NL1025198C2 - Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken. - Google Patents

Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken. Download PDF

Info

Publication number
NL1025198C2
NL1025198C2 NL1025198A NL1025198A NL1025198C2 NL 1025198 C2 NL1025198 C2 NL 1025198C2 NL 1025198 A NL1025198 A NL 1025198A NL 1025198 A NL1025198 A NL 1025198A NL 1025198 C2 NL1025198 C2 NL 1025198C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
connection
housing
connection unit
unit
Prior art date
Application number
NL1025198A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1025198A1 (nl
Inventor
Johan Hendrik Heuperman
Frank Monsees
Original Assignee
V O F Kitchenconnect
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by V O F Kitchenconnect filed Critical V O F Kitchenconnect
Priority to NL1025198A priority Critical patent/NL1025198C2/nl
Publication of NL1025198A1 publication Critical patent/NL1025198A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025198C2 publication Critical patent/NL1025198C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03CDOMESTIC PLUMBING INSTALLATIONS FOR FRESH WATER OR WASTE WATER; SINKS
    • E03C1/00Domestic plumbing installations for fresh water or waste water; Sinks
    • E03C1/01Domestic plumbing installations for fresh water or waste water; Sinks for combinations of baths, showers, sinks, wash-basins, closets, urinals, or the like

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)

