduiding: Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventieien.
De uitvinding heeft betrekking op een spuitventiel voorzien van een 5 langwerpig mondstuk met een uitlaatopening en een zich vanaf de uitlaatopening in langsrichting van het mondstuk uitstrekkend materiaaltoevoerkanaal, een in langsrichting van het materiaaltoevoerkanaal daarin beweegbaar gemonteerde doseernaald voor het openen en sluiten van de uitlaatopening en nabij de uitlaatopening uitmondende gastoevoerkanalen.
10 Een spuitventiel van dit type is op zichzelf bekend uit het
Amerikaanse octrooi 6.170.760 B1 en wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het op een substraat aanbrengen van een vloeibaar materiaal, zoals lak of dergelijke. Het betreffende materiaal wordt bijvoorbeeld vanuit het materiaaltoevoerkanaal door het met de doseernaald gestuurd openen en sluiten van de uitlaatopening in 15 druppelvorm of als een straal vrijgegeven, waarbij een vrijgegeven hoeveelheid materiaal onder invloed van een daarop werkend gas uit de gastoevoerkanalen wordt geatomiseerd. Het geatomiseerde materiaal wordt dan op het substraat gesproeid. Door de langwerpige vorm van het mondstuk is het spuitventiel in het bijzonder geschikt voor het sproeiend aanbrengen van lak op een substraat met 20 opstaande delen, zoals bijvoorbeeld een plaat met gedrukte bedrading waarop elektrische en elektronische componenten zijn gemonteerd.
Van tijd tot tijd moeten het materiaaltoevoerkanaal en de doseernaald echter worden gereinigd. Hiertoe worden dan het mondstuk en de doseernaald uiteengenomen en vervolgens afzonderlijk gereinigd. Begrepen zal 25 worden dat voor het langs de doseernaald verplaatsen van voldoende materiaal, de doseernaald met een zekere speling in het materiaaltoevoerkanaal is gemonteerd.
In het bijzonder door de langwerpige vorm van het mondstuk en de doseernaald, is de laatste kwetsbaar voor buigen tijdens het reinigen daarvan. Bij het vervolgens weer assembleren van het mondstuk en de doseernaald kan het, als 30 gevolg van de noodzakelijke speling van de doseernaald in het materiaaltoevoer-’ kanaal, gebeuren dat een verbogen of kromme doseernaald zich niet recht in het midden van het doseerkanaal bevindt.
In het geval van een verbogen of kromme doseernaald, bestaat er dan een risico dat bij het openen van de uitlaatopening, door het in langsrichting 10 3 0 4 07 2 terugtrekken van de doseernaald in het materiaaltoevoerkanaal, de uitlaatopening niet volledig vrijgegeven wordt of dat de doseernaald plaatselijk tegen de binnenwand van het materiaaltoevoerkanaal ligt, waardoor de uiteindelijk gevormde sproeistraal niet recht naar beneden uit het mondstuk komt, maar scheef. Dat wil 5 zeggen, onder een hoek met de langshartlijn van het mondstuk.
Het resultaat is dat een niet-ronde vlek materiaal wordt gespoten. Ook zal het sproeipatroon zich niet recht onder het spuitventiel bevinden waardoor het nauwkeurig positioneren van materiaal op een substraat wordt bemoeilijkt, in het bijzonder bij computergestuurde bewerkingen. Bij het verplaatsen van het 10 spuitventiel over het substraat zal het spuitventiel in de ene bewegingsrichting de vloeistof bijvoorbeeld voor zich uitdrukken en in de tegengestelde bewegingsrichting achter zich aanslepen, waardoor met dezelfde instellingen verschillende baanbreedtes worden gevormd en het materiaal met een niet-uniforme dikte op het substraat wordt aangebracht.
15 Aan de uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag een verbeterd spuitventiel met een langwerpig mondstuk te verschaffen, waarmee nauwkeurige, computergestuurde bewerkingen en uniforme laagdiktes mogelijk zijn.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding daardoor opgelost, dat het materiaaltoevoerkanaal en de doseernaald nabij de uitlaatopening over een afstand 20 in langsrichting passend gevormd zijn voor het in het materiaaltoevoerkanaal centreren van de doseernaald, zodanig dat het materiaal vanuit het materiaaltoevoerkanaal langs de doseernaald naar de uitlaatopening kan worden verplaatst.
De uitvinding is gebaseerd op het waarborgen van centriciteit door 25 ervoor te zorgen dat de doseernaald zich altijd centrisch terugtrekt in het onderste gedeelte van het materiaaltoevoerkanaal, dat wil zeggen nabij de uitlaatopening daarvan, waardoor een zijwaartse beweging van de doseernaald bij het terugtrekken daarvan en daardoor een scheve sproeistraal uit de uitlaatopening wordt voorkomen. De passing is zodanig gevormd, dat er voldoende materiaal vanuit het 30 materiaaltoevoerkanaal ter plaatse van de passing langs de doseernaald naar de uitlaatopening kan worden verplaatst.
