NL1025021C2 - Bevestigingsmiddel. - Google Patents
Bevestigingsmiddel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025021C2 NL1025021C2 NL1025021A NL1025021A NL1025021C2 NL 1025021 C2 NL1025021 C2 NL 1025021C2 NL 1025021 A NL1025021 A NL 1025021A NL 1025021 A NL1025021 A NL 1025021A NL 1025021 C2 NL1025021 C2 NL 1025021C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- edge
- groove
- helical
- diameter
- fastening means
- Prior art date
Links
- 239000004567 concrete Substances 0.000 title claims description 8
- 239000004575 stone Substances 0.000 title claims description 5
- 239000002023 wood Substances 0.000 title 1
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 5
- 238000004804 winding Methods 0.000 claims description 4
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 2
- 239000000758 substrate Substances 0.000 claims 2
- 235000013312 flour Nutrition 0.000 description 11
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 7
- 239000000314 lubricant Substances 0.000 description 3
- ZOXJGFHDIHLPTG-UHFFFAOYSA-N Boron Chemical compound [B] ZOXJGFHDIHLPTG-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 229910052796 boron Inorganic materials 0.000 description 2
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000006866 deterioration Effects 0.000 description 1
- 239000000428 dust Substances 0.000 description 1
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
- 238000010079 rubber tapping Methods 0.000 description 1
- 229910001220 stainless steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000010935 stainless steel Substances 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
- 210000003462 vein Anatomy 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B25/00—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
- F16B25/001—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by the material of the body into which the screw is screwed
- F16B25/0031—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by the material of the body into which the screw is screwed the screw being designed to be screwed into different materials, e.g. a layered structure or through metallic and wooden parts
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B25/00—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
- F16B25/0036—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw
- F16B25/0042—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw
- F16B25/0068—Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw with multiple-threads, e.g. a double thread screws
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Geometry (AREA)
- Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)
- Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
- Transmission Devices (AREA)
- Flanged Joints, Insulating Joints, And Other Joints (AREA)
- Seal Device For Vehicle (AREA)
- Iron Core Of Rotating Electric Machines (AREA)
- Massaging Devices (AREA)
Description
* » BEVESTIGINGSMIDDEL· 5 De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsmiddel ter bevestiging aan een stenen, betonnen of houten ondergrond, waarbij het bevestigingsmiddel in een boring gevormd in de ondergrond kan worden aangebracht, welk bevestigingsmiddel een schacht bevat die over althans een deel vein diens lengte 10 is voorzien van een langs diens omtreksoppervlak lopende, schroeflijnvormige groef en van een schroeflijnvormige, tegen de groef aanliggende rand, welke rand ten opzichte van de schacht radiaal uitsteekt ter vorming van mannelijke schroefdraad, waarbij de groef en de rand een 15 schroeflijnvormige configuratie vormen, waarbij naburige windingen van de configuratie middels een tussengebied op afstand van elkaar liggen en waarbij de rand ten opzichte van een tussengebied is verhoogd en de groef ten opzichte van een tussengebied is verdiept.
20
Een dergelijk bevestigingsmiddel is bekend Uit de Europese octrooipublicatie no. 0 560 789 (Bickford). De rand van het bekende, bijvoorbeeld uit roestvrij staal vervaardigde bevestigingsmiddel is zelftappend in de zin dat deze tijdens 25 montage schroefdraad snijdt in het omtreksoppervlak van de boring. De groef dient daarbij vrijkomend boormateriaal zoveel mogelijk axiaal naar achteren te transporteren.
Een bezwaar van het bevestigingsmiddel bekend uit de Europese 30 octrooipublicatie no. 0 560 789 (Bickford) is het volgende. Zoals hierboven reeds opgemerkt, snijdt de rand van het bevestigingsmiddel tijdens montage schroefdraad in het omtreksoppervlak van de boring. Hierbij komt boormateriaal in de vorm van bijvoorbeeld stof en gruis vrij dat zich tussen 1 025021 I de boring en de schacht van het bevestigingsmiddel nestelt.
