NL1024214C2 - Working on a railroad track. - Google Patents

Description

Titel: Werken aan een spoorbaan.Title: Working on a railroad track.

De uitvinding heeft betrekking op het uitvoeren van i.h.b. onderhoudswerkzaamheden aan een spoorbaan voor 5 personen- en/of goederenvervoer, zoals per trein, tram of metro. Meer in het bijzonder heeft dé uitvinding betrekking op werkzaamheden aan de spoorstaafmontage aan zijn fundatie, zoals een dwarsligger.The invention relates to carrying out i.h.b. maintenance work on a railroad for 5 people and / or goods transport, such as by train, tram or metro. More in particular, the invention relates to work on the rail assembly on its foundation, such as a sleeper.

Tot de uitvinding behoren althans één of meer van de 10 volgende aspecten: het over een voorafbepaalde lengte demonteren van de railsbevestiging en het vanuit zijn oorspronkelijke/permanente baan zijdelings verleggen van dat voorafbepaalde lengvc.deel en monteren van een tijdelijke railsbevestiging order handhaving van de spoorbreedte en 15 met handhaving van de aansluiting van dat lengtedeel aan zijn uiteinden op het zich in zijn oorspronkeli jke/permanente baan bevindende spoor, waarbij bij voorkeur dat lengtedeel zich stapsgewijze langs het spoor verplaatst, zodat werkzaamheden aan de railsbevestiging kunnen worden 20 uitgevoerd terwijl het spoor in bedrijf blijft; het hydraulisch of pneumatisch zich langs het spoor voortbewegen van een apparaat doordat een actuator of orgaan daaraan tijdelijk op een vaste plaats wordt gefixeerd met het spoor en door verkorten of verlengen van de actuator het apparaat 25 over de slaglengte wordt verplaatst langs het spoor, waarna het fixatiepunt wordt verlegd in verplaatsingsrichting; het hydraulisch uittrekken van een element, zoals bevestigingsmiddel, uit een dwarsligger, waarbij bij voorkeur het uittrekorgaan aangrijpt op en/of wordt gepositioneerd door. 30 een aanslag samenwerkend met de voor- en/of achterzijde van dat element, betrokken op de spoorlangsrichting, het appara- tief monteren van een nieuwe railsbevestiging of onderdeel daarvan, waarbij onderwijl de apparaatsteun zich langs het 35 spoor verplaatst; het d.m.v. een computergestuurde robotarm oppakken en/of op zijn gewenste plaats in het spoor (bijv. op de dwarsligger) plaatsen en/of monteren van een nieuwe railsbevestiging of onderdeel daarvan; het d.m.v. een transporteur aan een langs het spoor verplaatsbaar frame 1 0242 1 4 2 toevoeren van een aan het spoor te monteren onderdeel (bijv. rughellingplaat) aan een (bij voorkeur met de transporteur langs het spoor verplaatsbaar) plaatsing- en/of montageapparaat; het achter het plaatsing- en/of montageap-5 paraat aan over hetzelfde spoor verplaatsen van de voorraad te monteren nieuwe railsbevestiging in een wagontrein; het zodanig uitvoeren van de werkzaamheden, dat de over het spoor rijdende apparatuur zich voortbeweegt over het spoor waaraan de werkzaamheden worden uitgevoerd; een over het 10 spoor verrijdbaar frame zodat een persoon zittend of liggend ondersteund ergonomisch verantwoord handwerkzaamheden kan verrichten aan spoorstaaf en/of dwarsliggerThe invention includes at least one or more of the following aspects: dismantling the rail attachment over a predetermined length and laterally shifting said predetermined length part from its original / permanent path and mounting a temporary rail attachment order maintaining the track width and maintaining the connection of that length part at its ends to the track located in its original / permanent track, wherein preferably that length part moves stepwise along the track, so that work on the rail attachment can be carried out while the track remains in operation; hydraulically or pneumatically moving an apparatus along the track because an actuator or member is temporarily fixed to it at a fixed location with the track and by shortening or extending the actuator the apparatus is moved along the track along the track, after which the fixation point is shifted in the direction of movement; hydraulically pulling out an element, such as fastening means, from a cross-member, wherein preferably the pull-out member engages and / or is positioned by. 30 a stop cooperating with the front and / or rear of that element, related to the track longitudinal direction, the device mounting of a new rail attachment or component thereof, while in the meantime the device support moves along the track; the d.m.v. picking up a computer-controlled robot arm and / or placing it at its desired location in the track (for example on the crossbar) and / or mounting a new rail attachment or component thereof; the d.m.v. supplying a conveyor to a frame (e.g. backrest plate) part to be mounted along the track (for example rail-back plate) to a placement and / or mounting device (preferably movable along the track); moving the stock to be mounted on the same track behind the placement and / or assembly unit 5 along the same track, in a wagon train; the performance of the work in such a way that the equipment running on the track moves on the track on which the work is being carried out; a frame that can be moved over the track so that a person sitting or lying supported can perform ergonomically justified manual work on the rail and / or the sleeper

