NL1023253C2 - Rollercoaster, includes three track sections connected via curves turning in opposite directions and with corkscrew - Google Patents
Rollercoaster, includes three track sections connected via curves turning in opposite directions and with corkscrew Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023253C2 NL1023253C2 NL1023253A NL1023253A NL1023253C2 NL 1023253 C2 NL1023253 C2 NL 1023253C2 NL 1023253 A NL1023253 A NL 1023253A NL 1023253 A NL1023253 A NL 1023253A NL 1023253 C2 NL1023253 C2 NL 1023253C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- track
- bend
- section
- track section
- amusement device
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63G—MERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
- A63G7/00—Up-and-down hill tracks; Switchbacks
Landscapes
- Toys (AREA)
Abstract
Description
Amusementsinrichtingen voorzien van een baanvormige geleidingsconstructieAmusement devices provided with a track-like guide construction
De uitvinding heeft betrekking op amusementsinrichtingen voorzien van een baan vormende geleidingsconstructie, waarlangs een 5 voertuig in een transportschting verplaatsbaar is, welke baan een eerste en een tweede, nagenoeg boven elkaar gelegen, door een eerste bocht verbonden baangedeelte omvat.The invention relates to amusement devices provided with a track-forming guide structure along which a vehicle can be moved in a conveying direction, which track comprises a first and a second track section connected substantially by one another by a first bend.
Bij een dergelijke, uit de Britse octrooiaanvrage GB-A-2.101.252 bekende amusementsinrichting, ook wel achtbaan genaamd, 10 omvat de baanvormende geleidingsconstructie een zogenaamde looping waarbij een de bovenzijde van de looping vormend eerste baangedeelte door een bocht is verbonden met een daaronder gelegen tweede baangedeelte.In such an amusement device, also known as a roller coaster, known from British patent application GB-A-2,101,252, the web-forming guide construction comprises a so-called loop wherein a first track portion forming the top of the loop is connected by a bend to an underlying second track section.
De bekende amusementsinrichting is verder voorzien van een aantal andere attractieve baangedeeltes waarover het voertuig 15 verplaatsbaar is. Tussen deze baangedeeltes wordt het voertuig overwegend in horizontale richting verplaatst, waardoor het door de amusementsinrichting in beslag genomen grondoppervlak relatief groot is. Hierdoor is de bekende amusementsinrichting niet geschikt voor toepassing bij attractieparken waar men op een relatief beperkt oppervlak een zo'n 20 attractief mogelijke amusementsinrichting wenst te plaatsen.The known entertainment device is furthermore provided with a number of other attractive track sections over which the vehicle 15 can be moved. Between these track sections the vehicle is mainly moved in the horizontal direction, so that the ground surface occupied by the amusement device is relatively large. As a result, the known entertainment device is not suitable for use in amusement parks where it is desired to place such an attractive entertainment device on a relatively limited surface.
De uitvinding beoogt een amusementsinrichting te verschaffen die op een relatief beperkt oppervlak kan worden gepositioneerd.The invention has for its object to provide an amusement device which can be positioned on a relatively limited surface.
Dit doel wordt bij de amusementsinrichting volgens de 25 uitvinding bereikt doordat de baan een derde baangedeelte omvat dat onder het eerste en tweede baangedeelte is gelegen, welk derde baangedeelte met een tweede bocht is verbonden met het tweede baangedeelte, waarbij de tweede bocht in transportrichting gezien in tegengestelde richting draait dan de eerste bocht waarmee het eerste en het tweede baangedeelte met 30 elkaar zijn verbonden, waarbij het tussen de tegengesteld draaiende bochten gelegen, tweede baangedeelte is voorzien van een zich om een 'ü t\ Ό 3· ·*» ït rs H evenwijdig aan de transportin'chting uitstrekkende rotatieas uitstrekkend schroefvormig gedeelte, waarbij het voertuig zich in bedrijf aan de ene zijde van het schroefvormig gedeelte boven de baan en aan de andere zijde van het schroefvormig gedeelte onder de baan bevindt.This object is achieved with the amusement device according to the invention in that the track comprises a third track section which is located below the first and second track section, which third track section is connected to the second track section with a second bend, the second bend viewed in the transport direction. in the opposite direction, the first bend turns with which the first and the second track section are connected to each other, the second track section situated between the opposite rotating turns being provided with a ring which is arranged around an opposite direction. The rotary axis extending parallel to the conveying device, the helical section extending in operation on one side of the helical section above the track and on the other side of the helical section below the track.