In een uitvoeringsvorm van het spuitventiel volgens de uitvinding, heeft het materiaaltoevoerkanaal aan zijn binnenomtrek en heeft de doseernaald aan zijn buitenomtrek over de betreffende afstand een zodanige doorsnedevorm, •10 3 0 4 0 7 3 dat de doseernaald in hoofdzaak puntsgewijs op ten minste drie symmetrisch rond zijn buitenomtrek verdeeld gelegen punten op de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal aangrijpt. Hierdoor zal de doseernaald over de betreffende afstand nabij de uitlaatopening gecentreerd in het materiaaltoevoerkanaal kunnen 5 worden verplaatst waarbij, in omtrek gezien, tussen de aangrijpingspunten voldoende ruimte kan worden gevormd om materiaal langs de doseernaald naar de uitlaatopening te verplaatsen. In het kader van deze beschrijving wordt met het j begrip puntsgewijze aangrijping ook een aangrijping op een punt met een zeker oppervlak bedoeld, zoals een vlakje.
10 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het materiaaltoevoerkanaal over de betreffende afstand verjongd, dat wil zeggen in doorsnede vernauwd ten opzichte van de doorsnede van de rest van het materiaaltoevoerkanaal,
In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de 15 doseernaald over de betreffende afstand in doorsnede vergroot.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het spuitventiel volgens de uitvinding, is het materiaaltoevoerkanaal cirkelcilindrisch en heeft de doseernaald een meerhoekige doorsnedevorm, zoals bijvoorbeeld een in hoofdzaak vierkante, rechthoekige, driehoekige, stervormige of trapeziumvormige doorsnede. De term "in 20 hoofdzaak’’ dient zodanig te worden begrepen dat, bijvoorbeeld in het geval van een driehoekige of vierkante doorsnede, de zijden van het vierkant of de driehoek enigszins hol of enigszins bol kunnen zijn, waarmee de afmetingen van de ruimtes langs de doseernaald voor het naar de uitlaatopening verplaatsen van materiaal kunnen worden gevarieerd.
25 Een cirkelcilindrische doorsnede voor het materiaaltoevoerkanaal in het mondstuk verdient de voorkeur omdat deze bewerkingstechnisch relatief eenvoudig te realiseren is met voor een deskundige op zichzelf bekende verspanings- of vormtechnieken. De doorsnedevorm van de doseernaald kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door, in het geval van een cirkelcilindrische 30 doseernaald, ter plaatse van de betreffende afstand materie rond de omtrek van de doseernaald weg te halen, bijvoorbeeld aan drie zijden of aan vier zijden in het geval van een driehoekige of vierkante doorsnede, of aan meer zijden in het geval van bijvoorbeeld een stervormige doorsnede van de doseernaald. Ook deze bewerkingen zijn voor een deskundige op zichzelf gemakkelijk en zonder hoge 1030407 4 kosten te realiseren, waarbij de noodzakelijke speling tussen de aangrijpingspunten van de doseernaald op de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal voldoende klein kan worden gerealiseerd. Dit voor een nauwkeuring centrering van de doseernaald in het materiaaltoevoerkanaal, zoals beoogd, om een rechte 5 sproeistraal uit het mondstuk te verkrijgen, ook wanneer de doseernaald over zijn lengte enigszins gebogen of gekromd is.
In een nog verdere uitvoeringsvorm van het spuitventiel volgens de uitvinding, is de doseernaald over de betreffende afstand cirkelcilindrisch en heeft het materiaaltoevoerkanaal een meerhoekige doorsnedevorm, zoals bijvoorbeeld 10 een in hoofdzaak vierkante, rechthoekige, driehoekige, stervormige of trapeziumvormige doorsnedevorm.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van het spuitventiel volgens de uitvinding, hebben zowel de doseernaald als het materiaaltoevoerkanaal over de betreffende afstand een meerhoekige doorsnedevorm, zoals bijvoorbeeld de i 15 bovengenoemde doorsnedevormen, die zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat een passende centrering van de doseernaald in het materiaaltoevoerkanaal wordt verkregen, met voldoende grote openingen voor materiaaltransport naar de uitlaat-opening.
Voor deskundigen zal het duidelijk zijn dat een puntsgewijze 20 aangrijping van de buitenomtrek van de doseernaald en de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal ook kan worden bewerkstelligd door geschikte elliptische of andere continue omtreksvormen, welke eveneens worden begrepen vervat te zijn in de uitvindingsgedachte zoals verwoord in de bijgesloten conclusies.
Teneinde een zo slank mogelijk mondstuk te verkrijgen, in het 25 bijzonder voor het bijvoorbeeld aanbrengen van materiaal op een substraat met opstaande delen zoals de bovengenoemde plaat met gedrukte bedrading, voorziet de uitvinding in een verdere uitvoeringsvorm van het spuitventiel daarin, dat de gastoevoerkanalen in het mondstuk zijn aangebracht en in langsrichting daarvan zijn gelegen.
30 Voor het verkrijgen van een cirkelsymmetrische atomisering van de vrijgegeven hoeveelheid materiaal, zijn de gastoevoerkanalen in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding symmetrisch verdeeld rond het materiaaltoevoerkanaal in het mondstuk aangebracht en monden de gastoevoerkanalen symmetrisch verdeeld rond de uitlaatopening in het mondstuk uit.
