NL1028827C2 - Afgifte-eenheid. - Google Patents

Afgifte-eenheid. Download PDF

Info

Publication number
NL1028827C2
NL1028827C2 NL1028827A NL1028827A NL1028827C2 NL 1028827 C2 NL1028827 C2 NL 1028827C2 NL 1028827 A NL1028827 A NL 1028827A NL 1028827 A NL1028827 A NL 1028827A NL 1028827 C2 NL1028827 C2 NL 1028827C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
liquid
piston
dispensing unit
unit according
Prior art date
Application number
NL1028827A
Other languages
English (en)
Inventor
Markus Franciskus Brouwer
Original Assignee
Keltec B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1028827A priority Critical patent/NL1028827C2/nl
Application filed by Keltec B V filed Critical Keltec B V
Priority to PCT/NL2006/000204 priority patent/WO2006112701A1/en
Priority to BRPI0608490-7A priority patent/BRPI0608490B1/pt
Priority to CN2006800185410A priority patent/CN101184557B/zh
Priority to AT06733011T priority patent/ATE524240T1/de
Priority to MX2007013068A priority patent/MX2007013068A/es
Priority to AU2006237723A priority patent/AU2006237723A1/en
Priority to EP06733011A priority patent/EP1871537B1/en
Priority to CA002606678A priority patent/CA2606678A1/en
Priority to US11/911,951 priority patent/US8079497B2/en
Priority to JP2008507574A priority patent/JP5095607B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1028827C2 publication Critical patent/NL1028827C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B7/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas
    • B05B7/0018Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas with devices for making foam
    • B05B7/0025Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas with devices for making foam with a compressed gas supply
    • B05B7/0031Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas with devices for making foam with a compressed gas supply with disturbing means promoting mixing, e.g. balls, crowns
    • B05B7/0037Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent materials from two or more sources, e.g. of liquid and air, of powder and gas with devices for making foam with a compressed gas supply with disturbing means promoting mixing, e.g. balls, crowns including sieves, porous members or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1087Combination of liquid and air pumps

Landscapes

  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Reciprocating Pumps (AREA)
  • Jet Pumps And Other Pumps (AREA)

