NL1030245C1

NL1030245C1 - Visueel authenticiteitskenmerk en substraat voorzien van een dergelijk kenmerk.

Info

Publication number: NL1030245C1
Application number: NL1030245A
Authority: NL
Inventors: Sjaak Koomen
Original assignee: Joh Enschede Security Solution
Priority date: 2005-10-21
Filing date: 2005-10-21
Publication date: 2007-04-24

Description

i

Visueel authenticiteitskenmerk en substraat voorzien van een dergelijk kenmerk

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een substraat voorzien van een visueel authenticiteitskenmerk.

5 Bekende waardepapieren, zoals bankbiljetten, zijn vaak voorzien van één of meer authenticiteitskenmerken om te kunnen vaststellen of het een authentiek exemplaar, of een nagemaakt of vervalst exemplaar betreft. Om een namaken . en/of kopiëren van waardepapieren ten minste te belemmeren 10 en bij voorkeur onmogelijk te maken, wordt er voortdurend gezocht naar nieuwe en betere, dat wil zeggen moeilijker te vervalsen, authenticiteitskenmerken.

Het is aldus een doel van de onderhavige uitvinding om althans een alternatief en bij voorkeur een 15 verbeterd authenticiteitskenmerk te bieden ter beveiliging van substraten die van waarde zijn en/of waarvan de authenticiteit van belang is.

De uitvinding heeft voorts tot doel om een authenticiteitskenmerk te bieden dat ter toetsing van de 20 authenticiteit, eenvoudig visueel waargenomen kan worden.

I De uitvinding heeft verder tot doel om een authenticiteitskenmerk te bieden dat moeilijk kopieerbaar is.

1030245 2

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Volgens een eerste aspect voorziet de uitvinding 5 in een substraat voorzien van een visueel authenticiteits-kenmerk omvattende een in hoofdzaak transparant gedeélte, waarbij het gedeelte aan een eerste zijde een eerste afbeelding met een eerste patroon van althans in een eerste richting alternerend geplaatste transparante en opake 10 vlakdelen omvat, en aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde een tweede afbeelding met een tweede patroon van in hoofdzaak in de eerste richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden omvat, waarbij het eerste patroon en de beelddelen van althans één 15 van de twee of meer beelden van het tweede patroon, althans vanuit een eerste kijkrichting beschouwd, in hoofdzaak in register geplaatst zijn.

Door de dikte van het transparant gedeelte, zijn de eerste en tweede afbeelding op afstand van elkaar 20 geplaatst. Bij het visueel inspecteren van het authenticiteitskenmerk vanaf de eerste zijde, vanuit een eerste kijkrichting, zijn beelddelen van een eerste beeld van het tweede patroon in register geplaatst met de opake vlakdelen van het eerste patroon. Aldus zijn de beelddelen 25 van het eerste beeld door de transparante vlakdelen van het tweede patroon zichtbaar, waarbij de beelddelen van de verdere beelden van het tweede patroon door de opake vlakdelen van het eerste patroon worden afgedekt. Aldus is vanuit deze eerste kijkrichting in hoofdzaak alleen het 30 eerste beeld zichtbaar.

Verder kan vanuit een tweede kijkrichting die verschillend is van de eerste kijkrichting de beelddelen van een tweede beeld van het tweede patroon in register geplaatst zijn met de opake vlakdelen van het eerste 35 patroon. Aldus is vanuit deze tweede kijkrichting het tweede beeld van het tweede patroon zichtbaar via de transparante vlakdelen van het eerste patroon, waarbij de 1030245 i I 3 I beelddelen van de verdere beelden van het tweede patroon door de opake vlakdelen van het eerste patroon worden j afgedekt.

Door de zogenaamde parallax werking tussen het 5 eerste en tweede patroon zijn de verschillende.beelden van I het tweede patroon in hoofdzaak afzonderlijk zichtbaar' bij verschillende kijkrichtingen ten opzicht de van het vlak van het transparante gedeelte. Dit kan resulteren in een achtereenvolgend tonen van de verschillende beelden van het 10 tweede patroon bij het kantelen van het transparante gedeelte.

