NL1025767C2 - Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor. - Google Patents

Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL1025767C2
NL1025767C2 NL1025767A NL1025767A NL1025767C2 NL 1025767 C2 NL1025767 C2 NL 1025767C2 NL 1025767 A NL1025767 A NL 1025767A NL 1025767 A NL1025767 A NL 1025767A NL 1025767 C2 NL1025767 C2 NL 1025767C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cutting
belt layer
knife
cutting device
control computer
Prior art date
Application number
NL1025767A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerard Johannes Van Laar
Franciscus Cornelis Bierens
Franciscus Johannes Wilhelmus Kooiman
Original Assignee
Vmi Epe Holland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vmi Epe Holland filed Critical Vmi Epe Holland
Priority to NL1025767A priority Critical patent/NL1025767C2/nl
Priority to EP20050722062 priority patent/EP1727667B1/en
Priority to US10/592,884 priority patent/US8677871B2/en
Priority to RU2006136793A priority patent/RU2359829C2/ru
Priority to PCT/NL2005/000208 priority patent/WO2005087481A2/en
Priority to JP2007503856A priority patent/JP2007529344A/ja
Priority to CN2005800131581A priority patent/CN1946544B/zh
Priority to BRPI0508882-8A priority patent/BRPI0508882A/pt
Priority to KR1020067021486A priority patent/KR101140074B1/ko
Application granted granted Critical
Publication of NL1025767C2 publication Critical patent/NL1025767C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D5/00Arrangements for operating and controlling machines or devices for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting
    • B26D5/02Means for moving the cutting member into its operative position for cutting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/38Textile inserts, e.g. cord or canvas layers, for tyres; Treatment of inserts prior to building the tyre
    • B29D30/46Cutting textile inserts to required shape
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/01Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
    • B26D1/12Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis
    • B26D1/14Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a circular cutting member, e.g. disc cutter
    • B26D1/157Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a circular cutting member, e.g. disc cutter rotating about a movable axis
    • B26D1/18Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a circular cutting member, e.g. disc cutter rotating about a movable axis mounted on a movable carriage
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D3/00Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor
    • B26D3/003Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor specially adapted for cutting rubber

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)

Description

• ·
Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snij-inrichting daarvoor 5 De uitvinding heeft betrekking op een gordel- laagapplicatieinrichting.
In het verleden zijn vele uitvoeringsvormen van gordellaagapplicatieinrichtingen geproduceerd. Deze gordel-laagapplicatieinrichtingen hebben tot doel om van een 10 tevoren geprepareerde rol van een doorlopende baan ongevul-caniseerd rubber voorzien van versterkingekoorden die zich onder een koordhoek ten opzichte van de langteas van de baan bevinden stroken, gordel lagen, af te snijden, en deze gordellagen op een zogenaamde bouwtrommel, in het bijzonder 15 een gordelbouwtrommel, aan te brengen.
Deze inrichtingen hebben een lange ontwikkeling doorgemaakt, en zijn heden ten dage in zeer grote mate geautomatiseerd.
Bij het omzetten van de inrichting voor het 20 bouwen van banden met een andere bandenmaat, en zelfs al bij het vervangen van een rol, moet telkens de inrichting opnieuw in meer of mindere mate afgesteld worden door een operator, hetgeen extra kosten, productievertraging, en mogelijk fouten veroorzaakt.
25 De uitvinding heeft tot doel daarin verbetering te brengen.
De uitvinding voorziet daartoe in een inrichting voor het aanbrengen van een van parallelle koorden voorzie- f10257 67.1 • » 2 ne gordel laag op een bouwt rommel, in het bijzonder voor een brede band zoals een vrachtwagenband, omvattende: -een snij-inrichting voor het van een baan afsnijden van een gordellaag onder een snijhoek langs een snijlijn langs 5 een koord, voor het verkrijgen van een in hoofdzaak paral-lelogramvormige gordellaag met een voorlopende schuine zijde en een nalopende schuine zijde en koorden onder een koordhoek die nagenoeg parallel aan de schuine zijden en de snijhoek is; 10 -een eerste sensor voor het meten van de snijlijn; -een tweede sensor voor het meten van de gordellaaglengte; -een besturingscomputer, operationeel verbonden met de eerste en tweede sensoren en voorzien van geheugen voor het opslaan van een ingestelde koordhoek, gordellaagbreedte en 15 gordellaaglengte, voorzien van programmaroutines voor het vergelijken van de gemeten snijlijn met de ingestelde koordhoek en gordellaagbreedte, en van de gemeten gordel-laaglengte met de ingestelde gordellaaglengte en het afgeven van vergelijkingswaarden en besturingssignalen op basis 20 van de vergelijkingswaarden; -een applicator voor het aanbrengen van de gordellaag op de bouwtrommel met de nalopende schuine zijde parallel aan de voorlopende schuine zijde, en operationeel verbonden met de besturingscomputer voor het ontvangen van besturingssigna-25 len daarvan.
Door te kiezen voor een besturingscomputer die de meetwaarden met ingestelde waarden vergelijkt is het mogelijk gebleken de inregeling en instelling van de op zichzelf en door zijn aard complexe inrichting in hoge mate te 30 automatiseren.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de gordellaag een middellijn heeft, is de applicator ingericht voor het aanbrengen van de gordellaag op de bouwtrommel met de middellijn van het 35 voorlopende deel en de middellijn van het nalopende deel tegenover elkaar in lijn.
In een verdere uitvoeringsvorm is de applicator 1025767 * · I 3 ingericht voor stuikend tegen de voorlopende schuine zijde aanbrengen van de nalopende schuine zijde. In het bijzonder wanneer de middellijnen tegenover elkaar in eikaars verlen-de liggen, met de uiteinden stuikend tegen elkaar, is het 5 mogelijk de optimale gordellaag te realiseren. In het bijzonder wanneer bovendien de gerealiseerde snijlijnen bij de voorlopende zijde en de nalopende zijde bekend zijn kan een optimale gordellaag om een bouwtrommel gemaakt worden.
In een uitvoeringsvorm omvat de applicator een 10 transportinrichting met aandrijf middelen, een invoerzijde en een uitvoerzijde, voor het transporteren van de gordellaag in een transportrichting van de snij-inrichting aan de invoerzijde naar de bouwtrommel aan de uitvoerzijde, waarbij de transportinrichting een houdmiddel omvat voor het 15 zijwaarts ten opzichte van de transportrichting verschui-vingsvrij vasthouden van een segment van de gordellaag op de transportinrichting.
