NL1024850C2 - Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit. - Google Patents

Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit. Download PDF

Info

Publication number
NL1024850C2
NL1024850C2 NL1024850A NL1024850A NL1024850C2 NL 1024850 C2 NL1024850 C2 NL 1024850C2 NL 1024850 A NL1024850 A NL 1024850A NL 1024850 A NL1024850 A NL 1024850A NL 1024850 C2 NL1024850 C2 NL 1024850C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connector
locking arm
locking
connector system
counterpart
Prior art date
Application number
NL1024850A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Poorter
Marcel Peter Meijer
Paul Johannes Marinus Potters
Original Assignee
Framatome Connectors Int
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Framatome Connectors Int filed Critical Framatome Connectors Int
Priority to NL1024850A priority Critical patent/NL1024850C2/nl
Priority to KR1020067010994A priority patent/KR20060115893A/ko
Priority to EP04797717A priority patent/EP1687872A1/en
Priority to US10/578,423 priority patent/US7300300B2/en
Priority to CN2004800400136A priority patent/CN1902790B/zh
Priority to JP2006538764A priority patent/JP2007511054A/ja
Priority to PCT/EP2004/012632 priority patent/WO2005046007A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1024850C2 publication Critical patent/NL1024850C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/62Means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts or for holding them in engagement
    • H01R13/629Additional means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts, e.g. aligning or guiding means, levers, gas pressure electrical locking indicators, manufacturing tolerances
    • H01R13/633Additional means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts, e.g. aligning or guiding means, levers, gas pressure electrical locking indicators, manufacturing tolerances for disengagement only
    • H01R13/6335Additional means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts, e.g. aligning or guiding means, levers, gas pressure electrical locking indicators, manufacturing tolerances for disengagement only comprising a handle
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/62Means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts or for holding them in engagement
    • H01R13/627Snap or like fastening
    • H01R13/6275Latching arms not integral with the housing
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/62Means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts or for holding them in engagement
    • H01R13/629Additional means for facilitating engagement or disengagement of coupling parts, e.g. aligning or guiding means, levers, gas pressure electrical locking indicators, manufacturing tolerances
    • H01R13/62933Comprising exclusively pivoting lever

Landscapes

  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)

