NL1020545C1 - Marine structure resting on the underwater surface, and containing device such as wind or water turbine, oil or gas production platform etc. - Google Patents

Abstract

The foundation part has a suction pile (4,5) designed to partly penetrate the subsea bottom during installation, at least in its operating position connected to the vessel (16) to be below or aside it to be transported over water in an orientation such that the structure from its position mounted to the vessel can be immediately lowered onto the subsea bottom while suspending from a flexible pulling element of the vessel and in a stable balanced position. The structure (1) has a foundation part (2) and an upper structure (3) extending upward from it.

Description

f lf l

Off-shore constructieOff-shore construction

Zuigpalen en hun installatie zijn o.a. bekend uit GB-B-2300661 en EP-B-0011894, waarvan de openbaarmakingen hier 5 door verwijzing zijn opgenomen. In het kort is een zuigpaal een lichaam met een naar onderen toe open onderdrukruimte. In de praktijk is dit lichaam een aan althans een kops einde gesloten, holle en bij voorkeur dunwandig althans in hoofdzaak prismatisch lichaam, zoals een cilinder, die met 10 het andere kopse einde op de onderwaterbodem wordt geplaatst en zich door een binnenin de cilinder gevormde onderdruk indringt in de onderwaterbodem. Het vormen van de onderdruk kan door middel van een onderdrukmiddel, zoals een pomp of een zuiger, die zich aan, nabij of op afstand 15 (bijvoorbeeld boven water op bijv. een schip) van de zuigpaal bevindt. Het gehanteerde niveau van de onderdruk kan bijvoorbeeld althans vrijwel constant zijn, geleidelijk toe- of afnemen dan wel pulseren, waartoe er geschikte voorzieningen zijn; voor bijvoorbeeld een pulserend niveau 20 een afwisselend in het tempo van de pulsatie met de binnenruimte van de cilinder in verbinding te stellen drukaccumu-lator die eventueel in de zuigpaal is geïntegreerd. De zuigpaal kan na gebruik weer gemakkelijk verwijderd worden door binnenin de cilinder een overdruk te vormen, bijvoor-25 beeld door (zee)water in te pompen. Aldus is de benodigde apparatuur voor het plaatsen en verwij deren van een zuigpaal aanzienlijk minder omvangrijk, gecompliceerd en kostbaar in vergelijking met het gebruik van heipalen, waarvoor o.a. een onderwaterheisysteem nodig is.Suction piles and their installation are known from, inter alia, GB-B-2300661 and EP-B-0011894, the disclosures of which are incorporated herein by reference. Briefly, a suction pile is a body with an underpressure space open downwards. In practice, this body is a hollow, preferably thin-walled, and at least substantially prismatic body, closed at at least one end, such as a cylinder, which is placed on the underwater bottom with the other end and is formed by an underpressure formed inside the cylinder. penetrates into the underwater bottom. The underpressure can be formed by means of an underpressure means, such as a pump or a piston, which is located at, near or at a distance (for example above water on, for example, a ship) from the suction pile. The applied level of the underpressure can for instance be at least practically constant, gradually increase or decrease or pulsate, for which there are suitable provisions; for, for example, a pulsating level 20, a pressure accumulator which can alternately be connected to the interior of the cylinder at the rate of pulsation and which is optionally integrated in the suction pile. The suction pile can easily be removed again after use by forming an overpressure inside the cylinder, for example by pumping in (sea) water. Thus, the equipment required for placing and removing a suction pile is considerably less bulky, complicated and costly in comparison with the use of piles, which requires, among other things, an underwater pile driving system.

