NL1029727C2 - Meubel. - Google Patents

Description

Titel: Meubel

De uitvinding heeft betrekking op een meubel dat in een bank/stoel-configuratie en een bedconfïguratie brengbaar is.

Uit de praktijk zijn dit soort meubels bekend als slaapbanken en slaapstoelen. Een slaapbank of slaapstoel heeft twee functies, een zitfunctie 5 en een ligfunctie. Wanneer de slaapbank vanuit de zitfunctie naar de ligfunctie dient te worden gebracht zijn daar handelingen voor nodig. Deze handelingen variëren van het uitschuiven van delen van de bank, het ontstapelen van delen van de bank, het uitklappen van delen van de bank tot het uit elkaar halen van delen van de bank. Veelal zijn dit moeilijke 10 en/of zware handelingen of zijn deze moeilijk door één persoon uit te voeren. Een ander nadeel kan zijn dat de slaapbank zwaar is zodat wanneer een extra bed in een ander vertrek benodigd is, deze slaapbank moeilijk te verplaatsen is. Daarnaast zijn er slaapstoelen bekend die uit een samenstel van kussens zijn opgebouwd. Indien een extra slaapplek is benodigd worden 15 de kussens uitgevouwen zodat deze een matras vormen. Echter voor gebruik in opgevouwen toestand als zitplaats is deze slaapstoel niet bijzonder geschikt. De kussens zakken gemakkelijk van elkaar door het gewicht van de persoon die erop zit en derhalve verschaft dit een uiterst onstabiele zitplaats.

20 Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een meubel waarbij deze eenvoudig van een zit- in een ligfunctie kan worden gebracht en vice versa, zodat het meubel gemakkelijk door één persoon bedienbaar is en waarbij tevens het meubel eenvoudig is te verplaatsen.

De uitvinding verschaft daartoe een meubel dat in een bank/stoel-25 configuratie en een bedconfïguratie brengbaar is, waarbij het meubel is voorzien van een frame dat een eerste framedeel omvat voorzien van een eerste uiteinde en een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede 1 0 29 7 27ή 2 uiteinde, waarbij een tweede framedeel scharnierbaar met het eerste framedeel is verbonden ter plaatse van het eerste uiteinde, waarbij een derde framedeel scharnierbaar met het eerste framedeel is verbonden ter plaatse van het tweede uiteinde, waarbij een vierde framedeel 5 scharnierbaar is verbonden met het derde framedeel, waarbij de hartlijnen rond welke de genoemde framedelen ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij in de bank/stoel-configuratie het tweede framedeel op het eerste framedeel ligt, waarbij het derde framedeel een rugleuning vormt en waarbij het vierde framedeel een 10 vergrendelstand inneemt waarin het vierde framedeel aangrijpt op het eerste of tweede framedeel voor het in een rugleuningstand houden van het derde framedeel. Doordat de afzonderlijke framedelen scharnierbaar zijn verbonden ten opzichte van elkaar is het meubel vanuit een bedconfiguratie eenvoudig op te vouwen naar een bank/stoel-configuratie. Omdat de 15 verschillende framedelen afzonderlijk worden opgeklapt kan één persoon, mede door de handzame formaten van de framedelen, deze handelingen alleen uitvoeren. Door de relatief geringe afmetingen van het meubel in bank/stoel-configuratie en door het relatief geringe gewicht door de eenvoudige constructie van het meubel, is het meubel goed te hanteren en 20 daardoor ook door één persoon te verplaatsen naar de gewenste locatie. Als gevolg van het feit dat er vier framedelen zijn die in de bedconfiguratie alle ligoppervlak verschaffen, kan een bed met een aanzienlijke lengte worden gerealiseerd terwijl in de bank/stoel-configuratie toch een op de menselijke afmetingen afgestemde zitting en rugleuning wordt verschaft.