Om dit effect te optimaliseren zijn het eerste en tweede patroon in een nauwkeurige onderlinge oriëntatie in de eerste richting geplaatst. Daarnaast is ook het 15 dimensioneren van het eerste en tweede patroon aan respectievelijk de eerste en tweede zijde van het gedeelte van belang, zodat het eerste en tweede patroon, althans vanaf de eerste zijde beschouwd, in register geplaatst zijn. Hierdoor is het authenticiteitskenmerk volgens de 20 uitvinding moeilijk na te maken.

Een verder voordeel van het visuele authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding is, dat het net als een bekend watermerk, eenvoudigerwijs in doorvallend licht bekeken kan worden.

25 Daar zowel het eerste patroon, als een gedeelte van het tweede patroon vanaf de eerste zijde zichtbaar zijn, zal tijdens het kopiëren van het authenticiteitskenmerk een interferentiebeeld van beide patronen op de kopie afgedrukt worden, waarbij de parallax werking 30 verloren gaat. Hierdoor is een kopie gemakkelijk van het origineel te onderscheiden.

In een uitvoeringsvorm kan een eerste en tweede beeld van het tweede patroon een stereoscopisch beeldpaar vormen, waarbij het eerste en tweede patroon zodanig 35 gevormd zijn dat gelijktijdig het eerste beeld met het rechter oog, en het tweede beeld met het linker oog zichtbaar is vanaf de eerste zijde van het transparant 1030245 4 gedeelte. Het afzonderlijk waarnemen van het stereoscopisch beeldbaar met het linker- en rechter oog kan de toeschouwer de illusie geven een driedimensionaal beeld te aanschouwen.

De transparante vlakdelen van het eerste patroon 5 kunnen in hoofdzaak gelijkvormig zijn aan de beelddelen van althans één van de twee of meer beelden van het tweede patroon. Aldus kunnen de transparante vlakdelen en de beelddelen van het althans één van de twee of meer beelden in overlap gebracht worden, waardoor het althans één van de 10 twee of meer beelden individueel zichtbaar is. De gebieden tussen de beelddelen van althans één van de twee of meer beelden zijn aldus beschikbaar voor het aanbrengen van de beelddelen van de andere beelden.

In gebruik wordt het authenticiteitskenmerk 15 volgens de uitvinding meestal van een afstand bekeken die vele malen groter is dan de dikte van het transparante gedeelte. De afstand tussen de waarnemer en het authenticiteitskenmerk is bijvoorbeeld 30 tot 50 cm, terwijl de dikte van het transparant gedeelte vaak kleiner 20 is dan 1 mm. Daarnaast zal de afmeting van het authenticiteitskenmerk, voor bijvoorbeeld op een bankbiljet, in de orde grootte van 2 cm of kleiner zijn. Dat betekent dat de variatie in de kijkhoek over het authenticiteitskenmerk slechts enkele graden zal zijn. In 25 dat geval kunnen de transparante vlakdelen van het eerste patroon in hoofdzaak congruent zijn aan de beelddelen van althans één van de twee of meer beelden van het tweede patroon.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten 30 althans de opake vlakdelen, een aantal ten opzichte van elkaar in de eerste richting verschoven geplaatste lijnen. De lijnen kunnen in hoofdzaak recht zijn en/of in hoofdzaak congruent zijn. Hierbij zijn ook de beelddelen van de twee of meer beelden van het tweede patroon bij voorkeur 35. lijnvormig. De opake vlakdelen vormen een ééndimensionaal rooster, voor het vanaf de eerste zijde beschouwt, onder verschillende kijkrichtingen doorlaten van afzonderlijke 1030245 5 beelden van de twee of meer beelden van het tweede patroon.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvatten althans de opake vlakdelen een aantal ten opzichte van elkaar in de eerste richting verschoven geplaatste vlakken.

5 De vlakken kunnen in hoofdzaak regelmatig veelhoeken zijn. Ook de beelddelen van de twee of meer beelden, van het tweede patroon kunnen in hoofdzaak gelijkvormig vlakken verdeeld zijn, waarbij het tweede patroon en het eerste patroon zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst zijn dat, 10 vanaf de eerste zijde beschouwt, onder verschillende kijkrichtingen afzonderlijke beelden van de twee of meer beelden van het tweede patroon zichtbaar zijn.