In een verdere uitvoeringsvorm daarvan is het houdmiddel ingericht voor het vasthouden van de gehele 20 gordellaag. In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de transport inrichting een transportband en het houdmiddel magneten of elektromagneten voor het vasthouden van gordellagen met staalkoorden op de transportband of een vacuuminrichting of aandrukmiddelen voor het vasthouden van gordellagen met 25 voorzien van andersoortige koorden. In een uitvoeringsvorm is het houdmiddel in- en uitschakelbaar. het houdmiddel is daarbij operationeel verbonden met de besturingscomputer, waarbij, de besturingscomputer besturingssignalen afgeeft aan het houdmiddel voor het in- en uitschakelen daarvan.
30 In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een toevoerinrichting voor het verplaatsen van de baan naar de snij-inrichting, en het na het snijden verplaatsen van een van de baan afgesneden gordellaag naar de invoerzijde van de transportinrichting aan een uitvoerzijde van de 35 toevoerinrichting.
In een uitvoeringsvorm zijn de invoerzijde van de transportinrichting en de uitvoerzijde van de toevoerin- 1025767 i 1 · 4 richting zijdelings ten opzichte van de transportrichting en parallel aan de rotatieas van de bouwtrommel ten opzichte van elkaar verplaatsbaar, in het bijzonder tijdens het transporteren van een gordellaag. De toevoerinrichting is 5 daartoe uitgerust met een actuator. In een uitvoeringsvorm is de actuator verbonden met de besturingscomputer. De besturingscomputer geeft daarbij besturingssignalen af aan de actuator wanneer de vergelijkingswaarden verschillen aangeven tussen ingestelde waarden en middels de eerste en 10 tweede sensor bepaalde waarden.
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting omvat de applicator een eerste meetinrichting voor het meten van de vorm van de snijlijn van de voorlopende schuine zijde, en is die meetinrichting operationeel verbonden 15 met de besturingscomputer.
In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de applicator een tweede meetinrichting, operationeel verbonden met de besturingscomputer, voor het meten van de lengte van een gordellaag. In het bijzonder omvat deze sensor een encoder 20 en middelen voor het uitlezen van de encoder voor het bepalen van de verplaatsingsafstand, en een beeldopnemer voor het bepalen wanneer de boven- en nalopende einden van de gordellaag de sensor passeert.
In een uitvoeringsvorm is de besturingscomputer 25 operationeel verbonden met de aandrij fmiddelen en de bouw-trommelaandrijving voor het onderling afstemmen van de opneemsnelheid van de bouwtrommel en de transportsnelheid van de transportinrichting op basis van de lengte en de vorm van de voorlopende eri nalopende snijlijnen van de 30 gordellaag.
In een uitvoeringsvorm is de eerste sensor ingericht voor het meten van de snijlijn tijdens het snijden. j
In een uitvoeringsvorm is de snij inrichting | voorzien van een mes en opnemers voor het opnemen van de 35 positie van het mes tijdens het snijden, waarbij de opnemers operationeel verbonden zijn met de besturingscomputer waarbij de snij inrichting met opnemers de eerste sensor 102 6/6 7 5 vormen. De besturingscomputer is daarbij voorzien van programmatuur met een snij lij nberekenroutine voor het berekenen van de gerealiseerde snijlijn uit de bepalingen van de mespositie tijdens het snijden.
5 In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de snij in richting een rotatieaandrijfinrichting voor het doen verstellen van de snij hoek tijdens het snijden, waarbij de rotatieaandrijf inrichting operationeel verbonden is met de besturingscomputer voor het verstellen van de snijhoek.
10 In een uitvoeringsvorm daarvan is het mes in zijwaartse richting ten opzichte van de snijlijn vrij beweegbaar tijdens het snijden, en de snijinrichting voorzien is van een tweede plaatsopnemer voor het opnemen van de zijwaartse positie van het mes.
15 In een uitvoeringsvorm daarvan is de tweede plaatsopnemer operationeel verbonden met de besturingscomputer, voor het bij waarnemen van een verandering in de zijwaartse positie doen afgeven door de besturingscomputer van een besturingssignaal aan de rotatieaandrijfinrichting 20 voor het aanpaseen van de snijhoek. De programmatuur van de besturingscomputer is daartoe voorzien van een snijroutine voor bepalen uit meetwaarden van de tweede plaatsopnemer van een zijwaartse verplaatsing van het mes en het afgeven van een besturingsinstructies aan de rotatieaandrijfinrich-25 ting die gerelateerd is aan de zijwaartse verplaatsing.
In een uitvoeringsvorm daarvan is de snij -inrichting voorzien van een loodrecht op de snijrichting vrij beweegbaar mes, een tweede plaatssensor voor het opnemen van de zijwaartse positie van het mes, en eën 30 rotatieaandrijf inrichting voor het doen roteren van het mes om een as loodrecht op de gordellaag die gesneden wordt, waarbij de plaatssensor operationeel verbonden is met de rotatieaandrijf inrichting voor het in antwoord op een door de plaatssensor waargenomen verplaatsing van het mes acti-35 veren van de rotatieaandrijf inrichting.
In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de snij -inrichting verder een eerste plaatssensor voor het opnemen 1025767 6 van de positie van het mes langs de snijlijn, en waarbij de rotatieaandrijfinrichting en de eerste plaatssensor operationeel verbonden zijn met de besturingscomputer voor het verschaffen van plaatsgegevens, en de besturingscomputer 5 verder een snijlijnberekenroutine omvat voor het berekenen van de vorm van de snijlijn uit de plaatsgegevens van de eerste en tweede plaatssensoren.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het aanbrengen van een van parallelle koorden voorziene 10 gordellaag op een bouwtrommel, in het bijzonder voor een brede band zoals een vrachtwagenband, middels een inrichting volgens een hierboven beschreven uitvoeringsvorm, verder voorzien van een toevoerinrichting , omvattende de stappen: 15 a. Het instellen van een koordhoek, een gordellaaglengte en een gordellaagbreedte in de besturingscomputer van de inrichting; b. invoeren van een baan op een rol, waarbij de ^voorzijde van de baan aangebracht wordt op de toevoerinrichting; 20 c. het activeren van de inrichting; waarna achtereenvolgens: d. de toevoerinrichting de baan transporteert naar de snij inrichting, waarbij de voorzijde van de baan een gordellaaglengte voorbij de snijlijn van de snij inrichting 25 getransporteerd wordt; e. de snij inrichting van de baan een gordellaag afsnijdt onder de ingestelde snijlijn, waarbij de eerste sensor tijdens het snijden de snijlijn meet, waarbij de gemeten waarden van de snijlijn in de besturingscomputer ingevoerd 30 wordt; f. de afgesneden gordellaag voorbij de tweede sensor gevoerd wordt waarbij de gordellaaglengte gemeten wordt, welke gemeten gordellaaglengte in de besturingscomputer ingevoerd wordt; 35 g. de besturingscomputer de gemeten snijlijn en gordellaaglengte, vergelijkt met de ingestelde waarden voor de koordhoek, gordellaaglengte en gordellaagbreedte; 1025767 7 h. de besturingscomputer een kalibratie uitvoert op de toevoerinrichting, de . snij inrichting en de applicator op basis van de verschillen tussen de ingestelde waarden en gemeten waarden; 5 i. de eerste gordellaag uit de inrichting verwijderd wordt; waarna achtereenvolgens de stappen d. t/m h. herhaald worden totdat de rol op is.
