NL1021163C2 - Kas of warenhuis met luchtraam. - Google Patents

Description

f

Kas of warenhuis met luchtraam

De uitvinding betreft een kas of warenhuis met een door kolommen ondersteund dek opgebouwd uit liggers, goten, roeden die zich paarsgewijze vanaf telkens twee 5 naburige goten schuin naar elkaar omhoog uitstrekken, nokken die elk zijn ondersteund aan het bovenste eind van de paren roeden, lichtdoorlaatbare panelen tussen de roeden, goten, luchtramen die draaibaar zijn ondersteund in het dek, alsmede een systeem voor het bedienen van de luchtramen, welk systeem tenminste een aandrijfstang heeft, aandrijfmiddelen voor het in zijn langsrichting heen en weer bewegen van de aandrijf-10 stang, tenminste een stel bedieningsstangen die zich vanaf de aandrijfstang schuin omhoog uitstrekken naar een luchtraam, welke bedieningsstangen aan hun naar de aandrijfstang gekeerde eind een platte lip hebben, bevestigingsmiddelen door middel waarvan ten minste twee van de lippen aan elkaar zijn bevestigd, alsmede een schamierverbinding door middel waarvan die ten minste twee lippen zijn verbonden 15 met de aandrijfstang.

Een dergelijke kas is algemeen bekend. Als voorbeeld wordt genoemd de uit NL-A-9200300 bekende kas. De luchtramen zijn gewoonlijk draaibaar bevestigd aan een nok, maar een andere ophanging komt in de praktijk ook voor. Zij kunnen bestaan uit een glaspaneel waaraan de bedieningsstangen door een lijmverbinding zijn bevestigd. 20 Zeer gebruikelijk is een uitvoeringsvorm met een aluminium raamffame waarin het glaspaneel is opgenomen; de bedieningsstangen zijn in dat geval bevestigd aan het raamffame. Daartoe bezitten de bedieningsstangen in die uitvoeringsvorm tevens elk een tweede lip waarmee zij aan dat raamffame zijn bevestigd.

Bij het openen van het luchtraam worden de bedieningsstangen op druk belast. In 25 dat verband is een behoorlijke knikstabiliteit van belang. Verder is het vanwege de lichtopbrengst in de kas gewenst dat de bedieningsstangen zo gering mogelijke dwars-doorsnede-afmetingen bezitten. Om die redenen zijn de bedieningsstangen gewoonlijk uitgevoerd als een buis met cirkelvormige dwarsdoorsnede, waarvan een of beide einden zijn afgeplat tot een lip. Ook zijn massieve bedieningsstangen bekend, aan de ein-30 den waarvan lippen zijn gelast. De lippen zijn over een zekere hoek gebogen zodanig dat het stel bedieningsstangen uitwaaiert vanaf de aandrijfstang. Daardoor grijpen de bedieningsstangen op regelmatige afstanden van elkaar over een groot deel van de : Ü £11 öo 2 sedte van het luchtraam gelijkmatig daarop aan. Het luchtraam kan daardoor stabiel betrouwbaar worden bediend.

In de praktijk blijken niettemin verschillende problemen op te treden bij het hemen van de luchtramen. Deze hangen voor een belangrijk deel samen met het feit dat constructie van de gerede kas vrij grote toleranties heeft. Als gevolg daarvan kan het orkomen dat het luchtraam niet gecentreerd is ten opzichte van de aandrijfstang. In t geval grijpt het stel bedieningsstangen niet geheel centraal aan op de aandrijfstang. sn dergelijke excentrische aangrijping leidt ertoe dat bij het bedienen van het lucht-im de aandrijfstang op torsie wordt belast, en om zijn langsrichting tracht te ver-aaien. Als gevolg van de drukbelasting worden de bedieningsstangen krachtig naar n zijde van de aandrijfstang gedrongen, waardoor de torsie nog wordt versterkt.

Het gehele bedieningsmechanisme van de luchtramen komt daardoor bloot te lan aan excentrische belastingen en verplaatsingen die tot schade leiden. Niet alleen bben de schamierverbindingen tussen de bedieningsstangen en de aandrijfstang daar-n te lijden, maar ook de aandrijving van de aandrijfstang zelf raakt daardoor op den ur beschadigd.

