NL1024196C2 - Boat with telescopic gangway securable to offshore mast, has gangway secured to grip bar using hooked arm and locking device - Google Patents

Abstract

The coupling device (10) for securing the gangway (4) to the mast (1) comprises a hooked arm for securing around a grip bar (11) protruding from the mast, in addition to a locking device (22) for cooperating with the hooked arm in the closed position so that the coupling device extends completely around the grip bar. The gangway is attached to the boat (2) at one end and can be moved in the horizontal and vertical direction. The coupling device is provided at the free end of the gangway and can be secured to a substantially vertical grip bar protruding from the mast.

Description

Korte aanduiding: Vaartuig voorzien van een met een offshore paallichaam koppelbare loopbrug.Short description: Vessel equipped with a walkway that can be connected to an offshore pile body.

5 De uitvinding heeft betrekking op een vaartuig voorzien van een met een offshore paallichaam koppelbare loopbrug volgens de aanhef van conclusie 1.The invention relates to a vessel provided with a walkway connectable to an offshore pile body according to the preamble of claim 1.

Een dergelijk vaartuig is bekend uit WO 02/20343. Hierin is het vaartuig voorzien van een rond twee assen beweegbaar op het vaartuig 10 gemonteerde telescopisch uitschuifbare loopbrug. De loopbrug omvat aan zijn vrije einde een koppelinrichting die is ingericht om gekoppeld te worden met een in hoofdzaak verticaal gerichte grijpstang die voorzien is op een offshore paallichaam. In bedrijf wordt het vaartuig naar een geschikte uitgangspositie ten opzichte 15 van de verticale grijpstang gemanoeuvreerd. Vervolgens wordt de loopbrug door een geschikte zwenkbeweging op het middelste gedeelte van de grijpstang gericht en de loopbrug uitgeschoven totdat de koppelinrichting nauwkeurig voor de grijpstang is gepositioneerd. Vervolgens worden twee hydraulisch bedienbare, vanuit een geopende 20 stand naar elkaar toe zwenkbare koppelklauwen van de koppelinrichting gesloten. De sluiting is zodanig dat de koppelinrichting daarna nog de vrijheid heeft om zich in de koppelfase langs de grijpstang te verplaatsen. Bij het bereiken van de gewenste koppelpositie op de grijpstang worden de koppelklauwen verder naar elkaar toe bewogen 25 teneinde de grijpstang stevig vast te klemmen en de positie daarop te fixeren.Such a vessel is known from WO 02/20343. Herein the vessel is provided with a telescopic extendable walkway mounted on the vessel 10 about two axes. The walkway comprises at its free end a coupling device which is adapted to be coupled to a substantially vertically oriented gripping rod which is provided on an offshore pile body. In operation, the vessel is maneuvered to a suitable starting position with respect to the vertical gripper bar. Subsequently, the footbridge is directed by a suitable pivoting movement at the middle part of the gripper bar and the walkway is extended until the coupling device is accurately positioned in front of the gripper bar. Subsequently, two hydraulically operated coupling claws of the coupling device that are pivotable towards each other from an opened position are closed. The closure is such that the coupling device then still has the freedom to move along the gripping rod in the coupling phase. Upon reaching the desired coupling position on the gripper bar, the coupling claws are moved further towards each other in order to clamp the gripper bar tightly and to fix the position thereon.

Nadelig hierbij is dat het koppelen met name bij zwaar weer soms enigszins moeizaam verloopt. Verder kan er bij uitval van het hydraulisch circuit direct een ontkoppeling plaatsvinden, doordat de 30 koppelklauwen niet langer in een gesloten stand worden gehouden. Dit kan zelfs tot gevolg hebben dat het vrije einde van de loopbrug naar beneden valt terwijl zich daarop mensen bevinden. Indien de koppelklauwen gedeeltelijk lossen ontstaan soortgelijke problemen, omdat de koppelinrichting dan opeens de vrijheid krijgt om langs de 35 grijpstang naar beneden te schuiven en daarbij de loopbrug in zijn I "val" mee te nemen. Daarnaast dient er tijdens de koppelfase een I nauwkeurige afstemming plaats te vinden van het sluiten van de I koppelklauwen met het vrijgeven van overige vrijheidsgraden van de loopbrug, teneinde beschadigingen aan het vaartuig te voorkomen.A disadvantage here is that coupling is sometimes somewhat difficult, especially in heavy weather. Furthermore, in the event of a failure of the hydraulic circuit, disconnection can take place immediately, because the coupling claws are no longer held in a closed position. This can even result in the free end of the walkway falling down while people are on it. If the coupling claws partially release, similar problems arise because the coupling device is suddenly given the freedom to slide down along the gripper bar and thereby carry the walkway into its "fall". In addition, during the coupling phase there must be an accurate tuning of the closing of the coupling claws with the release of other degrees of freedom of the walkway, in order to prevent damage to the vessel.

