NL1028964C2 - Module voor een transportmat, modulaire transportmat en transporteur. - Google Patents

Description

Titel: Module voor een transportmat, modulaire transportmat en transporteur

De uitvinding heeft betrekking op modulaire transportmatten en in het bijzonder op modules voor modulaire kunststof transportmatten gevormd door rijen kunststoffen matmodules die scharnierbaar zijn gekoppeld door middel van scharnierpennen.

5 Omdat ze licht van gewicht zijn, niet corroderen en relatief gemakkelijk te reinigen zijn, worden modulaire kunststof transportmatten j wijd verspreid toegepast, onder meer bij het transporteren van i voedselproducten. Modulaire kunststoffen transportmatten zijn vaak opgebouwd uit matrijsgevormde kunststoffen modulaire 10 verbindingselementen, matmodules genaamd, die naast elkaar in rijen met de gewenste breedte kunnen worden geplaatst. Rijen uiteen geplaatste scharnierogen strekken zich daarbij uit langs tegenover gelegen zijden van de modules. De rijen scharnierogen zijn voorzien van uitgelijnde scharniergaten om een scharnierpen op te nemen. De scharnierogen langs 15 één zijde van een rij modules zijn dan verbonden met de scharnierogen van een zijde van een aangrenzende rij modules, bijvoorbeeld zoals het patroon van vingers van ineen gevouwen handen. Een in de uitgelijnde scharniergaten op genomen scharnierpen vormt gewoonlijk een scharnierende verbinding tussen aangrenzende rijen. Rijen modules zijn 20 meestal met elkaar verbonden tot een eindloze transportmat die kan omlopen om omloopwielen.

Om de mat aan te drijven is veelal voorzien in aandrijfwielen die op aandrijflocaties van de modules aangrijpen. Een probleem dat zich bij modulaire matten voordoet, is het voorzien in aandrijflocaties op de modules 25 die de bruikbaarheid van de modules zo min mogelijk beperkt. In het bijzonder is het moeilijk om te voorzien in een aandrijflocatie die een goede 1028964 2 krachtsoverbrenging waarborgt, die goed te reinigen is en die het mogelijk j maakt om de met de modules gevormde transportmat samen te laten | werken met reeds bestaande transportbanen en daarin opgenomen aandrijfvoorzieningen. Om dit probleem te verminderen, voorziet de 5 uitvinding in een module overeenkomstig conclusie 1.

Door te voorzien in tegenover gelegen, versprongen rijen scharnierogen met excentrisch tussen binnenste en buitenste aandrijfvlakken gelegen scharniergaten, kan worden bereikt dat de module op twee locaties op de scharnierogen kan worden aangedreven, zodat een 10 goede krachtsoverbrenging kan worden gecombineerd met een goede reinigbaarheid van de module en een goede inzetbaarheid van de module. In het bijzonder kunnen de buitenste aandrijfvlakken worden geoptimaliseerd voor samenwerking met een eerste type aandrijfwiel waarvan de tanden zijdelings kunnen worden opgenomen tussen de zijvlakken van twee 15 aangrenzende scharnierogen van een opvolgende module, in het bijzonder de tanden van een kettingwiel met zes tot twaalf tanden. De binnenste ; aandrijfvlakken kunnen worden geoptimaliseerd voor samenwerking met j tanden van een ander type aandrijfwiel, bijvoorbeeld een aandrijfwiel dat samenwerkt met de binnenste aandrijfvlakken van meerdere dwars op de 20 transportrichting opeenvolgende scharnierogen, en/of bijvoorbeeld een aandrijfwiel met twaalf of meer tanden, in het bijzonder een door de mantel van een buismotor gedragen kettingwiel.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een modulaire transportmat.

25 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies en zullen worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een transportmat 30 overeenkomstig de uitvinding; j j j

1 Π ? RQ R L

i 1; 3

Fig. 2 een schematisch vooraanzicht van de transportmat van fig.

Fig. 3 een schematisch onderaanzicht van de transportmat van fig.