Description

AFGIFTE-EENHEID
De uitvinding betreft een afgifte-eenheid, in het 5 bijzonder geschikt voor een vloeistofhouder, omvattende een luchtpomp met een luchtcilinder en een luchtzuiger waarbij tussen de luchtcilinder en de luchtzuiger een luchtkamer wordt gedefinieerd, een vloeistofpomp met een vloeistofcilinder en een vloeistofzuiger, waarbij tussen de 10 vloeistofcilinder en de vloeistofzuiger een vloeistofkamer wordt gedefinieerd, een axiaal verplaatsbaar activeringselement voor het activeren van de pompen, toevoer-afsluitmiddelen voor het afsluiten van luchttoevoer naar de luchtpomp, en afvoer-afsluitmiddelen voor het afsluiten van 15 luchtafvoer uit de luchtpomp.
Een dergelijke afgifte-eenheid is bijvoorbeeld bekend uit WO 2004/069418. De daarin getoonde afgifte-eenheid wordt door middel van een schroefring op een vloeistofhouder bevestigd ter verkrijging van een schuimpomp. Het 20 activeringselement is verbonden met een kap met tuit voor het afgeven van schuim. Het activeringselement is beweegbaar ten opzichte van de vloeistofhouder. Met de schuimpomp in de hand kan product wordt gedoseerd door de kap in te drukken.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel een 25 schuimpomp te verschaffen voor gebruik op een ondergrond, bijvoorbeeld een aanrecht van een keuken, waarbij met de palm van de hand wordt gedoseerd. Hiervoor dient de beweegbare kap groter te worden uitgevoerd. Daarnaast dient de tuit dermate lang te zijn uitgevoerd dat de andere hand het gedoseerd 30 product kan opvangen. Door gebruik van de lange tuit is een overkap, en daarmee bescherming tijdens transport, niet mogelijk. Om te voorkomen dat tijdens transport product of schuim gedoseerd dient een op zichzelf bekend 1028827 2 vergrendelsysteem te worden aangebracht. Door de tuit te ! roteren wordt de vergrendeling opgeheven. Bij bestaande pompen is het vergrendelmechanisme tussen de schroefring en de kap aangebracht door middel van een rib op de kap die in 5 een uitsparing van de schroefring valt. Dit heeft als gevolg dat vloeistof (water of schuim) in de pomp kan lopen. Het gevolg hiervan kan zijn dat deze vloeistof aangezogen wordt waardoor de pomp kan blokkeren of kiemvorming in pomp ontstaat doordat vloeistof zich in "dode" hoeken nestelt.
10 Teneinde een verbeterd vergrendelsysteem te kunnen realiseren waarbij bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen, dient het kleppensysteem van bovengenoemde bekende afgifte-eenheid te worden herzien.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het 15 verschaffen van een verbeterde afgifte-eenheid.
Daartoe is volgens de uitvinding de afgifte-eenheid gekenmerkt doordat de luchtzuiger en de vloeistofzuiger ten opzichte van het activeringselement beweegbaar zijn in axiale richting ter vorming van de toevoer- en afvoer-20 afsluitmiddelen voor lucht.
i
In tegenstelling tot de bestaande afgifte-eenheid j | worden de afsluitmiddelen voor lucht actief geschakeld. Met i actief wordt bedoeld mechanisch. Door beweging van het activeringselement worden de toevoer-afsluitmiddelen gesloten 25 en de afvoer-afsluitmiddelen geopend.
In een voorkeursuitvoeringsvorm vormen het activeringselement en de axiaal beweegbare luchtzuiger samen de toevoer-afsluitmiddelen voor lucht, terwijl het activeringselement en de axiaal beweegbare vloeistofzuiger 30 samen de afvoer-afsluitmiddelen voor lucht vormen. Er zijn geen additionele afsluitmiddelen nodig. Op voordelige wijze wordt gebruik gemaakt van de reeds aanwezige componenten van de afgifte-eenheid voor de vorming van de gewenste 1028827
1 1 I
3 afsluitingen. Hierdoor wordt een bijzonder eenvoudige en kostengunstige afgifte-eenheid verkregen.
Verder is het activeringselement althans in axiale zin tussen de luchtzuiger en vloeistofzuiger aangebracht, 5 zodat door een en dezelfde beweging van het activeringselement de toevoer-afsluitmiddelen worden gesloten en de afvoer-afsluitmiddelen worden geopend. Met een kleine slag kan met het doseren van product worden gestart.
Daarnaast werkt het activeringselement bij voorkeur 10 samen met de luchtzuiger voor het comprimeren van de lucht in de luchtkamer. Bij een eerste traject van de heengaande slag zal de luchttoevoer naar de luchtpomp worden gesloten, waarna in het tweede traject de lucht in de pomp wordt gecomprimeerd.
15 In een uitvoeringsvorm is een inzetstuk vast met het activeringselement is verbonden. Het activeringselement werkt bij voorkeur via het inzetstuk samen met de vloeistofzuiger voor het verkleinen van de vloeistofkamer.
Het inzetstuk vormt samen met de vloeistofzuiger een 20 mengkamer voor het mengen van lucht afkomstig uit de luchtpomp en vloeistof afkomstig uit de vloeistofpomp.
Verder is de afgifte-eenheid bij voorkeur voorzien van een basisdeel, dat vast of integraal is verbonden met de luchtcilinder en/of de vloeistofcilinder, waarbij tussen het 25 basisdeel en de luchtzuiger veermiddelen zijn aangebracht. De veermiddelen dienen voor het terugstellen van de luchtzuiger in de teruggaande slag.
| Voor het terugstellen van het activeringselement in de teruggaande slag worden dezelfde veermiddelen ingezet die 30 samenwerken met axiale ribben met een eerste lengte aan de omtrek van het activeringselement. Bij voorkeur omvat het activeringselement aan zijn omtrek axiale ribben met een tweede lengte, die samenwerken met de luchtzuiger. In de 1028827 ! 4 heengaande slag is het eigenlijk de afsluiting tussen de bovenrand van de luchtzuiger met het activeringselement (toevoer-afsluitmiddelen) die de aanslag bepaald. Om schade aan de relatief dunne bovenrand van de luchtzuiger te 5 voorkomen zijn deze ribben met een tweede lengte op het activeringselement aangebracht. De eerste lengte is bij j voorkeur groter dan de tweede lengte. De afstand tussen de korte en lange ribben aan de omtrek van het activeringselement bepaald de slag die de luchtzuiger ten 10 opzichte van het activeringselement kan maken voor het schakelen van de toevoer-afsluitmiddelen. De volledige slag wordt bereikt wanneer de ribben met korte lengte aangrijpen op nokken aan de binnenzijde van de luchtzuiger. Op voordelige wijze worden deze nokken tevens gebruikt voor 15 aangrijping van de veer.