103 0 407 5
Doordat de gastoevoerkanalen in het mondstuk zijn aangebracht, wordt vermeden dat een speciaal gevormde kap met langs de binnenomtrek daarvan aangebrachte uitsparingen voor het vormen van de gastoevoerkanalen over het mondstuk moet worden aangebracht, waardoor de dikte van het mondstuk als 5 geheel ongewenst wordt vergroot. Zoals dit bijvoorbeeld bij het bovengenoemde Amerikaanse octrooi 6.170.760 B1 het geval is.
Overeenkomstig een weer verdere uitvoeringsvorm van het spuitventiel volgens de uitvinding, kan worden volstaan met een relatief eenvoudige, vanaf de uitlaatopening over het mondstuk aan te brengen eindkap met een opening 10 die in gemonteerde toestand van de eindkap op de uitlaatopening aansluit. Deze eindkap kan, in het geval van een cilindrisch mondstuk, eveneens cilindrisch van vorm zijn en is bij voorkeur in langsrichting van het mondstuk verstelbaar, zodat de omvang van het sproeipatroon van het spuitventiel door het verplaatsen van de eindkap relatief eenvoudig kan worden ingesteld.
15 In een weer verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een spuitventiel, waarbij het mondstuk losneembaar is gemonteerd op een einddeel van het spuitventiel, welk einddeel is voorzien van materiaaltoevoermiddelen die aansluiten op het materiaaltoevoerkanaal, gastoevoermiddelen die aansluiten op de gastoevoerkanalen en van middelen voor het in langsrichting in het 20 materiaaltoevoer-kanaal verplaatsen van de doseernaald, voor het openen en sluiten van de uitlaatopening. De doseernaald is bij voorkeur losneembaar in het einddeel gemonteerd, om de eerder genoemde reiniging daarvan te faciliteren.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een doseernaald, een losneembaar eindstuk van de doseernaald dat over de betreffende afstand passend 25 is gevormd en is voorzien van een vrij einde voor het vrijgeven en afsluiten van de uitlaatopening van het mondstuk, en een mondstuk voor gebruik in het spuitventiel volgens de uitvinding zoals in het voorgaande beschreven.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het spuiten van materiaal op een substraat, zoals lak op een plaat met gedrukte 30 bedrading, omvattende één of meer spuitventielen zoals in het voorgaande beschreven, welke spuitventielen in langsrichting zwaaibaar en over het substraat verplaatsbaar in de inrichting zijn gemonteerd, voor het computergestuurd over het substraat aanbrengen van het betreffende materiaal.
De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van verschillende 1030407 6 uitvoeringsvormen nader worden toegelicht.
Figuur 1 toont schematisch, in langsdoorsnede, een uitvoeringsvorm van het spuitventiel volgens de uitvinding.
Figuren 2 tot en met 5 tonen, op vergrote schaal, de doorsnede 5 langs de lijn l-l in figuur 1 voor verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Hoewel de uitvinding in het navolgende nader wordt toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm van een spuitventiel volgens de uitvinding, zal het voor deskundigen duidelijk zijn dat hierin verschillende wijzigingen kunnen worden aangebracht, zonder af te wijken van de uitvindingsgedachte. Al 10 deze wijzigingen en eventuele aanvullingen worden geacht te zijn vervat in de bijgesloten conclusies.
In de, in figuur 1 getoonde langsdoorsnede van een spuitventiel 1 volgens de uitvinding, kunnen in hoofdzaak twee losneembare delen worden onderscheiden. Enerzijds het in de bovenste helft van de tekening weergegeven 15 einddeel 2 en anderzijds het in de onderste helft van de tekening weergegeven j spuitdeel 3. Het einddeel 2 en het spuitdeel 3 zijn losneembaar met elkaar gekoppeld.
Het einddeel 2 omvat een behuizing 4 in de vorm van een lucht-cilinderhuis omvattende een luchtkamer 5 met een eerste luchtinlaat/uitlaat 6 en een J
20 tweede luchtinlaat/uitlaat 7. !
In langsrichting van het spuitventiel strekt zich een doseernaald 8 uit, bijvoorbeeld van staal, die aan een einde is voorzien van een zuiger 9 welke in langsrichting van het spuitventiel 1 beweegbaar in de luchtkamer 5 is opgesteld. De zuiger 9 ondervindt een veerbelasting van een in de luchtkamer 5 op de zuiger 9 25 werkende drukveer 10. Zodanig, dat de zuiger 9 met de daaraan bevestigde doseernaald 8 onder de veerwerking in de richting van het spuitdeel 3 worden gedrukt.
Door het toevoeren van lucht via de eerste luchtinlaat/uitlaat 6 en het zo nodig uit de luchtkamer 5 wegvoeren van lucht via de tweede 30 luchtinlaat/uitlaat 7, kan de zuiger 9 in de richting weg van het spuitdeel 3 worden verplaatst. De slag van de zuiger 9, dat wil zeggen de afstand waarover de zuiger 9 in de richting weg van het spuitdeel 3 kan worden verplaatst, kan worden ingesteld door middel van een in de luchtkamer 5 aangrijpende slagbegrenzer 11. De slagbegrenzer 11 kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een in langsrichting in het 10 3^407 - 7 luchtcilinderhuis 4 te schroeven schroefbout zodanig, dat de afstand waarover de slagbegrenzer 11 zich in de luchtkamer 5 uitstrekt kan worden gevarieerd door het meer of minder ver in het luchtcilinderhuis 4 schroeven van de schroefbout. Voor het in een bepaalde stand borgen van de slagbegrenzer 11 is een op zichzelf bekende 5 borgmoer 12 verschaft.
