NL1030037C2 - Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body - Google Patents

Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body

Info

Publication number
NL1030037C2
NL1030037C2 NL1030037A NL1030037A NL1030037C2 NL 1030037 C2 NL1030037 C2 NL 1030037C2 NL 1030037 A NL1030037 A NL 1030037A NL 1030037 A NL1030037 A NL 1030037A NL 1030037 C2 NL1030037 C2 NL 1030037C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drill
soil
earth
ground
borehole
Prior art date
Application number
NL1030037A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jacques Antonius Maria Bouten
Original Assignee
Ecodrie B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1027112A external-priority patent/NL1027112C2/en
Priority claimed from NL1027150A external-priority patent/NL1027150C2/en
Application filed by Ecodrie B V filed Critical Ecodrie B V
Priority to NL1030037A priority Critical patent/NL1030037C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030037C2 publication Critical patent/NL1030037C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B10/00Drill bits
    • E21B10/44Bits with helical conveying portion, e.g. screw type bits; Augers with leading portion or with detachable parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Abstract

Earth auger comprises a cylindrical drill body (2) with a drill tip (3) whose outer surface (10) is indented with respect to the drill body so that soil can adhere to the surface to form a conical sheath with a freely adjustable vertical angle. Independent claims are also included for: (1) drilling a bore-hole by rotating an auger as above in the soil so that surrounding soil adheres to the drill tip to form a conical sheath with a self-adjusting vertical angle depending on the soil type; (2) fabricating a foundation pile by drilling a bore-hole as above and introducing a hardenable material, especially concrete or mortar, into the bore-hole via the hollow drill body and tip while gradually withdrawing the auger from the hole.

Description

Titel: Grondboor en werkwijze voor het vervaardigen van een boorgat en een funderingspaal.Title: Earth auger and method for manufacturing a borehole and a foundation pile.

De uitvinding heeft betrekking op een grondboor omvattende een in hoofdzaak cilindervormig boorlichaam, voorzien van een booreinde, ingericht om in gebruik in de grond te worden gedraaid.The invention relates to a ground drill comprising a substantially cylindrical drill body, provided with a drill end, adapted to be turned into the ground in use.

Een dergelijke boor is bekend uit EP 0 371 533. Deze bekende 5 grondboor is hol, rondom voorzien van een spiraalvormig schroefblad, en voorts voorzien van een conisch booreinde. De boor wordt gebruikt voor het vervaardigen van funderingspalen. Daartoe wordt de boor met het conische booreinde in de grond gedraaid, tot op een gewenste diepte, waarna een uithardende massa, in het bijzonder beton of betonmortel, via de holle boor 10 in het boorgat wordt geïnjecteerd, terwijl de boor uit het boorgat wordt teruggetrokken.Such a drill is known from EP 0 371 533. This known earth drill is hollow, provided with a spiral screw blade all around, and furthermore provided with a conical drill end. The drill is used for the manufacture of foundation piles. To this end, the drill is turned into the ground with the conical drill end to a desired depth, after which a hardening mass, in particular concrete or concrete mortar, is injected into the borehole via the hollow drill 10, while the drill is withdrawn from the borehole .

Bij het in de grond draaien van het booreinde wordt grond losgewoeld. Een deel van deze grond wordt door het conische booreinde zijwaarts verdrongen en verdicht. De rest wordt door het schroefblad 15 omhoog getransporteerd. Een hoge mate van verdringing is gunstig voor het draagvermogen van de grond en daarmee van de uiteindelijk te realiseren funderingspaal. De mate van verdringing is echter afhankelijk van onder andere de grondsoort en de tophoek van het conisch einde. Voor een optimale verdringing is derhalve per grondsoort een ander booreinde nodig, 20 voorzien van een andere tophoek. Het moge duidelijk zijn dat zulks kostbaar is en derhalve praktisch niet rendabel. Bijgevolg wordt in veel gevallen met een suboptimale tophoek geboord.When the drill end is turned into the soil, soil is loosened. Part of this soil is displaced sideways and compacted by the conical drill end. The remainder is transported upwards by the screw blade 15. A high degree of displacement is favorable for the bearing capacity of the soil and therefore of the foundation pile that will ultimately be realized. However, the degree of displacement depends on, among other things, the soil type and the apex angle of the conical end. For optimum displacement, therefore, a different drill end is required per soil type, provided with a different top angle. It will be clear that this is expensive and therefore practically unprofitable. As a result, drilling is done with a suboptimal top angle in many cases.

Voorts is uit WO 01/20083 een boor bekend, voorzien van een cilindrisch lichaam en een zich daaronder uitstrekkend mes. In gebruik 25 vormt zich onder het cilindrisch lichaam een conische opeenhoping van grond, welke opeenhoping door het roterend mes wordt verstoord. De losgewoelde grond nestelt zich aan één zijde van het mes, namelijk een in 1 fl O Π n O *r 2 rotatierichting voorgelegen zijde daarvan, en vormt aldaar een beschermende laag tussen het mes en de omringende grond, waardoor het mes tegen overmatig slijtage wordt beschermd. Dit document leert voorts dat de geometrie van het mes dient te worden gekozen in afhankelijkheid 5 van de grondomstandigheden, zodat per grondsoort een ander booreinde nodig is, met alle voornoemde nadelen van dien.Furthermore, a drill is known from WO 01/20083, provided with a cylindrical body and a knife extending below it. In use, a conical accumulation of soil forms below the cylindrical body, which accumulation is disturbed by the rotating knife. The loosened soil nestles on one side of the knife, namely a side thereof which is situated in a direction of rotation, and forms there a protective layer between the knife and the surrounding soil, whereby the knife is prevented from excessive wear. protected. This document further teaches that the geometry of the knife must be selected in dependence on the soil conditions, so that a different drill end is required for each soil type, with all the aforementioned disadvantages.

De uitvinding beoogt een grondboor te verschaffen, waarbij genoemd nadeel is opgeheven. In het bijzonder beoogt de uitvinding een grondboor te verschaffen met een goede verdringende werking in 10 uiteenlopende grondsoorten. Daartoe wordt een grondboor volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.The invention has for its object to provide a ground drill, wherein said drawback has been eliminated. In particular, it is an object of the invention to provide a soil drill with a good displacing action in various soil types. To this end, a ground drill according to the invention is characterized by the features of claim 1.

Dankzij een dergelijke vormgeving van het booreinde kan zich tijdens het in de grond draaien van dit booreinde grond in de ingesprongen delen nestelen en door het draaiende booreinde worden meegevoerd.Thanks to such a design of the drill end, while turning this drill end into the ground, soil can nestle in the recessed parts and be carried along by the rotating drill end.

15 Verrassenderwijs blijkt deze meegevoerde grond een conische mantel rond het booreinde te vormen, met een tophoek die zich afhankelijk van de booromstandigheden, in het bijzonder de bodemsituatie, bijvoorbeeld het type grond en de samendrukbaarheid daarvan, instelt en wel zodanig dat voor die betreffende bodemsituatie een optimaal verdringende werking 20 wordt verkregen. Aldus wordt als het ware een zelfinstellend booreinde verkregen, dat zich in gebruik kan aanpassen aan heersende omstandigheden waarin de boor wordt toegepast. Hierdoor kan voor verschillende grondsoorten met één en dezelfde grondboor worden volstaan, waardoor aanzienlijke kosten kunnen worden bespaard, terwijl toch steeds 25 een grote mate van verdringing kan worden verkregen.Surprisingly, this entrained soil appears to form a conical casing around the drill end, with an apex angle that adjusts depending on the drilling conditions, in particular the soil situation, for example the type of soil and its compressibility, such that for that particular soil situation a optimum displacing action is obtained. A self-adjusting drill end is thus obtained, as it were, which in use can adapt to prevailing conditions in which the drill is used. As a result, one and the same soil drill can suffice for different types of soil, so that considerable costs can be saved, while still a large degree of displacement can still be obtained.

In deze beschrijving wordt onder ingesprongen ten minste verstaan dat het betreffende buitenoppervlak plaatselijk, dat wil zeggen over ten minste een deel van de omtrek en/of over een bepaalde axiale afstand een deuk of inspringing vertoont.In this description, indented is understood to mean at least that the outer surface in question has a dent or indentation locally, i.e. over at least a part of the circumference and / or over a certain axial distance.