Verder is de afgifte-eenheid bij voorkeur voorzien van een vergrendelmechanisme voor het in axiale richting vergrendelen van het activeringselement.
Het vergrendelmechanisme is in een voordelige 20 uitvoeringsvorm tussen het activeringselement en het basisdeel aangebracht. Het vergrendelmechanisme bevindt zich in het inwendige van de pomp, waardoor binnentreding van water of schuim in de pomp, zoals hierboven met betrekking tot de stand van de techniek gemeld, wordt vermeden.
25 Het basisdeel omvat bij voorkeur een centrale huls, welke aan de buitenomtrek is voorzien van tenminste een axiale rib en waarbij het activeringselement aan de binnenzijde nabij zijn ondereinde is voorzien van tenminste een radiale groef en een daarop aansluitende axiale groef 30 voor samenwerking met de rib aan het basisdeel. Door rotatie van het activeringselement ten opzichte van het basisdeel wordt de rib in lijn met de axiale groef gebracht en kan het activeringselement een voor het doseren van product 1028827 « * 5 noodzakelijke op- en neergaande slag uitvoeren. Uiteraard is het ook mogelijk de rib op het basisdeel, en de groeven op het activeringselement te voorzien.
Verder is de afgifte-eenheid bij voorkeur voorzien 5 van een schroefelement waarmee het samenstel van i activeringselement, vloeistof- en luchtpomp op een opening van een vloeistofhouder kan worden geschroefd.
Het activeringselement is daarnaast bij voorkeur vast of integraal verbonden met een kap welke is voorzien van 10 een afgiftekanaal, dat in verbinding staat met de vloeistof-en luchtpomp. Het afgiftekanaal bevindt zich bij voorkeur in een tuit die in de kap is gevormd.
Om te voorkomen dat water of schuim de afgifte-eenheid in komt vormen het schroefelement en de kap samen een 15 althans spatwaterdichte afdichting.
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een afgiftesamenstel bestaande uit een vloeistofhouder en een afgifte-eenheid zoals hierin omschreven.
De uitvinding zal aan de hand van de bijgevoegde 20 tekeningen nader worden verduidelijkt. In de tekeningen toont:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een afgifte-eenheid volgens de uitvinding; 25 Figuur 2 de afgifte-eenheid van figuur 1 in doorgesneden aanzicht;
Figuur 3 een detail van figuur 2;
Figuur 4 een ander detail van figuur 2;
Figuur 5 de afgifte-eenheid van figuur 1 met 30 uiteengenomen delen;
Figuren 6A-D doorsneden van de in figuur 1 getoonde afgifte-eenheid in verschillende standen;
Figuur 7 een vergrendeling van de in figuur 1 1028827 « * 6 getoonde afgifte-eenheid;
Figuur 8 de in figuur 7 getoonde vergrendeling, gedeeltelijk doorgesneden, in een eerste stand, en
Figuur 9 de in figuur 7 getoonde vergrendeling, 5 gedeeltelijk doorgesneden, in een tweede stand.
In figuur 1 wordt een uitvoeringsvoorbeeld van een afgifte-eenheid getoond, welke in het bijzonder geschikt is om op een vloeistofhouder te worden aangebracht. De afgifte-eenheid omvat een bedieningselement 1, een schroefring 2 en 10 een basisdeel 3. Door middel van de schroefring 2 kan de afgifte-eenheid op een hals van een vloeistofhouder worden vastgeschroefd. Daarbij strekt het basisdeel 3 zich tot in de vloeistofhouder uit. Aan het ondereind van het basisdeel 3 kan een vloeistofslang worden gekoppeld voor het opzuigen van 15 vloeistof uit de houder. Het bedieningselement 1 is ten opzichte van de schroefring 2 en het basisdeel 3 op een neer beweegbaar voor het afgeven van product dat wordt gevormd uit vloeistof in de houder en uit de omgeving aangezogen lucht.
De lucht en de vloeistof worden met elkaar vermengd en als 20 nevel of, zoals in het huidige voorbeeld, als schuim door de afgifte-eenheid afgegeven.
In figuur 2 wordt de in figuur 1 getoonde afgifte-eenheid in doorsnede weergegeven. Hierdoor worden verschillende onderdelen zichtbaar. Wederom is met 25 verwijzingscijfer 3 het basisdeel aangeduid. Het basisdeel omvat een buitenmantel met kleine diameter 20, een buitenmantel met grote diameter 21 en een binnenmantel 22. De buitenmantel met kleine diameter 20 is voorzien van een inlaatopening 23 waaraan een vloeistofslang kan worden 30 gekoppeld. In de buitenmantel met kleine diameter 20 is axiaal verplaatsbaar een doornvormig element 19 opgenomen (zie figuur 4).
De binnenmantel met kleinere diameter 20 vormt een 1028827 7 « · vloeistofcilinder van een vloeistofpomp. In de vloeistofcilinder is axiaal verschuifbaar een vloeistofzuiger 24 aangebracht. Tussen de vloeistofzuiger 24 en de vloeistofcilinder 20 is een vloeistofkamer 30 gelegen.
5 De buitenmantel met grote diameter 21 vormt de luchtcilinder waarin axiaal verschuifbaar een luchtzuiger 31 is opgenomen. Tussen de luchtzuiger 31 en de luchtcilinder 21 is een luchtkamer 32 gelegen. In de luchtkamer 32 is tussen de luchtzuiger 31 en het basisdeel 3 een veer 33 aangebracht. 10 Tussen de luchtzuiger 31 en de vloeistofzuiger 24 is een activeringselement 36 aangebracht. Het activeringselement 36 bestaat uit een onderste deel met een relatief kleine diameter, een bovenste deel met een relatief grote diameter en een tussengelegen overbruggingsdeel. Het 15 overbruggingsdeel heeft een schuine wand 51 (zie ook figuur 5), die in aanraking kan komen met de luchtzuiger 31 en de vloeistofzuiger 24 ter vorming van afsluitmiddelen, zoals hieronder nader zal worden verduidelijkt. Het activeringselement 36 is verder met zijn ondereind over de 20 binnenmantel 22 gepositioneerd. Nabij zijn boveneind is het activeringselement 36 vast met het bedieningselement 1 verbonden. In het bovenste deel van het activeringselement is een inzetstuk 37 geplaatst. Het inzetstuk 37 is in axiale zin vast met het activeringselement 36 verbonden. De luchtzuiger 25 24 is aan zijn bovenste eind voorzien van een wand 38 dat eerst zijwaarts, vervolgens schuin naar boven en tenslotte naar boven toe is gericht (zie figuur 3).
