NL1026354C2 - Kaskolomfundering. - Google Patents

Kaskolomfundering. Download PDF

Info

Publication number
NL1026354C2
NL1026354C2 NL1026354A NL1026354A NL1026354C2 NL 1026354 C2 NL1026354 C2 NL 1026354C2 NL 1026354 A NL1026354 A NL 1026354A NL 1026354 A NL1026354 A NL 1026354A NL 1026354 C2 NL1026354 C2 NL 1026354C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holes
foundation
cutting ends
cutting
plug
Prior art date
Application number
NL1026354A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerjan Koster
Original Assignee
Koster & Durieux Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koster & Durieux Beheer B V filed Critical Koster & Durieux Beheer B V
Priority to NL1026354A priority Critical patent/NL1026354C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026354C2 publication Critical patent/NL1026354C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/22Piles
    • E02D5/52Piles composed of separable parts, e.g. telescopic tubes ; Piles composed of segments
    • E02D5/523Piles composed of separable parts, e.g. telescopic tubes ; Piles composed of segments composed of segments
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/10Deep foundations
    • E02D27/12Pile foundations
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/22Piles
    • E02D5/24Prefabricated piles
    • E02D5/30Prefabricated piles made of concrete or reinforced concrete or made of steel and concrete

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Foundations (AREA)