1030037 31030037 3

In nadere uitwerking kan het buitenoppervlak van het booreinde bijvoorbeeld zijn verjongd, volgens een getrapt of concaaf gekromd oppervlak. Bij de getrapte uitvoeringsvorm kan de boordiameter in een enkele stap zijn gereduceerd of via meerdere tussenstappen, welke getrapte 5 overgangen desgewenst van een zekere afrondingstraal kunnen zijn voorzien. Een enkele trap biedt het voordeel dat de conische mantel vrijwel elke tophoek kan aannemen tussen 180° en een minimum hoek, bepaald door het diameterverschil van de getrapte overgang en de lengte van het booreinde, gerekend vanaf deze overgang.In further elaboration, the outer surface of the drill end can for example be rejuvenated, according to a stepped or concave curved surface. In the stepped embodiment, the drill diameter can be reduced in a single step or via several intermediate steps, which stepped transitions can, if desired, be provided with a certain rounding radius. A single stage offers the advantage that the conical casing can assume almost any apex angle between 180 ° and a minimum angle, determined by the diameter difference of the stepped transition and the length of the drill end, calculated from this transition.

10 In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is een grondboor volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3.In a further advantageous embodiment, a ground drill according to the invention is characterized by the features of claim 3.

Een dergelijk uitstekend mes zal in gebruik als eerste in de grond worden gedraaid en kan daardoor helpen de boorweerstand te verlagen. Daarbij wordt de grond door dit mes nauwelijks verstoord. Verdringing 15 vindt pas plaats vanaf het booreinde. Aldus zal een diepst gelegen deel van een met deze boor gerealiseerd boorgat, over een hoogte die in hoofdzaak gelijk is aan de lengte waarover het mes uitsteekt, zijn omringd door grond die nagenoeg in takt is gebleven. Dit is gunstig voor het draagvermogen van deze grond en bijgevolg gunstig voor een in dit boorgat te realiseren 20 funderingspaal.Such a protruding knife will be the first to be turned into the ground in use and can therefore help to reduce the drilling resistance. In addition, the soil is hardly disturbed by this knife. Displacement 15 only takes place from the drill end. Thus, a deepest part of a borehole realized with this drill, over a height that is substantially equal to the length over which the knife protrudes, will be surrounded by soil that has remained virtually intact. This is favorable for the load-bearing capacity of this soil and therefore favorable for a foundation pile to be realized in this borehole.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een grondboor volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5. Door de grondboor hol uit te voeren, en het booreinde te voorzien van een uitlaatopening, kan na het boren beton of een dergelijke uithardende massa 25 via de boor in het geboorde gat worden gebracht. Hierdoor kan het boorgat direct bij het terugtrekken van de boor worden gevuld, en verkrijgt zijwaarts verdrongen grond geen kans te ontspannen of in te storten. De uitlaatopening is bij voorkeur voorzien van een deksel, teneinde de boor tijdens het boren tegen binnendringende grond te beschermen. Dit deksel 30 kan scharnierend met het booreinde zijn verbonden, of zijn uitgevoerd als 1030037 4 los element, dat na openen achterblijft in het geboorde gat. De middelen die het deksel in de gesloten stand houden zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat het deksel kan worden geopend onder invloed van door het beton uitgeoefende druk, zodat geen aparte bedieningsmiddelen nodig zijn, 5 hetgeen gunstig is voor de eenvoud, robuustheid en kostprijs van de boor.In a particularly advantageous embodiment, a ground drill according to the invention is characterized by the features of claim 5. By making the ground drill hollow and providing the drill end with an outlet opening, concrete or a similar hardening mass can be made via the drill after drilling. into the drilled hole. As a result, the borehole can be filled immediately upon withdrawal of the drill, and sideways displaced soil has no chance to relax or collapse. The outlet opening is preferably provided with a lid in order to protect the drill from penetrating soil during drilling. This cover 30 can be hingedly connected to the drill end, or be designed as a separate element which remains in the drilled hole after opening. The means which keep the lid in the closed position are preferably designed such that the lid can be opened under the influence of pressure exerted by the concrete, so that no separate operating means are required, which is favorable for the simplicity, robustness and cost price of the drill.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt een grondboor volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.In a further advantageous embodiment, a ground drill according to the invention is characterized by the features of claim 7.

Dankzij een dergelijk ontwerp kan op zeer eenvoudige wijze een grondboor volgens de uitvinding worden gerealiseerd. Daarbij kan gebruik 10 worden gemaakt van twee standaard buizen, met een standaard lengte en/of diameter. Deze buizen kunnen zodanig in elkaar worden geschoven, dat de binnenbuis uitsteekt ten opzichte van de buitenbuis, en aldus een verjongd booreinde vormt. De buizen kunnen met op zichzelf bekend bevestigingstechnieken onderling worden verbonden, bijvoorbeeld door 15 lassen.Thanks to such a design, a soil drill according to the invention can be realized in a very simple manner. Use can herein be made of two standard tubes, with a standard length and / or diameter. These tubes can be slid into each other such that the inner tube protrudes relative to the outer tube and thus forms a tapered drill end. The tubes can be interconnected by fixing techniques known per se, for example by welding.

De grondboor is bij voorkeur over althans een deel van haar lengte omgeven door een spiraalvormig schroefblad, volgens de maatregelen volgens conclusie 8, waarbij het schroefblad zich bij voorkeur langs ten minste het ingesprongen buitenoppervlak van het booreinde uitstrekt.The auger is preferably surrounded by at least a part of its length by a spiral screw blade, according to the features of claim 8, wherein the screw blade preferably extends along at least the recessed outer surface of the drill end.

20 Doordat het grondtransporterende schroefblad zich over slechts een gedeelte van de boor uitstrekt, wordt tijdens het boren losgedraaide grond slechts over dat deel omhoog getransporteerd en wordt verhinderd dat deze grond het bodemoppervlak bereikt. In plaats daarvan wordt de grond, daar waar het schroefblad ophoudt, bij voorkeur reeds daarvoor, zijwaarts 25 verdrongen door het grondverdringend booreinde, zodat een nagenoeg volledig grondverdringende boor is verkregen. Hierdoor heeft het inbrengen van de boor niet of nauwelijks nadelige gevolgen voor het dragend vermogen van de grond en kan, door vullen van het boorgat met een uithardende massa zoals bijvoorbeeld beton of betonmortel, een funderingspaal worden 30 gevormd met een dragende vermogen dat althans nagenoeg overeenkomt 103 00 3 5 met dat van een door middel van heien in de bodem aangebrachte funderingspaal.Because the soil-transporting screw blade extends over only a portion of the drill, loosened soil during drilling is only transported up over that portion and this soil is prevented from reaching the bottom surface. Instead, the ground where the propeller blade stops, preferably already before that, is displaced sideways by the soil displacing drill end, so that a substantially completely soil displacing drill is obtained. As a result, the introduction of the drill has little or no adverse consequences for the load-bearing capacity of the soil and, by filling the borehole with a hardening mass such as, for example, concrete or concrete mortar, a foundation pile can be formed with a load-bearing capacity that at least substantially corresponds 103 00 3 5 with that of a foundation pile arranged in the ground by pile-driving.

In een verdere uitvoeringsvorm van de grondboor volgens de uitvinding is een schroefbladvrij gedeelte van het boorlichaam voorzien van 5 boorweerstand verlagende middelen, bijvoorbeeld rond het boorlichaam geplaatste ringen of een rond het boorlichaam geplaatste, in gebruik weinig bodemgrond transporterende spiraal. Hiermee kan een contactoppervlak tussen het boorlichaam en het boorgat worden geminimaliseerd, en daarmee een voor boren benodigd vermogen, zonder dat dit ten koste gaat van eerder 10 genoemde transport- en verdringingseigenschappen.In a further embodiment of the earth drill according to the invention, a screw-leaf-free part of the drill body is provided with means for lowering drill resistance, for example rings placed around the drill body or a spiral placed around the drill body, which soil conveys little soil in use. Hereby a contact surface between the drill body and the borehole can be minimized, and thus a power required for drilling, without this being at the expense of the aforementioned transport and displacement properties.

