NL1030278C2

NL1030278C2 - Uitvaartkist van een biologisch afbreekbaar materiaal, alsmede werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

Info

Publication number: NL1030278C2
Application number: NL1030278A
Authority: NL
Inventors: Johannes Henricus Pierr Gerits
Original assignee: Hsv Beheer B V
Priority date: 2005-10-26
Filing date: 2005-10-26
Publication date: 2007-04-27
Also published as: ATE428393T1; DE602006006265D1; EP1779829A1; EP1779829B1

Description

Korte aanduiding: Uitvaartkist van een biologisch afbreekbaar materiaal, alsmede werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een uitvaartkist van een biologisch afbreekbaar materiaal.

Biologisch afbreekbare uitvaartkisten zijn in het vak bekend. Bijvoorbeeld is uit WO 99/17705 een kist of urn bekend, die uit 5 biologisch afbreekbare kunststoffen gebaseerd op natuurlijke materialen is vervaardigd. De biologisch afbreekbare kunststoffen zijn verkregen uit hernieuwbare grondstoffen. Polymelkzuur wordt als een van de voorbeelden van dergelijke biologisch afbreekbare kunststoffen genoemd voor de vervaardiging van een transparant deksel 10 van de uitvaartkist. De biologische afbreekbaarheid van het materiaal zorgt ervoor dat de uitvaartkist toegepast als begrafeniskist, door micro-organismen wordt afgebroken tot de afbraakproducten water, kooldioxide en mineralen, die van nature ook in het milieu voorkomen.

Gebleken is echter dat een uit polymelkzuur vervaardigde 15 uitvaartkist voor toepassing bij crematie minder geschikt is. Bij verbranding wordt een vloeibare plas gevormd. Daardoor verspreidt het vuur zich met het risico dat het vuur zichzelf onvoldoende in stand houdt, zodat de kist met het stoffelijk overschot niet volledig verbrandt. Dit is ongewenst voor de oven en voor de rouwenden.

20 Verder is gebleken dat een uitvaartkist die is spuitgegoten uit polymelkzuur en een deeltjesvormige brandbare hulpstof, verkleuringen en lokaal verschillende mechanische eigenschappen kan vertonen.

De uitvinding heeft zodoende ten doel een uitvaartkist van een 25 biologisch afbreekbaar materiaal te verschaffen, die genoemde nadelen niet of in mindere mate heeft, of ten minste een bruikbaar alternatief te verschaffen.

De uitvaartkist van een biologisch afbreekbaar materiaal volgens de uitvinding is daartoe opgebouwd uit polymelkzuur en een 30 deeltjesvormige brandbare natuurlijke hulpstof. Door aan het uitgangsmateriaal voor de vervaardiging van de uitvaartkist een deeltjesvormige brandbare natuurlijke hulpstof toe te voegen, in het bijzonder een cellulosehoudend materiaal, is verrassenderwijs bereikt dat bij crematie volledige verbranding van de uitvaartkist en het 1030278 - 2 - stoffelijk overschot optreedt, resulterend in de vorming van een hoeveelheid vaste as zonder verdere vloeibare componenten. De natuurlijke hulpstof is eveneens biologisch afbreekbaar, zodat een uitvaartkist die in een begrafenisfunctie wordt toegepast, door 5 microorganismen wordt afgebroken. De uitvaartkist volgens de uitvinding heeft zodoende zowel in de begrafenisfunctie als in de crematiefunctie een lage milieubelasting. Naast de bruikbaarheid bij zowel de begrafenis- als de crematiefunctie is een nevenvoordeel van de uitvaartkist volgens de uitvinding dat het gewicht is gereduceerd 10 ten opzichte van de traditionele uit spaanplaat vervaardigde uitvaartkisten met een totaalgewicht inclusief deksel van ongeveer 35 tot 40 kilo. Dit laat toe dat het gewicht van de uitvaartkist volgens de uitvinding beneden het maximale tilgewicht door een individu blijft, zoals op dit moment in de ARBO wetgeving (ongeveer 27 kg) is 15 vastgelegd.