In de praktijk is gebleken dat de groef van het bevestigingsmiddel dit boormateriaal, ook wel "boormeel" genoemd, niet optimaal wegvoert. Dat heeft als gevolg dat het I 5 boormeel wordt samengedrukt, waardoor de weerstand om het bevestigingsmiddel in de boring te draaien wordt verhoogd.
I Uiteindelijk kan dat resulteren in het vastlopen van het I bevestigingsmiddel, dat wil zeggen dat het bevestigingsmiddel I niet verder in de boring kan worden gedraaid, ook al is de H 10 boring voldoende diep. Een volgend bezwaar van het bekende I bevestigingsmiddel is dat het tijdens montage niet optimaal I wordt gecentreerd, i.e. scheef ten opzichte van lengte as van I de boring wordt gepositioneerd. Dit leidt niet alleen tot een I slechtere bevestiging, doch eveneens tot een verslechtering I 15 van het axiaal naar achteren transporteren van het boormeel.
I Voorts wordt daarbij schade berokkend aan de wand van de I boring.
I Het is het doel van de uitvinding de bovengenoemde bezwaren I 20 van de stand van de techniek te ondervangen, in de zin dat I een eenvoudig en goedkoop bevestigingsmiddel wordt I voorgesteld dat met een minimaal indraaimoment optimaal I gecentreerd in de boring kan worden aangebracht.
25 Hiertoe bevat een bevestigingsmiddel overeenkomstig de I uitvinding een schacht die over althans een deel van diens I lengte is voorzien van een langs diens omtreksoppervlak I lopende, schroeflijnvormige eerste en tweede groef en van een I schroeflijnvormige eerste en tweede rand, welke randen ten 30 opzichte van de schacht radiaal uitsteken ter vorming van I mannelijke schroefdraad, waarbij de eerste rand tegen de I eerste groef aanligt en de tweede rand tegen de tweede groef I aanligt, waarbij de eerste groef en de eerste rand een eerste I ιποςη91
• I
3 schroeflijnvormige configuratie vormen en de tweede groef en de tweede rand een tweede schroeflijnvormige configuratie vormen, waarbij naburige windingen van de eerste en de tweede configuratie middels een tussengebied op afstand van elkaar 5 liggen, waarbij de eerste en de tweede rand ten opzichte van een tussengebied zijn verhoogd en de eerste en de tweede groef ten opzichte van een tussengebied zijn verdiept en waarbij de diameter van de schroeflijnvorm van de eerste rand groter is dan de diameter van de schroeflijnvorm van de 10 tweede rand. In het onderhavige geval wordt juist gebruik gemaakt van het eerdergenoemde boormeel en wordt derhalve een vooroordeel overwonnen in de zin dat boormeel slechts nadelen met zich meebrengt. Samengedrukt boormeel wordt met behulp Vein de tweede rand in de tweede groef opgenomen, waarbij het 15 boormeel zich niet als "b 1 okkeermidde 1", doch als - "smeermiddel" manifesteert. Daarbij gedraagt het boormeel zich vloeistof achtig. Met andere woorden, de eerste en de tweede schroeflijnvormige configuraties (gevormd door de eerste groef en de eerste rand enerzijds en de tweede groef 20 en de tweede rand anderzijds) zorgen voor het optimaal axiaal wegvoeren van het tijdens montage optredende boormeel.
Hierbij heeft de eerste rand een zuiver persende functie (het mannelijk schroefdraad perst zich in het beton) en heeft de tweede rand een persende functie (het mannelijk schroefdraad 25 perst zich in het beton) naast een centrerende functie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel volgens de uitvinding ligt de schroeflijnhoek van de eerste groef in tussen 20° en 30°.
30
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingsmiddel overeenkomstig de uitvinding ligt de schroeflijnhoek van de tweede groef in tussen 20° en 30°.