Voorts gaat in nog een andere uitvoeringsvorm van de grondboor volgens de uitvinding het schroefblad vanaf het einde gezien geleidelijk over in een in gebruik weinig bodemgrond transporterende spiraal. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door een in radiale richting gemeten dikte van het 15 schroefblad vanaf het einde gezien geleidelijk af te laten nemen tot een geringe dikte, bij welke dikte het schroefblad althans nagenoeg vrij is van bodemgrond transporterende eigenschappen. Voordeel hiervan is dat de opwaartse transportcapaciteit geleidelijk afneemt, zodat er geen abrupte overgang optreedt van grondtransport naar grondverdringing. Ter plaatse 20 van een dergelijke overgang zou een ongewenste opeenhoping van grond kunnen ontstaan, hetgeen het boren zou kunnen bemoeilijken.Furthermore, in yet another embodiment of the earth drill according to the invention, the screw blade, viewed from the end, gradually changes into a spiral that is not very useful in soil. This is possible, for example, by having a thickness of the screw blade measured in radial direction gradually decrease from the end to a small thickness, at which thickness the screw blade is at least substantially free of soil-soil-transporting properties. The advantage of this is that the upward transport capacity gradually decreases, so that there is no abrupt transition from ground transport to ground displacement. At the location of such a transition, an undesired accumulation of soil could occur, which could make drilling more difficult.

Alternatief kan het schroefblad zich over de gehele lengte van het boorlichaam uitstrekken, voor het omhoog transporteren van overtollige, niet zijwaarts verdrongen grond. Daarbij heeft het schroefblad bijvoorkeur 25 over de gehele lengte van de boor een constante spoed, teneinde bij een constante draaisnelheid een constante afvoer van grond te verkrijgen.Alternatively, the propeller blade can extend over the entire length of the drill body, for conveying up excess, not sideways displaced soil. In addition, the screw blade preferably has a constant pitch over the entire length of the drill in order to obtain a constant drainage of soil at a constant rotation speed.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een boorgat met behulp van een grondboor volgens de uitvinding. Met een dergelijke werkwijze wordt per grondsoort steeds een 30 goede verdringende werking verkregen, waardoor relatief veel grond 1 η o η n 3 7 6 zijwaarts wordt verdrongen, en verdicht en relatief weinig grond omhoog wordt getransporteerd door het schroefblad. Hierdoor behoeft minder grond te worden afgevoerd, hetgeen manuren, brandstof en stortplaatsen bespaart.The invention further relates to a method for manufacturing a borehole with the aid of a ground drill according to the invention. With such a method a good displacing action is always obtained per soil type, whereby relatively much soil is displaced sideways, and compacted and relatively little soil is transported upwards by the propeller blade. This means that less soil has to be removed, which saves man-hours, fuel and landfills.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het 5 vervaardigen van een funderingspaal. Dankzij de goede verdringende werking van een grondboor volgens de uitvinding behoudt de grond rond het boorgat een groot dragend vermogen. Hierdoor kan een in het boorgat aan te brengen funderingspaal een kleinere diameter hebben. Ook behoeft hierdoor in veel gevallen minder diep te worden geboord, tot een voldoende 10 draagkrachtige grondlaag, hetgeen betekent dat de uiteindelijke funderingspaal een kleinere lengte kan hebben. Het moge duidelijk zijn dat in beide gevallen grondstof, in het bijzonder beton of betonmortel, kan worden bespaard. Bovendien kan het boorgat zelf ook kleiner zijn, zodat minder overtollige grond behoeft te worden afgevoerd, met alle voordelen 15 van dien. Ook blijken op deze wijze vervaardigde funderingspalen minder last te hebben van verzakkingsverschillen welke normaliter tussen naast elkaar gelegen funderingspalen optreden, wanneer deze palen worden belast. Ook dit lijkt te danken aan de goede verdringende werking van een grondboor volgens de uitvinding, waardoor de omringende grond een groot 20 draagvermogen behoudt of verkrijgt.The invention furthermore relates to a method for manufacturing a foundation pile. Thanks to the good displacement effect of a soil drill according to the invention, the soil around the borehole retains a high bearing capacity. As a result, a foundation pile to be arranged in the borehole can have a smaller diameter. This also means that in many cases it is necessary to drill less deeply into a sufficiently strong soil layer, which means that the final foundation pile can have a smaller length. It will be clear that in both cases raw material, in particular concrete or concrete mortar, can be saved. Moreover, the borehole itself can also be smaller, so that less redundant soil has to be removed, with all the associated advantages. Foundation piles manufactured in this way also appear to be less troubled by subsidence differences which normally occur between adjacent foundation piles when these piles are loaded. This, too, appears to be due to the good displacing action of a soil drill according to the invention, whereby the surrounding soil retains or acquires a large bearing capacity.

In de verdere volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen beschreven van een grondboor en werkwijze volgens de uitvinding. Ter verduidelijking zal een grondboor volgens de uitvinding en een mogelijke toepassing daarvan nader worden toegelicht aan de hand van 25 de tekening. Daarin toont: FIG. 1 in dwarsdoorsnede een grondboor volgens de uitvinding; FIG. 2 het booreinde van de grondboor uit figuur 1 in nader detail en in perspectivisch aanzicht, voorzien van een voorbij dit einde uitstekend mes en een boordeksel; 1030037 7 FIG. 3 schematisch, in dwarsdoorsnede alternatieve uitvoeringsvormen van een booreinde volgens de uitvinding; FIG. 4 een schematische zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de grondboor volgens de uitvinding; 5 FIG 5A een perspectivisch aanzicht van een schroefbladvrij gedeelte van de in figuur 4 getoonde grondboor; en FIG. 5B een detailaanzicht van een in figuur 5A met een gestippeld kader aangegeven deel van het schroefbladvrije gedeelte.Further advantageous embodiments of an earth drill and method according to the invention are described in the further subclaims. For clarification, a ground drill according to the invention and a possible application thereof will be further elucidated with reference to the drawing. Therein: FIG. 1 shows a ground drill according to the invention in cross-section; FIG. 2 shows the drill end of the earth drill of figure 1 in further detail and in perspective view, provided with a knife protruding beyond this end and an edge cover; 1030037 7 FIG. 3 shows diagrammatically, in cross-sectional, alternative embodiments of a drill end according to the invention; FIG. 4 is a schematic side view of an alternative embodiment of the auger according to the invention; FIG 5A is a perspective view of a propeller-free portion of the auger shown in FIG. 4; and FIG. 5B shows a detail view of a part of the propeller-free part indicated by a dashed frame in figure 5A.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 10 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers.In this description, the same or corresponding parts 10 have the same or corresponding reference numerals.

Figuur 1 toont in dwarsdoorsnede een grondboor 1 volgens de uitvinding, omvattende een cilindervormig boorlichaam 2 en een booreinde 3, met een gezamenlijke lengte L en respectieve buitendiameters Di en D2. De grondboor 1 is omgeven door een schroefblad 4, bij voorkeur over haar 15 volledige lengte L. Het schroefblad 4 heeft een buitendiameter Ds en bij voorkeur een constante spoed P.Figure 1 shows in cross-section a soil drill 1 according to the invention, comprising a cylindrical drill body 2 and a drill end 3, with a common length L and respective outer diameters D 1 and D 2. The auger 1 is surrounded by a screw blade 4, preferably over its full length L. The screw blade 4 has an outer diameter Ds and preferably a constant pitch P.

De grondboor 1 kan voorts, nabij een in gebruik bovengelegen einde 6, zijn voorzien van koppelmiddelen (niet getoond) voor koppeling van de grondboor 1 aan een grondboormachine. De grondboor 1 kan nabij een in 20 gebruik ondergelegen einde 8 zijn voorzien van een mes 5. Dit mes 5 reikt bij voorkeur over enige afstand A tot voorbij het booreinde 3, zodat dit bij het boren als eerste in de grond wordt gedraaid. In het getoonde voorbeeld vormt het mes 5 een verlenging van het schroefblad 4.The soil drill 1 can further be provided, near an end 6 in use above, in use with coupling means (not shown) for coupling the soil drill 1 to a soil drilling machine. The soil drill 1 can be provided with a blade 5 near an end 8 which is in use, in use. This blade 5 preferably extends over some distance A beyond the drill end 3, so that it is first screwed into the soil during drilling. In the example shown, the knife 5 forms an extension of the screw blade 4.