Een vloeistofklep 39 is aangebracht in de vloeistofzuiger 24. Het gewicht van deze vloeistofklep 39 30 zorgt normaliter voor een afsluiting van de vloeistofpomp 20,24. Ook de gecreëerde onderdruk in de vloeistofkamer 30 tijdens het aanzuigen zorgt ervoor dat de vloeistofklep 39 in zijn zitting wordt gedrukt. Wanneer druk wordt opgebouwd in 1028827 8 de vloeistofkamer 30, zal de vloeistofklep 39 worden geopend en de vloeistof vanuit de vloeistofkamer 30 naar boven toe kunnen stromen.
Boven de vloeistofklep 39 is een mengkamer 40 5 gelegen (zie figuur 3), die wordt gevormd door enerzijds de wand 38 van de vloeistofzuiger 24 en anderzijds het inzetstuk 37. De bovenwand van de mengkamer 40 wordt gevormd door een zeef 41, die integraal met het inzetstuk 37 is gevormd. Een tweede zeef 42 is aangebracht in de kop van het 10 bedieningselement 1. Helemaal boven in de kop, direct onder de bovenwand van het bedieningselement 1 is een derde zeef 43 gelegen, welke tweemaal gepasseerd wordt door het af te geven product. Nadat de zeef 43 voor de tweede maal is gepasseerd, zal het product via een uitstroomkanaal 44 en een 15 uitstroomopening 45 de afgifte-eenheid 1 verlaten. Het bedieningselement 1 wordt in feite gevormd door twee onderdelen 46, 47 die bij montage in elkaar worden geklikt.
In figuur 3 wordt een deel van de afgifte-eenheid van figuur 2 gedetailleerder weergegeven. Hierin is goed te 20 zien dat de veer 33 aangrijpt op een binnenomtrekrand 34 van de luchtzuiger 31 alsook op ribben 35a welke aan de buitenomtrek van het activeringselement 36 zijn voorzien (zie ook figuur 5).
Verder is hier te zien dat het bedieningselement 1 25 zich naar onder toe uitstrekt, waarbij zijn onderrand onder een opening in de schroefring 2 is gelegen. Tussen de rand van de opening in de schroefring 2 en de buitenmantel van het bedieningselement 1 is een opstaande rand 48 aangebracht, die zorgt voor een spatwaterdichte verbinding tussen het 30 bedieningselement 1 en de schroefring 2.
De schroefring 2 is vrij roteerbaar ten opzichte van het bedieningselement 1 en het basisdeel 3. Hierdoor kan de afgifte-eenheid wanneer het op een vloeistofhouder wordt 1028827 9 « · geschroefd worden uitgelijnd met de houder. De houder is dikwijls ovaal van vorm en de tuit van het bedieningselement wordt bij voorkeur zodanig op de houder gepositioneerd dat deze in gebruik dwars op de breedste wanden van de houder 5 staat. Onder de flensrand van het basisdeel is een afdichtingsring 49 aangebracht, die ervoor zorgt dat geen vloeistof uit de houder via het schroefdraad naar buiten kan lekken.
Volgens de uitvinding en zoals is te zien in figuur 10 3 is het bedieningselement 1 vastgeklikt met het activeringselement 36. De luchtzuiger 31 en de vloeistofzuiger 24 zijn niet met het activeringselement 36 verbonden. Zij zijn derhalve vrij beweegbaar in axiale zin. Het activeringselement 36 vormt samen met de axiaal vrij 15 beweegbare luchtzuiger 31 en de axiaal vrij beweegbare vloeistofzuiger 24 respectievelijk de toevoerklep en afvoerklep voor lucht. De toevoerklep voor lucht wordt gevormd tussen de bovenrand 50 van de luchtzuiger 31 (zie ook figuur 5) en (de buitenzijde van) het schuine wanddeel 51 van 20 het activeringselement 36. De afvoerklep wordt gevormd door (de binnenzijde van) het schuine wanddeel 51 van het activeringselement 36 en het schuine wanddeel 38 van de vloeistofzuiger 24.
In figuur 4 is duidelijk te zien dat de 25 vloeistofzuiger 24 aan zijn onderste einde is voorzien van een binnenomtrekrand 25 ter vorming van een zitting voor een vloeistofklep 26 welke daarmee samenwerkt. De vloeistofklep 26 is integraal gevormd met het doornvormige element 19. Dit element 19 is aan zijn ondereinde voorzien van weerhaken 27 30 voor vergrendeling achter een naar binnen toe gerichte nokrand 28 van het basisdeel 3. Het haakvormige uiteinde 27 haakt achter de onderzijde van de nokrand 28 en houdt daarmee de componenten van de afgifte-eenheid bijeen. De bovenzijde 1028827 10 van de nokrand 28 vormt een zitting voor een vloeistofklep 29, welke zich nabij het ondereind van het doornvormige element 19, juist boven het weerkhaakvormige uiteinde 27, bevindt.
5 Vloeistofklep 29 vormt de zuigklep van de hieronder nader te omschrijven vloeistofpomp, terwijl vloeistofklep 26 een vloeistoftransportgrendeling vormt. Tijdens transport en bij situaties waarbij de houder onder druk staat, zorgt deze vloeistofklep 26 ervoor dat de vloeistof niet uit de afgifte-10 eenheid kan stromen.
In figuur 5 wordt de afgifte-eenheid van figuur 1 met uiteengenomen delen weergegeven. Overeenkomstige onderdelen zijn met overeenkomstige verwijzingscijfers aangeduid. Figuur 5 toont aan hoe de afgifte-eenheid wordt 15 samengesteld en gemonteerd. Het haakvormige uiteinde 27 van het doornvormige element 19 wordt voorbij de naar binnen toe gerichte nokrand 28 van het basisdeel 3 gebracht. Dit doornvormige element 19 houdt alle componenten van de eenheid op zijn plaats. Verder is in figuur 5 te zien dat het 20 activeringselement 36 aan zijn buitenomtrek is voorzien van ribben 35a, 35b van verschillende lengten.
In figuur 6A wordt een eerste stand, een uitgangspositie, van de afgifte-eenheid volgens de uitvinding getoond. In deze stand drukt de veer 33 via ribben 35a het 25 activeringselement 36 in zijn bovenste stand. Daarnaast drukt de veer 33 de luchtzuiger 31 in zijn bovenste stand. De luchtzuiger 31, en met name de bovenrand 50 daarvan, bevindt zich op geringe afstand van het activeringselement 36. j
Wanneer het activeringselement 36 over deze geringe afstand 30 naar beneden toe wordt ingedrukt (zie ook figuur 6B) zal tegelijkertijd de toevoerklep, gevormd tussen de luchtzuiger 31 en het activeringselement 36, gesloten worden en de afvoerklep, gevormd tussen het activeringselement 36 en de 1028827 ft ’ 11 vloeistofzuiger 24, geopend worden. De afstand tussen de lange en korte ribben 35a, 35b aan de buitenomtrek van het activeringselement 36 bepaald mede de slag die de luchtzuiger 31 ten opzichte van het activeringselement 36 kan maken. In 5 de heengaande situatie is het eigenlijk de afsluiting van de bovenrand 50 van de luchtzuiger 31 met de schuine wand 51 van het activeringselement 36 die de aanslag bepaalt. Om schade aan de relatief dunne bovenrand 50 van de luchtzuiger 31 te voorkomen, zijn de korte ribben 35b op het activeringselement 10 36 aangebracht.