Description

I Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keu- ken
De uitvinding heeft betrekking op een aansluiteen- I heid voor de watertoevoer en waterafvoer van ten minste één I gebruikerseenheid.
I Het installeren van de watertoevoer en waterafvoer I 5 in bijv. een keuken leidt dikwijls tot aanzienlijke problemen.
I De plaats van de aansluitpunten van het waterleidingnet en de I riolering alsmede de plaatsing van de diverse gebruikereenhe- I den, zoals een kraan, een spoelbak, een vaatwasser en een eventuele boiler, verschilt aanzienlijk per locatie. Dienten- I 10 gevolge is het installeren van een dergelijk systeem altijd maatwerk, waarbij de aansluiting van de verschillende elemen- I ten tot stand komt door onder andere het op maat maken van verscheidene buisdelen, het buigen en bevestigen van de verschillende delen, het monteren door middel van lijmen en 15 solderen of door middel van knelkoppelingen en eventueel het installeren van extra kranen of aftappunten.
Dit maatwerk per locatie leidt er in de praktijk toe dat het installeren van de watertoevoer en waterafvoer veel tijd vergt en derhalve aanzienlijke kosten met zich brengt.
20 Dit is zeker het geval wanneer de locatie beschikt over een boiler. Bovendien leidt deze wijze van installatie vaak tot een weinig compact geheel, zodat veel ruimte in bijv. een keukenkastje wordt prijsgegeven.
Het is een doelstelling van de uitvinding een aan-25 sluiteenheid te verschaffen die een oplossing biedt voor het reduceren of elimineren van ten minste één van de hierboven geschetste problemen.
Deze doelstelling wordt gerealiseerd door een aansluiteenheid te verschaffen omvattende een watertoevoerstelsel 30 voor het toevoeren van water aan ten minste één gebruikerseenheid en een waterafvoerstelsel voor het afvoeren van water van ten minste één gebruikerseenheid, welke stelsels zijn voorzien I 2 I van aansluitpunten voor de toevoer en afvoer van water, waar- I bij het watertoevoerstelsel, het waterafvoerstelsel en de I aansluitpunten geïntegreerde delen van de aansluiteenheid zijn I die wordt bepaald door een behuizing voorzien van openingen 5 voor toegang tot één of meer van de aansluitpunten. Door het I transportsysteem voor het water en de aansluitpunten te inte- greren in een behuizing, wordt een compacte en I gestandaardiseerde aansluiteenheid verkregen waardoor het wa- tertransportsysteem kan worden geplaatst op een wijze die I 10 weinig ruimte inneemt. De aansluiteenheid heeft bij voorkeur geen afmetingen (hoogte, breedte, diepte) groter dan 60 centi- I meter, of, met meer voorkeur 40 centimeter, zodat de aansluiteenheid bijv. in een keukenkastje past. Het zal de I vakman duidelijk zijn dat de aansluiteenheid ook voor andere 15 vloeistoffen of fluïda dan water kan worden toegepast. Opge- I merkt wordt dat de toegang tot de aansluitpunten zowel kan I inhouden dat het aansluitpunt feitelijk bij de wand van de be- huizing is verschaft dan wel dat het aansluitpunt inwendig in de behuizing is verschaft, waarbij de behuizing een opening 20 heeft voor het doorvoeren van bijv. een flexibele slang om een aansluiting op het aansluitpunt te bewerkstelligen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvin- H ding omvat de aansluiteenheid één of meer van de aansluitpunten die zijn voorzien van en/of geschikt zijn voor 25 het aansluiten van flexibele verbindingselementen, zoals flexibele slangen. Deze flexibele slangen of andere flexibele H middelen voor watertransport maken het mogelijk het watertoe- H voerstelsel en het waterafvoerstelsel op eenvoudige wijze te H koppelen met het waterleidingnet, de riolering en/of de ver- H 30 scheidene gebruikerseenheden, zonder afzonderlijke buisdelen H op maat te moeten maken en afzonderlijk te bevestigen. Dien- H tengevolge kan binnen een zeer kort tijdsbestek de H watertoevoer en -afvoerinstallatie worden gerealiseerd. De in- H stallatie vergt geen complexe handelingen. Bij voorkeur is één 35 of meer van de flexibele slangen gekoppeld met aansluitpunten in de behuizing en heeft de behuizing openingen voor het door-H voeren van de slangen. Hierdoor kan de behuizing als geheel H worden geplaatst en hoeft deze niet eerst te worden geopend om I de flexibele slangen aan te brengen. De vrije uiteinden van de flexibele slangen zijn bij voorkeur voorzien van snelkoppelingen, zoals bijv. John Guest koppelingen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvin-5 ding omvat het watertoevoerstelsel een kraan voor de toevoer van water aan een gebruikerseenheid, zoals een vaatwasser of wasmachine. Een kraan voor dergelijke gebruikerseenheden omvat veelal een keerklep en een beluchter. Het verschaffen van een dergelijke kraan voor de aansluiteenheid voorkomt dat eerst 10 een aparte kraan moet worden geïnstalleerd op de locatie.