Description

»
Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit
De uitvinding heeft betrekking op een connectorsys-teem voor signaaloverdracht met verbeterde ontkoppel-functionaliteit. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een connectorsysteem van een connector en een 5 tegenstuk, waarbij de connector een roteerbaar opgehangen ver-grendelarm omvat die zich uitstrekt in de richting van het tegenstuk en waarbij de vergrendelarm een eerste vergrendel-deel omvat dat is ingericht om te koppelen met een tweede vergrendeldeel van het tegenstuk door een eerste roterende be-10 weging van de vergrendelarm naar een vergrendelde positie van de connector en het tegenstuk en te ontkoppelen van het tweede vergrendeldeel door een tweede roterende 'beweging naar een ontgrendelde positie om de connector en het tegenstuk te ontgrendelen.
15 Tegenwoordig moeten kabelconnectoren in bijv. tele- comtoepassingen voldoen aan een groot pakket van steeds toenemende eisen met betrekking tot bijv. robuustheid, monta-gekwaliteit, esthetische overwegingen, dichtheid, afscherming etc.
20 US 4,702,542 openbaart een tweedelige behuizing van een kabelconnector die kan koppelen en vergrendelen met een connector van een andere behuizing. Een roteerbaar opgehangen en onder veerkracht staande vergrendelarm is verschaft om de kabelconnector en de andere connectorbehuizing of een uitspa-25 ring in een chassis of paneel te vergrendelen.
Een probleem van het connectorsysteem volgens de stand van de techniek is dat het ontkoppelen van de kabelconnector relatief gecompliceerd is aangezien een operator eerst de kabelconnector moet ontgrendelen door het bedienen van de 30 vergrendelarm door het uitoefenen van een geschikte kracht die groter is dan de veerbelasting en vervolgens de kabelconnector moet ontkoppelen, terwijl hij nog steeds een kracht op de vergrendelarm moet uitoefenen. Wanneer de ontkoppelactie niet onmiddellijk na het ontgrendelen wordt uitgevoerd wordt de ka-35 belconnector opnieuw vergrendeld als gevolg van de veerbelasting op de vergrendelarm.
1 024850 2
Connectorpanelen in telecomtoepassingen zijn typisch voorzien van honderden van dergelijke connectorsystemen zodat » het ontkoppelen van de connectorsystemen door een dergelijke gecompliceerde actie ergonomisch problematisch kan'zijn. Ver-5 der ontbreekt voor een paneel met een hoge dichtheid van kabelconnectoren dikwijls de ruimte om een dergelijke ontkop-peloperatie uit te voeren.
Het is een doelstelling van de uitvinding om een con-nectorsysteem te verschaffen met een verbeterde ontkoppel-10 functionaliteit.
Deze doelstelling wordt bewerkstelligd door het verschaffen van een connectorsysteem met het kenmerk dat het systeem is ingericht om de vergrendelarm te ondersteunen na de tweede roterende beweging om te voorkomen dat de vergrendelarm 15 terugroteert naar de vergrendelde positie. Door het verschaffen van middelen voor het systeem om de vergrendelarm te ondersteunen in de ontgrendelde positie, terwijl de connector nog niet is ontkoppeld, kan een operator eerst de connector Ontgrendelen van het tegenstuk en later op een geschikt tijd-20 stip ontkoppelen. Het vergrendelsysteem volgens de uitvinding vereist niet langer en gecompliceerde handeling voor het ontkoppelen van de connector, zoals een kabelconnector, van een tegenstuk, zoals een bordconnectorbehuizing of een panel. Verder kan de ruimte om de kabelconnector vast te pakken beperkt 25 zijn ten gevolge van een grote hoeveelheid kabels met kabel-connectoren. De uitvinding maakt het mogelijk dat de kabelconnectoren eerst worden ontgrendeld door het bedienen van de vergrendelarm en vervolgens te ontkoppelen door te trekken aan de eenvoudig toegankelijke kabel van de 30 kabelconnector. Opgemerkt wordt dat het connectorsysteem volgens de uitvinding in verschillende situaties kan worden toegepast, waaronder verbindingen tussen een kabelconnector en een bordconnectorbehuizing, een kabelconnector en een andere kabelconnector, een bordconnector en een andere bordconnector 35 etc. Verder wordt opgemerkt dat de signaaloverdracht zowel elektrische als optische signalen kan omvatten. Het zal verder duidelijk zijn dat de vergrendelarm ook onderdeel kan zijn van het tegenstuk, dat wil zeggen de omgekeerde situatie waarbij de connector functioneert als tegenstuk en vice-versa. Wanneer
1 024850 J
3 bijvoorbeeld de vergrendelarm onderdeel is van de bordconnec-torbehuizijig in plaats van de kabelconnector, is de vergrendelarm minder kwetsbaar voor mechanische inwerking.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat 5 het connectorsysteem een steunstructuur om te vergrendelarm te ondersteunen. Een dergelijke steunstructuur kan zijn verschaft in de connector en/of in het tegenstuk. De steunstructuur is een betrouwbaar middel om te voorkomen dat de vergrendelarm terug roteert naar de vergrendelde positie. Bij voorkeur omvat 10 de vergrendelarm een gebogen deel in de richting van de steunstructuur om zeker te stellen dat de vergrendelarm contact maakt met de steunstructuur na het ontgrendelen.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de vergrendelarm zodanig gevormd dat deze contact maakt met het 15 tegenstuk. Het contact tussen een metalen vergrendelarm en het tegenstuk verbetert de elektromagnetische afscherming.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het connectorsysteem een verend deel dat is ingericht om een veerkracht uit te oefenen op de vergrendelarm om de vergren-20 delarm in de vergrendelde positie te dwingen. Het verende deel zorgt ervoor dat de vergrendelarm automatisch in de vergrendelde positie wordt gedwongen wanneer de connector met het tegenstuk wordt gekoppeld zonder dat een handmatige bediening van de vergrendelarm is vereist. Het verende deel kan zijn ge-25 integreerd met de vergrendelarm en bijvoorbeeld een torsieveer, een spiraalveer öf helische veer vormen. Als alternatief kan het verende deel een toegevoegde, afzonderlijk bevestigde, component zijn. Een dergelijke afzonderlijk verend deel kan voordelig zijn wanneer het materiaal van de vergren-30 delarm verschilt van het materiaal van het verende deel, zodanig dat beide elementen kunnen worden geoptimaliseerd voor de afzonderlijke doelstellingen. Wanneer bijvoorbeeld een grote veerkracht is vereist kan de vormgeving van het verende deel worden geoptimaliseerd voor deze doelstelling zonder be-35 perkt te zijn door de vereisten voor de vergrendelarm. Het verende deel kan verder de vergrendelarm herpositioneren in de initiële positie wanneer het systeem is ontkoppeld. Tevens kan de interne belasting van de vergrendelarm een hoorbare klik te weeg brengen wanneer de connector is vergrendeld met 1024850 .