1; 5 Fig. 4 een schematisch onderaanzicht van de transportmat van fig.

1 doorgesneden langs de lijn B-B in fig. 2;

Fig. 5 een schematisch zijaanzicht van de transportmat van fig. 1;

Fig. 6 een schematische doorsnede van de mat van fig. 1 langs de lijn A-A in fig. 1; 10 Fig. 7 een schematisch zijaanzicht van een detail van een eerste type aandrijfwiel dat samenwerkt met een buitenste aandrijfvlak van de module, en

Fig. 8 een schematisch zijaanzicht in detail van tanden van een tweede type aandrijfwiel dat samenwerkt met binnenste aandrijfvlakken 15 van de modules.

Opgemerkt wordt de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding die wordt beschreven bij wijze van niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers 20 weergegeven.

Onder verwijzing naar figuren 1 tot en met 6 is daarin een module 1 getoond die is opgenomen in een deel van een transportmat 2. De module 1 omvat een lijfdeel 3 dat aan een zich tijdens gebruik dwars op een met een pijl P aangegeven transportrichting uitstrekkende voorzijde 4 en achterzijde 25 5 is voorzien van rijen scharnierogen 6. De scharnierogen 6 zijn dwars op de transportrichting P met onderlinge tussenruimten 7 uiteen geplaatst. De scharnierogen 6 van de voorste rij 8A zijn, zoals in figuren 3 en 4 is aangegeven, dwars op de transportrichting versprongen ten opzichte van de .

scharnierogen 6 van de achterste rij 8B.

! 1 y26964 4

De scharnierogen 6 zijn voorzien van zich dwars op de transportrichting P uitstrekkende scharniergaten 9, die per rij zijn uitgelijnd.

De voorzijden 4 en de achterzijden 5 van de opeenvolgende modules 5 zijn gekoppeld met behulp van een zich dwars op de transportrichting P uitstrekkende scharnierpen 11. De scharnierogen 6 grijpen daarbij ineen zoals de vingers van twee ineengevouwen handen.

De scharnierogen 6 strekken zich uit vanaf meer nabij de in figuur 6 weergegeven middenlijn 12 van de module 1 gelegen binnenvlakken 13 tot 10 aan verder van de middenlijn af gelegen buitenvlakken 14 die aan respectievelijk de voorzijde 4 of de achterzijde 5 van de module 1 zijn gelegen.

De buitenvlakken 14 zijn daarbij meer nabij de scharniergaten 9 gelegen dan de binnenvlakken 13.

15 De binnenvlakken 13 zijn voorzien van binnenste aandrijfvlakken 13a voor samenwerking met de tanden van een eerste type aandrijfwiel 15. De buitenvlakken 14 zijn voorzien van binnenste aandrijfvlakken 14a voor samenwerking met de tanden van een aandrijfwiel 16 van een tweede type.

De binnenste aandrijfvlakken 14a en de buitenste aandrijfvlakken 20 13a verlopen in hoofdzaak gekromd: de aandrijfvlakken zijn gekromd ten opzichte van een zich in hoofdzaak dwars op de transportrichting uitstrekkende krommingsas Al respectievelijk A2. Deze krommingsas wordt gevormd door de hartlijn van de scharnierpen 11 wanneer deze tegen de aan het aandrijfvlak grenzende rand van het scharnieroog 6 aanligt.

25 De kromming van de buitenste aandrijfvlakken is sterker dan de kromming van de binnenste aandrijfvlakken: de kromtestraal R1 van de buitenste aandrijfvlakken 13a is groter dan de kromtestraal R2 van de binnenste aandrijfvlakken 14a.

Het lijfdeel 3 is in hoofdzaak plaatvormig uitgevoerd. De 30 scharnierogen 6 strekken zich ten opzichte van het transportvlak 17 van de ii c.l t' if ' ' j ' 5 module neerwaarts, en ten opzichte van de middenlijn 12 van de module in transportrichting voorwaarts of achterwaarts uit.