Volgens een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een snij-inrichting voor het van een baan 10 ongevulcanisseerd rubber met onderling in hoofdzaak paral-Iele en onder een koordhoek liggende koorden afsnijden van een gordellaag, in een snij richting, omvattende: - een mes dat zijwaarts ten opzichte van de snij richting vrij beweegbaar is; 15 -een eerste opnemer voor het tijdens het snijden opnemen van een zijwaartse verplaatsing van het mes; -een besturingscomputer, operationale verbonden met de eerste opnemer, voor het op basis van verplaatsingsgegevens van de opneemmiddelen betreffende zijwaartse verplaatsing 20 van het mes, geven van besturingsinstructies; -ten minste één actuator, operationeel verbonden met de besturingsmiddelen, voor het tijdens het snijden aanpassen van de snij richting van het mes op basis van besturingsin-structies.
25 In een uitvoeringsvorm daarvan is eerste opnemer ingericht voor het nagenoeg continu opnemen van zijwaartse verplaatsing.
In een uitvoeringsvorm daarvan is de eerste opnemer met de besturingscomputer operationeel verbonden 30 voor het op basis van verplaatsing tijdens snijden geven van besturingsinstructies.
In een uitvoeringsvorm daarvan is het mes een cirkelvormig mes op een mes-as.
In een uitvoeringsvorm daarvan is het mes op de 35 mes-as verplaatsbaar.
In een uitvoeringsvorm daarvan is het cirkelvormig mes vrij schuifbaar is over de mes-as.
1025767 8
In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de snij-inrichting verder een frame waarin het mes in de snij richting beweegbaar gemonteerd is, waarbij het frame roteerbaar is om een rotatieas die de snijlijn loodrecht snijdt, en 5 loodrecht op de gordellaag staat
In een uitvoeringsvorm daarvan snijdt de rotatieas het midden van de breedte van de gordellaag.
In een uitvoeringsvorm daarvan is de actuator verbonden met het frame om het frame te roteren om de 10 rotatieas.
In een uitvoeringsvorm daarvan is het frame raamvormig met een bovenlijst en een onderlijst, en het mes langs de bovenlijst beweegbaar bevestigd.
In een uitvoeringsvorm van de snij-inrichting 15 volgens de uitvinding is het mes voorzien van verwarmingsmiddelen voor het verwarmen van het mes.
Door het mes vrij beweegbaar in zijlingse richting te maken, daarbij te bepalen of het mes zich zijwaarts verplaatst tijdens het snijden en bij constatering van een 20 zijwaartse verplaatsing direct de snijhoek aan te passen, is het mogelijk gebleken om langs de koorden te snijden en deze nauwkeurig te volgen. Bovendien kan, wanneer daarbij de posite van het mes opgenomen wordt, daaruit de exacte snijlijn bepaald worden.
25 Verwarming van het mes verbeterd het volgen van de koorden nog meer.
Volgens een ander aspect heeft de uitvinding verder betrekking op een snij-inrichting voor het van een baan ongevulcanisseerd rubber met onderling in hoofdzaak 30 parallele en onder een koordhoek liggende koorden afsnijden van een gordellaag, in een snij richting, omvattende koord-volgmiddelen voor het volgen van een koord tijdens het snijden, en opneemmiddelen voor het opnemen van het resulterende snijlijnverloop tijdens het snijden.
35 In een uitvoeringsvorm van deze snij-inrichting omvatten de koordvolgmiddelen een actuator voor het tijdens het snijden verstellen van de snij richting.
1025767 9
In een uitvoeringsvorm van deze snij-inrichting omvatten de koordvolgmiddelen voelmiddelen voor het voelen van een koord en die operationeel verbonden zijn met de actuator.
5 In een uitvoeringsvorm van deze snij-inrichting zijn de voelmiddelen ingericht voor het voelen van een verandering van de richting van een koord, en bij voorkeur operationeel verbonden met de actuator om bij waargenomen verandering van de richting van het koord de actuator een 10 signal geeft om de snijrichting te veranderen om de veranderde koordrichting te volgen.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het aanbrengen van een gordel laag, en een snij-inrichting 15 daarvoor, volgens de uitvinding. Hierin wordt getoond in: figuur 1 een gordellaag; figuur 2 een gordellaag met snij-inrichting en verschillende relevante hoeken; figuur 3 mogelijkheden voor een las van een 20 gordellaag, in dwarsdoorsnede door de gordellaag; figuur 4 een las volgens het reeds bekende principe; figuur 5 een las volgens een principe van een aspect van de uitvinding; 25 figuur 6A tot 61 de gordel laagapplicat ie- inrichting in werking; figuur 7 een snij-inrichting volgens een ander aspect van de uitvinding; figuur 8 een vooraanzicht van de snij-inrichting 30 in detail; figuur 9 een detail van het mes van de snij-inrichting volgens de uitvinding; figuur 10 een achteraanzicht van de snij-inrichting met transportband; 35 figuren 11A en 11B respectievelijk een bovenaan zicht en een zijaanzicht van een complete inrichting voor het aanbrengen van een gordel.
1025767 '> 10
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een gordel-laag 1 van ongevulcaniseerd rubber met daarin koorden 2. Een dergelijke gordellaag heeft voorlopend eind 3, een nalopend eind 4, een breedte b en een koordhoek ct. De 5 koorden 2 hebben een onderlinge koordafstand d. De gordellaag 1 heeft een rechthoekig deel met lengte 1 en een punt met puntlengte s. De gordellaag heeft een lengteas (aangegeven met stippellijn) en een gordellaaglengte GL.