♦ 4 het tegenstuk wanneer deze bijv. wordt ondersteund door de steunstructuur. In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan het verende deel verder zijn ingericht om een veerkracht uit te oefenen loodrecht op een vlak van de eerste en tweede 5 roterende beweging. Door het positioneren en construeren van het verende deel zodat dit zowel veerkracht in de rotatierich-ting als zijwaarts uitoefent, kan de vergrendelarm contact maken met de steunstructuur zonder dat een speciale vorm voor de vergrendelarm is vereist. Verder kan dé zijwaartse kracht 10 wordt aangewend om spelingen in het systeem te absorberen.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het eerste vergrendeldeel een haakdeel met een eerste vergren-delvlak en het tweede vergrendeldeel een tweede vergrendelvlak dat is ingericht om aan te liggen tegen het eerste vergrendel-15 vlak in de vergrendelde positie. Verder kan het tweede vergrendeldeel een hellend vlak omvatten dat is ingericht om een geleidingsvlak van het eerste vergrendeldeel te geleiden ten minste voorafgaand aan de eerste roterende beweging. Een dergelijke vergrendelinrichting verschaft een betrouwbare au-20 tomatische vergrendeling.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding steekt de vergrendelarm uit een behuizing van de connector om de tweede roterende beweging in gang te zetten. De uitstekende vergrendelarm maakt het mogelijk om de vergrendelarm handmatig 25 te bedienen. Als alternatief omvat de connector een behuizing die is ingericht om de vergrendelarm toegankelijk te maken, zodanig dat deze vergrendelarm beschikbaar is om de tweede roterende beweging in gang te zetten. De behuizing kan bijvoorbeeld een opening omvatten voor het invoeren van een 30 gereedschap, zoals een schroevendraaier. Bijvoorkeur kan de vergrendelarm worden bediend door middel van een structuur die het mogelijk maakt om een roterende beweging van de schroef-draaier om te zetten naar een bediening van de vergrendelarm.
De roterende beweging van de schroevendraaier vereist weinig 35 ruimte voor een operator van een hoge dichtsheidspaneel. Verder vermindert een niet uitstekende vergrendelarm de kans op onbedoelde ontgrendeling.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de behuizing een eerste ruimte met een ingangsopening voor een 1024850 5 kabel en een tweede ruimte die een deel van de vergrendelarm herbergt. De tweede ruimte is bij voorkeur ingericht om plaats te bieden aan een as van of voor de roteerbaar opgehangen vergrendelarm. De afgescheiden tweede ruimte kan de vergrendelarm 5 beschermen, in het bijzonder wanneer deze is bedekt of afgesloten door een of meerdere wanden.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is ten minste één van de connector, het tegenstuk en de vergrendelarm metallisch. Metalen componenten verschaffen een grotere stijf-10 heid voor het systeem en verbeterende elektromagnetische afscherming in vergelijking met kunststof behuizingen. De vergrendelarm kan van roestvrij staal zijn of roestvrij staal omvatten. Roestvrij staal kan worden gestanst en is geschikt om de gecombineerde eigenschappen van stijfheid en verende 15 werking te combineren.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het tegenstuk een metalen bordconnectorbehuizing die is bevestigd op een printed circuit bord en een ingangsopening heeft voor de vergrendelarm naar een ontvangstruimte omvattende het 20 tweede vergrendeldeel. Hoewel de vergrendelarm de kabelconnec-tor kan vergrendelen met een paneel, vindt de vergrendeling van de kabelconnector bij voorkeur plaats met een behuizing van de bordconnector zodat een aanpassing van het paneel voor de doelstelling van de uitvinding kan worden vermeden. De ont-25 vangstruimte kan verder ten minste één van de steunstructuur, het vergrendel vlak en het hellende vlak omvatten. Voor de metalen bordconnectorbehuizing kan bijvoorbeeld spuitgiet materiaal worden toegepast. Spuitgiet materiaal verschaft een aanzienlijke vormvrijheid voor de bordconnectorbehuizing om te 30 voldoen aan de vergrendel vereisten. Echter, hoewel spuitgiet-materiaal de voorkeur verdient kunnen ook andere niet-spuitgiet metalen, kunststoffen en gemetalliseerde kunststoffen worden toegepast.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de 35 bordconnectorbehuizing een ingangsopening die wordt omgeven door één of meer aardeveren. De aardeveren verbeteren de elektromagnetische afscherming van de bordconnectorbehuizing in het geval van een ontgrendelde of ontkoppelde connector. Verder kan de ingangsopening voorzien zijn van één of meer 1 024850 ' 6 afgeschuinde 'geleidingswanden om het invoeren van de vergren-delarm te vereenvoudigen.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft de bordconnectorbehuizing een contactzijde voor de connector, 5 welke contactzijde ten minste één van schroefdraad voorziene opening heeft. De van een schroefdraad voorziene opening maakt het mogelijk om bijv. conventionele kabelconnectoren die niet zijn voorzien van de roteerbaar opgehangen vergrendelarm te vergrendelen met de bordconnector.
10 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het connectorsysteem ingericht om manipulatie van de vergrendelarm mogelijk te maken, zodat de vergrendelarm terugroteert naar de vergrendelde positie. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door een steunstructuur te verschaffen die een 15 steunoppervlak heeft met een hellende oriëntatie of door een zijwaartse beweging van vergrendelarm mogelijk te maken zodanig dat de vergrendelarm terugroteert naar de vergrendelde positie. Een dergelijke uitvoeringsvorm is voordelig omdat de connector niet eerst hoeft te worden ontkoppeld voordat hij 20 opnieuw kan worden vergrendeld.
De uitvinding heeft verder betrekking op een kabel-connector voor gebruik in een connectorsysteem als hierboven beschreven.
De uitvinding heeft ook betrekking op een tegenstuk, 25 bij voorkeur een bordconnectorbehuizing, voor gebruik in een connectorsysteem als hierboven beschreven.
De uitvinding heeft ten slotte betrekking op een werkwijze voor het ontkoppelen van een connector van een tegenstuk, waarbij de connector een roteerbaar opgehangen, zich 30 naar het tegenstuk uitstrekkende vergrendelarm omvat welke in is ingericht om de connector en het tegenstuk te vergrendelen, omvattende de stappen van het: - ontgrendelen van de connector door een roterende beweging van de vergrendelarm van een vergrendelde positie 35 naar een ontgrendelde positie; - ongemoeid laten van de connector in een gekoppelde positie met een vergrendelarm in een ontgrendelde positie zonder dat een bedieningskracht op de vergrendelarm wordt uitgeoefend; 1024850 7 -'daaropvolgend ontkoppelen van de connector van het tegenstuk., US 5,628,648 openbaart een connectorsysteem waarbij een elektrische connector een eerste vergrendelarm omvat met 5 een vergrendelschuif bevestigt op de vergrendelarm. De vergrendelarm wordt vergrendeld door het schuiven van de vergrendelschuif over de vergrendelarm. In de ontgrendelde' positie kan de primaire vergrendelarm roteren. Het geopenbaarde systeem is echter een gecompliceerd vergrendelsysteem en de 10 vergrendelarm is niet geblokkeerd om terug te roteren naar de vergrendelde positie.
