NL1023517C2 - Kast met kluisjes. - Google Patents

Description

# ♦ i

KAST HET KLUISJES

5 De onderhavige uitvinding betreft een kast met ten minste één bergruimte en een deur om de bergruimte af te kunnen sluiten. Een dergelijke kast is meer in het algemeen aan te duiden als een wandmeubel, en de bergruimtes kunnen in de volksmond bekend staan als "lockers".

10 Een dergelijke kast of wandmeubel is in het algemeen bekend, maar de bekende kasten met bergruimtes vertonen een aantal nadelen. Gewoonlijk is de kast zelf gevormd uit staalplaten, die wanden vormen, die bergruimtes definiëren. Daarbij wordt tevens gebruik gemaakt van metalen, houten, 15 vólkern, RVS of ook stalen deuren om de bergruimtes af te sluiten en bijvoorbeeld kluisjes te vormen. Met uit metaalplaat gevormde deuren bestaat het gevaar, in het bijzonder wanneer deze deuren vlak zijn vormgegeven, dat de deur daarvan openspringt bij een stevige inslag, zoals een 20 trap, als gevolg van vervorming daarbij van het materiaal van de deur. Om dit te voorkomen zijn in het verleden driedimensionaal gevormde deuren uit metaalplaat verwezenlijkt met bijvoorbeeld een naar buiten gerichte boiling, waarmee vervorming van het materiaal van de deur bij 25 een dergelijke stevige inslag kon worden verminderd of soms zelfs voorkomen. De daartoe benodigde uitstulping of boiling van de deuren resulteert echter in een verhoging van de productiekosten en leidt tot een aanzicht van de kast, die esthetisch nogal te wensen over laat, omdat deze een zeer 30 drukke indruk maakt, afhankelijk van het aantal bergruimtes, die in de kast zijn verwezenlijkt.

Een ander nadeel van de bekende kasten met bergruimtes is, dat in het gewoon gebruik beschadiging van de 1023517 Η Η I kleur- of plaklaag op kan treden, die op de deuren is I aangebracht, gewoonlijk een verflaag of iets dergelijks. Dit I valt eigenlijk niet te voorkomen, maar leidt wel binnen korte I tijd van normaal gebruik tot een ten minste beschadigd en I 5 veelal zelfs versleten uiterlijk van de kast.

I Nog weer een ander nadeel van de bekende kast met bergruimtes of kluisjes is, dat aanvullende voorzieningen, I zoals licht en elektronische sloten niet of zeer slecht te I verwezenlijken zijn, omdat het frame van de kast, waarin de I 10 bergruimtes zijn gedefinieerd, daartoe een onveilige of geen I ruimte biedt.

I Met de onderhavige uitvinding is beoogd de I bovengenoemde nadelen van de bekende techniek te verhelpen of I ten minste te verminderen, waartoe de deur uit een kunststof I 15 is gevormd met een afdoende stijfheid, sterkte en dikte om in I ieder geval effectief vandalisme te kunnen weerstaan. Door I het gebruik van staalplaat voor het vervaardigen van deuren I te vermijden, en in de plaats hiervan kunststof te gebruiken, I kan een deur een vlak buitenoppervlak hebben, in I 20 tegenstelling tot de omwille van verhoging van de vandalisme I bestendigheid driedimensionale deuren van de bekende I techniek. Als het materiaal van de deur door en door is gekleurd, leiden krassen en andere in normaal gebruik voorkomende gebeurtenissen niet (snel) tot opvallend I 25 zichtbare beschadigingen. Door verder in ten minste één wand I van de eigenlijke kast, waarbij tussen de wanden van die kast I de bergruimtes zijn gedefinieerd, een holte te vormen voor doorvoer en/of huisvesting van leidingen en/of kabels of voor I huisvesting van montagemiddelen, kunnen voorzieningen als I 30 licht en elektrische sloten van de deuren op veilige wijze I worden voorzien van elektrisch vermogen. Onder meer is I hierdoor een veel speelser uiterlijk van een dergelijke kast mogelijk gemaakt, waarbij sommige deuren en/of wanden I 1023517 t 3 weggelaten kunnen worden om een nis te vormen, of bijvoorbeeld ook een kapstok of iets dergelijks, als meerdere, in lijn gelegen bergruimtes niet worden voorzien van een deur of kunnen tussenwanden worden weggelaten (in het 5 bijzonder bij een modulaire opbouw) en kan de nis, die dan groter is dan de afzonderlijke bergruimtes te sluiten zijn met een enkele grote deur. Daarbij kan een aldus gevormde nis of garderobe/kapstok vanuit het binnenste van de aldus gevormde kast worden verlicht, waartoe een verlichting kan 10 worden gevoed via leidingen of kabels, die door de bedoelde holte lopen.