Figuur 2 toont een gordellaag met daarin een 10 snij-inrichting 5 aangegeven, een snijhoek al van het voorlopend eind 3 van de gordellaag 1. De gordellaag 1 wordt van een doorlopende strook af gesneden die onder snij-inrichting 5 doorloopt in een transportrichting T. De snij-inrichting staat nog onder een hoek ofl opgesteld. Op de 15 positie P, aangegeven met een stippellijn, zal de strook worden gesneden onder een hoek «3 om de gordellaag 1 te vormen.
Figuur 3A toont een klein deel van een om een bouwtrommel gewikkelde gordellaag, in dwarsdoorsnede lood-20 recht op de koorden, waarbij het voorlopende eind en het achterlopende eind in een stompe las ("butt splice") L op de juiste manier gemaakt is. In de doorsnede van de gordellaag 1 zijn aangegeven het ongevulcaniseerde rubber 6 en de koorden 2. De koordaf stand d ter plekke van de las is even 25 groot als de koordaf stand d in de overige gordellaag.
Figuur 3B toont wederom een doorsnede door een gordellaag 1 wanneer aangebracht op de trommel op dezelfde wijze als in figuur 3A, waarbij dit maal de afstand tussen twee koorden 2a en 2b waartussen las L aangebracht is 30 tweemaal de koordaf stand d is. Dit is de maximaal toelaatbare situatie volgens voorschriften.
Figuur 3C eenzelfde doorsnede als bij figuren 3A en 3B, hier echter een niet-toelaatbare situatie waarbij twee koorden 2a en 2b over elkaar heen liggen. Er is sprake 35 van overlap. Gestippeld is voor de duidelijkheid de gewenste situatie weergegeven. In een band zal dit een ongelijke gewichtsverdeling opleveren en een bobbel in de band. Het Ί02*5^67 ' ' · 11 is ondermeer een doel van de uitvinding om een las te maken die zoveel mogelijk overeenkomt met de las zoals weergegeven in figuur 3Af met uiterlijk de situatie van figuur 3B en het vermijden van de situatie van figuur 3C.
5 Figuur 4 toont de oude wijze van het aan elkaar leggen van gordellaaguiteinden op de trommel 11. Hierbij werd de punt van de achterlopende zijde 4 van gordellaag 1, gesneden onder snijhoek ai", aangelegd tegen de stompe hoek van de voorlopende zijde 3 die gesneden is onder snijhoek 10 «i'. Duidelijk is dat in deze situatie altijd ruimte tussen de uiteinden 3,4 zal overblijven, door ongelijke snijhoe-ken. De snijkoeken kunnen ongelijk zijn door afwijkingen in de snij-inrichting, of door afwijkingen in de koordhoek, ofwel door vervormingen tijdens het transport of spanning 15 in het materiaal.
Figuur 5 toont de situatie volgens de uitvinding, waarbij door de totale opmeting van de vorm van de gordellaag 1 en de exacte kennis van de ligging en het verloop van de koorden, er een betere las tnogelijk is.
20 De gordellaag 1 is hier wederom bijna om bouw- trommel 11 aangebracht. Hierbij werd het midden S3 van de voorlopende zijde 3 en het midden 84 van de achterlopende zijde 4 tegenover elkaar gebracht en werden de koorden van de voorlopende zijde 3 en achterlopende zijde 4 parallel 25 gebracht, bijvoorbeeld op een wijze zoals uiteengezet in figuren 6A-6H, zodat een mogelijk resterende splice-opening in ieder geval een parallelle opening is. Hierdoor kan in ieder geval geen overlap optreden en is het mogelijk om de uiteinden direct tegen elkaar aan te leggen.
30 In de figuren 6A-6H wordt achtereenvolgens ver schillende stappen getoond van de inrichting volgens de uitvinding in werking, van bovenaf gezien.
Figuur 6A toont een loopvlak applicatie-inrich-ting volgens de uitvinding. In de figuur is aangegeven een 35 bouwtrommel 11 met rotatieas x en een transportinrichting 8 voorzien van een snij-inrichting 5. Aan de invoerzijde 10 wordt een doorlopende strook 12 aangevoerd in de richting T
10257Ö7 12 door toevoerinrichting 8, voorbij de snij-inrichting 5.
De transportinrichting 8 bestaat uit een eerste invoertransportinrichting 13, hier een transportband, in hét bijzonder twee parallelle transportbanden 13a en 13b, 5 welke de doorlopende strook 12 langs de snij-inrichting 5 voert, gevolgd door een uitvoertransportband 14. De invoertransportinrichting 13 is verder voorzien van een draai- of rotatiepunt R waardoor de uitvoerzijde 15 van de invoertransportinrichting 13 ten opzichte van de in-10 voerzijde 18 van uitvoertransportband 14 dwars op de trans-portrichting T en in het vlak van de gordellaag heen en weer kan bewegen (aangegeven met pijlen C) . In een alternatieve uitvoering kunnen de invoertransportinrichting 13 en uitvoertransportband 14 zijwaarts ten opzichte van elkaar 15 bewegen.
Figuur 6B toont de situatie in het proces waarbij de doorlopende strook 12 voorbij de snij-inriching 5 gevoerd is met de ingestelde gordellaaglengte GL en de snij-inrichting 5 de doorlopende strook 12 kan gaan snijden 20 zodra de gewenste lengte voorbij gevoerd is zodat er na het snijden een gordellaag 1 ontstaat. Tevens is in deze figuur aangegeven de positie van de meetinrichting 7, bij voorkeur een (digitale) camera of lijnscan camera, voor het opmeten van de strook terwijl deze passeert. De meetinrichting 7 is 25 opgesteld op een overgang 50 tussen transportinrichting 13 en transportband 14. Hier is een camera onder de overgang opgesteld en een lichtbalk erboven.
Tijdens het transport zal het uiteinde 15 van transportband 13 om rotatieas R heen en weer gaan (indien 30 noodzakelijk) ten opzichte van de invoerzijde 18 van transportband 14, aangedreven middels aandrij fmotor 19 om de strook goed te positioneren en eventueel de vorm aan te passen op transportband 14. Door middel van (bij staalkoord versterking) magneten wordt de strook (uiteindelijk gordel-35 laag) vastgelegd op transportband 14. Aandrijfmotor 19 is, eventueel via een computer of andere besturingsinrichting, operationeel verbonden met meetinrichting 7.
1U2Ö767 13
Figuur 6C toont de situatie waarbij de strook 12 gesneden wordt en een deel van de gordellaag 1 reeds voorbij meetinrichting 7 gevoerd is en opgemeten is.
