NL1023100C2

NL1023100C2 - Houten constructie-element.

Info

Publication number: NL1023100C2
Application number: NL1023100A
Authority: NL
Inventors: Jan Albertus Gerrit Jans Doorn
Original assignee: Stadwijck Bv; Pecnol Bv
Priority date: 2003-04-04
Filing date: 2003-04-04
Publication date: 2004-10-08

Description

%

Houten constructie-element

De uitvinding heeft betrekking op een houten constructie-element, zoals een raamkozijn, een deurkozijn of dergelijke, welke constructiedelen omvat met einddelen die onder toepassing van een hechtmiddel aan elkaar bevestigd 5 zijn. Een dergelijk houten constructie-element is bekend uit de Nederlandse Octrooiaanvrage NL-A-94.01794.

Het bekende houten constructie-element bezit ter plaatse van de einddelen van de constructie aangebrachte af-standsorganen die los verdeeld zijn aangebracht in het hecht-10 middel en waarbij de kleinste doorsnede van de afstandsorga-nen iets groter is dan de gewenste afstand tussen de beide einddelen van de te verbinden constructiedelen. Voor de af-standsorganen wordt daarbij gebruik gemaakt van een grote hoeveelheid regelmatig gevormde vaste deeltjes met een bol-15 vorm waarvan de kleinste doorsnede groter is dan de gewenste afstand tussen de einddelen.

Een probleem van het bekende constructie-element is dat deze vanwege de noodzaak van het aanbrengen van de regelmatige gevormde vaste deeltjes moeilijk of niet automatiseer-20 baar is.

Volgens de uitvinding is beoogd een dergelij-k houten constructie-element te verschaffen waarvan de vervaardiging zich beter leent voor automatisering zonder daarbij de voordelen van het bekende constructie-element op te geven, en met 25 name om een houten constructie-element te verschaffen welke toestaat dat deze is samengesteld uit niet duurzame houtsoorten zonder dat dit ten koste gaat van de levensduur van het houten constructie-element. Een in de praktijk aanwezig probleem dat de uitvinding beoogt te vermijden is namelijk het 30 volgende.

Door grote verschillen in luchtvochtigheid en temperatuur tussen de door het houten constructie-element (mede) gescheiden ruimten treedt in dergelijke constructies scheurvorming op. Daardoor kan vocht in de constructie binnendrin-35 gen dat hierin door de genoemde temperatuurverschillen condenseert, met als uiteindelijk gevolg dat het houten con- Λ Λ r\ f\ S. A jv 2 structie-element door houtrot verloren gaat. Met name kophout zuigt gemakkelijk water op en leidt zonder specifieke voorzorgsmaatregelen snel tot houtrot.

Met de uitvinding is derhalve beoogd een houten con-5 structie-element te verschaffen die dit probleem niet bezit, zonder dat daarvoor vereist is dat het constructie-element uit tropisch hardhout is vervaardigd.

Het houten constructie-element volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt dat ieder einddeel verdeeld is 10 in een binneneinddeel en een buiteneinddeel, en dat het hechtmiddel slechts als zodanig werkzaam is ter plaatse van op elkaar aansluitende binneneinddelen van de constructiede-len en als zodanig onwerkzaam is ter plaatse van de buiteneinddelen van de constructiedelen.

15 Op deze wijze wordt het voordeel bereikt dat de bui teneinddelen ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn zodat een verschil in uitzetting tussen op elkaar aansluitende buiteneinddelen niet tot scheurvorming aanleiding geeft en de daarmee verbonden hiervoor geschetste problemen vermeden wor-20 den.

Wenselijk is daarbij dat tussen op elkaar aansluitende buiteneinddelen van de constructiedelen een vulplaat van thermoplastisch materiaal is opgenomen. Hiermee kan een stabiele constructie van het houten constructie-element ver-25 kregen worden zonder de nagestreefde eigenschappen van het constructie-element te compromitteren.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de vulplaat niet hechtend tussen de buiteneinddelen opgenomen. Hiermee wordt bereikt dat de constructie zonder schade uit-30 zettingsverschillen in de omgeving van de buiteneinddelen kan opvangen.