Het booreinde 3 is in het getoonde voorbeeld begrensd door een 25 afgeplat eindvlak 7, dat zich in hoofdzaak haaks op een hartlijn M van de grondboor 1 uitstrekt, en een buitenmantel 10, welke zich tussen genoemd eindvlak 7 en het boorlichaam 2 uitstrekt. De buitenmantel 10 heeft ten opzichte van het boorlichaam 2 een ingesprongen verloop, bijvoorbeeld een trapsgewijze verjonging 8, als getoond in Figuur 1 en 3A, waarbij de 30 oorspronkelijke diameter Di van het boorlichaam 2 abrupt overgaat in een 10 3 0Ό 3 7 8 kleinere diameter D2. Vanzelfsprekend zijn andere, minder abrupte overgangen mogelijk, zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 3C, waarbij de buitenmantel 10 een meer geleidelijk inspringend verloop heeft, in het bijzonder een concaaf gekromd verloop 8'. Figuur 3B toont een alternatief 5 voorbeeld, waarbij de buitenmantel 10 meerdere getrapte overgangen 8A,B,C omvat, waardoor de oorspronkelijke diameter Di via tussenstapjes Dti en Dt2 overgaat in diameter D2.In the example shown, the drill end 3 is bounded by a flattened end face 7, which extends substantially perpendicular to a center line M of the auger 1, and an outer casing 10, which extends between said end face 7 and the drill body 2. The outer casing 10 has a recessed course with respect to the drill body 2, for example a stepwise rejuvenation 8, as shown in Figures 1 and 3A, wherein the original diameter Di of the drill body 2 abruptly changes into a smaller diameter D2. Of course, other, less abrupt transitions are possible, as shown, for example, in Figure 3C, wherein the outer casing 10 has a more gradually indented course, in particular a concave curved course 8 '. Figure 3B shows an alternative example, in which the outer casing 10 comprises a plurality of stepped transitions 8A, B, C, whereby the original diameter D 1 changes into diameter D 2 via intermediate steps D 1 0 and Dt 2.

De grondboor 1 is bijvoorkeur hol, althans voorzien van een centrale doorboring 12 met een binnendiameter Di. In het getoonde 10 voorbeeld mondt de doorboring 12 uit in een uitlaatopening 13 in het eindvlak 7 van het booreinde 3. Bij voorkeur is deze uitlaatopening 13 tijdens het boren afgesloten met een deksel 14 (zie figuur 2), teneinde te verhinderen dat grond de boor kan binnendringen. Het deksel 14 kan daartoe zijn voorzien van geschikte sluitmiddelen 16. Deze behoeven geen 15 grote sluitkracht te leveren, aangezien het deksel 14 in gebruik door de grond in de gesloten stand zal worden gehouden. De sluitmiddelen 16 kunnen derhalve eenvoudig zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als verzwakkingslijnen, verende klikvingers 16 (zie figuur 2) of breekpennen. Teneinde het deksel 14 te openen, kunnen al dan niet aangedreven 20 bedieningsmiddelen (niet getoond) zijn voorzien om de sluitmiddelen 16 te verbreken en/of de sluitkracht daarvan op te heffen.The auger 1 is preferably hollow, at least provided with a central bore 12 with an inner diameter Di. In the example shown, the bore 12 opens into an outlet opening 13 in the end face 7 of the drill end 3. Preferably, this outlet opening 13 is closed during drilling with a cover 14 (see figure 2), in order to prevent soil from drilling the drill. can penetrate. To this end, the lid 14 can be provided with suitable closing means 16. These do not have to provide a great closing force, since the lid 14 will be held in use in the closed position by the ground. The closing means 16 can therefore be of simple design, for example as weakening lines, resilient snap fingers 16 (see Figure 2) or shear pins. In order to open the lid 14, operating means (not shown), whether or not driven, can be provided for breaking the closing means 16 and / or releasing the closing force thereof.

De in figuur 1 getoonde grondboor 1 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit twee holle buizen, in het bijzonder een buitenbuis 20 met een buitendiameter Di en een concentrisch daarin opgenomen binnenbuis 25 22 met een buitendiameter D2, waarbij de binnenbuis 22 over een afstand CThe auger 1 shown in figure 1 can for instance be manufactured from two hollow tubes, in particular an outer tube 20 with an outer diameter D 1 and an inner tube 22 concentrically accommodated therein with an outer diameter D 2, the inner tube 22 being over a distance C

uitsteekt ten opzichte van de buitenbuis 20. De overgang tussen beide buizen 20, 22 vormt bovengenoemde getrapte overgang 8 van het booreinde 3. Dergelijke buizen 20, 22 zijn eenvoudig te vervaardigen en eenvoudig onderling te verbinden, met op zichzelf bekende bevestigingsmiddelen, 30 bijvoorbeeld door lassen.protrudes with respect to the outer tube 20. The transition between the two tubes 20, 22 forms the above-mentioned stepped transition 8 of the drill end 3. Such tubes 20, 22 are easy to manufacture and easy to connect to each other, with fastening means known per se, for example by welding.

1 n 3 η n .3 7 91 n 3 η n. 3 7 9

Ter illustratie worden hieronder een aantal mogelijke afmetingen gegeven van een grondboor 1 volgens Figuur 1. Deze waarden dienen om enig gevoel te geven ten aanzien van het type boor, doch dienen geenszins als beperkend te worden uitgelegd. De lengte L van de boor 1 zal 5 gebruikelijk tussen ongeveer 10 en 30 meter bedragen. De buitendiameter Ds van het schroefblad 4 kan tussen ongeveer 25 en 90 centimeter bedragen en de spoed P kan rond 35 tot 60 centimeter bedragen. De buitendiameter van het boorlichaam 2, 20 bedraagt bijvoorbeeld tussen 20 en 65 centimeter. De binnendiameter Di van de centrale doorboring 12 bedraagt bij voorkeur 10 tussen ongeveer 12 en 40 centimeter. De afstand A tussen het mes 5 en het eindvlak 7 van het booreinde 3 bedraagt bij voorkeur ongeveer 10 centimeter. De afstand B van het mes 5 tot aan de getrapte overgang bedraagt bij voorkeur tussen ongeveer 80 en 100 centimeter. Voorts bedraagt de diameterreductie van het verjongde booreinde bij voorkeur 15 tussen ongeveer 30 en 75% van de oorspronkelijke boordiameter.By way of illustration, a number of possible dimensions of an earth drill 1 according to Figure 1 are given below. These values serve to give some feeling with regard to the type of drill, but should in no way be construed as limiting. The length L of the drill 1 will usually be between approximately 10 and 30 meters. The outer diameter Ds of the screw blade 4 can be between approximately 25 and 90 centimeters and the pitch P can be around 35 to 60 centimeters. The outer diameter of the drill body 2, 20 is, for example, between 20 and 65 centimeters. The inner diameter Di of the central bore 12 is preferably between approximately 12 and 40 centimeters. The distance A between the knife 5 and the end face 7 of the drill end 3 is preferably approximately 10 centimeters. The distance B from the knife 5 to the stepped transition is preferably between approximately 80 and 100 centimeters. Furthermore, the diameter reduction of the tapered drill end is preferably between approximately 30 and 75% of the original drill diameter.

De werking van het booreinde 3 zal nu worden uitgelegd aan de hand van Figuur 3A. Wanneer dit booreinde 3 in de grond wordt gedraaid, zal de grond ter plekke worden losgedraaid. Een gedeelte van deze losgedraaide grond nestelt zich in de getrapte overgang 8 van de 20 buitenmantel 10 en zal met het booreinde 3 meedraaien. Daarbij vormt deze grond als het ware een tweede buitenmantel, hierna grondmantel 25 genoemd, met een afgeknot conische vorm en een hellingshoek of tophoek a, welke zich per grondsoort 'automatisch' instelt en per grondsoort kan verschillen. Onder tophoek wordt in deze verstaan de hoek die door de 25 conische mantelwanden wordt ingesloten, wanneer de mantel over hartlijn M wordt doorgesneden, Zoals getoond in Figuur 3A. Hierin zijn drie verschillende grondmantels 25A-C afgebeeld, met bijbehorende tophoeken (xa-c. Duidelijk is te zien dat de tophoek a afneemt naarmate de grondmantel 25 zich over een grotere lengte langs het booreinde 3 uitstrekt.The operation of the drill end 3 will now be explained with reference to Figure 3A. When this drill end 3 is turned into the ground, the ground will be loosened on the spot. A portion of this loosened soil nestles in the stepped transition 8 of the outer casing 10 and will rotate with the drill end 3. In this case, this ground forms, as it were, a second outer casing, hereafter referred to as ground casing 25, with a truncated conical shape and an angle of inclination or apex angle α, which adjusts itself 'automatically' per soil type and may differ per soil type. In this context, apex angle is understood to mean the angle that is enclosed by the conical casing walls when the casing is cut through axis M, as shown in Figure 3A. Herein three different ground jackets 25A-C are shown, with corresponding apex angles (xa-c. It can clearly be seen that the apex angle α decreases as the ground jacket 25 extends along a larger length along the drill end 3.