25 Het eerste framedeel is volgens een nadere uitwerking van de uitvinding voorzien van ondersteuningelementen, zoals bijvoorbeeld poten, j met behulp waarvan het framedeel op de grond plaatsbaar is, waarbij het tweede en het vierde framedeel elk zijn voorzien van ondersteuningelementen, zoals bijvoorbeeld poten, met behulp waarvan 30 deze framedelen op de grond rusten wanneer het meubel zich in de 3 bedconfiguratie bevindt. De ondersteuningelementen brengen met zich mee dat het zitgedeelte of liggedeelte van het meubel in beide configuraties te allen tijde een kleine afstand boven de grond blijft en dus niet in direct contact staat met de grond. Dit heeft als voordeel dat kou minder makkelijk 5 door het meubel trekt wat comfort verhogend werkt. Vooral wanneer het meubel in bedconfiguratie is opgesteld en wordt gebruikt als slaapplaats is dit van belang.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn de poten van het vierde framedeel ingericht voor het in de bank/stoel-configuratie 10 aangrijpen op het eerste of tweede framedeel voor het in de rugleuningstand houden van het derde framedeel ten opzichte van het eerste of tweede framedeel en voor het op vangen van op het derde framedeel uitgeoefende krachten. Dit is bijzonder gunstig voor de stabiliteit en de stevigheid van het meubel. Tevens worden de scharnieren tussen met name het eerst 15 framedeel en het derde framedeel ontlast.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is ten minste één losneembare vergrendeling voorzien voor het in de vergrendelstand houden van het vierde framedeel wanneer het meubel zich in de bank/stoel-configuratie bevindt. De losneembare vergrendeling voorkomt eventueel 20 losschieten van het vierde framedeel wanneer het meubel zich in de bank/stoel-configuratie bevindt. Wanneer een gebruiker op het meubel zit en een plotselinge beweging maakt, worden er tijdelijk grotere krachten op de rugleuning uitgeoefend. De losneembare vergrendeling vangt deze krachten op en het vierde framedeel blijft op zijn plaats.

25 De losneembare vergrendeling wordt volgens een alternatieve uitwerking van de uitvinding gevormd door een op wrijving gebaseerde aangrijping tussen het vierde framedeel en ten minste één van de eerste, tweede of derde framedelen. Dit brengt met zich mee dat de losneembare vergrendeling op eenvoudige wijze kan worden vervaardigd. Het meubel 4 behoeft hiervoor geen additionele elementen te omvatten, hetgeen gunstig is voor de hoogte van de productiekosten.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding bevindt de scharnierhartlijn van het scharnier rond welke het tweede framedeel 5 verzwenkbaar is ten opzichte van het eerste framedeel zich boven het niveau waar een vrije, tegenover het scharnier gelegen rand van het tweede framedeel zich bevindt wanneer dit op het eerste framedeel is geklapt, bij voorkeur zodanig dat het tweede framedeel een zitvlak verschaft dat vanaf het derde framedeel, dat de rugleuning vormt, naar het genoemde scharnier 10 toe enigszins omhoog hellend verloopt. Dit brengt met zich mee dat het zitvlak van het meubel vanaf de rugleuning enigszins schuin omhoog loopt richting de andere kant van het zitvlak. Hierdoor zal de gebruiker van het meubel een comfortabele zit hebben.

Om een matras te vormen zijn de framedelen volgens een nadere 15 uitwerking van de uitvinding elk voorzien van steunvlakken waarop kussens plaatsbaar zijn ter vorming van een bed in de bedconfiguratie van het meubel. De kussens die zich in de bank/stoel-configuratie op het meubel bevinden worden in de bedconfiguratie gebruikt als matras. Alle kussen worden daarvoor in de bedconfiguratie naast elkaar op de steunvlakken 20 geplaatst waardoor de kussens tezamen het matras vormen.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding omvat ten minste één van de steunvlakken, en bij voorkeur alle, een plaat voorzien van ventilatieopeningen. Deze openingen bevorderen de doorstroom van lucht van en naar de kussens op het meubel. Zeker wanneer het meubel in de 25 bedconfiguratie wordt gebruikt, zullen de kussen vochtig worden door gebruik. Een goede ventilatie, waardoor de kussens kunnen drogen, verlengt de levensduur van de kussens.