Description

/ ; ’ Γ
t * I
.,1 '
’ » I
Kaskolomfundering
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van een kaskolomfundering, in het bijzonder met een funderingsdeel dat in een kasconstructie wordt geplaatst tussen een funderingsdeel en een kaskolom. De 5 uitvinding heeft verder betrekking op een daarmee verkregen kaskolomfundering en een kas opgebouwd met dergelijke kaskolomfunderingen.
In de kassenbouw worden de kaskolommen in een kas ondersteund door geprefabriceerde betonnen paaltjes, ook | 10 wel normpaaltjes of zeuspaaltjes genoemd. Deze paaltjes j staan verticaal en reiken gedeeltelijk boven en gedeeltelijk onder het maaiveld. Het deel van het paaltje dat zich onder het maaiveld bevindt, steekt over enige afstand in een betonnen blok, ook wel betonpoer genoemd, en is daarmee 15 vast verbonden. De betonpoer kan in verticale richting tegen verzakking ondersteund worden door een funderingspaal. Het samenstel van paaltje, betonpoer en eventueel funderingspaal haalt de belastingen uit de kaskolom over naar een ondergrond.
20 Voor het maken van de betonpoer moet een gat in de grond worden geboord van bijvoorbeeld wel 40 tot 60 cm j en tot een diepte onder het maaiveld van 1 a 2 meter. In het geboorde gat wordt betonspecie gestort. In de nog niet geharde betonspecie wordt het paaltje met de hand gesteld.
1026354 ' 2
Dit stellen is kritiek, aangezien zich in het bovenvlak van het paaltje een bevestigingspunt bevindt waaraan de kaskolom moet worden bevestigd. Dit bevestigingspunt moet zich verticaal en horizontaal op de juiste plaats bevinden om de 5 kaskolom en dus ook de hele kasconstructie goed te kunnen monteren.
Het boren in de grond, het betonstorten in het geboorde gat en het plaatsen van het paaltje is zwaar werk. De kwaliteit van het samenstel is sterk afhankelijk van 10 weersomstandigheden en grondgesteldheid. Water in de geboorde gaten en grond die terugvalt in het geboorde gat kunnen resulteren in verslechtering van de kwaliteit van de betonprop en de verbinding met het paaltje.
Logistiek lastig is dat op de bouwplaats beton-15 specie op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid aangevoerd moet worden om de paaltjes in de nog verse beton te kunnen plaatsen en te stellen.
Een doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarmee in een kaskolomfundering het steunvlak 20 voor een kaskolom nauwkeurig kan worden gerealiseerd.
Een verder doel van de uitvinding is een werk-wij ze te verschaffen waarmee in een kaskolomfundering het steunvlak voor een kaskolom op eenvoudige wijze kan worden gerealiseerd.
25 Vanuit een aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het maken van een kaskolomfundering waarbij in een ondergrond een ondergedeelte van de fundering wordt aangebracht, welk ondergedeelte voorzien is of wordt van één of meer in een bovenvlak daarvan uitkomende gaten, 30 waarbij een bovengedeelte van de fundering boven het ondergedeelte geplaatst wordt, welk bovengedeelte bestemd is voor ondersteuning van een kaskolom en voorzien is van één of meer daaraan bevestigde en van een ondervlak daarvan neerwaarts uitstekende stekeinden, waarbij bij het plaatsen 35 van het bovengedeelte de stekeinden in de gaten in het bovenvlak van het ondergedeelte gestoken worden en daarin worden vastgelegd in een insteekpositie afgestemd op de } 1026354 " 3 gewenste positie van het bovengedeelte.
Met de werkwijze volgens de uitvinding kan het bovengedeelte van de fundering, waarmee het steunvlak voor de kaskolom wordt bepaald, eenvoudig en nauwkeurig worden 5 gerealiseerd, door de afstemming van de insteekpositie van de met het bovengedeelte een geheel vormende stekeinden.
Het instekën van de één of meer stekeinden in de gaten in het ondergedeelte kan goed worden gevolgd. De gaten kunnen na insteken van de stekeinden gemakkelijk 10 worden gevuld met een hechtmiddel, zoals mortel of lijm.
In een eerste verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding worden de één of meer stekeinden in klemwrijvingsaangrijping met de wanden van de gaten gebracht Hiermee wordt de diepte waarover de stekeinden in 15 de gaten steken ingesteld op de gewenste positie. De wrijving zorgt voor een klemwerking die op zijn minst voldoende is voor het in positie houden van het bovengedeelte totdat de stekeinden in de gaten zijn vastgelegd met behulp van voomoemd hechtmiddel.