In een uitvoeringsvorm zijn de vlakdelen tevens ten opzichte van elkaar in een tweede richting verschoven 15 geplaatste vlakken omvat, waarbij de eerste en tweede richting een hoek ongelijk aan 0 graden insluiten, waarbij het tweede patroon tevens in hoofdzaak in de tweede richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden omvat. Aldus zal het authenticiteitskenmerk bij het 20 kantelen van het gedeelte rond een in hoofdzaak loodrecht op de eerste richting uitstrekkende as achtereenvolgend de in de eerste richting verschoven verschillende beelden van het tweede patroon tonen, en bij het kantelen van het gedeelte rond een in hoofdzaak loodrecht op de tweede 25 richting uitstrekkende as achtereenvolgend de in de tweede richting verschoven verschillende beelden van het tweede patroon tonen. De opake vlakdelen vormen een tweedimensionaal rooster, voor het vanaf de eerste zijde beschouwt, onder verschillende kijkrichtingen rond in 30 hoofdzaak loodrecht op de eerste en tweede richting uitstrekkende assen, doorlaten van afzonderlijke beelden van de twee of meer beelden van het tweede patroon.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de vlakken in hoofdzaak vierkant, en sluiten de eerste en tweede 35 richting een hoek van in hoofdzaak 90 graden in.

In een uitvoeringsvorm hebben de opake vlakdelen in hoofdzaak dezelfde kleur, in het bijzonder een donkere 1030245 6 ! kleur. Hierdoor zullen de opake vlakdelen in hoofdzaak niet interfereren met de twee of meer beelden van het tweede patroon, en zullen de beelden van het tweede patroon duidelijker zichtbaar zijn.

5 In een uitvoeringsvorm omvat het substraat een waardepapier, in het bijzonder een bankbiljet, een bankpas, een creditcard of een identificatiemiddel, zoals een paspoort, rijbewijs of identificatiekaart.

In een uitvoeringsvorm omvat althans het 10 transparante gedeelte een kunststof of polymeer film. Een dergelijk authenticiteitskenmerk kan geplaatst zijn als venster in een papieren substraat. Echter het substraat zelf kan ook in hoofdzaak van een kunststof of polymeer vervaardigd zijn, hetgeen kan resulteren in een polymeer 15 waardepapier, in het bijzonder een polymeer bankbiljet, of een bankpas, een creditcard of een identificatiemiddel.

Volgens een verder aspect voorziet de uitvinding in een authenticiteitskenmerk voor een substraat omvattende een in hoofdzaak transparant gedeelte, 20 waarbij het gedeelte aan een eerste zijde een eerste afbeelding met een eerste patroon van in een eerste richting alternerend geplaatste transparante en opake vlakdelen omvat, en aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede 25 zijde een tweede afbeelding met een tweede patroon van in hoofdzaak in de eerste richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden omvat, j waarbij het eerste patroon in hoofdzaak congruent is aan het tweede patroon.

30 De in de aanvrage beschreven en/of getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen.

35 1030245 ·“» /

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven 5 voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van de parallax werking;

Figuur 2 een schematisch werkwijze voor het combineren (mixen) van beelden voor het vormen van het 10 tweede patroon,-

Figuur 3 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van een uitvoeringsvorm van een gedeelte van een authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding;

Figuur 4 schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van 15 een verdere uitvoeringsvorm van een gedeelte van een authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding;

Figuur 5 schematische dwarsdoorsnede aanzicht van een gedeelte van een authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding; en 20 Figuren 6A; 6B en 6C schematische dwarsdoorsnede aanzichten van enkele voorbeelduitvoeringsvormen voor het plaatsen van beelddelen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 25

Een voorbeelduitvoeringsvorm van de parallax werking is getoond in figuur 1. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de doorzichtigheid van het gedeelte 2 om een speciaal beeld 3 te bekijken door een rooster 4. Vanuit een 30 kijkrichting 5 beschouwd zal het rooster 4 een gedeelte van het beeld 3 afdekken. Doordat het beeld 3 en het rooster 4 aan weerzijden 21, 22 van het gedeelte 2 zijn aangebracht, is het rooster 4 op een afstand D van het beeld 3 geplaatst en kan er een zogenaamde parallaxwerking optreden. Door 35 deze parallax werking bepaald de positie van de waarnemer welk deel van het beeld 3 door het rooster 4 zichtbaar is.

