NL1027466C2 - Samenstel van onderling zwenkbare afschermelementen. - Google Patents

Description

> >

Samenstel van onderling zwenkbare afschermelementen

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van onderling zwenkbare afschermelementen, omvattende: ten minste een eerste afschermelement, en ten minste 5 een zwenkbaar met het eerste afschermelement verbonden tweede afschermelement.

Deuren, en in het bijzonder klapdeuren, zijn doorgaans middels één of meerdere (piano)schamieren verbonden met een naastgelegen constructiedeel zoals bijvoorbeeld een wand. Tijdens het openen en sluiten van de deur zal doorgaans tussen de deur en de 10 naastgelegen wand ter plaatse van het scharnier een kier worden gevormd respectievelijk worden afgedicht, hetgeen doorgaans een substantieel gevaar vóór inklemming van vingers en dergelijke oplevert. Uit de stand van techniek zijn diverse oplossingen bekend voor beschermen van vingers tegen beschadiging of inklemming tijdens het zwenken van deuren. Doorgaans wordt de kier daarbij afgeschermd door een 15 flexibele materiaalstrook, waardoor inklemming van lichaamsdelen kan worden tegengegaan. Echter, het toepassen van een separate materiaalstrook voor afscherming van de kier heeft meerdere nadelen. Een eerste nadeel van de materiaalstrook is dat de handling tijdens montage van de materiaalstrook relatief kostbaar is. Daarnaast treedt veelal vermoeiing van de materiaalstrook na verloop van tij d, waardoor de 20 materiaalstrook kan scheuren, en waardoor alsnog het gevaar voor inklemming voor personen zal ontstaan. Bovendien is het vanuit esthetisch en hygiënisch oogpunt vaak onwenselijk dat een materiaalstrook wordt bevestigd op de wand en op de deur. Derhalve worden in publieke sportieve en/of recreatieve gelegenheden, zoals bijvoorbeeld in zwembaden, geen voorzieningen getroffen om de kiervorming in elk 25 kleedhokje af te schermen van het bezoekend publiek, waardoor het gevaar voor inklemming permanent aanwezig is.

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een relatief veilig samenstel van onderling zwenkbare afschermelementen.

30

De uitvinding verschaft daartoe een samenstel van het in aanhef genoemde type, met het kenmerk, dat het eerste afschermelement is verbonden met ten minste een eerste kokervormig koppellichaam, en het tweede afschermelement is verbonden met ten minste een tweede kokervormig koppellichaam, waarbij het eerste koppellichaam en het 1027466 2 * .

tweede koppellichaam in hoofdzaak in eikaars verlengde zijn gelegen en onderling axiaal roteerbaar zijn. Bij voorkeur zijn de koppellichamen daarbij in dwarsdoorsnede in hoofdzaak cirkelrond vormgegeven. Bij voorkeur zijn de koppellichamen in hoofdzaak gepositioneerd tussen een eerste kopse zijde van het eerste afschermelement 5 en een naar de eerste kopse zijde toegekeerde tweede kopse zijde van het tweede afschermelement. Door de koppellichaam in dwarsdoorsnede in hoofdzaak, of althans ten minste gedeeltelijk, cirkelrond uit te voeren en de koppellichamen in hoofdzaak centraal te positioneren tussen de naastgelegen afschermelementen kan kiervorming tussen de beide afschermelementen worden voorkomen, waardoor de facto een relatief 10 veilig samenstel wordt verschaft, waarbij gevaar op inklemming van lichaamsdelen, zelfs tijdens het onderling zwenken van de afschermelementen, wordt geminimaliseerd. Daarnaast zullen de koppellichamen doorgaans een ten opzichte van de dikte van de afschermelementen relatief grote diameter hebben, waardoor tevens een relatief stevig en solide samenstel overeenkomstig de uitvinding kan worden gerealiseerd. Veelal zal 15 één van de afschermelementen worden gevormd door een deur of raam, onderwijl het andere afschermelement wordt gevormd door een wand die al dan niet is bevestigd met de vaste wereld.