Omgekeerd kan de zuiger 9 in de richting van het spuitdeel 3 worden verplaatst door lucht vanaf de tweede luchtinlaat/uitlaat 7 in de luchtkamer 5 te brengen en zo nodig lucht via de eerste luchtinlaat/uitlaat 6 uit de luchtkamer 5 te laten wegstromen.
10 Het spuitdeel 3 wordt gevormd door een langwerpig mondstuk 13, bijvoorbeeld van staal, met een uitlaatopening 14 en een zich vanaf de uitlaatopening 14 in langsrichting van het mondstuk 13 uitstrekkend materiaaltoevoerkanaal 15. Het materiaaltoevoerkanaal 15 sluit in een ventielhuis 17 van het einddeel 2 aan op een materiaalinlaat 16, voor het toevoeren van een te 15 verwerken materiaal in vloeibare vorm, zoals bijvoorbeeld verf, lak, smeermiddel of dergelijke.
De doseemaald 8 strekt zich vanaf het luchtcilinderhuis 4 via het ventielhuis 17 beweegbaar uit in het materiaaltoevoerkanaal 15, met een voldoende ruime speling voor het verplaatsen van materiaal vanaf de inlaat 16 naar de 20 uitlaatopening 14 van het materiaaltoevoerkanaal 15. Door het in langsrichting verplaatsen van de doseemaald 8 kan de uitlaatopening 14 worden geopend of gesloten, waartoe de doseemaald 8 een aan de afmetingen van de uitlaatopening 14 aangepast puntvormig vrij einde 33 bezit.
In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, 25 bevinden zich symmetrisch verdeeld rond het materiaaltoevoerkanaal 15 gastoevoer-kanalen 18 ,19 die in het mondstuk 13 symmetrisch rond de uitlaatopening 14 naar buiten uitmonden. De gastoevoerkanalen 18, 19 sluiten aan op een gasinlaat 20 voor het vanaf de gasinlaat 20 via de gastoevoerkanalen 18, 19 nabij de uitlaatopening 14 creëren van een gasstroming in de richting weg van het 30 spuitdeel 3. In het algemeen wordt hiervoor lucht toegepast. Afhankelijk van het, met het spuitventiel 1 te verwerken materiaal kan het ook noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld een edelgas of dergelijke te gebruiken.
Ter hoogte van de gasinlaat 20 is een op het mondstuk 13 aangrijpende borgmoer 21 verschaft, voor het losneembaar met het ventielhuis 17 1030407 8 koppelen van het mondstuk 13.
Om lekkage van gas of lucht en materiaal te verhinderen, zijn diverse afdichtingen, bijvoorbeeld in de vorm van zogeheten O-ringen, in het spuitventiel 1 opgenomen, respectievelijk aangeduid met de verwijzingscijfers 22, 5 23, 24, 25 en 26. Het gebruik van dergelijke O-ringen of andersoortige afdichtingen is voor een deskundige op zichzelf bekend en behoeft geen verdere toelichting.
Om het weglekken van materiaal langs de doseernaald 8 in de richting van de luchtkamer 5 te verhinderen, is rond de doseernaald 8 tussen het luchtcilinderhuis 4 en het ventielhuis 17, met behulp van een zogeheten klemnippel 10 28, een afdichtprop 27 van bijvoorbeeld teflon aangebracht. Uiteraard zodanig, dat de doseernaald 8 in langsrichting beweegbaar blijft.
In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van het spuitventiel 1 volgens de uitvinding is over het mondstuk 13 vanaf de uitlaatopening 14 een eindkap of atomiseerkap 29 aangebracht, met een op de uitlaatopening 14 en de 15 daaromheen uitmondende gastoevoerkanalen 18, 19 aansluitende opening 30. De eindkap 29 is bij voorkeur in langsrichting van het mondstuk 13 verplaatsbaar, bijvoorbeeld door middel van een schroefverbinding, waardoor de afmetingen van de opening 30 kunnen worden gevarieerd.
Onder de krachtwerking van de drukveer 5 grijpt het puntvormige 20 vrije einde 33 van de doseernaald aan in de uitlaatopening 14, waardoor deze is gesloten. Door het, in het vlak van de tekening gezien, omhoog bewegen van de doseernaald 8, wordt het puntvormige vrije einde 33 van de doseernaald 8 weg van de uitlaatopening 14 verplaatst, waardoor een hoeveelheid materiaal vanuit het materiaaltoevoerkanaal 15 via de uitlaatopening 14 naar buiten kan worden 25 verplaatst. Deze hoeveelheid materiaal wordt dan onder de werking van het uit de gastoevoerkanalen 18, 19 stromende gas geatomiseerd en op een substraat (niet getoond) gesproeid. Met het verwijzingscijfer 35 is schematisch een straal op deze wijze geatomiseerd materiaal waargegeven. De omvang van de straal 35 kan onder andere worden gevarieerd door de eindkap 29 meer of minder verder over het 30 mondstuk 13 aan te brengen.