H 5 De onderhavige uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde H nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot I doel een gebruiksvriendelijke betrouwbare koppeling tussen een I vaartuig en een offshore paallichaam te verschaffen die ook bij I 10 uitval van bekrachtigingssystemen zoals een hydraulisch circuit een grote mate van veiligheid biedt.The present invention has for its object to at least partially obviate the above-mentioned H disadvantages, or to provide a usable alternative. In particular, it is an object of the invention to provide a user-friendly reliable coupling between a vessel and an offshore pole body that also offers a high degree of safety in the event of failure of power systems such as a hydraulic circuit.

I Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een vaartuig I volgens conclusie 1. De koppelinrichting omvat hierbij een haakarm en I een tussen een open en gesloten stand beweegbaar grendelelement. De I 15 haakarm dient ertoe om tijdens de koppelfase, door een geschikt manoeuvreren van het vaartuig en de loopbrug, hakend achter de I grijpstang te grijpen. Dit brengt dan met voordeel direct een zekere I mate van koppeling tot stand, welke koppeling de vrijheid heeft om op en neer over de grijpstang te schuiven. Het grendelelement is I 20 ingericht om, in de gesloten stand, tezamen met de haakarm de I grijpstang op te sluiten. Tijdens de koppelfase, en in het bijzonder in de gesloten stand van het grendelelement is de koppeling tussen de I koppelinrichting en de grijpstang niet langer afhankelijk van I hydraulische systemen of andere bekrachtigingssystemen. Dit vergroot I 25 de veiligheid. De haakarm maakt een snel en betrouwbaar koppelen mogelijk, zonder daarbij tijdens de koppelfase het gevaar te lopen I dat onderdelen van het vaartuig beschadigd raken, bijvoorbeeld door I een te laat vrijgeven van overige vrijheidsgraden van de loopbrug.This object is achieved according to the invention by a vessel I according to claim 1. The coupling device herein comprises a hook arm and a locking element movable between an open and closed position. During the coupling phase, the hook arm serves to grasp behind the grip bar by means of suitable maneuvering of the vessel and the walkway. This then advantageously immediately establishes a certain degree of coupling, which coupling has the freedom to slide up and down over the gripper bar. The locking element is adapted to, in the closed position, confine the gripping rod together with the hook arm. During the coupling phase, and in particular in the closed position of the locking element, the coupling between the coupling device and the gripper bar is no longer dependent on hydraulic systems or other energizing systems. This increases safety. The hook arm enables quick and reliable coupling, without thereby running the risk of damage to parts of the vessel during the coupling phase, for example due to late release of other degrees of freedom of the walkway.

I In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de haakarm twee delen 30 die rondom een in hoofdzaak verticale scharnieras verdraaibaar met I elkaar zijn verbonden. Tussen de beide haakarmdelen zijn voorspanmiddelen voorzien voor het onder voorspanning klemmend doen I omgrijpen van de grijpstang. Dit verschaft de mogelijkheid om in samenwerking met een speciaal daarop aangepaste grijpstang op een I 35 offshore paallichaam een automatisch naar boven en/of beneden I begrensde koppeling te verkrijgen. De speciaal daarop aangepaste I grijpstang omvat hierbij een geleidingsdeel en een koppeldeel, waarbij de dwarsdoorsnede van het geleidingsdeel groter is dan die 3 van het koppeldeel. Tijdens de koppelfase wordt de haakarm om het geleidingsdeel van de grijpstang gehaakt, waarna de beide haakarmdelen onder voorspanning tegen het geleidingsdeel aan komen te liggen. Indien vervolgens de haakarm over het geleidingsdeel 5 verschoven wordt in de richting van het koppeldeel, dan zal de voorspanning er automatisch zorg voor dragen dat, bij bereiken van het koppeldeel, de beide haakarmdelen ten opzichte van elkaar naar een meer gesloten stand bewegen teneinde de kleinere dwarsdoorsnede van het koppeldeel nauwsluitend te omgrijpen. De haakarm is dan op 10 het koppeldeel in hoofdzaak onverschuifbaar in positie gefixeerd doordat de grotere dwarsdoorsnede van het geleidingsdeel een begrenzing vormt. Het grendelelement bevindt zich tijdens het verschuiven bij voorkeur in de gesloten stand, maar kan desgewenst ook eerst na het bereiken van het koppeldeel van de grijpstang naar 15 de gesloten stand worden bewogen.In a special embodiment, the hook arm comprises two parts which are rotatably connected to each other around a substantially vertical pivot axis. Between the two hook arm parts, biasing means are provided for gripping the gripping rod clampingly under bias. This provides the possibility of obtaining an automatically upward and / or downwardly limited coupling in conjunction with a specially adapted gripper rod on an offshore pile body. The gripping rod specially adapted thereto herein comprises a guide part and a coupling part, the cross-section of the guide part being larger than that of the coupling part. During the coupling phase the hook arm is hooked around the guide part of the gripper bar, whereafter the two hook arm parts come to rest against the guide part under bias. If the hook arm is subsequently shifted over the guide part 5 in the direction of the coupling part, then the pretension will automatically ensure that, when the coupling part is reached, the two hook arm parts move towards a more closed position relative to each other in order to lower the smaller cross-section of the coupling part. The hook arm is then fixed in position substantially slidably on the coupling part in that the larger cross-section of the guide part forms a boundary. During shifting, the locking element is preferably in the closed position, but can optionally also be moved to the closed position only after the coupling part has been reached.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in de onderconclusies.Further preferred embodiments of the invention are defined in the subclaims.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een offshore paallichaam met een vaartuig volgens één van de conclusies 20 7-13, alsmede op een werkwijze volgens conclusie 14.The invention also relates to an assembly of an offshore pile body with a vessel according to one of the claims 7-13, as well as to a method according to claim 14.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which:

Fig. 1 een schematisch aanzicht is in perspectief van een uitvoeringsvorm van een offshore paallichaam en een daarmee gekoppeld 25 vaartuig;FIG. 1 is a schematic perspective view of an embodiment of an offshore pile body and a vessel coupled thereto;

Fig. 2 een aanzicht is op vergrote schaal van de koppelinrichting in fig. 1;FIG. 2 is an enlarged view of the coupling device in FIG. 1;

Fig. 3 een aanzicht is overeenkomstig fig. 1 van het paallichaam.FIG. 3 is a view corresponding to FIG. 1 of the pole body.

30 In fig. 1 is een offshore paallichaam in zijn geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het paallichaam 1, ook wel monopaal genoemd, kan bijvoorbeeld een zendmast, de draagkolom van een windmolen of een steunpoot van een offshore platform zijn.In Fig. 1, an offshore pile body is indicated in its entirety by reference numeral 1. The pile body 1, also referred to as monopole, can for instance be a transmission tower, the support column of a windmill or a support leg of an offshore platform.

Met 2 is een vaartuig aangeduid, waarop personeel kan worden 35 aangevoerd, dat het paallichaam 1 moet betreden om daarop onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Het paallichaam 1 is voorzien van een daarvan uitstekend bordes 3, dat verdere toegang tot het paallichaam 1 of een daarmee verbonden constructie verschaft.Reference numeral 2 denotes a vessel on which personnel can be brought in that the pile body 1 must enter to perform maintenance work thereon. The pile body 1 is provided with a platform 3 protruding therefrom, which provides further access to the pile body 1 or a construction connected thereto.

Λ Λ é\ λ λ r * ι I Teneinde op willekeurige tijdstippen tussen laag en hoog tij, alsook bij ruw weer een veilige "overstap" van het personeel vanaf I het vaartuig 2 naar het bordes 3 op het paallichaam 1 en omgekeerd te I kunnen realiseren, wordt gebruik gemaakt van een in- en uitschuifbare I 5 loopbrug 4. Het ene deel 4a daarvan is om een liggende as a I scharnierbaar verbonden met een op-/afstapplateau 5 op het boveneinde I van een kolom 6, die door middel van een draaikrans 7 om een staande as b draaibaar op het dek van het vaartuig 2 gemonteerd is.In order to enable a safe "transfer" of the personnel from I the vessel 2 to the landing 3 on the pole body 1 and vice versa at any time between low and high tide and in rough weather conditions use is made of a retractable and extendable footbridge 4. The one part 4a thereof is pivotally connected about a horizontal axis a I to a boarding / dismounting platform 5 on the upper end I of a column 6, which by means of a slewing ring 7 is rotatably mounted on the deck of the vessel 2 about a standing shaft b.

I Tussen de draaikolom 6 en een punt aan de onderzijde van het I 10 loopbrugdeel 4a strekt zich een hydraulische zuiger-cilinder- I inrichting 8a uit, die een verstelling van de hellingshoek van de I loopbrug 4 kan bewerkstelligen.Between the pivot column 6 and a point on the underside of the walkway part 4a a hydraulic piston-cylinder device 8a extends, which can effect an adjustment of the angle of inclination of the walkway 4.

I Het tweede door middel van een hydraulische zuiger-cilinder- I inrichting 8b in- en uitschuifbareloopbrugdeel 4b is aan zijn vrije I 15 einde verbonden met een koppelinrichting 10.The second in-and-extendable bridge part 4b, by means of a hydraulic piston-cylinder device 8b, is connected at its free end to a coupling device 10.