20 In een eerste uitvoering daarvan zijn meerdere stekeinden aanwezig en worden de stekeinden naar elkaar toe gespannen voor het bewerkstelligen van de klemwrijvingsaangrijping. De stekeinden kunnen hiertoe op eenvoudige wijze worden omgrepen door een langs de stekeinden verplaatsbare 25 beugel. Door verplaatsing van de beugel kunnen de in de gaten reikende stekeinden naar elkaar worden gespannen.
In een alternatieve tweede uitvoering zijn meerdere stekeinden aanwezig en worden de stekeinden van elkaar af gespannen voor het bewerkstelligen van de klemwrijvings-30 aangrijping. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden met behulp van een binnen de stekeinden geplaatste, de stekeinden van elkaar dwingende en langs de stekeinden verplaatsbare beugel.
In een derde uitvoering, die ook in combinatie 35 met de eerste of de tweede uitvoering kan plaatsvinden, vindt het spannen plaats door de stekeinden uit lijn met de gaten te laten reiken. De gaten dwingen de stekeinden dan 1026354 " 4 tot een gebogen stand waarin zij tegen de gatwanden klemmen.
, In een vierde uitvoering worden de één of meer j· ' · , stekeinden met gebogen gedeelten in de gaten gestoken, bij ; 1 5 voorkeur met meerdere, tegengesteld gebogen gedeelten. Zo > i kunnen de stekeinden een flauwe sinusvorm bezitten, waarbij de toppen tegen de gatwand klemmen.
In een vijfde uitvoering, welke ook gecombineerd kan worden met de eerder genoemde uitvoeringen, zijn de één 10 of meer stekeinden voorzien van profileringen en daarmee de wanden van de gaten aangrijpen.
Het insteken van de stekeinden wordt vergemakkelijkt indien de één of meer stekeinden en de gaten van elkaar afwijkende doorsnedes bezitten, waarbij de gaten een 15 doorsnede bezitten die ruimer is dan die van de stekeinden.
In een verdere uitvoering hiervan bezitten de één of meer gaten een doorsnede die ruimer is dan die van de één of meer stekeinden maar in althans een richting in hoofdzaak daaraan gelijk is, waardoor aldaar een klemcon-20 tact verkregen wordt, maar daarnaast een doorgang voor voomoemd hechtmiddel overblijft.
In een tweede verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding worden de één of meer stekeinden voor invoering in de gaten op de gewenste insteeklengte 25 afgesneden, waarna de stekeinden met hun uiteinden op de bodem van de gaten worden afgesteund. Het op maat afsnijden van de stekeinden kan op eenvoudige wijze op de bouwplaats plaatsvinden.
Voor het vergemakkelijken van deze uitvoering 30 voorziet de uitvinding verder in de stappen dat een meet-baak met uitsteeksels in de gaten wordt ingevoerd tot de uitsteeksels met hun uiteinden op de bodem van de gaten steunen en daarna op een op de meetbaak voorziene schaal de afstand van de gatbodems ten opzichte van een horizontaal 35 referentievlak voor de bovenkant van het bovengedeelte wordt bepaald, waarna de één of meer stekeinden worden afgesneden voor overeenstemming op de gemeten afstand. Het 1026354 " 5 referentievlak kan op gebruikelijk wijze worden ingesteld met bijvoorbeeld lasers na voltooiing van de randbalk-. constructie van de kasfundering, waarmee een raster van i i , niveaulijnen wordt gerealiseerd die de plaats en hoogte van 1 ; ! 5 het steunvlak voor de kaskolom aangeven. Met de meetbaak
' I I
wordt deze maat gelezen en daarna overgezet op het bovengedeelte, in het bijzonder de stekeinden daarvan.
Bij voorkeur zijn na het insteken van de stekeinden het bovenvlak en het ondervlak op afstand van elkaar en 10 wordt de daartussen bepaalde ruimte omgeven met een huls, waarna de binnenruimte van de huls en eventueel de gaten worden gevuld met mortel. Hiermee wordt op eenvoudige wijze een stijve verbinding van ondergedeelte èn bovengedeelte gerealiseerd, waardoor de fundering als een stijf geheel 15 kan functioneren.
Ondergedeelte en bovengedeelte kunnen verscheidene uitvoeringen aannemen. In veel gevallen zal het ondergedeelte van de fundering gevormd worden door een (betonnen) geprefabriceerde oplanger al dan niet ondersteund door 20 een heipaal. In andere gevallen zal het ondergedeelte van de fundering gevormd worden door een (betonnen) blok al dan niet aan de onderzijde ondersteund door een betonnen oplanger en/of houten heipaal. Ook kan het ondergedeelte gevormd worden door alleen een betonnen heipaal. In veel gevallen 25 zal het bovengedeelte van de fundering gevormd worden door een geprefabriceerd (betonnen of kunststof) kolompaaltje, zoals een zeuspaaltje.