Doordat de eindkap 29 direct nabij de uitlaatopening 14 over het mondstuk 13 wordt aangebracht, hebben mechanische afwijkingen minder invloed en kan beter gewaarborgd worden dat de eindkap 29 en het mondstuk 13 centrisch ten opzichte van elkaar zijn gelegen, in tegenstelling tot de stand van de techniek 1030407 ! 9 volgens het Amerikaanse octrooi 6.170.760 B1 waarbij met een relatief lange eindkap wordt gewerkt die over het hele mondstuk heen reikt.
Overeenkomstig de uitvinding is het spuitventiel 1 nabij de uitlaat-opening 14 over een afstand in langsrichting voorzien van een passing 31, 32 voor 5 het in het materiaaltoevoerkanaal 15 centreren van de doseernaald 8. De passing 31, 32 van respectievelijk het materiaaltoevoerkanaal 15 en de doseernaald 8 is zodanig gevormd, dat materiaal vanuit het toevoerkanaal 15 langs de doseernaald 8 naar de uitlaatopening 14 kan worden verplaatst.
In de praktijk is het mondstuk gemiddeld 50-80 mm lang met een 10 gemiddelde doorsnede van 8-12 mm en heeft de doseernaald een lengte die gemiddeld ligt tussen 100-150 mm met een doorsnede van 1-3 mm. De passing 31, 32 heeft daarbij dan een lengte in de orde grootte van 10 mm.
De passing volgens de uitvinding wordt nu meer in detail besproken aan de hand van de figuren 2 tot en met 8, welke op vergrote schaal een doorsnede-15 aanzicht door de lijn l-l in figuur 1 tonen, voor verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding.
In de figuren 2 tot en met 8 zijn qua functie corresponderende onderdelen die echter een verschillende uitvoeringsvorm hebben, aangegeven met een verwijzingscijfer dat overeenkomt met het verwijzingscijfer van het betreffende 20 onderdeel in figuur 1, gevolgd door een suffix. Bijvoorbeeld, de doseernaald 8 is in de eerste uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 2 aangeduid met het verwijzingscijfer 81, in de tweede uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3 met het verwijzingscijfer 82, etc. Gelijke verwijzingscijfers refereren aan gelijke onderdelen.
In de uitvoeringsvorm van de passing 31, 32 volgens figuur 2, is het 25 mondstuk met het verwijzingscijfer 131 aangeduid en heeft dit een cirkeicilindrische doorsnede met vier tangentiaal symmetrisch daarin verdeeld gelegen gastoevoerkanalen 18, 19. De doseernaald 81 heeft over het gedeelte 32 (zie figuur 1) een bij benadering relatief slanke driehoekvormige doorsnede en het materiaaltoevoerkanaal 151 heeft tenminste over het gedeelte 31 een 30 cirkeicilindrische doorsnede. Tussen het materiaaltoevoerkanaal 151 en de doseernaald 81 bevinden zich ruimtes 40 voor materiaaltransport langs de doseernaald 81 naarde uitlaatopening 14.
Uit figuur 2 is duidelijk te zien dat de doseernaald 81 op drie symmetrisch rond zijn buitenomtrek verdeeld gelegen punten 36, 37, 38 1030407 10 nauwpassend, in langsrichting verplaatsbaar, aangrijpt op de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal 151. Hiermee wordt de volgens de uitvinding beoogde centrering van de doseernaald 81 in het materiaaltoevoerkanaal 151 nabij de uitlaatopening 14 verkregen.
5 Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van de passing 31, 32 volgens de uitvinding, met een mondstuk 131 en een materiaaltoevoerkanaal 151 volgens figuur 2, echter met een doseernaald 82 met vollere driehoekige doorsnede dan de doseernaald 81 zoals getoond in figuur 2. Naar de uitlaatopening 14 te verplaatsen materiaal kan de doseernaald 82 via de ruimtes 41 passeren.
10 In de derde uitvoeringsvorm van de passing 31, 32 volgens de uitvinding zoals getoond in figuur 4, heeft de doseernaald 83 een bij benadering vierkante doorsnede, met ruimtes 42 voor materiaaltransport in het cirkelcilindrische materiaaltoevoerkanaal 151 van het mondstuk 131. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding grijpt de doseernaald 83 voor de beoogde centrering met vier punten 47, 15 48, 49, 50 nauwpassend aan op de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal 151.
De figuren 5 en 6 tonen respectievelijk een vierde en vijfde uitvoeringsvorm van de passing 31,32 volgens de uitvinding waarin de doseernaald een stervormige doorsnede heeft. Figuur 5 toont een doseernaald 84 met een 20 doorsnede in de vorm van een vijfpuntige ster, dat wil zeggen vijf aangrijpingspunten voor centrering met vijf ruimtes 43 voor materiaaltransport langs de doseernaald 84. Figuur 6 toont een doseernaald 85 met een doorsnedevorm als vierpuntige ster, met vier ruimtes 44 voor materiaaltransport. In beide gevallen heeft het materiaaltoevoer-kanaal 151 in het mondstuk 131 een cirkelcilindrische 25 doorsnede.