Door de deeltjesvormige hulpstof voorafgaande aan de vervaardiging van de uitvaartkist te bekleden met een bekleding die bestand is tegen de tijdens het spuitgieten bereikte temperatuur wordt verhinderd, dat thermische degradatie gepaard gaande met 20 aantasting van kleur en sterkte-eigenschappen van de uitvaartkist optreedt. Men acht het waarschijnlijk dat bij het spuitgieten van het uitgangsmateriaal, waarbij de deeltjesvormige hulpstof niet is beschermd, door de hoge procestemperaturen (in geval van PLA ongeveer 180°C), procesdrukken (variërend vanaf ca 4 bar voor lage druk tot 10 25 bar of meer voor hogedrukinrichtingen) en wrijvingskrachten die voor het spuitgieten noodzakelijk zijn, voortijdige partiële verbranding van de natuurlijke hulpstof optreedt. Het bekleden van de hulpstof met een giettemperatuurbestendige bekleding voorkomt deze thermische degradatie. Bijvoorbeeld ligt verbrandingstemperatuur van houtmeel 30 bij ongeveer 180°C, terwijl de uitgangsmaterialen bij de smelttemperatuur van polymelkzuur (ongeveer 200°C) worden bereid en verwerkt. Door het aanbrengen van de giettemperatuurbestendige bekleding wordt voorkomen dat het houtmeel bij deze temperatuur een thermische degradatie ondergaat.

35 Geschikte spuitgiettemperatuurbestendige materialen voor de bekleding van de deeltjes van de hulpstof zijn bijvoorbeeld natuurlijke wassen. Deze materialen zijn biologisch afbreekbaar voor de begrafenisfunctie, alsmede bij de oventemperatuur van het crematorium (>700°C) te verbranden.

- 3 -

Doorgaans zal de uitvaartkist uit 2 vormdelen namelijk een bak en een deksel bestaan. Met voordeel zijn zowel de bak als het deksel nestbaar. Met het oog op de nestbaarheid kan de bak zijn voorzien van nokken, zodat de bakken exact recht te stapelen zijn.

5 Onderdelen van of voor de uitvaartkist volgens de uitvinding zoals poten, handgrepen, sluitingen, scharnieren en ornamenten zijn met voordeel geïntegreerd in de uitvaartkist, evenals het bevestigingssysteem voor de binnenbekleding. Wanneer dergelijke onderdelen geen integraal onderdeel uitmaken van de uitvaartkist kan 10 de kist zijn voorzien van kliksystemen, waaraan de diverse onderdelen eenvoudig kunnen worden bevestigd door middel van een klikverbinding. Het deksel van de uitvaartkist kan een stroef gedeelte omvatten, zodat kransen, bloemen en boeketten niet gemakkelijk van de kist afglijden. De bodem van de kist kan schuin oplopen waardoor deze bij 15 het hoofd van het stoffelijk overschot hoog is. Omdat het risico bestaat dat twee vormdelen van de uitvaartkist niet precies op elkaar aansluiten, is het product bij voorkeur voorzien van een schaduwsponning.

De deeltjesvormige brandbare natuurlijke hulpstof is zoals 20 reeds eerder gesteld, bij voorkeur een cellulosehoudend materiaal. Geschikte voorbeelden daarvan omvatten hout en vlas. Houtmeel is een bijzonder geschikte hulpstof. Houtmeel bestaat uit kleine houtdeeltjes die ontstaan bij het verspanen van verschillende soorten hout. Met het oog op de vervaardigingswerkwijze, zoals hierna nog zal 25 worden besproken, liggen de afmetingen van de deeltjes van de hulpstof bij voorkeur in het gebied tot aan 4 mm. De hoeveelheid hulpstof ligt met voordeel in het gebied van 5 tot 30 gew.% van het totaalgewicht van de uitvaartkist. Wanneer de hoeveelheid kleiner is, bestaat het risico dat bij verbranding van de uitvaartkist vloeibare 30 bestanddelen worden gevormd met de daaraan verbonden risico's zoals hierboven omschreven. Wanneer de hoeveelheid hulpstof meer dan 30 gew.% bedraagt, treedt ongewenste achteruitgang van de mechanische eigenschappen op. Meer bij voorkeur bedraagt de hoeveelheid hulpstof 10-20 gew.%, in het bijzonder ongeveer 15 gew.%.