In de praktijk is getracht deze problemen op te lossen door het toepassen van sta-lisatoren. De aandrijfstang is daarbij door middel van telescopeerbare stabilisatorbui-n gestabiliseerd, die enerzijds zijn verbonden met de dakconstructie, bijvoorbeeld de k, en anderzijds met de aandrijfstang. Een dergelijk benadering heeft het nadeel dat arbij extra schaduw in de kas wordt veroorzaakt. Verder zijn de telescopeerbare sta-lisatorbuizen zelf ook gevoelig voor slijtage. Zij brengen extra kosten mee, en leiden k tot extra belastingen op de dakconstructie.

Doel van de uitvinding is daarom een oplossing voor het hierboven beschreven obleem te verschaffen die deze nadelen niet bezit. Dat doel wordt bereikt doordat akkeermiddelen zijn voorzien voor het blokkeren van onderlinge verdraaiingen van 2 ten minste twee lippen evenwijdig aan elkaar.

De star aan elkaar bevestigde lippen van de bedieningsstangen vormen een stabiel kket dat een stabiliserend effect heeft en verdraaien van de aandrijfstang tegengaat. 2 starre verbinding van de lippen is zodanig dat geen verdraaien of verschuiven van lippen evenwijdig aan elkaar kan optreden. Slechts in dat geval gedraagt het pakket »pen zich als een star geheel, dat het gewenste stabiele gedrag vertoont.

R ^ 3

De starre verbinding kan op verschillende manieren worden verkregen, zoals bijvoorbeeld door lassen, lijmen en dergelijke. De voorkeur gaat echter uit naar een uitvoeringsvorm waarbij de lippen op elkaar zijn geklemd door een klemverbinding, bijvoorbeeld met een penvormig orgaan zoals een boutverbinding. Het penvormige 5 orgaan kan zich uitstrekken door een eerste reeks uitgelijnde gaten in de lippen. Daarnaast kunnen de lippen door tenminste als verdere verbinding uitgevoerde blokkeermiddelen aan elkaar zijn bevestigd. Deze blokkeermiddelen kunnen een penvormig orgaan bevatten dat zich uitstrekt door een tweede reeks uitgelijnde gaten in de lippen.

10 De schamierverbinding bevindt zich op afstand van de klemverbinding en de verdere verbinding. Daarbij zijn verschillende uitvoeringsvormen mogelijk.

Volgens een eerste mogelijkheid omvat de schamierverbinding een derde reeks gaten die zich uitstrekt door de lippen, alsmede een schamierpen die zich uitstrekt door de derde reeks gaten en aan de aandrijfstang is bevestigd. De gaten in de lippen zelf 15 vormen dan samen het schamiergat. Doordat de lippen niet langs elkaar kunnen verschuiven, blijft het schamiergat stabiel. Het schamiergat kan als gevolg van de starre verbinding van de lippen niet "afschuiven", en daardoor ook niet tot scheefstand leiden van de zich door het schamiergat uitstrekkende schamierpen. Ook deze werking draagt bij tot de stabiliteit van de schamierverbinding tussen de bedieningsstangen en 20 de aandrijfstang.

Volgens een tweede mogelijkheid omvat de schamierverbinding een schamier-element dat door middel van de klemverbinding en de verdere verbinding is bevestigd aan de lippen, welk schamierelement draaibaar samenwerkt met een aan de aandrijfstang bevestigde schamierpen. Het schamierelement kan een aan de lippen bevestigde 25 flens alsmede een met de schamierpen samenwerkende bus hebben.

De flens heeft bij voorkeur een gat voor een boutverbinding of een popnagel, zodanig dat de lippen tegen de flens zijn geklemd. Verder kan de flens een pen hebben voor de verdere verbinding. In het bijzonder kan de flens aan weerszijden een pen hebben.

30 Gewezen wordt op de uit NL-A-9001279 bekende kas. Daarin is een stel bedie ningsstangen toegepast die zonder afgeplatte lippen aan elkaar zijn bevestigd door middel van een klem. Een van deze bedieningsstangen is voortgezet tot voorbij de klem en scharnierend bevestigd aan de aandrijfstang.

1 0 211 83 4

Nadeel van deze bekende uitvoering is dat de gehele bedieningskracht door chts een enkele stang moet worden geleid. Bovendien is de klem minder geschikt 3r het zodanig star aan elkaar bevestigen van de bedieningsstangen dat verdraaiingen verplaatsingen daartussen betrouwbaar zouden kunnen worden vermeden.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de uren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een gedeelte van een kas volgens de uitvinding in perspectief.

Figuur 2 toont een zij-aanzicht op een schamierverbinding tussen een aandrijf-ng en bedieningsstangen volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht.