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het watertoevoerstelsel een aansluitpunt voor de toevoer van koud water en een boilerinlaatcombinatie voor toevoer van water aan een boiler. De boilerinlaatcombinatie omvat een 15 keerklep voor overdruk, een afsluitkraan en een druppelafvoer en de behuizing omvat een opening die ten minste een deel van de keerklep en/of de afsluitkraan en/of de druppelafvoer blootstelt zodanig dat deze zichtbaar en hanteerbaar is. Op deze wijze is de aansluiteenheid geschikt voor locaties waar 20 een boiler aanwezig is en wordt tevens voldaan aan de wette-lijke voorschriften voor boilerinstallaties. Het is efficiënt om de druppelafvoer te laten uitmonden, bijv. door een flexibele slang, in het waterafvoerstelsel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvin-25 ding omvat de behuizing ten minste één uitsparing welke is ingericht om samen te werken met een bevestigingselement. Een dergelijke constructie maakt het mogelijk om de aansluiteenheid op eenvoudige wijze te plaatsen en te verwijderen in bijv. een keukenkastje.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvin ding is de behuizing in hoofdzaak van kunststof. Dit maakt een goedkope en relatief eenvoudige vervaardiging van de behuizing, bijv. door spuitgieten mogelijk. Voor bepaalde kunststoffen, zoals bijv. expanded polypropyleen (EPP), kan 35 het gieten plaatsvinden bij een relatief lage druk met behulp van goedkope matrijzen van bijv. aluminium. Een dergelijke vervaardigingsproces heeft bovendien als voordeel dat gecom-
4 Λ ^ C 1 n Q
I pliceerde vormen op eenvoudige wijze kunnen worden gereali- I seerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvin- I ding is de behuizing ingericht om het watertoevoerstelsel en 5 het waterafvoerstelsel ten minste ten dele te dragen. Hierdoor I kunnen deze stelsels eenvoudig in de behuizing worden aange- I bracht, waarna de behuizing kan worden gesloten. Hiertoe bestaat de behuizing bij voorkeur uit ten minste twee delen die kunnen worden samengebracht ten einde de behuizing van de I 10 aansluiteenheid te kunnen vormen.
De uitvinding heeft ook betrekking op een aansluit- I eenheid omvattende een watertoevoerstelsel voor het toevoeren I van water aan ten minste één gebruikerseenheid en een wateraf- I voerstelsel voor het afvoeren van water van ten minste één 15 gebruikerseenheid, welke stelsels zijn voorzien van aansluit- punten voor de toevoer en afvoer van water, waarbij het watertoevoerstelsel, het waterafvoerstelsel en de aansluitpun- ten door één of meer houders in positie worden gehouden en waarbij één of meer van de aansluitpunten gekoppeld en/of kop- 20 pelbaar is met een flexibel verbindingselement, zoals een flexibele slang. De houder kan in deze uitvoering de behuizing zijn, maar tevens een standaard of ander middel voor het hou- H den van het watertoevoer- en/of waterafvoerstelsel. Door de H aansluitpunten te voorzien van flexibele slangen kan een snel- 25 le installatie worden gerealiseerd wanneer de houder eenmaal H is bevestigd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een behui- zing van een aansluiteenheid als hierboven beschreven, waarbij de behuizing openingen bevat voor toegang tot de aansluitpun- 30 ten.
H De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een H werkwijze voor het installeren van de watertoevoer en wateraf- H voer van ten minste een keuken, omvattende de stappen van: - het plaatsen van een aansluiteenheid volgens één of meer 35 van de conclusies 1-13 in een keukenkastje; - het aansluiten van flexibele slangen van de aansluiteen-heid op een waterleidingnet, een waterafvoer en/of ten minste één gebruikerseenheid in de keuken zodanig dat het I watertoevoerstelsel en het waterafvoerstelsel geschikt I zijn gekoppeld met het waterleidingnet, de waterafvoer I en/of de gebruikerseenheid.
JP 08-159355 openbaart een eenheid voor pijpleidin- I 5 gen en elektrische bedrading ter vereenvoudiging van installatiewerkzaamheden. De eenheid heeft echter geen water- afvoerstelsel hetgeen nadelig is voor de toepasbaarheid van de I eenheid.
