NL1026131C2 - Anchor system for a floating construction. - Google Patents

Anchor system for a floating construction. Download PDF

Info

Publication number
NL1026131C2
NL1026131C2 NL1026131A NL1026131A NL1026131C2 NL 1026131 C2 NL1026131 C2 NL 1026131C2 NL 1026131 A NL1026131 A NL 1026131A NL 1026131 A NL1026131 A NL 1026131A NL 1026131 C2 NL1026131 C2 NL 1026131C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elongated
elements
anchor
mass
location
Prior art date
Application number
NL1026131A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannes Wilhelmus Jacobu Mikx
Original Assignee
Marine Structure Consul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Marine Structure Consul filed Critical Marine Structure Consul
Priority to NL1026131A priority Critical patent/NL1026131C2/en
Priority to PT05742398T priority patent/PT1750994E/en
Priority to DE602005022186T priority patent/DE602005022186D1/en
Priority to ES05742398T priority patent/ES2348523T3/en
Priority to PCT/NL2005/000336 priority patent/WO2005108199A1/en
Priority to DK05742398.0T priority patent/DK1750994T3/en
Priority to EP05742398A priority patent/EP1750994B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026131C2 publication Critical patent/NL1026131C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/50Anchoring arrangements or methods for special vessels, e.g. for floating drilling platforms or dredgers

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)

Description

δδ

Titel: Ankersysteem voor een drijvende constructieTitle: Anchor system for a floating structure

De uitvinding heeft betrekking op een ankersysteem voor een drijvende constructie en voorzien van langgerekte elementen, waarmee een massa aan de drijvende constructie is opgehangen en de drijvende constructie is verbonden met op of in een bodem onder water aangebrachte 5 verankeringsorganen. Om een drijvende constructie in horizontale richting op zijn plaats te houden dient het ankersysteem omgevingskrachten als gevolg van wind, stroom, golven en dergelijke, op de drijvende constructie te kunnen opvangen en een terugstellende kracht te kunnen leveren. Bedoelde krachten hebben in de tijd een constant deel en een variabel deel, dat de 10 drijvende constructie doet bewegen, zoals door windvlagen, door wind en tij variërende stroming en de constructie zowel heen en weer bewegende als ook afdrijvende golven.The invention relates to an anchor system for a floating construction and provided with elongated elements, with which a mass is suspended from the floating construction and the floating construction is connected to anchoring members arranged on or in a bottom underwater. In order to hold a floating structure in place in the horizontal direction, the anchor system must be able to absorb environmental forces due to wind, current, waves and the like on the floating structure and to provide a resetting force. Said forces have a constant part and a variable part over time, which causes the floating structure to move, such as through gusts of wind, wind and tide-varying currents and the structure both reciprocating and drifting waves.

Een ankersysteem kan zo sterk en stijf worden gemaakt, dat beweging van de drijvende constructie grotendeels wordt voorkomen, doch 15 ankersystemen zijn veelal zodanig ontworpen, dat beweging van de drijvende constructie wordt toegelaten en de gemiddelde omgevingskrachten kunnen worden opgevangen. Een dergelijk ankersysteem, dat sterk genoeg is om omgevingskrachten op te nemen en flexibel genoeg is om bewegingen toe te laten, voorziet in een verbinding tussen de drijvende constructie en de 20 zeebodem. De bevestiging aan de bodem onder de drijvende constructie kan geschieden met behulp van een ankerelement, zoals bijvoorbeeld een zwaar voorwerp, een klassiek anker, een ingeheide paal of een zuiganker, terwijl de verbinding tussen het ankerelement en de drijvende constructie veelal plaatsvindt door middel van langgerekte element, zoals bijvoorbeeld touwen, 25 kettingen, staalkabels of kunststofkabels.An anchor system can be made so strong and rigid that movement of the floating structure is largely prevented, but anchor systems are often designed such that movement of the floating structure is permitted and the average ambient forces can be absorbed. Such an anchor system, which is strong enough to absorb ambient forces and flexible enough to allow movements, provides a connection between the floating structure and the seabed. The fixation to the bottom under the floating structure can take place with the aid of an anchor element, such as for example a heavy object, a classical anchor, a driven pile or a suction anchor, while the connection between the anchor element and the floating structure often takes place by means of elongated element, such as for example ropes, chains, steel cables or plastic cables.

Het opvangen van de krachten die de drijvende constructie trachten te verplaatsen, en het genereren van de gewenste terugstelkracht 1026131 s 2 kan daarbij geschieden door de langgerekte elementen de daartoe afdoende flexibiliteit en sterkte te geven. De flexibiliteit wordt daarbij bepaald door de veerkarakteristiek van de langgerekte elementen en de vorm die de langgerekte elementen aannemen. Factoren die hierbij een rol spelen, zijn 5 het gewicht en de lengte van het langgerekte element, de waterdiepte en de variabele spanning in het langgerekte element. Daarbij kan het langgerekte element verder uit verschillende materialen en uitvoeringsvormen zijn samengesteld. Aldus kan een ankersysteem worden afgestemd op een specifieke toepassing. Evenwel blijft een dergelijke afstemming 10 problematisch bij een ankersysteem voor relatief ondiep water en relatief grote horizontale bewegingen. In het bijzonder als het een permanent ankersysteem, zoals bijvoorbeeld voor drijvende windmolens, in ondiepe zee, zoals bijvoorbeeld het continentale plat in de Noordzee, betreft, is dit alleen met hoge kosten te realiseren.The absorption of the forces which the floating structure attempts to relocate, and the generation of the desired reset force 1026131s 2 can be effected thereby by giving the elongated elements the sufficient flexibility and strength for that purpose. The flexibility is thereby determined by the spring characteristic of the elongated elements and the shape that the elongated elements take. Factors that play a role here are the weight and length of the elongated element, the water depth and the variable tension in the elongated element. In addition, the elongated element can further be composed of different materials and embodiments. An anchor system can thus be tailored to a specific application. However, such an alignment 10 remains problematic with an anchor system for relatively shallow water and relatively large horizontal movements. In particular if it concerns a permanent anchor system, such as for example for floating wind turbines, in the shallow sea, such as for example the continental shelf in the North Sea, this can only be realized with high costs.