In het bovengedeelte zal doorgaans een verticale wapening zijn opgenomen. In een uitvoering vormen de één of 30 meer stekeinden daarmee een geheel. Alternatief kunnen de stekeinden daaraan gelast zijn. De verticale wapening kan daarbij enigszins uitsteken van het ondervlak, waarbij de stekeinden beneden het ondervlak aan de wapening gelast zijn.
35 De uitvinding verschaft voorts een funderings- element kennelijk geschikt als bovengedeelte van een fundering voor toepassing in een werkwijze volgens de uitvin- 1026354 11 6 ding.
De uitvinding verschaft voorts een kas of warenhuis voorzien van een fundering verkregen met een werkwijze volgens de uitvinding.
5 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuren IA en 1B respectievelijk een isometrisch aanzicht op een paaltje bestemd als bovengedeelte van een 10 fundering en een oplanger als ondergedeelte van een fundering in een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding;
Figuur 2A-2C opeenvolgende stadia in de uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding, met gebruik-15 making van het paaltje respectievelijk de oplanger van de figuren IA en 1B;
Figuren 3A-F enige schematische weergaven van mogelijke toepassingen van een werkwijze volgens de uitvinding ; en 20 Figuren 4A-E opeenvolgende stadia in een alterna tieve uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding.
In figuur IA is weergegeven een paaltje 1, in dit voorbeeld geprefabriceerd van beton, maar eventueel ook van kunststof vervaardigd, met een ondervlak 3 en een bovenvlak 25 5. Van het bovenvlak 5 steekt uit een voorziening 6, bij voorbeeld een draadeind, waarop de bevestigingsplaat van een kaskolom bevestigd kan worden (niet weergegeven). In het paaltje 1 zijn opgenomen stalen staven 2, die met gedeelten 2a vast bevestigd zijn in paaltje 1 en met ge-30 deelten, stekeinden, 2b uitsteken tot in uiteinden 4. In dit geval zijn vier stekeinden 2b aanwezig, op onderlinge afstand Y.
In figuur 1B is de weergegeven betonnen oplanger 10 in het bovenvlak 13 voorzien van gaten 11, met bodems 35 12. De lengte 11 van de stekeinden 2b is korter dan de lengte 12 van de gaten 11. De gaten liggen op onderlinge afstand X.
1026354 '' .
7
In een voorbeelduitvoering, weergegeven in figuren 2A-C is eerst een gebruikelijke houten funderingspaal 20 in de bodem 100 aangebracht. Bovenop de houten funderingspaal 20 is de oplanger 10 aangebracht, die met het 5 ondervlak 14 op de houten funderingspaal 20 steunt. Met behulp van de schematisch weergegeven voorziening 21 is een verbinding gerealiseerd tussen oplanger 10 en houten funderingspaal 20.
De oplanger 10 reikt met het bovenvlak 13 net 10 onder het maaiveld 101. Van bovenaf, uit de richting A, wordt het paaltje 1 neergelaten. Dit kan, vanwege de ge ringe omvang van het paaltje 1, met de hand geschieden. De stekeinden 2b worden met het ondereind 4 in de gaten 11 gebracht, waarbij, op nog te bespreken wijze, een wrijving 15 optreedt tussen het oppervlak van de stekeinden 2b en de wand van de gaten 11. Met kracht wordt het paaltje 1 neerwaarts gedwongen, voor het overwinnen van de voornoemde klemmende wrijving. Uiteindelijk is de situatie weergegeven in figuur 2B bereikt, waarin het bovenvlak 5 in één vlak 20 ligt met het referentievlak T, voor de onderzijde van de nog te plaatsen kaskolommen. De stekeinden 2b reiken hierbij met een gedeelte 2d van hun lengte in de gaten 11, en met een gedeelte 2c daarboven. Het ondervlak 3 en het bovenvlak 13 zijn hierbij op afstand van elkaar. Vervolgens 25 wordt een lijmmiddel in de richting D ingebracht in de gaten 11, om de stekeindgedeeltén 2d vast te leggen in de gaten 11. Eventueel kan de lijm al van tevoren zijn aangebracht in de gaten 11.
Vervolgens wordt in de richting B een bekistings-30 huls 3 0 neergelaten over het paaltje 1, welke huls 30 met het ondereind op mortel-afdichtende wijze om het boveneind van de oplanger 10 kan grijpen. In de situatie weergegeven in figuur 2C kan via een opening overblijvend tussen het paaltje 1 en de huls 30 mortel worden ingegoten in de 35 richting E, om een vulling 31 binnen de huls 30 te vormen waarin opgenomen stekeindgedeelten 2c. Na harding van de mortel 31 is daar, tussen paaltje 1 en oplanger 10, een 1026354 ' 8 momentvaste verbinding verkregen.