Ten minste één van de steunvlakken, en bij voorkeur alle, omvat volgens een alternatieve uitwerking van de uitvinding, een aantal parallelle 30 latten. Dit heeft hetzelfde voordeel als de hierboven genoemde 5 ventilatieopeningen. Een meubel voorzien van steunvlakken die parallelle latten omvatten is daarnaast ook bijzonder geschikt voor gebruik buiten als tuinmeubel. De parallelle latten verhinderen dat eventueel regenwater op het meubel blijft staan wat ongunstig zou kunnen zijn voor de toestand van 5 het materiaal. De parallelle latten van het vierde framedeel kunnen bovendien tussen de parallelle latten van het eerste framedeel worden bewogen om aldus een op basis van wrijving functionerende vergrendeling te vormen voor het in de bank/stoel-configuratie vergrendelen van het vierde framedeel ten opzichte van de overige framedelen.

10 De kussens vormen volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in de bedconfiguratie van het meubel tezamen een matras en in een bank/stoel-configuratie van het meubel verschaffen de kussens althans een zitting- en een rugleuningkussen. Het kussen dat in de bedconfiguratie op het steunvlak van het vierde framedeel rust, bevindt zich in de 15 bank/stoel-configuratie bij voorkeur aan de van de zitting afgekeerde zijde van het, de rugleuning vormende derde framedeel. Bij voorkeur heeft het betreffende kussen een lengte die in hoofdzaak overeenstemt met het dubbele van de afstand tussen het tweede uiteinde van het derde framedeel en de scharnierhartlijn van de scharnierverbinding tussen het derde en het 20 vierde framedeel. Als gevolg van deze configuratie vult het betreffende kussen het niet van steunvlak voorziene open gedeelte van het vierde framedeel wanneer het meubel zich in de bank/stoel-configuratie bevindt, hetgeen uit esthetische overwegingen bijzonder gunstig is. Een fraaie verdeling van de kussens in de bank/stoel-configuratie wordt tevens 25 verkregen indien de lengte van het derde framedeel in hoofdzaak gelijk is aan tweemaal de lengte van het vierde framedeel plus tweemaal de dikte van de kussens.

6

De onderhavige uitvinding zal aan de hand van verschillende uitvoeringsvormen, onder verwijzing naar de verschillende figuren verder worden verduidelijkt, waarbij: 5 Fig. 1 een perspectief tekening van het meubel toont;

Fig. 2 een perspectief tekening van het meubel in bank/stoel-configuratie toont;

Fig. 2A een detail, deels opengewerkt weergegeven, van Fig. 2 toont; 10 Fig. 3 een volgende uitvoeringsvorm toont;

Fig. 4 een detail van het meubel uit fig. 2 toont;

Fig. 5 een tweede detail van het meubel toont; en

Fig. 6 een alternatieve uitvoeringsvorm van het meubel toont.

15 In de figuren verwijzen gelijke referentienummers naar gelijke onderdelen.

In figuur 1 is het meubel 1 volgens de uitvinding te zien in een eerste uitvoeringsvorm. Het meubel 1 is voorzien van een frame 2, waarbij 20 het frame vier framedelen 3, 4, 5, 6 omvat. Het eerste framedeel 3 omvat een eerste uiteinde 3a alwaar een tweede framedeel 4 scharnierbaar met het eerste framedeel 3 is verbonden. Het eerste framedeel 3 heeft tegenover een eerste uiteinde 3a een tweede uiteinde 3b waarmee een derde framedeel 5 scharnierbaar is verbonden. Met het derde framedeel 5 is, op enige afstand 25 van een tegenover het eerste uiteinde 5a gelegen tweede uiteinde 5b, het vierde framedeel 6 scharnierbaar verbonden. De hartlijnen H rond welke de framedelen 3, 4, 5, 6 ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn, strekken zich evenwijdig aan elkaar uit (zie fig. 1). Wanneer meubel 1 in de bank/stoel-configuratie wordt gebracht, wordt het tweede framedeel 4 op het 30 eerste framedeel 3 geklapt, waarbij de respectievelijke steunvlakken S van -------i 7 het eerste 3 en tweede framedeel 4 tegenover elkaar komen te liggen. Het derde framedeel 5 wordt omhoog gebracht waardoor dit een rugleuning 7 vormt. Het vierde framedeel 6 neemt een vergrendelstand in, waarbij in dit uitvoeringsvoorbeeld het vierde framedeel 6 aangrijpt op het eerste 5 framedeel 3. Vanzelfsprekend kan het vierde framedeel 6 in andere uitvoeringsvormen van de uitvinding ook op een van de andere framedelen 4, 5 aangrijpen.