35 In de tweede plaats heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een uitvaartkist uit een biologisch afbreekbaar materiaal. Uit de stand van de techniek is in het algemeen weinig bekend hoe biologisch afbreekbare uitvaartkisten moeten worden vervaardigd.

- 4 -

De uitvinding heeft verder ten doel een geschikte werkwijze voor het door spuitgieten vervaardigen van een uitvaartkist uit een biologisch afbreekbaar materiaal omvattende een polymeer in het bijzonder polymelkzuur en een deeltjesvormige brandbare natuurlijke 5 hulpstof te verschaffen.

Volgens de uitvinding omvat de werkwijze daartoe de stappen van het bekleden van de deeltjesvormige hulpstof met een giettemperatuurbestendige bekleding, van het bereiden en van het spuitgieten van het biologisch afbreekbaar materiaal.

10 De hierboven besproken voorkeursuitvoeringsvormen en - maatregelen ten aanzien van het eerste aspect zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de werkwijze volgens de uitvinding.

Desgewenst kunnen een of meer andere biologisch afbreekbare modificatoren worden toegevoegd. Omdat de natuurlijke hulpstof zoals 15 houtmeel het polymelkzuur brosser maakt, kan desgewenst een taaimakende hulpstof worden toegevoegd. Een voorbeeld daarvan is Ecoflex, een alifatisch copolyester - verkrijgbaar bij BASF -verkregen door reactie van butaandiol, adipinezuur en tereftaalzuur, dat een positieve invloed op de rek bij breuk heeft.

20 Het spuitgieten wordt bij voorkeur uitgevoerd door middel van de cascadetechniek. Cascadespuitgieten is een techniek om met een lage(re) druk in de matrijs te kunnen volstaan door gebruik te maken van meerdere (afsluitbare) aanspuitpunten in de matrijs, waarbij steeds een volgend aanspuitpunt geactiveerd wordt nadat het 25 vloeifront gepasseerd is. Hierbij werkt men met voordeel vanuit het midden naar de randen toe.

Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de bereidingsstap, de deelstappen van het vermengen van poedervormig polymelkzuur en een deeltjesvormige brandbare hulpstof 30 die bekleed is met een giettemperatuurbestendige bekleding en van het extruderen van de gemengde massa.

1030278

Claims

1. Uitvaartkist van een biologisch afbreekbaar materiaal, omvattende polymelkzuur en een deeltjesvormige brandbare natuurlijke hulpstof, waarbij de hulpstof is bekleed met een giettemperatuurbestendige bekleding.

2. Uitvaartkist volgens conclusie 1, waarbij de hulpstof een cellulosehoudend materiaal is.

3. Uitvaartkist volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 10 de hulpstof is gekozen uit hout of vlas.

4. Uitvaartkist volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afmetingen van de deeltjes van de hulpstof in het gebied tot aan 4 mm liggen. 15

5. Uitvaartkist volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoeveelheid hulpstof in het gebied van 5 tot 30 gew.% van het totaalgewicht van de uitvaartkist ligt.

6. Uitvaartkist volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het biologisch afbreekbaar materiaal een taaiheid verhogend middel omva t.

7. Werkwijze voor het vervaardigen van een uitvaartkist uit een 25 biologisch afbreekbaar materiaal omvattende een polymeer, in het bijzonder polymelkzuur en een deeltjesvormige brandbare natuurlijke hulpstof, welke werkwijze de stappen omvat van het bekleden van de deeltjesvormige hulpstof met een giettemperatuurbestendige bekleding, van het bereiden en van het spuitgieten van het biologisch 30 afbreekbaar materiaal.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het spuitgieten cascadespuitgieten is.

9. Werkwijze volgens een van de conclusies 7 en 8, waarbij het biologisch afbreekbaar materiaal een taaiheid verhogend middel omvat. 1030278 % - 6 - •

10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 7-9, waarbij het bereiden de deelstappen omvat van het vermengen van poedervormig polymelkzuur en een deeltjesvormige brandbare hulpstof die bekleed is met een giettemperatuurbestendige bekleding en van het extruderen van 5 de gemengde massa. 1030278