Het koppellichaam kan op diverse wijzen zijn verbonden aan het bijbehorende 20 afschermelement. Bij voorkeur wordt een kopse zijde van elk afschermelement ten minste gedeeltelijk ingesloten door een met het bijbehorende koppellichaam verbonden profiel. De kopse zijde wordt daarbij, althans ten minste over een deel van de lengte van de kopse zijde, omgeven door een met het koppellichaam verbonden profiel. Het profiel kan daarbij onder klempassing aansluiten op het afschermelement, waarbij het denkbaar 25 is dat het profiel een voorspanning uitoefent op de relatief grote voor- en achterzijde - van het afschermelement, teneinde de onderlinge oriëntatie tussen het profiel en het afschermelement relatief eenvoudig te kunnen fixeren. Het fixeren van het profiel aan het afschermelement kan eveneens op andere wijzen geschieden, zoals bijvoorbeeld middels verlijming en/of door gebruikmaking van mechanische bevestigingselementen. 30

Teneinde de onderlinge oriëntatie tussen het koppellichaam en het bijbehorende profiel op optimale wijze te kunnen fixeren is het voordelig dat het profiel nauw aansluit op het koppellichaam. Bij voorkeur is een naar het koppellichaam toegekeerde zijde van het profiel congruent aan een naar het profiel toegekeerde zijde van het koppellichaam, 1 027466 k 4 3 teneinde de onderlinge aansluiting van het profiel op het koppellichaam te kunnen optimaliseren. In een bijzondere voorkeursuitvoering maakt het profiel integraal deel uit van het bijbehorende kokervormige lichaam, teneinde de constructie van het samenstel verdergaand te vereenvoudigen, en bovenal te verstevigen.

5

In een voorkeursuitvoering is althans één afschermelement van het eerste afschermelement en het tweede afschermelement verbonden met de vaste wereld. Het met de vaste wereld verbonden afschermelement is daarbij niet zwenkbaar ten opzichte van de vaste wereld. Het gefixeerde afschermelement kan daarbij bijvoorbeeld worden 10 gevormd door een wand, zoals bijvoorbeeld een muur. Het is tevens denkbaar om een stationair afschermelement toe te passen dat niet is verbonden met de vaste wereld, maar bijvoorbeeld tijdelijk (losstaand) op de vaste wereld is gepositioneerd. In een alternatieve uitvoeringsvorm is het tevens denkbaar om beide afschermelementert verplaatsbaar ten opzichte van de vaste wereld uit te voeren, hetgeen een toepassing kan 15 vinden in bijvoorbeeld een, eventueel losstaande, harmonicawand om een ruimte, althans gedeeltelijk, op te kunnen delen.

Het geheel aan koppellichamen, id est de in eikaars verlengde gelegen kokervormige koppellichamen, zijn bij voorkeur ingericht voor afsteuning op de vaste wereld. Daarbij 20 fungeren de boven elkaar gelegen koppellichamen als staanders met een dragend vermogen voor het dragen van de naastgelegen afschermelementen. Daarbij zal het onderste koppellichaam veelal evenwel zijn voorzien van een onderliggende stationair opgestelde voet voor afsteuning op de vaste wereld. Doorgaans zijn de in eikaars verlengde gelegen koppellichamen georiënteerd in een in hoofdzaak verticale oriëntatie. 25 Het moge duidelijk zijn dat de in eikaars verlengde gelegen koppellichamen zich in een alternatieve uitvoeringsvorm tevens kunnen uitstrekken in een in hoofdzaak horizontaal vlak, waarbij althans één van de afschermelementen bijvoorbeeld dienst kan doen als afsluitelement voor een achterliggende opbergruimte, zoals bijvoorbeeld een kastje of een kluis.