5 Door de boven elkaar gelegen baangedeeltes wordt een amusementsinrichting verschaft die op een relatief beperkt grondoppervlak kan worden gepositioneerd. De amusementswaarde wordt bereikt door het in hoofdzaak in een verticaal vlak in verschillende draairichtingen verplaatsen van het voertuig. Door het in in de transportrichting gezien 10 in tegengestelde richting laten draaien van het voertuig wordt een sensationele ervaring ondergaan. Doordat tussen de bochten een H schroefvormig gedeelte is gelegen, waarbij het voertuig zich in bedrijf aan de ene zijde van het schroefvormig gedeelte boven de baan en aan de I andere zijde van het schroefvormig gedeelte onder de baan bevindt, wordt I 15 ervoor zorggedragen dat het voertuig in beide bochten aan ofwel de I binnenzijde ofwel de buitenzijde van de bochten is gelegen. Hierdoor I worden bij beide bochten op de in het voertuig zittende personen I gelijkgerichte krachten uitgeoefend, in een bij voorkeur naar het I voertuig toe gerichte richting. Door de tegengesteld draaiende bochten I 20 wordt als het ware in het zich verticaal uitstrekkende vlak een relatief spectaculaire zigzagverplaatsing uitgevoerd.An amusement device is provided by the track sections located one above the other which can be positioned on a relatively limited ground surface. The entertainment value is achieved by moving the vehicle substantially in a vertical plane in different directions of rotation. By causing the vehicle to rotate in the opposite direction, viewed in the direction of transport, a sensational experience is undergone. Because an H helical section is located between the curves, the vehicle being in operation on one side of the helical section above the track and on the other side of the helical section below the track, care is taken that the vehicle is located on either the inside or the outside of the turns in both turns. As a result, I forces are exerted at both turns on the persons sitting in the vehicle in the same direction, in a direction preferably directed towards the vehicle. A relatively spectacular zigzag movement is effected, as it were, in the vertically extending plane by the oppositely rotating bends.
I Een uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de I uitvinding wordt gekenmerkt doordat het voertuig verplaatsbaar is langs I de onderzijde van het eerste baangedeelte en langs de bovenzijde van het 25 onder het eerste baangedeelte gelegen derde baangedeelte.An embodiment of the amusement device according to the invention is characterized in that the vehicle is movable along the underside of the first track section and along the top side of the third track section located below the first track section.
I Indien een in het voertuig aanwezige persoon een zittende I positie in het voertuig inneemt, dan zal de persoon bij het ene baangedeelte een normaal zittende positie innemen terwijl de persoon bij het andere baangedeelte een op zijn kop zittende positie inneemt.If a person present in the vehicle occupies a sitting position in the vehicle, the person will assume a normal sitting position at one track section while the person at the other track section takes a position that is upside down.
I 30 Hierdoor wordt een relatief spectaculaire amusementsinrichting verschaft.This provides a relatively spectacular entertainment device.
I Indien de persoon in het voertuig een liggende positie 3 inneemt, dan zal bij het ene baangedeelte een als het ware op de rug liggende positie en bij het andere baangedeelte als het ware een op de buik liggende positie door de persoon worden ingenomen. Ook een dergelijke wijze van verplaatsing is relatief spectaculair.If the person in the vehicle occupies a lying position 3, then in the one track section a position lying on the back as it were and in the other track section a position lying on the stomach will be taken by the person. Such a method of relocation is also relatively spectacular.
5 Een weer verdere uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de amusements!nrichting is voorzien van ten minste een derde bocht die nagenoeg in eenzelfde verticaal uitstrekkend vlak is gelegen als de eerste of tweede bocht, waarbij de derde bocht en de eerste of tweede 10 bocht in elkaar zijn gelegen.A still further embodiment of the amusement device according to the invention is characterized in that the amusement device is provided with at least a third bend which is situated substantially in the same vertically extending plane as the first or second bend, the third bend and the first or second bend second 10 bend.
