NL1023758C2 - Pram with reclining backrest, has seat designed to be slid away from backrest during reclining of backrest - Google Patents

Abstract

The backrest (10) is pivotally connected to the seat (3) via an axle (9) so that when it is swung into the reclined position, the seat is slid relative to the pram frame (2) in a direction away from the backrest.

Description

Η Η Wandelwagen Η De uitvinding heeft betrekking op een wandelwagen voorzien van een verrijdbaar onderstel, een met het onderstel verbonden zitting en 5 een zwenkbaar met het onderstel verbonden rugleuning, welke rugleuning zwenkbaar is van ten minste een zitstand naar een ligstand en vice versa.The invention relates to a stroller provided with a wheeled chassis, a seat connected to the chassis and a backrest pivotally connected to the chassis, which backrest is pivotable from at least one sitting position to a lying position and vice versa.

I Bij een dergelijke, uit het Amerikaanse octrooi US-A-3.248.125 bekende wandelwagen is de rugleuning verplaatsbaar tussen een verticale positie, via een aantal onder een hoek staande posities I 10 naar een horizontale positie. Op deze wijze kan een in de wandelwagen zittend kind een volledig rechtop zittende positie, een onder een hoek I zittende positie of een volledig liggende positie innemen. Bij de I zittende positie, is het zwaartepunt van het kind nagenoeg midden tussen de wielen van het verrijdbaar onderstel gelegen. Bij de liggende positie I 15 van het kind, zal het zwaartepunt van het kind zich verplaatsen in de I richting van de nabij de rugleuning van de wandelwagen gelegen wielen.In such a stroller, which is known from U.S. Pat. No. 3,248,125, the backrest is movable between a vertical position, via a number of angled positions, to a horizontal position. In this way a child sitting in the stroller can assume a completely upright position, a position sitting at an angle I or a completely lying position. In the sitting position, the center of gravity of the child is located practically midway between the wheels of the wheeled chassis. At the lying position of the child, the center of gravity of the child will move in the direction of the wheels located near the back of the stroller.

I Indien de wielen van het onderstel relatief dichtbij elkaar zijn gelegen, I bestaat hierbij het risico dat het zwaartepunt van het kind niet meer I tussen de wielen is gelegen, maar buiten de wielen komt te liggen. In een I 20 dergelijk geval bestaat het risico dat de wandelwagen instabiel wordt en I kan omvallen. Bovendien beïnvloedt de verplaatsing van het zwaartepunt I van het kind het rijgedrag van de wandelwagen.If the wheels of the chassis are situated relatively close to each other, there is then the risk that the center of gravity of the child is no longer situated between the wheels, but will be located outside the wheels. In such a case there is a risk that the stroller becomes unstable and I may fall over. Moreover, the displacement of the child's center of gravity I influences the behavior of the stroller.

I Het doel van de uitvinding is om een wandelwagen te I verschaffen waarbij bij het zwenken van de rugleuning van een zitstand 25 naar een ligstand een relatief goede ligging van het zwaartepunt van het kind gewaarborgd blijft.The object of the invention is to provide a stroller in which a relatively good position of the child's center of gravity is guaranteed when the backrest is swiveled from a sitting position to a lying position.

Dit doel wordt bij de wandelwagen volgens de uitvinding bereikt doordat de zwenkbaar rugleuning om een zwenkas is verbonden met de zitting, waarbij bij het zwenken van de rugleuning van de zitstand 30 naar de ligstand, de zitting verschuifbaar is ten opzichte van het onderstel in een van de zwenkas afgekeerde richting.This object is achieved in the stroller according to the invention in that the pivotable backrest is connected to the seat about a pivot axis, wherein when pivoting the backrest from the sitting position 30 to the lying position, the seat is slidable relative to the chassis in one of direction away from the pivot axis.

I Doordat bij het zwenken van de rugleuning, de zitting in de I van de rugleuning afgekeerde richting wordt verplaatst, zal door de I gezwenkte rugleuning het zwaartepunt van het kind ten opzichte van het I onderste in de ene richting verplaatsen terwijl door het verschuiven van I 5 de zitting het zwaartepunt in de andere richting zal worden verplaatst, I waarbij door de gecombineerde verplaatsing van het zwaartepunt, het I zwaartepunt effectief gezien op nagenoeg, dezelfde positie kan worden I gehouden.Because, when the backrest is swiveled, the seat is moved in the direction away from the backrest, the center of gravity of the child will be displaced in the one direction relative to the lower one while the I is shifted. 5 the seat will move the center of gravity in the other direction, whereby the combined center of gravity allows the center of gravity to be effectively maintained at substantially the same position as seen.