Zoals gezegd wordt tijdens een initiële, korte slag vanuit de in figuur 6A naar de in figuur 6B getoonde stand zowel de luchttoevoerklep gesloten als de luchtafvoerklep geopend. Deze situatie is vervolgens in figuur 6B 15 weergegeven. Vanuit de in figuur 6B getoonde stand zal de luchtzuiger 31 samen met het activeringselement 36 een vervolgslag maken wanneer bedieningselement 1 verder wordt ingedrukt. Hierbij wordt het volume van de luchtkamer 32 verkleind en zal de lucht in de luchtkamer 32 worden 20 gecomprimeerd. Via kanalen 60 gelegen tussen het activeringselement 36 en de binnenmantel 22 van het basisdeel 3 zal de lucht vanuit de luchtkamer 32 richting de afvoerklep kunnen stromen. De afvoerklep bevindt zich in een geopende stand zodat de lucht verder kan stromen naar de mengkamer.
25 Hiertoe zijn kanalen 61 (zie figuur 3) tussen het inzetstuk 37 en de vloeistofzuiger 24 gevormd. Figuur 6C toont de andere uiterste stand waarin de heengaande slag zijn eindpositie heeft bereikt door aanslag van het activeringselement 36 tegen het basisdeel 3. In de grote 30 heengaande slag vanuit de stand getoond in 6B naar de stand getoond in figuur 6C zal eveneens de vloeistofkamer 30 worden verkleind. Verkleining van de vloeistofkamer 30 heeft tot gevolg dat de vloeistofklep 29 zal sluiten. De drukopbouw in 1028827 » 12 de vloeistofkamer 30 zorgt voor het naar boven verplaatsen van de vrij beweegbare vloeistofklep 39 zodat de afvoer van vloeistof uit de vloeistofpomp 20, 24 mogelijk is. De vloeistof stroomt hierbij via de ruimte tussen de 5 vloeistofklep 39 en de vloeistofzuiger 24 de mengkamer 40 in. In de mengkamer wordt de vloeistof vermengd met de lucht. Het mengsel van vloeistof en lucht passeert de zeven 41, 42 en 43 om vervolgens via uitstroomkanaal 44 de uitstroomopening 45 in de tuit van het bedieningselement 1 te verlaten. Dosering 10 van product vindt derhalve plaats tijdens de beweging van het bedieningselement 1 vanuit de in figuur 6B getoonde stand naar de in figuur 6C getoonde stand.
In de teruggaande slag, bij loslating van het bedieningselement 1, zal allereerst de veer 33 het 15 activeringselement 36 over een kleine afstand naar boven toe verplaatsen. Hierdoor wordt de toevoerklep tussen luchtzuiger 31 en het activeringselement 36 geopend en wordt tegelijkertijd de afvoerklep tussen het activeringselement 36 en de vloeistofzuiger 24 gesloten. Hierdoor kan lucht via het 20 schroefdraad tussen de schroefring 2 en de vloeistofhouder en de toevoerklep in de luchtkamer 32 van de luchtpomp worden aangezogen. Daarnaast komt de veer in aanraking met de binnenomtrekrand 34 van de luchtzuiger 31. Derhalve zorgt de veer 33 vervolgens voor het terugstellen van zowel het 25 activeringselement 36 als de luchtzuiger 31 naar de in figuur 6A getoonde beginstand. Tijdens deze laatste grote slag wordt lucht aangezogen in de luchtkamer 32.
Tijdens de teruggaande slag blijft de zuiger 31 in eerste instantie door wrijving met de wand van de 30 luchtcilinder 21 staan en wordt na het bereiken van zijn korte vrije slag door de veer meegenomen wordt. Dit geldt in omgekeerde toestand ook voor de vloeistofzuiger 24. Bij de neergaande slag blijft deze in eerste instantie in positie 1028827 « * 13 door de weerstand met de wand van de vloeistofcilinder 20. Na het bereiken van zijn korte slag wordt deze door het inzetstuk 37 naar beneden gedrukt.
In de figuren 7-9 wordt het vergrendelmechanisme 5 volgens de uitvinding getoond. Het vergrendelmechanisme dient voor het in axiale richting vergrendelen van het activeringselement. Hierdoor is het niet mogelijk de pompen te activeren en derhalve product te doseren. Voor gebruik dient de vergrendeling te worden opgeheven door de gebruiker. 10 Volgens de uitvinding is het vergrendelmechanisme tussen het activeringselement 36 en het basisdeel 3 aangebracht. Figuur 7 toont hoe deze twee componenten in de uiteindelijke afgifte-eenheid in elkaar zijn geplaatst. De figuren 8 en 9 tonen twee verschillende standen van het samenstel bestaande 15 uit activeringselement 36 en basisdeel 3, in gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch aanzicht. De binnenmantel 22 van het basisdeel 3 is voorzien van twee axiale ribben 70. Deze axiale ribben 70 strekken zich over althans een groot deel van de lengte van de binnenmantel 22 uit. Het 20 activeringselement 36 is aan zijn binnenomtrek nabij zijn ondereind voorzien van een groef 71, welke groef een radiaal deel 72 en een daarop aansluitend axiaal deel 73 bevat. Voor elke rib 70 is een dergelijke groef aan de binnenomtrek van het activeringselement 36 voorzien. In de vergrendelde stand 25 is elke rib 70 van het basisdeel in het radiale groefdeel 72 van groef 71 gelegen. Verder is in de groef 71 een aanslag in het radiale groefdeel aanwezig is. Hierdoor wordt in geblokkeerde toestand doordraaien vermeden en heeft de gebruiker een sensitieve terugkoppeling.
30 Door rotatie van het activeringselement 36 vanuit de in figuur 8 getoonde stand kan de rib 70 in lijn met het axiale groefdeel 71 worden gebracht zodat axiale verplaatsing van het activeringselement 36 ten opzichte van het basisdeel 1028827 .--11 —- 1 » * 14 ! 3 mogelijk is.
Het getoonde vergrendelmechanisme biedt slechts een vergrendeling van het activeringselement 36 in zijn bovenste positie (zie figuur 6A). Door een kleine aanpassing aan de 5 groeven 71 op het activeringselement en de ribben 70 op het basisdeel kan eveneens een vergrendeling in de onderste positie worden verkregen. Daarnaast is het ook mogelijk de ribben op het activeringselement en de groeven op het basisdeel te voorzien. Derhalve is de uitvinding niet beperkt 10 tot het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld, maar slechts door de bijgevoegde conclusies.
1028827

