NL1028195C2 - Set welke een deur omvat. - Google Patents

Description

~ ; 100-010-20

Set welke een deur omvat

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een set welke een deur omvat, waarbij de deur een lichaam omvat met een brede voorzijde 5 en een brede achterzijde, alsmede een smalle scharnierzijde, een smalle bovenzijde en een op afstand van de scharnierzijde gelegen smalle sluitzijde, en het lichaam aan de sluitzijde is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van een slot.

Een dergelijke deur is algemeen bekend als voor- of achterdeur 10 voor het afsluiten van bijvoorbeeld een kantoor, woning, of flat. Dergelijke deuren gaan lang mee, waarbij de gebruikers van de deur, i.c. de bewoners, in de loop der jaren wisselen. Deze gebruikers kunnen verschillende eisen aan de deur en de wijze van afsluiten en openen daarvan stellen.

15 De onderhavige uitvinding beoogt een deur te verschaffen welke op eenvoudige wijze en tegen verlaagde kosten aan de wisselende eisen van de gebruikers kan voldoen.

Hiertoe wordt de deur volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het lichaam aan een zijde gekozen uit de bovenzijde en 20 de scharnierzijde is voorzien van een tweede uitsparing voor het opnemen van middelen nodig voor het aansturen van het slot, het lichaam in het vlak van de deur is voorzien van een stroomkabeldoorgang welke de uitsparing voor het slot met de tweede uitsparing verbindt, en de set verder middelen omvat voor het beschermen van de tweede uitspa-25 ring, welke middelen zijn gekozen uit i) een verwijderbare afdek-j plaat, en ii) een uitneembaar vullichaam, en iii) een combinatie van een verwijderbare afdekplaat en een uitneembaar vullichaam.

Dit betekent dat een deurenfabrikant de deur kan vervaardigen zonder dat de fabrikant bekend hoeft te zijn met een door een toekom-30 stige bewoner gestelde eis. De gedefinieerde, eenvoudig verwijderbare middelen voor het beschermen van de tweede uitsparing laten de aannemer of bewoner alle vrijheid om op elk gewenst moment de bediening [ van de deur te wijzigen. Met andere woorden, de deur kan worden ge monteerd zonder dat de aannemer reeds bekend hoeft te zijn met de 35 door de toekomstige bewoner/gebruiker gestelde eis, aangezien de deur niet meer uit de sponning hoeft te worden gelicht voor het aanpassen aan die eis. Ook als de deur niet uit de sponning hoeft te worden gelicht verschaft de onderhavige uitvinding het voordeel dat het aantal