1025021 I Bij voorkeur liggen de schroeflijnhoeken van beide groeven in I tussen 20° en 25°.
I In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een I 5 bevestigingsmiddel volgens de uitvinding is de diameter van de schroeflijnvorm van de eerste groef kleiner dan de I diameter van de schroeflij nvorm van de tweede groef. In het I bijzonder liggen de diameters van de schroeflijnvormen van de I eerste groef en de tweede groef in tussen 89 en 96% van de I 10 diameter van de schacht. In het bijzonder ligt de diameter van de schroeflij nvorm van de tweede rand daarbij in tussen I 115 en 119% van de diameter van de schacht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een I 15 bevestigingsmiddel overeenkomstig de uitvinding ligt de I diameter van de schroeflijnvorm van de eerste rand in tussen 120 en 125% van de diameter vein de schacht.
I In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een I 20 bevestigingsmiddel volgens de uitvinding hebben de eerste rand en de tweede rand een V-vormige dwarsdoorsnede hebben.
I In het bijzonder sluiten zijden van.de eerste rand nabij de I apex daarvan daarbij een hoek in inliggend tussen 45° en 55°.
I Daarbij verdient het de voorkeur dat zijden van de tweede I 25 rand nabij de apex daarvan een hoek insluiten inliggend tussen 65° en 75°.
I In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een I bevestigingsmiddel overeenkomstig de uitvinding is het I 30 bevestigingsmiddel vervaardigd uit een materiaal met een I minimale hardheid van ten minste Hrc 35.
I 102502' 5
« I
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van een bevestigingsmiddel aan een stenen, betonnen of houten ondergrond, waarbij een boring in de ondergrond wordt gevormd en het bevestigingsmiddel in de 5 boring wordt aangebracht, waarbij het bevestigingsmiddel volgens de uitvinding een schacht bevat die over althans een deel van diens lengte is voorzien van een langs diens omtreksoppervlak lopende, schroeflijnvormige eerste en tweede groef en van een schroeflijnvormige eerste en tweede rand, 10 welke randen ten opzichte van de schacht radiaal uitsteken ter vorming van mannelijke schroefdraad, waarbij de eerste rand tegen de eerste groef aanligt en de tweede rand tegen de tweede groef aanligt, waarbij de eerste groef en de eerste rand een eerste schroeflijnvormige configuratie vormen en de 15 tweede groef en de tweede rand een tweede schroeflijnvormige configuratie vormen, waarbij naburige windingen van de eerste en de tweede configuratie middels een tussengebied op afstand van elkaar liggen, waarbij de eerste en de tweede rand ten opzichte van een tussengebied zijn verhoogd en de eerste en 20 de tweede groef ten opzichte van een tussengebied zijn verdiept en waarbij de diameter van de schroeflijnvorm van de eerste rand groter is dan de diameter van de schroef lij nvorm van de tweede rand.
25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij - figuur 1 een voorkeursvariant van het onderhavige bevestigingsmiddel in perspectief schematisch laat zien; 30 - figuur 2 het bevestigingsmiddel van figuur in dwarsdoorsnede toont.
1025021 6
In figuur 1 onderscheidt men een stalen bevestigingsmiddel 1 overeenkomstig de uitvinding, dat bijvoorbeeld in een betonnen wand kan worden aangebracht. Daartoe wordt eerst een boorgat met een nominale boormaat van 8 mm in de wand geboord 5 en wordt het bevestigingsmiddel 1 vervolgens in het boorgat gedraaid. Het bevestigingsmiddel 1 bestaat uit een cilindrische schacht 2 met aan het ene uiteinde daarvan een zeskantige kop 3 en aan het andere uiteinde daarvan een verjongd insteekdeel 4. De schacht 2 heeft een diameter 10 gelijk aan 96 tot 98% van de nominale buitendiameter van het boorgat. De schacht 2 bezit over een deel 5 van diens lengte twee paren schroeflijnvormige configuraties die over het gehele manteloppervlak van dat deel 5 van de schacht 2 lopen. Het eerste paar bestaat uit een eerste schroeflijnvormige 15 groef 6 met een schroeflijnhoek van circa 25°, alsmede uit een eerste radiaal ten opzichte van de schacht 3 uitstekende, schroeflijnvormige rand 7 die aan (een zijde van) de groef 6 grenst. Het tweede paar is opgebouwd uit een tweede schroeflijnvormige groef 8 met een schroeflijnhoek van circa 20 25°, alsmede uit een tweede schroeflijnvormige rand 9 die tegen (een zijde van) de groef 6 aanligt en die radiaal ten opzichte van de schacht 3 uitsteekt. Beide randen 7,9 vormen mannelijk (uitwendig) schroefdraad. Aangrenzende windingen van de eerdergenoemde configuraties sluiten telkens een 25 tussengebied 10 in. De randen 7,9 zijn ten opzichte van het desbetreffende tussengebied 10 verhoogd, terwijl de groeven 6,8 ten opzichte van het desbetreffende tussengebied 10 zijn verlaagd. Het tussengebied 10 mag nooit meer dan 3,99 mm zijn.