In het hiernavolgende wordt de uitvinding toegelicht aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld, 15 met verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin fig. 1 en 2 een boven- resp. zijaanzicht tonen van de spoorbaan tijdens verschillende stadia van de werkzaamheden. Fig. 2 loopt door over opeenvolgende pagina's.In the following, the invention is elucidated on the basis of a non-limiting exemplary embodiment, with reference to the accompanying drawing, in which Figs. 1 and 2 show a top and bottom view, respectively. show a side view of the railroad tracks during different stages of the work. FIG. 2 runs through consecutive pages.

Fig. 1 toont uiterst links de uitgangssituatie, waar-20 bij de spoorstaven 1 door middel van railsklemmen van zgn. Nefit-type 2 zijn gemonteerd op de dwarsligger 3. Het moet duidelijk zijn, dat zich naast het getoonde spoor een ander spoor kan bevinden voor bijv. het tegemoetkomende spoorverkeer .FIG. 1 shows at the far left the starting situation, where the rails 1 are mounted on the sleeper 3 by means of rail clamps of so-called Nefit type 2. It must be clear that another rail may be located next to the rail shown for e.g. the oncoming rail traffic.

25 In tien stappen 1 t/m 10, vindt nu de ombouw plaats, waarbij de Nefit-railsklemmen worden vervangen door een railsbevestiging van ander type (bijv. Vossloh).In ten steps 1 to 10, the conversion is now taking place, whereby the Nefit rail terminals are replaced by a rail mounting of another type (eg Vossloh).

30 Fig. 2 toont voor elke stap de corresponderende appa ratuur in zijaanzicht, waarbij die apparatuur zich voortbeweegt over het spoor waaraan wordt gewerkt.FIG. 2 shows, for each step, the corresponding equipment in side view, said equipment moving along the track being worked on.

In stap 1 wordt de dwarsligger 3 voorgeboord t.b.v. de montage van de nieuwe railsbevestiging. In stap 2 worden 35 tijdelijke spoorstaaffixatieplaten 4 aangebracht aan de dwarsligger 3. In stap 3 wordt de oude railsbevestiging 2 verwijderd. In stap 4 worden de spoorstaven zijdelings verplaatst en met de fixatieplaten 4 op de juiste spoor- ; J :? 4 2 w 3 breedte gemonteerd. Zodoende blijft het spoor beschikbaar voor treinverkeer terwijl ruimte ontstaat voor de benodigde werkzaamheden aan de dwarsliggers t.b.v. het monteren van de nieuwe railsbevestiging. Bijvoorbeeld wordt het spoor 5 over een lengte van 50 m verlegd op deze wijze, waarbij de verlegde spoorstaafdelen via een bochtdeel aan beide uiteinden aansluiten op de onverlegde spoorstaafdelen. In dit bochtdeel vervormt de spoorstaaf bij voorkeur alleen elastisch, zodat het naderhand probleemloos teruggebracht kan 10 worden in de oorspronkelijke vorm, wanneer de spoorstaven weer op hun oude plaats worden gebracht.In step 1, the cross member 3 is pre-drilled for the mounting of the new rail attachment. In step 2, temporary rail fixation plates 4 are provided on the cross-member 3. In step 3, the old rail attachment 2 is removed. In step 4 the rails are moved laterally and with the fixation plates 4 on the correct rails; J:? 4 2 w 3 width mounted. In this way the track remains available for train traffic, while creating space for the necessary work on the sleepers for mounting the new rail attachment. For example, the track 5 is shifted over a length of 50 m in this way, wherein the shifted rail sections connect via a bend section at both ends to the unexplained rail sections. In this bend part, the rail preferably deforms only elastically, so that it can subsequently be returned to its original shape without any problems when the rails are returned to their old position.