15 Ook is het mogelijk, zoals bekend uit US-A-5.107.784, om de terugstelkracht te genereren met behulp van een aan de drijvende constructie hangende massa. De langgerekt elementen lopen daarbij zodanig over katrollen, dat bij verplaatsing van de drijvende constructie uit zijn uitgangsstand de massa omhoog beweegt, zodat bij het wegvallen van 20 de verplaatsende kracht door het omlaag bewegen van de massa de drijvende constructie weer naar zijn uitgangsstand toe wordt bewogen. Door het toepassen van katrollen, en meer in het bijzonder katrollen onder water, en daaroverheen lopende langgerekte elementen wordt het ankersysteem evenwel duur, onderhoudsgevoelig en gecompliceerd. Dit temeer daar voor 25 een goede terugstellende werking gebruik wordt gemaakt van elkaar, en in het bijzonder ter plaatse van de hangende en bewegende massa, kruisende langgerekte elementen.It is also possible, as is known from US-A-5,107,784, to generate the restoring force with the aid of a mass hanging on the floating construction. The elongated elements herein run over pulleys such that when the floating structure is displaced from its starting position, the mass moves upwards, so that when the moving force falls away due to the mass moving down, the floating structure is moved back to its starting position. . However, the use of pulleys, and more particularly pulleys under water, and elongated elements running therethrough, makes the anchor system expensive, maintenance-sensitive, and complicated. This is all the more so since, for a good resetting effect, use is made of each other, and in particular at the location of the hanging and moving mass, crossing elongated elements.

Met de uitvinding wordt een ankersysteem beoogd, dat aan hierboven besproken problemen tegemoet komt door te voorzien in een 30 relatief eenvoudig en onderhoudsongevoelig systeem, dat daarbij voorziet in 1026131 3 een optimale terugstelling na zowel een horizontale verplaatsing als een verdraaiing om de verticale as.The invention has for its object to provide an anchor system which meets the above-discussed problems by providing a relatively simple and maintenance-insensitive system, which thereby provides an optimum resetting after both a horizontal displacement and a rotation about the vertical axis.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een ankersysteem van de in de aanhef omschreven en uit US-A-5.107.784 bekende soort bereikt 5 door de massa aan de drijvende constructie op te hangen door middel van een langgerekt draagelement met een vastliggende lengte, welk langgerekt draagelement verder is voorzien van bevestigingsplaatsen voor ten minste twee langgerekte ankerelementen, waarbij ten minste een langgerekt ankerelement zich althans in bedoelde uitgangsstand in hoofdzaak 10 horizontaal uitstrekt van een bevestigingsplaats naar een verbindingsplaate met een verder langgerekt hulpelement, dat zich althans in bedoelde uitgangsstand in hoofdzaak verticaal neerwaarts uitstrekt tussen een bevestigingsplaats aan de drijvende constructie en de verbindingsplaats met bedoeld langgerekt ankerelement, dat zich vanaf de verbindingsplaats 15 neerwaarts hellend uitstrekt naar een op of in een bodem onder water aangebracht verankeringsorgaan. Door deze maatregelen wordt bereikt, dat een aan een langgerekt draagelement hangende massa bij een horizontale verplaatsing van de drijvende constructie door zijn flexibele verankering door middel van de langgerekte ankerelementen aanvankelijk enigszins 20 schuin omhoog wordt getrokken en na het wegvallen van de, de horizontale verplaatsing veroorzakende kracht geleid door de langgerekte elementen omlaag naar zijn uitgangspositie zakt en zodoende de opgetreden horizontale verplaatsing weer teniet doet. Verder zullen bij een rotatie van de drijvende constructie de langgerekte draag- en hulpelementen ten 25 opzichte van elkaar een verdraaide, hellende stand gaan innemen, waardoor als gevolg van de onderlinge koppeling via de langgerekte ankerelementen een aan een langgerekt draagelement hangende massa omhoog wordt getrokken en zodoende een terugstelmoment leveren dat de verdraaiing ongedaan maakt als de, de verdraaiing veroorzakende oorzaak wordt 30 weggenomen of wegvalt. Om deze terugstelling te optimaliseren verdient 1026131 « .According to the invention, this is achieved with an anchor system of the type described in the preamble and known from US-A-5,107,784 by suspending the mass on the floating construction by means of an elongated support element with a fixed length, which is elongated carrier element is further provided with mounting locations for at least two elongated anchor elements, wherein at least one elongated anchor element extends substantially horizontally at least in said starting position from a mounting location to a connecting plate with a further elongated auxiliary element, which at least in said starting position extends substantially vertically extends downwardly between a mounting location on the floating structure and the connecting location with the said elongated anchor element, which extends downwardly from the connecting location 15 to an anchoring member arranged on or in a bottom underwater. By these measures it is achieved that a mass hanging from an elongated support element in the case of a horizontal displacement of the floating structure by its flexible anchoring by means of the elongated anchor elements is initially raised slightly obliquely and after the loss of the horizontal displacement causing force guided by the elongated elements drops down to its starting position and thus cancels out the horizontal displacement that has occurred. Furthermore, with a rotation of the floating structure, the elongated bearing and auxiliary elements will assume a twisted, inclined position with respect to each other, whereby as a result of the mutual coupling via the elongated anchor elements a mass hanging on an elongated bearing element is pulled up and thus providing a reset moment that reverses the rotation if the cause causing the rotation is removed or disappears. To optimize this reset, 1026131 is worth.

4 het de voorkeur, dat de door het gewicht van de massa of de gezamenlijke massa's opgewekte krachtvector door het zwaartepunt van de drijvende constructie loopt.4, it is preferable that the force vector generated by the weight of the mass or the joint masses runs through the center of gravity of the floating structure.