Claims (22)

1. Een afgifte-eenheid, in het bijzonder geschikt voor een vloeistofhouderf omvattende: 5. een luchtpomp met een luchtcilinder en een luchtzuiger waarbij tussen de luchtcilinder en de luchtzuiger een luchtkamer wordt gedefinieerd; - een vloeistofpomp met een vloeistofcilinder en een vloeistofzuiger, waarbij tussen de vloeistofcilinder en 10 de vloeistofzuiger een vloeistofkamer wordt gedefinieerd; - een axiaal verplaatsbaar activeringselement voor het activeren van de pompen; - toevoer-afsluitmiddelen voor het afsluiten van luchttoevoer naar de luchtpomp, en 15. afvoer-afsluitmiddelen voor het afsluiten van luchtafvoer uit de luchtpomp, met het kenmerk, dat de luchtzuiger en de vloeistofzuiger ten opzichte van het activeringselement beweegbaar zijn in axiale richting ter vorming van de toevoer- en afvoer-afsluitmiddelen voor lucht. 20
2. Afgifte-eenheid volgens conclusie 1, waarbij het activeringselement samen met de axiaal beweegbare luchtzuiger de toevoer-afsluitmiddelen voor lucht vormen.
3. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het activeringselement samen met de axiaal beweegbare vloeistofzuiger de afvoer-afsluitmiddelen voor lucht vormen.
4. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het activeringselement althans in axiale zin tussen de luchtzuiger en vloeistofzuiger is aangebracht. 10286/ i ·
5. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het activeringselement samenwerkt met de luchtzuiger voor het comprimeren van de lucht in de luchtkamer. 5
6. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een inzetstuk vast met het activeringselement is verbonden.
7. Afgifte-eenheid volgens conclusie 6, waarbij het activeringselement via het inzetstuk samenwerkt met de vloeistofzuiger voor het verkleinen van de vloeistofkamer.
8. Afgifte-eenheid volgens conclusies 6 of 7, 15 waarbij de vloeistofzuiger samen met het inzetstuk een mengkamer voor het mengen van lucht afkomstig uit de luchtpomp en vloeistof afkomstig uit de vloeistofpomp vormen.
9. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande 20 conclusies, verder omvattende een basisdeel, dat vast of integraal is verbonden met de luchtcilinder en/of de vloeistofcilinder, waarbij tussen het basisdeel en de luchtzuiger veermiddelen zijn aangebracht.
10. Afgifte-eenheid volgens conclusie 9, waarbij het activeringselement aan zijn omtrek axiale ribben met een eerste lengte omvat, die samenwerken met de veermiddelen.
11. Afgifte-eenheid volgens conclusie 9 of 10, 30 waarbij het activeringselement aan zijn omtrek axiale ribben met een tweede lengte omvat, die samenwerken met de luchtzuiger. 1028877 !
12. Afgifte-eenheid volgens conclusie 10 en 11, waarbij de eerste lengte groter is dan de tweede lengte.
13. Afgifte-eenheid volgens conclusie 12, waarbij 5 de axiale ribben met een tweede lengte aangrijpen op nokken aan de binnenzijde van de luchtzuiger.
14. Afgifte-eenheid volgens conclusie 13, waarbij de veer eveneens aangrijpt op de nokken aan de binnenzijde 10 van de luchtzuiger.
15. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een vergrendelmechanisme voor het in axiale richting vergrendelen van het 15 activeringselement.
16. Afgifte-eenheid volgens conclusie 15, verder omvattende een basisdeel, dat vast of integraal is verbonden met de luchtcilinder en/of de vloeistofcilinder, waarbij het 20 vergrendelmechanisme tussen het activeringselement en het basisdeel is aangebracht.
17. Afgifte-eenheid volgens conclusie 16, waarbij het basisdeel een centrale huls omvat, welke aan de 25 buitenomtrek is voorzien van tenminste een axiale rib en waarbij het activeringselement aan de binnenzijde nabij zijn ondereinde is voorzien van tenminste een radiale groef en een daarop aansluitende axiale groef voor samenwerking met de rib ! aan het basisdeel. 30
18. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een schroefelement waarmee het samenstel van activeringselement, vloeistof- en luchtpomp op 1028827 A ·> een opening van een vloeistofhouder kan worden geschroefd.
19. Afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het activeringselement vast of integraal 5 is verbonden met een kap welke is voorzien van een afgiftekanaal, dat in verbinding staat met de vloeistof- en luchtpomp.
20. Afgifte-eenheid volgens conclusie 18 en 19, 10 waarbij het schroefelement en de kap samen een althans spatwaterdichte afdichting vormen.
21. Afgifte-eenheid volgens een van de conclusies 18-20, waarbij het schroefelement vrij roteerbaar is ten 15 opzichte van de overige onderdelen van de afgifte-eenheid.
22. Afgiftesamenstel bestaande uit een vloeistofhouder en een afgifte-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies. ! i | 1028827
NL1028827A 2005-04-20 2005-04-20 Afgifte-eenheid. NL1028827C2 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028827A NL1028827C2 (nl) 2005-04-20 2005-04-20 Afgifte-eenheid.
BRPI0608490-7A BRPI0608490B1 (pt) 2005-04-20 2006-04-19 Unidade de dispensação, e montagem de dispensação
CN2006800185410A CN101184557B (zh) 2005-04-20 2006-04-19 分配装置
AT06733011T ATE524240T1 (de) 2005-04-20 2006-04-19 Ausgabeeinheit
PCT/NL2006/000204 WO2006112701A1 (en) 2005-04-20 2006-04-19 Dispensing unit
MX2007013068A MX2007013068A (es) 2005-04-20 2006-04-19 Unidad de distribucion.
AU2006237723A AU2006237723A1 (en) 2005-04-20 2006-04-19 Dispensing unit
EP06733011A EP1871537B1 (en) 2005-04-20 2006-04-19 Dispensing unit
CA002606678A CA2606678A1 (en) 2005-04-20 2006-04-19 Dispensing unit
US11/911,951 US8079497B2 (en) 2005-04-20 2006-04-19 Dispenser with improved supply-closing means
JP2008507574A JP5095607B2 (ja) 2005-04-20 2006-04-19 ディスペンス装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028827A NL1028827C2 (nl) 2005-04-20 2005-04-20 Afgifte-eenheid.
NL1028827 2005-04-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028827C2 true NL1028827C2 (nl) 2006-10-23