I Eenzelfde effect wordt bij de wandelwagen volgens de 10 uitvinding bereikt door de zitting ten opzichte van het onderstel in een H van de zwenkas afgekeerde richting te verschuiven, waarbij door de om de zwenkas met de zitting verbonden rugleuning, de rugleuning om de zwenkas zal worden gezwenkt. De posities van de rugleuning en de zitting zijn H middels de zwenkas direct aan elkaar gerelateerd.The same effect is achieved with the stroller according to the invention by shifting the seat relative to the chassis in an H-direction away from the pivot axis, whereby the backrest will be pivoted about the pivot axis by the backrest connected about the pivot axis with the seat. swiveled. The positions of the backrest and the seat are directly related to each other through the pivot axis.

15 Een verder voordeel van de wandelwagen volgens de uitvinding is dat de afstand tussen voorwielen en achterwielen van de H wandelwagen relatief kort kan worden gehouden, terwijl toch voldoende H stabiliteit gewaarborgd blijft. Hierdoor kan de wandelwagen compact H worden uitgevoerd. Bovendien blijft door de zwenkende en verplaatsende H 20 rugleuning de ruimte aan een van de zitting afgekeerde zijde van de H rugleuning zowel in de ligstand ala zitstand nagenoeg gelijk en derhalve H beschikbaar voor andere toepassingen, zoals een draagmand, extra stoeltje in het geval van een tweelingwagen etc.A further advantage of the stroller according to the invention is that the distance between front wheels and rear wheels of the H stroller can be kept relatively short, while still ensuring sufficient H stability. This allows the stroller to be compact H. Moreover, as a result of the pivoting and moving H 20 backrest, the space on a side of the H backrest remote from the seat remains virtually the same both in the lying position and in the sitting position and therefore H is available for other applications, such as a carrying basket, additional seat in the case of a twin car etc.

Een uitvoeringsvorm van de wandelwagen volgens de 25 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de rugleuning is voorzien van een scharnierbaar met de rugleuning verbonden koppel element dat aan een van de rugleuning afgekeerde zijde verder scharnierbaar is verbonden met het onderstel.An embodiment of the stroller according to the invention is characterized in that the backrest is provided with a coupling element hingedly connected to the backrest which is further hingedly connected to the chassis on a side remote from the backrest.

Tijdens het zwenken van de rugleuning om de zwenkas, zal 30 door het koppelingselement eveneens een scharnierende verplaatsing worden H ondergaan ten gevolge van de zwenkas tezamen met de daarmee verbonden 1 t 3 zitting in een richting worden verplaatst die van de scharnierbare verbinding tussen het koppelingselement en het onderstel af is gericht. Hierdoor wordt op relatief eenvoudige wijze de zwenking van de rugleuning gekoppeld met het verschuiven van de zitting.During the pivoting of the backrest about the pivot axis, the hinging element will also undergo a hinged displacement as a result of the pivotal axis being moved together with the seat connected thereto in a direction away from the hinged connection between the coupling element and the chassis is oriented. As a result, the pivoting of the backrest is coupled in a relatively simple manner to the displacement of the seat.

5 Een verdere uitvoeringsvorm van de wandelwagen volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de zitting aan een van de rugleuning afgekeerde zijde is voorzien van een scharnierbaar met de zitting verbonden beensteun.A further embodiment of the stroller according to the invention is characterized in that the seat is provided on a side remote from the backrest with a leg support pivotally connected to the seat.