In stap 5 wordt de montageplaats voor de nieuwe railsbevestiging geprofileerd, waarna in stap 6 voorbereidingen worden getroffen voor lijmmontage van de nieuwe railsbeves-15 tiging. In stap 7 worden de platen 5 aangebracht voor de nieuwe railsbevestiging, waarbij die platen volgens de I gewenste rughelling zijn geprofileerd. Deze platen 5 worden ! gemonteerd met lijm en vier bouten, die gestoken worden in l de in stap 1 geboorde gaten. In stap 8 worden de spoorsta-20 ven teruggeplaatst, waarna in stap 9 de spoorstaven worden bevestigd aan de platen 5 en in stap 10 de fixatieplaten 4 i worden verwijderd.The mounting location for the new rail mounting is profiled in step 5, after which preparations are made in step 6 for glue mounting of the new rail mounting. In step 7 the plates 5 are arranged for the new rail attachment, wherein said plates are profiled according to the desired back slope. These plates become 5! mounted with glue and four bolts, which are inserted into the holes drilled in step 1. In step 8 the rails are replaced, after which in step 9 the rails are attached to the plates 5 and in step 10 the fixing plates 4 are removed.

Het moet duidelijk zijn, dat de stappen in een andere volgorde kunnen worden doorlopen, dat stappen kunnen worden 25 weggelaten, samengevoegd of toegevoegd. Bijvoorbeeld kan stap 1 bijv. na stap 5 worden uitgevoerd, of stap 10 kan worden weggelaten.It should be clear that the steps can be followed in a different order, that steps can be omitted, combined or added. For example, step 1 can be performed after, for example, step 5, or step 10 can be omitted.

De in stap 1 gebruikte boorautomaat 6 (zie fig. 2) is voorzien van een pneumatische voortstuwing, waarbij een 30 zuiger/cilindereenheid zich tijdelijk fixeert aan een onderdeel van het spoor, zoals een dwarsligger, zodat door uitschuiven/intrekken van de zuigerstang de boorautomaat 6 over de slaglengte kan verplaatsen. Deze voortstuwing is goedkoop, betrouwbaar, onderhoudsvriendelijk, snel en 35 nauwkeurig. De geboorde gaten bepalen uiteindelijke .de precieze plaats van de nieuwe platen 5. De zuiger/cilindereenheid kan eventueel hydraulisch bediend zijn.The drilling machine 6 used in step 1 (see Fig. 2) is provided with a pneumatic propulsion, wherein a piston / cylinder unit temporarily fixes itself to a part of the track, such as a cross-member, so that the drilling machine extends or retracts the piston rod 6 can move over the stroke length. This propulsion is cheap, reliable, maintenance-friendly, fast and accurate. The drilled holes determine the precise location of the new plates. 5. The piston / cylinder unit may possibly be hydraulically operated.

De in stap 3 gebruikte demontage-eenheid 7 werkt bij 1024214 4 voorkeur hydraulisch. Onderdeel ervan is een gebruikelijk rail/weg graafmachine, die over een hydraulisch aggregaat van voldoende vermogen bezit en tevens het snel in en uit het spoor plaatsen van de eenheid 7 waarborgt. De eenheid 7 5 bevat voor elke spoorstaaf een set hydraulische grijpers 8 om ter weerszijden van een spoorstaaf aan te grijpen op de kluizen en ze recht omhoog uit de spoorstaaf te trekken. Op korte afstand van de grijpers 8 bevindt zich een loopwiel 9 dat op de spoorstaaf steunt en zorgt voor geleiding en 10 reactiekrachten. Gijpers 8 en loopwiel 9 zijn gemonteerd in een frame met montagepunten voor de universeelkoppeling aan het vrije uiteinde van de graafarm van de graafmachine. Elke kluis bezit aan voor- en achterzijde (betrokken op spoorstaaflangsrichting) een ondersnijding waarin de grij-15 per komt te grijpen. Daartoe heeft de grijper bekken die in langsrichting van het spoor naar elkaar toe kunnen worden bewogen. Als volgt wordt te werk gegaan: de eenheid 7 wordt voorwaarts gereden totdat een aanslag tegen de volgende te verwijderen railsbevestiging blokkeert. De eenheid 7 is dan 20 automatisch nauwkeurig gepositioneerd. Men laat dan de geopende grijpers zakken, waarna de bekken naar elkaar toe worden bewogen, zodat ze in de ondersnijdingen grijpen. Vervolgens worden de grijpers omhoog geperst. Bij voorkeur worden de vier grijpers althans in hoofdzaak tegelijkertijd 25 bediend.The dismantling unit 7 used in step 3 preferably works hydraulically. Part thereof is a conventional rail / road excavator, which has a hydraulic power unit of sufficient power and also ensures that unit 7 is quickly placed in and out of the track. The unit 7 contains a set of hydraulic grippers 8 for each rail to engage the vaults on both sides of a rail and to pull them straight up out of the rail. At a short distance from the grippers 8 there is a running wheel 9 which rests on the rail and provides guidance and reaction forces. Pusher press 8 and running wheel 9 are mounted in a frame with mounting points for the universal coupling at the free end of the excavator's arm. Each vault has an undercut at the front and rear (based on rail longitudinal direction) in which the grabber comes to grip. To that end, the gripper has jaws which can be moved towards each other in the longitudinal direction of the track. Proceed as follows: the unit 7 is driven forward until a stop against the next rail attachment to be blocked is blocked. The unit 7 is then automatically accurately positioned. The opened grippers are then lowered, after which the jaws are moved towards each other, so that they engage in the undercuts. The grippers are then pressed up. The four grippers are preferably operated at least substantially simultaneously.