In de, in figuur 7 getoonde zesde uitvoeringsvorm van de passing 31, 32 volgens de uitvinding, heeft het mondstuk 132 een materiaaltoevoerkanaal 152 dat, althans over de lengte van het gedeelte 31, een bij benadering vierkante doorsnede heeft. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de doseernaald 86 30 een cirkelcilindrische doorsnede. De doseernaald 86 grijpt met zijn buitenomtrek op vier plaatsen 51, 52, 53, 54 aan op de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal 152, voor de beoogde centrering van de doseernaald 86 in het materiaaltoevoerkanaal 152 nabij de uitlaatopening 14. Tussen de doseernaald 86 en het materiaaltoevoerkanaal 151 bevinden zich ruimtes 45 voor 1 0 3 0 4 07 .
11 materiaaltransport.
Figuur 8 toont een zevende uitvoeringsvorm van de passing 31, 32 volgens de uitvinding, waarbij het materiaaltoevoerkanaal 153 in het mondstuk 133 een stervormige binnenomtrek heeft en de doseernaald 86 een cirkelcilindrische 5 doorsnede heeft, overeenkomstig figuur 7. Tussen de doseernaald 86 en het materiaaltoevoerkanaal 153 bevinden zich nu ruimtes 46 voor materiaaltransport. Er zijn weer vier aangrijpingspunten 55, 56, 57, 58 tussen de doseernaald 86 en het materiaaltoevoerkanaal 153.
In de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding 10 zijn de inwendige doorsnedeafmetingen van het materiaaltoevoerkanaal 15, 151, 152, 153 en de uitwendige doorsnedeafmetingen van de betreffende doseernaald 8, 81, 82, 83, 84, 85, 86 ter plaatse van de passing 31, 32 zodanig op elkaar afgestemd, dat de beoogde puntsgewijze aangrijping voor centrering van de doseernaald in het materiaaltoevoerkanaal ontstaat.
15 Dit betekent dat, zoals getoond in figuur 1, het materiaaltoevoer kanaal 15, 151, 152, 153 over de lengte van het gedeelte 31 van de passing in doorsnede vernauwd kan worden uitgevoerd (verjongd) en de doseernaald 8, 81, 82, 83, 84, 85, 86 zijn uitwendige doorsnedeafmetingen over de hele lengte kan houden maar waarbij materie wordt weggenomen ter lengte van het gedeelte 32 van de 20 passing, zoals bijvoorbeeld bij de doseernaalden 81, 82, 83, 84, 85. In de zesde en zevende uitvoeringsvorm zoals getoond in de figuren 7 en 8 hoeft daarbij geen materie uit de doseernaald 86 te worden weggenomen, maar wordt wel materie weggenomen aan de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal 151.
Ook kunnen ter plaatse van de passing 32 de doorsnede-25 afmetingen van de doseernaald 81, 82, 83, 84, 85, 86 worden vergroot en kunnen de doorsnede-afmetingen van het materiaaltoevoerkanaal 151, 152, 153 ter plaatse van de passing 31 gehandhaafd blijven.
Beide alternatieven worden door de uitvoeringsvormen van de uitvinding zoals getoond in de figuren 2 t/m 8 omvat.
30 Door een deskundige zal worden begrepen dat de getoonde en besproken uitvoeringsvormen slechts enkele uit een scala van mogelijkheden zijn, waarbij ook gedacht kan worden aan combinaties van een doseernaald met meerhoekige afmetingen en een materiaaltoevoerkanaal met meerhoekige afmetingen voor het vormen van de beoogde passing (niet getoond). Ook kunnen 1030407 12 geschikte niet-hoekige omtreksvormen worden gekozen voor het bewerkstelligen van de beoogde centrering en het materiaaltransport door de passing. De keuze voor een bepaalde uitvoeringsvorm kan afhangen van de gewenste toepassing van het spuitventiel en het te verwerken materiaal daarin. Al deze combinaties worden 5 geacht te zijn vervat in de bijgesloten conclusies.
De doseernaald en het mondstuk volgens de uitvinding kunnen ook als losse (vervangings)onderdelen in de handel worden gebracht. Verder kan het passingdeel 32 van de doseernaald 8, 81, 82, 83, 84, 85, 86 inclusief het puntvormige einde 33 als los eindstuk in de handel worden gebracht, om vervanging 10 bij slijtage of dergelijke mogelijk te maken. Dit onderdeel kan dan bijvoorbeeld van een schroefdraadeinde zijn voorzien en het langwerpige deel van de doseernaald 8, 81,82, 83, 84, 85, 86 dat in de zuiger 9 eindigt kan dan van inwendige schroefdraad zijn voorzien, voor het daarin schroeven van het draadeinde van het betreffende onderdeel. Een en ander zoals schematisch in figuur 1 met onderbroken lijnen 34 is 15 aangegeven. Begrepen zal worden dat het einde 33 ook een andere vorm dan een punt kan hebben, geschikt voor het openen en sluiten van de uitlaatopening 14.
Voorts ziet de uitvinding op het gebruik van het spuitventiel in een Inrichting voor het spuiten van materiaal op een substraat, zoals lak op een plaat met gedrukte bedrading. Een dergelijke inrichting (niet getoond) kan één of meer 20 spuitventielen volgens de uitvinding bevatten. Deze spuitventielen zijn ten minste over een lijn en bij voorkeur over een vlak verplaatsbaar. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de spuitventielen zwaaibaar in langsrichting daarvan, voor het neerslaan van materiaal op een substraat. De spuitventielen worden computergestuurd verplaatst.