Door de in elkaar gelegen bochten wordt door het over de baan verplaatsende voertuig als het ware een spiraal vormige verplaatsing in het verticale vlak ondergaan. Hierbij is het grondoppervlak dat door de amusementsinrichting in beslag wordt genomen relatief beperkt.As a result of the curves that are located in each other, the vehicle moving over the track undergoes a spiral-shaped displacement in the vertical plane. The ground surface occupied by the amusement device is hereby relatively limited.
15 Een weer verdere uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de in elkaar gelegen bochten met stralen Rs, Rb met elkaar zijn verbonden via een bocht omvattend baangedeelte dat in nagenoeg hetzelfde zich verticaal uitstrekkende vlak is gelegen, waarbij de straal Rc van die bocht kleiner 20 is dan de straal Rb en groter dan de straal Ra.A still further embodiment of the amusement device according to the invention is characterized in that the curves located in each other with rays Rs, Rb are connected to each other via a bend-comprising track part which is situated in substantially the same vertically extending plane, wherein the radius Rc of said bend is smaller than the radius Rb and larger than the radius Ra.
Doordat de stralen van de op elkaar aangesloten bochten steeds kleiner respectievelijk groter worden, wordt een als het ware spiraal vormige baan verschaft, waarvan het benodigde grondoppervlak relatief beperkt is.Because the rays of the bends connected to each other become ever smaller and larger, a web is formed, as it were, in the form of a spiral, the required surface area of which is relatively limited.
25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: fig. 1A-1D respectievelijk een perspectivisch aanzicht, een bovenaanzicht, een zijaanzicht en een vooraanzicht van een amusementsinrichting volgens de uitvinding tonen.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: Figs. 1A-1D show respectively a perspective view, a top view, a side view and a front view of an amusement device according to the invention.
30 In de figuren 1A-1D zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.In figures 1A-1D, corresponding parts are provided with the same reference numeral.
I Fig. 1A-1D tonen een amusementsinrichting 1 volgens de I uitvinding die is voorzien van een in een frame 2 aangebrachte H langgestrekte baan vormend geleidingsprofiel. Het frame 2 omvat vier laddervormige elementen 4, 5, 6 en 7 die elk zijn voorzien van twee zich I 5 verticaal uitstrekkende palen 8, 9 met zich horizontaal daartussen uitstrekkende stangen 10. De palen 8, 9 van de ladders 4, 5, 6, 7 zijn onderling verbonden door zich dwars op de horizontale stangen 10 I uitstrekkende stangen 11. Ter versteviging van het frame 2 zijn de I buitenste ladders 4, 7 aan van elkaar afgekeerde zijde voorzien van I 10 driehoekvormige, uit stangen 12 opgebouwde verstevigingen. De verticaal uitstrekkende palen 8, 9 zijn met grondplaten 13 stevig verankerd in een I ondergrond. In het frame 2 is een in- en uitstapstation 14 gelegen I alsmede een nooduitstapstation 15. Vanaf het relatief hoog gelegen I nooduitstapstation 15 strekt zich een wenteltrap 16 uit langs een paal 8 15 van de ladder 6. In het frame 2 is met behulp van bevestigingsprofielen 17 de baan 3 opgehangen. Over de baan 3 kunnen I voertuigen met op zich bekende middelen in de door pijl PI aangegeven I richting naar een relatief hoog gelegen positie worden verplaatst, waarna I het voertuig onder invloed van de zwaartekracht over de baan heen wordt 20 geleid totdat het voertuig zich weer nabij het uitstapstation 14 bevindt.FIG. 1A-1D show an amusement device 1 according to the invention which is provided with an H elongate track forming a H-shaped guide profile arranged in a frame 2. The frame 2 comprises four ladder-shaped elements 4, 5, 6 and 7 which are each provided with two vertically extending posts 8, 9 with rods 10 extending horizontally between them. The posts 8, 9 of the ladders 4, 5, 6 7 are mutually connected by rods 11 extending transversely to the horizontal rods 10. To reinforce the frame 2, the outer ladders 4, 7 are provided on opposite sides with triangular reinforcements built up from rods 12. The vertically extending piles 8, 9 are firmly anchored in a substrate with base plates 13. An entry and exit station 14 is located in the frame 2 as well as an emergency exit station 15. From the relatively high emergency exit station 15 a spiral staircase 16 extends along a post 8 of the ladder 6. In the frame 2 mounting profiles 17 the track 3 is suspended. Over the track 3 vehicles can be moved by means known per se in the direction indicated by arrow PI to a relatively high position, after which the vehicle is guided over the track under the influence of gravity until the vehicle returns is located near the exit station 14.