Figuur 4 toont een schamierelement.

Figuren 5, 6 en 7 tonen verdere uitvoeringsvormen.

De in figuur 1 weergegeven kas omvat een aantal kolommen 1, die een reeks mwijdig naast elkaar opgestelde tralieliggers 2 dragen. Dwars over de tralieliggers 2 n de goten 3 opgesteld. Tussen telkens twee goten 3 is een nok 4 ondersteund door ren roeden 5. Tussen de roeden 5, goten 3 en nokken 4 zijn glaspanelen 6 opgeno- ;n.

Aan de nokken 4 zijn luchtramen 7 draaibaar bevestigd. Deze luchtramen 7 om-tten een aluminium raamframe 9, waarin een glaspaneel 8 is bevestigd. Ter hoogte ti de luchtramen 7 is tussen de roeden 5 een hulpprofiel 10 aangebracht.

Het luchtraam 7 kan overgebracht worden tussen een gesloten stand en de in fï-ur 1 weergegeven open stand door middel van de aandrijfstang 12. Deze aandrijf-ng 12 is verbonden met een aantal bedieningsstangen 13, die op hun beurt door mid-l van schamierverbindingen 14 zijn bevestigd aan het luchtraam 7. Aan hun andere id zijn de bedieningsstangen 13 door middel van een in zijn geheel met 15 igeduide schamierverbinding verbonden met de aandrijfstang 12.

In de figuren 2, 3 en 4 is een eerste uitvoeringsvorm van deze ïamierverbinding 15 nader weergegeven. De bedieningsstangen 13 bezitten elk een isvormig gedeelte 16 met cilindrische doorsnede, aan het eind waarvan zich telkens a afgeplatte lip 17 bevindt. De lippen 17 zijn door middel van een boutverbinding 18 i weerszijden geklemd tegen een schamierelement 19, in het bijzonder de flens 20 arvan. De boutverbinding omvat een bout 30 en een moer 23.

63 f 5

De steel 31 van de bout 30 is in een eerste gat 21 van de lippen 17 gestoken. Ook de flens 20 van het schamierelement 19 bezit een gat 22 waardoor de steel 31 van de bout 30 is gestoken. Door middel van de moer 23 zijn de lippen 17 stevig aangeklemd tegen de flens 20.

5 In verband met een starre, ook in hun vlak onderling onverdraaibare verbinding zijn blokkeermiddelen 32 voorzien. In de uitvoeringsvorm van figuur 2 omvatten deze blokkeermiddelen 32 de tweede gaten 24 in de lippen 17, alsmede de zich door deze tweede gaten 24 uitstrekkende pen 25, die aan weerszijden uitsteekt ten opzichte van de flens 20.

10 Het schamierelement 19 bezit verder een bus 26. De bus 26 is draaibaar opgeno men op de steel van de bout 27, die door middel van moer 28 de in zijn geheel met 29 aangeduide U-vormige klem stevig vastklemt op de aandrijfstang 12. Door middel van de bus 26 zijn de bedieningsstangen 13 stabiel ondersteund ten opzichte van de aandrijfstang 12. Indien door constructietoleranties het luchtraam 7 zich niet precies 15 centraal ten opzichte van de aandrijfstang 12 bevindt, kan de bus 26 excentrisch verschoven liggen ten opzichte van de benen van de U-vormige klem 29. Gezien de breedte van de bus 26 kan, ondanks de daaruit voortvloeiende excentrische belasting op de aandrijfstang 12, toch vermeden worden dat daarin torsie optreedt.

Een verder belangrijk aspect bij het tegengaan van torsiebelastingen in de aan-20 drijfstang 12 wordt gevormd door de starre, onderling onverdraaibare bevestiging van de bedieningsstangen 13 en de flens 20. Deze onverdraaibaarheid, die wordt geleverd door de blokkeermiddelen 32, zorgt er voor dat het pakket bestaande uit de lippen 17 en de flens 20 een stabiel geheel blijft en geen onderlinge afschuiving vertoont. Daardoor kan een excentrische aangrijping van het schamierelement 19 op de aandrijfstang 12 25 niet door instabiliteit en afschuiving van de lippen 17 tot verdere toename van de torsiebelasting daarin leiden.