25 Door de nauwkeurige centrering van de doseernaald in het materiaaltoevoerkanaal volgens de uitvinding, wordt steeds een rechte straal 35 geproduceerd, dat wil zeggen in langsrichting van het spuitventiel, ook na reiniging van het spuitventiel waardoor een in de tijd herhaalbare nauwkeurige sturing van het spuitventiel volgens de uitvinding mogelijk is, zonder specifieke compensatie van de 30 sturing per spuitventiel of dergelijke en met een beoogde constante kwaliteit.
Door deskundigen zal verder worden begrepen dat de uitvinding niet beperkt is tot een spuitventiel met een luchtcilinderhuis voor het onder luchtdruk verplaatsen van de doseernaald. Alternatieven zoals een hydraulische sturing of een elektromagnetische sturing behoren eveneens tot de mogelijkheden en worden 1030407- i i Λ Λ ΙΟ geacht te zijn vervat in de generieke benaming spuitventiel, zoals gebruikt in de onderhavige beschrijving en de conclusies.
5 1030407

Claims (20)

1. Spuitventiel voorzien van een langwerpig mondstuk met een uitlaatopening en een zich vanaf de uitlaatopening in langsrichting van het mondstuk 5 uitstrekkend materiaaltoevoerkanaal, een in langsrichting van het materiaal-toevoerkanaal daarin beweegbaar gemonteerde doseemaald voor het openen en sluiten van de uitlaatopening en nabij de uitlaatopening uitmondende gastoevoerkanalen, met het kenmerk, dat het materiaaltoevoerkanaal en de doseernaald nabij de uitlaatopening over een afstand in langsrichting passend 10 gevormd zijn voor het in het materiaaltoevoerkanaal centreren van de doseernaald, zodanig dat het materiaal vanuit het materiaaltoevoerkanaal langs de doseernaald naar de uitlaatopening kan worden verplaatst.
2. Spuitventiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het materiaaltoevoerkanaal met zijn binnenomtrek en de doseernaald met zijn 15 buitenomtrek over de betreffende afstand een zodanige doorsnedevorm hebben, dat de doseernaald puntsgewijs op tenminste drie symmetrisch rond zijn buitenomtrek verdeeld gelegen punten op de binnenomtrek van het materiaaltoevoerkanaal aangrijpt.
3. Spuitventiel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 20 materiaaltoevoerkanaal over de betreffende afstand is verjongd.
4. Spuitventiel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de doseernaald over de betreffende afstand in doorsnede is vergroot.
5. Spuitventiel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat over de betreffende afstand het materiaaltoevoerkanaal cirkelcilindrisch is en de 25 doseernaald een meerhoekige doorsnedevorm heeft.
6. Spuitventiel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de doseernaald een doorsnedevorm heeft gekozen uit een groep omvattende in hoofdzaak een vierkante, rechthoekige, driehoekige, stervormige of trapeziumvormige doorsnedevorm. i
7. Spuitventiel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat over de betreffende afstand de doseernaald cirkelcilindrisch is en het materiaaltoevoerkanaal een meerhoekige doorsnedevorm heeft.
8. Spuitventiel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het materiaaltoevoerkanaal een doorsnedevorm heeft gekozen uit een groep 1 0 3 0 4 0 7 omvattende in hoofdzaak een vierkante, rechthoekige, driehoekige, stervormige of trapeziumvormige doorsnedevorm.
9. Spuitventiel volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat over de betreffende afstand het materiaaltoevoerkanaal en de doseernaald een 5 meerhoekige doorsnedevorm hebben.
10. Spuitventiel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de doorsnedevorm is gekozen uit een groep omvattende in hoofdzaak een vierkante, rechthoekige, driehoekige, stervormige of trapeziumvormige doorsnedevorm.
11. Spuitventiel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de gastoevoerkanalen in het mondstuk in langsrichting daarvan zijn gelegen.
12. Spuitventiel volgens conclusies 11, met het kenmerk, dat de gastoevoerkanalen symmetrisch verdeeld rond het materiaaltoevoerkanaal in het mondstuk zijn gelegen en symmetrisch verdeeld rond de uitlaatopening in het 15 mondstuk uitmonden.
13. Spuitventiel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een vanaf de uitlaatopening over het mondstuk aan te brengen eindkap met een opening die in gemonteerde toestand van de eindkap op de uitlaatopening aansluit.
14. Spuitventiel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de eindkap cilindrisch van vorm is en in langsrichting van het mondstuk verstelbaar is gemonteerd.
15. Spuitventiel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mondstuk losneembaar is gemonteerd op een einddeel 25 van het spuitventiel, welk einddeel is voorzien van materiaaltoevoermiddelen die aansluiten op het materiaaltoevoerkanaal, gastoevoermiddelen die aansluiten op de gastoevoerkanalen en van middelen voor het in langsrichting in het | materiaaltoevoerkanaal verplaatsen van de doseernaald, voor het openen en sluiten van de uitlaatopening.
16. Spuitventiel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de doseernaald losneembaar in het einddeel is gemonteerd.