US 5,154,629 openbaart een kabelconnector met zijope-ningen die plaats bieden aan roterende vergrendelarmen met vergrendelvingers om te koppelen met een connectorelement wel-15 ke zijn voorgespannen naar een vergrendelpositie door integrale bladveren of helische compressieveren. De vergren-delarmen vereisen echter een extra schuivende beweging in een laterale richting en verschaffen geen ondersteuning voor de vergrendelarm in de ontgrendelde positie.
20 De uitvinding zal hierna verder worden geïllustreerd aan de hand van de bijgevoegde tekeningen welke een voorkeursuitvoering volgens de uitvinding tonen. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding op geen enkele wijze wordt beperkt door deze specifieke en de voorkeur verdiende uitvoeringvorm.
25 In de tekeningen:
Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een connectorsysteem dat is bevestigd op een circuit bord dat is bevestigd aan een voorpaneel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 30 Figs. 2A en 2B tonen een aanzicht in perspectief van het connectorsysteem van Fig. 1 in respectievelijk een ontkoppelde en gekoppelde toestand;
Fig. 3 toont een aanzicht in perspectief van een bordconnectorbehuizing volgens een uitvoeringsvorm van de uit-35 vinding;
Figs. 4A en 4B tonen een gedetailleerd aanzicht in het vlak van een kabelconnectorsysteem in een gekoppelde en vergrendelde toestand volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding ; 1024850 δ
Fig. 5 toont een gedetailleerd aanzicht in perspectief van het connectorsysteem in een gekoppelde en vergrendelde toestand volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 5 Figs. 6A-6C tonen gedetailleerde aanzichten in het vlak van een connectorsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding voorafgaand aan het koppelen van de kabelconnec-tor en de bordconnectorbehuizing;
Figs. 7A-7E tonen een gedetailleerd aanzicht in het 10 vlak en in perspectief van een connectorsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding tijdens het koppelen van de' kabelconnector en de bordconnectorbehuizing;
Figs. 8A-8C tonen een gedetailleerd aanzicht in perspectief van een connectorsysteem volgens een uitvoeringsvorm 15 van de uitvinding in een gekoppelde toestand;
Figs. 9A-9D tonen een gedetailleerd aanzicht in het vlak en in perspectief van een connectorsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding na het ontgrendelen en voor het ontkoppelen van de kabelconnector en de bordconnectorbe-20 huizing;
Figs. 10A-10D tonen een gedetailleerd aanzicht in het vlak en in perspectief van een connectorsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding tijdens het ontkoppelen van de kabelconnector en de bordconnectorbehuizing; 25 Figs. 11A-11D tonen een gedetailleerd aanzicht in het vlak en in perspectief van een connectorsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding gedurende het ontkoppelen van de kabelconnector en de bordconnectorbehuizing, en
Figs. 12A en 12B tonen gedetailleerde aanzichten van 30 een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.
Hoewel de uitvinding betrekking heeft op ieder type van connectorsysteem omvattende een connector en een tegenstuk voor signaaloverdracht, zal de uitvinding hierna worden beschreven voor een connectorsysteem omvattende een 35 kabelconnector en een bordconnectorbehuizing.
Figs. 1-3 tonen een I/O kabelconnectorsysteem 1 omvattende een kabelconnector 2 met een kabel 3 en een bordconnectorbehuizing 4. Een voorpaneel 5 heeft uitsparingen 6 voor het invoeren van de kabelconnector 2. Het voorpaneel 5 1 024 850 9 omvat een circuit bord 7, hierna ook aangehaald als de PCB 7. De PCB 7 omvat' in het algemeen een veelheid van signaalsporen en elektrische componenten (niet getoond) voor de overdracht van elektrische signalen van en naar één of meer draden van de 5 kabel 3. Aansluitingen van deze draden op de signaalsporen van de PCB 7 worden verkregen door het verschaffen van een header schikking (niet getoond) in de bordconnectorbehuizing 4.
De kabelconnector 2 omvat verschillende delen die in detail zijn beschreven in de Nederlandse octrooiaanvragen 10 1022225 ("Kabelconnector en werkwijze voor het aanbrengen van een kabel in een dergelijke kabelconnector") van de aanvrager. Deze aanvrage wordt door middel van referentie in de onderhavige aanvrage inbegrepen met betrekking tot de kenmerken en constructie van de modulaire spuitgegoten metalen behuizings-15 delen 10, ll die een eerste ruimte voor de kabel 3 verschaffen, de spuitgegoten metalen basis 12 en het plaatme-talen deel 13 als getoond in Figs. 2A en 2B en met betrekking tot de aansluiting van de kabel 3 en het termineren van de draden van de kabel 3 bij de kabelconnector 2.
20 De bordconnectorbehuizing of afschermingsbehuizing 4 omvat een spuitgegoten metalen deel 14 en een plaatmetalen deel 15 vergelijkbaar met de afschermingsbehuizing als in detail beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 1023662 ("Afschermingsbehuizing") van de aanvrager die hierbij door 25 referentie in de onderhavige aanvrage is inbegrepen met betrekking tot de constructie van het plaat metalen deel 15 en de wijze waarop het plaat metalen deel 15 is bevestigd op het spuitgegoten metalen deel 14. De lopende aanvrage omvat verder informatie over het bevestigen van het spuitgegoten metalen 30 deel 14 op de PCB 7.
De kabelconnector 2 omvat een vergrendelarm 16 met een eerste vergrendeldeel 17 die roteerbaar is opgehangen met een penverbinding 18 en zich uitstrekt naar de bordconnectorbehuizing 4 en uitsteekt vanaf de kabelconnector 2 om een 35 roterende beweging van de vergrendelarm 16 rond de pen verbinding 18 te induceren. De penverbinding 18 kan worden gevormd door een vastmaak middel zoals een schroef, een klikverbin-ding, een deuvel of een ander geschikt type verbinding. De vergrendelarm 16 kan een vergroot drukoppervlak S hebben voor 1024850 ♦ 10 handmatige bediening. Een deksel 19 is bevestigd op het behui-zingsdeel 11 van de kabelconnector teneinde een tweede ruimte te verschaffen voor het herbergen van een deel van de vergren-delarm 16. Het deksel 19 kan zijn bevestigd aan het 5 behuizingsdeel 11 door middel van de penverbinding 18. De penverbinding 18 kan onderdeel uitmaken van het deksel 19. De vergrendelarm 16 is bij voorkeur van roestvrij staal. Roestvrij staal kan worden gestanst en combineert de eigenschappen van een adequate stijfheid en veerkrachtigheid. Opgemerkt 10 wordt dat als alternatief de kabelconnector een behuizing kan omvatten die is ingericht om de vergrendelarm toegankelijk te . maken zodanig dat de vergrendelarm beschikbaar is voor het induceren van de roterende beweging. De behuizing kan bijvoorbeeld een opening omvatten voor het invoeren van een 15 gereedschap, zoals een schroevendraaier. De vergrendelarm 16 wordt bij voorkeur geactiveerd door middel van een structuur (niet getoond) die het mogelijk maakt om een roterende beweging van de schroevendraaier om te zetten naar een bediening van de vergrendelarm 16. De roterende beweging van de schroe-20 vendraaier vereist weinig ruimte voor de operator van een hoge dichtheidspaneel.