1030037 101030037 10

Deze tophoek cc is van belang voor het verdringend vermogen van de grondboor 1. Hieronder wordt verstaan, het vermogen van de grondboor 1 om omringende grond zijwaarts te verdringen. Bij 100% verdringend vermogen wordt alle grond zijwaarts verdrongen. Dit is gunstig voor het 5 draagvermogen van de grond en levert bovendien geen overtollige grond op, die afgevoerd dient te worden. Nadeel is evenwel dat voor 100% verdringing, zoals bijvoorbeeld wordt bereikt door heien, veel energie nodig is. De verdringing gaat bovendien vaak gepaard met lawaai en/of trillingen, welke schade kunnen toebrengen aan de omgevingen en/of omringende bebouwing. 10 Hierdoor is 100% verdringing, althans heien, niet altijd mogelijk of toegestaan. De grondboor 1 volgens de uitvinding behoort tot de semi· verdringende boren, waarbij een deel van de grond wordt verdrongen en het overige deel omhoog wordt getransporteerd door het schroefblad 4. Dit kost minder energie en maakt minder lawaai, doch resulteert in overtollige grond 15 en een lager draagvermogen van de grond. Teneinde laatstgenoemde nadelen te minimaliseren kan het verdringend vermogen van de boor worden verhoogd. Dit is mogelijk door de tophoek cc van het booreinde 3 te variëren. Verrassenderwijs is gebleken dat met een booreinde 3 volgens de uitvinding, de zich rond het booreinde vormende grondmantel 25 steeds een 20 tophoek cc aanneemt die voor de betreffende grondsoort een meest optimaal verdringingseffect oplevert. Daarbij kan de door de grondmantel gevormde tophoek oc afhankelijk van het grondtype bijvoorbeeld variëren tussen ongeveer 3 graden en ongeveer 20 graden. Deze waarden dienen niet beperkend te worden uitgelegd.This top angle cc is important for the displacement capacity of the earth auger 1. This is understood to mean the capacity of the earth auger 1 to displace surrounding soil sideways. At 100% displacing capacity, all soil is displaced sideways. This is favorable for the load-bearing capacity of the soil and moreover does not yield any excess soil which must be removed. However, a disadvantage is that 100% displacement, such as is achieved by pile driving, requires a lot of energy. Moreover, displacement is often accompanied by noise and / or vibrations, which can cause damage to the surroundings and / or surrounding buildings. As a result, 100% displacement, or at least pile-driving, is not always possible or permitted. The soil drill 1 according to the invention belongs to the semi-displacing drills, whereby part of the soil is displaced and the remaining part is transported upwards by the screw blade 4. This costs less energy and makes less noise, but results in surplus soil 15 and lower bearing capacity of the ground. In order to minimize the latter disadvantages, the displacement capacity of the drill can be increased. This is possible by varying the apex angle cc of the drill end 3. Surprisingly, it has been found that with a drill end 3 according to the invention, the ground casing 25 forming around the drill end always assumes an apex angle cc which produces the most optimum displacement effect for the relevant soil type. Thereby, the apex angle α formed by the ground jacket can vary, for example, between approximately 3 degrees and approximately 20 degrees depending on the type of soil. These values should not be construed as limiting.

25 Aldus kan met één grondboor 1 volgens de uitvinding in uiteenlopende grondsoorten worden geboord, waarbij in samenwerking met deze grond steeds een booreinde 3 wordt verkregen met een voor die betreffende grond optimale tophoek cc, welke gepaard gaat met een optimaal verdringend vermogen. Hierdoor behoudt de grond rond het geboorde gat 1030037 11 een relatief groot draagvermogen, hetgeen voordelig is voor een in deze gaten aan te brengen funderingspaal. Deze palen kunnen hierdoor namelijk slanker en in voorkomende gevallen ook korter worden uitgevoerd, omdat minder diep behoeft te worden geboord om een voldoende dragende 5 grondlaag te bereiken, of in andere woorden, de dragende grondlaag behoeft minder sterk te zijn, omdat de bovengelegen lagen een grotere bijdrage kunnen leveren aan het draagvermogen. Hierdoor kan beton worden bespaard.Drilling into various types of soil can thus be carried out with one earth drill 1 according to the invention, wherein in cooperation with this soil a drill end 3 is always obtained with an apex angle cc which is optimum for that particular soil, which is accompanied by an optimum displacing power. As a result, the soil around the drilled hole 1030037 11 retains a relatively large bearing capacity, which is advantageous for a foundation pile to be provided in these holes. Namely, these piles can hereby be made slimmer and, where appropriate, also shorter, because drilling has to be carried out less deeply in order to achieve a sufficiently load-bearing primer, or in other words, the load-bearing primer needs to be less strong, because the upper layers make a greater contribution to the carrying capacity. This allows concrete to be saved.

Een dergelijke funderingspaal kan worden gerealiseerd door, nadat 10 op bovenstaande wijze een gat is geboord, een uithardende massa in het boorgat te injecteren via de centrale doorboring 12 en uitlaatopening 13. Daarbij kan het deksel 14 door eerdergenoemde bedieningsmiddelen worden geopend. Doch bij voorkeur wordt het deksel 14 geopend onder invloed van de druk van de in de grondboor 1 gevoerde massa. Hierdoor zijn geen 15 speciale bedieningsmiddelen nodig, en kan de grondboor nog eenvoudiger en robuuster worden uitgevoerd. Het deksel 14 kan scharnierend met het booreinde zijn verbonden (als weergegeven in figuur 2) of zijn uitgevoerd als een "verloren deksel", waarbij het deksel 14 na verbreking van de sluitmiddelen uit het booreinde 3 valt en in de grond achter blijft.Such a foundation pile can be realized by, after a hole has been drilled in the above manner, injecting a hardening mass into the borehole via the central bore 12 and outlet opening 13. The cover 14 can be opened by the aforementioned operating means. Preferably, however, the lid 14 is opened under the influence of the pressure of the mass fed into the earth drill 1. As a result, no special operating means are required, and the earth drill can be made even simpler and more robust. The lid 14 can be hinged to the drill end (as shown in figure 2) or be designed as a "lost lid", the lid 14 falling out of the drill end 3 after breaking the closing means and remaining in the ground.

20 De inspuitdruk wordt bijvoorkeur aanvankelijk, gedurende de eerste meter of halve meter relatief hoog gekozen, bijvoorbeeld tussen 5 tot 10 Bar. Aldus kan lucht die zich mogelijk in het aangevoerde beton en de centrale doorboring 12 kan bevinden daaruit worden geperst. Deze druk kan worden ingesteld via op de boor 1 aangesloten pompmiddelen (niet getoond). 25 Tijdens het omhoogtrekken van de boor en het verder vullen van het boorgat kan de druk worden afgelaten, zodat deze geleidelijk afneemt tot bijvoorbeeld 0,5 Bar.The injection pressure is preferably chosen initially relatively high during the first meter or half meter, for example between 5 and 10 Bar. Thus, air that may possibly be present in the supplied concrete and the central bore 12 can be pressed out of it. This pressure can be adjusted via pump means connected to the drill 1 (not shown). During the lifting of the drill and the further filling of the borehole, the pressure can be released, so that it gradually decreases to, for example, 0.5 Bar.