Figuur 6 D toont de situatie waarbij de snij-5 inrichting 5 de strook aan het snijden is/ waarbij de strook stil ligt. De snijlijn van de snij-inrichting 5 wordt daarbij gemeten, terwijl de meetwaarden ook weer gebruikt worden om de snijrichting van de snij-inrichting te sturen. De meetwaarden worden opgenomen middels plaats-10 opnemers 210 die verbonden zijn met besturingseenheid 180. De besturingseenheid berekend of er een correctie van de snijhoek nodig is, en geeft eventuele correcties door aan actuator 200 die de snij hoek van de snij-inrchting 5 aanpast door rotatie van de snij-inrichting, aangegeven roet 15 pijl K. Door het opnemen van de positie van het mes is precies bekend wat de loop van de snede en van de koorden daadwerkelijk is, hetgeen uit de beschrijving van de snij-inrichting verderop duidelijk zal worden.
Figuur 6E toont de situatie waarbij van de strook 20 12 een gordellaag 1 gesneden is en de gordellaag 1 getransporteerd wordt in de richting T middels transportband 14 terwijl de rest van de doorlopende strook blijft liggen bij de snij-inrichting 5. De gehele gordellaag is op de uitvoert ransport inrichting 14 gebracht en ligt daarop vast.
25 Figuur 6F toont de situatie waarbij de gordellaag 1 naar de trommel 11 aangebracht wordt. Daartoe wordt transportband 14 in zijn geheel naar de bouwtroromel 11 toe bewogen in de richting V terwijl de gordellaag daarop vast ligt. Bij de applicatie wordt de positie van de gordellaag 30 niet meer gewijzigd. Deze gordellaag ligt hier vast op de uitvoertransportinrichting 14. De uitvoertransportinrich-ting 14 brengt de gordellaag 1 tegen de onderzijde van de trommel aan. Alternatief kan de gordellaag 1 zich ook aan de onderzijde van de transportband 14 bevinden en tegen de 35 bovenzijde van de trommel aangebracht worden.
In figuur 6G wordt de bouwtroromel 11 in rotatie gebracht terwijl transportband 14 bij de bouwtroromel is en 1025767 14 de gordellaag tegen de bouwtrommel 11 aanlegt. In deze situatie voor deze gordellaag bevindt de gordellaag zich op de transportband en bevindt de transportband zich bij de onderzijde van de bouwtrommel.
5 In figuur 6H is de gordellaag 1 bijna geheel om de bouwtrommel 11 gewikkeld. Ondertussen kan de strook 12 verder getransporteerd worden om de volgende gordellaag af te snijden. De uitvoertransportinrichting 14 gaat daarna naar de oorspronkelijke stand terug en het proces weer van 10 voren af kan beginnen.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding is als volgt. Wanneer een nieuwe rol doorlopend rub-bermateriaal voorzien van koorden onder een koordhoek op de machine aangëbracht wordt, worden de gewenste gordellaag-15 lengte, de breedte van de gordellaag en de koordhoek ingesteld in de besturingscomputer 180.
Het begin van de baan wordt onder de snij inrichting doorgevoerd en er wordt een eerste snede gemaakt. De baan wordt vervolgens langs de snij-inrichting getranspor-20 teerd waarbij een afgepaste lengte de snij-inrichting passeert. Na het snijden wordt de lengte gemeten.
De opgemeten gordellaaglengte en de snijlijnen die gemeten zijn tijdens het snijden worden vergeleken met de ingestelde snijhoek en ingestelde gordellaaglengte. De 25 eerste gordellaag die gesneden wordt, wordt vervolgens door een operator van de transportband afgenomen indien de gemeten waarde niet overeenstemt met de ingestelde waarde.
Het proces herhaalt zich met aangepaste (door de bestu-ringscomputer op basis van vergelijking van de meetwaarden 30 ingestelde waarden) machine-instellingen, totdat de meetwaarden wel overeenstemmen (binnen tolerantie) met de ingestelde waarden waarna de machine in feite ingeregeld is en de daadwerkelijke lengte kan produceren die gewenst is: Uit het verschil tussen de gemeten en ingestelde gor-35 dellaaglengte en het verschil tussen de ingestelde koordhoek en de gemeten snijlijnen wordt de transportafstand voor de baan berekend, voor het maken van de volgende i i 1025707 i 15 gordellaag.
Door telkens de gordellaaglengte en de snijlijn te meten, en deze te vergelijken met de ingestelde waarde, en eventueel een voorgaande meetwaarde of een trendanalyse 5 uit te voeren onder gebruikmaking van de vorige meetwaarden, kan door telkens aanpassen van de transportafstand de gordel laagl engte en de vorm van de gordellagen steeds nauwkeuriger worden.
De eerste gordellaag wordt op bovenbeschreven 10 wijze gebruikt voor het inregelen van het apparaat, welke inregeling volledig automatisch gebeurt. Bij elke volgende gordellaag worden de meetwaarden vergeleken met de doel-waarden, en eventueel worden machine instellingen verder aangepast.
15 Figuur 7 toont een snij-inrichting 5 volgens de uitvinding in vooraanzicht. De snij-inrichting is voorzien van een cirkelvormig mes 110 op een mesas 140 in een meshouder 120. De meshouder 120 is aan een bevestigingsli-chaam 130 bevestigd.
20 De snij-inrichting heeft verder een frame 107 dat hier onder de transportband 13 door loopt. Het frame rust hier op een actuator 200 die het frame kan doen roteren om een as R2 loodrecht op het snijvlak en midden door transportband 13. Het frame heeft een bovenbalk 105. De snij -25 inrichting heeft verder een snijlineaal 105 die over de transportband 13 loopt en onder een te snijden gordellaag door.
Het bevestigingslichaam 130 is langs bovenbalk 106 beweegbaar gemonteerd aan de bovenbalk 106 en wordt 30 aangedreven middels aandrijving 100. Eerste plaatsopnemers nemen de positie op van het midden van het mes 110 (hier bij R2) ten opzichte van transportband 13. In een eenvoudige uitvoering kan bijvoorbeeld de loop van aandrijving 100 opgenomen worden.