De bewerking in stap 5 is bij voorkeur het vlak maken van de bovenzijde van de biels 3 op de plaats waar de nieuwe bevestiging van de spoorstaaf 1 moet komen. De nieuwe rughelling wordt verschaft met de op de juiste wijze 30 geprofileerde nieuwe platen 5. Voor het vlakken kan gebruik worden gemaakt van een frees 10 met een horizontale draaias en met een breedte (afmeting evenwijdig aan draaias) althans in hoofdzaak gelijk aan de te bewerken breedte van de dwarsliggerbovenzijde t.b.v. een nieuwe plaat 5. Bijvoor-35 beeld is de frees 10 samengesteld uit een groot aantal, bijv. althans 10 of 20 of 30 of 35, naast elkaar geplaatste zgn. "groeffrezen”, d.w.z. ong. 1 cm dikke schijven met aan hun omtrek een groot aantal beitels, bijv. althans 5 of > 024 2 1 4 « 5 althans 8. Zodoende ontstaat a.h.w. een trommellichaam. De frees 10 kan op een vaste hoogte zijn ingesteld t.o.v. de dwarsliggers, zodat bij verplaatsen langs het spoor de dwarsliggers automatisch achtereenvolgens worden bewerkt.The processing in step 5 is preferably the flattening of the top of the sleepers 3 at the place where the new fastening of the rail 1 is to come. The new back slope is provided with the new plates 5 that are correctly profiled. For flattening, use can be made of a cutter 10 with a horizontal axis of rotation and with a width (dimension parallel to axis of rotation) at least substantially equal to the machining width of the crossbar top for a new plate 5. For example, the cutter 10 is composed of a large number, for example at least 10 or 20 or 30 or 35, placed next to each other so-called "groove milling", ie approx. 1 cm thick disks with a large number of chisels at their periphery, for example at least 5 or> 024 2 1 4 «5 at least 8. This creates a drum body.The cutter 10 can be set at a fixed height relative to the sleepers, so that when moving along the track the sleepers are automatically processed in succession.

5 De installatie 11 voor het plaatsen en monteren van de ' nieuwe platen 5 in stap 7 is bij voorkeur als volgt uitgevoerd: Een over het spoor verrijdbaar frame bevat een transportband 12 waarop de platen 5 twee aan twee naast elkaar worden geplaatst. De montagebouten worden in de 10 voorgeboorde gaten in de platen 5 geplaatst. De transportband 12 biedt telkens een set platen 5 aan aan een aan het frame gemonteerde robotarm 13 die voorzien is van twee schroefboorkoppen met elk vier spindels die zijn uitgelijnd met de positie van de montagebouten in de platen 5. De 15 robotarm 13 pakt gelijktijdig twee platen 5 en plaatst ze op een dwarsligger. Het plaatsen wordt vergemakkelijkt door de in stap 1 geboorde gaten "zoekend" te maken voor de montagebouten. De schroefboorkoppen draaien de acht montagebouten tegelijkertijd vast. Bij voorkeur beweegt het 20 frame continu voort met een bij voorkeur althans in hoofdzaak constante snelheid gedurende het op de dwarsligger 3 plaatsen en monteren van een set platen 5, zodat de schroefboorkoppen ten opzichte van het frame bewegen en de dwarsligger stil staan. Hiertoe bevat de installatie 11 bij 25 voorkeur een regeleenheid, zoals computer, voor het besturen van de robotarm. De robotarm is bijv. geleed uitgevoerd. Het handhaven van een rijsnelheid is gunstig bij een uitvoering waarbij met het frame een of meer voorraden platen 5 meebewegen, zoals de in fig. 2 getoonde aanhangwa-30 gens 14. De installatie 11 incl. voorraad platen 5 kan een gewicht van 20 ton bereiken. Met 15 is een takel aangeduid om bijv. een met platen 5 gevulde krat van een wagon 14 te. tillen en op een werkbordes aan het frame te plaatsen.The installation 11 for placing and mounting the new plates 5 in step 7 is preferably designed as follows: A frame that can be moved along the track comprises a conveyor belt 12 on which the plates 5 are placed side by side two by two. The mounting bolts are placed in the 10 predrilled holes in the plates 5. The conveyor belt 12 in each case provides a set of plates 5 to a robot arm 13 mounted on the frame and provided with two screw drill heads, each with four spindles aligned with the position of the mounting bolts in the plates 5. The robot arm 13 grabs two plates simultaneously 5 and place them on a crossbar. Placement is facilitated by making the holes drilled in step 1 "searching" for the mounting bolts. The screw drill heads tighten the eight mounting bolts at the same time. Preferably, the frame moves continuously at a preferably at least substantially constant speed during placing and mounting a set of plates 5 on the cross-member 3, so that the screw drill heads move relative to the frame and the cross-member is stationary. To this end, the installation 11 preferably comprises a control unit, such as a computer, for controlling the robot arm. The robot arm is, for example, articulated. Maintaining a driving speed is advantageous in an embodiment in which one or more stocks of plates 5 move along with the frame, such as the trailers 14 shown in Fig. 2. The installation 11 incl. Stock of plates 5 can reach a weight of 20 tons. . A hoist is indicated by 15 to, for example, remove a crate of a wagon 14 filled with plates 5. lift it and place it on a work platform on the frame.