Family

ID=35445717

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028827A NL1028827C2 (nl) 2005-04-20 2005-04-20 Afgifte-eenheid.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US8079497B2 (nl)
EP (1) EP1871537B1 (nl)
JP (1) JP5095607B2 (nl)
CN (1) CN101184557B (nl)
AT (1) ATE524240T1 (nl)
AU (1) AU2006237723A1 (nl)
BR (1) BRPI0608490B1 (nl)
CA (1) CA2606678A1 (nl)
MX (1) MX2007013068A (nl)
NL (1) NL1028827C2 (nl)
WO (1) WO2006112701A1 (nl)

Families Citing this family (37)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1030030C2 (nl) 2005-04-20 2006-10-23 Keltec B V Afgifte-eenheid met verbeterde toevoer-afsluitmiddelen.
KR101408641B1 (ko) * 2007-11-01 2014-06-17 주식회사 종우실업 내용물을 변질시키지 않는 거품발생 펌프
JP4979602B2 (ja) * 2008-01-18 2012-07-18 株式会社Lixil ソープディスペンサー
US7850049B2 (en) * 2008-01-24 2010-12-14 Gojo Industries, Inc. Foam pump with improved piston structure
ES2536100T3 (es) * 2008-06-20 2015-05-20 Gojo Industries, Inc. Bomba de espuma de dos carreras
JP5348994B2 (ja) * 2008-10-10 2013-11-20 株式会社Lixil ソープディスペンサー
CN101797539B (zh) * 2009-02-11 2011-11-23 屠旭峰 泡沫喷枪
IT1393228B1 (it) * 2009-03-02 2012-04-11 Taplast Srl Unita' per l'erogazione di fluidi o miscele e relativo dispositivo di erogazione.
IT1395956B1 (it) * 2009-04-02 2012-11-02 Emsar Spa Dispenser.
GB2472235B (en) * 2009-07-29 2011-07-06 Brightwell Dispensers Ltd Dispensing device with a disposable pump
JP5435794B2 (ja) * 2010-01-22 2014-03-05 大和製罐株式会社 ポンプ式泡吐出容器
CA2828086C (en) 2010-03-10 2018-07-31 Nuvo Research Inc. Foamable formulation
CN103118797B (zh) * 2010-06-15 2016-04-27 布莱特维尔分配器有限公司 泡沫泵
JP2013538103A (ja) * 2010-09-14 2013-10-10 上▲海▼上▲栄▼包装技▲術▼有限公司 ポンプディスペンサー
US20120104048A1 (en) * 2010-10-27 2012-05-03 Hsih Tung Tooling Co.,Ltd. Foam dispensing device
US20120234866A1 (en) * 2011-03-16 2012-09-20 Jisong Lin Foam pump with spring isolated from flow path
WO2013005159A1 (en) * 2011-07-06 2013-01-10 Sensile Pat Ag Liquid dispensing system
US8561849B1 (en) * 2012-05-28 2013-10-22 Ya-Tsan Wang Foam spray head assembly
US20140054323A1 (en) 2012-08-23 2014-02-27 Gojo Industries, Inc. Horizontal pumps, refill units and foam dispensers with integral air compressors
US8678241B2 (en) * 2012-08-27 2014-03-25 Ya-Tsan Wang Foam spray head assembly
US20140084028A1 (en) * 2012-09-24 2014-03-27 Christopher Gunn Wearable sanitizing agent dispenser
KR101377602B1 (ko) * 2012-10-09 2014-04-01 김태현 포밍펌프
US8955718B2 (en) * 2012-10-31 2015-02-17 Gojo Industries, Inc. Foam pumps with lost motion and adjustable output foam pumps
CN105142797B (zh) * 2013-04-25 2018-10-30 高乔工业股份有限公司 零件数量减少的水平泵、再填充单元以及分配器
DE102013010283A1 (de) 2013-06-19 2014-12-24 Audi Ag Anschlussvorrichtung für eine elektrische Anlage eines Fahrzeugs sowie Verfahren zu deren Betrieb
WO2015008414A1 (ja) * 2013-07-17 2015-01-22 株式会社吉野工業所 フォーマーディスペンサー
CA2927024A1 (en) * 2013-10-10 2015-04-16 Gojo Industries, Inc. Compact foam at a distance pumps and refill units
CA2837774A1 (en) * 2013-12-20 2015-06-20 Heiner Ophardt Piston pump with vacuum relief
JP6556498B2 (ja) * 2015-05-29 2019-08-07 株式会社吉野工業所 ポンプ式注出器
GB201603949D0 (en) * 2016-03-08 2016-04-20 Rieke Packaging Systems Ltd Foam dispensers
CA2923831C (en) * 2016-03-15 2023-03-07 Heiner Ophardt Valvular conduit
DE102016108447A1 (de) * 2016-05-06 2017-11-09 S O L O Kleinmotoren Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Verschäumungseinheit zum Erzeugen von Schaum aus einem Gemisch aus Gas und Flüssigkeit sowie Sprühgerät zum Erzeugen und Verteilen von Schaum
US10384222B2 (en) * 2017-06-23 2019-08-20 Albea Services Pump actuator head
US10335816B1 (en) * 2018-08-29 2019-07-02 Armin Arminak All plastic water resistant pump
USD991785S1 (en) 2020-01-31 2023-07-11 Armin Arminak Lotion pump actuator
USD980069S1 (en) 2020-07-14 2023-03-07 Ball Corporation Metallic dispensing lid
US11498089B2 (en) 2021-04-04 2022-11-15 Armin Arminak All plastic continuous spray trigger sprayer