35 De stand (snijhoek) van het frame 107 ten op zichte van de transportband 13 kan bepaald worden bijvoorbeeld uit de actuator 200 in een eenvoudige uitvoerings- 1025767 16 vorm.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de snij-inrichting zijn twee bevestigingslichamen 130 en 130' achter elkaar gemonteerd met elk een mes, waarbij de snij-5 lijnen van beide messen in eikaars verlengde liggen. Wanneer de snij-inrichting in het midden van een doorlopende strook begint te snijden, kunnen daarbij de beide bevestigingslichamen 130 en 130' elk een kant op bewegen zodat beide messen de helft van een strook doorsnijden. Op deze 10 wijze kan de snijbeweging in de helft van de tijd gemaakt worden, hetgeen een aanzienlijke produktie productiviteits-winst kan opleveren. De besturing van de rotatie-inrichting kan daarbij gekoppeld zijn aan één van beide messen, dat wil zeggen één van beide messen kan voorzien zijn van een 15 plaatsopnemer voor zijlingse verplaatsing en deze plaatsop-nemer kan verbonden zijn met de besturingsinrichting. In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen beide messen voorzien zijn van plaatsopnemers voor zijlingse verplaatsing. De besturingsinrichting kan de beide waarden van beide 20 opnemers middelen en het frame, dat wil zeggen de rotatie daarvan, sturen op basis van deze gemiddelde waarden. De gedachte daarbij is dat wanneer er een afwijking optreedt in de koordrichting, dit middels deze snij richting ondervangen wordt.
25 Figuur 8 toont een uitvergroting van het mes 110 met meshouder 120 en mesas 140 in vooraanzicht ten opzichte van het mes 110, dat wil zeggen in de snijrichting. Het mes is zijwaarts in de richting Z vrij beweegbaar over de mesas 140. De mesas 140 is verder voorzien van verwar-30 mingsmiddelen 160 door de mesas om het mes 110 te verwarmen. Hierdoor is het mes 110 nog beter in staat om ongehinderd koord 2 te volgen in de gordelaag 1.
Het frame is verder voorzien van een snijgelei-ding 105 die - wanneer de snij-inrichting in werking is -35 onder de doorlopende strook doorloopt en waar het mes 110 overheen loopt.
Figuur 9 toont een aanzicht van een andere uit- 1025767 17 voeringsvorm van de snij-inrichting, die verder qua werking overeenkomt met het hierboven beschrevene.
Het mes 110 is hier op een mesas 140 aangebracht met een vrij uiteinden en een stop 150. Het mes 110 kan tot 5 aan de stop vrij over de as 140 schuiven in zijwaartse richting.
De snij-inrichting is hier voorzien van een plaats- dan wel verplaatsingsopnemer 170 waarmee de zijwaartse verplaatsing of plaats van het mes 110 over of op 10 de mesas 140 gemeten kan worden. Bij voorkeur is deze opnemer 170 een laser met meetcel. De opnemer 170 is operationeel verbonden met een besturingscomputer 180. Zodra een verplaating van het mes 110 in zijwaartse richting waargenomen wordt zal de besturingseenheid 180 middels operatio-15 nele verbinding 190 de actuator 200 opdracht geven bij te sturen zodanig dat geen verplaatsing van het mes 110 in zijwaartse richting meer optreed. Op deze wijze kan het mes 110 perfect de koorden in de gordellaag volgen. Uit de aansturing van de actuator 200 is bovendien de exacte 20 gerealiseerde snijlijn te berekenen.
Figuur 10 toont een achteraanzicht van de transportband 13 die een strook voorbij de snij-inrichting 5 moet verplaatsen. Hier is te zien dat de transportband feitelijk uit twee parallelle transportbanden 13a en 13b 25 bestaat die onafhankelijk aan te drijven zijn. Deze uitvoering met parallelle transportbanden 13a en 13b is ook mogelijk bij de figuren 6A-6B.
Wanneer een gordellaag gesneden is, zal transportband 13b de gesneden gordellaag verder transporteren. 30 Daarbij ligt de gordellaag op deze transportband vast middels magneten, bij voorkeur schakelbare magneten, die zich voorbij de snij-inrichting bevinden, transportband 13a staat daarbij stil. Vóór de snij-inrichting bevinden zich onder deze transportband 13a schakelbare magneten om de 35 rest van de strook daar vast te houden.
Figuur 11A toont een bovenaanzicht en figuur 11B toont een zijaanzicht van een complete inrichting voor het 10257b? 18 bouwen van een gordel. De gordel lagen worden naar bouwt rommel 11 getransporteerd middels transportband 14 (zoals in figuren 6) en transportband 14'.
In de figuur zijn verder de verschillende snij-5 inrichtingen 5 aangegeven, die overeenkomen met de hierboven beschreven snij-inrichtingen.
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de 10 reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
» ’4ΠΟΓ·7β7

Claims (35)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de gordellaag een middellijn heeft, met het kenmerk, dat de 30 applicator ingericht is voor het aanbrengen van de gordellaag op de bouwtrommel met de middellijn van het voorlo- 1025767 20 ! j pende deel en de middellijn van het nalopende deel tegenover elkaar in lijn.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de applicator ingericht is voor stuikend tegen de 5 voorlopende schuine zijde aanbrengen van de nalopende schuine zijde.
  3. 4. Inrichting volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de applicator een transportinrichting omvat met aandrijf middelen, een invoerzijde en een uit- 10 voerzijde, voor het transporteren van de gordellaag in een transportrichting van de snij-inrichting aan de invoerzijde naar de bouwtrommel asui de uitvoerzijde, waarbij de transport inrichting een houdmiddel omvat voor het zijwaarts ten opzichte van de transportrichting verschuivingsvrij vast- 15 houden van een segment van de gordellaag op de transport-inrichting.
  4. 5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het houdmiddel ingericht is voor het vasthouden van de gehele gordellaag.
  5. 6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij trans portinrichting een transportband omvat en waarbij het houdmiddel magneten of elektromagneten omvat voor het vasthouden van gordel lagen met staalkoorden op de transportband of een vacuuminrichting of aandrukmiddelen voor 25 het vasthouden van gordellagen met voorzien van andersoortige koorden.
  6. 7. Inrichting volgens conclusie 4 of 5 of 6, verder omvattende een toevoerinrichting voor het verplaatsen van de baan naar de snij-inrichting, en het na het 30 snijden verplaatsen van een van de baan af gesneden gordellaag naar de invoerzijde van de transportinrichting aan een uitvoerzijde van de toevoerinrichting.
  7. 8. Inrichting volgens één der conclusies 4-7, waarbij de invoerzijde van de transportinrichting en de 35 uitvoerzijde van de toevoerinrichting zijdelings ten opzichte van de transportrichting en parallel aan de rotatie-as van de bouwtrommel ten opzichte van elkaar verplaatsbaar 11025767 zijn, in het bijzonder tijdens het transporteren van een gordellaag.
  8. 9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de applicator een eerste meetinrichting omvat 5 voor het meten van de vorm van de snijlijn van de voorlopende schuine zijde, en die operationeel verbonden is met de besturingscomputer.
  9. 10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de applicator een tweede meetinrichting omvat, operationeel 10 verbonden met de besturingscomputer, voor het meten van de lengte van een gordellaag.