De onderhavige uitvinding kent vele voorkeursuitvoeringsvormen, zoals die zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies.

15 Zo kan de deur zijn gevormd uit een composiet materiaal, althans omvattende een hars en verstevigende component. Daarbij kan de hars een polyester hars zijn. De verstevigende component kan zijn geselecteerd uit een groep, die ten minste omvat: glasvezel, carbonvezel en/of elke vorm 20 van wapening, etc. Daarmee kan worden bereikt, dat de deur bij een minimale dikte nog een afdoende stijfheid en sterkte heeft om gesloten te blijven bij een actie van een vandaal, zoals er tegenaan schoppen.

Als composietmateriaal kan bijvoorbeeld gebruik 25 worden gemaakt van SMC ofwel een Sheet Moulding Compound.

Dergelijke materialen zijn in principe algemeen bekend, doch niet in deze toepassing. Deze materialen zijn bij uitstek geschikt, vanwege de hoge stijfheid en sterkte daarvan bij minimale diktes. Daarbij kan de verstevigende component bij 30 voorkeur glas zijn. In het bijzonder, doch niet uitsluitend in het geval van SMC als kunststof, kan het materiaal van de deur verder vulmateriaal omvatten, dat de deur ten minste één gewenste eigenschap geeft, zoals brandwerendheid, kleur, etc.

1023517 I Zo kan gebruik worden gemaakt van aluminiumhydroxide als I vulmateriaal, welk materiaal in de techniek bekend staat als I ATH. Aluminiumhydroxide in SMC of in een willekeurig andere I kunststof bevordert de brandvertraging, en bevordert I 5 gelijktijdig de kleurechtheid en kleurvastheid, omdat de υνί stabiliteit hierdoor wordt verbeterd.

I Het voorvlak van een deur kan een reliëf of motief omvatten. Bij voorkeur is het voorvlak geribbeld. Kleine I beschadigingen vallen dan nauwelijks op en het oppervlak is I 10 geen goede basis voor het beplakken van de deur.

I Bij voorkeur heeft de kast een modulaire opbouw met I per module ten minste één bergruimte en een de bergruimte sluitende deur. Hierdoor worden vele mogelijkheden gecreëerd I om een dergelijke kast te assembleren, hetgeen bevorderlijk I 15 is voor het verkrijgen van een speels uiterlijk met daarin I bijvoorbeeld nissen, garderobes en andere omtrekvormen van de I kast dan alleen maar een rechthoekige of blokvormige contour.

I In een dergelijke modulaire opbouw kan ten minste één van die modules ten minste twee bergruimtes omvatten die in een 20 uiteindelijke vorm van de kast een horizontale oriëntatie ten I opzichte van elkaar hebben, zodat een gelaagde opbouw van I onderen naar boven van de kast kan worden verwezenlijkt.