Λ Λ 9 Q 1 Q R

L _______________ 2 voor het wijzigen van de functie van de deur te verrichten handelingen beperkter is en ongemak (waaronder begrepen het vrijkomen van afval) vergaand vermijdt. Dit verhoogt de flexibiliteit voor de aannemer en voorkomt extra arbeid. Wanneer een gebruiker besluit het slot 5 elektronisch te willen bedienen, kan een reeds in de deur aanwezig slot, zo dit geen elektronisch slot is, op gebruikelijke wijze worden vervangen. Het elektronische slot kan dan via een in de kabeldoorgang aangebrachte kabel worden aangesloten op de middelen nodig voor het aansturen van het elektronische slot. Deze middelen nodig voor het 10 aansturen van het elektronische slot kunnen zijn gekozen uit i) een batterij en/of batterijhouder voor het voeden van het elektronische slot, ii) een in de deur aan te brengen kabelovergang voor het- verbinden van het elektronische slot met buiten de deur aanwezige middelen voor het aansturen van het slot, zoals een computer, iii) een 15 ontvanger en verdere elektronica voor het draadloos aansturen van het elektronische slot waarbij de elektronica via de kabel in de kabeldoorgang stuursignalen naar het elektronische slot stuurt en iv) een connector voor het aansluiten op een van de middelen i) tot iii) of op een kabelovergang welke in het kozijn van de deur wegvalt voor het 20 verbinden van het elektronische slot met buiten de deur aanwezige middelen voor het aansturen van het slot, zoals een computer. Door het gebruik van de kabeldoorgang en de plaatsing van de tweede uitsparing wordt een gemakkelijke toegang verschaft in geval van onderhoud, reparatie, of het vervangen van een batterij, terwijl tegelijk 25 het aanzicht van de deur minimaal esthetisch wordt aangetast. Ook heeft de uitvinding geen noemenswaardige invloed op de sterkte van de deur. In het kader van de onderhavige aanvrage wordt onder een deur zowel een deur verstaan welke is voorzien van een slot als een deur die niet is voorzien van een slot. Door de verwijderbare afdekplaat 30 wordt de tweede uitsparing aan het zicht onttrokken, indien deze uit sparing zich aan de scharnierzijde bevindt. Met name indien de tweede uitsparing zich aan de bovenzijde bevindt wordt ook voorkomen dat zich vuil en of water in de tweede uitsparing terechtkomen. Het spreekt dat de afdekplaat bij voorkeur verzonken in het lichaam is 35 aangebracht, en met meer voorkeur ligt de zichtbare zijde van de af dekplaat in het vlak van de betreffende scharnier- of bovenzijde. De tweede uitsparing kan in plaats daarvan, of daarenboven, zijn voorzien van een uitneembaar vullichaam. Dit bevordert de sterkte van de 4 Λ O A x Λ a 3 deur, respectievelijk vermijdt een koudebrug. In de onderhavige aanvraag wordt onder een connector elk aan het uiteinde van een stroomkabel aan te brengen hulpmiddel verstaan dat het bevestigen van de stroomkabel aan een andere stroomkabel of een elektrisch of elektro-5 nisch apparaat vergemakkelijkt. In de onderhavige aanvraag wordt onder een kabelovergang een inrichting verstaan welke het doorgeven van signalen en/of stroom van en/of naar de deur mogelijk maakt. Dergelijke kabelovergangen omvatten gebruikelijk een holle veer waardoor een kabel is gevoerd. De veer voorkomt dat de kabel tussen deur en 10 kozijn beklemd kan raken. Een kabelovergang kan ook een draadloze kabelovergang zijn, bijvoorbeeld zoals bekend uit NL1022525. Voor een zo groot mogelijke flexibiliteit is de tweede uitsparing voor wat betreft de vorm ervan bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat deze ten minste 2 verschillende middelen nodig voor het aansturen van het elek-15 tronische slot gekozen uit i) tot iii) kan bevatten. Met nog mee-r voorkeur kan de uitsparing ten minste 2 middelen nodig voor het aansturen van het elektronische slot gekozen uit i tot iii) tegelijk bevatten .

Een eerste voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt door-20 dat de in de kabe.ldoorgang een ten minste twee-aderige stroomkabel is aangebracht.

Dit maakt installatie achteraf nog eenvoudiger, aangezien het aanbrengen van de kabel tijdens de fabricage van de set, c.q. de deur, veelal eenvoudiger is. De kabel kan tijdens fabricage van de 25 deur tegen lagere kosten worden aangebracht. Indien de deur reeds standaard door de deurenfabrikant van een elektronisch slot wordt voorzien, kan de kabel ook direct op het elektronische slot worden aangesloten. Veel elektronische sloten zijn ook mechanisch (met een gewone sleutel) te bedienen, en dit kan tijdens de bouw van de woning 30 wanneer bouwvakkers toegang moeten hebben maar er wellicht nog geen elektriciteitsaansluiting is van nut zijn. Indien het slot als onderdeel van de deur een elektronisch slot is dat door de leverancier van de set van een kabel is voorzien, betekent dit een verdere beperking van de te verrichten werkzaamheden wanneer de wijze waarop het bedie-35 nen van deur moet worden veranderd. Daarbij geniet het de'voorkeur als de leverancier de set levert waarbij de deur van een kabel is voorzien die aan de scharnierzijde van een connector is voorzien. Voor het wijzigen van de functie hoeft dan slechts de afdekplaat of 1028195 4 het vullichaam te worden verwijderd en de connector met de middelen nodig voor het aansturen van het elektronische slot te.worden verbonden.

Een verder voorkeursuitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt 5 dat de ten minste twee-aderige stroomkabel een over ten minste een deel van de lengte ervan spiraalvormige kabel is.

Het voordeel van een spiraalvormige kabel is dat bij het achteraf aanbrengen van een elektronisch slot en/of middelen voor het aansturen van het elektronische slot de monteur gemakkelijk over ka-10 bellengte beschikt bij het aansluiten daarvan op de kabel, welke kabel ook gemakkelijk weer in de deur verdwijnt wanneer het elektronische slot en/of de middelen voor het aansturen van het elektronische slot in de deur worden aangebracht.

