NL1028542C2

NL1028542C2 - Kledingrek.

Info

Publication number: NL1028542C2
Application number: NL1028542A
Authority: NL
Inventors: Franciscus Leopold Des Zantman
Original assignee: Oxide B V
Priority date: 2005-03-15
Filing date: 2005-03-15
Publication date: 2006-09-18
Also published as: EP1702538A1

Description

Kledingrek

De uitvinding heeft betrekking op een kledingrek omvattend een verrijdbaar onderstel en een stang voor het daaraan ophangen van kleding middels een kledinghanger.

5

Uit het Nederlandse octrooi 1020574 is bekend een kledingrek dat voorzien is van op verschillende hoogtes aangebrachte stangen voor het daaraan ophangen van kleding middels kledinghangers. Het kledingrek is verplaatsbaar middels een verrijdbaar onderstel zodat het bekende kledingrek een toepassing vindt bij transport en distributie 10 van kleding, bijvoorbeeld van een plaats van fabricage van de kleding naar een distributiecentrum of naar winkels.

Een nadeel van het bekende kledingrek is dat gedurende transport kleding daarvan af kan vallen. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door het verrijden van het kledingrek 15 over een oneffen ondergrond. Anderzijds kan kleding van het kledingrek vallen bij bijvoorbeeld het in- en uitladen daarvan in/uit een laadruim van een vrachtauto of in/uit een container, of gedurende het transport per vrachtauto of container door oneffenheden in de weg. De gevallen kleding kan dan bevuild of gekreukt worden zodat reconditionering daarvan noodzakelijk wordt, hetgeen kosten veroorzaakt. Anderzijds 20 kan de gevallen kleding beschadigd raken, bijvoorbeeld doordat men daaroverheen loopt of men met het kledingrek daaroverheen rijdt. De beschadigde kleding is niet meer geschikt voor verkoop zodat hierdoor zelfs hogere kosten ontstaan.

Het is een doel van de uitvinding een kledingrek te verschaffen dat hierin verbetering 25 brengt.

Hiertoe wordt het kledingrek van de in de aanhef vermelde soort gekenmerkt doordat het kledingrek borgmiddelen voor de kledinghanger omvat voor het tegengaan van loskomen van de kledinghanger uit het kledingrek. Aldus wordt vallen van kleding uit 30 het kledingrek voorkomen, ook bij zware stoten tegen het kledingrek. In een voorkeursuitvoering zijn de borgmiddelen ingericht voor het borgen van de kledinghanger op de stang en zijn de borgmiddelen ingericht om aan te grijpen op een haak van de kledinghanger zodat de constructie van het kledingrek en de borgmiddelen 1028542 -2- relatief eenvoudig gehouden kan worden. Bij voorkeur strekken de borgmiddelen in een werkzame positie daarvan zich althans boven een aan de stang gehaakte haak van de kledinghanger uit.

5 In een voorkeursuitvoering omvatten de borgmiddelen een, zich in langsrichting van de stang uitstrekkend, concaaf gekromd borgelement zodat een aan de stang gehaakte haak van een kledinghanger als het ware opgesloten wordt tussen de stang en het concaaf gekromde borgelement. Bij voorkeur strekt het concaaf gekromde borgelement zich uit over een omtrekshoek van de stang van tenminste 30°, bij voorkeur over een 10 omtrekshoek van de stang van ongeveer 120°. Vanuit een aspect van de uitvinding zijn de borgmiddelen stripvormig uitgevoerd. In een voorkeursuitvoering vormen de borgmiddelen en de stang één geheel.

In een voorkeursuitvoering zijn de borgmiddelen en de kledinghanger ten opzichte van 15 elkaar verplaatsbaar tussen een werkzame positie en een niet werkzame positie van de borgmiddelen. In de niet werkzame positie van de borgmiddelen is een ongehinderd aanbrengen en losnemen van de kledinghangers in en uit het kledingrek mogelijk. Voor bijvoorbeeld transport van het kledingrek met kleding wordt de werkzame positie van de borgmiddelen toegepast. Bij voorkeur zijn door rotatie van de stang de borgmiddelen 20 tussen de werkzame positie en de niet werkzame positie verplaatsbaar. Een met de stang verbonden kap kan zo bijvoorbeeld over aan de stang gehaakte haken van kledinghangers worden gedraaid voor het opsluiten van de haken.

Bij voorkeur is de stang voorzien van een bedieningsarm voor het roteren van de stang. 25 In een voorkeursuitvoering is het kledingrek voorzien van een bodemplaat. Wanneer er bij het aanhaken of loshaken van kledinghangers met kleding aan/van de stang (waarbij de borgmiddelen niet werkzaam zijn) per ongeluk kleding valt, dan komt die kleding terecht op de bodemplaat. Er wordt zo voorkomen dat kleding op de grond valt waardoor vervuiling en beschadiging van de kleding voorkomen wordt. Anderzijds kan 30 de bodemplaat een steun vormen voor het daarop stapelen van een volgend kledingrek, of voor het daarop stapelen van andere voorwerpen, bijvoorbeeld dozen. Bij voorkeur I028542 -3- bedekt de bodemplaat het onderstel althans nagenoeg volledig. Bij voorkeur is de bodemplaat althans in hoofdzaak vlak horizontaal uitgevoerd.