Het transportvlak 17 aan de bovenzijde van het lijfdeel 3 van de modules 1 verloopt in hoofdzaak vlak en is gesloten uitgevoerd. De 5 onderzijde 23 van het lijfdeel 3 verloopt dwars op de transportrichting gezien in hoofdzaak buikvormig.

Het transportvlak 17 sluit in hoofdzaak vlak aan op door rugdelen 21 van de scharnierogen 6 gevormde sluitvlakken. Wanneer opeenvolgende modules 1 in een plat vlak zijn gelegen, vormen hun transportvlakken 17 10 hierdoor een gesloten transportvlak.

In figuren 2 en 6 is goed te zien dat de onderzijde 23 van het lijfdeel althans ter plaatste van een tussen de scharnierogen 9 gelegen tussenruimte 7 nabij de zijrand is verjongd. Tussen de binnenste aandrijfvlakken 13A is voorts een vrije ruimte 18 aanwezig. Deze vrije 15 ruimte vergroot de reinigbaarheid van de onderzijde van de module.

In figuur 7 is een eerste type aandrijfwiel 15 getoond waarvan een tand 24 samenwerkt met een buitenste aandrijfvlak 14A van de module 1.

In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft dit aandrijfwiel zes regelmatig langs de omtrek verdeelde tanden 24. De tanden 24 kunnen worden op genomen 20 tussen zijvlakken 25 van twee aangrenzende scharnierogen 6 van een opvolgende module 1. De tanden 24 hebben elk een aandrijfflank 24A en zijn voor aandrijving in één transportrichting. Het tandwiel 15 kan nog zijn voorzien van een dwars op de transportrichting versprongen, even grote set gespiegelde tanden voor aandrijving in tegenovergestelde richting. In de 25 figuur is goed te zien dat de verjongde tussenruimte 7 het buitenste aandrijfvlak 14A goed toegankelijk maakt voor de tand 24, en dat het buitenste aandrijfvlak 14A hierdoor bij het omlopen goed te reinigen is vanaf het transportvlak 17.

In figuur 8 is een tweede type aandrijfwiel 16 getoond dat 30 samenwerkt met binnenste aandrijfvlakken 13A van de modules 1. In 1028984 6 tegenstelling tot het eerste type aandrijfwiel, waarvan de breedte van de tanden 16 correspondeert met de breedte dwars op de transportrichting van een buitenste aandrijfvlak 14A, correspondeert de breedte van de tanden 26 van dit tweede type aandrijfwiel 16 met de breedte van een meervoudig 5 aantal binnenste aandrijfvlakken 13A. Het tweede type tandwiel 16 kan bijvoorbeeld een door de mantel van een buismotor gedragen kettingwiel zijn met een relatief grote diameter, en dat bijvoorbeeld is voorzien van twaalf tanden. In deze figuur is goed te zien dat de vrije ruimte 18 tevens kan worden benut om een relatief grote tand 26 op te nemen. Een dergelijke 10 tand kan zijn voorzien van aandrijfflanken 27A,B aan weerszijden voor aandrijving in twee tegenovergestelde richtingen.

Althans een deel van de scharnierogen 6 is voorzien van een zich in transportrichting P uitstrekkende sleuf 28 die tot in het scharniergat 9 reikt. De sleuf strekt zich vanaf de onderzijde 27 van het scharnieroog 6 in 15 de richting van het transportvlak 17 uit tot op afstand van het transportvlak. In dit uitvoeringsvoorbeeld strekt de sleuf 28 zich uit tot aan de onderzijde 23 van het lijfdeel 3.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan het lijfdeel van de module 20 althans gedeeltelijk open zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld zoals een zogenoemde flush grid mat module, en/of kan het bijvoorbeeld een slinger-, golf-, zig-zag-, rooster- of ruggengraatvorm hebben. Voorts kan het transportvlak onvlak zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld hol, bol en/of geribbeld. Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen in het bereik van 25 de uitvinding zoals weergegeven in de hiernavolgende conclusies.

i j' i j | i 1028964

Claims (16)