I Hierdoor ontstaat een fraai horizontaal lijnenspel en wordt I de stabiliteit bevorderd, in het bijzonder ten opzichte van I 25 een situatie, waarbij rechtop georiënteerde modules gebruikt I zouden kunnen worden, hoewel dit binnen het kader van de I onderhavige uitvinding niet is uitgesloten. Verder kan in een H kast met een modulaire opbouw in het bijzonder in horizontale I oriëntatie een holte zijn verschaft voor doorvoer en/of I 30 huisvesting van leidingen en/of kabels of huisvesting van montagemiddelen, welke holte dan door ten minste één van de I modules is afgeschermd tegen toegang vanuit de bergruimte en I met sluitmiddelen tussen de module en een andere module is I 1023517 5 beschermd tegen toegang vanaf de buitenzijde van de kast. In het bijzonder wanneer gebruik wordt gemaakt van een speelse opbouw van de kast, waarbij bijvoorbeeld een nis is gevormd, kan deze nis worden verlicht met een verlichting, die van 5 elektrisch vermogen wordt voorzien via de kabels of leidingen. De ruimte tussen modules kan overigens ook goed worden gebruikt voor montagemiddelen, zoals koppelingen, etc.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekeningen van een mogelijke 10 uitvoeringsvorm van een kast volgens de onderhavige uitvinding, waartoe de uitvinding echter niet specifiek is beperkt, en waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een kast volgens de onderhavige uitvinding; 15 Fig. 2 een uiteengenomen aanzicht toont van de configuratie van een kast volgens de onderhavige uitvinding in een andere uitvoeringsvorm;

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een kluisdeur voor een kast volgens de onderhavige uitvinding, 20 waarvan een gedeelte is weggebroken; en

Fig. 4 een alternatieve uitvoeringsvorm toont.

Fig. 1 toont een kast 1 volgens de onderhavige uitvinding. De kast 1 omvat een aantal modules 2, met elk een aantal bergruimtes 3, die af te sluiten zijn met een 25 kluisdeur 4.

De bovenste twee van modules 2, waaruit de kast 1 is opgebouwd, omvatten vier dergelijke door kluisdeuren 4 af te sluiten en afgesloten bergruimtes, die in horizontale oriëntatie ten opzichte van elkaar zijn gelegen per module.

30 Elke module omvat bij voorkeur tussen één en vijf of meer bergruimtes. De middelste laag 5 met bergruimtes van de kast 1 omvat een soortgelijke module 6 met twee bergruimtes en een enkelvoudige module 7. Tussen de module 6 en de module 7 is 1023517 een nis 8 verschaft, waarin verlichting 9 is aangebracht. De onderste twee lagen met bergruimtes van de kast 1 omvatten I elk een zelfde of in ieder geval soortgelijke module als de I bovenste twee lagen met bergruimtes van de kast 1.

I 5 Elke kluisdeur 4 omvat een slot 10 aan een zijde I tegenover de scharnierzijde van de deur 4, met behulp waarvan I de bergruimtes 3 af te sluiten zijn. De sloten 10 zijn aan de I rechtsonder gelegen zijde van de deuren 4 getoond, maar kunnen ook hoger zijn geplaatst.

I 10 Fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm ten I opzichte van de kast 1 van fig. 1 in een uiteengenomen montageaanzicht. Hierbij zijn alle horizontaal georiënteerde I lagen van de kast 11 aan elkaar gelijk. Op de vloer is een raamwerk 12 gelegd, die als basis dient voor de daarop te I 15 vormen kast 11. De onderste laag 13 met bergruimtes, die I kunnen worden afgesloten met kluisdeuren 4, dient op het frame 12 geplaatst te worden. De onderste laag met I bergruimtes 13 van de kast 11 omvat vijf naast elkaar gelegen I bergruimtes, die onderling gescheiden zijn met schotten 14.

20 De kluisdeuren 4 dienen om de bergruimtes 3 af te sluiten. Op de onderste laag 13 is een identieke module geplaatst. Deze omvat aan de onderzijde een rechthoekig frame 15, dat past op I en over een profiel 16 aan de bovenzijde van de onderste laag I 13. Aldus kan de module op de onderste laag 13 worden I 25 uitgelijnd en gepositioneerd met behulp van het profiel 16.

I Tevens zijn aan het profiel 16, zoals meer duidelijk I in fig. 3 is getoond, hetgeen ook is aangeduid met III in fig. 2, platen 17 aangebracht voor opname daarin van uitstulpingen 18 aan de kluisdeuren 4 om scharnieren te 30 vormen. Als aanvulling of als alternatief kan voor het vormen van scharnieren ook gebruik worden gemaakt van een andere I mogelijkheid, die in de bovenste helft van de kast 11 in fig.