Voorafgaande aan het met behulp van lijm vastleg-t gen van de stekeindgedeelten 2d kan het paaltje 1 met j f kracht nog enigszins gekanteld worden in de richtingen F, : ; 5 om het midden van het bovenvlak 5 van het paaltje 1 precies in de horizontale rastermaat voor de kaskolommen te krijgen.
Voor het bereiken van de klemming kan ervoor gekozen worden om de onderlinge afstand Y tussen de stek-10 einden 2b af laten wijken van de onderlinge afstand X tussen de gaten 11. Dit is bijvoorbeeld weergegeven in figuur 3A, waarin de afstand Y kleiner is dan de afstand X, en de stekeinden 2b, in het bijzonder de gedeelten 2d daarvan, een binnenwaartse kracht uitoefenen op de wanden 15 van de gaten 11. In figuur 3C is de omgekeerde aanpak weergegeven, waarbij buitenwaartse krachten worden uitgeoefend op de wanden van de gaten 11, doordat X kleiner is dan Y.
In figuur 3B is een verder alternatief weergege-20 ven, waarin X en Y aanvankelijk gelijk zijn, maar met behulp van een beugel 40, een binnenwaarts gerichte kracht uitgeoefend wordt op de stekeinden 2b zodat deze in geklemde aangrijping worden gebracht met de wanden van de gaten 11.
25 In figuur 3D is een verder alternatief weerge geven, waarbij de stekeinden 2 sinusvormig gegolfd zijn, zodat ter plaatse van 7a en 7b, bijvoorbeeld, een geklemde aangrijping wordt gerealiseerd met de wand van de gaten 11.
In figuur 3E zijn de stekeinden 2 voorzien van 30 profileringen 8, die klemmend aangrijpen op de wanden van de gaten 11.
In figuur 3F is een min of meer ovaal gat 11' weergegeven, waarvan de kleinste diameter overeenkomt met de diameter van stekeind 2b.
35 In alle gevallen worden de stekeinden 2 in zoda nig klemmende aangrijping met de gaten 11 gebracht, in het bijzonder met de wanden daarvan, dat verschuiving met 1026354 9 kracht mogelijk is, maar bij afwezigheid van andere krachten dan de zwaartekracht het paaltje 1 zijn positie ten opzichte van de oplanger 10 behoudt, in ieder geval totdat die positie vastgelegd is, bijvoorbeeld met behulp van een 5 hechtmiddel/mortel.
In de figuren 4A-E is een alternatieve uitvoering weergegeven, waarbij niet noodzakelijkerwijs gebruik hoeft te worden gemaakt van klemming van de stekeinden in de oplanger 10. Begonnen wordt met een situatie overeenkomend 10 met die van figuur 2A. Nu wordt echter niet meteen het paaltje 1 neergelaten, maar wordt eerst met een apart werktuig 40 de afmeting S bepaald tussen de bodem 12 van de gaten 11 en het referentievlak T voor de ondersteuning van de kaskolommen (niet weergegeven).
15 Het werktuig 40 bezit een staaf 41 en vorktanden 42a, 42b (eventueel kunnen meerdere vorktanden voorzien zijn) , die met hun uiteinden 43 op de bodems 12 worden geplaatst. De dikte van de vorktanden 42a, 42b is kleiner dan de doorsnede van de gaten 11.
20 Op de stang 41 is een schaalverdeling 44 aange bracht, in bijvoorbeeld centimeters.
Het referentievlak T kan bijvoorbeeld aangegeven zijn met laserstralen. Na aflezing van de maat S wordt deze toegepast op het paaltje 1, dat voorzien is van vrij lange 25 stekeinden 2. De maat S wordt uitgezet vanaf het bovenvlak 5, waarbij het eind van de maat S de gewenste plaats ten opzichte van bovenvlak 5 aangeeft van de uiteinden 4 van de stekeinden 2. De stekeinden 2 worden aldaar met een eenvoudig gereedschap doorgesneden, zodat eindstukken 2e afval-30 len.
Het aldus behandelde paaltje 1 wordt dan op een wijze overeenkomend met figuur 2A, met de stekeinden 2b neergelaten in de gaten 11 van de oplanger 10. De vier uiteinden 4 komen nu op de bodem 12 van de gaten 11 te 35 rusten, zodat de verticale positie van het paaltje 1 daarmee vast ligt. Daarna kunnen de stekeinden 2, in het bijzonder de gedeelten 2d daarvan, met behulp van in de rich- 1026354 'l 10 ting D ingevoerd hechtmiddel kunnen worden vastgelegd in de gaten 11. Daarna kan weer, op voormelde wijze, huls 30 worden neergelaten en de verbinding worden voltooid. Net t , zoals in de figuren 2A-C is het invoeren van het hechtmid- , ; 5 del voor de stekeinden en het vullen van de huls 30 gemak kelijk en overzichtelijk uit te voeren.
Bij wijze van voorbeeld is de diameter van de gaten 11 15 mm en bezitten de stekeinden 2 een diameter van 8 mm. De afstand X tussen de gaten 11 kan 60 mm bedragen.
10 De afstand Y tussen de stekeinden kan hierbij 53 mm bedragen.
Het resultaat is een monoliet constructie, met momentvaste verbinding, tussen paaltje 1 en oplanger 10.
1026354 1