Zoals getoond in Fig. 1 en Fig. 2 is de boor bij voorkeur voorzien van een mes 5, dat over zekere afstand A uitsteekt ten opzichte van het 30 eindvlak 7 van het booreinde 3. Dankzij dit mes 5 kan de boor 1 msnn.i? \ 12 eenvoudiger, met minder weerstand in de grond worden gedraaid. Daarbij wordt de grond door het mes 5 nauwelijks verstoord. Verdringing van de grond treedt pas op vanaf het eindvlak 7 van het booreinde, dus op een afstand A boven het mes 5. Dit betekent dat de grond waarop de te storten 5 funderingspaal uiteindelijk rust niet of minimaal is verdrongen doch grotendeels in takt is. Dit is wederom gunstig voor het dragend vermogen, alsmede voor het minimaliseren van verzakkings- of zettingsverschillen, welke tussen de funderingspalen kunnen optreden wanneer deze worden belast.As shown in FIG. 1 and FIG. 2, the drill is preferably provided with a knife 5, which protrudes over a certain distance A with respect to the end face 7 of the drill end 3. Thanks to this knife 5, the drill can 1 msnn.i? \ 12 easier to screw into the ground with less resistance. The ground is hardly disrupted by the knife 5. Displacement of the ground only occurs from the end face 7 of the drill end, so at a distance A above the knife 5. This means that the ground on which the foundation pile to be deposited ultimately rests is not displaced, or minimally displaced, but is largely intact. This is again favorable for the load-bearing capacity, as well as for minimizing subsidence or settlement differences, which can occur between the foundation piles when they are loaded.

10 Teneinde het aankleven van een eerste laag grond te stimuleren kan de buitenmantel van het booreinde 3 worden opgeruwd, zoals aangegeven in Figuur 3C. Ook de meerdere trappen 8A-C als getoond in Fig. 3B kunnen bijdragen aan een betere hechting van de grond aan het booreinde 3. Daarbij worden deze trappen 8A-C bij voorkeur zodanig 15 gedimensioneerd dat hiermee de vrije instelbaarheid van de tophoek α niet, althans minimaal wordt belemmerd. Zo is in de in Figuur 3B getoond uitvoeringsvorm de minimaal instelbare tophoek ac onveranderd ten opzichte van figuur 3A, terwijl de maximaal instelbare tophoek λα slechts iets kleiner is geworden.In order to stimulate the adherence of a first layer of soil, the outer casing of the drill end 3 can be roughened, as indicated in Figure 3C. The multiple stages 8A-C as shown in FIG. 3B can contribute to a better adhesion of the soil to the drill end 3. In this case, these steps 8A-C are preferably dimensioned in such a way that the free adjustability of the apex angle α is not, at least minimally, impeded. For example, in the embodiment shown in Figure 3B, the minimum adjustable apex angle ac is unchanged with respect to Figure 3A, while the maximum adjustable apex angle λα has only become slightly smaller.

20 Het moge duidelijk zijn dat een booreinde 3 volgens de uitvinding toepasbaar is bij elk type grondboor, dus ook massieve grondboren of grondboren waarbij geen beton via een holle binnenbuis in het geboorde gat wordt aangebracht. De voordelen van een booreinde 3 volgens de uitvinding komen met name tot zijn recht in toepassingen waarbij een grote mate van 25 grondverdringing gewenst en/of van belang is.It will be clear that a drill end 3 according to the invention can be used with any type of earth drill, thus also solid earth drills or earth drills where no concrete is introduced into the drilled hole via a hollow inner tube. The advantages of a drill end 3 according to the invention come into its own in particular in applications where a large degree of soil displacement is desired and / or important.

Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een grondboor 101 volgens de uitvinding waarbij met de voorgaande uitvoeringsvorm overeenkomende delen met overeenkomende verwijzingscijfers zijn aangegeven, vermeerderd met 100. De getoonde grondboor 101 omvat een 103003? 13 boorlichaam 102 en een schroefblad 104 met buitendiameter D, dat zich langs slechts een gedeelte E van het boorlichaam 102 uitstrekt, rond een in gebruik ondergelegen einde 103 van de boor 101. Dit einde 103 is aan een onderzijde voorzien van een opening 113, net als bij de hiervoor beschreven 5 uitvoeringsvorm.Figure 4 shows an alternative embodiment of a ground drill 101 according to the invention, parts corresponding to the previous embodiment being indicated with corresponding reference numerals, increased by 100. The ground drill 101 shown comprises a 103003? 13 drill body 102 and a screw blade 104 with outer diameter D, which extends along only a portion E of the drill body 102, around a lower end 103 of the drill 101 that is in use. This end 103 is provided on an underside with an opening 113, just as with the embodiment described above.

In deze uitvoeringsvorm omvat het boorlichaam 102 een schroefbladvrij gedeelte F met buitendiameter D, welke overeenkomt met de buitendiameter van het schroefblad 104 en welk gedeelte F is voorzien van boorweerstand verlagende middelen 115, welke in deze uitvoeringsvorm zijn 10 uitgevoerd als een weinig bodemgrond transporterende spiraal. Hierbij gaat in deze uitvoeringsvorm van de grondboor 101 het schroefblad 104 naadloos over in de spiraal 115 doordat een in radiale richting gemeten dikte van het schroefblad 104 vanaf het einde gezien geleidelijk afneemt. Dit is nader weergegeven in figuren 5A en 5B. Hierin is te zien dat de spiraal 115 15 nauwelijks uitsteekt ten opzichte van een buitenoppervlak van het schroefbladvrije gedeelte F van het boorlichaam 102, waardoor de spiraal 115 nagenoeg geen bodemgrond kan transporteren. Hoewel deze uitvoeringsvorm is voorzien van dergelijke boorweerstand verlagende middelen 115, zijn deze middelen niet strikt noodzakelijk voor het toepassen 20 van de uitvinding.In this embodiment, the drill body 102 comprises a screw-blade-free portion F with outer diameter D, which corresponds to the outer diameter of the screw-blade 104 and which portion F is provided with drill-resistance-lowering means 115, which in this embodiment are designed as a spiral carrying little soil soil. Here, in this embodiment of the auger 101, the screw blade 104 seamlessly merges into the spiral 115 because a thickness of the screw blade 104 measured in the radial direction gradually decreases when viewed from the end. This is further shown in figures 5A and 5B. It can be seen from this that the spiral 115 hardly protrudes relative to an outer surface of the propeller-free portion F of the drill body 102, as a result of which the spiral 115 can hardly transport any bottom soil. Although this embodiment is provided with such drilling resistance lowering means 115, these means are not strictly necessary for the application of the invention.

Het ondergelegen einde 103 van het boorlichaam 102 kan zijn voorzien van afsluitmiddelen, bijvoorbeeld een stalen deur of een stalen deksel (niet getoond). Hiermee kan de uitlaatopening 113 althans tijdens het boren worden afgesloten. Tevens kan de grondboor 101 zijn voorzien van 25 een snijmes 105 dat zich in gebruik uitstrekt onder het einde 103 van het boorlichaam 102. Ook in deze uitvoeringsvorm is het boorlichaam 102 opgebouwd uit een buitenbuis 120 en een concentrisch daarin opgenomen binnenbuis 122. Een diameter van deze binnenbuis 122 wordt doorgaans afgestemd op afmetingen van toévoermiddelen (niet getoond) waarop de 1030037 14 binnenbuis 122 kan worden aangesloten. Mogelijke diameters liggen doorgaans tussen 80 mm en 500 mm.The lower end 103 of the drill body 102 may be provided with closing means, for example a steel door or a steel cover (not shown). Hereby the outlet opening 113 can be closed at least during drilling. The auger 101 can also be provided with a cutting blade 105 which, in use, extends below the end 103 of the drill body 102. In this embodiment too, the drill body 102 is made up of an outer tube 120 and an inner tube 122 concentrically accommodated therein. this inner tube 122 is generally adapted to dimensions of supply means (not shown) to which the 1030037 14 inner tube 122 can be connected. Possible diameters are usually between 80 mm and 500 mm.

Het buiseinde 103 van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm van de grondboor 101 volgens de uitvinding heeft een buitenoppervlak met 5 een ingesprongen grondverdringende vorm 110. Bovendien strekken het grondverdringende buiseinde 110 en het schroefblad 104 zich uit over een overlappend deel van het boorlichaam 102.The pipe end 103 of the above-described embodiment of the auger 101 according to the invention has an outer surface with an indented ground displacement shape 110. Moreover, the soil displacement pipe end 110 and the screw blade 104 extend over an overlapping part of the drill body 102.