Verder is voordelig dat de binneneinddelen en de buiteneinddelen ten opzichte van elkaar versprongen zijn. Dit vergemakkelijkt de plaatsing en positionering van de vul-35 plaat.

Een geschikte uitvoering van het houten constructie-element volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt dat de vulplaat is gevormd uit polypropyleen.

3

De resistentie tegen vochtinwerking van het houten constructie-element volgens de uitvinding is ermee gediend dat op de naar elkaar toe gerichte buiteneinddelen een vochtbestendige en de buiteneinddelen afdichtende laag is aange-5 bracht.

Het is daarbij voor de eenvoud van de productie en het laag houden van de vervaardigingskosten wenselijk dat de afdichtende laag van de buiteneinddelen gelijk is aan het hechtmiddel dat is aangebracht op de binneneinddelen.

10 In een verder aspect van de uitvinding is zeer ge schikt gebleken dat de afdichtende laag van de buiteneinddelen en het hechtmiddel van de binneneinddelen een thixotrope twee-componenten inpregneerlijm op basis van epoxy is.

Een dergelijke impregneerlijm bezit de volgende 15 voordelige eigenschappen: oplosmiddelvrij, gemakkelijk mengbaar, goed indringend vermogen, zeer goede hechting op droog hout, krimp- en zwelvrij, duurzaam en duurzaam elastisch, vochtongevoelig en waterbestendig, overschilderbaar.

Tenslotte is voordelig voor de werkzaamheid van de 20 uitvinding dat de buiteneinddelen aan de voor buiten bestemde zijde zijn voorzien van een flexibele afdichtkit van gepoly-meriseerd materiaal. Dit biedt bovendien de mogelijkheid van een geschikte optische afwerking van het houten constructie-element volgens de uitvinding.

25 De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van de tekening van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening toont een enkele figuur een doorsnede van enkele op elkaar geplaatste en met elkaar verbonden hou-30 ten kozijndelen zoals gevormd volgens de uitvinding.

De figuur toont een hoekdeel van een houten constructie-element 1 waarvan een liggend constructiedeel 2 en een op dit liggende constructiedeel 2 staand constructiedeel 3 deel uitmaken. De constructiedelen 2 en 3 zijn ten minste 35 onder toepassing van een hechtmiddel aan elkaar bevestigd.

Ook kunnen (niet getoonde) deuvels zijn toegepast.

De enkele figuur toont in doorsnede de einddelen van het horizontale constructiedeel 2 en van het verticale con- H structiedeel 3 die de verbinding van beide constructiedelen verzorgen.

Volgens de uitvinding is zowel het einddeel van het liggende constructiedeel 2 als van het staande constructie- I 5 deel 3 verdeelt in een binneneinddeel waarvan de grenzen zijn I aangegeven met verwijzingscijfer 4 en een buiteneinddeel I waarvan de grenzen zijn aangegeven met verwijzingscijfer 5.

I De binneneinddelen 4 zijn bestemd om na plaatsing van het I constructie-element 1 gericht te zijn naar de binnenzijde van I 10 een gebouw waarin dit constructie-element wordt toegepast I terwijl de buiteneinddelen bestemd zijn om gericht te zijn I naar de buitenzijde van dit gebouw.

I Voor de verbinding van het liggende constructiedeel I 2 en het staande constructiedeel 3 wordt een hechtmiddel toe- I 15 gepast (naast de eventueel toegepaste deuvels 10, 11) dat I slechts als hechtmiddel werkzaam is ter plaatse van de op el- I kaar aansluitende binneneinddelen 4 van de constructiedelen 2 I en 3 en dat als hechtmiddel onwerkzaam is ter plaatse van de I buiteneinddelen 5 van de constructiedelen 2 en 3.

I 20 De figuur toont verder dat tussen de op elkaar aan- I sluitende buiteneinddelen 5 van het liggende constructiedeel I 2 en het staande constructiedeel 3 een vulplaat 6 wordt toe- gepast. Deze vulplaat 6 is bij voorkeur gevormd uit thermo- I plastisch materiaal. De vulplaat 6 is bovendien niet hechtend I 25 tussen de buiteneinddelen 5 van het liggende constructiedeel I 2 en het staande constructiedeel 3 opgenomen.