In een eenvoudige configuratie, waarbij het 1 030245 8 rooster 4 een aantal regelmatig parallel verplaatste lijnen omvat, kunnen de vlakdelen 31, 32 van de twee of meer beelden 33, 34 gecombineerd worden in één beeld 3 zoals getoond in de voorbeelduitvoeringsvorm van figuur 2.

5 Figuur 3 toont de optische configuratie voor een voorbeeld van een authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding. Het voorbeeld is afgedrukt op. een transparant gedeelte 2 met een dikte D. De waarnemer kijkt naar het authenticiteitskenmerk vanaf een afstand V. Figuur 3 toont 10 twee mogelijke kijkrichtingen VI, V2 die een onderlinge hoek α insluiten. De kijkrichtingen VI, V2 zijn gekozen zodat vanaf de eerste kijkrichting VI beschouwd een beeld 32 in hoofdzaak af gedekt wordt door het rooster 4 en het andere beeld 31 zichtbaar is tussen de lijnen van het 15 rooster 4, en vanaf de tweede kijkrichting V2 beschouwd een beeld 31 in hoofdzaak af gedekt wordt door het rooster 4 en het andere beeld 32 zichtbaar is tussen de lijnen van het rooster 4. Het lijnvormige rooster 4 en de alternerend geplaatste beelddelen 31, 32 hebben een steek p. De 20 oriëntatie van het lijnvormige rooster 4 en de lijnvormige beelddelen 31, 32 is in hoofdzaak gelijk. De uitlijning van het rooster 4 ten opzichte van de beelden 31, 32 in een richting in hoofdzaak loodrecht op de lijnen van het rooster 4, is niet kritisch daar de waarnemer het rooster 4 25 opnieuw kan uitlijnen ten opzichte van de beelden 31, 32 door het kiezen van nieuwe kijkrichtingen. Hierdoor kan het authenticiteitskenmerk volgens dit voorbeeld eenvoudig aan de voor- en achterzijde van het gedeelte 2 aangebracht worden zonder register problemen.

30 Gewoonlijk wordt een dergelijk authenticiteits kenmerk bekeken op een normale leesafstand V die ongeveer 30 tot 50 cm bedraagt. De dikte van een substraat voor een kunststof bankbiljet is ongeveer 85 micrometer. De hoek ot om van het ene beeld naar het andere te wisselen is 35 bijvoorbeeld ongeveer 20 graden. In dit geval geldt de volgende vergelijking: 1030245 s p / n* D — tan a waarbij in het beeldvlak 3 de alternerend geplaatste beelddelen van n beelden zijn opgenomen. In het geval 5 zoals getoond in figuur 3, waarbij de beelddelen van een eerste beeld 31 en een tweede beeld 32 in het beeldvlak 3 geplaatst zijn, geldt dan n = 2. Een bruikbare steek p voor het kunststof bankbiljet is dus: 10 p = 2*Z>*tanar « 0.73* D « 62μτη

De benodigde resolutie om een dergelijk authenticiteits-kenmerk af te drukken is ten minste 1 beeldpunt per 31 micrometer ofwel 800 dpi. De waarde van de steek p is niet 15 erg kritisch. Echter de waarde van de steek p wordt bij voorkeur aangepast aan de afdrukresolutie om duidelijke en regelmatige lijnen te produceren.

Indien de beelden 31, 32 een stereobeeld dienen te vormen, moet de afstand S tussen de eerste VI en tweede 20 kijkrichting V2 gelijk zijn aan de afstand tussen het linker en rechter oog. In dit geval geldt de volgende vergelijking: p/2*D = S/V=> p = 2*D*S/V 25

Voor een polymeer bankbiljet met een dikte van 85 micrometer, een oogaf stand van 65 millimeter en een kijkafstand van 50 centimeter, resulteert een steek p van ongeveer 22 micrometer. De minimaal benodigde 30 afdrukresolutie bedraagt dan 2300 dpi.