Wordt er gebruik gemaakt van één massa, die bij voorkeur 5 centraal, dat wil zeggen loodrecht onder het zwaartepunt van de drijvende constructie hangt, dan wordt er volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding bij voorkeur in voorzien, dat ten minste twee langgerekte ankerelementen zich althans in bedoelde uitgangsstand in hoofdzaak horizontaal uitstrekken van een bevestigingsplaats naar een 10 verbindingsplaats met telkens een verder langgerekt hulpelement en zich vanaf de betreffende verbindingsplaats neerwaarts hellend uitstrekken naar telkens een op of in een bodem aangebracht verankeringsorgaan. Aldus worden bij een verdraaiing van de drijvende constructie ten minste twee langgerekte hulpelementen ten opzichte van elkaar verdraaid en zodoende 15 een terugstelmoment opgewekt.If use is made of one mass, which is preferably suspended centrally, i.e. perpendicularly below the center of gravity of the floating structure, then according to a further embodiment of the invention it is preferably provided that at least two elongated anchor elements are at least in said starting position extend substantially horizontally from a mounting location to a connecting location with in each case a further elongated auxiliary element and extend downwardly inclined from the relevant connecting location to an anchoring member arranged on or in a bottom. Thus, when the floating construction is rotated, at least two elongated auxiliary elements are rotated relative to each other and thus a reset moment is generated.

Wordt gebruik gemaakt van meer dan één massa, dan kan dit zijn gerealiseerd, doordat althans een langgerekt hulpelement op de wijze van een langgerekt draagelement een massa draagt, zodat het ene langgerekte draagelement een langgerekt hulpelement voor bedoeld langgerekt 20 draagelement vormt, en omgekeerd. Een bijzonder voordeelbiedende uitvoering is daarbij te realiseren, als ten minste drie langgerekte draagelementen aanwezig zijn, waarbij telkens althans twee langgerekte draagelementen als langgerekte hulpelementen voor een verder langgerekt draagelement fungeren, waarbij dan de aan de langgerekte draagelementen 25 hangende massa's bij voorkeur een gelijk gewicht hebben en cirkelsymmetrisch rond het zwaartepunt van de drijvende constructie zijn opgesteld. Daarbij wordt in het geval dat er drie langgerekte draagelementen aanwezig zijn, er de voorkeur aan gegeven, dat die telkens twee aan twee verbonden zijn door telkens een gelijke lengte langgerekt 30 element, waardoor de drie aan de langgerekte draagelementen hangende 1026131 5 massa's in de vorm van een gelijkzijdige driehoek zijn opgesteld, waarvan althans in de uitgangstoestand het zwaartepunt recht onder het zwaartepunt van de drijvende constructie is gelegen.If more than one mass is used, this can be realized in that at least one elongated auxiliary element carries a mass in the manner of an elongated support element, so that the one elongated support element forms an elongated auxiliary element for said elongated support element, and vice versa. A particularly advantageous embodiment can be realized here if at least three elongated support elements are present, in which case at least two elongated support elements function as elongated auxiliary elements for a further elongated support element, the masses hanging on the elongated support elements then preferably having the same weight and are arranged circularly symmetrically around the center of gravity of the floating structure. In the case that three elongated support elements are present, it is preferred that they are each connected two by two by an equal length elongated element, so that the three masses hanging in the form of the elongated support elements of an equilateral triangle, the center of gravity of which, at least in the initial state, is situated directly below the center of gravity of the floating structure.

In geval gebruik wordt gemaakt van één langgerekt draagelement 5 met daaraan hangende massa kan een soortgelijke rotatiesymmetrische constructie worden verkregen, als verder drie langgerekte hulpelementen aanwezig zijn, waarbij het langgerekte draagelement door telkens een gelijke lengte langgerekt element verbonden is met telkens een verbindingsplaats van een langgerekt hulpelement.If use is made of one elongated support element 5 with a mass attached thereto, a similar rotation-symmetrical construction can be obtained if further three elongated auxiliary elements are present, wherein the elongated support element is connected by an equal length of elongated element to a connection location of an elongated elongate auxiliary element.

10 Teneinde bij een verdraaiing van de drijvende constructie de verplaatsing van een massa zo groot mogelijk te doen zijn verdient het verder de voorkeur, dat een bevestigingsplaats van een langgerekt element zich in de nabijheid van een bevestigingsplaats van de massa bevindt. Hierbij wordt opgemerkt, dat een massa zo hoog boven de zeebodem dient te 15 hangen, dat deze ook bij de verwachte maximale verticale verplaatsingen geen contact gaat maken met die zeebodem om zodoende stootbelastingen in het systeem te voorkomen.In order to make the displacement of a mass as large as possible in the case of a rotation of the floating structure, it is furthermore preferred that an attachment location of an elongated element is in the vicinity of an attachment location of the mass. It is noted here that a mass must be suspended so high above the seabed that, even with the expected maximum vertical displacements, it will not make contact with that seabed so as to prevent impact loads in the system.

Als het afhankelijk van de omstandigheden de voorkeur verdient het ankersysteem een grotere rotatiestijfheid te geven, kan daarin 20 overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in worden voorzien, als een vanaf een bevestigings- of een verbindingsplaats hellend omlaag lopend deel van een langgerekt ankerelement zich, bijvoorbeeld V-vormig, gesplitst voortzet naar telkens een verankeringsorgaan.If, depending on the circumstances, it is preferable to give the anchor system a greater rotational stiffness, it can be provided in accordance with a further embodiment of the invention if a part of an elongated anchor element running downwardly inclined from a mounting or connecting point, for example, V-shaped, split continues to each time an anchoring member.

Onder verwijzing naar in de tekening, zij het uitsluitend bij wijze 25 van niet beperkende voorbeelden weergegeven uitvoeringsvormen zal het ankersysteem volgens de uitvinding thans nader worden besproken. Daarbij toont:With reference to embodiments shown in the drawing, albeit only by way of non-limiting examples, the anchor system according to the invention will now be further discussed. It shows:

Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een ankersysteem volgens de uitvinding in zijaanzicht; 30 Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn U-Π in Fig. 1; 1 0 2 6 f 3 t 6FIG. 1 shows a first embodiment of an anchor system according to the invention in side view; FIG. 2 is a section along the line U-Π in FIG. 1; 1 0 2 6 f 3 t 6

Fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van een ankersysteem volgens de uitvinding in zijaanzicht;FIG. 3 shows a second embodiment of an anchor system according to the invention in side view;

Fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-1V in Fig. 2;FIG. 4 is a section along the line IV-1V in FIG. 2;

Fig. 5 een derde uitvoeringsvorm van een ankersysteem volgens de 5 uitvinding in zijaanzicht;FIG. 5 shows a third embodiment of an anchor system according to the invention in side view;

Fig. 6 een doorsnede volgens de lijn VI-VI in Fig. 5;FIG. 6 is a section along the line VI-VI in FIG. 5;

Fig. 7 schematisch een vierde uitvoeringsvorm; enFIG. 7 schematically a fourth embodiment; and

Fig. 8 schematisch een vijfde uitvoeringsvorm.FIG. 8 schematically a fifth embodiment.