I De koppelinrichting 10 dient om nabij het bordes 3 een I verbinding met een verticaal gerichte grijpstang 11 op het I paallichaam 1 tot stand te brengen.The coupling device 10 serves to establish, near the platform 3, a connection to a vertically oriented gripping rod 11 on the pile body 1.

I Zoals te zien in fig. 2 omvat de koppelinrichting 10 een haakarm I 20 15, die hier is opgebouwd uit twee rondom een verticale scharnieras I 16 verdraaibaar met elkaar verbonden delen, te weten een framedeel I 15a en een draaideel 15b. Tezamen definiëren het framedeel 15a en het draaideel 15b een U-vorm, waarvan de benen groter zijn dan de dwarsdoorsnede van de grijpstang 11. Tussen het framedeel 15a en het H 25 draaideel 15b zijn voorspanmiddelen 18, voorzien, die hier worden I gevormd door een hydraulische zuiger-cilinder-inrichting. Het I draaideel 15b is aan zijn vrije einde voorzien van een H invoerafschuining 20, ter vergemakkelijking van het om de grijpstang I 11 heen haken van de haakarm 15, in het bijzonder enigszins tegen de H 30 werking van de voorspanmiddelen 18 in.As can be seen in Fig. 2, the coupling device 10 comprises a hook arm I20, which here is made up of two parts rotatably connected to each other around a vertical pivot axis 16, namely a frame part I 15a and a turning part 15b. Together, the frame part 15a and the turning part 15b define a U-shape, the legs of which are larger than the cross-section of the gripping rod 11. Between the frame part 15a and the H-turning part 15b, biasing means 18 are provided, which here are formed by a hydraulic piston-cylinder device. The turning part 15b is provided at its free end with an H insert chamfer 20, to facilitate hooking the hook arm 15 around the gripper bar 11, in particular to some extent against the H 30 action of the biasing means 18.

Op het framedeel 15a is een rondom een scharnieras 21 neerkantelbaar grendelelement 22 gemonteerd. Voor het bewegen van het I grendelelement 22 tussen een open en een gesloten stand is een I hydraulische zuiger-cilinder-inrichting 23 voorzien. Deze kan vanaf I 35 het vaartuig worden aangestuurd of bijvoorbeeld automatisch I geactiveerd worden indien een in de haakarm 15 voorziene detector I (niet getoond) daarin de aanwezigheid van de grijpstang 11 H detecteert.Mounted on the frame part 15a is a locking element 22 which can be tilted about a pivot axis 21. A hydraulic piston-cylinder device 23 is provided for moving the locking element 22 between an open and a closed position. This can be controlled from I the vessel or, for example, be activated automatically if a detector I (not shown) provided in the hook arm 15 detects the presence of the gripper bar 11H therein.

55

De haakarm 15 is rondom een horizontale scharnieras 25 instelbaar verdraaibaar verbonden met het loopbrugdeel 4b. De haakarm 15 kan hierbij middels een hydraulische zuiger-cilinder-inrichting 26 (zie fig. 1) naar wens in verschillende hoekposities ten opzichte van 5 de loopbrug 4 worden ingesteld, maar kan ook afhankelijk van het toepassingsgebied in een bepaalde hoekstand gefixeerd worden. Dit laatste is bijvoorbeeld mogelijk in gebieden waar het getijverschil klein is en de hoogte van de beoogde koppelpositie op het paallichaam in hoofdzaak constant is.The hook arm 15 is rotatably connected around the horizontal pivot axis 25 with the walkway part 4b. The hook arm 15 can be adjusted by means of a hydraulic piston-cylinder device 26 (see Fig. 1) as desired in different angular positions relative to the walkway 4, but can also be fixed in a certain angular position depending on the area of application. The latter is possible, for example, in areas where the tidal difference is small and the height of the intended coupling position on the pole body is substantially constant.

10 In de haakarm 15 en op het grendelelement 22 zijn dempingslichamen 27 voorzien, die hier worden gevormd door rubber stootblokken. Deze dienen ertoe om tijdens de koppelfase het aanhaken meer soepel te doen verlopen, en om tijdens bedrijf plotselinge bewegingen op te vangen. Ook aan de onderkant van de haakarm 15 is 15 een dempingslichaam 28 voorzien (zie fig. 1), waarvan de werking hieronder zal worden toegelicht.In the hook arm 15 and on the locking element 22, damping bodies 27 are provided, which here are formed by rubber buffer blocks. These serve to make hooking run more smoothly during the coupling phase and to absorb sudden movements during operation. A damping body 28 is also provided on the underside of the hook arm 15 (see Fig. 1), the operation of which will be explained below.