I De uitvinding zal hierna verder worden geïllustreerd I 10 aan de hand van de bijgevoegde figuren, welke voorkeursuitνοεί ringsvormen volgens de uitvinding tonen. Vanzelfsprekend wordt de uitvinding op geen enkele wijze beperkt door deze specifie- I ke en de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen.
I In de figuren toont: I 15 Fig. 1 een keukenopstelling voorzien van een aan- I sluiteenheid volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; I Fig. 2 een watertransportsysteem bestaande uit een I watertoevoerstelsel en een waterafvoerstelsel als onderdeel I van een aansluiteenheid volgens een uitvoeringsvorm van de I 20 uitvinding; I Fig. 3 een schematische weergave van het watertrans- portsysteem voorzien van flexibele slangen gekoppeld met diverse gebruikseenheden van de keukenopstelling uit Fig. 1;
Fig. 4 een driedimensionale weergave in achteraan-25 zicht in onderdelen van de aansluiteenheid volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Fig. 5 een driedimensionale weergave in vooraanzicht van de aansluiteenheid van Fig. 4;
Fig. 6 een zijaanzicht van de aansluiteenheid vol-30 gens Figs. 4 en 5, waarbij het watertransportsysteem in de behuizing van de aansluiteenheid is aangebracht;
Fig. 7 een driedimensionale weergave van de aansluiteenheid van Figs. 4, 5 en 6 in geassembleerde toestand, en 35 Fig. 8 een driedimensionaal aanzicht van een aan sluiteenheid volgens een tweede uitvoeringsvorm.
Fig. 1 toont schematisch een keukenopstelling voorzien van een aansluiteenheid 1 welke is geplaatst in een 1 025198 I 6 I kastje 2 van het aanrechtblok 3. De keukenopstelling toont di- I verse gebruikerseenheden, te weten een vaatwasser 4, een I boiler 5, een kraan 6 en een spoelbak 7.
I Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van een watertrans- 5 portsysteem 10 van de aansluiteenheid 1 omvattende een I watertoevoerstelsel 10A en een waterafvoerstelsel 10B. Het wa- I tertoevoerstelsel 10A en het waterafvoerstelsel 10B zijn bij voorkeur in hoofdzaak fysiek gescheiden stelsels. Het water- I toevoerstelsel 10A omvat in de getoonde uitvoeringsvorm I 10 diverse aansluitpunten, te weten een aansluitpunt 11 voor de I toevoer van koud water vanuit het waterleidingnet (zie Fig.
I 3). Dit water wordt toegevoerd door buisverbindingen 12 aan I een watertoevoeraansluiting 13 voor de kraan 6, een watertoe- voeraansluiting in de vorm van kraan 14 voor de vaatwasser 4 I 15 en een watertoevoeraansluiting 15 voor toevoer van water aan de boiler 5 via een boilerinlaatcombinatie 16. De boilerin- I laatcombinatie 16 omvat een overdrukventiel 17, een kraan 18 en een druppelafvoer 19.
Het waterafvoerstelsel 10B omvat een aansluitpunt 20 20 voor de spoelbak 7, een aansluitpunt 21 voor de waterafvoer van de vaatwasser 4, een aansluitpunt 22 voor de afvoer van water van de druppelafvoer 19 (weergegeven met de pijl A, die bijv. kan worden gerealiseerd door een flexibele slang naar H een aansluitpunt 22 van het waterafvoerstelsel 10B) en een 25 aansluitpunt 23 voor afvoer van het water naar bijv. de riole- ring (zie Fig. 3) aansluitpunten. Het aansluitpunt 21 kan door middel van een apart afsluitklepje worden afgesloten wanneer geen vaatwasser 4 dient te worden aangesloten. Het aansluit- punt 22 is bij voorkeur voorzien van een taps toelopende 30 uiteinde waarin een vlotter (niet getoond), zoals een drijvend kogeltje, is aangebracht om te voorkomen dat wanneer een grote H hoeveelheid water wordt afgevoerd naar bij de aansluiting 23 H vanuit de spoelbak 7, water uit de vrije aansluiting 22 wordt H gedreven. De aansluitpunten 20, 21, 22 en 23 zijn verbonden H 35 door buiselementen, zoals een sifon 25, die verbonden zijn met wartels S. De wartels S zijn tevens verschaft bij de aansluit-H punten 20 en 23 teneinde flexibele slangen (zie Fig. 3) te kunnen koppelen aan deze aansluitpunten 20, 23 (zie Fig. 3).
H Het aansluitpunt 21 is voorzien van een verloopstuk 26 voor I het koppelen van een slang van de vaatwasser 4. Het verloop- stuk 26 in Fig. 2 staat onder een hoek met de verticaal, maar I kan tevens langs de verticaal of loodrecht op de verticaal I 5 zijn georiënteerd ten einde ruimte te besparen.