In Fig. 1 en 2 is een drijvende constructie in de vorm van een 10 ponton 1 weergegeven die door middel van een ankersysteem op zijn plaats wordt gehouden. Het ankersysteem is voorzien van een centraal onder de ponton 1 aan een draagelement 2 hangende massa 3, die op zijn plaats wordt gehouden door een drietal ankerelementen 4, die zoals Fig. 2 laat zien rotatiesymmetrisch rond de massa 3 zijn opgesteld alsmede enerzijds direct 15 boven de massa 3 met het draagelement 2 zijn verbonden en anderzijds door middel van een anker 5 in een bodem onder water zijn vastgezet. Verder strekt zich vanaf de ponton 1 een drietal hulpelementen 6 uit, die elk op een plaats tussen de massa 3 en een anker 5 verbonden zijn met een van de ankerelementen 4. Een en ander is hierbij zodanig gekozen, dat in een 20 neutrale uitgangsstand, zoals getoond in Fig. 1, het draagelement 2 en de hulpelementen 6 zich in hoofdzaak verticaal uitstrekken, de delen van de ankerelementen 4 tussen de verbinding met het draagelement 2 en die met het hulpelement 6 in hoofdzaak horizontaal lopen en de delen van de ankerelementen 4 vanaf hun verbinding met het hulpelement 6 naar het 25 anker 6 omlaag hellen.In FIG. 1 and 2 show a floating construction in the form of a pontoon 1 which is held in place by means of an anchor system. The anchor system is provided with a mass 3 suspended centrally under the pontoon 1 on a support element 2, which mass is held in place by three anchor elements 4, which, as shown in FIG. 2 shows rotationally symmetrically arranged around the mass 3 and, on the one hand, are connected directly above the mass 3 to the supporting element 2 and, on the other hand, are fixed in a bottom under water by means of an anchor 5. Furthermore, three auxiliary elements 6 extend from the pontoon 1, each of which is connected at one location between the mass 3 and an anchor 5 to one of the anchor elements 4. All this is chosen such that in a neutral starting position, as shown in FIG. 1, the support element 2 and the auxiliary elements 6 extend substantially vertically, the parts of the anchor elements 4 between the connection to the support element 2 and those with the auxiliary element 6 running substantially horizontally and the parts of the anchor elements 4 from their connection to the tilt the auxiliary element 6 down to the anchor 6.

Opgemerkt wordt, dat de draag-, anker- en hulpelementen zijn aangeduid als draden. Deze kunnen echter ook elke andere geschikte en gewenste uitvoering hebben, zoals touwen, kettingen, kunststoffen of stalen kabels en dergelijke, dan wel uit samenstellingen van dergelijke 30 uitvoeringsvormen. Desgewenst en afhankelijk van de omstandigheden 1026131 _ 7 waaronder de verankering dient plaats te vinden, kunnen aan bedoelde elementen drijvers of gewichten worden bevestigd. Ook kunnen althans delen van de elementen uit meer stijve of starre elementen bestaan. Verder geven de figuren slechts een schematische weergave van het ankersysteem.It is noted that the support, anchor and auxiliary elements are referred to as wires. However, these can also have any other suitable and desired embodiment, such as ropes, chains, plastics or steel cables and the like, or from compositions of such embodiments. If desired and depending on the circumstances under which anchoring is to take place, floats or weights can be attached to said elements. At least parts of the elements can also consist of more rigid or rigid elements. Furthermore, the figures only provide a schematic representation of the anchor system.

5 Zo kunnen de hellende delen van de ankerelementen 4 aanzienlijk langer zijn dan in de figuren is weergegeven. In Fig. 1 zijn bedoelde delen als gevolg van hun eigen gewicht enigszins doorhangend weergegeven. Dit, en de elasticiteit van bedoelde, langgerekte elementen 2, 4 en 6 verschaft het ankersysteem een zekere flexibiliteit naast verdere factoren, zoals 10 waterdiepte en spanning in de langgerekte elementen.The inclined parts of the anchor elements 4 can thus be considerably longer than shown in the figures. In FIG. 1, said parts are shown somewhat sagging as a result of their own weight. This, and the elasticity of said elongated elements 2, 4 and 6, provides the anchor system with a certain flexibility in addition to further factors, such as water depth and tension in the elongated elements.

Wordt op de ponton 1 een kracht, bijvoorbeeld door golfslag, wind of stroming, uitgeoefend die de ponton 1 in Fig. 1 naar rechts drukt, dan zal het met verwijzingscijfer 4a aangeduide hellende deel van het ankerelement 4 meer onder spanning komen, dan de met verwijzingscijfer 4b en 4c 15 aangeduide hellende delen van de beide andere ankerelementen 4. Door dit flexibel vasthouden zal de massa 3 minder naar rechts kunnen bewegen dan de ponton 1, hetgeen tot gevolg heeft, dat de massa 3 hangend aan het dan een hellende stand innemende draagelement 2 omhoog beweegt. Bij het wegvallen van de kracht die de ponton 1 naar rechts toe tracht weg te 20 drukken, zal geïnitieerd door het gewicht van de massa 3 en ondersteund door het krachtenspel in de diverse elementen 2,4 en 6 de ponton 1 weer terugkeren in zijn krachtenneutrale evenwichtsstand, dat wil zeggen de in Fig. 1 weergegeven stand.If a force, for example due to waves, wind or current, is exerted on the pontoon 1, which pontoon 1 in FIG. 1 to the right, then the inclined part of the anchor element 4 indicated by reference numeral 4a will come under more stress than the inclined parts of the other two anchor elements indicated by reference numerals 4b and 4c. be able to move to the right than the pontoon 1, which has the consequence that the mass 3 moves upwards on the carrying element 2 which then takes up an inclined position. Upon the loss of the force that the barge 1 tries to push to the right, initiated by the weight of the mass 3 and supported by the interplay of forces in the various elements 2,4 and 6, the barge 1 will return to its force neutral equilibrium position, that is, the position shown in FIG. 1 position shown.