3°

De op elkaar aansluitende koppellichamen zijn onder axiaal roteerbaar. Daartoe is het eerste koppellichaam bij voorkeur voorzien van een eerste schamierdeel, en is het tweede koppellichaam bij voorkeur voorzien van een tweede schamierdeel ingericht voor samenwerking met het eerste schamierdeel. De schamierdelen zijn bij voorkeur in 1027466 • · 4 hoofdzaak opgenomen in de betreffende kokervormige lichamen. Teneinde montage en demontage van het samenstel de vergemakkelijken is elk schamierdeel bij voorkeur losnèembaar gekoppeld met het bijbehorende koppellichaam. Bij montage van het samenstel zal doorgaans bij voorkeur vooreerst een enkel kokervormig lichaam worden 5 opgedeeld in meerdere separate koppellichamen, waarna de koppellichamen worden voorzien van de betreffende schamierdelen om deze laatste vervolgens onderling te verbinden. Opgemerkt zij dat het denkbaar dat de in eikaars verlengde gelegen koppellichamen ais zodanig, eventueèl voorzien van de schamierdelen (en zonder de afschermelementen) worden vermarkt.

10

In een voorkeursuitvoering omvat het samenstel tevens drangmiddelen voor het in een bepaalde relatieve voorkeursoriëntatie dringen van de afschermelementen. Alzo kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd dat een door een afschermelement gevormde deur permanent richting een gesloten toestand wordt gedrongen, waardoor de facto een 15 zelfsluitende deur kan worden verkregen. Bij nadere voorkeur is een door de drangmiddelen uitgeoefende voorspanning reguleerbaar, waardoor de voorspanning kan wórden aangepast aan de situationele omstandigheden en specifieke toepassing van het samenstel. De drangmiddelen zijn bij voorkeur in hoofdzaak opgenomen in ten minste één koppellichaam. Bij nadere voorkeur is een deel van de drangmiddelen opgenomen 20 in het eerste koppellichaam, waarbij een overig deel van de drangmiddelen is opgenomen in het tweede koppellichaam. Alzo kunnen de drangmiddelen relatief compact worden uitgevoerd en in hoofdzaak volledig worden afgeschermd voor personen. De drangmiddelen kunnen op diverse wijzen zijn uitgevoerd. Alzo kunnen de drangmiddelen zijn voorzien van één of meerdere elastische elementen. Doch bij 25 voorkeur omvat de drangmiddelen ten minste één veerkrachtig element, in het bijzonder een rotatieveer, teneinde de koppellichamen en daarmee de afschermelementen in een onderlinge voorkeursoriëntatie te dringen.

Zoals reeds vermeld kan één stationair afschermelement en één mobiel (zwenkbaar) 30 afschermelement worden toegepast in het samenstel. Het is echter tevens mogelijk om beide afschermelementen mobiel uit te voeren. Echter, in een alternatieve voorkeursuitvoering is ten minste één afschermelement van het eerste afschermelement en het tweede afschermelement zwenkbaar verbonden met meerdere afschermelementen. Daarbij kunnen de afschermelementen onderling een keten of serie 1027466 I · 5 vormen. Doch het is tevens denkbaar dat de in eikaars verlengde gelegen (bij elkaar behorende) koppellichamen zijn ingericht voor het onderling zwenkbaar koppelen van meer dan twee afschermelementen. Daarbij is het bijvoorbeeld denkbaar om één stationair opgesteld afschermelement via de koppellichamen éénzijdig of meerzijdig 5 zwenkbaar te koppelen met meerdere afschermelementen. Een dergelijke constructie is in het bijzonder geschikt als toepassing voor kleedhokjes, waarbij de afschermelementen lateraal ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, of voor een opbergsysteem, waarbij de afschermelementen lateraal ten opzichte van elkaar en/of boven elkaar zijn gepositioneerd. Alzo kan een relatief complex samenstel van 10 meerdere afschermelementen worden gevormd die onderling zijn verbonden middels de relatief veilig zwenkende koppellichamen.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 15 figuur la een gedetailleerd bovenaanzicht op een uit de stand van techniek bekend samenstel van twee onderling zwenkbare afschermelementen, figuur lb een perspectivisch detailaanzicht op het samenstel volgens figuur la, figuur 2a een gedetailleerd bovenaanzicht op een samenstel van twee onderling zwenkbare afschermelementen overeenkomstig de uitvinding, 20 figuur 2b een perspectivisch detailaanzicht op het samenstel volgens figuur 2a, figuur 3 een perspectivisch aanzicht op een bijzondere configuratie van een samenstel overeenkomstig de uitvinding, figuur 4 een vooraanzicht op een andere bijzondere configuratie van het samenstel overeenkomstig de uitvinding, 25 figuur 5 een in onderdelen uiteen genomen aanzicht op een deel van een ander sameristel overeenkomstig de uitvinding, figuur 6 een dwarsdoorsnede van een van een samenstel overeenkomstig de uitvinding deel uitmakend koppellichaam en een met het koppellichaam verbonden afschermelement, en 30 figuur 7 een set onderling samenwerkende schamierdelen tên gebruike in een koppellichaam volgens figuur 6.