I Het zal de vakman duidelijk zijn dat het watertrans- portsysteem 10 verschillende uitvoeringen afhankelijk van de toepassing zal hebben. Het is bijvoorbeeld voorstelbaar dat de I watertoevoer en -afvoer voor een keukenopstelling zonder boi- I 10 Ier 4 dient te worden geïnstalleerd. In een dergelijk geval I kan dan in beginsel worden afgezien van de boilerinlaatcombi- natie 16, terwijl een extra aansluiting voor de toevoer van warm water in het watertoevoerstelsel 10A nodig is. Tevens is het mogelijk om, ondanks het feit dat er geen boiler 4 aanwe-15 zig is, het watertransportsysteem 10 toch te voorzien van een boilerinlaatcombinatie 16. Dit is bijv. het geval wanneer een zgn. quooker moet worden aangesloten, welke het mogelijk maakt om direct te beschikken over gekookt water. Ook is het mogelijk dat de boiler 4 een zgn. hot-fill boiler is, waarbij het 20 toegevoerde water niet vanuit het koudwateraansluitpunt 11 wordt betrokken, maar voorverwarmd wordt toegevoerd via een aansluiting (niet getoond) op de cv-ketel. Opgemerkt wordt dat dergelijke en andere uitvoeringen van het watertransportsysteem 10 voor de aansluiteenheid 1 binnen de beschermingsomvang 25 van de uitvinding vallen.
Ten einde de installatie te bespoedigen kan de aansluiteenheid 1 voorzien zijn van en/of koppelbaar zijn met één of meer flexibele verbindingselementen H, zoals flexibele slangen of buizen, zoals geschetst in Fig. 3. De flexibele 30 slangen zijn bij voorkeur aan de vrije uiteinden, d.w.z. de uiteinden van de slangen die niet gekoppeld zijn aan de aan-sluitpunten van de aansluiteenheid 1, voorzien van snelkoppelingen, zoals John Guest koppelingen. In Fig. 3 is het aansluitpunt 11 verbonden via een flexibele slang Hll met 35 een vaste aansluiting W van het waterleidingnet 30. De flexibiliteit en lengte van de slang Hll maken het mogelijk om het aansluitpunt 11 en de vaste aansluiting W snel te koppelen, onafhankelijk van de exacte positie van de vaste aansluiting λ oor 1 Q ft I 8 I W. Evenzo wordt het aansluitpunt 13 verbonden met de vaste I aansluiting T van de kraan 6 via de flexibele slang H13. De I vaatwasser 4 is voor de watertoevoer verbonden met het aan- I sluitpunt 14 via de slang H14, terwijl de toevoer van het I 5 koude water aan de boiler 5 plaatsvindt via de aansluiting 15 en de slang H15. De afvoer van het water van de spoelbak 7 ge- schiedt via de slang H20 en de aansluiting 20, terwijl het water van de vaatwasser 4 wordt afgevoerd via de slang H21 en I de aansluiting 21. Al het water wordt uiteindelijk afgevoerd 10 via de aansluiting 23 en de slang H23 naar de vaste rioolaan- I sluiting SW op de riolering 31.
Het zal de vakman duidelijk zijn dat de slangen H
I voorzien van snelkoppelingen de aansluiting van de aansluit- eenheid 1 aanzienlijk versnelt. Het zal tevens duidelijk zijn I 15 dat in plaats van slangen H ook equivalente watertransportmid- delen kunnen worden toegepast. De waterafvoerslangen H20 en I H23 hebben veelal een grotere diameter dan de overige slangen
Hll, H13, H14, H15 en H21 om verstopping door met het water I meekomende verontreinigingen te voorkomen. De slangen H20 en 20 H23 kunnen bijvoorbeeld zijn voorzien van een kniestuk dat het I mogelijk maakt om de slangen H20 en H23 met behulp van de war- tels S roteerbaar aan het waterafvoerstelsel 10B te koppelen, zodat de slangen H20 en H23 in iedere willekeurige positie kunnen worden georiënteerd. Bij voorkeur hebben de slangen H20 25 en H23 de eigenschap dat zij in staat zijn een eenmaal aange- H nomen vorm te behouden. Voorts is het voordelig om de slangen codes of kleuren te geven, bijv. rood voor warm water en blauw voor koud water, ten einde installatie te vereenvoudigen. De H van snelkoppelingen voorziene slangen H maken het gebruik van 30 gereedschappen overbodig, hetgeen voordelig is in de veelal beperkte ruimte van de keukenkastjes 2.
H De Figs. 4-7 tonen een eerste voorkeursuitvoerings- vorm volgens de uitvinding van een aansluiteenheid 1 voorzien H van een behuizing 40 en een watertransportsysteem 10 als hier- H 35 boven besproken onder referentie aan Fig. 2 en Fig. 3. De H behuizing 40 bestaat bij voorkeur uit twee delen 40A en 40B, zodat het watertransportsysteem 10 eenvoudig in de behuizing H 40 kan worden aangebracht. De delen 40A en 40B van de behui- 9 zing 40 kunnen worden bevestigd door middel van nokken 41 en corresponderende gaten 42. De behuizing 40 is bij voorkeur vervaardigd van kunststof. Het is bijzonder voordelig wanneer de behuizing 40 is gemaakt van een kunststof die zich onder 5 lage druk laat vormen in relatief goedkope matrijzen. Hierbij valt te denken aan expanded polypropyleen (EPP). Een schuim van EPP-deeltjes kan daarbij in een aluminium matrijs door middel van het toevoeren van stoom op een dusdanige temperatuur worden gebracht dat de deeltjes samensmelten. De ontstane 10 vorm wordt vervolgens verhit in een oven zodanig dat de definitieve vorm van de behuizing 40 wordt verkregen. De afmetingen van de behuizing 40 van de aansluiteenheid 40 behelzen bijv. een hoogte van 40cm, een breedte van 18cm en een diepte van 13cm. De constructie van het watertransportsysteem 15 10, als weergegeven in Fig.2, is dusdanig dat deze binnen de beperkte afmetingen van de behuizing 40 past opdat een compacte aansluiteenheid 1 wordt gerealiseerd.