Door de scharnierbare voetensteun is het mogelijk om ook de 10 door de beensteun ondersteunde been en voeten van het kind een bij de stand van de rugleuning passende houding te laten innemen.Due to the pivotable footrest, it is also possible for the leg and feet of the child supported by the legrest to assume a position that is appropriate to the position of the backrest.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: fig. 1 een schematisch zij-aanzicht toont van een deel van 15 een wandelwagen volgens de uitvinding, waarbij de rugleuning zich in een zitstand bevindt, fig. 2 de in fig. 1 weergegeven wandelwagen toont waarbij de rugleuning zich in een ligstand bevindt, fig. 3 de in fig. 2 weergegeven wandelwagen toont waarbij 20 een beensteun zich in een ligstand bevindt, fig. 4A en 4B zijaanzichten van een wandelwagen volgens de uitvinding tonen die respectievelijk zijn voorzien van de in fig. 1 en fig. 3 weergegeven zwenkbare rugleuning, fig. 5A en 5B zijaanzichten van een andere wandelwagen 25 volgens de uitvinding tonen die is voorzien van twee zittingen en zwenkbaar daarmee verbonden rugleuning, waarbij in fig. 5A beide rugleuningen zich in een rechtop zittende positie bevinden terwijl in fig. 5B een rugleuning in een rechtop zittende positie en een rugleuning in een liggende positie is weergegeven, 30 fig. 6A en 6B een alternatieve uitvoeringsvorm tonen van een deel van een wandelwagen volgens de uitvinding waarbij de rugleuning 1 023758 Η I zich respectievelijk in een rechtop zittende en een nagenoeg liggende I positie bevindt, I fig. 7A en 7B een nog andere uitvoeringsvorm tonen van een I deel van een wandelwagen volgens de uitvinding waarbij de rugleuning zich 5 respectievelijk in een rechtop zittende en een nagenoeg liggende positie I bevindt, I fig. 8A en 8B een weer andere uitvoeringsvorm tonen van een I deel van een wandelwagen volgens de uitvinding waarbij de rugleuning zich I respectievelijk in een rechtop zittende en een nagenoeg liggende positie I 10 bevindt, I fig. 9 een perspectivisch aanzicht van een weer verdere uitvoeringsvorm van een wandelwagen volgens de uitvinding toont.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: fig. 1 shows a schematic side view of a part of a stroller according to the invention, wherein the backrest is in a sitting position, fig. 2 the one in fig. Fig. 1 shows the stroller with the backrest in a reclining position, Fig. 3 shows the stroller shown in Fig. 2 with a legrest in a lying position, Figs. 4A and 4B show side views of a stroller according to the invention which are respectively provided with the pivotable backrest shown in fig. 1 and fig. 3, figs. 5A and 5B show side views of another stroller 25 according to the invention which is provided with two seats and pivotally connected backrest, wherein in fig. 5A both backrests are are in an upright position while in Fig. 5B a backrest is shown in an upright position and a backrest in a lying position, Figs. 6A and 6B a n show an alternative embodiment of a part of a stroller according to the invention, wherein the backrest is respectively in an upright and substantially lying position, Figs. 7A and 7B show yet another embodiment of a part of a stroller according to the invention wherein the backrest is in an upright position and a substantially horizontal position, respectively, Figs. 8A and 8B show yet another embodiment of a part of a stroller according to the invention wherein the backrest is I is in an upright and substantially lying position, Fig. 9 shows a perspective view of yet another embodiment of a stroller according to the invention.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.In the figures, corresponding parts are provided with the same reference numerals.

I 15 Fig. 1-3 tonen een schematisch zijaanzicht van een deel van een wandelwagen 1 volgens de uitvinding welke is voorzien van een frame 2 dat koppelbaar is met een verrijdbaar onderstel (zie fig. 4A-4B).FIG. 1-3 show a schematic side view of a part of a stroller 1 according to the invention which is provided with a frame 2 that can be coupled to a mobile undercarriage (see Figs. 4A-4B).