Figuur la toont een gedetailleerd bovenaanzicht op een uit de stand van techniek bekend samenstel 1 van twee onderling zwenkbare afschermelementen 2. In het 1027466 6 I « getponde voorbeeld wordt één van de afschermelementen 2 gevormd door een wand 3 en wordt het andere afschermelement 2 gevormd door een deur 4. Zowel de geopende toestand als de gesloten toestand van de deur 4 zijn thans weergegeven. De afschermelemènten 2 zijn onderling verbonden middels een pianoscharnier 5. Vanuit 5 veiligheidsoogpunt wordt een zich tijdens het openen van de deur 4 vormende kier 6 afgeschermd door een met beide afschermelementen 2 verbonden rubberen materiaalstrook 7, teneinde bezering van lichaamsdelen te kunnen tegengaan. Echter, zoals reeds in het bovengaande aangegeven is een dergelijke oplossing relatief omslachtig, weinig duurzaam, en vanuit esthetisch en hygiënisch oogpunt veelal 10 ongewenst. Bovendien beperkt de materiaalstrook 7 de maximale zwenkhoek van de deur 4, hetgeen tevens veelal ongewenst is. Figuur lb toont een perspectivisch detailaanzicht op het samenstel 1 volgens figuur la, waarbij de deur 4 in de gesloten toestand is weergegeven. In een tussen de materiaalstrook 7 en de afschermelementen 2 aanwezige ruimte kunnen zich relatief makkelijk vuil en vocht ophópen, waarbij tevens 15 een gunstig microklimaat voor bacteriën en fungi wordt verschaft. Daar deze tussenliggende ruimte doorgaans niet, of althans relatief moeizaam, reinigbaar is, ontstaat veelal een (ongewenst) relatief onhygiënisch situatie.