De uitvinding voorziet verder in een kledingrek omvattend een verrijdbaar onderstel en 5 een stang voor het daaraan ophangen van kleding middels een kledinghanger waarbij het kledingrek is voorzien van een bodemplaat.

De uitvinding voorziet voorts in ophangmiddelen voor kleding omvattend een stang voor het daaraan ophangen van kleding middels een kledinghanger waarbij de 10 ophangmiddelen zijn voorzien van borgmiddelen voor de kledinghanger voor het tegengaan van loskomen van de kledinghanger van de stang.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.

15

Figuur 1 toont in perspectief een verrijdbaar kledingrek volgens de uitvinding.

Figuren 2A t/m. 2C tonen het vasthaken van een kledinghanger aan een stang van het kledingrek.

Figuren 3 A en 3B tonen in perspectief respectievelijk het kledingrek in ineengeklapte 20 toestand, en een opeenstapeling van een aantal ineengeklapte kledingrekken.

Het verrijdbare kledingrek 1 uit figuur 1 heeft een onderstel 2 met zwenkwielen 3, een geperforeerde bodemplaat 4 en opstaande hoekprofielen 5. Een paar uit U-profiel vervaardigde eerste armen 6 is middels schamierverbindingen 7 scharnierend verbonden 25 met het onderstel 2. Ter plaatse van hun bovenste uiteinden zijn de eerste armen 6 middels (niet in fig. 1 zichtbare) schamierverbindingen 8 scharnierend verbonden met een paar eveneens uit U-profiel vervaardigde tweede armen 9. De eerste en tweede armen 6,9 worden daarbij in eikaars verlengde gehouden door middel van kokers 10 die ter plaatse van de schamierverbindingen 8 over beide uiteinden van de eerste en tweede 30 armen 6,9 zijn heen geschoven. Middels een schuifstang 11 zijn de kokers 10 vast met elkaar verbonden. De eerste en tweede armen 6,9 worden in de getoonde stand gefixeerd 1 028542 -4- met behulp van een paar koker vormig uitgevoerde steunen 12 die met hun onderste uiteinden in aan de bodemplaat 4 bevestigde opneemelementen 18 daarvoor reiken. De onderste uiteinden van de steunen 12 hebben zijwaarts uitstekende randen voor het ondergrijpen van overhangende randen van de opneemelementen 18 om onbedoeld 5 loskomen van de steunen 12 uit de opneemelementen 18 tegen te gaan. De steunen 12 zijn middels scharnieren 13 verbonden met de eerste armen 6. |

De tweede armen 9 zijn aan hun bovenste uiteinden middels schamierverbindingen 20 j verbonden met een paar kokervormig uitgevoerde derde armen 21 die in de getoonde 10 stand op die bovenste uiteinden steunen. De tweede en derde armen 9,21 sluiten aan hun bovenzijden respectievelijke stangen 14,24 in voor het daaraan ophangen van kleding middels kledinghangers 15. Gekromde kappen 16,26 zijn daarbij aangebracht om de respectievelijke stangen 14,24, en zijn daarmee vast verbonden, voor het tegengaan van loshaken van kledinghangers 15 van de stangen 14,24. Met behulp van bedieningsarmen 15 17,27 zijn de respectievelijke kappen 16,26 verdraaibaar van een stand waarin zij loshaken van kledinghangers 15 tegengaan naar een stand waarin een (onbelemmerd) loshaken en aanhaken van kledinghangers 15 mogelijk is, en vice versa.

Figuur 2A toont in een doorsnede dwars op een langsrichting daarvan de stang 14 in een 20 stand waarin een haak 19 van een kledinghanger aangehaakt of losgehaakt kan worden zonder dat daarbij de aanhaak- of loshaakbeweging door kap 16 gehinderd wordt.

Figuur 2B toont een in die stand van de stang 14 daaraan gehaakte haak 19. Door het vervolgens verdraaien van stang 14 tot in de in fig. 2C getoonde stand wordt kap 16 over haak 19 heen gedraaid zodat haak 19 als het ware wordt opgesloten tussen stang 14 25 en kap 16. Onbedoeld loskomen van de kledinghanger 15 van stang 14 wordt zo in sterke mate tegengegaan. Wanneer men vervolgens de kledinghanger 15 wil losnemen van stang 14 gaat men in omgekeerde volgorde te werk.