De grijpstang 11 die op het paallichaam 1 voorzien is, strekt zich.naar boven toe uit vanaf het bordes 3, en is aan zijn boveneinde verbonden met een steunbalk 30. De grijpstang 11 is uitgevoerd met 20 een koppeldeel 31 en een daarboven gelegen geleidingsdeel 32. Op het geleidingsdeel 32 zijn zich in langsrichting daarvan uitstrekkende noklichamen 33 voorzien. De noklichamen 33 verschaffen het geleidingsdeel 32 een groter dwarsdoorsnede dan het koppeldeel 31.The gripping rod 11 provided on the pile body 1 extends upwards from the platform 3, and is connected at its upper end to a support beam 30. The gripping rod 11 is provided with a coupling part 31 and a guide part 32 located above it. Cam bodies 33 extending in the longitudinal direction thereof are provided on the guide part 32. The cam bodies 33 provide the guide part 32 with a larger cross section than the coupling part 31.

Het koppeldeel 31 heeft een hoogte die in hoofdzaak overeenkomt met 25 de hoogte van de haakarm 15.The coupling part 31 has a height that substantially corresponds to the height of the hook arm 15.

Een mogelijke wijze van koppelen werkt nu als volgt: Bij niet-gebruik is de loopbrug 4 volgens de lengteas van het vaartuig 2 gericht en rust de loopbrug 4 op een oplegsteun 35. Aldus vaart het vaartuig 2 met een of meer monteurs uit naar het paallichaam 1 voor 30 het daaraan verrichten van werkzaamheden, zoals het opheffen van storingen. In de buurt van het paallichaam 1 gekomen wordt het vaartuig 2 overeenkomstig de heersende golf/windrichting in positie gebracht. Vervolgens wordt de loopbrug 4 door bediening van de hydraulische zuiger-cilinder-inrichting 8a van de oplegsteun 35 35 gelicht en door hydraulische bekrachtiging van de draaikrans 7 en van de hydraulische zuiger-cilindèrinrichting 8b naar een positie tegenover de grijpstang 11 gebracht. Hierbij wordt de loopbrug 4 tezamen met de koppelinrichting 10 zodanig gemanoeuvreerd dat de 6 haakarm 15 achter de grijpstang 11 haakt, bij voorkeur in hoofdzaak in het midden van het geleidingsdeel 32 daarvan. Vervolgens wordt het grendelelement 22 neergeklapt, waardoor de grijpstang 11 vormgesloten is opgenomen door de koppelinrichting 10.A possible method of coupling now works as follows: In the case of non-use, the walkway 4 is oriented along the longitudinal axis of the vessel 2 and the walkway 4 rests on a support bracket 35. Thus, the vessel 2 sails with one or more fitters to the pole body. 1 for 30 performing work thereon, such as eliminating malfunctions. The vessel 2 is brought into position in the vicinity of the pile body 1 in accordance with the prevailing wave / wind direction. The walkway 4 is then lifted from the support 35 by operation of the hydraulic piston-cylinder device 8a and brought to a position opposite the gripper rod 11 by hydraulic actuation of the turntable 7 and of the hydraulic piston-cylinder device 8b. The walkway 4 together with the coupling device 10 is hereby maneuvered such that the 6 hook arm 15 hooks behind the gripping rod 11, preferably substantially in the middle of the guide part 32 thereof. The locking element 22 is then folded down, as a result of which the gripping rod 11 is received in a form-fitting manner by the coupling device 10.