Het zal duidelijk zijn dat een authenticiteits-kenmerk volgens de uitvinding ontworpen kan worden voor een specifieke substraat dikte D, wisselhoek α en/of kijkafstand S. Dit zal leiden tot een bepaalde beeldsteek p 35 en breedte van de in het beeldvlak 3 alternerend geplaatste beelddelen. Om een dergelijk authenticiteitskenmerk af te drukken dient de beeldsteek p en de breedte van het in het 1030245 10 ! beeldvlak 3 alternerend geplaatste beelddelen bij voorkeur een veelvoud te zijn van de beschikbare afdrukresolutie.

Het zal duidelijk zijn dat meerdere variaties mogelijk zijn op deze voorbeelduitvoeringsvormen. Zo kan in 5 het beeldvlak 3 de alternerend geplaatste beelddelen van drie of meer beelden, van twee of meer stereobeelden, van een combinatie van stereobeelden en vlakke (niet-stereo) beelden, etc... , geplaatst zijn. Daarnaast kunnen ook anders gevormde roosters 4 toegepast worden, zoals 10 bijvoorbeeld gekromde lijnpatronen of twee dimensionaal vlakkenpatronen.

Opgemerkt wordt dat wanneer de waarnemer wisselt van de eerste kijkrichting VI naar de tweede kijkrichting V2, er een gebied is waarin de twee beelden 31, 32 beide 15 (gemengd) zichtbaar zijn. Het waargenomen beeld door de waarnemer zal geleidelijk van het eerste beeld 31 naar het tweede beeld 32 verschuiven. Deze geleidelijke overgang van het eerste 31 naar het tweede beeld 32, kan versneld worden door één of meer van de volgende maatregelen: 2 0 a. Door het verbreden van de lijnen in het rooster 4 kan het gebied waarin beide beelden (gemixt) zichtbaar zijn verkleind worden. In een voorbeeld-uitvoeringsvorm is de breedte van de opake lijnen (x) in het rooster 4 twee keer zo groot als de breedte van de 25 transparante lijnen(.). Deze lijnen kunnen dan met de in. het beeldvlak 3 alternerend geplaatste beelddelen A en B als volgt geplaatst zijn: rooster 4: ...xxxx. .xxxx. .xxxx. .xxxx. .xxxx...

3 0 beeldvlak 3: ..AABBBAAABBBAAABBBAAABBBAAABB...

Een nadeel van deze maatregel is, dat het verbreden van de opake lijn ten koste gaat van de transparantheid van het authenticiteitskenmerk.

35 b. Door het toevoegen van extra lijnen (x) , bij voorkeur van een donkere of zwarte kleur, tussen de beelddelen A en B van het eerste 31 en tweede beeld 32 kan ! 1030245 11 ook het gebied waarin beide beelden (gemengd) zichtbaar zijn verkleind worden. In een voorbeelduitvoeringsvorm is het rooster 4 en de in het beeldvlak 3 alternerend geplaatste beelddelen A en B als volgt geplaatst: 5 rooster 4: ...xxx. . . xxx. . . xxx.. . xxx. . . xxx...

beeldvlak 3 : ...BxAAxBBxAAxBBxAAxBBxAAxBBxA...

Beide hiervoorgenoemde maatregelen kunnen ook 10 gecombineerd worden, zoals in de volgende voorbeeld uitvoeringsvorm, die ook in figuur 4 getoond is: rooster 4 : ...xxxx. .xxxx. .xxxx. .xxxx. .xxxx...

beeldvlak 3 : ...BBxAAxBBxAAxBBxAAxBBxAAxBBxA...

15

Bij het kantelen van het authenticiteitskenmerk zal een snelle wisseling van beeld A naar beeld B, en vice versa, waarneembaar zijn.

Bovengenoemde maatregelen kunnen zowel bij 20 afwisselend zichtbare beelden, als bij stereoscopische beelden toegepast worden.