Figuur 2a toont een gedetailleerd bovenaanzicht op een samenstel 8 van twee onderling 20 zwenkbare afschermelementen 9 overeenkomstig de uitvinding. De afschermelementen zijn bij voorkeur vervaardigd uit Trespa® (volkem)plaatmateriaal. In dit vergelijkende uitvoeringsvoorbeeld wordt één afschermelement 9 gevórmd door een wand 10, onderwijl het naastgelegen afschermelement 9 wordt gevormd door eén deur 11. De deur 11 is thans wederom weergegeven in zowel de geopende toestand alsook de 25 gesloten toestand. Beide afschermelementen 9 zijn onderling gekoppeld middels een bijzonder tussenliggend scharnier 12, waarbij de afschermelementen 9 relatief nauw aansluiten op het scharnier 12. Het scharnier 12 is cilindrisch vormgegeven en is bij voorkeur uit aluminium vervaardigd. Het scharnier 12 omvat meerdere in eikaars verlengde gelegen kokervormige koppellichamen 13,14 (zie figuur 2b) die onderling 30 axiaal roteerbaar zijn. De in eikaars verlengde gepositioneerde koppellichamen 13,14 zijn alternerend gekoppeld met de wand 10 respectievelijk met de deur 11, teneinde de onderlinge bevestiging de deur 11 aan de wand 10 te kunnen stabiliseren. Het scharnier 12 strekt zich thans uit over de volledige hoogte van de deur 11, hetgeen de stabiele ophanging van de deur 11 verder ten goede komt. Het scharnier 12 heeft meerdere 1027466 » ! 7 belangrijke voordelen. Een significant voordeel van het getoonde scharnier 13 is dat geen kiervorming optreedt tijdens het openen en sluiten van de deur 11 (zie figuur 2a), hetgeen vanuit veiligheidsoogpunt, hygiënisch oogpunt en esthetisch oogpunt bijzonder voordelig is. Bovendien wordt alzo een constructief relatief eenvoudig samenstel 8 5 verkregen dat relatief eenvoudig kan worden geassembleerd.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht op een bijzondere configuratie van een samenstel 15 overeenkomstig de uitvinding. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld vormt het samenstel 15 meerdere onderling verbonden kleedcabines. Het samenstel 15 10 omvat daarbij meerdere stationaire wanddelen 16 en twee zwenkbaar met de wanddelen verbonden deuren 17. In het bijzonder is elke deur 17 middels een onderbroken cilindrisch lichaam 18 verbonden met een naastgelegen wanddeel 16. Het cilindrische lichaam 18 is daarbij opgebouwd uit een bovenste koppellichaam 19, een onderste koppellichaam 20, en een tussenliggend koppellichaam 21. Het onderste en bovenste 15 koppellichaam 19,20 zijn onder tussenkomst van een U-profiel 22 verbonden met het wanddeel 16, onderwijl het tussenliggende koppellichaam 21 onder tussenkomst van een ander U-profiel 23 is verbonden met de deur 17, waarbij het bovenste en onderste koppellichaam 19,20 enerzijds en het tussenliggende koppellichaam anderzijds onderling axiaal roteerbaar zijn, waardoor de deur 17 kan worden geopend 20 respectievelijk kan worden gesloten. Tussen de op elkaar aansluitende koppellichamen 19,20,21 zijn scharnierende elementen 24 voorzien die in figuur 6 nader zijn weergegeven. Tijdens het openen en sluiten van de deuren 17 treedt geen kiervorming op, waardoor inklemming van lichaamsdelen, zoals bijvoorbeeld vingers, kan worden voorkomen, hetgeen resulteert in een relatief veilig samenstel 15. Elk cilindrisch 25 lichaam 18 is aan een onderzijde voorzien van een voet 25 ingericht voor afsteuning op de vaste wereld. Naast de scharnierende functie van de cilindrische lichamen 18 hebben de cilindrische lichamen 18 tevens als staanders een dragende functie voor het kunnen dragen van de wanddelen 16 en de deuren 17.

30 Figuur 4 toont een vooraanzicht op een vooraanzicht op een andere bijzondere configuratie van het samenstel 26 overeenkomstig de uitvinding. Het samenstel 26 is aan een zijmuur 27 bevestigd en steunt af op een van de vaste wereld deel uitmakende ondergrond 28. Het samenstel 26 omvat meerdere staanders 29, en meerdere met de staanders 29 verbonden panelen 30. Eén staander 29 is tevens uitgevoerd als scharnier, 1027466 , » » 8 waarbij de staander 29 wordt gevormd door in eikaars verlengde gelegen kokervormige koppellichamen 31,32,33 die onderling axiaal roteerbaar zijn, waarbij een onderste en een bovenste koppellichaam 31 zijn stationair zijn verbonden met de vaste wereld. De tussenliggende koppellichamen 32, 33 zijn alternerend gerangschikt, waarbij een deel 5 van de koppellichamen 32 is gekoppeld met separate kluisdeuren 34 voor het opbergen van persoonlijke eigendommen, en waarbij een overig deel van de koppellichamen 33 is gekoppeld met een deur 35 die toegang verschaft tot een sanitaire ruimte. Opgemerkt zij dat de met de kluisdeuren 34 gekoppelde koppellichamen 32 onderling niet gekoppeld zijn, waardoor de kluisdeuren 34 onafhankelijk van elkaar kunnen worden geopend 10 respectievelijk worden gesloten. Het onderste en het bovenste koppellichaam 31 zijn tevens gekoppeld aan een stationaire wand (niet-weergegéven) die zich in achterwaartse richting uitstrekt en die een scheiding vormt tussen de kluizen en de sanitaire ruimte.