In stap 9 kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van 35 een over het spoor verrijdbaar frame 16 met een steun, zoals een stoel, voor een persoon die op die manier relatief laag bij de grond gunstig gepositioneerd is om handmatig een onderdeel te plaatsen en/of manipuleren.In step 9, for example, use can be made of a frame 16 that can be moved along the track with a support, such as a chair, for a person who is thus positioned relatively low to the ground for manually placing and / or manipulating a part .

'·. -i 7 i 6"·. 7

In aanvulling op het bovenstaande nog het volgende: De boorautomaat 6 en/of de eenheid 7 zijn bij voorkeur zwenkend rond een opstaande (vertikale) as gemonteerd ten behoeve van standaanpassing aan een evt. scheefstand van 5 een dwarsligger. Daartoe kan de boorautomaat 6 en/of een heid 7 zijn uitgerust met een met de dwarsligger (bijv. voor- of achterzijde daarvan, betrokken op de spoorlangs-richting) samenwerkende aanslag/tastorgaan zodat bij zich tot de volgende dwarsligger langs het spoor verplaatsen van 10 de automaat 6/eenheid 7 zijn stand in het horizontale vlak automatisch wordt aangepast aan die van de dwarsligger. Voorts kan de eenheid 7 zodanig zijn uitgevoerd, dat de tijdens het uittrekken van de kluizen opgewekte reactie-kracht uit de grijpers 8 wordt afgeleid naar de ondergrond 15 d.m.v. op de bovenzijde van de spoorstaaf steunende en daarlangs verschuif/verplaatsbare steunvlakken die, anders dan het lijnvormig contactvlak van het loopwiel 9, een grootvlakkig contactvlak hebben met de spoorstaaf, zodat door overbelasting veroorzaakte vervorming van de spoor-20 staaf wordt vermeden. Bijvoorbeeld zijn daartoe de grijpers 8 en de steunvlakken gemonteerd aan een subframe, dat motorisch/hydraulisch omhoog verplaatsbaar is gemonteerd aan het frame waaraan het loopwiel 9 en de montagepunten voor de universeelkoppeling zijn gemonteerd. Zodoende wordt 25 met omhoog bewogen subframe de eenheid 7 langs het spoor verplaatst, steunend op het loopwiel 9, en het subframe neergelaten zodra de kluiven getrokken worden, waarbij de steunvlakken komen te steunen op de spoorstaven. Het moet duidelijk zijn, dat die steunvlakken onbeweeglijk zijn 30 t.o.v. het subframe, terwijl de grijpers 8 motorisch/hy draulisch omhoog verplaatsbaar zijn t.o.v. het subframe.In addition to the above, the following further: The drilling machine 6 and / or the unit 7 are preferably pivotally mounted around an upright (vertical) axis for position adjustment to an evt. skewed position of a cross member. To this end, the boring machine 6 and / or unit 7 may be equipped with a stop / feeler cooperating with the cross-member (e.g. front or rear thereof, relative to the longitudinal track direction), so that, up to the next cross-member, they move along the track of 10 the automatic device 6 / unit 7 adjusts its position in the horizontal plane automatically to that of the sleeper. Furthermore, the unit 7 can be designed such that the reaction force generated during the pulling out of the vaults is diverted from the grippers 8 to the base 15 by means of supporting surfaces supported on the top of the rail and sliding / displaceable along it, which, unlike the linear contact surface of the running wheel 9, have a large-surface contact surface with the rail, so that deformation of the rail 20 is caused by overloading. For this purpose, for example, the grippers 8 and the supporting surfaces are mounted on a subframe, which is mounted movably upwards by motor / hydraulic means on the frame on which the running wheel 9 and the mounting points for the universal coupling are mounted. Thus, with the subframe raised, the unit 7 is moved along the track, supported by the running wheel 9, and the subframe lowered as soon as the chews are pulled, with the supporting surfaces coming to rest on the rails. It is to be understood that said supporting surfaces are immovable relative to the subframe, while the grippers 8 are movable upwardly / motorically relative to the subframe.