I Het voertuig van de in fig. 1A-1D weergegeven amusementsinrichting 1 is I bijvoorbeeld een voertuig zoals weergegeven in de internationale I octrooiaanvrage WO 97/02878, waarbij een persoon langs de baan wordt vervoerd in een positie waarbij de rug van de persoon zich evenwijdig aan 25 de baan uitstrekt en naar de baan toe is gericht.The vehicle of the amusement device 1 shown in Figs. 1A-1D is, for example, a vehicle as shown in international patent application WO 97/02878, wherein a person is transported along the track in a position where the back of the person is parallel extends at the track and faces the track.
I De vorm van de baan 3 zal aan de hand van fig. 1C vanaf het I in- en uitstapstation 14 worden beschreven. Vanaf het in- en I uitstapstation 14 omvat de baan 3 een bocht A over 90° en vervolgens een I baangedeelte B dat zich nagenoeg verticaal omhoog uitstrekt. Over hetThe shape of the track 3 will be described with reference to Fig. 1C from the entry and exit station 14. From the entry and exit stations 14, the track 3 comprises a bend A through 90 ° and then an I-track section B which extends up substantially vertically. About the
30 baangedeelte B wordt de met de rug evenwijdig aan het baangedeelte BThe track section B becomes the web parallel to the track section B
I uitstrekkende persoon in een als het ware staande positie in de door 5 pijl PI aangegeven transportschting omhoog verplaatst. Op het baangedeelte B is een nagenoeg haakse bocht C aangesloten. Op de bocht C sluit een baangedeelte D aan dat vervolgens overgaat in een, gezien in fig. 1C, rechtsdraaiende bocht E. Het voertuig 20 bevindt zich hier aan 5 de onderzijde van de baan 3. Op de bocht E is een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend baangedeelte F aangesloten dat aan een van de bocht E afgekeerde zijde is aangesloten op een rechtsdraaiende bocht G. De bocht G sluit aan op een zich nagenoeg evenwijdig aan het baangedeelte D uitstrekkend baangedeelte H. Op het baangedeelte H is 10 wederom een rechtsdraaiende bocht J aangesloten dat via een schroefvormig baangedeelte K is aangesloten op een linksdraaiende bocht L. Via een zich nagenoeg horizontaal uitstrekkend baangedeelte M gaat de baan 3 verder in een linksdraaiende bocht N die via een zich wederom nagenoeg horizontaal uitstrekkend baangedeelte 0 verder gaat in een linksdraaiende bocht P. Na 15 een baangedeelte Q volgt wederom een linksdraaiende bocht R die via een zich wederom nagenoeg horizontaal uitstrekkend baangedeelte S is aangesloten op een linksdraaiende bocht T. De bocht T is aangesloten op een schroefvormig baangedeelte U dat aan een van de bocht T afgekeerde zijde is aangesloten op een, gezien in fig. 1C rechtsom draaiende 20 bocht V. Na de bocht V is de baan 3 voorzien van een zich horizontaal uitstrekkend baangedeelte W alwaar een over de baan 3 verplaatsend voertuig wordt afgeremd en in het uitstapstation 14 tot stilstand wordt gebracht. Reservevoertuigen kunnen via een wissel (niet weergegeven) op het zich evenwijdig aan het baangedeelte W uitstrekkend baangedeelte X 25 worden opgeslagen. Zoals hierboven aangegeven omvat de baan 3 schroefvormige baangedeeltes K, U die aan weerszijden zijn aangesloten op bochten J, L; T, V, waarbij de ene bocht L, T linksdraaiend is terwijl de andere bocht J, V rechtsdraaiend is. Door het schroefvormige gedeelte K, U bevindt het voertuig zich zowel bij de rechtsdraaiende als de 30 linksdraaiende bocht aan de binnenzijde van de bocht. Op deze wijze wordt op de zich evenwijdig aan de baan 3 uitstrekkende personen enkel krachten H uitgeoefend die naar de baan 3 toe zijn gericht. Hierbij bestaat geen risico dat de persoon aan ongewenste, de persoon mogelijk beschadigende I krachten wordt blootgesteld. Doordat de baangedeeltes V, W, A-L nagenoeg in een vlak zijn gelegen, wordt een amusementsinrichting 1 verschaft die 5 over een relatief beperkt grondoppervlak een relatief lange baan 3 