17. Doseernaald voor gebruik in een spuitventiel volgens één of meer van de voorgaande conclusies.
18. Doseernaald volgens conclusie 17, gekenmerkt door een 10 3 0 4 0 7 losneembaar eindstuk dat over de betreffende afstand passend is gevormd en voorzien van een vrij einde voor het openen en sluiten van een uitlaatopening.
19. Mondstuk voor gebruik in een spuitventiel volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 16.
20. Inrichting voor het spuiten van materiaal op een substraat, zoals lak op een plaat met gedrukte bedrading, omvattende één of meer spuitventielen volgens één of meer van de voorgaande conclusies, welke spuitventielen in langsrichting zwaaibaar en over het substraat verplaatsbaar in de inrichting zijn gemonteerd, voor het computergestuurd over het substraat aanbrengen van het 10 betreffende materiaal. 1030407
NL1030407A 2005-11-14 2005-11-14 Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen. NL1030407C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030407A NL1030407C2 (nl) 2005-11-14 2005-11-14 Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030407 2005-11-14
NL1030407A NL1030407C2 (nl) 2005-11-14 2005-11-14 Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030407C2 true NL1030407C2 (nl) 2007-05-15

Family

ID=36576043

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030407A NL1030407C2 (nl) 2005-11-14 2005-11-14 Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030407C2 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1961924A (en) * 1931-10-01 1934-06-05 Hudson Mfg Co H D Spraying device
US2957631A (en) * 1957-03-14 1960-10-25 Acf Ind Inc Nozzle for fuel injector system
US4579255A (en) * 1980-05-09 1986-04-01 Nordson Corporation Liquid dispensing device
EP0477046A1 (en) * 1990-08-16 1992-03-25 Nissan Motor Company Limited Direct injection diesel engine
EP0509323A2 (en) * 1991-04-19 1992-10-21 Nordson Corporation Method and apparatus for dispensing high viscosity fluid materials
DE19748908C1 (de) * 1997-11-05 1999-04-22 Wolfgang Puffe Auftragskopf mit einer Kleberdüse mit Dreiecksnadel
US6170760B1 (en) 1999-01-25 2001-01-09 Precision Valve & Automation, Inc. Compact spray valve
US20050095365A1 (en) * 2003-10-30 2005-05-05 Howard Acum Conformal coating applicator and method

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1961924A (en) * 1931-10-01 1934-06-05 Hudson Mfg Co H D Spraying device
US2957631A (en) * 1957-03-14 1960-10-25 Acf Ind Inc Nozzle for fuel injector system
US4579255A (en) * 1980-05-09 1986-04-01 Nordson Corporation Liquid dispensing device
EP0477046A1 (en) * 1990-08-16 1992-03-25 Nissan Motor Company Limited Direct injection diesel engine
EP0509323A2 (en) * 1991-04-19 1992-10-21 Nordson Corporation Method and apparatus for dispensing high viscosity fluid materials
DE19748908C1 (de) * 1997-11-05 1999-04-22 Wolfgang Puffe Auftragskopf mit einer Kleberdüse mit Dreiecksnadel
US6170760B1 (en) 1999-01-25 2001-01-09 Precision Valve & Automation, Inc. Compact spray valve
US20050095365A1 (en) * 2003-10-30 2005-05-05 Howard Acum Conformal coating applicator and method

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101161391B1 (ko) 코팅 물질 분사 디바이스와 에어캡
US4993642A (en) Paint spray gun
US9302281B2 (en) High swirl air cap
JP6818415B2 (ja) 接着剤ディスペンシングモジュール、及び、複数滴の液体接着剤の噴射方法
EP1706210B1 (de) Vorrichtung zum haltern eines fluidischen bauteils
EP1880771B1 (de) Spritzpistole
US6170760B1 (en) Compact spray valve
DE68920950T2 (de) Düsenvorsatz für eine Klebepistole.
US20120097765A1 (en) Fine Finish Airless Spray Tip Assembly for a Spray Gun
JP5032478B2 (ja) 2成分噴霧装置
US20110214607A1 (en) Spray edger devices suitable for use with material application apparatus
CA2951450A1 (en) Air cap and nozzle assembly for a spray gun, and spray gun
NL1030407C2 (nl) Spuitventiel, mondstuk, doseernaald en inrichting omvattende één of meer spuitventielen.
US20130032644A1 (en) External mix air atomizing spray nozzle assembly
DE4122594A1 (de) Vorrichtung zum einstellbaren zufuehren eines fluessigen materials
HU193858B (en) Spraying nozzle
CH642280A5 (fr) Buse de pulverisation.
EP3479906B1 (fr) Buse de pulvérisation avec rétrécissement de pré-atomisation, et tête de pulvérisation et dispositif de pulvérisation comprenant une telle buse
KR20200004333A (ko) 2유체 노즐
BG62796B1 (bg) Дюза за подаване на термореактивна пластмаса
US20010032887A1 (en) Precision dispensing tip and method
DE2659428C2 (de) Vorrichtung zum elektrostatischen Versprühen von auf Werkstücken aufzutragendem flüssigen Überzugsmaterial
US5456415A (en) Atomizing nozzle for liquids
JP6927984B2 (ja) ノズル列の一方又は両方の縁領域で孔間隔が大きくなる孔あき板
KR20220126721A (ko) 스프레이 팁

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20121228

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130601