Figuur 5 toont een in onderdelen uiteen genomen aanzicht op een deel van een ander 15 samênstel 36 overeenkomstig de uitvinding. Het samenstel 36 omvat een stationaire wand 37, een met de wand 37 verbonden stationaire verstevigingsbalk 38, en meerdere, met de wand 37 verbonden cilindervormige koppelelementen 39. Het bovenste koppelelement 39 is daarbij middels een mechanisch bevestigingselement 40 tevens verbonden met de verstevigingsbalk 38. Het samenstel 36 omvat tevens een ten opzichte 20 van de stationaire wand 37 zwenkbare wand 41 die bijvoorbeeld kan fungeren als deur. De zwenkbare wand 41 is aan een kopse zijde verbonden met een cilindrisch contra-koppelelement 42 die kan worden gekoppeld met de koppelelementen 39 van de stationaire wand 37, zodanig dat axiale rotatie tussen de koppelelementen 39 enerzijds en het contra-koppelelement 42 anderzijds mogelijk is. Voordelen van een dergelijke 25 samenstel 3 6 overeenkomstig de uitvinding zijn in het voorgaande reeds uitvoerig beschreven.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede van een van een samenstel 43 overeenkomstig de uitvinding deel uitmakend koppellichaam 44 en een met het koppellichaam 44 30 verbonden afschermelement 45. Zoals getoond is het koppellichaam 44 in dwarsdoorsnede in hoofdzaak cirkelrond vormgegeven teneinde kiervorming tijdens rotatie van het koppellichaam 44 ten opzichte van een naastgelegen koppellichaam te kunnen voorkomen. Een buitenoppervlak van het koppellichaam 44 is voorzien van een uitstulping 46, waarin het afschermelement 45 is ingeklemd, en eventueel nog middels 1 0274 66 Λ 9 een hechtmiddel en/of een mechanisch bevestigingselement is gefixeerd ten opzichte van de uitstulping 46. Alzo kan een relatief solide verbinding worden gerealiseerd tussen het koppellichaam 44 en het afschermelement 45, waarbij de onderlinge oriëntatie tussen het koppellichaam 44 en het afschermelement 45 in hoofdzaak 5 gefixeerd kan blijven. De buitenzijde van het koppellichaam 44 is tevens voorzien van een tweetal inkepingen 47, welke inkepingen 47 elk zijn ingericht voor het ontvangen van een ander afschermelement. De inkepingen 47 dienen daarbij tevens ter uitlijning van deze overige afschermelementen, zodat de onderlinge oriëntatie tussen de afschermelementen 45 reeds op voorhand bepaald is. In het getoonde 10 uitvoeringsvoorbeeld sluiten beide inkepingen 47 onderling een omtrekshoek in van (in hoofdzaak) 90°, en sluiten de uitstulping 46 en de naastgelegen inkeping 47 eveneens een hoek in van (in hoofdzaak) 90°. Na bevestiging van alle afschermelementen 45 aan het koppellichaam 44 zal de onderlinge oriëntatie tussen alle afschermelementen 45 in hoofdzaak gefixeerd zijn. Een binnenzijde van het koppellichaam 44 is voorzien van 15 een profiel, in het bijzonder een indexering 48. De indexering 48 is ingericht voor het in een gewenste oriëntatie borgen van een uiteinde van een rotatieveer (zie figuur 7), teneinde de voorspanning van het koppellichaam 44 ten opzichte van een met het koppellichaam 44 gekoppeld naastgelegen koppellichaam te kunnen reguleren.