Claims (28)

1. Werkwijze voor het maken van een kaskolomfun-dering waarbij in een ondergrond een ondergedeelte van de fundering wordt aangebracht, welk ondergedeelte voorzien is of wordt van één of meer in een bovenvlak daarvan uitko- 5 mende gaten, waarbij een bovengedeelte van de fundering boven het ondergedeelte geplaatst wordt, welk bovengedeelte bestemd is voor ondersteuning van een kaskolom en voorzien is van één of meer daaraan bevestigde en van een ondervlak daarvan neerwaarts uitstekende stekeinden, waarbij bij het 10 plaatsen van het bovengedeelte de stekeinden in de gaten in het bovenvlak van het ondergedeelte gestoken worden en daarin worden vastgelegd in een insteekpositie afgestemd op de gewenste positie van het bovengedeelte.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de één 15 of meer stekeinden in klemwrijvingsaangrijping met de wanden van de gaten worden gebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij meerdere stekeinden aanwezig zijn en de stekeinden naar elkaar toe gespannen worden voor het bewerkstelligen van de klem- 20 wrijvingsaangrijping.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het spannen plaats vindt met behulp van een om de stekeinden grijpende, langs de stekeinden verplaatsbare beugel.
5. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij meer-25 dere stekeinden aanwezig zijn en de stekeinden van elkaar af gespannen worden voor het bewerkstelligen van de klemwrijvingsaangrijping .
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het spannen plaats vindt met behulp van een binnen de stekein- 30 den geplaatste, de stekeinden van elkaar dwingende en langs de stekeinden verplaatsbare beugel. 1026354 !
7. Werkwijze volgens conclusie 3 of 5, waarbij het spannen plaatsvindt door de stekeinden uit lijn met de gaten te laten reiken.
8. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de één 5 of meer stekeinden met gebogen gedeelten in de gaten gestoken worden, bij voorkeur met meerdere, tegengesteld gebogen gedeelten.
9. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de één of meer stekeinden voorzien zijn van profileringen en 10 daarmee de wanden van de gaten aangrijpen.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de één of meer stekeinden en de één of meer gaten van elkaar afwijkende doorsnedes bezitten, waarbij de gaten een doorsnede bezitten die ruimer is dan die van de 15 stekeinden.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stekeinden en de gaten van elkaar afwijkende doorsnedes bezitten, waarbij de gaten een doorsnede bezitten die ruimer is dan die van de stekeinden maar in althans een 20 richting in hoofdzaak daaraan gelijk is. ; |
12. Werkwijze volgens conclusie^''^?, ywaarbij de één of meer stekeinden voor invoering in de één of meer gaten op de gewenste insteeklengte worden afgesneden, waarna de stekeinden met hun uiteinden op de bodem van de gaten 25 worden afgesteund.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij een meetbaak met uitsteeksels in de gaten wordt ingevoerd tot de uitsteeksels met hun uiteinden op de bodem van de gaten steunen en daarna op een op de meetbaak voorziene schaal de 30 afstand van de gatbodems ten opzichte van een horizontaal referentievlak voor de bovenkant van het bovengedeelte wordt bepaald, waarna de stekeinden worden afgesneden voor overeenstemming op de gemeten afstand.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu- 35 sies, waarbij de één of meer stekeinden aanvullend worden vastgelegd door het inbrengen van een hechtmiddel, zoals lijm of mortel, in de gaten. 1026354 'i
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij na het insteken van de één of meer stekeinden het bovenvlak en het ondervlak op afstand van elkaar zijn en de daartussen bepaalde ruimte wordt omgeven met een 5 huls, waarna de binnenruimte van de huls en eventueel de gaten worden gevuld met mortel.
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ondergedeelte van de fundering gevormd wordt door een oplanger.
17. Werkwijze volgens een der conclusies 1-15, waarbij het ondergedeelte van de fundering gevormd wordt door een blok.
18. Werkwijze volgens een der conclusies 1-15, waarbij het ondergedeelte van de fundering gevormd wordt 15 door een betonnen funderingspaal.
19. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bovengedeelte van de fundering gevormd wordt door een kolompaaltje, zoals een zeuspaaltje.
20. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu- 20 sies, waarbij het bovengedeelte voorzien is van een verticale wapening, waarbij de stekeinden een geheel daarmee vormen.
21. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bovengedeelte voorzien is van een verti- 25 cale wapening, waarbij de stekeinden daaraan gelast zijn.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de verticale wapening uitsteekt van het ondervlak, en de stekeinden beneden het ondervlak aan de wapening gelast zijn.
23. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij twee of meer stekeinden aanwezig zijn.
24. Funderingselement kennelijk geschikt als bovengedeelte van een fundering voor toepassing in de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies.
25. Kas of warenhuis voorzien van een fundering verkregen met de werkwijze volgens een der conclusies 1-23.
26. Fundering voorzien van een of meer van de in 1026354 " de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
27. Kas voorzien van een of meer van de in dé j ' ( bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde 5 tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
28. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 10 -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB 10263541
NL1026354A 2004-06-08 2004-06-08 Kaskolomfundering. NL1026354C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026354A NL1026354C2 (nl) 2004-06-08 2004-06-08 Kaskolomfundering.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026354 2004-06-08
NL1026354A NL1026354C2 (nl) 2004-06-08 2004-06-08 Kaskolomfundering.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026354C2 true NL1026354C2 (nl) 2005-12-09