De stroomkabel is bij voorkeur over ten minste een deel van de 15 lengte van de stroomkabeldoorgang voorzien van een kabelbescherming.

Een dergelijke kabelbescherming kan met voordeel bestaan uit een buis uit moeilijk doordringbaar materiaal, zoals een metalen buis. Hierdoor is de deur, wanneer wordt gepoogd in te breken door gebruik te maken van de kabel, beter beveiligd. In geval van een spi-20 raalvormige kabel is de kabelbescherming met voordeel een in het open hart van de spiraalvormige kabel gestoken staaf uit moeilijk kapot te maken materiaal, zoals metaal. De draad is dan moeilijker via een bij een inbraakpoging aangebrachte opening in de deur naar buiten te leiden. Voor een optimale bescherming wordt bij voorkeur van zowel een 25 buis als een staaf gebruik gemaakt.

Volgens een voorkeursuitvoering is de ten minste twee-aderige stroomkabel aan ten minste 1 uiteinde voorzien van een connector voor het aansluiten op ten minste een inrichting gekozen uit een elektronisch aanstuurbaar slot en de middelen nodig voor het aansturen van 30 het slot.

Dit vergemakkelijkt de aansluiting achteraf op de middelen nodig voor het daadwerkelijk elektronisch aansturen van het slot in de deur. Wanneer zich ten minste aan de zijde van de tweede uitsparing een connector bevindt, is montage achteraf verder vereenvoudigd, aan-35 gezien verwijderen van de middelen voor het beschermen van de connector beschermen wanneer deze nog niet wordt benut, en eenvoudig vrijgeven wanneer de middelen worden verwijderd.

1 n 9 R 1 9 5 5

Een belangrijke uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de tweede uitsparing zich aan de scharnierzijde bevindt.

Deze plaatsing valt gewoonlijk buiten het zicht, terwijl deze locatie niettemin goed toegankelijk is (zonder gebruik van een ladder 5 of dergelijke) indien op enig moment wordt gewenst de functionaliteit van de deur aan te passen.

De tweede uitsparing is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat deze is aangepast voor het opnemen van naar keuze ten minste 1 van een kabelovergang of een ontvanger en verdere elektronica waarbij de 10 elektronica via de kabel in de kabeldoorgang stuursignalen naar het elektronische slot stuurt.

Een dergelijke, aldus vormgegeven uitsparing als de tweede uitsparing verhoogt de aanpasbaarheid aan de wensen van de gebruikers, aangezien naar keuze gebruik gemaakt kan worden van een kabelovergang 15 (voor het verbinden met buiten de deur aanwezige middelen voor het op afstand aansturen van de deur, zoals een computer) , of van een ontvanger voor het draadloos aansturen van de deur.

Bij voorkeur zijn de middelen voor het beschermen van de tweede uitsparing met de deur verbonden zodanig dat zij de tweede uitsparing 20 afdekken.

Aldus wordt een flexibel aanpasbare deur volgens de uitvinding verschaft. Wanneer de middelen voor het beschermen van de tweede uitsparing vooraf gemonteerd worden aangeleverd, beperkt dit de werkzaamheden op locatie.

25 Bij voorkeur is de afdekplaat verzonken in het vlak gekozen uit de scharnierzijde en de bovenzijde aangebracht.

Dit geeft esthetisch het mooiste aanzicht, en beperkt de werking van de deur het minst. Ook zijn er minder (grote) deurnaden.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de 30 hand van de tekening, waarin fig. 1 een dwarsdoorsnede voorstelt van een eerste deur volgens de uitvinding met vullichaam; en fig. 2 een dwarsdoorsnede voorstel van een tweede deur volgens de uitvinding; en 35 fig. 3 toont een explosietekening van een detail van een deur volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een set volgens de uitvinding welke een deur 1 omvat. De deur bezit vier smalle zijden, een sluitzijde 2, een scharnierzij-

1 Λ 9 ft 1 Q R

6 de 3, een bovenzijde 4 en een onderzijde 17. De deur 1 bezit een eerste uitsparing 5 en een tweede uitsparing 6, welke uitsparingen zijn verbonden door een kabeldoorgang 7. De set omvat verder een vulli-chaam 8, welke in de afgebeelde situatie de tweede uitsparing 6 vult.