5 Daarna wordt de hydraulische zuiger-cilinderinrichting 8b drukloos gemaakt, waardoor de loopbrug 4 vrij in en uit kan schuiven, en de afstand van het vaartuig 2 tot het paallichaam 1 kan en mag gaan variëren. De loopbrug 4 wordt door bediening van de hydraulische zuiger-cilinder-inrichting 8a zodanig gemanoeuvreerd dat de 10 koppelinrichting 10 langs het geleidingsdeel 32 naar beneden schuift. De voorspanmiddelen 18 drukken hierbij het draaideel 15b van de haakarm 15 met een geringe kracht tegen het framedeel 15a. Zodra tijdens het naar beneden schuiven het koppeldeel 31 wordt bereikt, zal als gevolg van bovengenoemde voorspanning het draaideél 15b 15 verder naar het framedeel 15a toe kunnen draaien, totdat de kleinere dwarsdoorsnede van het koppeldeel 31 nauwsluitend omgrepen is. Het bordes 3 vormt tijdens het naar beneden schuiven met voordeel een begrenzingsmiddel voor de koppelinrichting 10. Het aan de onderzijde van de haakarm 15 voorziene dempingslichaam 28 zorgt er hierbij voor 20 dat de koppelinrichting 10 niet met een klap op het bordes 3 terechtkomt. Aldus kan het naar beneden schuiven van de koppelinrichting 10 met relatief grote snelheid worden uitgevoerd. Nadat de beoogde koppelpositie bereikt is kan ook de hydraulische zuiger-cilinder-inrichting 8a drukloos gemaakt worden, zodat vanaf 25 dat moment verticale bewegingen van het vaartuig 2 kunnen worden opgevangen.The hydraulic piston-cylinder device 8b is then made pressureless, as a result of which the walkway 4 can slide in and out freely, and the distance from the vessel 2 to the pile body 1 can and may vary. The footbridge 4 is maneuvered by operating the hydraulic piston-cylinder device 8a such that the coupling device 10 slides down the guide part 32. The biasing means 18 here press the pivoting part 15b of the hook arm 15 against the frame part 15a with a small force. As soon as the coupling part 31 is reached during sliding downwards, the pivot part 15b 15 will be able to rotate further towards the frame part 15a as a result of the above-mentioned bias, until the smaller cross-section of the coupling part 31 is tightly encircled. The platform 3 advantageously forms a limiting means for the coupling device 10 during sliding downwards. The damping body 28 provided on the underside of the hook arm 15 hereby ensures that the coupling device 10 does not hit the platform 3 with a blow. Thus, sliding down of the coupling device 10 can be carried out at a relatively high speed. After the intended coupling position has been reached, the hydraulic piston-cylinder device 8a can also be made pressureless, so that from that moment on, vertical movements of the vessel 2 can be absorbed.

In een variant worden beide hydraulische zuiger-cilinder-inrichtingen 8 reeds geheel of gedeeltelijk drukloos gemaakt nadat de koppelinrichting 10 gekoppeld is met het geleidingsdeel 32. Dit heeft 30 tot gevolg dat de koppelinrichting 10 onder invloed van de zwaartekracht vanzelf naar de beoogde koppelpositie op het koppeldeel 31 zal zakken, en zich aldaar automatisch naar boven en beneden begrensd zal vergrendelen. Ook kunnen de hydraulische zuiger-cilinder-inrichtingen 8 zodanig bekrachtigd blijven dat bij wegvaren 35 in een noodsituatie de loopbrug 4 een lichte neiging naar boven toe houdt, zodat zich eventueel nóg op de loopbrug 4 bevindende mensen niet direct in het water vallen.In a variant, both hydraulic piston-cylinder devices 8 are already fully or partially depressurized after the coupling device 10 is coupled to the guide part 32. This results in the coupling device 10 automatically moving to the intended coupling position at the intended coupling position under the influence of gravity. coupling part 31 will lower and automatically lock up and down bounded there. The hydraulic piston-cylinder devices 8 can also remain energized in such a way that, in the event of an emergency, the walkway 4 maintains a slight tendency towards the top, so that any people still on the walkway 4 do not fall directly into the water.

77

De constructie met de haakarm 15 en de begrenzing naar beneden en boven toe waarborgt dat bij uitval van het hydraulische circuit, de loopbrug 4 in zijn beoogde koppelpositie, dat wil zeggen op het koppeldeel 31, blijft zitten. Naar beneden toe rust de 5 koppelinrichting 10 op het bordes 3, naar boven toe is de koppelinrichting begrenst door de noklichamen 33, terwijl de haakarm 15 en het grendelelement 22 het koppeldeel 31 van de grijpstang 11 blijven omsluiten.The construction with the hook arm 15 and the down and up limitation ensures that in the event of a failure of the hydraulic circuit, the walkway 4 remains in its intended coupling position, that is to say on the coupling part 31. Downwards the coupling device 10 rests on the platform 3, upwards the coupling device is bounded by the cam bodies 33, while the hook arm 15 and the locking element 22 continue to enclose the coupling part 31 of the gripping rod 11.

De overstap van personeel via de loopbrug 4 van en naar het 10 bordes 3 kan nu gemakkelijk en veilig plaatsvinden.The transfer of personnel via the footbridge 4 to and from the platform 3 can now be done easily and safely.