Wanneer het meubel 1 in de bedconfiguratie wordt gebracht vanuit de positie weergegeven in figuur 1, wordt het tweede framedeel 4 naar 10 beneden geklapt, waarbij de ondersteuningelementen 8', in dit

uitvoeringsvoorbeeld poten, van het tweede framedeel 4 op de grond G worden geplaatst. Het tweede framedeel 4 ligt dan in hoofdzaak in het verlengde van het eerste framedeel 3, evenals de steunvlakken S van deze beide framedelen 3, 4. Het vierde framedeel 6 wordt in richting R getrokken, 15 waarna het derde framedeel 5 richting de grond G beweegt. Vervolgens wordt ondersteuningelement 8' van het vierde framedeel 6 op de grond G gezet. Het derde 5 en vierde framedeel 6 vallen in elkaar op zodanige wijze dat deze in hoofdzaak in het verlengde komen te liggen van het eerste framedeel 3. De respectievelijke steunvlakken S van de vier framedelen 3, 4, 20 5, 6 vormen een ondergrond voor een matras M gevormd door de kussens K

van het meubel 1.

Figuren 2 en 2A tonen een volgende uitvoeringsvorm van het meubel 1. Het meubel 1 bevindt zich in de bank/stoel-confïguratie. Bij deze configuratie is een rand 26 van het vierde framedeel 6 opgesloten tussen 25 bovenzijden van poten 8 van het eerste framedeel 3 en een kopse zijde 25 van het derde framedeel 5. Genoemde rand 26 van het vierde framedeel 6 strekt zich tussen de poten 8' van dat framedeel 6 uit, en is niet in fig. 2 zichtbaar maar wel in de opengewerkte detailtekening fig. 2A. Op deze wijze wordt een losneembare vergrendeling 9 gevormd, die in het bijzonder 30 bestaat uit een op wrijving gebaseerde aangrijping tussen een deel 26 van 8 het vierde framedeel 6, poten 8 van het eerste framedeel 3 en een zijde 25 van het derde framedeel 5. Op deze manier wordt vermeden, dat het vierde framedeel 6 terugvalt. Verder kunnen bij deze configuratie bij voorkeur de poten 8’ van het vierde framedeel 6 ingrijpen op het tweede framedeel 4, om 5 krachten op de leuning op te vangen wanneer men op de stoel zit. De verbinding tussen het derde en vierde framedeel kan bij deze configuratie vele vormen aannemen, en is bij voorkeur gebaseerd op wrijving.

Zo kunnen de poten 8' van het vierde framedeel 6 bij deze configuratie bijvoorbeeld onder de poten 8' van het tweede framedeel 4 zijn 10 geplaatst (zie fig. 2). De krachten die worden uitgeoefend op het derde framedeel 5 worden hierdoor opgevangen aan beide zijden van het meubel 1. Wanneer een gebruiker op het meubel zit, zal de rugleuning 7 op zijn plaats blijven. In dit uitvoe rings voorbeeld omvat het vierde framedeel 6 een plaat 19 met ventilatieopeningen 20. Echter meerdere of alle framedelen 3, 4, 5, 6 15 kunnen een plaat 19 met ventilatieopeningen 20 omvatten.