De aansluiteenheid 1 kan tevens een bevestigingsele-ment 43 omvatten die samen kunnen werken met een uitsparing 44 20 van de behuizing 40 om de aansluiteenheid 1 in bijv. een keukenkastje 2 te bevestigen. Hiertoe wordt eerst het bevestigingselement 43 bevestigd in het keukenkastje 2, waarna de behuizing 40 in geassembleerde toestand (zie Fig. 7) met de uitsparing 44 op het bevestigingselement 43 wordt geplaatst 25 door het uitoefenen van enige druk.
De behuizing 40 omvat een aantal openingen voor toegang tot de aansluitpunten van het watertransportsysteem 10. Eén of meer openingen kunnen bij voorkeur op de naad van de delen 40A en 40B zijn gelegen, hetgeen voordelig is voor de 30 eenvoud van de vormgeving. De uitsparingen 45, 46 en 47 zijn verschaft in de behuizing 40 ten einde de aansluitingen 20, 21 en 23 toegankelijk te maken voor de slangen H20, H21 en H23.
De aansluitingen 20, 21 en 23 zijn in de wand van de behuizing 40 gelegen, zodat de slangen H20, H21 en H23 tijdens het 35 installeren aan enerzijds deze aansluitingen 20, 21 en 23 en anderzijds aan de aansluitingen van resp. de spoelbak 7, de vaatwasser 4 en de vaste aansluiting SW van de riolering kunnen worden gekoppeld. De uitsparing 48 verschaft een opening
102519B
I 10 I in de behuizing 40 voor de slang Hll voor de toegankelijkheid van de inwendig in de behuizing 40 gelegen aansluiting 11. De uitsparing 49 verschaft een opening voor de toegang tot een I aansluiting (niet getoond in Fig. 2) voor warm water, wanneer I 5 er geen boiler 5 aanwezig is. De uitsparing 50 verschaft een I opening voor toegang van de slang H13 tot de inwendig in de behuizing 40 gelegen aansluiting 13 voor toevoer van water aan de vaste aansluiting T van de kraan 6. De uitsparing 51 ver- I schaft een opening voor de toegang tot een aansluiting (niet 10 getoond) vanuit een cv-installatie (eveneens niet getoond) wanneer de boiler 5 een hot-fill boiler is.
Fig. 6 toont een zijaanzicht van de aansluiteenheid I 1, waarbij het watertransportsysteem 10 in het deel 40B van de behuizing 40 is geplaatst. De behuizing 40 is daartoe bij I 15 voorkeur dusdanig vormgegeven dat het watertransportsysteem 10 vast in de behuizing kan worden opgehangen. Fig. 6 toont de aansluitpunten 11, 13, 19 en 22 als inwendig in de behuizing I gelegen aansluitpunten en de aansluitingen 14, 15, 20 en 23 als bij de wand van de behuizing 40 liggende aansluitpunten.
I 20 De inwendig gelegen aansluitpunten zijn bij voorkeur reeds voorzien van flexibele slangen Hll, H13 die door de openingen 48 en 50 zijn gevoerd, zodat de aansluiteenheid 1 met een ge- sloten behuizing 40 kan worden aangeleverd.
De Figs. 5 en 7 tonen een driedimensionaal vooraan- 25 zicht van de aansluiteenheid 1 in resp. ongeassembleerde en geassembleerde toestand. Hierbij is zichtbaar dat de behuizing 40 ook aan de voorzijde openingen 52 en 53 omvat voor de kraan 14 en de elementen van de boilerinlaatcombinatie 16. De ope- ning 53 bewerkstelligd dat de wettelijk voorgeschreven 30 elementen van de boilerinlaatcombinatie 16 zichtbaar en han- teerbaar blijven wanneer de behuizing 40 gesloten is. In
geassembleerde toestand (Fig. 7) vormen de delen 40A en 40B
van de behuizing 40 integrerende delen voor het watertoevoer- stelsel 10A en het waterafvoerstelsel 10B die daarmee met de 35 behuizing worden geïntegreerd. Opgemerkt wordt dat in een gea- vanceerde uitvoering het watertransportsysteem 10 niet door middel van bijv. losse buizen 12 en sifons 25 wordt vormgege-
ven, maar door de vormgeving van de behuizingsdelen 40A en 40B
zelf ten minste ten dele wordt gerealiseerd.
I De behuizing 40 van de aansluiteenheid 1 is in I hoofdzaak gesloten. De enige significante opening in de behui- I 5 zing 40 wanneer de aansluitingen zijn gerealiseerd, is de wettelijk voorgeschreven opening 53. Wanneer er geen boiler 5 I op de locatie aanwezig is, kan ook deze opening zijn afgeslo- ten. Dit is weergegeven in Fig. 8. Deze afsluiting kan worden I gerealiseerd tijdens het maken van de behuizing 40 door het I 10 bijv. een inzetstuk aan te brengen in de matrijs.
1025198