Heeft de uitgeoefende kracht (tevens) tot gevolg, dat de ponton 1 25 gaat draaien om een verticale as, dan zal het flexibel vasthouden van de onderuiteinden van de hulpelementen 6 en het ten opzichte daarvan verdraaien van de bevestigingsplaatsen aan de ponton 1 tot gevolg hebben, dat de hulpelementen 6 een hellende stand gaan innemen en daardoor de elementen 4 en 4A en eventueel massa 3 omhoog trekken. Na het wegvallen 30 van de kracht die de ponton 1 tracht te verdraaien, zal geïnitieerd door het 1026131 8 gewicht van de massa 3 en ondersteund door het krachtenspel in de elementen 4 en 6 de ponton 1 wederom terugkeren in zijn krachtenneutrale evenwichtsstand, dat wil zeggen de in Fig. 1 weergegeven stand.If the force exerted (also) causes the pontoon 1 to rotate about a vertical axis, then the flexible holding of the lower ends of the auxiliary elements 6 and the relative rotation of the attachment points on the pontoon 1 will result that the auxiliary elements 6 start to assume an inclined position and thereby pull the elements 4 and 4A and possibly mass 3 upwards. After the force 30 trying to rotate the pontoon 1 is lost, initiated by the weight of the mass 3 and supported by the play of forces in the elements 4 and 6, the pontoon 1 will again return to its force-neutral equilibrium position, that is to say the in FIG. 1 position shown.

Indien gewenst kan het ankersysteem stijver worden uitgevoerd 5 door telkens twee verbindingspunten van de hulpelementen 6 met de ankerelementen 4 onderling te verbinden met een langgerekt steunelement 7, zoals dat in Fig. 2 met streeplijnen is aangeduid. Alsdan worden er als het ware twee door de hulpelementen 6 verbonden vlakken gecreëerd die bij rotatie van de ponton 1 ten opzichte van elkaar worden verdraaid.If desired, the anchor system can be made more rigid by connecting two connecting points of the auxiliary elements 6 with the anchor elements 4 to each other with an elongated support element 7, such as that in FIG. 2 is indicated by broken lines. In that case, two surfaces connected by the auxiliary elements 6 are created, as it were, which are rotated relative to each other upon rotation of the pontoon 1.

10 In Fig. 3 en 4 is een drijvende constructie in de vorm van een platform 11 met een dek dat op afstand boven een wateroppervlak wordt gehouden door middel van drie drijflichamen. Het platform 1 wordt op zijn plaats gehouden met een ankersysteem voorzien van een drietal massa's 13a» 13b en 13c, die elk aan een draagelement 12a, 12b en 12c hangen, die 15 onderling zijn verbonden door vlak boven de massa's 13a, 13b en 13c aangrijpende steunelementen 17a, 17b en 17c, terwijl vanaf de aangrijppunten van de steunelementen 17a, 17b en 17c zich telkens twee verankeringselementen 18al, 18a2 en 18bl, 18b2 en 18cl en 18c2 uitstrekken naar telkens een anker 15. Zoals uit Fig. 4 blijkt zijn daarbij 20 telkens twee verankeringselementen in het verlengde gelegen van telkens een steunelement.FIG. 3 and 4 is a floating structure in the form of a platform 11 with a deck that is kept at a distance above a water surface by means of three floating bodies. The platform 1 is held in place with an anchor system provided with three masses 13a, 13b and 13c, each hanging from a support element 12a, 12b and 12c, which are mutually connected by engaging just above the masses 13a, 13b and 13c support elements 17a, 17b and 17c, while from the engagement points of the support elements 17a, 17b and 17c two anchoring elements 18a1, 18a2 and 18b1, 18b2 and 18cl and 18c2 extend to an anchor 15. In each case, as shown in FIG. 4, two anchoring elements are in each case in line with a support element in each case.

De werking van dit ankersysteem is in feite gelijk aan dat beschreven onder verwijzing naar Fig. 1 en 2. Bij een zijdelingse verplaatsing of een rotatie van het platform 11 zal er massa omhoog worden 25 getrokken en langgerekte elementen meer onder spanning worden gebracht. Bij het wegvallen van de, de verplaatsing of rotatie veroorzakende kracht, zal op de wijze zoals in het voorgaande besproken het platform 11 weer naar zijn krachtenneutrale uitgangsstand worden gebracht.The operation of this anchor system is basically the same as that described with reference to FIG. 1 and 2. With a lateral displacement or a rotation of the platform 11, mass will be pulled up and elongated elements will be brought under more tension. When the force causing the displacement or rotation fails, the platform 11 will be brought back to its force-neutral starting position in the manner as discussed above.