1. Module voor een transportmat, omvattende een lijfdeel dat aan zich dwars op een transportrichting uitstrekkende voor- en achterzijden is voorzien van ten opzichte van elkaar versprongen rijen dwars op de transportrichting met onderlinge tussenruimten uiteen geplaatste 5 scharnierogen met zich dwars op de transportrichting uitstrekkende scharniergaten, zodanig dat voor- en achterzijden van opeenvolgende modules onder ineengrijping van de scharnierogen met behulp van een zich dwars op de transportrichting uitstrekkende scharnierpen koppelbaar zijn, welke scharnierogen zich uitstrekken tussen aan voor- of achterzijde van de 10 module gelegen buitenvlakken enerzijds en meer bij het midden van de module gelegen binnenvlakken anderzijds, waarbij de buitenvlakken meer nabij de scharniergaten zijn gelegen dan de binnenvlakken, en waarbij de buitenvlakken zijn voorzien van buitenste aandrijfvlakken voor samenwerking met tanden van een aandrijfwiel van een eerste type en 15 waarbij de binnenvlakken zijn voorzien van binnenste aandrijfvlakken voor samenwerking met de tanden van een aandrijfwiel van een ander type.

2. Module volgens conclusie 1, waarbij de binnenste of buitenste aandrijfvlakken in hoofdzaak gekromd verlopen.

3. Module volgens conclusie 2, waarbij de aandrijfvlakken met in 20 hoofdzaak constante kromtestraal zijn gekromd ten opzichte van een zich in hoofdzaak dwars op de transportrichting uitstrekkende krommingsas.

4. Module volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kromming van de buitenste aandrijfvlakken sterker is dan de kromming van de binnenste aandrijfvlakken.

5. Module volgens conclusie 3, waarbij de kromtestraal van de buitenste aandrijfvlakken groter is dan de kromtestraal van de binnenste aandrijfvlakken. 10?,89 64

6. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het lijfdeel in hoofdzaak plaatvormig is.

7. Module volgens conclusie 6, waarbij de schamierogen zich ten opzichte van een transportvlak van het lijfdeel in hoofdzaak buitenwaarts 5 en neerwaarts uitstrekken.

8. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de module is voorzien van een transportvlak dat in hoofdzaak gesloten is.

9. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het transportvlak van de module in hoofdzaak vlak aansluit op door rugdelen 10 van de schamierogen gevormde sluitvlakken.

10. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tussen de binnenste aandnjfvlakken aan de onderzijde van de module een vrije ruimte aanwezig is.

11. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het lijfdeel 15 ter plaatse van een tussenruimte tussen de schamierogen is voorzien van een naar een transportvlak van de module toe lopende verjonging.

12. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de onderzijde van het lijfdeel dwars op de transportrichting in hoofdzaak buikvormig verloopt.

13. Module volgens één der voorgaande conclusies, waarbij althans een deel van de schamierogen is voorzien van een zich in transportrichting uitstrekkende sleuf die tot in het scharniergat reikt.

14. Module volgens conclusie 13, waarbij de sleuf zich vanaf de onderzijde van het scharnieroog in de richting van het transportvlak 25 uitstrekt tot op afstand van een transportvlak van de module.

15. Modulaire transportmat, omvattende een aantal in transportrichting opeenvolgende modules, elk voorzien van een zich dwars op een transportrichting uitstrekkend lijfdeel met in transportrichting voorwaarts en achterwaarts reikende schamierogen, waarbij de 30 schamierogen van opeenvolgende modules samenwerken en met behulp van 1028964 scharnierpennen zijn gekoppeld, en waarbij tenminste twee opeenvolgende modules zijn uitgevoerd volgens één der voorgaande conclusies.

16. Modulaire transportmat volgens conclusie 15, waarbij de transportmat naar keuze kan worden aangedreven met eerste type 5 aandrijfwiel waarvan de breedte van de tanden correspondeert met de i breedte van een buitenste aandrijfvlak of met een ander type aandrijfwiel waarvan de breedte van de tanden correspondeert met de breedte van een meervoudig aantal binnenste aandrijfvlakken. i i ! 10289 64