Naast de getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk. Zo zijn ook andersoortige bekrachtigingssystemen mogelijk, bijvoorbeeld een verstelbare hangsteun voor het loopbrugdeel 4a. De haakarm is bij voorkeur voorzien van een breekpenconstructie die 15 ervoor zorgt dat bij het bereiken van een te grote belasting op de koppelinrichting, het draaideel van de haakarm open kan klappen naar een geopende stand ten opzichte van het framedeel van de haakarm. In plaats van automatisch werkende voorspanmiddelen kunnen ook aanstuurbare bewegingsmiddelen worden voorzien tussen het draaideel 20 en het framedeel van de haakarm. Daarnaast kan een andersoortige koppelinrichting, al dan niet met voorspanmiddelen, worden toegepast in combinatie met het kenmerk van de grijpstang met het geleidingsdeel en het koppeldeel.In addition to the embodiment shown, many variants are possible. Other types of excitation systems are thus also possible, for example an adjustable suspension support for the footbridge part 4a. The hook arm is preferably provided with a shear pin construction which ensures that upon reaching too great a load on the coupling device, the pivot part of the hook arm can fold open to an open position relative to the frame part of the hook arm. Instead of automatically operating biasing means, controllable movement means can also be provided between the turning part 20 and the frame part of the hook arm. In addition, a different type of coupling device, with or without biasing means, can be used in combination with the characteristic of the gripping rod with the guide part and the coupling part.

Aldus verschaft de uitvinding een constructief eenvoudig en zeer 25 veilig koppelingssysteem tussen een vaartuig en een offshore paallichaam. Hiermee kunnen belangrijke tijdwinsten worden behaald, en kan ook bij calamiteiten onder zware weersomstandigheden worden gehandeld.The invention thus provides a constructively simple and very safe coupling system between a vessel and an offshore pile body. This means that significant time gains can be achieved and action can also be taken in the event of a disaster under severe weather conditions.

30 1 n o a 1 o p30 1 n o a 1 o p

Claims (14)