Fig. 3 toont een aanzicht in perspectief van een bordconnectorbehuizing 4. Het deel 14 van de bordconnectorbe-huizing heeft een ingangsopening 20 voor de vergrendelarm 16 25 naar een ontvangstruimte 21. De ontvangstruimte 21 heeft een tweede vergrendeldeel 22 dat is ingericht om te koppelen met het eerste vergrendeldeel 17 van de vergrendelarm 16 door een roterende beweging van de vergrendelarm 16 zoals hierna in details zal worden besproken. De ontvangstruimte 21 omvat verder 30 een steunstructuur of stap 23. De functie van een steunstruc-tuur 23 zal hierna in detail worden beschreven. De ingangsopening 20 omvat aardeveren 24 die zijn aangebracht rond de ingangsopening 20. De aardeveren 24 verbeteren de elektromagnetische afscherming van de bordconnectorbehuizing 4 35 in het geval van een ontgrendelde of ontkoppelde kabelconnector 2. Verder kan de ingangsopening 20 afgeschuinde geleidingswanden 25 omvatten teneinde het invoeren van de vergrendelarm 16 te faciliteren. De bordconnectorbehuizing 4 kan verder ten minste één van een schroefdraad voorziene opening 1024850 » 11 2 6 omvatten. De van een schroefdraad voorziene opening 26 maakt het mogelijk om conventionele kabelconnectoren die niet zijn voorzien van een roteerbaar opgehangen vergrendelarm 16 te vergrendelen met de bordconnector 4. Het zal duidelijk zijn 5 dat de bordconnectorbehuizing 4 ook kan zijn vervaardigd uit een stuk van spuitgiet metaal of ieder andere type geschikt materiaal. Opgemerkt wordt dat de afschuinde geleidingswand 25 ook verder naar achter kan zijn gelegen of vermeden zodanig dat de bordconnectorbehuizing 4 een enkele'ingangsopening 10 heeft voor de kabelconnector 2 en vergrendelarm 16. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan de kabelconnector 2 een element' omvatten dat de plaats inneemt van de wand wanneer deze is gekoppeld met de bordconnectorbehuizing 4. Deze uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld voordelig omdat het element van de kabelcon-15 nector de vergrendelarm 16 verder kan beschermen terwijl de aangepaste ingangsopening van de bordconnectorbehuizing de elektromagnetische afschermingsefficiëntie verder verbetert.
Figs. 4A, 4B en 5 tonen gedetailleerde aanzichten van het connectorsysteem 1 in een gekoppelde en vergrendelde toe-20 stand. Fig. 4A toont een bovenaanzicht van het connectorsysteem 1, terwijl Fig. 4B een gedetailleerd deel van het bovenaanzicht toont als aangegeven door het oppervlak dat wordt begrensd door de gestreepte lijn.
De vergrendelarm 16 heeft een eerste vergrendeldeel 25 17 in de vorm van een haakdeel met een geleidingsoppervlak 30 en een eerste vergrendeloppervlak 31, getoond in Fig. 2A. De vergrendelarm 16 is gevormd om contact te maken met de bordconnectorbehuizing 4. Wanneer deze interne veerfunctie voldoende kracht uitoefent tussen de vergrendelarm 16 en de 30 bordconnectorbehuizing 4 kan worden afgezien van de steunst-ructuur 23 als getoond in Fig. 3. Verder kan het contact tussen een metalen vergrendelarm 16 en de behuizing 4 de elektromagnetische afscherming verbeteren. De vet weergegeven pijlen in Fig. 4B tonen de krachten op de vergrendelarm 16. F1 35 is de opzettelijk aangebrachte voorbelasting op het oppervlak van de gekoppelde connector door de vorm van de vergrendelarm 16. F2 en F3 zijn reactiekrachten. F2 kan instelbaar zijn, bijvoorbeeld door het vastdraaien of losdraaien van de schroef. Omdat het gewenste functioneren van de vergrendelarm 1024850 12 16 wordt beïhvloed door toleranties en wrijving kan het functioneren worden geoptimaliseerd door het aanpassen van de voorbelasting.
Fig. 5 toont een gedetailleerd aanzicht in perspec-5 tief van een deel van het connectorsysteem 2 in de gekoppelde en vergrendelde toestand van Fig. 2B, waarbij het deksel 19 van de kabelconnector 2 en een zijwand van de bordconnectorbe-huizing 4 zijn weggelaten om redenen van duidelijkheid.
Slechts een klein deel van de steunstructuur 23 is zichtbaar 10 omdat het zicht wordt belemmerd door het voorste gedeelte van de vergrendelarm 16.
De vergrendelarm 16 heeft een haakdeel 17 met een ge-leidingsoppervlak 30 en een eerste vergrendeloppervlak 31 dat is ingericht op aan te liggen tegen een tweede vergrendelop-15 pervlak 32 van het tweede vergrendel deel 22 in de vergrendelde positie. Het tweede vergrendeldeel 22 omvat verder een hellend vlak 33 dat is ingericht om het geleidingsvlak 30 van het eerste vergrendeldeel 17 tijdens het invoeren van de vergrendelarm 16 in de ingangsopening 20 naar de Ontvangst-20 ruimte 21 te geleiden. Het onderste deel van het haakdeel 17 kan naar de bordconnectorbehuizing 4 toe zijn geboden langs de stippel lijn B om te verzekeren dat de vergrendelarm 16 kan worden ondersteund door de steunstructuur 23.
De vergrendelarm 16 omvat verder een geïntegreerd ve-25 rend deel of een voorspanningsveer 34 teneinde een weerkracht uit te oefenen op de vergrendelarm 16 om de vergrendelarm in de vergrendelde positie te dwingen als getoond in Fig. 5. Het verende deel 34 wordt ondersteund in de tweede ruimte die wordt bepaald door het connectorbehuizingsdeel 11 en het dek-30 sel 19. Het verende deel 34 herpositioneert verder de vergrendelarm 16 in de initiële positie wanneer de kabelconnector is ontkoppeld als getoond in Fig. 4B. Verder zorgt de interne belasting van de vergrendelarm 16 ervoor dat een hoorbare klik wordt gegenereerd wanneer de connector is 35 vergrendeld met het tegenstuk, wanneer bijvoorbeeld ondersteunt door de steunstructuur. Zoals hiervoor reeds beschreven kan het verende deel 34 als alternatief ook een afzonderlijk verend deel 34 voor de vergrendelarm 16 zijn.
1024850' 13
Het' verende deel kan verder worden aangepast om een weerkracht ^ via uit te oefenen loodrecht op een vlak van de eerste en tweede roterende beweging R1 en R2 {zie Figs. 8 en i 9). Door het positioneren of construeren van het verende deel 5 34 zodat zowel een weerkracht in de rotatierichting als zij waarts wordt uitgeoefend, kan de vergrendelarm 16 contact maken met de steunstructuur 23 zonder een interne voorbelasting. De zijwaartse kracht maakt het verder mogelijk om toleranties van het systeem te absorberen.
10 Een uitvoeringsvorm van de werking van het connector- systeem 1 is geïllustreerd in de Figs. 6-11. Identieke verwijzingscijfers geven identieke delen van het connèctorsys-teem 1 weer.
Figs. 6A-6D tonen gedetailleerde aanzichten in het 15 vlak van een connectorsysteem 1 voorafgaand aan het koppelen van de kabelconnector 2 en de bordconnectorbehuizing 4. De vergrendelarm 16 heeft een positie die wordt bepaald door het verende deel 34 zodanig dat het geleidingsoppervlak 30 het hellende oppervlak 33 van het tweede vergrendeldéel 22 zal 20 volgen tijdens het koppelen. Duidelijk zichtbaar is dat de vergrendelarm 16 naar de bordconnectorbehuizing 4 is toègebo-gen als getoond in de vergrote weergave in bovenaanzicht van Fig. 6A.