Het kledingrek 1 is inklapbaar tot een in fig. 3A ineengeklapte toestand. Daarbij zijn de 30 steunen 12 tot binnen de eerste armen 6 gezwenkt, en zijn de derde armen 21 tot binnen de tweede armen 9 gezwenkt. Om het kledingrek 1 vanuit de in fig. 3 A getoonde 1028542 -5- toestand uit te klappen worden de eerste, tweede en derde armen 6,9,21 en steunen 12 gezamenlijk omhoog gezwenkt door scharnieren van de eerste armen 6 om de schamierverbindingen 7. Vervolgens worden de steunen 12 uit de eerste armen 6 gezwenkt om deze te fixeren in de opneemelementen 18 daarvoor. Dan worden de 5 tweede armen 9 omhoog gezwenkt tot in het verlengde van de eerste armen 6 waarna men de kokers 10 over de bovenste uiteinden van de eerste armen 6 laat glijden. Tenslotte zwenkt men de derde armen 21 uit de tweede armen 9 over de tweede armen 9 heen. Het kledingrek 1 is dan uitgeklapt zoals getoond in fig. 1. In ineengeklapte toestand van het kledingrek 1 zijn de kledingrekken 1 op elkaar stapelbaar tot een 10 stabiele stapeling zoals getoond in fig. 3B.

De eerste, tweede en derde armen 6,9,21, bodemplaat 4, hoekprofielen 5, steunen 12, schuifstang 11 en stangen 14,24 zijn bij voorkeur van aluminium vervaardigd. In gebruikstoestand bedraagt de hoogte van stang 24 boven een vloeroppervlak ongeveer 15 1900 mm, en de hoogte van stang 14 ongeveer 1550 mm. De lengte van de stangen 14,24 bedraagt ongeveer 1080 mm.

Het kledingrek 1 met twee stangen 14,24 is bijzonder geschikt voor het transporteren van kleding doordat door verdraaien van de kappen 16,26 tot boven haken 19 van 20 kledinghangers 15 wordt voorkomen dat tijdens transport kledinghangers 15 met kleding van het kledingrek 1 vallen. Een onbelemmerd aanhaken en loshaken van kledinghangers 15 van de stangen 14,24 wordt mogelijk door het van boven de haken 19 wegdraaien van de kappen 16,26. Wanneer bij het aanhaken en loshaken van kledinghangers 15 onbedoeld kleding of een kledinghanger 15 valt dan komt die terecht 25 op de bodemplaat 4. Anderzijds verschaft de bodemplaat 4 een steunvlak voor het daarop plaatsen van bijvoorbeeld dozen. Het kledingrek 1 is vanuit een ineengeklapte toestand snel en eenvoudig in gebruikspositie te brengen. In ineengeklapte toestand zijn meerdere kledingrekken 1 op elkaar stapelbaar in een stabiele stapeling zodat de kledingrekken 1 dan weinig ruimte in beslag nemen.

30 1028542

Claims

1. Kledingrek omvattend een verrijdbaar onderstel en een stang voor het daaraan ophangen van kleding middels een kledinghanger, met het kenmerk, dat het kledingrek 5 borgmiddelen voor de kledinghanger omvat voor het tegengaan van loskomen van de kledinghanger uit het kledingrek.

2. Kledingrek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borgmiddelen zijn ingericht voor het borgen van de kledinghanger op de stang. 10

3. Kledingrek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de borgmiddelen zijn ingericht om aan te grijpen op een haak van de kledinghanger.

4. Kledingrek volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de borgmiddelen in een 15 werkzame positie daarvan zich althans boven een aan de stang gehaakte haak van de kledinghanger uitstrekken.

5. Kledingrek volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de borgmiddelen een, zich in langsrichting van de stang uitstrekkend, concaaf gekromd borgelement omvatten. 20

6. Kledingrek volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het concaaf gekromde borgelement zich uitstrekt over een omtrekshoek van de stang van tenminste 30°, bij voorkeur over een omtrekshoek van de stang van ongeveer 120°.

7. Kledingrek volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borgmiddelen strip vormig zijn uitgevoerd.

8. Kledingrek volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borgmiddelen en de stang één geheel vormen. 30 I028542 -7-

9. Kledingrek volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borgmiddelen en de kledinghanger ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn tussen een werkzame positie en een niet werkzame positie van de borgmiddelen.

10. Kledingrek volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat door rotatie van de stang de borgmiddelen tussen de werkzame positie en de niet werkzame positie verplaatsbaar zijn.

11. Kledingrek volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de stang is voorzien van 10 een bedieningsarm voor het roteren van de stang.

12. Kledingrek volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kledingrek is voorzien van een bodemplaat.

13. Kledingrek volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bodemplaat het onderstel althans nagenoeg volledig bedekt.

14. Kledingrek volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de bodemplaat althans in hoofdzaak vlak horizontaal is uitgevoerd. 20

15. Kledingrek omvattend een verrijdbaar onderstel en een stang voor het daaraan ophangen van kleding middels een kledinghanger, met het kenmerk, dat het kledingrek is voorzien van een bodemplaat.

16. Ophangmiddelen voor kleding omvattend een stang voor het daaraan ophangen van kleding middels een kledinghanger, met het kenmerk, dat de ophangmiddelen zijn voorzien van borgmiddelen voor de kledinghanger voor het tegengaan van loskomen van de kledinghanger van de stang. 30 1028542