Figuur 3 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij figuur 3a het meubel 1 in bank/stoel-configuratie toont en figuur 3b een detail van figuur 3a weergeeft, waarbij de losneembare vergrendeling 9 in open stand is weergegeven. In figuur 3a wordt een losneembare 20 vergrendeling 9 getoond, waarbij deze een uitsparing 10' in het eerste framedeel 3 en een uitsparing 10" in het tweede framedeel 4 alsmede een met genoemde uitsparingen 10', 10" samenwerkende uitstulping 11' in het vierde framedeel 6 omvat. De uitsparingen 10', 10" in het eerste 3 en het tweede framedeel 4 grijpen samen vormaansluitend aan om de uitstulping 25 11' in het vierde framedeel wanneer het tweede framedeel 4 op het eerste framedeel 3 ligt en wanneer het vierde framedeel 6 zich in de vergrendelstand bevindt. De uitstulping 11' en de uitsparingen 10', 10" hebben in deze uitvoeringsvorm een ronde vorm. Echter andere vormen behoren hier ook tot de mogelijkheid. De poten 8' vallen in de bank/stoel-30 configuratie onder de onderkant van het eerste framedeel 3, en vangen 9 hierbij naast de losneembare vergrendeling 9 ook een deel van de krachten op de rugleuning 7 op. Ook in deze uitvoeringsvorm is de plaat 19 van het vierde framedeel 6 van ventilatieopeningen 20 voorzien. In het vierde framedeel 6 is een handvat 21 voorzien waardoor het ontgrendelen van de 5 losneembare vergrendeling 9 wordt vergemakkelijkt en waarmee het vierde framedeel 6 kan worden verplaatst zodat de bedconfiguratie kan worden bereikt. De kussens K verschaffen in de bank/stoel-configuratie een zittingkussen 18, 18' op de zitting 13 en een rugleuningkussen 18" tegen de rugleuning 7. Kussen 18"' valt in deze configuratie boven het vierde 10 framedeel 6 aan de achterzijde van de rugleuning 7. In de bedconfiguratie zijn de kussens 18, 18' voorzien op het eerste 3 en tweede framedeel 4 en zijn de kussens 18" en 18'" voorzien op het derde 5 en vierde framedeel 6 om zo matras M te vormen die op de steunvlakken S rust in de bedconfiguratie.

Figuur 4 toont een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding 15 waarbij figuur 4a de losneembare vergrendeling 9 in vergrendelstand laat zien en figuur 4b dezelfde losneembare vergrendeling 9 in open stand. De losneembare vergrendeling 9 omvat een uitsparing 10 in het vierde framedeel 6 en een uitstulping 11 aan het eerste framedeel 3. In de vergrendelingstand is de uitstulping 11 in de uitsparing 10 opgenomen en 20 grijpen deze zodanig op elkaar aan dat het vierde framedeel 6 in de vergrendelstand wordt gehouden. De krachten die op de rugleuning 7 worden uitgeoefend door de gebruiker van het meubel 1 worden op gevangen door de losneembare verbinding 9 waardoor de belasting op de scharnieren relatief laag is. De uitstulping 11 kan in plaats van op het eerste framedeel 25 3 ook op het tweede framedeel 4 of eventueel zelfs op het derde framedeel 5 zijn aangebracht.

In figuur 5 is wordt een detail van het meubel 1 getoond. Een scharnier 12 is voorzien aan de eerste zijde 3a van het eerste framedeel 3 en het tweede framedeel 4. Aan de andere zijde van de eerste zijde 3a bevindt 30 zich een tweede scharnier (niet getoond). Het scharnier 12 is op zodanige 10 wijze voorzien dat het niveauverschil tussen de naar de rugleuning 7 gekeerde zijde 16 en de scharnierzijde 17 van het tweede framedeel 4, wanneer dit op het eerste framedeel 3 is geklapt, circa 30 mm bedraagt.

Hierdoor worden een enigszins hellend zitvlak gecreëerd.

5 Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van het meubel 1 dat geschikt is voor gebruik als tuinmeubel. In deze uitvoeringsvorm omvatten de steunvlakken S van de framedelen 3, 4, 5 ,6 een aantal parallelle latten 21, 22. De scharnieren 12 zijn in dit voorbeeld geïntegreerd met de parallelle latten 21 en 22. De latten van het vierde framedeel 6 kunnen op de 10 uitstekende latten 22 van het eerste framedeel 3 steunen, om het vierde framedeel 6 in de vergrendelingstand te zetten Aldus wordt een op wrijving gebaseerde vergrendeling gevormd.

Het moge duidelijk zijn dat niet alleen bovenstaande 15 uitvoeringsvormen binnen het raam van de uitvinding vallen. Zo kan bijvoorbeeld het hoofdeinde van het meubel, wanneer deze zich in de bedconfiguratie, bevindt verstelbaar zijn, evenals het voeteneinde. Tevens kan in de bank/stoel-configuratie de rugleuning verstelbaar zijn, zodat een gebruiker van het meubel meer rechtop kan zitten of meer naar achteren 20 kan leunen. Daarnaast kan het meubel ook geschikt zijn voor meerdere personen, bijvoorbeeld een tweepersoons bank die in een tweepersoonsbed kan worden veranderd. Ook kan het meubel geschikt zijn voor kinderen, waarbij het meubel andere afmetingen kan hebben. Ook de kussens kunnen andere vormen en afmetingen hebben waardoor het meubel in verschillende 25 interieurs past. Natuurlijk valt ook het gebruik van verschillende materialen ter vervaardiging van het meubel onder de uitvinding. Het meubel kan van hout zijn gemaakt, maar ook bijvoorbeeld metaal, ! bijvoorbeeld aluminium, dat het meubel nog lichter maakt, of kunststof behoren tot de mogelijkheden. Ook de kussens kunnen van verschillende 30 materialen worden vervaardigd, bijvoorbeeld van een waterdichte stof.