Family

ID=34974084

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026354A NL1026354C2 (nl) 2004-06-08 2004-06-08 Kaskolomfundering.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1026354C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2677086A1 (de) * 2012-06-18 2013-12-25 BAUER Maschinen GmbH Verfahren zum Verankern einer Struktur in einem Gewässergrund und Unterwassergründung
WO2020224844A1 (de) * 2019-05-03 2020-11-12 Rwe Renewables Gmbh Verbindung bei gründungen

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4479342A (en) * 1982-09-29 1984-10-30 Eberle George F Post frame building and method of constructing the same
US4887691A (en) * 1988-11-04 1989-12-19 Rotondo/Penn-Cast Modular wall construction using posts and panels
JP2002030679A (ja) * 2000-07-19 2002-01-31 Topy Green Kk 温室用基礎及び温室

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4479342A (en) * 1982-09-29 1984-10-30 Eberle George F Post frame building and method of constructing the same
US4887691A (en) * 1988-11-04 1989-12-19 Rotondo/Penn-Cast Modular wall construction using posts and panels
JP2002030679A (ja) * 2000-07-19 2002-01-31 Topy Green Kk 温室用基礎及び温室

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2002, no. 05 3 May 2002 (2002-05-03) *

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2677086A1 (de) * 2012-06-18 2013-12-25 BAUER Maschinen GmbH Verfahren zum Verankern einer Struktur in einem Gewässergrund und Unterwassergründung
WO2013189659A3 (de) * 2012-06-18 2014-06-26 Bauer Maschinen Gmbh Verfahren zum verankern einer struktur in einem gewässergrund und unterwassergründung
US9458592B2 (en) 2012-06-18 2016-10-04 Bauer Maschinen Gmbh Method for anchoring a structure in a bed of a body of water and underwater foundation
WO2020224844A1 (de) * 2019-05-03 2020-11-12 Rwe Renewables Gmbh Verbindung bei gründungen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7243897B2 (en) Foundation footing form and accessories
US20070175136A1 (en) Poured concrete column hole
US4592678A (en) Modular block retaining wall
US8646232B2 (en) Foundation construction for superstructures
US7621097B2 (en) System and method for casting column bases for a post frame structure
US20110296770A1 (en) Structural column with footing stilit
US5368416A (en) Building component for a noise barrier retaining wall
US5609005A (en) Foundation connector for tilt-up concrete wall panel and method of use
US4107889A (en) Foundation system
KR102250041B1 (ko) 이중 강관 충진형 캔틸레버 잔도 시스템 및 그 시공 방법
US7959125B1 (en) Method of assembling a concrete wall and footing form with cleat for supporting rebar and concrete form
NL1026354C2 (nl) Kaskolomfundering.
US20070193192A1 (en) Concrete forms
CN111305644A (zh) 装配式轻钢结构围墙及施工方法
JP2007070875A (ja) 支柱の直立支持構造及びその構造に使用する基礎ブロック
US8061680B1 (en) Inter-truss frame for supporting concrete formwork
US7596923B1 (en) Method of constructing building foundation having wall structural element embedded in second foundation element located on top of first foundation element
NL1017654C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.
EP3351705B1 (fr) Piscine équipée avec une jambe de force et sa procédé de construction
CN214834780U (zh) 现浇混凝土超长台阶梯段立面模板支设体系
CN112663954B (zh) 现浇混凝土超长台阶梯段立面模板支设方法
GB2565907A (en) A formwork apparatus for a building support
CN114382338A (zh) 装配式围墙及施工方法
TWI281963B (en) Device for forming pre-formed opening in concrete floor deck and construction method thereof
EP0058851B1 (en) Building structure of prefabricated elements

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090101