Het frame 2 is voorzien van een zitting 3 die verschuifbaar I in en tegengesteld aan de door pijl PI aangegeven richting in het frame 2 20 is gelagerd. Aan weerszijden van de zitting 3 zijn opstaande armsteunen 4 voorzien. Nabij een zijde is de zitting 3 voorzien van een om een scharnieras 5 met de zitting 3 verbonden beensteun 6 en een aan een van de scharnieras 5 afgekeerde zijde, scharnierbaar om een scharnieras 7 met de beensteun 6 verbonden voetensteun 8. Aan een van de scharnieras 5 25 af gekeerde zijde is de zitting 4 via een zwenkas 9 verbonden met een rugleuning 10. De rugleuning 10 is via een scharnieras 11 scharnierbaar verbonden met een koppel element vormende koppelstang 12 die aan een van de rugleuning 10 afgekeerde zijde scharnierbaar om een scharnieras 13 is H verbonden met het frame 2. Bij de in fig. 1 weergegeven stand, bevindt de 30 rugleuning 10 zich in een zitstand. Indien men de rugleuning 10 naar een H ligstand wenst te verplaatsen, wordt de rugleuning 10 in de door pijl P2 II ( aangegeven richting gezwenkt (zie fig. 2). Doordat de rugleuning 10 zowel scharnierbaar om scharnieras 11 is verbonden met de koppelstang 12 als zwenkbaar is verbonden om zwenkas 9 met zitting 3, zal door het zwenken van de rugleuning 10 om de zwenkas 9 in de door pijl P2 aangegeven 5 richting, de scharnieras 11 in de richting van het frame 2 toe worden verplaatst, ten gevolge waarvan de koppelstang 12 om de scharnieras 13 in de door pijl P3 aangegeven richting wordt gescharnierd. Hierdoor wordt de scharnieras 11, alsmede de via de rugleuning 10 daarmee gekoppelde zwenkas 9 en de daarmee gekoppelde zitting 3 in de door pijl PI 10 aangegeven richting verplaatst. De zitting 3 wordt hierbij in een van de scharnieras 13 afgekeerde richting verplaatst en als het ware in een van de rugleuning 10 afgekeerde richting verplaatst.The frame 2 is provided with a seat 3 which is slidably mounted in the frame 2 in and opposite to the direction indicated by arrow P1. Upright armrests 4 are provided on either side of the seat 3. Near one side, the seat 3 is provided with a leg support 6 connected to the seat 3 about a pivot axis 5 and a foot support 8 pivotable about a pivot axis 7 connected to the leg support 6 to the leg support 6. To one of the pivot axis 5, the seat 4 is connected via a pivot axis 9 to a backrest 10. The backrest 10 is pivotally connected via a pivot axis 11 to a coupling rod 12 forming a coupling element which is pivotable on a side remote from the backrest 10 about a pivot axis 13. H is connected to the frame 2. In the position shown in Fig. 1, the backrest 10 is in a sitting position. If it is desired to move the backrest 10 to an H reclining position, the backrest 10 is pivoted in the direction indicated by arrow P2 II (see Fig. 2.) Because the backrest 10 is pivotally connected about pivot axis 11 to the coupling rod 12 and is pivotally connected about pivot axis 9 with seat 3, the pivot axis 11 will be moved in the direction of the frame 2 by pivoting the backrest 10 about the pivot axis 9 in the direction indicated by arrow P2, as a result of which the coupling rod 12 is pivoted about the pivot axis 13 in the direction indicated by arrow P3. As a result, the pivot axis 11 and the pivot axis 9 coupled thereto via the backrest 10 and the seat 3 coupled thereto are displaced in the direction indicated by arrow P1 10. The seat 3 is hereby moved in a direction away from the pivot axis 13 and, as it were, moved in a direction away from the backrest 10.

Indien gewenst kan vervolgens de voetensteun 8 tezamen met de beensteun 6 om de scharnieras 5 in de door pijl P4 aangegeven richting 15 worden gescharnierd naar een positie waarbij de beensteun 6 in eenzelfde vlak is gelegen als de zitting 3. Een in de wandelwagen aanwezig kind zal hier een nagenoeg volledig liggende positie kunnen innemen.If desired, then the footrest 8 together with the legrest 6 can be pivoted about the pivot axis 5 in the direction indicated by arrow P4 to a position where the legrest 6 is situated in the same plane as the seat 3. A child present in the stroller will be able to occupy an almost completely horizontal position here.

Fig. 4A en 4B tonen zijaanzichten van een wandelwagen 1 volgens de uitvinding die is voorzien van de in fig. 1-3 weergegeven 20 zitting en rugleuning. De wandelwagen 1 omvat verder een paar voorwielen 15 en een paar achterwielen 16 die roteerbaar zijn verbonden met respectievelijke voorpoten 17 en achterpoten 18. De poten 17, 18 zijn middels een koppelstuk 19 scharnierbaar verbonden met een duwbeugel 20. Voor het comfort van het kind zijn verder de zitting 3 en de 25 armleuningen 4 met stof bekleed, evenals dat de rugleuning 10 is voorzien van eveneens met stof beklede zijsteunen 21.FIG. 4A and 4B show side views of a stroller 1 according to the invention which is provided with the seat and backrest shown in Figs. 1-3. The stroller 1 further comprises a pair of front wheels 15 and a pair of rear wheels 16 which are rotatably connected to respective front legs 17 and rear legs 18. The legs 17, 18 are hingedly connected to a push bar 20 by means of a coupling piece 19. For the comfort of the child furthermore, the seat 3 and the armrests 4 are covered with fabric, as well as that the backrest 10 is also provided with fabric-covered side supports 21.