  10. 11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de besturingseenheid operationeel verbonden is met de aandrijf middelen en de bouwtrommelaandrij ving voor het onderis ling afstemmen van de opneemsnelheid van de bouwtrommel en de transportsnelheid van de transportinrichting op basis van de lengte en de vorm van de voorlopende en nalopende snijlijnen van de gordellaag.
  11. 12. Inrichting volgens één der voorgaande conclu-20 sies, waarbij de eerste sensor ingericht is voor het meten van de snijlijn tijdens het snijden.
  12. 13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij snij inrichting voorzien is van een mes en opnemers voor het opnemen van de positie van het mes tij - 25 dens het snijden, waarbij de opnemers operationeel verbonden zijn met de besturingscomputer waarbij de snij inrichting met opnemers de eerste sensor vormen.
  13. 14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de snij inrichting een rotatieaandrijf inrichting omvat voor het 30 doen verstellen van de snij hoek tijdens het snijden, waarbij de rotatieaandrij finrichting operationeel verbonden is met de besturingscomputer voor het verstellen van de snij-hoek.
  14. 15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij het 35 mes in zijwaartse richting ten opzichte van de snijlijn vrij beweegbaar is tijdens het snijden, en de snij inrichting voorzien is van een tweede plaatsopnemer voor het 1 u 'I h f o i opnemen van de zijwaartse positie van het mes.
  15. 16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de tweede plaat sopnemer operationeel verbonden is met de besturingscomputer, voor het bij waarnemen van een verande- 5 ring in de zijwaartse positie doen afgeven door de bestu-ringscomputer van een besturingssignaal aan de rotatieaan-drijfinrichting voor het aanpassen van de snijhoek.
  16. 17. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de snij-inrichting voorzien is van een loodrecht op de snij- 10 richting vrij beweegbaar mes, een plaatssensor voor het opnemen van de zijwaartse positie van het mes, en een rotatieaandrijfinrichting voor het doen roteren van het mes om een as loodrecht op de gordel laag die gesneden wordt, waarbij de plaatssensor operationeel verbonden is met de 15 rotatieaandrijf inrichting voor het in antwoord op een door de plaatssensor waargenomen verplaatsing van het mes activeren van de rotatieaandrijfinrichting.
  17. 18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de snij-inrichting verder een verdere plaatssensor omvat voor 20 het opnemen van de positie van het mes langs de snijlijn, en waarbij de rotatieaandrijf inrichting en de verdere plaatssensor operationeel verbonden zijn met de besturings-computer voor het verschaffen van plaatsgegevens, en de besturingscomputer verder een snijlijnberekenroutine omvat 25 voor het berekenen van de vorm van de snijlijn uit de plaatsgegevens van de beide plaatssensoren.
  18. 19. Werkwijze voor het aanbrengen van een van parallelle koorden voorziene gordellaag op een bouwtrommel, in het bijzonder voor een brede band zoals een vrachtwagen- 30 band, middels een inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder voorzien van een toevoerinrichting , omvattende de etappen: a. Het instellen van een koordhoek, een gordellaaglengte en een gordel laagbreedte in de besturingscomputer van de 35 inrichting; b. invoeren van een baan op een rol, waarbij de voorzijde van de baan aangebracht wordt op de toevoerinrichting; 1025767 c. het activeren van de inrichting; waarna achtereenvolgens: d. de toevoerinrichting de baan transporteert naar de snij inrichting, waarbij de voorzijde van de baan een gor- 5 dellaaglengte voorbij de snijlijn van de snijinrichting getransporteerd wordt; e. de snij inrichting van de baan een gordellaag afsnijdt onder de ingestelde snijlijn, waarbij de eerste sensor tijdens het snijden de snijlijn meet, waarbij de gemeten 10 waarden van de snijlijn in de besturingscomputer ingevoerd wordt; f. de afgesneden gordellaag voorbij de tweede sensor gevoerd wordt waarbij de gordellaaglengte gemeten wordt, welke gemeten gordellaaglengte in de besturingscomputer 15 ingevoerd wordt; g. de besturingscomputer de gemeten snijlijn en gordellaaglengte, vergelijkt met de ingestelde waarden voor de koord-hoek, gordellaaglengte en gordellaagbreedte; h. de besturingscomputer een kalibratie uitvoert op de 20 toevoerinrichting, de snij inrichting en de applicator op basis van de verschillen tussen de ingestelde waarden en gemeten waarden; i. de eerste gordellaag uit de inrichting verwijderd wordt; waarna achtereenvolgens de stappen d. t/m h. herhaald 25 worden totdat de rol op is.
  19. 20. Snij-inrichting voor het van een baan onge-vulcanisseerd rubber met onderling in hoofdzaak parallele en onder een koordhoek liggende koorden afsnijden van een gordellaag, in een snijrichting, omvattende: 30. een mes dat zijwaarts ten opzichte van de snijrichting vrij beweegbaar is; -een eerste opnemer voor het tijdens het snijden opnemen van een zijwaartse verplaatsing van het mes; -een besturingscomputer, operationeel verbonden met de eer-35 ste opnemer, voor het op basis van verplaatsingsgegevens van de opneemmiddelen betreffende zijwaartse verplaatsing van het mes, geven van besturingsinstructies; 1025767 -ten minste één actuator, operationeel verbonden met de besturingsmiddelen, voor het tijdens het snijden aanpassen van de snij richting van het mes op basis van besturingsin-structies.
  20. 21. Snij-inrichting volgens conclusie 20, waarbij eerste opnemer ingericht is voor het nagenoeg continu opnemen van zijwaartse verplaatsing.
  21. 22. Snij-inrichting volgens conclusie 21, waarbij de eerste opnemer met de besturingscomputer operationeel 10 verbonden is voor het op basis van verplaatsing tijdens snijden geven van besturingsinstructies.
  22. 23. Snij-inrichting volgens conclusies 20-22, met het kenmerk, dat het mes een cirkel vormig mes is op een mes-as.
  23. 24. Snij-inrichting volgens conclusie 23, waarbij het mes op de mes-as verplaatsbaar is.
  24. 25. Snij-inrichting volgen conclusie 24, met het kenmerk, dat het cirkelvormig mes vrij schuifbaar is over de mes-as.
  25. 26. Snij-inrichting volgens één der voorgaande conclusies 20-25, waarbij de snij-inrichting verder een frame waarin het mes in de snij richting beweegbaar gemonteerd is omvat, waarbij het frame roteerbaar is om een rotatieas die de snijlijn loodrecht snijdt, en loodrecht op 25 de gordellaag staat
  26. 27. Snij-inrichting volgens conclusie 26, waarbij de rotatieas het midden van de breedte van de gordellaag snij dt.