Figs. 7A-7E tonen gedetailleerde aanzichten in het 25 vlak en in perspectief van een connectorsysteem 1 tijdens het koppelen van de kabelconnector 2 en de bordconnectorbehuizing 4. Duidelijk zichtbaar is dat het geleidingsoppervlak 30 het hellende oppervlak 33 volgt, terwijl de vergrendelarm 16 roteert rond de penverbinding 18 zoals duidelijk weergegeven in 30 Figs. 7C en 7D. Gedurende deze koppelrotatie wordt het haak-deel 17 van de vergrendelarm 18 naar buiten gebogen door de zijwand van de bordconnectorbehuizing 4, zoals duidelijk weergegeven in Fig. 7A. In Fig. 7D wordt getoond dat de zijwand van het steurioppervlak 23A van de steunstructuur 23 hoger is 35 gelegen ten opzichte het vlakke deel 33A van de hellende oppervlak 33 zodanig dat het geleidingsoppervlak 30 niet over het steunoppervlak 23A wordt geleid gedurende deze fase.
Wanneer het haakdeel 17 het laatste, in hoofdzaak vlakke, deel 33A passeert van het hellende vlak 33 ondergaat 1024850 14 ♦ de vergrendelarm 16 een eerste roterende beweging R1 waarbij het haakdeel 17 koppelt met het tweede vergrendeldeel 22 van de bordconnectorbehuizing 4 in de vergrendelde positie om de kabelconnector 2 te vergrendelen. Figs. 8A-8C tonen gedetail-5 leerde aanzichten in het vlak van het kabelconnector systeem 1 in deze vergrendelde toestand. Het haakdeel 17 van de vergren- · delarm 16 is naar buiten gebogen. Het verende deel 34 oefent een veerkracht uit op de vergrendelarm om de vergrendelarm in de vergrendelde positie te houden. Hieruit is duidelijk dat 10 vergrendeling van het connectorsysteem door een operator kan worden uitgeoefend wanneer deze operator slechts één hand kan' gebruiken voor het koppelen.
Wanneer de kabelconnector 2 en de bordconnectorbehuizing 4 moeten worden ontkoppeld wordt eerst de vergrendelde 15 toestand opgegeven. Figs. 9A-9D tonen gedetailleerd aanzicht in het vlak en in perspectief van een connectorsysteem na ont-grendeling en voor ontkoppeling van de kabelconnector en de bordconnectorbehuizing. Het haakdeel 17 en het tweede vergrendeldeel 22 worden ontkoppeld door het induceren van de tweede 20 roterende beweging R2 van de vergrendelarm 16, bijvoorbeeld door het handmatig bedienen van het uitstekende deel van de vergrendelarm 16. De vorm van de vergrendelarm 16 en/of het haakdeel 17 garanderen dat de vergrendelarm 16 na de tweede roterende beweging R2 wordt ondersteund door de steunstructuur 2 5 23 en dat wordt voorkomen dat deze terugroteert naar de vergrendelde positie zoals getoond in Figs. 8A-8C. De stap 23 wordt bij voorkeur gedefinieerd door de bordconnectorbehuizing 4, aanliggend aan het tweede vergrendeldeel of uitsteeksel 22 en het hellende vlak 33 en verwijderd van het hellende opper-30 vlak 33.
Door het verschaffen van een systeem met middelen om de vergrendelarm 16 te ondersteunen in de ontgrendelde positie terwijl de kabelconnector 2 nog niet is ontkoppeld kan een operator eerst de kabelconnectoren 2 ontgrendelen en later op 35 een geschikt tijdstip ontkoppelen. Hierdoor vereist het ver-grendelsysteem volgens de uitvinding niet langer een gecompliceerde handeling voor het ontkoppelen van de kabelconnector van de bordconnectorbehuizing of een paneel 5 zoals hiervoor besproken.
1 024850 ♦ 15
Fig. 10A-10D tonen een gedetailleerd aanzicht in het vlak en in perspectief van een connectorsysteem tijdens het ontkoppelen van de kabelconnector 2 en de bordconnectorbehui-zing 4. Het haakdeel 17 wordt geleid door het steunoppervlak 5 33A zodanig dat het eerste vergrëndeloppervlak 31 het tweede vergrendeloppervlak 32 passeert om te voorkomen dat opnieuw vergrendeling plaatsvindt. Om een nieuwe vergrendeling te bewerkstelligen tussen de kabelconnector 2 en de bordconnectorbehuizing 4 moet in deze uitvoeringsvorm de ka-10 belconnector ten minste worden ontkoppeld tot een positie waarin een haakdeel 17 niet langer wordt ondersteund door het steunoppervlak 33A. Het haakdeel 17 is dan niet langer naar buiten gebogen.
Figs. 11A-11D tonen ten slotte aanzichten in het vlak 15 en in perspectief van een connectorsysteém 1 gedurende het verdere ontkoppelen van de kabelconnector en de bordconnector-behuizing. In deze situatie volgt het geleidingsoppervlak 30 van het haakdeel 17 het hellende oppervlak 33 terwijl de ver-grendelarm 16 om de penverbinding 18 roteert onder inwerking 20 van het verende deel 34.
De vergrendelarm 16 kan worden bevestigd op de eerste connector 2 of een tweede aansluitende connector 4 of het paneel 5. Evenzo kunnen het tweede vergrendeldeel 22, het hellende oppervlak 33 en de stap 34 worden gedefinieerd door 25 de eerste connector 2 of de tweede aansluitende connector 4 of het paneel 5. In gekoppelde toestand kunnen de eerste en tweede connectoren 2, 4 hoge krachten weerstaan, bijvoorbeeld 120 N, zonder te ontkoppelen en ook weerstand bieden tegen gebruikelijke twist, buig en trektesten. Opgemerkt wordt dat 30 verschillende kenmerken van het hierboven beschreven connectorsysteem 1 kunnen worden gemodificeerd binnen de beschermingsomvang van de uitvinding, zoals de modificatie als getoond in Fig. 12A en 12B. In deze uitvoeringsvorm is het connectorsysteem 1 zodanig opgebouwd dat het opnieuw vergren-35 delen kan worden uitgevoerd zonder dat de kabelconnector 2 eerst moet worden ontkoppeld. Het stapoppervlak 23A' van de stap 23 maakt een hoek α met betrekking tot de horizontale oriëntatie van het steunoppervlak 23 aangetoond in Fig. 7D, zodat het haakdeel 27 over het stapoppervlak kan glijden naar 1024850 i 16 de vergrendelde positie wanneer een aanzienlijke kracht, aangegeven door de. vette pijlen in Fig. 12B, wordt opgelegd aan de vergrendelarm 16. De hoek α kan worden gevarieerd om de krachten voor het onbedoeld dan wel bedoeld terugketen van de 5 vergrendelarm 16 naar vergrendelde positie te optimaliseren.
Er wordt dus opgemerkt dat in de uitvoeringsvorm van Fig. 12 het kenmerk van de uitvinding waarbij de vergrendelarm 16 is geblokkeerd om terug té roteren naar de vergrendel de positie moet worden geïnterpreteerd als dat de vergrendelarm in hoofd-10 zaak wordt geblokkeerd om terug te roteren, aangezien een bedoelde bediening van de vergrendelarm kan leiden tot het terugroteren naar de vergrendelde positie in deze uitvoeringsvorm. Het zal duidelijk zijn dat andere uitvoeringsvormen om deze hernieuwde vergrendelingsfunctie te 15 bewerkstelligen voorstelbaar zijn, zoals bijvoorbeeld diegene waarbij de vergrendelarm 16 een uitstulping omvat die overeenkomt met een uitsparing, opening of groef in de steunstructuur 23. Ook kan het systeem 1 worden aangepast om voor de vergrendelarm 16 of ten minste een haakdeel 17 een zijwaartse 20 beweging mogelijk te maken, zodanig dat het haakdeel 17 los-komt van de steunstructuur 23 en de vergrendelarm 16 terugroteert naar de vergrendelde positie.
Verder wordt opgemerkt dat andere modificaties van de uitvoeringsvormen binnen de beschermingomvang van de uitvin-25 ding vallen, met inbegrip van uitvoeringsvormen waarbij de vergrendelarm 16 is bevestigd op de bordconnector, de toepassing van verdere verende delen 34, uitvoeringsvormen waarbij de bordconnectorbehuizing 4 slechts een enkele ruimte omvat voor zowel de kabelconnector 2 als de vergrendelarm 16 en uit-30 voeringsvormen waarbij meer dan één vergrendelarm 16 wordt toegepast voor het connectorsysteem 1, bijvoorbeeld bevestigt op een enkele kabelconnector 2.
1024850