Fig. 5A en 5B tonen een wandelwagen 31 volgens de uitvinding die is voorzien van een zich tussen de voorpoten 17 en 18 uitstrekkende draagbeugel 32 waarop twee frames 2 losneembaar 30 bevestigbaar zijn. Bovendien is de wandelwagen 31 voorzien van een extra ondersteuning 33 die nabij de voorzijde van de wandelwagen is gelegen ter ondersteuning van het voorste frame 2 ten opzichte van de voorwielen 15.FIG. 5A and 5B show a stroller 31 according to the invention which is provided with a carrying bracket 32 extending between the front legs 17 and 18 on which two frames 2 can be detachably attached. Moreover, the stroller 31 is provided with an additional support 33 which is located near the front of the stroller to support the front frame 2 relative to the front wheels 15.

Met behulp van de wandelwagen 31 kunnen tegelijkertijd twee kinderen worden vervoerd. Bij de in fig. 5A weergegeven positie bevinden beide met de onderstellen 2 verbonden rugleuningen 10 zich in een rechtop zittende 5 positie. Indien men een kind in een liggende positie wenst te brengen, I wordt bijvoorbeeld de in de rijrichting van de wandelwagen gezien achterste rugleuning naar de in fig. 5B weergegeven gezwenkte positieTwo children can be transported at the same time with the aid of the stroller 31. In the position shown in Fig. 5A, both backrests 10 connected to the frames 2 are in an upright position. If one wishes to bring a child into a lying position, for example, the rear backrest, viewed in the direction of travel of the stroller, is turned to the pivoted position shown in Fig. 5B.

gebracht. Doordat hierbij tegelijkertijd de zitting in de door pijl PIbrought. Because at the same time the seat in the arrow PI

aangegeven richting wordt verschoven, zal het zwaartepunt van het kind 10 ten opzichte van de wielen 15, 16 zich nagenoeg ongewijzigd blijven.is shifted in the direction indicated, the center of gravity of the child 10 relative to the wheels 15, 16 will remain virtually unchanged.

Hierdoor wordt verzekerd dat de wandelwagen 31 ook bij de in fig. 5BThis ensures that the stroller 31 is also at the position shown in Fig. 5B

weergegeven stand stabiel blijft en geen neiging tot omkantelen zal H vertonen.position remains stable and no tendency to tip over will show H.

Het is ook mogelijk dat in plaats van de achterste H 15 rugleuning, de voorste rugleuning wordt gezwenkt.It is also possible that the front backrest is swiveled instead of the rear H 15 backrest.

H Fig. 6A en 6B tonen schematisch een zijaanzicht van een H deel van een andere uitvoeringsvorm van een wandelwagen 41 volgens de H uitvinding welke is voorzien van een frame 2 dat koppel baar is met een H verrijdbaar onderstel. De wandelwagen 41 onderscheidt zich van de in fig.H FIG. 6A and 6B schematically show a side view of an H part of another embodiment of a stroller 41 according to the H invention which is provided with a frame 2 that can be coupled to an H-movable undercarriage. The stroller 41 differs from the one shown in FIG.

H 20 1-3 weergegeven wandelwagen 1 doordat de rugleuning 10 op afstand van de zwenkas 9 aan weerszijden is voorzien van een pen 42 die met een uiteinde verschuifbaar is gelagerd in een gleuf 43 van een met het frame 2 verbonden plaat 44. De gleuf 43 strekt zich uit in een naar de voetensteun 8 gekeerde richting.Stroller 1 shown in H 1 1-3 in that the backrest 10 is provided on either side at a distance from the pivot axis 9 with a pin 42 which is slidably mounted with an end in a slot 43 of a plate 44 connected to the frame 2. The slot 43 extends in a direction facing the footrest 8.