I Een geschikt materiaal voor de vulplaat 6 is poly- propyleen.

I Voorts is wenselijk dat op de naar elkaar toe ge- I 30 richte buiteneinddelen 5 van het liggende constructiedeel 2 en het staande constructiedeel 3 een vochtbestendige en de I buiteneinddelen 5 afdichtende laag is aangebracht.

I De afdichtende laag van de buiteneinddelen 5 is bij voorkeur van hetzelfde materiaal als het hechtmiddel dat is I 35 aangebracht op de binneneinddelen 4 van de beide constructie- I delen 2, 3. Bijzonder geschikt is dat voor de afdichtende I laag en voor het hechtmiddel een thixotrope twee-componenten I impregneerlijm op basis van epoxy wordt toegepast.

5

Tenslotte wordt nog opgemerkt dat het de voorkeur geniet dat de buiteneinddelen 5 aan de voor buiten bestemde zijde zijn voorzien van een flexibele afdichtkit 7. Deze af-dichtkit is bij voorkeur gevormd uit gepolymeriseerd materi-5 aal dat de nodige flexibiliteit kan bezitten.

j 1 π 9 31nn

Claims

1. Houten constructie-element (1), zoals een raamko- I zijn, een deurkozijn of,dergelijke, welke constructiedelen I (2, 3) omvat met einddelen die onder toepassing van een I 5 hechtmiddel aan elkaar bevestigd zijn, met het kenmerk, dat I ieder einddeel verdeeld is in een binneneinddeel (4) en een I buiteneinddeel (5), en dat het hechtmiddel slechts als zoda- nig werkzaam is ter plaatse van op elkaar aansluitende bin- neneinddelen (4) van de constructiedelen (2, 3) en als zoda- I 10 nig onwerkzaam is ter plaatse van de buiteneinddelen (5) van I de constructiedelen (2, 3).

2. Houten constructie-element volgens conclusie 1, I met het kenmerk, dat tussen op elkaar aansluitende buiten- I einddelen (5) van de constructiedelen (2, 3) een vulplaat (6) 15 van thermoplastisch materiaal is opgenomen.

3. Houten constructie-element volgens conclusie 2, I met het kenmerk, dat de vulplaat (6) niet-hechtend tussen de I buiteneinddelen (5) is opgenomen.

4. Houten constructie-element volgens één der con- I 20 clusies 1-3, met het kenmerk, dat de binneneinddelen (4) en de buiteneinddelen (5) ten opzichte van elkaar versprongen I zijn.

5. Houten constructie-element volgens één der con- I clusies 2-4, met het kenmerk, dat de vulplaat (6) is gevormd 25 uit polypropyleen.

6. Houten constructie-element volgens één der voor- I gaande conclusies, met het kenmerk, dat op de naar elkaar toe I gerichte buiteneinddelen (5) een vochtbestendige en de bui- I teneinddelen afdichtende laag is aangebracht. I 30

7. Houten constructie-element volgens conclusie 6, I met het kenmerk, dat de afdichtende laag van de buiteneindde- I len (5) gelijk is aan het hechtmiddel dat is aangebracht op I de binneneinddelen (4).

8. Houten constructie-element volgens conclusie 7, 35 met het kenmerk, dat de afdichtende laag van de buiteneindde- I len (5) en het hechtmiddel van de binneneinddelen (4) een * thixotrope twee-componenten inpregneerlijm op basis van epoxy is.

9. Houten constructie-element volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buiteneinddelen 5 (5) aan de voor buiten bestemde zijde zijn voorzien van een flexibele afdichtkit (7) van gepolymeriseerd materiaal.

10. Houten constructie-element volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de binneneinddelen (4) en de buiteneinddelen (5) van de constructiedelen (2, 3) voor- 10 zien zijn van deuvels (10, 11). i A Λ Λ J