Claims (29)

1. Connectorsysteem (1) van een connector (2) en een tegenstuk (4;5), waarbij de connector (2) een roteerbaar opgehangen en zich in de richting van het tegenstuk (4;5) uitstrekkende vergrendelarm (16) omvat, waarbij de vergren- 5 delarm (16) een eerste vergrendeldeel (17) omvat dat is ingericht om te koppelen met een tweede vergrendeldeel (22) van het tegenstuk (4;5) door een eerste roterende beweging (Rl) van de vergrendelarm (16) naar een vergrendelde positie van de connector (2) en het tegenstuk (4;5) en te ontkoppelen 10 van het tweede vergrendeldeel (22) door een tweede roterende beweging (R2) naar een ontgrendelde positie om de connector (2) en het tegenstuk (5) te ontgrendelen met het kenmerk dat, het systeem (1) is ingericht om de vergrendelarm (16) te on-15 dersteunen na de tweede roterende beweging (R2) om te voorkomen dat de vergrendelarm (16) terugroteert naar de vergrendelde positie.
2. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 1, waarbij tenminste de connector (2) of the tegenstuk (4;5) een steunst- 20 ructuur (23) omvat om de vergrendelarm (16) te ondersteunen.
3. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 2, waarbij de vergrendelarm (16) ten minste een in de richting van de steunstructuur (23) gebogen deel (8) omvat.
4. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de 25 voorgaande conclusies, waarbij de vergrendelarm (16) zodanig is gevormd dat deze contact maakt met het tegenstuk (4;5).
5. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem (1) een verend deel (34) omvat dat is ingericht om een veerkracht uit te oefenen 30 op de vergrendelarm (16) om de vergrendelarm (16) in de vergrendelde positie te dwingen.
6. Connectorsysteem (l) volgens conclusie 5, waarbij het verende deel (34) in geïntegreerd met de vergrendelarm (16) . S024850 7. 'Connectorsysteem (1) volgens conclusie 5, waarbij het verende deel (34) een afzonderlijk verend element voor de vergrendelarm (16) omvat.
8. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de 5 5 conclusies 5-7, waarbij het verende deel (34) verder is ingericht om een veerkracht loodrecht op een vlak van de eerste en tweede roterende beweging (R1,R2).
9. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste vergrendeldeel (17) 10 een haakdeel met een eerste vergrendelvlak (31) omvat en het tweede vergrendeldeel (22) een tweede vergrendelvlak (32) omvat dat is ingericht om aan te liggen tegen het eerste vergrendelvlak in de vergrendelde positie.
10. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de 15 voorgaande conclusies, waarbij het tweede vergrendeldeel (22) een hellend vlak (33, 33A) omvat dat is ingericht om een ge-leidingsvlak (30) van het eerste vergrendeldeel (17) ten minste voorafgaand aan de eerste roterende beweging (Rl) te geleiden.
11. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de de voorgaande conclusies, waarbij de vergrendelarm (16) uit een behuizing (10, 11, 19) van de connector steekt om de tweede roterende beweging (R2) in gang te zetten.
12. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de 25 conclusies 1-10, waarbij de connector (2) een behuizing (10, 11, 19) omvat die is ingericht om de vergrendelarm (16) bloot te stellen zodanig dat deze vergrendelarm (16) beschikbaar is om de tweede roterende beweging (R2) in gang te zetten.
13. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 11 of 12, 30 waarbij de behuizing (10, 11, 19) een eerste ruimte omvat met een ingangsopening voor een kabel (3) en een tweede ruimte die een dèel van de vergrendelarm (16) herbergt.
14. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 13, waarbij de tweede ruimte in ingericht om een spil (18) van of voor 35 de roteerbaar opgehangen vergrendelarm (16) op te nemen.
15. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de connector (2) en het tegenstuk (4) en de vergrendelarm (16) metallisch zijn. 1 024850 ι
16. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 15, waarbij de vergrendelarm (16) roestvrij staal omvat.
17. Connectorsysteem (1) volgens één of ipeer van de voorgaande conclusies, waarbij het tegenstuk (4) een metalli- 5 sche bordconnectorbehuizing omvat die is bevestigd op een printed circuit board (7) en een ingangsopening (20) heeft voor de vergrendelarm (16) naar een ontvangstruimte (21) omvattende het tweede vergrendeldeel (22) .
18. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 17, waar- 10 bij de ingangsopening (20) onderdeel uitmaakt van de ingangsopening voor de connector (2).
19. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 17 of 18, waarbij de ontvangstruimte (21) verder ten minste één van de steunstructuur (23) en het tweede vergrendelvlak (32) en het 15 hellende vlak (33, 33A) omvat.
20. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 17, 18 of 19, waarbij de ingangsopening (20J van de bordconnectorbehuizing één of meer aardeveren (24) rond de ingangsopening (20) omvat.
21. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de conclusies 17-20, waarbij de ingangsopening (20) van de bordconnectorbehuizing één of meer afgeschuinde geleidingswanden 25) omvat voor de vergrendelarm (16).
22. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de 25 conclusies 17-21, waarbij de bordconnectorbehuizing (4) een contactzijde voor de connector (2) heeft, welke contactzijde ten minste één van schroefdraad voorziene opening heeft.
23. Connectorsysteem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem (1) is ingericht om 30 manipulatie van de vergrendelarm (16) mogelijk te maken zodat de vergrendelarm (16) terugroteert naar de vergrendelde positie.
24. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 23, waarbij de steunstructuur (23) een steunvlak (23A') omvat met een 35 hellende oriëntatie (a) voor het terugroteren naar de vergrendelde positie.
25. Connectorsysteem (1) volgens conclusie 23 of 24, waarbij het systeem (1) is ingericht om een zijwaartse bewe 1024850 * ging van de vergrendelarm (16) toe te staan voor het terugroteren naar de vergrendelde positie.
26. Kabelconnector (2) voor gebruik in een connector-systeem (1) volgens één of meer van de voorgaande conclusies 5 omvattende een behuizing (10, 11, 12, 13) met ten minste een behuizingsdeel (10, 11, 12) voor het vormen van een eerste ruimte met een ingangsopening voor een kabel (3) en een tweede ruimte (11, 19) voor de vergrendelarm (16) .
27. Kabelconnector (2} volgens conclusie 26, waarbij 10 de tweede ruimte wordt gevormd door een afsluiting (19) bevestigd aan het behuizingsdeel.
28. Tegenstuk (4) voor gebruik in een connectorsys-teem (1} volgens één of meer van de conclusies 1-25, waarbij het tegenstuk een bordconnectorbehuizing (4) is met ten minste 15 een deel (14) bevattende een ingangsopening voor de kabelcon-nector (2) en een ingangsopening (20) tot een ontvangstruimte (21} omvattende een tweede vergrendeldeel (22) .
29. Tegenstuk volgens conclusie 28, waarbij de ingangsopening (20) tot de ontvangstruimte (21) één of meer 20 aardeveren (24) rond de ingangsopening (20) omvat.
30. Werkwijze voor het ontkoppelen van een connector (2) van een tegenstuk (4;5), waarbij de connector (2) een roteerbaar opgehangen, zich naar het tegenstuk (4;5) uitstrekkende vergrendelarm (16) omvat welke is ingericht om 25 de connector (2) en het tegenstuk (4;5) te vergrendelen, omvattende de stappen van het: - ontgrendelen van de connector (2) door een roterende beweging van de vergrendelarm (16) van een vergrendelde positie naar een ontgrendelde positie; 30. ongemoeid laten van de connector (2) in een gekoppelde positie met de vergrendelarm (16} in een ontgrendelde positie zonder dat een bedieningskracht op de vergrendelarm (16) wordt uitgeoefend; daaropvolgend ontkoppelen van de connector (2) van 35 het tegenstuk (4;5); - daaropvolgend ontkoppelen van de connector (2) van het tegenstuk (4;5). 1024850
NL1024850A 2003-11-07 2003-11-24 Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit. NL1024850C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024850A NL1024850C2 (nl) 2003-11-24 2003-11-24 Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit.
KR1020067010994A KR20060115893A (ko) 2003-11-07 2004-11-05 향상된 언플러그 기능을 가진 커넥터 시스템
EP04797717A EP1687872A1 (en) 2003-11-07 2004-11-05 Connector system with improved unplugging functionality
US10/578,423 US7300300B2 (en) 2003-11-07 2004-11-05 Connector system with improved unplugging functionality
CN2004800400136A CN1902790B (zh) 2003-11-07 2004-11-05 具有改进的拔开功能的连接器***
JP2006538764A JP2007511054A (ja) 2003-11-07 2004-11-05 プラグ解除機能を備えてなるコネクタシステム
PCT/EP2004/012632 WO2005046007A1 (en) 2003-11-07 2004-11-05 Connector system with improved unplugging functionality