Tot de uitvinding behoort eventueel ook het computergestuurd boren in een dwarsligger met behulp van een boorautomaat .The invention may also include computer-controlled drilling in a sleeper with the aid of a drill.

102421 ' 7102421 '7

Een ander aspect betreft het in de dwarsliggers aanbrengen van een gatenpatroon t.b.v. de montage van nieuwe spoorstaafbevestigingsmiddelen, waarbij dat gatenpatroon 5 bij voorkeur wordt aangebracht terwijl de oorspronkelijke spoorstaafbevestigingsmiddelen zich nog op hun plaats bevinden. Met de meeste voorkeur wordt dat gatenpatroon aangebracht met een over het spoor verrijdbare inrichting die althans in hoofdzaak tegelijkertijd in een dwarsligger 10 een gatenpatroon aanbrengt nabij elke spoorstaaf.Another aspect relates to the provision of a hole pattern in the sleepers for the mounting of new rail fastening means, wherein said hole pattern 5 is preferably provided while the original rail fastening means are still in place. Most preferably, that hole pattern is provided with a device which can be moved over the track and which at least substantially simultaneously applies a hole pattern in a cross-member 10 near each rail.

De boorautomaat 6 bezit een tastorgaan dat bestemd is om in aangrijping te komen met een geschikte aanslag van een dwarsligger of zich daaraan bevindend onderdeel, wanneer de boorautomaat zich langs het spoor voortbeweegt. Bij 15 met die aanslag in aangrijping staand tastorgaan geven met dat samenwerkende signaleringsmiddelen een signaal op basis ] waarvan de voortstuwing van de boorautomaat wordt onderbro- [ ken. Zodoende wordt de boorautomaat automatisch in de juiste positie langs het spoor gebracht om het gewenste 20 gatenpatroon aan te brengen. In een voorkeursuitvoering is het tastorgaan op- en neerbeweegbaar gemonteerd om zich ' vlak naast de spoorstaaf te bevinden en doorloopt de boorautomaat de volgende cyclus: vertikaal tussen twee dwars liggers laat men het tastorgaan zakken om horizontaal op 25 één lijn te staan met de door het spoorstaaf bevestigingsmiddel gevormde aanslag; men beweegt de boorautomaat vooruit zodat het tastorgaan de aanslag steeds meer nadert en uiteindelijk daartegen oploopt waarop de boorautomaat tot stilstand komt; men start aandrijving van de boorspillen en 30 beweegt ze omlaag om de gaten te boren; men heft boorspillen een tastorgaan, zodat bij verder voortbewegende boorautomaat het tastorgaan de aanslag bovenlangs kan passeren; men laat na passeren van de aanslag het tastorgaan zakken, waarop de cyclus zich herhaalt.The drilling machine 6 has a sensing member which is intended to engage a suitable stop of a cross-member or a part located thereon when the drilling machine moves along the track. At 15, the touch probe which is in engagement with said stop gives a signal on the basis of which cooperating signaling means from which the propulsion of the drilling machine is interrupted. The drilling machine is thus automatically brought into the correct position along the track to provide the desired hole pattern. In a preferred embodiment, the sensing member is mounted up and down movably to be located next to the rail and the drilling machine goes through the following cycle: vertically between two sleepers, the sensing member is lowered to align horizontally with the rail fastener formed stop; the drill is moved forward so that the sensing member approaches the stop more and more and eventually runs up against it, upon which the drill stops; one drives the drill spindles and moves them down to drill the holes; a spindle is lifted by a probing member, so that with further advancing drilling machine the sensing member can pass the stop along the top; the sensor is lowered after the stop has been passed, upon which the cycle is repeated.