25 Om de rugleuning 10 van de in fig. 6A weergegeven rechtopUpright about the backrest 10 of the one shown in Fig. 6A

zittende positie naar de in fig. 6B weergegeven liggende positie te verplaatsen, wordt de zitting 3 in de door pijl PI aangegeven richting verschoven. Hierdoor wordt eveneens de zwenkas 9 in de door pijl PIto move the sitting position to the lying position shown in Fig. 6B, the seat 3 is shifted in the direction indicated by arrow P1. This also turns the pivot axis 9 in the direction indicated by arrow P1

aangegeven richting verplaatst, waarbij de pennen 42 in de door pijl P5 30 aangegeven richting door de gleuven 43 verschuiven naar de in fig. 6B H weergegeven positie. Hierbij zal de rugleuning 10 om de zwenkas 9 in de door pijl P2 aangegeven richting worden gezwenkt.the direction indicated by the pins 42 shifting through the slots 43 in the direction indicated by the arrow P5 to the position shown in FIG. 6B. Here, the backrest 10 will be pivoted about the pivot axis 9 in the direction indicated by arrow P2.

H Fig. 7A en 7B tonen een andere uitvoeringsvorm van eenH FIG. 7A and 7B show another embodiment of one

wandelwagen 51 volgens de uitvinding die zich van de in fig. 6A en 6Bstroller 51 according to the invention that differs from those in Figs. 6A and 6B

I weergegeven wandelwagen 41 onderscheidt doordat de rugleuning 10 is 5 voorzien van een plaat 52 waarin een gleuf 53 is gelegen terwijl het frame 2 is voorzien van een verschuifbaar in de gleuf 53 gelegen pen 54.The stroller 41 shown in I is distinguished in that the backrest 10 is provided with a plate 52 in which a slot 53 is located, while the frame 2 is provided with a pin 54 slidably located in the slot 53.

Om de rugleuning 10 van de rechtop zittende positie naar deAround the backrest 10 from the upright position to the

I liggende positie te verplaatsen, wordt de zitting 3 in de door pijl PIIn the horizontal position, the seat 3 becomes in the position indicated by the arrow PI

I aangegeven richting verschoven, waarbij de zwenkas 9 ten opzichte van de 10 pen 54 wordt verplaatst, ten gevolge waarvan de pen 54 in de gleuf 53 in I de door pijl P6 aangegeven richting wordt verplaatst. Door de I verplaatsing van de pen 54 in de gleuf 53 wordt de plaat 52 alsmede de daarmee verbonden rugleuning 10 in de door pijl P2 aangegeven richting I gezwenkt.I is shifted in the direction indicated by the pivot axis 9 relative to the pin 54, as a result of which the pin 54 in the slot 53 is moved in the direction indicated by arrow P6. As a result of the displacement of the pin 54 in the slot 53, the plate 52 and the backrest 10 connected thereto are pivoted in the direction I indicated by the arrow P2.

15 Fig. 8A en 8B tonen een weer andere uitvoeringsvorm van een wandelwagen 61 volgens de uitvinding die in grote lijnen overeenkomt met de in fig. 1-3 weergegeven wandelwagen 1. De wandelwagen 61 onderscheidt I zich van de wandelwagen 1 doordat de wandelwagen 61 is voorzien van een koppelstang 62 die met een uiteinde 63 scharnierbaar is verbonden met de I 20 beensteun 6 en met een van het uiteinde 63 afgekeerd uiteinde 64 I scharnierbaar is verbonden met de rugleuning 10 op een tussen de I zwenkas 9 en de scharnieras 11 gelegen positie. Door de koppelstang 62 I zal bij het zwenken van de rugleuning 10 in de door pijl P2 aangegeven I richting tegelijkertijd de beensteun 6 en de daarmee verbonden 25 voetensteun 8 om de scharnieras 5 in de door pijl P7 aangegeven richting worden gezwenkt naar de in fig. 8B weergegeven stand.FIG. 8A and 8B show yet another embodiment of a stroller 61 according to the invention, broadly similar to the stroller 1 shown in Figs. 1-3. The stroller 61 distinguishes itself from the stroller 1 in that the stroller 61 is provided with a coupling rod 62 which is pivotally connected at one end 63 to the leg support 6 and at an end 64 remote from the end 63 is pivotally connected to the backrest 10 at a position located between the pivot axis 9 and the pivot axis 11. When the backrest 10 is pivoted in the direction indicated by arrow P2, the coupling rod 62 I will simultaneously pivot the leg support 6 and the footrest 8 connected thereto around the pivot axis 5 in the direction indicated by arrow P7 to the direction shown in FIG. 8B.