De hierboven beschreven grondboor 101 werkt als volgt. De grondboor 101 wordt verticaal gepositioneerd op een dusdanige wijze dat het 10 ondergelegen einde 103 tegen een bodem (niet getoond) aanligt. Door de grondboor 101 om een hartlijn M te laten roteren wordt een schacht (niet getoond) geboord. Bij het boren wordt door het mes 105 losgewoelde bodemgrond door het schroefblad 104 omhoog getransporteerd over een gedeelte van de schacht. Daarbij wordt bij voorkeur althans een deel van 15 deze grond simultaan zijwaarts verdrongen in de schacht, door het booreinde 103. Bij voorkeur zijn de opwaartse transportcapaciteit van het schroefblad 104 en de zijwaartse verdringingscapaciteit van het einde 103 zodanig op elkaar afgestemd dat bij het eindigen van het opwaarts transport (d.w.z. daar waar schroefblad 104 overgaat in spiraal 115) in hoofdzaak alle 20 grond zijwaarts is verdrongen, zodat ter plaatse van genoemde overgang geen opeenhoping van grond ontstaat.The ground drill 101 described above works as follows. The auger 101 is positioned vertically in such a way that the lower end 103 abuts against a bottom (not shown). By rotating the auger 101 about a center line M, a shaft (not shown) is drilled. During drilling, soil soil loosened by the knife 105 is transported upwards by the screw blade 104 over a portion of the shaft. Preferably, at least a part of this soil is simultaneously displaced sideways in the shaft, by the drill end 103. Preferably, the upward transport capacity of the screw blade 104 and the lateral displacement capacity of the end 103 are matched to each other such that at the end of the upward transport (ie where screw blade 104 merges into spiral 115) substantially all soil is displaced sideways, so that there is no accumulation of soil at the location of said transition.

Wanneer de schacht een gewenste diepte heeft bereikt wordt, tijdens het uit de schacht terugtrekken van de grondboor 101, een uithardende massa (niet getoond), bijvoorbeeld beton of betonmortel, door de 25 binnenbuis 122 heen in de schacht gevoerd. Om de massa door de buisopening 113 uit de boor 101 te laten stromen, dienen de afsluitmiddelen te worden verwijderd. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden onder druk van de aangevoerde massa, die aan het ondergelegen einde 113 uit de buis 122 wordt geperst, maar het is ook mogelijk dat de afsluitmiddelen worden 30 losgemaakt voordat de massa de buisopening 113 bereikt, via daartoe 1030037 15 voorziene ontgrendelmiddelen (niet getoond). De afsluitmiddelen kunnen op een diepste punt in de schacht achterblijven.When the shaft has reached a desired depth, during the withdrawal of the auger 101 from the shaft, a hardening mass (not shown), for example concrete or concrete mortar, is fed through the inner tube 122 into the shaft. To allow the mass to flow out of the drill 101 through the tube opening 113, the closing means must be removed. This can for instance take place under pressure of the supplied mass, which is pressed out of the tube 122 at the lower end 113, but it is also possible that the closing means are released before the mass reaches the tube opening 113, via release means provided for this purpose (1030037) not shown). The closing means may remain in the shaft at a deepest point.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Alle combinaties van (delen van) 5 beschreven en/of getoonde uitvoeringsvormen worden geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties daarop mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.The invention is in no way limited to the exemplary embodiments shown in the description and the drawing. All combinations of (parts of) described and / or shown embodiments are considered to fall under the inventive concept. Moreover, many variations thereof are possible within the scope of the invention as set forth in the claims.

Zo is het mogelijk om bij het vervaardigen van een funderingspaal, de uithardende massa pas in het boorgat aan te brengen nadat de grondboor 10 volledig uit het boorgat is verwijderd. In dat geval, behoeft de grondboor niet hol te zijn en behoeft het booreinde geen boorputdeksel te omvatten, waardoor een nog robuustere boor kan worden verkregen, welke bovendien geen inwendige reiniging behoeft. Voorts kunnen de boorweerstand verlagende middelen zijn uitgevoerd als rond de buis geplaatste ringen.For example, when manufacturing a foundation pile, it is only possible to place the hardening mass in the borehole after the earth drill 10 has been completely removed from the borehole. In that case, the auger need not be hollow and the drill end need not include a well cover, whereby an even more robust drill can be obtained, which moreover does not require internal cleaning. Furthermore, the drilling resistance lowering means can be designed as rings placed around the tube.

15 Deze en vele variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.These and many variations are understood to fall within the scope of the invention as set forth in the following claims.

1030037 ,1030037,

Claims (18)