20 Figuur 7 toont een set 49 onderling samenwerkende schamierdelen 50,51 ten gebruike in een koppellichaam 44 volgens figuur 6. Een bovenste schamierdeel 50 is ingericht om in hoofdzaak volledig te worden opgenomen in een bovenliggend koppellichaam zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 6. Het onderste schamierdeel 51 is ingericht om gedeeltelijk te worden opgenomen in een onderliggend koppellichaam, zoals 25 bijvoorbeeld getoond in figuur 6. Het onderste schamierdeel 51 wordt daarbij gevormd door een bus 52 met een uitkragende centrale pen 53 waaromheen een rotatieveer 54 kan worden gepositioneerd. Een onderliggend vrij uiteinde 55 van de rotatieveer 54 is ingericht om te worden opgesloten in een indexering van het het vrije uiteinde 55 omgevende onderliggende koppellichaam. Het bovenste schamierdeel 50 wordt in 30 hoofdzaak gevormd door een huls 56 waarin de centrale pen 53 en, althans een substantieel deel van, de rotatieveer 54 kunnen worden opgenomen. Een bovenliggend vrij uiteinde 57 van de rotatieveer 54 doorsteekt de huls 56 en grijpt doorgaans op een bovenzijde van de huls 56. In de geassembleerde toestand zijn beide schamierdelen 50, 51 onderling axiaal roteerbaar, waarbij de rotatieveer 54 een zekere (reguleerbare) 1027466 10 voorspanning genereert tijdens axiale rotatie van de schamierdelen 50, 51, waardoor de schamierdelen zich bij voorkeur zullen oriënteren in een toestand waarbij de door de rotatieveer 54 gegenereerde voorspanning is geminimaliseerd. Op deze wijze is het mogelijk om op relatief efficiënte en compacte wijze een klapdeurconstructie te 5 realiseren, waarbij bijvoorbeeld een deur bijvoorbeeld een zelfsluitende eigenschap kan worden opgelegd.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 10 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

1027466

Claims (15)

1. Samenstel van onderling zwenkbare afschermelementen, omvattende: - ten minste een eerste afschermelement, en 5. ten minste een zwenkbaar met het eerste afschermelement verbonden tweede afschermelement, met het kenmerk, dat het eerste afschermelement is verbonden met ten minste een eerste kokervormig koppellichaam, en het tweede afschermelement is verbonden met ten minste een tweede 10 kokervormig koppellichaam, waarbij het eerste koppellichaam en het tweede koppellichaam in hoofdzaak in eikaars verlengde zijn gelegen en onderling axiaal roteerbaar zijn.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppellichamen in 15 dwarsdoorsnede in hoofdzaak cirkelrond zijn vormgegeven.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de koppellichamen in hoofdzaak zijn gepositioneerd tussen een eerste kopse zijde van het eerste afschermelement en een naar de eerste kopse zijde toegekeerde tweede kopse zijde van 20 het tweede afschermelement.

4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een kopse zijde van elk afschermelement ten minste gedeeltelijk wordt ingesloten door een met het bijbehorende koppellichaam verbonden profiel. 25

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het profiel integraal deel uitmaakt van het bijbehorende kokervormige lichaam,

6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een 30 afschermelement is verbonden met de vaste wereld.

7. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in eikaars verlengde gelegen kokervormige koppellichamen zijn ingericht voor afsteuning op de vaste wereld. 1027466 • t

8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste koppellichaam is voorzien van een eerste schamierdeel, en het tweede koppellichaam is voorzien van een tweede schamierdeel ingericht voor samenwerking 5 met het eerste schamierdeel.

9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elk schamierdeel losneembaar gekoppeld is met het bijbehorende koppellichaam.

10. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het samenstel tevens drangmiddelen omvat voor het in een bepaalde relatieve voorkeursoriëntatie dringen van de afschermelementen.

11. Samenstel volgens conclusie10, met het kenmerk, dat een door de 15 drangmiddelen uitgeoefende voorspanning reguleerbaar is.

12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de drangmiddelen in hoofdzaak zijn opgenomen in ten minste één koppellichaam.

13. Samenstel volgens een der conclusies 10-12, met het kenmerk, dat de drangmiddelen ten minste één rotatieveer omvatten.

14. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één afschermelèment zwenkbaar is verbonden met meerdere afschermelementen. 25

15. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste afschermelement en het tweede afschermelement elk worden gevormd door één van de volgende constructiedelen: deur, wand en raam. 30 1027466