Opgemerkt wordt, dat door het gebruik van meerdere massa's het 30 ankersysteem in feite uit een aantal onderdelen bestaat die onderling zijn 1026131 9 geïntegreerd en verweven. Zo kan de maeea 13a die aan het draagelement 12a hangt, worden beschouwd als te zijn vastgezet door een viertal ankerelementen, te weten het verankeringselement 18al, het verankeringselement 18a2, het steunelement 17a met het in het verlengde 5 daarvan gelegen verankeringselement 18b2 en het steunelement 17c met het in het verlengde daarvan gelegen verankeringselement 18cl. De draagelementen 12b en 12c, die elk zelf een massa 13b en 13c dragen, hebben daarbij tevens een functie als hulpelement, zoals hierboven omschreven, voor de massa 13a aan het draagelement 12a. Verder zal het 10 draagelement 12b niet alleen ook nog hulpelement zijn voor de massa 13a aan draagelement 12a maar ook nog hulpelement voor de massa 13c aan draagelement 12c. Elk draagelement fungeert zodoende tevens nog tweemaal als hulpelement. Wordt naar de verankeringselementen en de steunelementen gekeken, dan blijken die alle een dubbelfunctie te hebben. 15 Zo vormt het steunelement 17c tezamen met het verankeringselement 18cl een ankerelement voor de massa 13a en met het verankeringselement 18a2 een ankerelement voor de massa 13c, terwijl het verankeringselement 18cl op zich tevens een ankerelement vormt voor de massa 13c en het verankeringselement 18a2 op zich tevens is te beschouwen als een 20 ankerelement voor de massa 13a.It is noted that through the use of several masses, the anchor system actually consists of a number of components that are mutually integrated and intertwined. For example, the maeea 13a which is suspended from the support element 12a can be considered to be secured by four anchor elements, namely the anchoring element 18a1, the anchoring element 18a2, the support element 17a with the anchoring element 18b2 located in the extension thereof and the support element 17c with the anchoring element 18cl located in line therewith. The supporting elements 12b and 12c, each of which itself carries a mass 13b and 13c, also have a function as auxiliary element, as described above, for the mass 13a on the supporting element 12a. Furthermore, the support element 12b will not only also be an auxiliary element for the mass 13a on support element 12a, but also also an auxiliary element for the mass 13c on support element 12c. Each supporting element thus also functions twice as an auxiliary element. Looking at the anchoring elements and the supporting elements, they all appear to have a dual function. Thus, the support element 17c together with the anchoring element 18cl forms an anchor element for the mass 13a and with the anchoring element 18a2 an anchor element for the mass 13c, while the anchoring element 18cl per se also forms an anchor element for the mass 13c and the anchoring element 18a2 per se also can be considered as an anchor element for the mass 13a.

Verder wordt opgemerkt, dat twee verankeringselementen die uitgaan van een massa ook kunnen worden samengevoegd tot een enkel verankeringselement dat zich dan volgens de bissectrice van bedoelde twee verankeringselementen zal uitstrekken. Het zal duidelijk zijn dat een 25 dergelijk gecombineerd element net als de draagelementen dan een drievoudige functie zal hebben.It is further noted that two anchoring elements starting from a mass can also be combined into a single anchoring element which, according to the bisector of said two anchoring elements, will then extend. It will be clear that such a combined element, just like the support elements, will then have a triple function.

In Fig. 5 en 6 is als drijvende constructie gekozen voor een ponton 21, dat voorzien is van uitstekende armen 21a waaraan draagelementen 22 zijn bevestigd waaraan massa's 23 hangen. De draagelementen 22 zijn 30 onderling verbonden door steunelementen 27, waarbij op een aansluitplaats 1026131 10 tussen een draagelement 22 en een steunelement 27 telkens de uiteinden twee verankeringselementen 28 aansluiten, waarvan de andere uiteinden door telkens een anker 25 ten opzichte van een bodem onder water zijn geborgd. De constructie en werking van dit ankersysteem zijn in feite gelijk 5 aan die van het ankersysteem volgens Fig. 3 en 4, zij het dat thans gebruik wordt gemaakt van vier massa's.In FIG. 5 and 6 a pontoon 21 has been chosen as the floating construction, which is provided with protruding arms 21a to which support elements 22 are attached to which masses 23 hang. The support elements 22 are mutually connected by support elements 27, wherein at a connection point 1026131 between a support element 22 and a support element 27 the ends connect two anchoring elements 28, the other ends of which are each under water an anchor 25 relative to a bottom guaranteed. The construction and operation of this anchor system are in fact the same as those of the anchor system according to FIG. 3 and 4, although use is now made of four masses.

Fig. 7 toont een variant van het ankersysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van twee massa's 33, die elk hangen aan een van een verder niet weergegeven drijvende constructie uitgaand draagelement 32. De twee 10 draagelementen 32 zijn onderling verbonden door een steunelement 37. Vanaf elke verbindingsplaats van het steunelement 37 met telkens een draagelement 32 strekken zich twee verankeringselementen 38 uit naar telkens een anker 35. Bij dit ankersysteem hebben de beide draagelementen 32 een dubbelfunctie; naast draagelement fungeren ze tevens als 15 hulpelement. Dit geldt ook voor de verankeringselementen 38 en het steunelement 37. Een steunelement 37 vormt met twee van een massa 33 uitgaande verankeringselementen 38 telkens een ankerelement voor de andere massa, terwijl de verankeringselementen 38 elk verder zelfstandig een ankerelement vormen voor de massa waarvan ze uitgaan.FIG. 7 shows a variant of the anchor system in which use is made of two masses 33, each of which is suspended from a supporting element 32 which is based on a floating construction, not further shown. The two supporting elements 32 are mutually connected by a supporting element 37. From each connecting point of the support element 37 with in each case a support element 32, two anchoring elements 38 extend to one anchor 35. In this anchor system, the two support elements 32 have a double function; in addition to supporting element, they also act as an auxiliary element. This also applies to the anchoring elements 38 and the support element 37. With two anchoring elements 38 starting from a mass 33, a support element 37 in each case forms an anchor element for the other mass, while the anchoring elements 38 each further independently form an anchor element for the mass from which they originate.

20 In Fig. 8 is een variant weergegeven van het in Fig. 7 getoonde ankersysteem in die zin dat thans een massa 43 hangend aan een draagelement 42 aanwezig is, waarbij vanaf het draagelement 42 zich twee steunelementen 47 uitstrekken naar een verbindingsplaats met telkens een hulpelement 46 en twee verankeringselementen 48, die elk zijn vastgezet 25 met een anker 45. De werking van dit ankersysteem, evenals het in Fig. 7 getoonde ankersysteem, berust wederom op het reeds eerder beschreven bij verplaatsing of verdraaiing van de drijvende constructie omhoog trekken van de massa en meer onder spanning brengen van een aantal langgerekte elementen alsmede het geïnitieerd door het gewicht van de massa 30 terugkeren naar de krachtenneutrale uitgangsstand.FIG. 8 is a variant of the method shown in FIG. 7 in the sense that there is now a mass 43 hanging on a support element 42, wherein two support elements 47 extend from the support element 42 to a connection location with in each case an auxiliary element 46 and two anchoring elements 48, each of which is secured with an anchor 45. The operation of this anchor system, as well as the one shown in FIG. 7, again based on the previously described movement of the floating structure when the floating structure is moved or rotated upwards and more tensioning of a number of elongated elements and the initiation by the weight of the mass to return to the force-neutral starting position.