omvat.I extends the person in a position as it were in the conveying direction indicated by arrow P1. A practically right-angle bend C is connected to the track section B. A bend section D connects to the bend C and subsequently turns into a right-turning bend E. as seen in Fig. 1C. The vehicle 20 is here located on the underside of the track 3. On the bend E there is a substantially horizontal extension. track section F connected on a side remote from bend E to a right turning bend G. The bend G connects to a track section H extending substantially parallel to track section D, and again a right turning track J is connected to track section H that is connected via a helical track section K to a left-turning bend L. Via a substantially horizontal extending section M, the path 3 continues in a left-turning bend N which, via a again substantially horizontal extending section 0, continues in a left-turning bend P. After a track section Q again follows a left-turning bend R which via a track extending again practically horizontally Section S is connected to a left turning bend T. The bend T is connected to a screw-shaped track part U which is connected on a side remote from the bend T to a bend turning to the right, seen in Fig. 1C. After the bend V is the track 3 provided with a track section W extending horizontally, where a vehicle moving over the track 3 is braked and brought to a halt in the exit station 14. Spare vehicles can be stored via a switch (not shown) on the track section X 25 extending parallel to the track section W. As indicated above, the track 3 comprises helical track sections K, U which are connected on either side to bends J, L; T, V, where one bend L, T is counterclockwise while the other bend J, V is clockwise. Due to the screw-shaped part K, U, the vehicle is located at both the right-turning and the left-turning bends on the inside of the bend. In this way only forces H are exerted on the persons extending parallel to the track 3 and directed towards the track 3. There is no risk here that the person will be exposed to undesired, potentially damaging forces. Because the track sections V, W, A-L are situated practically in one plane, an amusement device 1 is provided which comprises a relatively long track 3 over a relatively limited ground surface.
Hierbij is het mogelijk om bijvoorbeeld een baan 3 met een totale lengte I van ongeveer 500 meter te verschaffen die een oppervlak in beslag neemt van ongeveer 600 m2.Hereby it is possible to provide, for example, a web 3 with a total length I of approximately 500 meters, which occupies a surface area of approximately 600 m2.
H Zoals met name zichtbaar in fig. 1C zijn de bochten J en EH As is particularly visible in Fig. 1C, the bends are J and E
10 als het ware in elkaar gelegen waarbij de straal Ra van de bocht J10, as it were, interlocked with the radius Ra of the bend J
kleiner is dan de straal Rb van de bocht E. De tussen de bochten E en Jis smaller than the radius Rb of the bend E. The between bends E and J
I gelegen bocht G heeft een straal Rc die kleiner is dan de straal Rb en I groter dan de straal Ra. Hierdoor wordt als het ware een in een verticaal vlak gelegen spiraal vormige wikkeling van de baan 3 verschaft. Ook door I 15 de op elkaar aansluitende bochten P, R en T wordt een soortgelijke I spiraal vormige wikkeling verschaft, waarbij de bochten echter niet in eenzelfde verticaal uitstrekkend vlak maar in een enigszins ten opzichte I van elkaar versprongen gelegen verticaal vlak zijn gelegen.I bend G has a radius Rc that is smaller than the radius Rb and I greater than the radius Ra. This provides, as it were, a spiral-shaped winding of the web 3 located in a vertical plane. I also provide a similar spiral-shaped winding through the adjacent curves P, R and T, wherein the curves, however, are not situated in the same vertically extending plane, but in a vertical plane slightly offset from one another.