1. Grondboor (1, 101) omvattende een in hoofdzaak cilindervormig boorlichaam (2, 102) voorzien van een booreinde (3, 103), ingericht om in gebruik in de grond te worden gedraaid, met het kenmerk dat het booreinde (3, 103) een ten opzichte van het boorlichaam (2, 102) 5 ingesprongen buitenoppervlak (10, 110) heeft, zodanig dat zich in gebruik grond in en/of rond dit buitenoppervlak (10, 110) kan hechten ter vorming van een conische mantel (25), met een vrij instelbare tophoek (a).Ground drill (1, 101) comprising a substantially cylindrical drill body (2, 102) provided with a drill end (3, 103), adapted to be turned into the ground in use, characterized in that the drill end (3, 103 ) has an outer surface (10, 110) indented relative to the drill body (2, 102) such that, in use, soil can adhere to and / or around this outer surface (10, 110) to form a conical casing (25 ), with a freely adjustable top angle (a). 2. Grondboor (1, 101) volgens conclusie 1, waarbij het booreinde (3, 103) richting haar vrije einde (7) is verjongd volgens een getrapt of 10 anderszins gekromd buitenoppervlak (10, 8, 8A-C, 8').2. Earth drill (1, 101) according to claim 1, wherein the drill end (3, 103) is tapered towards its free end (7) according to a stepped or otherwise curved outer surface (10, 8, 8A-C, 8 '). 3. Grondboor (1, 101) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de grondboor (1, 101) een mes (5, 105) omvat, dat tot voorbij een vrij einde (7) van het booreinde (3, 103) reikt.The earth drill (1, 101) according to claim 1 or 2, wherein the earth drill (1, 101) comprises a knife (5, 105) which extends beyond a free end (7) of the drill end (3, 103). 4. Grondboor (1, 101) volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij het booreinde (3, 102) een afgeplat eindvlak (7) omvat, dat zich in hoofdzaak haaks op een hartlijn (M) van de grondboor (1, 101) uitstrekt.4. Earth drill (1, 101) according to one of the preceding claims, wherein the drill end (3, 102) comprises a flattened end face (7) which is substantially perpendicular to a center line (M) of the earth drill (1, 101 ) extends. 5. Grondboor (1, 101) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het boorlichaam (2, 102) en booreinde (3, 103) hol zijn en het booreinde (3, 103) is voorzien van een afsluitbare uitlaatopening (13, 113).Earth drill (1, 101) according to one of the preceding claims, wherein the drill body (2, 102) and drill end (3, 103) are hollow and the drill end (3, 103) is provided with a closable outlet opening (13, 113) ). 6. Grondboor (1, 101) volgens conclusie 4 en 5, waarbij de uitlaatopening (13, 113) is gelegen in het afgeplatte eindvlak (7) van het booreinde (3, 103).The earth drill (1, 101) according to claims 4 and 5, wherein the outlet opening (13, 113) is located in the flattened end face (7) of the drill end (3, 103). 7. Grondboor (1, 101) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de grondboor (1, 101) is opgebouwd uit een buitenbuis (20, 120) en 25 een concentrisch daarin opgenomen binnenbuis (22, 122), waarbij de binnenbuis (22, 122) met ten minste één einde uitsteekt buiten de buitenbuis (20, 120). 1 Λ Λ Λ Λ Λ ·7. Earth drill (1, 101) according to one of the preceding claims, wherein the earth drill (1, 101) is made up of an outer tube (20, 120) and an inner tube (22, 122) concentrically accommodated therein, the inner tube ( 22, 122) with at least one end protruding outside the outer tube (20, 120). 1 Λ Λ Λ Λ Λ · 8. Grondboor (1, 101) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij althans een deel van het boorlichaam (2, 102), bij voorkeur het booreinde (3, 103) of althans ter plaatse van het ingesprongen buitenoppervlak (10, 110), is omgeven door een spiraalvormig schroefblad 5 (4, 104).Earth drill (1, 101) according to one of the preceding claims, wherein at least a part of the drill body (2, 102), preferably the drill end (3, 103) or at least at the location of the recessed outer surface (10, 110) is surrounded by a spiral screw blade 5 (4, 104). 9. Grondboor (101) volgens conclusie 8, waarbij een schroefbladvrij gedeelte (F) van het boorlichaam (102) is voorzien van boorweerstand verlagende middelen (115).The earth drill (101) according to claim 8, wherein a propeller-free portion (F) of the drill body (102) is provided with drill resistance lowering means (115). 10. Grondboor (101) volgens conclusie 8 of 9, waarbij het schroefblad 10 (104) overgaat in een in gebruik weinig bodemgrond transporterende spiraal (115).10. Soil auger (101) according to claim 8 or 9, wherein the screw blade 10 (104) merges into a spiral (115) carrying little soil soil in use. 11. Grondboor volgens een van de conclusies 8-10, waarbij een in radiale richting gemeten dikte van het schroefblad vanaf het vrije booreinde gezien geleidelijk afneemt tot een geringe dikte, bij welke dikte het 15 schroefblad althans nagenoeg vrij is van bodemgrond transporterende eigenschappen.11. Ground drill as claimed in any of the claims 8-10, wherein a thickness of the screw blade measured in radial direction gradually decreases, viewed from the free drill end, to a small thickness, at which thickness the screw blade is at least substantially free of soil-soil transporting properties. 12. Grondboor volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een buitendiameter van het schroefblad althans nagenoeg gelijk is aan een buitendiameter van het schroefbladvrije gedeelte van de buis.12. Ground drill as claimed in any of the foregoing claims, wherein an outer diameter of the screw blade is at least substantially equal to an outer diameter of the screw blade-free portion of the tube. 13. Grondboor volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de grondboor, inclusief eventueel aanwezig schroefblad en/of boorweerstand verlagende middelen over haar hele lengte een in hoofdzaak constante buitendiameter heeft.13. Earth drill as claimed in any of the foregoing claims, wherein the earth drill, including any screw blade and / or drilling resistance-reducing means, has a substantially constant outer diameter over its entire length. 14. Grondboor volgens een van de conclusies 8-13, waarbij het 25 schroefblad (4, 104) een constante spoed (P) heeft.14. Earth auger according to any of claims 8-13, wherein the screw blade (4, 104) has a constant pitch (P). 15. Werkwijze voor het vervaardigen van een boorgat, waarbij een •grondboor (1, 101) volgens een van de voorgaande conclusies in de grond wordt gedraaid, waarbij omringende grond zich in en/of aan het booreinde (3, 103) hecht en een conische mantel (25) vormt met een zelfinstellende 30 tophoek (a), welke per grondsoort kan verschillen. 1030037A method for manufacturing a borehole, wherein a ground drill (1, 101) is turned into the ground according to one of the preceding claims, wherein surrounding ground adheres in and / or to the drill end (3, 103) and a forming a conical casing (25) with a self-adjusting apex (a), which may differ per soil type. 1030037 16. Werkwijze volgens conclusie 15 in combinatie met een grondboor (1) volgens een van de conclusies 8 -14, omvattende: • het althans gedeeltelijk opwaarts transporteren van bodemgrond vanaf een nabij een diepste punt van het boorgat gelegen positie over slechts 5 een gedeelte van het boorgat; • het vanaf een op enige afstand van het diepste punt gelegen positie in het boorgat verdringen van de bodemgrond.Method according to claim 15 in combination with a ground drill (1) according to one of claims 8-14, comprising: • transporting soil soil at least partially upwards from a position located near a deepest point of the borehole over only a part of the borehole; • displacing the soil into the borehole from a position at some distance from the deepest point. 17. Werkwijze voor het vervaardigen van een funderingspaal, waarbij een boorgat wordt vervaardigd vólgens een werkwijze volgens conclusie 15 10 of 16, met behulp van een grondboor (1, 101) volgens een van de conclusies 5-14, waarna een uithardende massa, in het bijzonder beton of betonmortel, via het holle boorlichaam (2, 102) en booreinde (3, 103) in het boorgat wordt gebracht, terwijl de grondboor (1, 101) geleidelijk uit het boorgat wordt teruggetrokken of gedraaid.A method for manufacturing a foundation pile, wherein a borehole is produced according to a method according to claims 15 or 16, using a ground drill (1, 101) according to any of claims 5-14, after which a curing mass, in in particular concrete or concrete mortar, is introduced into the borehole via the hollow drill body (2, 102) and drill end (3, 103), while the earth drill (1, 101) is gradually withdrawn or rotated from the borehole. 18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij tijdens het vullen van het boorgat de druk waarmee de uithardende massa in het boorgat wordt gebracht, wordt gevarieerd. 1030037Method according to claim 17, wherein during the filling of the borehole the pressure with which the hardening mass is introduced into the borehole is varied. 1030037
NL1030037A 2004-09-24 2005-09-26 Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body NL1030037C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030037A NL1030037C2 (en) 2004-09-24 2005-09-26 Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027112A NL1027112C2 (en) 2004-09-24 2004-09-24 Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body
NL1027112 2004-09-24
NL1027150A NL1027150C2 (en) 2004-09-30 2004-09-30 Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a helical blade that extends over just part of a cylindical tube near the bottom end
NL1027150 2004-09-30
NL1030037 2005-09-26
NL1030037A NL1030037C2 (en) 2004-09-24 2005-09-26 Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030037C2 true NL1030037C2 (en) 2006-03-27

Family

ID=36539323

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030037A NL1030037C2 (en) 2004-09-24 2005-09-26 Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030037C2 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100208121B1 (en) Ground displacement auger head for making piles in the ground
BE1010638A3 (en) Drill for making a pile in the ground and method of making the drill applying.
NL8401118A (en) GROUND REPLACEMENT DRILL, PROCESSING MACHINE USED, METHOD FOR MANUFACTURING A POLE, AND SO MANUFACTURED.
BE1010781A3 (en) Soil displacement SCREW DRILL AND METHOD FOR MANUFACTURING A CONCRETE POLE THERETO.
EP1277887B1 (en) Displacement drilling tool and equipment using said tool
EP2694744B1 (en) Machine and method for forming an in ground granular column
NL1030037C2 (en) Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body
BE1016785A3 (en) Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body
US20020008328A1 (en) Pile formation
FR2648839A1 (en) FOUNDATION PILES, METHODS, TOOLS AND MACHINES FOR CONSTRUCTING THESE PILES
NL1027112C2 (en) Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a cylindrical drill body with a drill tip whose outer surface is indented with respect to the drill body
EP2374943A2 (en) Foundation pile
EP1793046A1 (en) Connection element between a micropile and a driving means, and a testing device with such an element
US6578635B1 (en) Lining removal method, system and components thereof
EP1793045A1 (en) Gripping device for a micro pile head and tension test apparatus including such a device
NL9301176A (en) Method for forming a foundation pile in the ground using a prefabricated pile shaft.
NL1018702C2 (en) Method for installing a foundation pile in the soil, as well as a foundation pile and a chuck for this method, and a soil displacement drill.
NL1027150C2 (en) Earth auger useful for fabricating foundation piles comprises a helical blade that extends over just part of a cylindical tube near the bottom end
WO1998013554A1 (en) Bearing capacity enhancement for piling applications
WO2000022244A1 (en) Auger
JP2673677B2 (en) Pile method
BE1016927A3 (en) Drill for sinking concrete screw pile, has cutting screw blade with successive sections of increasing, constant and decreasing diameter in upward direction
GB2354023A (en) Displacement hole forming tool
BE1027995B1 (en) SOIL DISPLACEMENT DRILL AND PROCEDURE FOR FORMING A SMOOTH FOUNDATION PILE WITH SUCH DISPLACEMENT DRILL
KR970009947A (en) How to create files in boring jigs and bore holes

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
SD Assignments of patents

Effective date: 20140205

TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20140205

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191001