Bij het ontwerpen en/of vervaardigen van een authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding kan als volgt te werk gegaan worden (zie figuur 5): 25 Stel elk beeldgedeelte A, B (eventueel inclusief een donkere of zwarte lijn voor het verbeteren van een scheiding tussen de beeldgedeeltes) een rechte lijn omvat met een breedte van k pixels van een breedte d. Indien n beelden worden samengebracht, zal de steek van de 30 beeldgedeeltes en de steek van het rooster p is n*k*d. De pixel breedte d is ongeveer 25400/R micrometer, waarbij R de afdrukresolutie is in dpi(dots per inch).

Uitgaande van de gewenste schakelhoek <χ> wordt eerste de benodigde steek p en pixel grootte d berekend: 35 p = n*D*tana d = (£>*tana)/£ 1030245 12 waarbij D de dikte van het substraat is. De benodigde resolutie R is: R = 25400 ld- (25400 * k)/(D * tan a) 5

Vervolgens wordt gezocht naar een beschikbare afdrukresolutie Ra die dicht in de buurt ligt van de benodigde resolutie R en wordt de beschikbare pixel dg grootte bepaald uit: 10 da =25400 /Ra

Vervolgens kan de beschikbare steek en schakelhoek bepaald worden: 15

Pa =n*k*da cta = arctan(& *da/D)

Voor het genereren van stereobeelden is de 20 belangrijkste randvoorwaarde, de afstand dm tussen de beelddelen voor het linker en rechter oog. Deze is gerelateerd aan de dikte van het substraat D, de kijkafstand V en de afstand tussen het linker en rechter oog S als volgt: 25

S/V = dLR/D

De afstand tussen het linker en rechter oog S is ongeveer 65 millimeter. Een bruikbare kijkafstand is ongeveer 350 30 millimeter. Bijvoorbeeld aan de hand van deze getallen kan de afstand dm bepaald worden. Afhankelijk van de gekozen combinatie van deelbeelden, kan de benodigde steek p bepaald worden. Een aantal mogelijk combinaties van deelbeelden zijn getoond in figuur 6.

35 Figuur 6 A toont een voorbeeld van een stereo beeldpaar, waarbij afwisselend de deelbeelden Ar, Al naast elkaar geplaatst zijn. Hierbij is de steek p = 2*dm en dm = 1030245 13 k*d.

Figuur 6 B toont een voorbeeld van een combinatie van twee stereo beeldparen A, B, waarbij de deelbeelden Ar, Al, Br en Bl afwisselend naast elkaar geplaatst zijn.

5 Hierbij is de steek p » 4*dui en duj = k*d.

Figuur 6 C toont een voorbeeld van een combinatie van twee stereo beeldparen A, B, waarbij de linker Al, Bl en de rechter AR/ Br beeldparen van de twee stereo beeldparen versprongen geplaatst zijn. Hierbij is de steek p = 2*dbR en 10 dLR = 2*k*d.

Hieruit kan de benodigde pixel breedte d en de benodigde afdrukresolutie bepaald worden. Vervolgens kan weer de beschikbare afdrukresolutie bepaald worden die zo dicht mogelijk in de buurt ligt van de benodigde resolutie. 15 Met behulp van de beschikbare afdrukresolutie kan vervolgens de beschikbare pixel breedte d, de afstand dLR en de resulterende kijkafstand bepaald worden.

Terwijl de uitvinding getoond en beschreven is met verwij zing naar bepaalde voorbeelduitvoeringsvormen 20 daarvan, zal het duidelijk zijn voor de vakman dat verschillende aanpassingen in vorm en details gemaakt kunnen worden zonder af te wijken van de geest en beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.

25 Zo kunnen de hierboven beschreven ontwerpregels ook toegepast worden voor het in meer dan één richting plaatsen van beelddelen. Bijvoorbeeld kunnen de ontwerpregels toegepast worden in twee in hoofdzaak orthogonale richtingen op het authenticiteitskenmerk, 30 waarbij een dwarsdoorsnede langs één van de beide orthogonale richtingen een patroon toont volgens één van de figuren 1, 3, 4, 5 of 6. Zo kan in een eerste richting stereo beeldparen gecombineerd worden en in een tweede richting schakelende vlakke (niet-stereo) beelden 35 gecombineerd worden.