1026131 111026131 11

Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding zoals neergelegd in de bijgaande conclusies naast de reeds genoemde nog vele verdere wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo is voor de verankering in de bodem onder water in de tekeningen steeds een anker 5 gebruikt. Uiteraard is het ook mogelijk hiervoor elk ander geschikt verankeringsorgaan, zoals bijvoorbeeld een zwaar op de bodem rustend voorwerp, een ingeheide paal of een zuiganker, te gebruiken. In de getoonde uitvoeringsvormen zijn steeds min of meer symmetrische opstellingen gebruikt. Afhankelijk van de opbouw van de drijvende constructie kan er 10 ook gekozen worden voor een meer asymmetrische opstelling.It is self-evident that within the scope of the invention as laid down in the appended claims, many further modifications and variants are possible in addition to the aforementioned. For example, an anchor 5 has been used for anchoring in the bottom underwater in the drawings. It is of course also possible to use any other suitable anchoring member for this purpose, such as, for example, an object resting heavily on the ground, a pile-in or a suction anchor. More or less symmetrical arrangements have always been used in the embodiments shown. Depending on the structure of the floating structure, a more asymmetrical arrangement can also be chosen.

10 2β i 3 110 2β i 3 1

Claims (10)

1. Ankersysteem voor een drijvende constructie en voorzien van langgerekte elementen, waarmee een massa aan de drijvende constructie is opgehangen en de drijvende constructie is verbonden met op of in een bodem onder water aangebrachte verankeringsorganen, met het kenmerk, dat de 5 massa aan de drijvende constructie is opgehangen door middel van een langgerekt draagelement met een vastliggende lengte, welk langgerekt draagelement verder is voorzien van bevestigingsplaatsen voor ten minste twee langgerekte ankerelementen, waarbij ten minste een langgerekt ankerelement zich althans in bedoelde uitgangsstand in hoofdzaak 10 horizontaal uitstrekt van een bevestigingsplaats naar een verbindingsplaats met een verder langgerekt hulpelement, dat zich althans in bedoelde uitgangsstand in hoofdzaak verticaal neerwaarts uitstrekt tussen een bevestigingsplaats aan de drijvende constructie en de verbindingsplaats met bedoeld langgerekt ankerelement, dat zich vanaf de verbindingsplaats 15 neerwaarts hellend uitstrekt naar een op of in een bodem onder water aangebracht verankeringeorgaan.Claims 1. An anchor system for a floating structure and provided with elongated elements, with which a mass is suspended from the floating structure and the floating structure is connected to anchoring elements arranged on or in a bottom underwater, characterized in that the mass is attached to the floating structure structure is suspended by means of an elongated support element with a fixed length, which elongated support element is further provided with mounting locations for at least two elongated anchor elements, wherein at least one elongated anchor element extends substantially horizontally from a mounting location to an at least said starting position connecting location with a further elongated auxiliary element, which extends at least in said starting position substantially downwards vertically between a mounting location on the floating structure and the connecting location with said elongated anchor element which extends downwards from the connecting location 15 inclined to an anchoring member mounted on or in a bottom underwater. 2. Ankersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste twee langgerekte ankerelementen zich althans in bedoelde uitgangsstand in hoofdzaak horizontaal uitstrekken van een 20 bevestigingsplaats naar een verbindingsplaats met telkens een verder langgerekt hulpelement en zich vanaf de betreffende verbindingsplaats neerwaarts hellend uitstrekken naar telkens een op of in een bodem onder water aangebracht verankeringeorgaan.2. Anchoring system as claimed in claim 1, characterized in that at least two elongated anchor elements extend substantially horizontally, at least in said starting position, from a mounting location to a connecting location with in each case a further elongated auxiliary element extending downwardly from the relevant connecting location to each other an anchoring member mounted on or in a bottom underwater. 3. Ankersysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 25 althans een langgerekt hulpelement op de wijze van een langgerekt draagelement een massa draagt. 10261313. Anchoring system as claimed in claim 1 or 2, characterized in that at least one elongated auxiliary element carries a mass in the manner of an elongated support element. 1026131 4. Ankersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste drie langgerekte draagelementen aanwezig zijn, waarbij telkens althans twee langgerekte draagelementen als langgerekte hulpelementen voor een verder langgerekt draagelement fungeren.Anchor system according to one of the preceding claims, characterized in that at least three elongated support elements are present, wherein at least two elongated support elements each function as elongated auxiliary elements for a further elongated support element. 5. Ankersysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat drie langgerekte draagelementen aanwezig zijn, die telkens twee aan twee verbonden zijn door telkens een gelijke lengte langgerekt element.Anchor system according to claim 4, characterized in that three elongated support elements are present, each of which is connected two by two by an equal elongate elongate element. 6. Ankersysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een _ langgerekt draagelement en drie langgerekte hulpelementen aanwezig zijn, 10 waarbij het langgerekte draagelement door telkens een gelijke lengte langgerekt element verbonden is met telkens een verbindingsplaats van een langgerekt hulpelement.6. Anchoring system as claimed in claim 1 or 2, characterized in that an elongated support element and three elongated auxiliary elements are present, wherein the elongated support element is connected by an equal length elongated element to a connection location of an elongated auxiliary element. 7. Ankersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bevestigingsplaats van een langgerekt element zich in de 15 nabijheid van een bevestigingsplaats van de massa bevindt.7. Anchoring system according to any one of the preceding claims, characterized in that a mounting location of an elongated element is located in the vicinity of a mounting location of the mass. 8. Ankersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de door het gewicht van de massa of de gezamenlijke massa's opgewekte krachtvector in hoofdzaak door het zwaartepunt van de drijvende constructie loopt.Anchoring system according to any one of the preceding claims, characterized in that the force vector generated by the weight of the mass or the joint masses runs substantially through the center of gravity of the floating structure. 9. Ankersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een vanaf een bevestigings- of een verbindingsplaats hellend omlaag lopend deel van een langgerekt ankerelement zich, bijvoorbeeld V-vormig, gesplitst voortzet naar telkens een verankeringsorgaan.Anchoring system according to any one of the preceding claims, characterized in that a part of an elongated anchor element that slopes downwards from a mounting or connecting point extends, for example V-shaped, to an anchoring member. 10. Ankersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat een bevestigings- of een verbindingsplaats door middel van een langgerekt steunorgaan verbonden is met een andere bevestigings- of verbindingsplaats. •f02613110. Anchoring system as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a mounting or connecting location is connected to another mounting or connecting location by means of an elongated support member. F026131
NL1026131A 2004-05-06 2004-05-06 Anchor system for a floating construction. NL1026131C2 (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026131A NL1026131C2 (en) 2004-05-06 2004-05-06 Anchor system for a floating construction.
PT05742398T PT1750994E (en) 2004-05-06 2005-05-03 Anchoring system for a floating construction
DE602005022186T DE602005022186D1 (en) 2004-05-06 2005-05-03 ANCHORING SYSTEM FOR A FLOATING CONSTRUCTION
ES05742398T ES2348523T3 (en) 2004-05-06 2005-05-03 ANCHORAGE SYSTEM FOR A FLOATING CONSTRUCTION.
PCT/NL2005/000336 WO2005108199A1 (en) 2004-05-06 2005-05-03 Anchoring system for a floating construction
DK05742398.0T DK1750994T3 (en) 2004-05-06 2005-05-03 Anchoring system for a floating structure
EP05742398A EP1750994B1 (en) 2004-05-06 2005-05-03 Anchoring system for a floating construction