1. Vaartuig voorzien van een met een offshore paallichaam (1) koppelbare, telescopisch uitschuifbare loopbrug (4), welke loopbrug 5 (4) met één einde om een horizontale en een verticale as (a respectievelijk b) beweegbaar op het vaartuig (2) is gemonteerd en aan zijn vrije uiteinde een koppelinrichting (10) draagt die is ingericht voor het omgrijpen van een van het paallichaam (1) uitstekende, in hoofdzaak verticaal gerichte grijpstang (11), 10 met het kenmerk, dat de koppelinrichting (10) een haakarm (15) omvat voor het tijdens aanbrengen hakend achter de grijpstang (11) grijpen, alsmede een tussen een open stand en een gesloten stand beweegbaar grendelelement (22) voor het in de gesloten stand tezamen met de haakarm (15) 15 daartussen opsluiten van de grijpstang (11).1. Vessel provided with a telescopic extendable walkway (4) which can be coupled to an offshore pile body (1), said walkway 5 (4) movable on the vessel (2) with one end about a horizontal and a vertical axis (a and b respectively) is mounted and carries at its free end a coupling device (10) which is adapted to grip a substantially vertically oriented gripping rod (11) projecting from the pile body (1), characterized in that the coupling device (10) includes hook arm (15) for gripping behind gripping rod (11) during mounting, as well as a locking element (22) movable between an open position and a closed position for locking in between the hook position (15) together with the hook arm (15) the grab bar (11). 2. Vaartuig volgens conclusie 1, waarbij de haakarm (15) twee delen (15a, 15b) omvat die rondom een in hoofdzaak verticale scharnieras (16) verdraaibaar met elkaar verbonden zijn, waarbij tussen de beide 20 delen voorspanmiddelen (18) zijn voorzien voor het onder voorspanning doen omgrijpen van de grijpstang (11).2. Vessel as claimed in claim 1, wherein the hook arm (15) comprises two parts (15a, 15b) which are rotatably connected to each other around a substantially vertical pivot axis (16), wherein biasing means (18) are provided between the two parts causing the gripping rod (11) to grip under pretension. 3. Vaartuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij het grendelelement (22) rondom een in hoofdzaak horizontale scharnieras (21) beweegbaar 25 op de koppelinrichting (10) gemonteerd is.3. Vessel according to claim 1 or 2, wherein the locking element (22) is movably mounted on a coupling device (10) around a substantially horizontal pivot axis (21). 4. Vaartuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de haakarm (15) en desgewenst tevens het grendelelement (22) voorzien zijn van dempingslichamen (27) die bestemd zijn om aan te komen 30 liggen tegen de grijpstang (11) van het paallichaam (1).4. Vessel as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hook arm (15) and, if desired, also the locking element (22) are provided with damping bodies (27) which are intended to abut against the gripping rod (11) of the pole body (11) 1). 5. Vaartuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de haakarm (15) aan de onderzijde een dempingslichaam (28) omvat dat bestemd is om aan te komen te liggen tegen een op de grijpstang (11) 35 voorzien begrenzingsmiddel (3) .5. Vessel according to one of the preceding claims, wherein the hook arm (15) comprises at the bottom a damping body (28) which is intended to come into contact with a limiting means (3) provided on the gripper bar (11). 6. Vaartuig volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de haakarm (15) een U-vorm definieert, waarvan de benen groter of gelijk zijn dan de dwarsdoorsnede van de grijpstang (11).Vessel according to one of the preceding claims, wherein the hook arm (15) defines a U-shape, the legs of which are larger or equal to the cross-section of the gripper bar (11). 7. Samenstel van een offshore paallichaam (1) omvattende een van het paallichaam (1) uitstekende in hoofdzaak verticaal gerichte grijpstang (11), met een vaartuig (2) omvattende een met het paallichaam (1) koppelbare, telescopisch uitschuifbare loopbrug (4), welke loopbrug (4) met één einde om een horizontale en een verticale 10 as (a respectievelijk b) beweegbaar op het vaartuig (2) is gemonteerd en aan zijn vrije uiteinde een koppelinrichting (10) draagt die is ingericht voor het omgrijpen van de grijpstang (11), met het kenmerk, dat de koppelinrichting (10) is ingericht voor het tijdens de koppelfase onder voorspanning klemmend omgrijpen van de 15 grijpstang (11), en dat de grijpstang (11) een geleidingsdeel (32) en een koppeldeel (31) omvat, waarbij de dwarsdoorsnede van het geleidingsdeel (32) groter is dan de dwarsdoorsnede van het koppeldeel (31) voor het vormen van een begrenzing voor de koppelinrichting (10) indien deze het 20 koppeldeel (31) omgrijpt.An assembly of an offshore pile body (1) comprising a substantially vertically oriented gripping rod (11) projecting from the pile body (1), with a vessel (2) comprising a telescopic extendable walkway (4) that can be coupled to the pile body (1) , which walkway (4) is movably mounted on the vessel (2) with one end about a horizontal and a vertical axis (a and b) and carries at its free end a coupling device (10) which is adapted for gripping the gripping rod (11), characterized in that the coupling device (10) is arranged for clampingly gripping the gripping rod (11) during the coupling phase, and in that the gripping rod (11) comprises a guide part (32) and a coupling part (11) 31), wherein the cross section of the guide part (32) is larger than the cross section of the coupling part (31) to form a boundary for the coupling device (10) if it engages the coupling part (31). 8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de grijpstang (11) ter plaatse van het geleidingsdeel (32) voorzien is van ten minste één zich in langsrichting uitstrekkend noklichaam (33). 25Assembly according to claim 7, wherein the gripping rod (11) is provided at the location of the guide part (32) with at least one longitudinally extending cam body (33). 25 9. Samenstel volgens conclusie 8 of 9, waarbij het koppeldeel (31) zich onder het geleidingsdeel (32) bevindt.Assembly according to claim 8 or 9, wherein the coupling part (31) is located under the guide part (32). 10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij het koppeldeel (31) aan 30 de onderzijde begrensd wordt door begrenzingsmiddelen (3).10. Assembly as claimed in claim 9, wherein the coupling part (31) is bounded at the bottom by limiting means (3). 11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de begrenzingsmiddelen (3) de grijpstang (11) verbinden met het paallichaam (1), en in het bijzonder een bordes vormen waarvandaan de grijpstang (11) zich naar 35 boven toe uitstrekt, welk bordes voorzien is op het paallichaam (1) en toegang tot het paallichaam (1) verschaft voor personeel. 1 n ? .4 1 S o11. Assembly as claimed in claim 10, wherein the limiting means (3) connect the gripping rod (11) to the pole body (1), and in particular form a platform from which the gripping rod (11) extends upwards, which platform is provided on the pole body (1) and access to the pole body (1) provided for personnel. 1 n? .4 1 S o 12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11/ waarbij op de bovenzijde van de begrenzingsmiddelen (3) dan wel op de onderzijde van de koppelinrichting (10) een dempingslichaam (28) is voorzien.An assembly according to claim 10 or 11 / wherein a damping body (28) is provided on the top side of the limiting means (3) or on the bottom side of the coupling device (10). 13. Samenstel volgens één van de conclusies 7-12, waarbij de koppelinrichting (10) een haakarm (15) omvat voor het tijdens aanbrengen hakend achter de grijpstang (11) grijpen, alsmede een tussen een open stand en een gesloten stand beweegbaar grendelelement (22) voor het in de gesloten stand tezamen met de haakarm (15) 10 daartussen opsluiten van de grijpstang (11).Assembly according to any of claims 7-12, wherein the coupling device (10) comprises a hook arm (15) for gripping behind the gripping rod (11) during hooking, as well as a locking element movable between an open position and a closed position ( 22) for locking the gripper bar (11) between them in the closed position together with the hook arm (15). 14. Werkwijze voor het koppelen van een vaartuig (2) met een offshore paallichaam (1) van het samenstel volgens één van de conclusies 7-13.Method for coupling a vessel (2) to an offshore pile body (1) of the assembly according to one of claims 7-13.