Claims (16)

1. Aansluiteenheid (1) omvattende een watertoevoer- I stelsel (10A) voor het toevoeren van water aan ten minste één I gebruikerseenheid (4,5,6) en een waterafvoerstelsel (10B) voor I het afvoeren van water van ten minste één gebruikerseenheid I 5 (4,7), welke stelsels (ΙΟΑ,ΙΟΒ) zijn voorzien van aansluitpun- I ten (11,13-15,19-23) voor de toevoer en afvoer van water, I waarbij het watertoevoerstelsel (10A), het waterafvoerstelsel I (10B) en de aansluitpunten (11,13-15,19-23) geïntegreerde de- H len van de aansluiteenheid (1) zijn die wordt bepaald door een I 10 behuizing (40) voorzien van openingen (45-51) voor toegang tot I één of meer van de aansluitpunten (11,13-15,19-23).
2. Aansluiteenheid (1) volgens conclusie 1, waarbij één of meer van de aansluitpunten (11,13-15,19-23) zijn voor- zien van en/of geschikt zijn voor het aansluiten van flexibele 15 verbindingselementen, zoals flexibele slangen I (Hll,H13,H14,H15,H20,H21,H23).
3. Aansluiteenheid (1) volgens conclusie 2, waarbij één of meer van de flexibele verbindingselementen (H11,H13) zijn gekoppeld met aansluitpunten (11,13) in de behuizing (40) 20 en de behuizing openingen (48,49) heeft voor het doorvoeren van de slangen (Hll,H13).
4. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het waterafvoerstelsel (10B) een aansluitpunt (23) omvat voor de centrale afvoer van water 25 naar het riool (31).
5. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het watertoevoerstelsel (10A) een kraan (14) omvat voor de toevoer van water aan een gebrui- H kerseenheid (4). H 30
6. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het watertoevoerstelsel (10A) H een aansluitpunt (11) voor de toevoer van koud water omvat en H een boilerinlaatcombinatie (16) voor toevoer van water aan een H boiler (5). H 35
7. Aansluiteenheid (1) volgens conclusie 6, waarbij de boilerinlaatcombinatie (16) een keerklep (17) voor overal . ,.·,. λ 1-4 n O druk, een afsluitkraan (18) en een druppelafvoer (19) omvat en waarbij de behuizing (40) een opening (53) omvat die ten minste een deel van de overdrukventiel (17) en/of de afsluitkraan (18) en/of de druppelafvoer (19) blootstelt zodanig dat deze 5 zichtbaar en hanteerbaar is.
8. Aansluiteenheid (1) volgens conclusie 7, waarbij de druppelafvoer (19) uitmondt in het waterafvoerstelsel (10B).
9. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de 10 voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (40) ten minste één uitsparing (44) omvat welke is ingericht om samen te werken met een bevestigingselement (43).
10. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (40) in hoofdzaak 15 van kunststof is, zoals bijv. expanded polypropyleen.
11. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (40) is ingericht om het watertoeyoerstelsel (10A) en het waterafvoerstelsel (10B) ten minste ten dele te dragen.
12. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (40) ten minste uit twee delen (40A,40B) bestaat die zijn ingericht om te worden samengebracht ten einde de behuizing (40) van de aansluiteenheid (1) te vormen.
13. Aansluiteenheid (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij geen van de afmetingen (hoogte, breedte, diepte) van de behuizing (40) groter is dan 60 cm.
14. Aansluiteenheid (1) omvattende een watertoe-voerstelsel (10A) voor het toevoeren van water aan ten minste 30 één gebruikerseenheid (4,5,6) en een waterafvoerstelsel (10B) voor het afvoeren van water van ten minste één gebruikerseenheid (4,7), welke stelsels (10A,10B) zijn voorzien van aansluitpunten (11,13-15,19-23) voor de toevoer en afvoer van water, waarbij het watertoevoerstelsel (10A), het waterafvoer-35 stelsel (10B) en de aansluitpunten (11,13-15,19-23) door één of meer houders (40) in positie worden gehouden en waarbij één of meer van de aansluitpunten (11,13-15,19-23) gekoppeld en/of koppelbaar is een gebruikerseenheid via een flexibel verbin- 1 n?5l9Θ I 14 I dingselement, zoals een flexibele slang I (H11,H13,H14,H15,H20,H21,H23).
15. Behuizing (40) van een aansluiteenheid volgens I één of meer van conclusies 1-13, waarbij de behuizing (40) I 5 openingen (45-51) omvat voor de toegang tot de aansluitpunten I (11,13-15,19-23).
16. Werkwijze voor het installeren van de watertoe- I voer en waterafvoer van ten minste een keuken, omvattende de I stappen van: I 10 het plaatsen van een aansluiteenheid (1) volgens één of I meer van de conclusies 1-14 in een keukenkastje (2); I - het aansluiten van flexibele slangen I (H11,H13,H14,H15,H20,H21,H23) van de aansluiteenheid (1) I op een waterleidingnet (30), een waterafvoer (SW) en/of I 15 ten minste één gebruikerseenheid (4,5,6,7) in de keuken zodanig dat het watertoevoerstelsel (10A) en het wateraf- voerstelsel (10B) geschikt zijn gekoppeld met het waterleidingnet (30), de waterafvoer (SW) en/of de ge- bruikerseenheid (4,5,6,7). ~ ~ r- Λ O ft
NL1025198A 2004-01-09 2004-01-09 Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken. NL1025198C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025198A NL1025198C2 (nl) 2004-01-09 2004-01-09 Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025198A NL1025198C2 (nl) 2004-01-09 2004-01-09 Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken.
NL1025198 2004-01-09