2 is toegepast. Daarbij zijn in het onderframe 15 van een I 1023517 7 bovengelegen laag gaten 19 aangebracht, waar de uitstulpingen 18 in kunnen steken. Dergelijke gaten 19 zijn ook aan de bovenzijde van de grondprofielen 15 aangebracht om soortgelijke uitstulpingen aan de onderzijde van de 5 kluisdeuren 4 op te nemen. Aldus kan een scharnierfunctie voor de deuren 4 op een alternatieve wijze 'worden gevormd ten opzichte van die, welke aan de onderzijde in fig. 2 is getoond. Ook kunnen pennen of soortgelijke elementen in de deuren 4 zijn aangebracht in de plaats van de uitstulpingen 10 18.

Opgemerkt wordt, dat de uitvoeringsvorm van een kast 11 volgens de onderhavige uitvinding, zoals die in fig. 2 is getoond, eveneens een nis 8 is verschaft. Deze nis 8 is echter verwezenlijkt door een kluisdeur 4 weg te laten in een 15 module 20 met nog altijd vijf naast elkaar gelegen bergruimtes. Daarbij kan een koker (niet getoond) als inzetstuk worden ingeschoven om gladde wanden te bewerkstelligen en/of kan verlichting 9 zijn aangebracht aan de onderzijde van de daarboven gelegen laag of module 21. De 20 verlichting 9 is aangesloten op bedrading 22, die met een stekker 23 is aan te sluiten op een elektrische voeding, zoals het voedingsnet. De bedrading 22 loopt daarbij door de ruimte tussen de laag of module 20 en de daarboven gelegen laag of module 21, welke ruimte of holte is verschaft door 25 het gebruik van het onderprofiel 15, die een afstand creëert tussen de bergruimtes 3 in de laag of module 20 en de laag of module 21.

De deur 4 kan aan de achterzijde aanvullende of geïntegreerde versterkingen omvatten ter verhoging van de 30 sterkte, in het bijzonder vandalisme bestendige sluiting, en/of ter verbetering van de montage van sluitsystemen.

In fig. 4 is een typisch voorbeeld getoond van een kast volgens de onderhavige uitvinding met een modulaire 1023517 I opbouw. Daarbij wordt de bovenste laag met bergruimtes I gevormd door een enkele module 24 met daarin vijf bergruimtes I 3. Alle lagen onder de bovenste laag 24 omvatten één module I 25 met twee bergruimtes en op afstand daarvan een module 26 5 met een enkele bergruimte. Aldus kan als gevolg van de I modulaire opbouw, een nis 27 worden ingesloten door de I modules. De nis 27 heeft een omtrekvorm in vooraanzicht van I de kast 28, die overeenkomt met die van een geheel aantal I bergruimtes 3. Dit is het gevolg van het gegeven, dat elke 10 module een geheel aantal bergruimtes 3 omvat en de nis 27 is ingesloten door de modules, en doordat de kast 28 in I buitenomtrek een rechthoekige vorm heeft.

I In een (niet getoonde) alternatieve uitvoeringsvorm I is het ook mogelijk, dat in de plaats van een nis 27 een I 15 uitsparing aan een zijkant, aan de onderzijde of aan de I bovenzijde van de kast kan worden verschaft. Deze hoeft dan I vanzelfsprekend niet noodzakelijkerwijs een buitenomtrekvorm I te hebben, die overeenkomt met een geheel aantal bergruimtes I 3, maar dit laatste geldt ook niet voor de uitvoeringsvorm I 20 van fig. 4, wanneer verschillend vormgegeven modules worden toegepast, bijvoorbeeld met variërende groottes van de bergruimtes 3.