  27. 28. Snij-inrichting volgens conclusies 26 of 27, 30 waarbij actuator verbonden is met het frame om het frame te roteren om de rotatieas.
  28. 29. Snij-inrichting volgens conclusies 26-28, waarbij het frame raamvormig is met een bovenlij et en een onderlijst, en het mes langs de bovenlijst beweegbaar 35 bevestigd is.
  29. 30. Snij-inrichting volgens één der voorgaande conclusie 20-29, waarbij het mes voorzien is van verwar- ï 0 2 5 7 o '7 mingsmiddelen voor het verwarmen van het mes.
  30. 31. Snij-inrichting voor het van een baan onge-vulcanisseerd rubber met onderling in hoofdzaak parallele en onder een koordhoek liggende koorden afsnijden van een 5 gordellaag, in een snijrichting, omvattende koordvolgmidde-len voor het volgen van een koord, en opneemmiddelen voor het opnemen van het resulterende snijlijnverloop.
  31. 32. Snij-inrichting volgens conclusie 31, waarbij de koordvolgmiddelen een actuator omvatten voor het tijdens 10 het snijden verstellen van de snij richting.
  32. 33. Snij-inrichting volgens conclusie 31 of 32, waarbij de koordvolgmiddelen voelmiddelen omvat voor het voelen van een koord, operationeel verbonden met de actuator.
  33. 34. Snij-inrichting volgens conclusie 33, waarbij de voelmiddelen ingericht zijn voor het voelen van een verandering van de richting van een koord, en bij voorkeur operationeel verbonden zijn met de actuator om bij waargenomen verandering van de richting van het koord de actuator 20 een signal geeft om de snij richting te veranderen om de veranderde koordrichting te volgen.
  34. 35. Inrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.
  35. 36. Werkwijze omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- PvE 1025767
NL1025767A 2004-03-18 2004-03-18 Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor. NL1025767C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025767A NL1025767C2 (nl) 2004-03-18 2004-03-18 Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor.
EP20050722062 EP1727667B1 (en) 2004-03-18 2005-03-18 Cutting tool
US10/592,884 US8677871B2 (en) 2004-03-18 2005-03-18 Cutting device
RU2006136793A RU2359829C2 (ru) 2004-03-18 2005-03-18 Режущее устройство, устройство и способ (варианты) для расположения брекерного слоя
PCT/NL2005/000208 WO2005087481A2 (en) 2004-03-18 2005-03-18 Cutting tool
JP2007503856A JP2007529344A (ja) 2004-03-18 2005-03-18 切断装置
CN2005800131581A CN1946544B (zh) 2004-03-18 2005-03-18 切割工具
BRPI0508882-8A BRPI0508882A (pt) 2004-03-18 2005-03-18 dispositivo de corte
KR1020067021486A KR101140074B1 (ko) 2004-03-18 2005-03-18 컷팅 장치

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025767A NL1025767C2 (nl) 2004-03-18 2004-03-18 Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor.
NL1025767 2004-03-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025767C2 true NL1025767C2 (nl) 2005-09-20

Family

ID=34973683

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025767A NL1025767C2 (nl) 2004-03-18 2004-03-18 Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025767C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4156378A (en) * 1977-11-25 1979-05-29 The Goodyear Tire & Rubber Company Apparatus for parting ply stock between side-by-side cords or wires
US4465531A (en) * 1981-11-25 1984-08-14 Bridgestone Tire Company Limited Method of forming a closed loop of a flexible strip
US4858505A (en) * 1983-05-09 1989-08-22 The Firestone Tire & Rubber Company Pivotable knife
EP0434404A2 (en) * 1989-12-21 1991-06-26 Sumitomo Rubber Industries Limited A method and apparatus for producing a belt-like sheet
US5720837A (en) * 1993-10-06 1998-02-24 Vmi Epe Holland B.V. Method for adjusting a belt strip on a conveyor
EP0844067A2 (en) * 1996-11-20 1998-05-27 Bridgestone Corporation Method and apparatus for centering belt-shaped material

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4156378A (en) * 1977-11-25 1979-05-29 The Goodyear Tire & Rubber Company Apparatus for parting ply stock between side-by-side cords or wires
US4465531A (en) * 1981-11-25 1984-08-14 Bridgestone Tire Company Limited Method of forming a closed loop of a flexible strip
US4858505A (en) * 1983-05-09 1989-08-22 The Firestone Tire & Rubber Company Pivotable knife
EP0434404A2 (en) * 1989-12-21 1991-06-26 Sumitomo Rubber Industries Limited A method and apparatus for producing a belt-like sheet
US5720837A (en) * 1993-10-06 1998-02-24 Vmi Epe Holland B.V. Method for adjusting a belt strip on a conveyor
EP0844067A2 (en) * 1996-11-20 1998-05-27 Bridgestone Corporation Method and apparatus for centering belt-shaped material

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8677871B2 (en) Cutting device
NL1024009C2 (nl) Loopvlakapplicatieinrichting.
US4340137A (en) Cant movement and aligning mechanism
US20090260744A1 (en) Device and Method for Building a Tyre
US4606387A (en) Machine and method for trimming a stack of veneers
NL1025764C2 (nl) Snijinrichting.
US5752593A (en) Belt feeder centering method and apparatus
NL1025767C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor.
CN113894852B (zh) 一种切割设备的控制方法
KR100935522B1 (ko) 트레드 커팅 길이 제어장치 및 제어방법
NL1015250C2 (nl) Lasinrichting voor het aan elkaar lassen van stroken van in rubbermateriaal ingebedde koorden.
JPS58173409A (ja) 帯状体の測長装置
JPH09210754A (ja) 合成ゴムの計量切断方法及びその装置
JPH0584849A (ja) 帯状材料の自動供給貼付け方法
JPH0531459B2 (nl)
US11634296B2 (en) Method and apparatus for correcting a feeding distance of a strip for cutting
WO2015159801A1 (ja) タイヤ構成部材の供給装置、及び、タイヤ構成部材の供給方法
KR20170064045A (ko) 타이어 반제품의 사행 보정기능을 갖춘 센터링장치
JPH0531458B2 (nl)
JPH07148866A (ja) 自動製函機における不良品排出装置の構造
CA1206490A (en) Bias cutter feeder and letoff truck
JPH0699391A (ja) シート状材料の切断方法及びその装置
JPH0557607A (ja) テーパ工作物の外径測定装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131001