1030245

Claims

1. Substraat voorzien van een visueel authenticiteitkenmerk omvattende een in hoofdzaak transparant gedeelte, waarbij het gedeelte aan een eerste zijde een 5 eerste afbeelding met een eerste patroon van in althans een eerste richting alternerend geplaatste transparante en opake vlakdelen omvat, en aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde een tweede afbeelding met een tweede patroon van in 10 hoofdzaak in de eerste richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden omvat, waarbij het eerste patroon en de beelddelen van althans één van de twee of meer beelden van het tweede patroon, althans vanuit een bepaalde kijkrichting 15 beschouwd, in hoofdzaak in register geplaatst zijn.

2. Substraat volgens conclusie 1, waarbij de transparante vlakdelen van het eerste patroon in hoofdzaak gelijkvormig zijn aan de beelddelen van althans één van de twee of meer beelden van het tweede patroon.

3. Substraat volgens conclusie 1 of 2, waarbij althans de opake vlakdelen een aantal ten opzichte van elkaar in de eerste richting verschoven geplaatste lijnen omvat.

4. Substraat volgens conclusie 3, waarbij de 25 lijnen in hoofdzaak recht zijn.

5. Substraat volgens conclusie 3 of 4, waarbij de lijnen in hoofdzaak congruent zijn.

6. Substraat volgens conclusie 1 of 2, waarbij althans de opake vlakdelen een aantal ten opzichte van 30 elkaar in de eerste richting verschoven geplaatste vlakken omvat.

7. Substraat volgens conclusie 6, waarbij de vlakken in hoofdzaak veelhoeken, in het bijzonder 1030245 regelmatige veelhoeken, zijn.

8. Substraat volgens conclusie 6 of 7, waarbij de vlakdelen tevens ten opzichte van elkaar in een tweede richting verschoven geplaatste vlakken omvat, waarbij de 5 eerste en tweede richting een hoek ongelijk aan 0 graden insluiten.

9. Substraat volgens conclusie 8, waarbij het tweede patroon tevens in hoofdzaak in de tweede richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden 10 omvat.

10. Substraat volgens conclusie 8 of 9, waarbij de vlakken in hoofdzaak vierkant zijn en waarbij de eerste en tweede richting een hoek van in hoofdzaak 90 graden insluiten.

11. Substraat volgens één der conclusies 6-10, waarbij de vlakken in hoofdzaak congruent zijn.

12. Substraat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans de opake vlakdelen een ééndimensionaal of tweedimensionaal rooster vormen.

13. Substraat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de opake vlakdelen in hoofdzaak dezelfde kleur, in het bijzonder een donkere kleur, hebben.

14. Substraat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans het transparante gedeelte een 25 kunststof of polymeer film omvat.

15. Substraat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het substraat een waardepapier, in het bijzonder een bankbiljet, een bankpas, een creditcard of een identificatiemiddel omvat.

16. Authenticiteitkenmerk voor een substraat omvattende een in hoofdzaak transparant gedeelte, waarbij het gedeelte aan een eerste zijde een 1 eerste afbeelding met een eerste patroon van althans in een eerste richting alternerend geplaatste transparante en 35 opake vlakdelen omvat, en aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde een tweede afbeelding met een tweede patroon van in 1030245 hoofdzaak in de eerste richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden omvat, waarbij het eerste patroon in hoofdzaak congruent is aan het tweede patroon.

17. Authenticiteitkenmerk voor een substraat omvattende een in hoofdzaak transparant gedeelte, waarbij het gedeelte aan een eerste zijde een eerste afbeelding met een eerste patroon van althans in een eerste richting alternerend geplaatste transparante en 10 eerste opake vlakdelen omvat, en aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde een tweede afbeelding met een tweede patroon van in hoofdzaak in de eerste richting alternerend geplaatste beelddelen van twee of meer beelden en tweede opake : 15 vlakdelen omvat, waarbij het eerste patroon in hoofdzaak gelijkvormig aan het tweede patroon.

18. Substraat met een authenticiteitkenmerk voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde 20 beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

19. Authenticiteitskenmerk voor een substraat voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen 25 getoonde kenmerkende maatregelen.

20. Werkwijze voor het vervaardigen van een Authenticiteitskenmerk voor een substraat omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende 30 stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1030245