35 De wagons 14 kunnen als volgt zijn opgebouwd: twee onderstellen met elk twee loopwielen om op beide spoorstaven te rusten; een frame dat los bovenop beide in spoor-langsrichting op afstand achter elkaar geplaatste onder- 1 02 4 2 1 ·' 8 stellen wordt geplaatst om de onderstellen in de gewenste stand te houden; een pallet, met kassen voor de tanden van een vorkheftruck, los bovenop het frame geplaatst; een krat, voor het bevatten van de rughellingplaten, los boven-5 op de pallet geplaatst. Aldus kan een wagon 14 gemakkelijk door één of twee personen in relatief kleine onderdelen uitéén worden genomen om (zodra de krat leeg is) met hand-kracht uit het spoor te worden getild.The wagons 14 can be constructed as follows: two undercarriages with two running wheels each for resting on both rails; a frame that is placed loosely on top of both sub-frames placed one behind the other in track-longitudinal direction to hold the sub-frames in the desired position; a pallet, with greenhouses for the teeth of a forklift truck, loosely placed on top of the frame; a crate, for holding the back inclination plates, placed loosely above-5 on the pallet. A wagon 14 can thus easily be taken apart by one or two persons in relatively small parts to be lifted from the track by hand as soon as the crate is empty.

Fig. 3 toont in perspectief een uitvoering van de 10 eenheid 7 met weergave van de spoorstaven en dwarsliggers 3. Ter weerszijden van elke spoorstaaf bevindt zich een grijper 8 met een vaste bek 17 en een rond horizontale, loodrecht op het spoor staande as 19 zwenkende bek 18.FIG. 3 shows in perspective an embodiment of the unit 7 with representation of the rails and sleepers 3. On either side of each rail is a gripper 8 with a fixed jaw 17 and a jaw 18 pivoting about horizontal, perpendicular to the track. .

Tussen twee grijpers 8 bevindt zich een actuator met aan 15 zijn ondereinde een voet (niet zichtbaar) die wordt neergedrukt op de railskop zodat de grijpers 8 de bevestiging naar boven toe uittrekken. De grijpers 8 zijn gemonteerd aan een dwarsbalk 21 die (bij op de rails geplaatste eenheid 7) in het horizontale vlak kan zwenken rond de centra-20 le, vertikale aspen 22. De aspen 22 is opgenomen in een sleufgat 23 en wordt door veren o.d. 24 in de getoonde uiterste stand voorgespannen, zodat de balk 21, en dus de grijpers 8, over een slaglengte naar achteren kunnen bewegen ten opzichte van de koppelingplaat 25. Zodoende kunnen 25 overbelastingsituaties worden vermeden. De koppelingplaat 25 wordt vertikaal beweegbaar gemonteerd aan een over de rails rijdend frame, zodat koppelingplaat 25, balk 21 en grijpers 8 als een eenheid vertikaal kunnen bewegen terwijl de bevestiging 2 wordt uitgetrokken. Terwijl in fig. 2 is 30 weergegeven dat de rail/weg graafmachine zich achter de eenheid 7 bevindt, betrokken op de spoorlangsrichting, is het eveneens denkbaar dat die machine zich ervoor bevindt, waarbij bij voorkeur aankoppeling van de eenheid 7 aan de giek zich aan de achterzijde van de eenheid bevindt, zodat 35 de giek van die machine over de eenheid 7 heen grijpt.Between two grippers 8 is an actuator with at its lower end a foot (not visible) which is pressed down on the rail head so that the grippers 8 pull the mounting upwards. The grippers 8 are mounted on a transverse beam 21 which (in the case of unit 7 placed on the rails) can pivot in the horizontal plane around the center vertical shaft pin 22. The shaft pin 22 is received in a slotted hole 23 and is supported by springs or the like. 24 biased in the extreme position shown, so that the beam 21, and thus the grippers 8, can move backwards a stroke length relative to the coupling plate 25. Thus, overload situations can be avoided. The coupling plate 25 is mounted vertically movably to a frame running over the rails, so that coupling plate 25, beam 21 and grippers 8 can move vertically as a unit while the fastening 2 is pulled out. While in Fig. 2 it is shown that the rail / road excavator is located behind the unit 7, relative to the track longitudinal direction, it is also conceivable that that machine is located in front of it, with preferably coupling of the unit 7 to the boom. the rear of the unit, so that the boom of that machine grasps over the unit 7.

Zodoende heeft de machinist vanuit zijn cabine goed zicht op de eenheid 7.This gives the operator a good view of the unit 7 from his cab.

Fig. 4 toont een mogelijke uitvoering om een persoon 9 26 op lage hoogte langs het spoor te rijden. Het over de rails rijdende frame 16 is ingericht om toe te laten dat de zittingen voor de personen 26 omhoog bewegen, zodat de zithoogte zeer laag kan zijn en wissels, overwegen e.d.FIG. 4 shows a possible embodiment for driving a person 926 along the track at a low height. The frame 16 running over the rails is adapted to allow the seats for the persons 26 to move upwards, so that the seat height can be very low and switches, etc., and the like.