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0618147A2 (en) * 1993-02-26 1994-10-05 Bespak plc Air purge pump dispenser
US6840408B1 (en) * 2003-08-25 2005-01-11 Continental Afa Dispensing Company Air foam pump with shifting air piston

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5813576A (en) * 1994-11-17 1998-09-29 Yoshino Kogyosho Co., Ltd. Container with a pump that mixes liquid and air to discharge bubbles
US5570819A (en) * 1992-07-07 1996-11-05 Daiwa Can Company Foam dispensing pump container
US5458289A (en) * 1993-03-01 1995-10-17 Bespak Plc Liquid dispensing apparatus with reduced clogging
JPH0669161U (ja) * 1993-03-05 1994-09-27 大和製罐株式会社 ポンプ式泡出し容器
JPH07300150A (ja) * 1994-04-28 1995-11-14 Mitani Valve:Kk 泡噴出容器
JP3596053B2 (ja) * 1994-10-31 2004-12-02 東洋製罐株式会社 泡噴出ポンプ
IT1292958B1 (it) * 1997-02-28 1999-02-11 Taplast Spa Perfezionamento a pompa dosatrice per l'erogazione di sostanze liquide o dense da contenitori.
US5899363A (en) * 1997-12-22 1999-05-04 Owens-Illinois Closure Inc. Pump dispenser having a locking system with detents
FR2792553B1 (fr) * 1999-04-22 2002-04-19 Valois Sa Dispositif de distribution biphasique
NL1022633C2 (nl) 2003-02-10 2004-08-12 Keltub B V Verbeterde schuimvormingseenheid.
NL1030030C2 (nl) 2005-04-20 2006-10-23 Keltec B V Afgifte-eenheid met verbeterde toevoer-afsluitmiddelen.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0618147A2 (en) * 1993-02-26 1994-10-05 Bespak plc Air purge pump dispenser
US6840408B1 (en) * 2003-08-25 2005-01-11 Continental Afa Dispensing Company Air foam pump with shifting air piston

Also Published As

Publication number Publication date
BRPI0608490A2 (pt) 2010-01-05
BRPI0608490B1 (pt) 2018-06-19
JP2008536678A (ja) 2008-09-11
CN101184557A (zh) 2008-05-21
CA2606678A1 (en) 2006-10-26
AU2006237723A1 (en) 2006-10-26
US20090039110A1 (en) 2009-02-12
US8079497B2 (en) 2011-12-20
EP1871537B1 (en) 2011-09-14
EP1871537A1 (en) 2008-01-02
JP5095607B2 (ja) 2012-12-12
ATE524240T1 (de) 2011-09-15
MX2007013068A (es) 2008-04-07
CN101184557B (zh) 2010-05-26
WO2006112701A1 (en) 2006-10-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1028827C2 (nl) Afgifte-eenheid.
US8365962B2 (en) Lever spray pump
US8206136B2 (en) System of diaphragm and co-acting part
EP1658476B1 (en) Air foam pump with shifting air piston
US10549294B2 (en) Pump for under counter dispensing system
US8439230B2 (en) Dispenser having dispensing head moveable between use and non-use positions
EP1740315B1 (en) Dispensing device
US8292127B2 (en) Self-cleaning foam-dispensing device
CN108698064B (zh) 分配器泵
AU2006309408B2 (en) Dispenser unit with improved air supply
WO2016103569A1 (ja) トリガー式液体噴出器
US20170197227A1 (en) Pump systems, pump engines, and methods of making the same
CA2445036C (en) Device for metering liquid or gel products
US20240033755A1 (en) Pump assembly with shield
JP2018184185A (ja) 吐出容器
CN116157207A (zh) 触发泵分配器
AU2012200023A1 (en) Dispensing unit

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20141101