5 Dit onttrekt de tweede uitsparing 6 aan het zicht, en verhindert dat vuil en/of vocht in de tweede uitsparing 6 terecht kunnen komen. In plaats van een vullichaam 8 kan ook een afdekplaat (niet weergegeven) worden gebruikt. Een vullichaam 8 heeft als voordeel dat dit de tweede uitsparing 6 ten minste deels vult, en een positief effect op de 10 sterkte van de deur kan hebben. Daarnaast wordt de (warmte)isolatie van de deur verbeterd. Het vullichaam 8 is bij voorkeur geen kabel-overgang aangezien het dan, wanneer de kabelovergang niet daadwerkelijk in gebruik is, enigszins afbreuk zou kunnen doen aan het esthetische uiterlijk van de deur wanneer deze een vullichaam omvat waar-15 van het naar de deursponning gekeerde oppervlak, overeenkomstig een voorkeursuitvoering van een dergelijk vullichaam, de gehele oppervlakte van de tweede uitsparing 6 beslaat en in het vlak van de scharnierzijde ligt. De set volgens de uitvinding omvat niet een in een deursponning aangebrachte deur waarbij de deur is voorzien van 20 een kabelovergang.

In de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm is het vullichaam 8 met schroeven 20 aan de deur 1 bevestigd. Het vullichaam kan uit meer delen bestaan, waarbij voor het opnemen van 1 of meer middelen nodig voor het aansturen van het slot een of meer delen van het meer-25 delige vullichaam worden uitgenomen om ruimte te maken voor de aan te brengen middelen.

Middels onderbroken lijnen zijn weergegeven scharnierbevesti-gingspunten 16, een slot 9 en een kabel 10. De kabel 10 kan met voordeel deel uitmaken van de set, aangezien deze dan niet achteraf hoeft 30 te worden aangebracht. Aanbrengen van de kabel 10 bij het fabriceren en/of afwerken van de deur is veelal goedkoper en/of gemakkelijker dan het achteraf op een bouwplaats of na aanbrengen van de deur aanbrengen van de kabel. Ook het slot 9 kan deel uitmaken van de set. Het slot 9 is een mechanisch of elektronisch slot.

35 De in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm van de deur bevat tevens twee ruiten (11).

In figuur 2 is een alternatieve deur van een set volgens de uitvinding weergegeven. Te zien is dat de kabeldoorgang 7 onderbroken

1 n ? fi 1 9 R

7 kan zijn (7a, 7b). De kabel (niet weergegeven) voor het verbinden van de eerste uitsparing 5 met de tweede uitsparing 6 kan via de glassponning worden geleid. Hierbij zal het bovenlangs leiden in het algemeen de voorkeur hebben indien hiermee de beschadiging van de kabel 5 bij het plaatsen van de ruit 11 kan worden vermeden.

Figuur 3 toont een explosie aanzicht van de scharnierzijde 3 van een deur 1 volgens de uitvinding bij het monteren van een kabel-overgang 12. De afdekplaat (niet weergegeven) is verwijderd. Te zien zijn de tweede uitsparing 6 waarbij uit de kabeldoorgang 7 een kabel 10 10 steekt welke is voorzien van een connector 13. De connector 13 wordt eenvoudig met een complementaire connector 14 verbonden. De connector 14 is bevestigd aan een kabel 15 welke door de kabelover-gang 12 is gevoerd en met, bijvoorbeeld, een toegangscontrolesysteem en/of computer (beide niet weergegeven) kan zijn verbonden. De compu-15 ter draagt dan· zorg voor het openen en sluiten van de slot 9. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de tweede uitsparing 6 ingericht voor het opnemen van alle mogelijke middelen voor het aansturen van het slot 9, waaronder een draadloze ontvanger met elektronica en batterijen. Deze tweede uitsparing 6 is groter dan nodig voor het aanbren-20 gen van de kabelovergang 12. Daarom zijn hulpvullichaam 18a, 18b voorzien dat de tweede uitsparing 6 voor zover gewenst verder opvult en de connectoren 13, 14 en de kabeldoorgang 7 aan het zicht ont trekt. De kabelovergang 12 wordt bij installatie ook bevestigd aan het deurkozijn 19. In plaats van een kabelovergang 12 kan ook van een 25 draadloos systeem gebruik worden gemaakt, in welk geval in de tweede uitsparing een ontvanger is opgenomen, en nabij het deurkozijn een zender aanwezig is voor het draadloos doorgeven van een stuursignaal naar de ontvanger, waarbij verdere elektronica de stuursignalen via de kabel 10 naar het elektronische slot 9 (fig. 1) zullen doorgeven. 30 De deur volgens de uitvinding is, ten minste ter hoogte van de tweede uitsparing 6, bij voorkeur vervaardigd uit hout en of kunststof teneinde het signaal voor draadloos bedienen van de deur zo min mogelijk te storen. De afdekplaat kan daarbij wel van metaal zijn, aangezien deze zich niet tussen de zender en de tweede uitsparing zal 35 bevinden, althans deze niet wezenlijk zal storen. Het vullichaam zal gebruikelijk van hout of kunststof zijn.