5 verhogingen kunnen worden gepasseerd. In bedrijf bevinden de personen zich gedeeltelijk onder de bovenzijde van de rails. Bij voorkeur biedt het frame 16 plaats aan twee personen naast elkaar (evt. onderling in spoorlangsrichting verschoven), elk dicht naast een resp. rails en tussen de 10 rails. Onderdelenaanvoer geschiedt bijv. via een glijgoot 27, zodat de personen 26 kunnen blijven zitten.5 increases can be passed. In operation, the people are partially below the top of the rails. The frame 16 preferably accommodates two people next to each other (possibly mutually shifted in the longitudinal direction of the track), each close to a resp. rails and between 10 rails. Parts are supplied, for example, via a sliding channel 27, so that the persons 26 can remain seated.

Het moet duidelijk zijn, dat de uitvinding tevens uitvoeringen bestrijkt, gebaseerd op een hier geopenbaarde uitvoering, evt. ontdaan van één of meer maatregelen/aspec-15 ten en evt. gecombineerd met één of meer andere hier geopenbaarde uitvoeringen, waarbij die ene of meer andere ! uitvoeringen eveneens kunnen zijn ontdaan van één of meer j maatregelen/aspecten, waarbij bovendien een maatregel/as- pect kan zijn vervangen door het (functionele) equivalent 20 (bijv. hydraulische/pneumatische aandrijving vervangen door electrische/lineaire motor), i 1024214It should be clear that the invention also covers embodiments based on an embodiment disclosed here, if necessary. stripped of one or more measures / aspec 15 and possibly. combined with one or more other versions disclosed here, whereby that one or more other! embodiments can also be stripped of one or more measures / aspects, in which moreover a measure / aspect can be replaced by the (functional) equivalent 20 (e.g. hydraulic / pneumatic drive replaced by electric / linear motor), i 1024214

Claims (4)

1. Werkwijze voor het uitvoeren van werkzaamheden aan 5 een spoorweg, waartoe die zijdelings wordt verlegd.Method for carrying out work on a railway, for which it is shifted sideways. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met de stappen van het over een voorafbepaalde lengte demonteren van de rails-bevestiging en het vanuit zijn oorspronkelijke/permanente baan zijdelings verleggen van dat voorafbepaalde lengtedeel 10 en monteren van een tijdelijke railsbevestiging onder handhaving van de spoorbreedte en met handhaving van de aansluiting van dat lengtedeel aan zijn uiteinden op het zich in zijn oorspronkelijke/permanente baan bevindende spoor, zodat werkzaamheden aan de spoorweg, i.h.b. de 15 oorspronkelijke railsbevestiging, kunnen worden uitgevoerd terwijl het spoor in bedrijf blijft.2. Method as claimed in claim 1, with the steps of disassembling the rail mounting over a predetermined length and laterally moving said predetermined length part 10 from its original / permanent track and mounting a temporary rail mounting while maintaining the track width and with maintaining the connection of that length part at its ends to the track in its original / permanent track, so that work on the railroad, in particular the original rail mounting, can be carried out while the rail remains in operation. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij dat lengtedeel zich stapsgewijze langs het spoor verplaatst en/of het zijdelings verlegde lengtedeel gemonteerd wordt 20 aan de oorspronkelijke fundatie/dwarsliggers.3. Method as claimed in claim 1 or 2, wherein said length part moves stepwise along the track and / or the laterally displaced length part is mounted on the original foundation / sleepers. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij van de bestaande spoorweg eerst de dwarsliggers worden voorgeboord, waarna de tijdelijke spoorstaaffixatieplaten (4) worden aangebracht op de dwarsliggers (3) waarna de oude 25 railsbevestiging (2) wordt verwijderd waarna de beide spoorstaven (1) zijdelings verplaatst worden om te komen rusten op de platen (4) zodanig, dat de beide op het oorspronkelijke spoor aansluitende uiteinden van de verlegde spoorstaven elastisch vervormd worden tot een ongeveer S- 30 vormig bochtdeel, waarna nieuwe permanente spoorstaaffixa tieplaten (5) worden gemonteerd op de dwarsliggers met gebruikmaking van de eerder voorgeboorde gaten, waarna de spoorstaven (1) worden losgenomen van de platen (4) en geplaatst op de platen (5) om hun oude loop te hernemen. 1024214-4. Method as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein the sleepers are first predrilled from the existing railway, after which the temporary rail fixation plates (4) are mounted on the sleepers (3) after which the old rail attachment (2) is removed, after which both rails (1) are laterally displaced to come to rest on the plates (4) such that the two ends of the laid rails connecting to the original track are elastically deformed into an approximately S-shaped bend, after which new permanent track fixation plates ( 5) are mounted on the sleepers using the previously pre-drilled holes, after which the rails (1) are detached from the plates (4) and placed on the plates (5) to resume their old course. 1024214-