Fig. 9 toont een perspectivisch aanzicht van een deel van een in grote lijnen met wandelwagen 1 overeenkomende wandelwagen. De wandelwagen is voorzien van een handvat 71 dat nabij de zwenkas 9 is 30 voorzien van afgeschuinde blokken 72. Door de blokken 72 strekken zich pennen 73 heen uit die door de zitting 3 heen met het frame 2 in I aangrijping zijn. De pennen 73 zijn aan naar elkaar toegekeerde zijden I voorzien van bol vormige knoppen 74 die aanliggen tegen de afgeschuinde zijde van de blokken 72. Indien men de zitting 3 en de rugleuning 10 I wenst te verplaatsen respectievelijk zwenken, wordt het handvat 71 tegen I 5 veerkracht in in de door pijl PI aangegeven richting getrokken. Hierbij I worden de knoppen 74 door de afgeschuinde vlakken 72 in door pijlen P8 en P9 aangegeven, naar elkaar toegekeerde richtingen verplaatst waarbij de I pennen 73 uit aangrijping met het frame 2 worden gebracht waarna de zitting 3 tezamen met het handvat 71 verder in de door pijl PI aangegeven I 10 richting kan worden verplaatst waarbij tegelijkertijd de rugleuning 10 om de zwenkas 9 in de door pijl P2 aangegeven richting wordt gezwenkt. Zodra de rugleuning 10 de gewenste positie heeft ingenomen, wordt het handvat 71 losgelaten waarna onder invloed van veerkracht de knoppen 74 in de aan pijl P8 respectievelijk pijl 9 tegengestelde richting worden H 15 verplaatst, waarbij de pennen 73 in aangrijping worden gebracht met in het frame 2 aanwezige openingen (niet zichtbaar). Op deze wijze wordt een eenvoudige vergrendeling van een gewenste positie van de rugleuning 10 H verkregen. Het is uiteraard ook mogelijk om met behulp van andere, op H zich bekende middelen een gewenste gezwenkte positie van de rugleuning 10 H 20 te blokkeren.FIG. 9 shows a perspective view of a part of a stroller broadly similar to stroller 1. The stroller is provided with a handle 71 which is provided with chamfered blocks 72 near the pivot axis 9. Pivots 73 extend through the blocks 72 which engage the frame 2 with the frame 2. The pins 73 are provided on opposite sides I with spherical buttons 74 which abut against the beveled side of the blocks 72. If it is desired to move or pivot the seat 3 and the backrest 10, the handle 71 becomes against 5 drawn in the direction indicated by arrow PI. The knobs 74 are hereby moved towards each other through the beveled surfaces 72 in directions indicated by arrows P8 and P9, whereby the pins 73 are brought out of engagement with the frame 2, whereafter the seat 3, together with the handle 71, continue in the the direction indicated by arrow P1 can be moved, while at the same time the backrest 10 is pivoted about the pivot axis 9 in the direction indicated by arrow P2. As soon as the backrest 10 has taken the desired position, the handle 71 is released, after which the knobs 74 are moved under the influence of spring force in the direction opposite to arrow P8 and arrow 9, wherein the pins 73 are brought into engagement with the frame. 2 existing openings (not visible). In this way a simple locking of a desired position of the backrest 10 H is obtained. It is of course also possible to block a desired pivoted position of the backrest H20 by means of other means known per se.

Het is ook mogelijk om de verplaatsing van de zitting en/of zwenking van de rugleuning uit te voeren met behulp van een gasveer en elektromotor etc.It is also possible to carry out the movement of the seat and / or swivel of the backrest with the aid of a gas spring and electric motor etc.

Claims (2)

2. Wandelwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rugleuning is voorzien van een scharnierbaar met de rugleuning verbonden I koppel element dat aan een van de rugleuning afgekeerde zijde scharnierbaar verder is verbonden met het onderstel. I 15 3. Wandelwagen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het I koppelelement aan een van de zitting afgekeerde zijde van de zwenkas met I het onderstel is verbonden.2. A stroller according to claim 1, characterized in that the backrest is provided with a coupling element hingedly connected to the backrest, which element is further hingedly connected to the chassis on a side remote from the backrest. 3. A stroller according to claim 2, characterized in that the coupling element is connected to the chassis on a side of the pivot axis remote from the seat. 4. Wandelwagen volgens een der voorgaande conclusies, met het I kenmerk, dat de zitting aan een van de rugleuning afgekeerde zijde is I 20 voorzien van een scharnierbaar met de zitting verbonden beensteun.4. A stroller according to any one of the preceding claims, characterized in that the seat is provided on a side remote from the backrest with a leg support pivotally connected to the seat.