Er bestaat een groot aantal manieren waarop een deur kan worden vervaardigd. Daarbij is het eenvoudig de deur volgens de onderhavige 4 Λ Λ Λ Λ — 8 uitvinding te vervaardigen. Het maken van de tweede uitsparing wijkt niet wezenlijk af van het maken van de eerste uitsparing voor het slot. In geval het lichaam van de deur massief is, althans ten minste op de hoogte waar de kabeldoorgang wordt gewenst, kan de kabeldoor-5 gang worden geboord. Indien de deur uit lagen wordt opgebouwd is het ook mogelijk een gleuf in het lichaam te frezen en het lichaam met een dekplaat af te dekken, waardoor de gleuf de kabeldoorgang vormt. Ook kan, bij gebruik van een tweetal dekplaten (voor de voor- en achterzijde van de deur), op zeer eenvoudige wijze een kabeldoorgang 10 worden gemaakt door tussen de twee dekplaten een bovenste en een onderste laagdeel op afstand van elkaar tussen de dekplaten te verschaffen. De vrijgelaten ruimte tussen het onderste en het bovenste laagdeel vormt dan de kabeldoorgang. In geval van met schuim gevulde deuren kan een buis (met voordeel reeds voorzien van de kabel) worden 15 ingeschuimd, al is het ook mogelijk achteraf een kabeldoorgang door het schuim te vormen.

. 10 2 8 19 5

Claims (9)

1. Set welke deur omvat waarbij de deur een lichaam omvat met een 5 brede voorzijde en een brede achterzijde, alsmede een smalle schar- nierzijde, een smalle bovenzijde en een op afstand van de scharnier-zijde gelegen smalle sluitzijde, en het lichaam aan de sluitzijde is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van een slot, met het kenmerk, dat het lichaam aan een zijde gekozen uit de bovenzijde en 10 de scharnierzijde is voorzien van een tweede uitsparing voor het opnemen van middelen nodig voor het aansturen van het slot, het lichaam in het vlak van de deur is voorzien van een stroomkabeldoorgang welke de uitsparing voor het slot met de tweede uitsparing verbindt, en de set verder middelen omvat voor het beschermen van de tweede uitspa-15 ring, welke middelen zijn gekozen uit i) een verwijderbare afdek-plaat, en ii) een uitneembaar vullichaam, en iii) een combinatie van een verwijderbare afdekplaat en een uitneembaar vullichaam.

2. Set volgens conclusie 1, waarbij in de kabeldoorgang een ten min-20 ste twee-aderige.stroomkabel is aangebracht.

3. Set volgens conclusie 2, waarbij de ten minste twee-aderige stroomkabel een over ten minste een deel van de lengte ervan spiraalvormige kabel is. 25

4. Set volgens conclusie 2 of 3, waarbij de stroomkabel over ten minste een deel van de lengte van de stroomkabeldoorgang is voorzien van een kabelbescherming.

5. Set volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste twee-aderige stroomkabel aan ten minste 1 uiteinde is voorzien van een connector voor het aansluiten op ten minste een inrichting gekozen uit een elektronisch aanstuurbaar slot en de middelen nodig voor het aansturen van het slot. 35

6. Set volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede uitsparing zich aan de scharnierzijde bevindt. : 1028195

7. Set volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede uitsparing zodanig is uitgevoerd dat deze geschikt is voor het opnemen van naar keuze ten minste 1 van een kabelovergang of een ontvanger en verdere elektronica waarbij de elektronica via de kabel in 5 de kabeldoorgang stuursignalen naar het elektronische slot stuurt.

8. Set volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het beschermen van de tweede uitsparing met de deur verbonden zodanig dat zij de tweede uitsparing afdekken.

9. Set volgens conclusie 8, waarbij de afdekplaat verzonken in het vlak gekozen uit de scharnierzijde en de bovenzijde is aangebracht. 1 Λ 9 O 1 Q R