Verder is in fig. 3 getoond, dat het vooroppervlak van ten minste één kluisdeur 4 ribbelingen 23 vertoont. Deze I 25 ribbelingen 23 kunnen fijn of grof zijn, maar dienen om een I diffuus uiterlijk aan de deur 4 te geven. Bovendien geldt, I dat als het vooroppervlak van de deur 4 wordt bekrast, bijvoorbeeld door een vandaal, een dergelijke beschadiging I als gevolg van de ribbelingen 23 nauwelijks zal opvallen. Dit I 30 effect wordt versterkt, wanneer het materiaal van de deur 4 I door en door is gekleurd, hetgeen een I voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is.

I 1023517 9

Verder is de deur 4 uit fig. 3 gevormd uit SMC, ofwel een "Sheet Moulding Compound". Een dérgelijk materiaal is op zich algemeen bekend, doch niet in deze toepassing. Een dergelijk SMC materiaal kan een aantal gunstige eigenschappen 5 vertonen, zoals een lage lineaire uitzettingscoëfficiënt, een behoorlijke buigsterkte van bijvoorbeeld ten minste 100 en bij voorkeur 160 MPa, en/of een buig-modulus van ten minste 5000 en bij voorkeur 9000 MPa en een treksterkte van ten minste 50 en bij voorkeur 80 MPa. Een druksterkte van ten 10 minste 50 en bij voorkeur ongeveer 100 MPa wordt geprefereerd, en de wateropname eigenschappen van dergelijk materiaal kunnen ook zeer gunstig worden verwezenlijkt, zoals 45 Ng of minder. Tevens kunnen in verband met elektrische eigenschappen gunstige uitvoeringsvormen worden verwezenlijkt 15 in dergelijk kunststof en meer in het bijzonder composiet materiaal ten opzichte van metalen deuren, vanwege de elektrische eigenschappen van het composiet materiaal.

Het composiet materiaal zelf, bij voorkeur SMC, wordt gemaakt door een harsoplossing te mengen met gehakte 20 glasvezels en andere componenten. De harsoplossing bestaat uit een onverzadigde polyester, die is opgelost in styreen. Tevens is het mogelijk om enige vinylester harsen toe te voegen. Van een dergelijke oplossing wordt een polyester compound gemaakt door vulstoffen, verdikkingsmiddelen of 25 "rijpingsmiddelen", lossingsmiddelen, een inhibitor, een thermoplastische kunststof en een katalysatorsysteem toe te voegen.

Op deze wijze wordt een deeg-achtige massa verkregen, die kan worden aangebracht op een niet-hechtende kunststof 30 folie van bijvoorbeeld PE of PA met daarin de gehakte glasvezels. De massa is aan de bovenzijde dan af te dekken met een tweede folielaag, waarna het samenstel wordt gewalst met twee rollen, waarna een dunne laag compound resteert 1023517 I 10 I tussen de twee folies. De persmassa wordt op een rol I gewikkeld en opgeslagen bij een temperatuur van bij voorkeur 30°C om te verdikken en/of te rijpen, waartoe het I rijpingsmiddel nodig is, waarbij hiervoor bijvoorbeeld I 5 magnesiumoxide kan worden gebruikt. Tijdens het rijpingsproces neemt de kleverigheid af en de sterkte toe.

I Er kunnen diverse vulstoffen worden gebruikt, zoals I calciet, dolomiet en aluminiumtrihydraat (ATH). Daarmee kunnen de kosten worden verlaagd. Tevens heeft I 10 aluminiumtrihydroxide (ATH) een gunstige invloed op de kleur I van de compound, die een door en door gekleurde deur 4 I oplevert. De stabiliteit ten opzichte van UV-licht wordt I namelijk door het aluminiumtrihydroxide (ATH) verhoogd.

Gelijktijdig bevordert ATH brandwerende eigenschappen van de I 15 SMC. Er kunnen ook gelijktijdig diverse vulstoffen worden I gebruikt, zoals ATH en calciet. Als thermoplastische I materialen worden toegevoegd, kan de krimp verder worden beperkt en kan de gladheid van oppervlakken worden verbeterd.

I Daarentegen kunnen ribbelingen 23 gewenst zijn, die dan I 20 moeten worden gevormd in een oppervlak.