De in de figuren 1-5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld betreft de variant waarin de lippen 17 van de bedieningsstangen 13 door middel van het schamierelement 19 aan de bout 27 zijn bevestigd. Denkbaar is ook een variant waarin de lippen 17 een derde 30 gat bezitten, waarin rechtstreeks de bout 27 is opgenomen. Ook een dergelijke uitvoeringsvorm is gunstig voor het tegengaan van torsiebelastingen op de aandrijfstang 12. Door middel van de boutverbinding 18, de pen 25 en gat 24 zijn de lippen 17 immers star en in hun vlak onverdraaibaar aan elkaar bevestigd. Bovendien f U £ g - 0 6 irmen de lippen 17 een pakket van een behoorlijke dikte, zodat ook daarbij reeds een ibiele schamierverbinding ten opzichte van de bout 27 mogelijk is. Van belang is :rder dat de door de derde gaten in de lippen gevormde doorgang voor de hamierpen eveneens zijn vorm behoudt als gevolg van de starre verbinding van de jpen. Daardoor wordt verhinderd dat de doorgang zou afschuiven, hetgeen bijdraagt t een stabiele schamierverbinding.

Figuur 6 toont deze variant met een stel bedieningsstangen 13, elk met een lip 17 et twee bevestigingsgaten 21 in een waarvan een boutverbinding 18 is voorzien en in 5 ander waarvan de eveneens als boutverbinding uitgevoerde blokkeermiddelen 32 jn voorzien, alsmede met een schamiergat 33.

In de variant van de figuren 7a (bovenaanzicht) en 7b (dwarsdoorsnede volgens II-VII van figuur 7a) is getoond dat het niet noodzakelijk is om alle ïdieningsstangen 13 met de lippen aan elkaar te verbinden. Twee van de sdieningsstangen 13 bezitten lippen 17 die op de hiervoor beschreven wijze onderling iverdraaibaar zijn bevestigd aan het schamierelement 19. De andere twee mdrijfstangen 13’ echter zitten lippen 17’ die door middel van het klemorgaan 35 en 3 dubbele boutverbinding 36 zijn bevestigd aan de onderling evenwijdige gedeelten 37 an de eerste twee bedieningsstangen 13.

Hoewel in de figuren blokkeermiddelen zijn getoond in de vorm van de pen-gat-erbinding 25/24, dan wel de bootverbinding 32, zijn ook andere uitvoeringen logelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld de lippen 17 en de flens 20 aan hun naar elkaar ekeerde oppervlakken in elkaar grijpende vormen bezitten. Door het aandraaien van e boutverbinding worden deze vormen in elkaar gedrukt, zodat onderlinge rotaties van e lippen worden vermeden. Ook kunnen de lippen 17 en de flens 20 aan hun naar Ikaar gekeerde oppervlakte een zekere oppervlaktestructuur of oppervlakteruwheid ezitten, die dergelijke rotaties onder invloed van de door de boutverbinding 18 itgeoefende drukkracht verhinderen.

De lippen 17 van elk stel aan elkaar bevestigde bedieningsstangen zijn ymmetrisch ten opzichte van elkaar geplaatst. Dat levert ook bij een enigszins schuin eoriënteerd luchtraam geen probleem op omdat de schamierverbinding 15 een ehoorlijke speling heeft. De speling is van dezelfde ordegrootte als de dikte van het akket lippen 17 en/of de flens 20 van het schamierelement 19. Bij scheefstand van het achtraam kan het pakket lippen 17 en/of het schamierelement 19 zijdelings * & 7 verschuiven zonder dat te hoge belastingen op het bedieningsmechanisme optreden en zonder dat de aandrijfstang 12 wordt getordeerd zoals hiervoor toegelicht.

! ; ol

Claims (20)

1. Kas of warenhuis met een door kolommen (1) ondersteund dek opgebouwd uit ;gers (2), goten (3), roeden (5) die zich paarsgewijze vanaf telkens twee naburige >ten (3) schuin naar elkaar omhoog uitstrekken, nokken (4) die elk zijn ondersteund n het bovenste eind van de paren roeden (5), lichtdoorlaatbare panelen (6) tussen de eden (5), goten (3), luchtramen (7) die draaibaar zijn ondersteund in het dek, alsmede ;n systeem voor het bedienen van de luchtramen (7), welk systeem tenminste een indrijfstang (12) heeft, aandrijfmiddelen voor het in zijn langsrichting heen en weer ;wegen van de aandrijfstang (12), tenminste een stel bedieningsstangen (13) die zich maf de aandrijfstang (12) schuin omhoog uitstrekken naar een luchtraam (7), welke ïdieningsstangen (13) aan hun naar de aandrijfstang (12) gekeerde eind een platte lip 7) hebben, bevestigingsmiddelen (18) door middel waarvan ten minste twee van de ppen (17) aan elkaar zijn bevestigd, alsmede een schamierverbinding (15) door liddel waarvan die ten minste twee lippen (17) zijn verbonden met de aandrijfstang 2), met het kenmerk dat blokkeermiddelen (32) zijn voorzien voor het blokkeren van nderlinge verdraaiingen van die ten minste twee lippen (17) evenwijdig aan elkaar.