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1025198A1 NL1025198A1 (nl) 2004-08-26
NL1025198C2 true NL1025198C2 (nl) 2004-11-24

Family

ID=33297547

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025198A NL1025198C2 (nl) 2004-01-09 2004-01-09 Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025198C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3174158A (en) * 1963-10-14 1965-03-23 Roth Russell Corp Plumbing core
US3358298A (en) * 1963-12-23 1967-12-19 Peter J Beyerle Wall plumbing assembly
GB2143559A (en) * 1983-07-18 1985-02-13 Delaunay Ingenierie Sanitary service unit
JPH08159355A (ja) 1994-12-07 1996-06-21 Tokyo Gas Co Ltd 配管配線ユニット
DE20107038U1 (de) * 2001-03-20 2002-08-01 SKV-Verteilersysteme GmbH, 87700 Memmingen Vorrichtung für die Wasserverteilung bei Wasserinstallationen
DE10112626A1 (de) * 2001-03-14 2002-09-19 Gep Umwelttechnik Gmbh Pumpeneinheit für Regenwassernutzungsanlagen
AT410812B (de) * 2001-10-16 2003-08-25 Bartosek Edward Anordnung zur aufnahme von anschluss- und ableitungselementen

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3174158A (en) * 1963-10-14 1965-03-23 Roth Russell Corp Plumbing core
US3358298A (en) * 1963-12-23 1967-12-19 Peter J Beyerle Wall plumbing assembly
GB2143559A (en) * 1983-07-18 1985-02-13 Delaunay Ingenierie Sanitary service unit
JPH08159355A (ja) 1994-12-07 1996-06-21 Tokyo Gas Co Ltd 配管配線ユニット
DE10112626A1 (de) * 2001-03-14 2002-09-19 Gep Umwelttechnik Gmbh Pumpeneinheit für Regenwassernutzungsanlagen
DE20107038U1 (de) * 2001-03-20 2002-08-01 SKV-Verteilersysteme GmbH, 87700 Memmingen Vorrichtung für die Wasserverteilung bei Wasserinstallationen
AT410812B (de) * 2001-10-16 2003-08-25 Bartosek Edward Anordnung zur aufnahme von anschluss- und ableitungselementen

Also Published As

Publication number Publication date
NL1025198A1 (nl) 2004-08-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7849530B2 (en) Waste-water heat recovery system
US5165456A (en) Diverter apparatus and method for saving fresh water
CN105247142B (zh) 具有集成在冲洗水分配器中的私密喷淋装置的坐便器
KR20100019511A (ko) 워터 매니폴드 시스템 및 방법
JP2007509748A (ja) 機器内のろ過装置の改良設計
US11813635B2 (en) Shower caddy with heated fluid dispenser, additive infuser, and/or 4-way diverter
NL1025198C2 (nl) Aansluiteenheid en werkwijze voor het installeren in een keuken.
CN114929973A (zh) 可配置水龙头设备及其实施和操作方法
US20070151018A1 (en) Storage tank with organizer
JP5690590B2 (ja) 変換弁を用いる方法及び装置
JP4684971B2 (ja) 飲料水ディスペンサー
GB2446601A (en) Electric water heater with constant preset temperature
US9724457B2 (en) Dialysis service box
JP6353033B2 (ja) 洗面所ポータブル水システム
CN206800525U (zh) 一种分体式入墙面盆龙头
CN114322062B (zh) 休闲车中的供水设备的防冻装置
CN215759359U (zh) 一体式水槽设备
JP3534085B2 (ja) 給湯装置
DK176316B1 (da) Fremgangsmåde til fremstilling af en vandvarmer samt en vandvarmer
JP7408054B2 (ja) 水まわり機能集約ユニット
WO2018097812A2 (en) Shower head provided with temperature adjuster
KR102411725B1 (ko) 분리된 복수 개의 유닛을 포함하는 정수기
CZ2023157A3 (cs) Zařízení pro zpětné získávání tepla z odpadní vody stavebního objektu
RU2448459C2 (ru) Поилка
WO2001042573A2 (en) Sanitary units, especially for household use

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20040922

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120801