I Onverzadigde polyester harsen worden geprefereerd, I maar de uitvinding is hier niet toe beperkt, en de glasvezels I kunnen lengtes hebben van 12 tot 50 mm, in het bijzonder I bijvoorbeeld 25 mm. De concentraties glasvezels kunnen zijn I 25 gelegen in het bereik tussen 15 en 40 %. Hogere gehaltes van I het glasvezel in de SMC verhogen de sterkte en kan voor I gewenste toepassingen worden verhoogd tot wel 65 %.

I Inhibitoren, waarvan hydroquinone, kunnen nodig zijn om te voorkomen, dat het SMC materiaal voortijdig uithard, dat wil I 30 zeggen voordat een matrijs daarmee kan worden gevuld.

Aldus verkregen SMC materialen zijn op diverse I manieren te verwerken, bijvoorbeeld in een mal door middel I 1023517 f * 11 van compressie- of transferpersen, of spuitgieten, of iets dergelijks.

Ook diverse andere materialen kunnen worden gebruikt als grondstof voor de deuren 4 in een uitvoeringsvorm van de 5 uitvinding, voor zover deze is gelegen binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies. Zo kan worden gebruik gemaakt van hout/ vólkern, staal of ook een polypropyleen materiaal, UHMWPE, etc. In het bovenstaande is de configuratie van de kast volgens de onderhavige uitvinding beschreven als 10 modulair, maar ook diverse andere opties zijn mogelijk met een vaste opstelling etc., waarbij wel wordt opgemerkt, dat het bijzonder gunstig kan zijn om specifieke holle ruimtes in horizontale richting te verschaffen voor doorvoer en huisvesting van leidingen, kabels, etc. Een deel van de 15 uitvinding is hier dan ook op gericht.

1 0235 1 7

Claims (12)

1. Kast met ten minste één bergruimte en een deur om I 5 de bergruimte af te kunnen sluiten, waarbij de deur uit een kunststof is gevormd met een afdoende stijfheid, sterkte en I dikte om in ieder geval effectief vandalisme te kunnen weerstaan.

2. Kast volgens conclusie 1, waarbij de deur is I 10 gevormd uit een composiet materiaal, althans omvattende hars I en een verstevigende component.

3. Kast volgens conclusie 1, waarbij de kunststof een I SMC ofwel een Sheet Moulding Compound is.

4. Kast volgens conclusie 2 of 3, waarbij de I 15 verstevigende component is geselecteerd uit groep, die ten I minste omvat: glasvezel, carbonvezel en/of elke andere geschikte vorm van wapening, etcetera.

5. Kast volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij het materiaal van de deur verder een vulmateriaal omvat, welk de 20 deur ten minste één gewenste eigenschap geeft, zoals I brandwerendheid, kleur, etcetera.

6. Kast volgens één van de voorgaande conclusies, I waarbij het voorvlak van de deur, welk voorvlak in een I gesloten stand van de deur tegenover de bergruimte ligt, een I 25 reliëf of motief omvat.

7. Kast volgens conclusie 6, waarbij het voorvlak I geribbeld is.

8. Kast volgens één van de voorgaande conclusies, I waarbij deze een modulaire opbouw heeft met per module ten 30 minste één bergruimte en een de bergruimte of ruimtes sluitende deur.

9. Kast volgens conclusie 8, waarbij ten minste één van de modules ten minste twee bergruimtes omvat, van welke I 1023517 Φ i module de bergruimtes in een met een aanvullende module samengestelde toestand een horizontale oriëntatie ten opzichte van elkaar vertonen.

10. Kast voor het opbergen van eigendommen met ten 5 minste twee bergruimtes, welke op zich naar de buitenzijde van de kast toe open zijn en gevormd uit ten minste twee modules met elk ten minste één bergruimte.

11. Kast volgens conclusie 10, waarbij de modules zodanig zijn vormgegeven en samengesteld, dat de kast 10 uitsparingen of nissen omvat.

12. Kast volgens conclusie 11, waarbij de uitsparing of nissen in vooraanzicht een vorm hebben, die overeenkomt met een geheel aantal bergruimtes. 1023517