11

Derhalve kan bijvoorbeeld een meubel worden verschaft dat altijd buiten kan blijven staan, zelfs met de kussens er nog op.

In een andere stand van de bedstoel kan het vierde framedeel bijvoorbeeld op de grond rusten, waarbij de poten van het vierde framedeel 5 nagenoeg vlak op de grond rusten, bijvoorbeeld om een bed te verkrijgen met een op staande leuning.

Een hellendevlak van de zitting kan bijvoorbeeld ook verkregen worden door de dikte van het tweede framedeel te laten verlopen. Nabij het eerste framedeel is het tweede framedeel dan dikker. Deze verdikking 10 bevindt zich in de bedstand bij voorkeur aan de onderkant.

10 29 727J

Claims (18)

1. Meubel (1) dat in een bank/stoel-configuratie en een bedconfïguratie brengbaar is, waarbij het meubel (1) is voorzien van een frame (2) dat een eerste framedeel (3) omvat voorzien van een eerste uiteinde en een tegenover het eerste uiteinde (3a) gelegen tweede uiteinde 5 (3b), waarbij een tweede framedeel (4) scharnierbaar met het eerste framedeel (3) is verbonden ter plaatse van het eerste uiteinde, waarbij een derde framedeel (5) scharnierbaar met het eerste framedeel (3) is verbonden ter plaatse van het tweede uiteinde (3b), waarbij een vierde framedeel (6) scharnierbaar is verbonden met het derde framedeel (5), waarbij de 10 hartlijnen (H) rond welke de genoemde framedelen (3, 4, 5, 6) ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij in de bank/stoel-configuratie het tweede framedeel (4) op het eerste framedeel (3) ligt, waarbij het derde framedeel (5) een rugleuning (7) vormt en waarbij het vierde framedeel (6) een vergrendelstand inneemt waarin het 15 vierde framedeel (6) aangrijpt op het eerste (3) of tweede (4) framedeel voor het in een rugleuningstand houden van het derde framedeel (5).

2. Meubel (1) volgens conclusie 1, waarbij het eerste framedeel (3) is voorzien van ondersteuningelementen (8), zoals bijvoorbeeld poten, met behulp waarvan het framedeel (3) op de grond plaatsbaar is, waarbij het 20 tweede (4) en het vierde framedeel (6) elk zijn voorzien van ondersteuningelementen (8'), zoals bijvoorbeeld poten, met behulp waarvan deze framedelen (4, 6) op de grond rusten wanneer het meubel (1) zich in de bedconfïguratie bevindt.

3. Meubel (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de poten (8') van het 25 vierde framedeel (6) zijn ingericht voor het in de bank/stoel-configuratie aangrijpen op het eerste (3) en/of tweede (4) framedeel, in het bijzonder voor het opvangen van op het derde framedeel uitgeoefende krachten. 1029 727

4. Meubel (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één losneembare vergrendeling (9) is voorzien voor het in de vergrendelstand houden van het vierde framedeel (6) wanneer het meubel (I) zich in de bank/stoel-configuratie bevindt.

5. Meubel (1) volgens conclusie 4, waarbij de losneembare vergrendeling (9) een uitsparing (10) in het vierde framedeel (6) en een uitstulping (11) in het eerste (3), tweede (4) of derde (5) framedeel omvat, waarbij in de vergrendelstand van het vierde framedeel (6) de uitstulping (II) in de uitsparing (10) is opgenomen en daar zodanig op aangrijpt dat het 10 vierde framedeel (6) in de vergrendelstand wordt gehouden.