30
In figuur 2 zijn delen die met die van figuur 1 corresponderen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Zoals figuur 2 laat zien, hebben de randen 7,9 een V-vormige 7 dwarsdoorsnede. Zijden van de eerste rand 7 sluiten nabij de apex daarvan een hoek in inliggend van ongeveer 50°. Zijden van de tweede rand 9 sluiten daarentegen nabij de apex daarvan een hoek in van circa 70°. De tussengebieden 10 5 hebben een breedte (gemeten in axiale richting van de schacht 2) van ongeveer 1,8 mm. De buitendiameter van de rand 7 heeft een overmaat van 19 tot 24% ten opzichte van de nominale diameter van het boorgat, terwijl de buitendiameter van de rand 9 een overmaat van 14 tot 18% heeft ten opzichte van die 10 nominale diameter. Om de stabiliteit van de schroeflijnen te verhogen zijn beide randen 7,9 aan hun tóppen afgeplat.
De randen 7, 9 dragen eraan bij dat het bevestigingsmiddel 1 optimaal gecentreerd met een minimaal draaimoment in het 15 boorgat kan worden gedraaid, onder gebruikmaking van het daarbij ontstane boormeel als "smeermiddel". Bij axiale belasting zal de schacht 2 gelijkmatig worden belast. Het boormeel wordt in radiale richting nauwelijks samengedrukt, zodat het bevestigingsmiddel 1 met een minimale spanning kern 20 worden gemonteerd. Dit betekent dat de afstand tussen aangrenzende boorgaten minimaal kan zijn.
De uitvinding beperkt zich niet tot het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, doch strekt zich eveneens uit tot 25 andere varianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.
1025021 i
Claims (11)
1. Bevestigingsmiddel ter bevestiging aan een stenen, betonnen of houten ondergrond, waarbij het 5 bevestigingsmiddel in een boring gevormd in de ondergrond kan worden aangebracht, welk bevestigingsmiddel een schacht bevat die over althans een deel van diens lengte is voorzien van een langs diens omtreksoppervlak lopende, schroeflijnvormige eerste en tweede groef en van een 10 schroeflijnvormige eerste en tweede rand, welke randen ten opzichte van de schacht radiaal uitsteken ter vorming van mannelijke schroefdraad, waarbij de eerste rand tegen de eerste groef aanligt en de tweede rand tegen de tweede groef aanligt, waarbij de eerste groef en de eerste rand 15 een eerste schroeflijnvormige configuratie vormen en de tweede groef en de tweede rand een tweede schroeflijnvormige configuratie vormen, waarbij naburige windingen van de eerste en de tweede configuratie middels een tussengebied op afstand van elkaar liggen, waarbij de 20 eerste en de tweede rand ten opzichte van een tussengebied zijn verhoogd en de eerste en de tweede groef ten opzichte van een tussengebied zijn verdiept en waarbij de diameter van de schroeflijnvom van de eerste rand groter is dan de diameter van de schroeflijnvorm van 25 de tweede rand.
2. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 1, waarbij de diameter van de schroeflijnvorm van de eerste groef kleiner is dan de diameter van de schroeflijnvorm van de 30 tweede groef. 1 f12502 1 • ·
3. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 2, waarbij de diameters van de schroeflijnvormen van de eerste groef en de tweede groef inliggen tussen 89 en 96% van de diameter van de schacht. 5
4. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de diameter van de schroeflijnvorm van de eerste rand inligt tussen 120 en 125% van de diameter van de schacht. 10
5. Bevestigingsmiddel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij de schroeflijnhoek van de eerste groef inligt tussen 20° en 30°.
6. Bevestigingsmiddel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij de schroeflijnhoek van de tweede groef inligt tussen 20° en 30°.
7. Bevestigingsmiddel volgens een der voorgaande 20 conclusies 1 tot en met 6, waarbij de eerste rand en de tweede rand een V-vormige dwarsdoorsnede hebben.
8. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 7, waarbij zijden van de eerste rand nabij de apex daarvan een 25 hoek insluiten inliggend tussen 45° en 55°.
9. Bevestigingsmiddel volgens conclusie 7 of 8, waarbij zijden van de tweede rand nabij de apex daarvan een hoek insluiten inliggend tussen 65° en 75°. 30
10. Bevestigingsmiddel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij het 102502 = I * I bevestigingsmiddel is vervaardigd uit een materiaal met een hardheid van ten minste Hrc 35.
11. Werkwijze voor het bevestigen van een I 5 bevestigingsmiddel aan een stenen, betonnen of houten I ondergrond, waarbij een boring in de ondergrond wordt I gevormd en het bevestigingsmiddel in de boring wordt aangebracht, waarbij het bevestigingsmiddel een I schacht bevat die over althans een deel van diens I 10 lengte is voorzien van een langs diens I omtreksoppervlak lopende, schroeflijnvormige eerste en tweede groef en van een schroeflijnvormige eerste I en tweede rand, welke randen ten opzichte van de I schacht radiaal uitsteken ter vorming van mannelijke 15 schroefdraad, waarbij de eerste rand tegen de eerste groef aanligt en de tweede rand tegen de tweede groef aanligt, waarbij de eerste groef en de eerste rand een eerste schroeflijnvormige configuratie vormen en I de tweede groef en de tweede rand een tweede I 20 schroeflijnvormige configuratie vormen, waarbij I naburige windingen van de eerste en de tweede I configuratie middele een tussengebied op afstand van I elkaar liggen, waarbij de eerste en de tweede rand I ten opzichte van een tussengebied zijn verhoogd en de I 25 eerste en de tweede groef ten opzichte van een I tussengebied zijn verdiept en waarbij de diameter van I de schroeflijnvorm van de eerste rand groter is dan I de diameter van de schroeflijnvorm van de tweede I rand. I 1025021
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025021A NL1025021C2 (nl) | 2003-12-15 | 2003-12-15 | Bevestigingsmiddel. |
ES04106520T ES2279297T3 (es) | 2003-12-15 | 2004-12-13 | Dispositivo de fijacion. |
EP04106520A EP1544480B1 (en) | 2003-12-15 | 2004-12-13 | Fixing device |
AT04106520T ATE354740T1 (de) | 2003-12-15 | 2004-12-13 | Befestigungselement |
DE602004004865T DE602004004865T2 (de) | 2003-12-15 | 2004-12-13 | Befestigungselement |
PL04106520T PL1544480T3 (pl) | 2003-12-15 | 2004-12-13 | Urządzenie mocujące |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025021A NL1025021C2 (nl) | 2003-12-15 | 2003-12-15 | Bevestigingsmiddel. |
NL1025021 | 2003-12-15 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1025021C2 true NL1025021C2 (nl) | 2004-09-22 |
Family