I Desalniettemin zal ook in een dergelijk geval de in een voertuig zittende I 20 persoon een spiraal vormige verplaatsing ondergaan.Nevertheless, even in such a case, the person sitting in a vehicle will undergo a spiral-shaped displacement.
I Zoals waarneembaar uit de figuren 1A-1B is de amusementsinrichting 1 volgens de uitvinding door het uit de ladders 4, 7 opgebouwde frame 2 en het door de sporten vormende stangen 10 van de ladders 4, 7 heen gevlochten baan 3 relatief compact van opbouw waarbij 25 op een relatief gering oppervlak een amusementsinrichting 1 met een relatief lange baan 3 wordt verschaft. In de baan 3 zijn zowel looping, spiraal vormige als schroefvormige baangedeeltes aanwezig waardoor een amusementsinrichting 1 met een relatief hoge amusementswaarde wordt verschaft.As perceptible from figures 1A-1B, the amusement device 1 according to the invention is relatively compact in structure due to the frame 2 built up from ladders 4, 7 and the track 10 of ladders 4, 7 forming the rungs, An amusement device 1 with a relatively long track 3 is provided on a relatively small surface. In the track 3 looping, spiral-shaped and helical track sections are present, as a result of which an amusement device 1 with a relatively high amusement value is provided.
30 Het is ook mogelijk om de amusementsinrichting 1 volgens de uitvinding zodanig uit te voeren dat de personen in een als het ware op 7 de baan zittende positie over de baan heen worden verplaatst. De baan 3 dient hierbij zodanig te zijn vormgegeven dat op de personen zowel bij een linksdraaiende als rechtsdraaiende bocht op de personen een kracht wordt uitgeoefend waarmee de personen in het voertuig worden gedrukt. Dit 5 betekent dat indien de personen in een normaal zittende positie, zich boven de baan bevinden, het voertuig langs de binnenzijde van de bochten wordt verplaatst. Indien de personen in een normaal zittende positie zich onder de baan bevinden, zoals bijvoorbeeld bij de amusementsinrichting zoals beschreven in het Europese octrooi EP-B1-0.545.860, dan dient het 10 voertuig zowel bij de linksdraaiende als de rechtsdraaiende bocht zich aan de buitenzijde van de bochten te bevinden.It is also possible to design the amusement device 1 according to the invention in such a way that the persons are moved over the track in a position sitting on the track, as it were. The track 3 must be designed in such a way that a force is exerted on the persons with both a left-turning and a right-turning bend with which the persons are pressed into the vehicle. This means that if the persons in a normal sitting position are above the track, the vehicle is moved along the inside of the bends. If the persons in a normally sitting position are under the track, such as, for example, with the amusement device as described in the European patent EP-B1-0.545.860, then the vehicle must turn on both the left-hand and the right-hand turn. from the bends.
Claims (6)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023253A NL1023253C2 (en) | 2003-04-24 | 2003-04-24 | Rollercoaster, includes three track sections connected via curves turning in opposite directions and with corkscrew |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023253 | 2003-04-24 | ||
NL1023253A NL1023253C2 (en) | 2003-04-24 | 2003-04-24 | Rollercoaster, includes three track sections connected via curves turning in opposite directions and with corkscrew |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023253C2 true NL1023253C2 (en) | 2004-10-27 |
Family
ID=33550389
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023253A NL1023253C2 (en) | 2003-04-24 | 2003-04-24 | Rollercoaster, includes three track sections connected via curves turning in opposite directions and with corkscrew |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1023253C2 (en) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105744994A (en) * | 2013-11-17 | 2016-07-06 | W·J·基钦 | Tracks and drive for a tower ride |