6. Meubel (1) volgens conclusie 4, waarbij de losneembare vergrendeling (9) een uitsparing (10') in het eerste framedeel (3) en een uitsparing (10") in het tweede framedeel (4) omvat alsmede een met genoemde uitsparingen (10', 10") samenwerkende uitstulping (1Γ) in het 15 vierde framedeel (6), waarbij de uitsparingen (10', 10") in het eerste (3) en het tweede (4) framedeel samen vormaansluitend om de uitstulping (1Γ) in het vierde framedeel (6) aangrijpen wanneer het tweede framedeel (4) op het eerste framedeel (3) ligt en wanneer het vierde framedeel (6) zich in de vergrendelstand bevindt.

7. Meubel (1) volgens conclusie 4, waarbij de losneembare vergrendeling (9) wordt gevormd door een op wrijving gebaseerde aangrijping tussen het vierde framedeel (6) en ten minste één van de eerste (3), tweede (4) of derde (5) framedelen.

8. Meubel (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 25 scharnierhartlijn (H) van het scharnier (12) rond welke het tweede framedeel (4) verzwenkbaar is ten opzichte van het eerste framedeel (3) zich boven het niveau bevindt waar een vrije, tegenover het scharnier (12) gelegen rand (13) van het tweede framedeel (4) zich bevindt wanneer dit op het eerste framedeel (3) is geklapt, bij voorkeur zodanig dat het tweede 30 framedeel (4) een zitvlak (13) verschaft dat vanaf het derde framedeel (5), dat de rugleuning (7) vormt, naar het genoemde scharnier (12) toe enigszins omhoog hellend verloopt.

9. Meubel (1) volgens conclusie 8, waarbij het niveauverschil (h) tussen de naar de rugleuning (7) gekeerde zijde (16) en de scharnier zij de 5 (17) van het tweede framedeel (4), wanneer dit op het eerste framedeel (3) is geklapt, circa 30 mm bedraagt.

10. Meubel (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de framedelen (3, 4, 5, 6) elk zijn voorzien van steunvlakken (S) waarop kussens (18) plaatsbaar zijn ter vorming van een bed in de bedconfiguratie 10 van het meubel (1).

11. Meubel (1) volgens conclusie 10, waarbij ten minste één van de steunvlakken (S), en bij voorkeur alle, een plaat (19) omvat voorzien van ventilatieopeningen (20).

12. Meubel (1) volgens conclusie 10, waarbij ten minste één van de 15 steunvlakken (S), en bij voorkeur alle, een aantal parallelle latten (21) omvat.

13. Meubel (1) volgens één der conclusies 10-12, waarbij in de bedconfiguratie van het meubel (1) de kussens (18) tezamen een matras (M) vormen en waarbij in een bank/stoel-configuratie van het meubel (1) de 20 kussens (18) althans een zitting- (K) en een rugleuningkussen (K’) verschaffen.

14. Meubel (1) volgens conclusie 13, waarbij op de zitting (13) van het meubel (1), wanneer het meubel (1) zich in de bank/stoel-configuratie bevindt, de kussens (K) liggen die in de bedconfiguratie op het eerste (3) en 25 het tweede (4) framedeel liggen, waarbij het kussen (17) dat in de Φ bedconfiguratie op het derde framedeel (5) ligt in de bank/stoel-configuratie het kussen (K’) is dat tegen de rugleuning (7) aanligt.

15. Meubel volgens conclusie 13 of 14, waarbij het kussen dat in de bedconfiguratie op het steunvlak (S) van het vierde framedeel (6) rust, zich in de bank/stoel-configuratie bevindt aan de van de zitting afgekeerde zijde van het, de rugleuning vormende derde framedeel (5).

16. Meubel volgens conclusie 15, waarbij het betreffende kussen een lengte heeft die in hoofdzaak overeenstemt met het dubbele van de afstand 5 tussen het tweede uiteinde (5b) van het derde framedeel en de scharnierhartlijn (H) van de scharnierverbinding tussen het derde en het j vierde framedeel (5, resp. 6).

17. Meubel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het tweede framedeel (4) is ingericht om een zitvlak (13) te verschaffen dat enigszins 10 omhoog hellend verloopt.

18. Meubel (1) volgens één der voorgaande conclusies waarbij de lengte van het derde framedeel (5) in hoofdzaak gelijk is aan tweemaal de lengte van het vierde framedeel (6) plus tweemaal de dikte van de kussens (K). 1 o 29 727