ID=33448541
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1025021A NL1025021C2 (nl) | 2003-12-15 | 2003-12-15 | Bevestigingsmiddel. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1544480B1 (nl) |
AT (1) | ATE354740T1 (nl) |
DE (1) | DE602004004865T2 (nl) |
ES (1) | ES2279297T3 (nl) |
NL (1) | NL1025021C2 (nl) |
PL (1) | PL1544480T3 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
TWI408292B (zh) * | 2011-07-08 | 2013-09-11 | Kuo Tai Hsu | 螺絲 |
DE102015100037A1 (de) * | 2015-01-05 | 2016-07-07 | Adolf Würth GmbH & Co. KG | Schraube mit Diskontinuität an Zwischengewindeabschnitt |
CN108403235B (zh) * | 2018-03-27 | 2020-05-15 | 北京莱顿生物材料有限公司 | 一种口腔种植体及口腔种植体组件 |
EP3940250A1 (en) * | 2020-07-14 | 2022-01-19 | Hilti Aktiengesellschaft | Hybrid screw with buffer zone |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0560789A1 (en) | 1990-12-14 | 1993-09-22 | Charles Bickford | FASTENING. |
US5957646A (en) * | 1998-11-02 | 1999-09-28 | Anthony C. Giannuzzi | Enhanced strength screw-type masonry anchor |
US6371709B1 (en) * | 1997-11-10 | 2002-04-16 | Hanstock Fasteners Pty Limited | Screws and threadforms |
-
2003
- 2003-12-15 NL NL1025021A patent/NL1025021C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-12-13 PL PL04106520T patent/PL1544480T3/pl unknown
- 2004-12-13 DE DE602004004865T patent/DE602004004865T2/de not_active Expired - Fee Related
- 2004-12-13 AT AT04106520T patent/ATE354740T1/de not_active IP Right Cessation
- 2004-12-13 ES ES04106520T patent/ES2279297T3/es active Active
- 2004-12-13 EP EP04106520A patent/EP1544480B1/en not_active Not-in-force
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0560789A1 (en) | 1990-12-14 | 1993-09-22 | Charles Bickford | FASTENING. |
US6371709B1 (en) * | 1997-11-10 | 2002-04-16 | Hanstock Fasteners Pty Limited | Screws and threadforms |
US5957646A (en) * | 1998-11-02 | 1999-09-28 | Anthony C. Giannuzzi | Enhanced strength screw-type masonry anchor |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1544480A1 (en) | 2005-06-22 |
ATE354740T1 (de) | 2007-03-15 |
DE602004004865D1 (de) | 2007-04-05 |
ES2279297T3 (es) | 2007-08-16 |
DE602004004865T2 (de) | 2007-11-08 |
PL1544480T3 (pl) | 2007-07-31 |
EP1544480B1 (en) | 2007-02-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP3379092B1 (en) | Screw with cutting teeth | |
US6296433B1 (en) | Large diameter tapcon with debris reservoir end or tip | |
US7988396B2 (en) | Deck screw | |
US6328516B1 (en) | Screw with cutting edge | |
US8616816B2 (en) | Screw for composite/plastic materials | |
CA2518319A1 (en) | Locking screw for an intramedullary nail | |
US10500652B2 (en) | Hole cutter with multiple fulcrums | |
EP0870561B1 (de) | Bohrwerkzeug | |
NL1025021C2 (nl) | Bevestigingsmiddel. | |
US20190203756A1 (en) | Plug screw | |
CN1094168C (zh) | 一种钻具 | |
CA3113635A1 (en) | Fastener with continuous detent region | |
US20170066064A1 (en) | Hole cutter with multiple fulcrums | |
WO2003052280A2 (en) | Fluid flow bolt system | |
CA2402959C (en) | Anti-skip fastener tightening and/or extraction device | |
WO2007073326A1 (en) | Screw | |
NZ530230A (en) | Threaded fastener with dual reinforcing leads and improved substrate entry or lead end portion | |
EP2018919A1 (en) | Screwing bit | |
AU2017201328A1 (en) | Drill string cartridge back-cut stabiliser tool | |
AU2001239811B2 (en) | Dowel and method of using same | |
EP3121462B1 (en) | Screw | |
US20230392637A1 (en) | Concrete fastener | |
KR20110006908U (ko) | 목공용 나사못 | |
US11739783B2 (en) | Concrete fastener | |
EP0684395A2 (en) | Wall-plugs having anti-rotation arms |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100701 |