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024850A NL1024850C2 (nl) 2003-11-24 2003-11-24 Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit.
NL1024850 2003-11-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024850C2 true NL1024850C2 (nl) 2005-05-26

Family

ID=34806135

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024850A NL1024850C2 (nl) 2003-11-07 2003-11-24 Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US7300300B2 (nl)
NL (1) NL1024850C2 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4730092B2 (ja) * 2005-12-28 2011-07-20 日立電線株式会社 ラッチ機構及びラッチ機構付き電子モジュール
CN200956456Y (zh) * 2006-08-30 2007-10-03 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 连接器脱出装置
JP4168104B2 (ja) * 2006-09-21 2008-10-22 日本航空電子工業株式会社 コネクタ
US20130215581A1 (en) 2012-01-27 2013-08-22 Chatsworth Products, Inc. Board-mounted circuit breakers for electronic equipment enclosures
CN202759716U (zh) * 2012-07-31 2013-02-27 中兴通讯股份有限公司 光模块金属导轨
US9146366B2 (en) * 2012-10-15 2015-09-29 Finisar Corporation Latch mechanism for communication module
JP5945067B2 (ja) 2013-03-28 2016-07-05 矢崎総業株式会社 充電コネクタ
DE102013008266A1 (de) 2013-05-15 2014-11-20 Neutrik Ag Steckerteil
DE102013008264A1 (de) * 2013-05-15 2014-11-20 Neutrik Ag Steckverbinder
US10046465B2 (en) * 2013-06-06 2018-08-14 Seiko Epson Corporation Attaching and detaching device and robot
TWI520451B (zh) * 2013-09-27 2016-02-01 傳承光電股份有限公司 連接器
USD755720S1 (en) 2013-10-14 2016-05-10 Neutrik Ag Connector
AU2015269194A1 (en) * 2014-06-05 2016-12-15 Chatsworth Products, Inc. Electrical receptacle with locking feature
US9673567B1 (en) * 2015-03-12 2017-06-06 Juniper Networks, Inc. Apparatus, system, and method for preventing electric shock during maintenance of telecommunication systems
US10547145B2 (en) 2018-02-05 2020-01-28 Chatworth Products, Inc. Electric receptacle with locking feature
US11341279B2 (en) 2019-07-29 2022-05-24 International Business Machines Corporation Management of securable computing resources
US11531787B2 (en) 2019-07-29 2022-12-20 International Business Machines Corporation Management of securable computing resources
US11210427B2 (en) 2019-07-29 2021-12-28 International Business Machines Corporation Management of securable computing resources
US11341278B2 (en) 2019-07-29 2022-05-24 International Business Machines Corporation Management of securable computing resources
US11669602B2 (en) 2019-07-29 2023-06-06 International Business Machines Corporation Management of securable computing resources
US10916889B1 (en) 2019-07-29 2021-02-09 International Business Machines Corporation Management of securable computing resources
CN111564728B (zh) * 2020-05-25 2022-04-26 东莞立讯技术有限公司 电连接器

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1590311A1 (de) * 1966-08-05 1970-06-04 Dunkel Otto Gmbh Mehrpolige elektrische Steckvorrichtung
FR2734952A3 (fr) * 1995-05-31 1996-12-06 Bosch Gmbh Robert Dispositif de connexion a quatre poles pour des appareils electriques

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6093057A (en) * 1998-11-13 2000-07-25 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Connector assembly for connecting an electrical device to an external power supply
US6450830B1 (en) * 2001-06-25 2002-09-17 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Electrical connector having improved latching means
US6589066B1 (en) * 2002-07-30 2003-07-08 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Electrical connector having a latch mechanism

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1590311A1 (de) * 1966-08-05 1970-06-04 Dunkel Otto Gmbh Mehrpolige elektrische Steckvorrichtung
FR2734952A3 (fr) * 1995-05-31 1996-12-06 Bosch Gmbh Robert Dispositif de connexion a quatre poles pour des appareils electriques

Also Published As

Publication number Publication date
US20070049099A1 (en) 2007-03-01
US7300300B2 (en) 2007-11-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1024850C2 (nl) Connectorsysteem met verbeterde ontkoppel-functionaliteit.
US5208735A (en) Latching system for avionics line replaceable modules including a handle cam and a pivoting latch cam
US6912124B2 (en) Lever system for moving a component within a chassis
US6811415B2 (en) Connector protecting device
US7023693B2 (en) Mounting apparatus for peripheral device
EP1072178B1 (en) Circuit card insertion and removal system
US6173843B1 (en) Computer expansion card latching and retention mechanism
US6991481B1 (en) Method and apparatus for a latchable and pluggable electronic and optical module
US6866533B2 (en) Cable connector assembly having pull tab
US6929403B1 (en) Small form-factor pluggable bail latch
US11276958B2 (en) Connector
JP2002522874A (ja) Icカードを保持するラッチを備えた電気コネクタ
US20040190266A1 (en) Carrier for a peripheral device rack
US5398162A (en) Circuit module with catch and release for displacing a cantilevered latch
KR100492876B1 (ko) 라킹 시스템을 구비한 모듈형 컴퓨터
EP0582935B1 (en) Mounting system for electrical connectors
US20080029472A1 (en) Low Overhead Hinge Assembly
EP3309652B1 (en) Docking station for electronic device
US6671184B1 (en) Latching and locking handles
CN112672550A (zh) 电子装置及其壳体结构及锁定模块
WO2007059798A1 (en) Connector with improved latching mechanism
US6582132B1 (en) Connector panel mount system
WO2003021724A1 (en) Cable connector with slide-actuated engagement means
CN1902790B (zh) 具有改进的拔开功能的连接器***
US7189013B2 (en) Latch type optical module

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080601