2. Kas volgens conclusie 1, waarbij de lippen (17) op elkaar zijn geklemd door sn klemverbinding (18), zoals een boutverbinding.

3. Kas volgens conclusie 2, waarbij de klemverbinding (18) zich uitstrekt door en eerste reeks uitgelijnde gaten (21) in de lippen (17).

4. Kas volgens conclusie 3, waarbij de klemverbinding een penvormig orgaan 18. omvat dat zich uitstrekt door alle gaten (21) in de eerste reeks uitgelijnde gaten 21. in de lippen (17).

5. Kas volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij de blokkeermiddelen (32) tenminste ;en verdere verbinding (32; 24,25) voor de lippen (17) omvatten. 8 3

6. Kas volgens conclusie 5, waarbij de verdere verbinding een penvormig orgaan (25) bevat dat zich uitstrekt door een tweede reeks uitgelijnde gaten (24) in de lippen (17).

7. Kas volgens conclusie 5 of 6, waarbij de schamierverbinding (15) zich op af stand bevindt van de klemverbinding (18) en de verdere verbinding (32; 24,25).

8. Kas volgens conclusie 7, waarbij de lippen een derde reeks gaten (33) omvatten waar doorheen zich een schamierpen (27) uitstrekt die aan de aandrijfstang 10 (12) is bevestigd.

9. Kas volgens een der conclusies 1-7 , waarbij de schamierverbinding (15) een schamierelement (19) omvat dat door middel van de klemverbinding (18) en de blokkeermiddelen (32; 24, 25) is bevestigd aan de lippen (17), welk schamierelement 15 (19) draaibaar samenwerkt met een aan de aandrijfstang (12) bevestigde schamierpen (27).

10. Kas volgens conclusie 9, waarbij het schamierelement (19) een aan de lippen (17) bevestigde flens (20) alsmede een met de schamierpen (27) samenwerkende bus 20 (26) heeft.

11. Kas volgens conclusie 10, waarbij de flens (20) een gat (22) heeft voor een boutverbinding (18), alsmede tenminste een penvormig orgaan (25) voor de blokkeermiddelen (32). 25

12. Kas volgens conclusie 10 of 11, waarbij de lippen (17) tegen beide zijden van de flens (20) zijn geklemd.

13. Kas volgens conclusie 10, waarbij het schamierelement twee gaten heeft door 30 elk waarvan zich een boutverbinding uitstrekt, alsmede een schamiergat (33).

14. Kas volgens een der conclusies 8-13, waarbij de schamierverbinding een U-vormige klem (29) heeft waarvan de benen elk een gat bezitten waar doorheen zich een 0 ? 11 «s m amierbout (27) uitstrekt door middel waarvan de klem (29) is geklemd aan de aan-fstang (12) en aan welke schamierbout (27) het schamierelement (19) draaibaar is estigd.

15. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de blokkeermiddelen ) zijn uitgevoerd als een oppervlaktestructuur op de naar elkaar gekeerde •ervlakken van de lippen (17), welke oppervlaktestructuur onderlinge verdraaiingen de lippen (17) in hun vlak tegengaat.

16. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de blokkeermiddelen ) zijn uitgevoerd als overeenkomstige vormen van de naar elkaar gekeerde lervlakken van de lippen (17).

17. Kas volgens conclusie 15 of 16, in combinatie met conclusie 8, waarbij het amierelement (19) aan de naar de lippen (17) gekeerde zijde(n) een oppervlakte-ïctuur bezit of met de lippen overeenkomende vormen.

18. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schamierverbinding ) een axiale speling heeft die van dezelfde orde grootte is als de totale dikte van het dcet lippen (17) en/of een flens (20) van een schamierelement (19).

19. Kas volgens conclusie 14 en 18, waarbij de afstand tussen de benen van de m (29) ten minste ongeveer tweemaal de dikte van het schamierelement (19) danwel flens (20) daarbij bedraagt.

20. Kas volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aan elkaar bevestigde pen (17) symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. 33