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026131A NL1026131C2 (en) 2004-05-06 2004-05-06 Anchor system for a floating construction.
NL1026131 2004-05-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026131C2 true NL1026131C2 (en) 2005-11-08

Family

ID=34969293

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026131A NL1026131C2 (en) 2004-05-06 2004-05-06 Anchor system for a floating construction.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP1750994B1 (en)
DE (1) DE602005022186D1 (en)
DK (1) DK1750994T3 (en)
ES (1) ES2348523T3 (en)
NL (1) NL1026131C2 (en)
PT (1) PT1750994E (en)
WO (1) WO2005108199A1 (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2907419B1 (en) * 2006-10-20 2009-01-09 Nenuphar Sarl FLOATER NETWORK, PARTICULARLY FOR WIND TURBINES AND / OR HYDROLIENNES ON MARINE SITES OF SIGNIFICANT DEPTH.
DK201000268A (en) * 2010-03-31 2010-03-31 Uggen Per Wind turbines mounted on displacement foundation
IT1399506B1 (en) * 2010-04-21 2013-04-19 Auto Nautica Service S R L ANCHORING STRUCTURE OF FLOATING WORKS, IN PARTICULAR DOCK AND / OR FLOATING PONCHES
WO2012061710A2 (en) 2010-11-04 2012-05-10 University Of Maine System Board Of Trustees Floating hybrid composite wind turbine platform and tower system
JP6983640B2 (en) * 2017-12-04 2021-12-17 三菱造船株式会社 Floating body, floating body mooring device and floating body mooring method
JP6949690B2 (en) * 2017-12-04 2021-10-13 日鉄エンジニアリング株式会社 Floating body mooring method and floating body

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1491564A (en) * 1966-07-01 1967-08-11 Mooring or mooring device with return to position
US3425069A (en) * 1967-12-01 1969-02-04 Us Army Mooring buoy
US5107784A (en) * 1991-02-19 1992-04-28 Lacy Franklin R Docking system for boats

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1491564A (en) * 1966-07-01 1967-08-11 Mooring or mooring device with return to position
US3425069A (en) * 1967-12-01 1969-02-04 Us Army Mooring buoy
US5107784A (en) * 1991-02-19 1992-04-28 Lacy Franklin R Docking system for boats

Also Published As

Publication number Publication date
PT1750994E (en) 2010-09-29
DE602005022186D1 (en) 2010-08-19
WO2005108199A1 (en) 2005-11-17
EP1750994B1 (en) 2010-07-07
DK1750994T3 (en) 2010-11-01
EP1750994A1 (en) 2007-02-14
ES2348523T3 (en) 2010-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0096446B1 (en) System for maintaining a buoyant body in position in relation to another body
EP1883735B1 (en) Water movement damping device
EP1826116B1 (en) Mooring system for a floating structure
JP6607867B2 (en) Floatable support structure for offshore wind turbines or other devices
NL1016986C2 (en) Mast construction and method for placing it.
KR20110059613A (en) Method and apparatus for towing offshore wind turbines
NL1026131C2 (en) Anchor system for a floating construction.
NL8202335A (en) Apparatus for holding a buoyant body in place relative to another body.
JP2013119289A (en) Floating structure connection system and mooring system using the same
EP0287173B1 (en) Mooring device
JPS61225419A (en) Mooring apparatus
JP2514487B2 (en) Floating structure with legs
EP0182439B1 (en) Fender or similar device for absorbing forces of impact
EP0096119B1 (en) A rigid arm single point mooring system for vessels
EP0079404A1 (en) A single point mooring buoy with rigid arm
EP0105976A1 (en) A single point mooring tower structure with rigid arm
NL193530C (en) Device for mooring a floating body, for example a ship, to a body anchored to the seabed.
WO2000063067A1 (en) Floating structure having anchor lines comprising damping means
NL2014196A (en) A system for generating electrical energy from water currents.
NL8601716A (en) Mooring device.
FR2579558A1 (en) Member for frequent coupling and decoupling of a ship to a mooring structure, and mooring device comprising such members
NL2010709C2 (en) Floating wind turbine.
RU2695192C1 (en) Device for creation of ice crossing
NL8502829A (en) FLOATING DEVICE.
NL1025708C2 (en) Device for connecting two offshore units.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20111213

SD Assignments of patents

Effective date: 20121211

PD Change of ownership

Owner name: GUSTOMSC RESOURCES B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: SBM SCHIEDAM B.V.

Effective date: 20160209

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190601