CN106994249A (en) * | 2017-05-23 | 2017-08-01 | 奇业游乐设备(南京)有限公司 | A kind of sky glider system for aerial shoot Niagara recreation facility |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1806102A (en) * | 1928-09-20 | 1931-05-19 | Harry G Traver | Amusement ride |
NL6901775A (en) * | 1968-07-30 | 1970-02-03 | ||
GB2101252A (en) | 1981-06-30 | 1983-01-12 | Aeroquip | Locknut |
GB2109252A (en) * | 1981-11-13 | 1983-06-02 | Meisho Tokushu Sangyo Co Ltd | Roller coaster apparatus |
EP0545860A1 (en) * | 1991-12-02 | 1993-06-09 | BOLLIGER & MABILLARD, INGENIEURS CONSEILS S.A. | Amusement ride of the roller coaster type |
US5463962A (en) * | 1993-10-19 | 1995-11-07 | Gnezdilov; Vladimir A. | Roller coaster |
WO1997002878A1 (en) | 1995-07-11 | 1997-01-30 | Vekoma International B.V. | An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device |
-
2003
- 2003-04-24 NL NL1023253A patent/NL1023253C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1806102A (en) * | 1928-09-20 | 1931-05-19 | Harry G Traver | Amusement ride |
NL6901775A (en) * | 1968-07-30 | 1970-02-03 | ||
GB2101252A (en) | 1981-06-30 | 1983-01-12 | Aeroquip | Locknut |
GB2109252A (en) * | 1981-11-13 | 1983-06-02 | Meisho Tokushu Sangyo Co Ltd | Roller coaster apparatus |
EP0545860A1 (en) * | 1991-12-02 | 1993-06-09 | BOLLIGER & MABILLARD, INGENIEURS CONSEILS S.A. | Amusement ride of the roller coaster type |
EP0545860B1 (en) | 1991-12-02 | 1995-07-26 | BOLLIGER & MABILLARD, INGENIEURS CONSEILS S.A. | Amusement ride of the roller coaster type |
US5463962A (en) * | 1993-10-19 | 1995-11-07 | Gnezdilov; Vladimir A. | Roller coaster |
WO1997002878A1 (en) | 1995-07-11 | 1997-01-30 | Vekoma International B.V. | An amusement device and a vehicle suitable for being used in such an amusement device |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105744994A (en) * | 2013-11-17 | 2016-07-06 | W·J·基钦 | Tracks and drive for a tower ride |
CN105744994B (en) * | 2013-11-17 | 2019-01-01 | W·J·基钦 | Track and driving device for tower ride |
CN106994249A (en) * | 2017-05-23 | 2017-08-01 | 奇业游乐设备(南京)有限公司 | A kind of sky glider system for aerial shoot Niagara recreation facility |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2060757C1 (en) | Riding hill | |
ES2713689T3 (en) | Device for helping to overcome an obstacle by a vehicle | |
US9457284B2 (en) | Spiral toy track set | |
NL1023253C2 (en) | Rollercoaster, includes three track sections connected via curves turning in opposite directions and with corkscrew | |
KR102016733B1 (en) | Safety balustrades for construction | |
NL9500161A (en) | Transport device. | |
US3386202A (en) | Automatic passageway | |
ES2217723T3 (en) | INSTALLATION FOR ATTRACTION PARK, INSTALLATION CALLED RUSSIAN MOUNTAIN (ROLLER COASTER). | |
ES2367930T3 (en) | SECURITY DEVICE FOR MOBILE RANGE. | |
PT1810733E (en) | An amusement ride | |
ES2323442B1 (en) | MECHANICAL STAIR. | |
US3580182A (en) | Variable-speed transport apparatus | |
EP1361179B1 (en) | Automat for storing, delivering and conveying products | |
CZ299292B6 (en) | Escalator for negotiating curves | |
KR100622395B1 (en) | Handrail structure for prevention of fall installed on a railway line of magnetically-levitated train | |
US786117A (en) | Observation-train. | |
DE102008034072A1 (en) | Cleaning device for floors in surrounding field of urinal, has mobile unit integrated as standing surface in recess in floor under urinal, where mobile unit is guided periodically by cleaning zone | |
US946200A (en) | Amusement apparatus. | |
NL2011497C2 (en) | STAIRLIFT, ESPECIALLY CURVED STAIRLIFT. | |
US846207A (en) | Railway. | |
JP3411303B2 (en) | Seismic structure on moving walkways | |
US310356A (en) | Roller coasting-vehscle | |
US1795621A (en) | Yieldable traffic barrier | |
EP0524833A1 (en) | Grating | |
US835015A (en) | Transfer-table. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20071101 |