30 Met de uitvinding wordt een een vereenvoudigde methode voorgesteld voor het installeren van een op de onderwaterbodem rustende, eventueel boven de water spiegel uitstekende off-shore constructie. Daartoe omvat deze off-shore constructie een fundatiedeel en een zich daarvanaf omhoog 35 uitstrekkend opbouwdeel, waarbij dat fundatiedeel althans één zuigpaal bezit die bestemd is om bij installatie de onderwaterbodem althans gedeeltelijk te penetreren, en waarbij bij voorkeur dat opbouwdeel een afmeting heeft die voldoende is om nadat de off-shore constructie is geïnstal- 10208 41** 2 leerd op de bedrijfslokatie, boven water uit te steken en/of een installatie bezit, zoals een wind- of waterturbine of een olie- of gasproductieplatform met bijv. helikop-terdék. Deze off-shore constructie is althans in hoofdzaak 5 in zijn bedrijfsstand bevestigd aan een drijvende transportinrichting of vaartuig, zoals een ponton of bark, om over het water te worden getransporteerd. Ten behoeve van dat transport en de daarop aanlsuitende installatie heeft men ervoor gezorgd, dat de off-shore constructie zich 10 althans ten dele naast of onder het vaartuig bevindt in een zodanige oriëntatie, dat de off-shore constructie vanuit zijn bevestigde positie aan het vaartuig kan worden neergelaten op de onderwaterbodem, daarbij hangend aan althans één zich vanaf het vaartuig uitstrekkend flexibel trekor-15 gaan, en in een stabiele evenwichtsstand. Deze evenwichts-stand wordt verkregen door geschikte positionering van het zwaartepunt van de off-shore constructie, zoals door deze in een schuinstand te houden ten opzichte van zijn bedrijfsstand en/of door gebruikmaking van ballast.The invention proposes a simplified method for installing an off-shore structure resting on the underwater bottom, possibly protruding above the water level. To this end, this offshore construction comprises a foundation part and a superstructure extending therefrom, wherein that foundation part has at least one suction pile which is intended to at least partially penetrate the underwater bottom during installation, and wherein preferably that superstructure has a size that is sufficient 10208 41 ** 2 after the off-shore structure has been installed at the company location, to project above water and / or have an installation, such as a wind or water turbine or an oil or gas production platform with, for example, helicopter deck . This offshore construction is at least substantially fixed in its operating position to a floating transport device or vessel, such as a pontoon or bark, to be transported over the water. For the purpose of that transport and the installation connecting thereto, it has been ensured that the offshore structure is at least partially adjacent or below the vessel in such an orientation that the offshore structure from its attached position on the vessel can be lowered on the underwater floor, thereby hanging on at least one flexible tractor extending from the vessel, and in a stable equilibrium position. This equilibrium position is achieved by suitable positioning of the center of gravity of the off-shore structure, such as by keeping it in an inclined position with respect to its operating position and / or by using ballast.

20 Op die manier kan de off-shore constructie op de onderwaterbodem neergelaten worden zonder daaraan voorafgaand gekanteld en/of omhoog en/of opzij verplaatst te hoeven worden ten opzichte van het transportvoertuig. Aldus is een kosten- en tijd- en energie- en milieu- en mate-25 riaalbesparing mogelijk en kan ook nog eens veiliger worden gewerkt.In this way the off-shore construction can be lowered onto the underwater floor without having to be tilted and / or moved up and / or to the side relative to the transport vehicle. A cost and time and energy and environment and material saving is thus possible and it is also possible to work more safely.

In de bij gevoegde tekening zijn bij wijze van voorbeeld de momenteel meest voordelige uitvoeringsvarianten getoond.In the attached drawing, the currently most advantageous embodiments are shown by way of example.

30 Fig. 1 en 2 tonen de eerste variant in zij- en boven aanzicht, geïnstalleerd op de onderwaterbodem;FIG. 1 and 2 show the first variant in side and top view, installed on the underwater bottom;

Fig. 3 en 4 tonen de tweede variant in de weergave overeenkomstig fig. 1 en 2;FIG. 3 and 4 show the second variant in the representation according to Figs. 1 and 2;

Fig. 5 en 6 tonen in zij- en bovenaanzicht de wijze 35 waarop de off-shore constructie is bevestigd aan het vaartuig om getransporteerd en geïnstalleerd te worden;FIG. 5 and 6 show in side and top view the manner in which the off-shore structure is attached to the vessel to be transported and installed;

Fig. 7 toont in zijaanzicht de installatie vanaf een vaartuig; I Ω205 4 3FIG. 7 is a side view of the installation from a vessel; I Ω205 4 3

Fig. 8 toont in zijaanzicht de installatie vanaf een vaartuig in minder diep water; enFIG. 8 shows in side view the installation from a vessel in less deep water; and

Fig. 9 en 10 tonen in zij- en bovenaanzicht een variant op de uitvoering van fig. 5 en 6.FIG. 9 and 10 show a variant of the embodiment of Figs. 5 and 6 in side and top view.

5 Fig. 1 en 2 tonen een off-shore constructie 1 met een fundatiedeel 2 en een opbouwdeel 3. Het fundatiedeel 2 bezit althans één, met meer voorkeur althans twee, zoals in deze uitvoering drie zich op afstand van elkaar bevindende zuigpalen 4, 5. Het opbouwdeel 3 strekt zich bij voorkeur 10 althans in hoofdzaak geheel boven de zuigpaal 4 uit, die bij voorkeur een wezenlijk groter daarg- of verankerings-vermogen in de onderwaterbodem 6 heeft dan de twee andere zuigpalen 5. In deze uitvoering is dit bereikt doordat de zuigpaal 4 een wezenlijk, bij voorkeur althans 25%, grotere 15 diameter heeft. Overigens is het denkbaar, dat alle zuigpalen 4, 5 althans in hoofdzaak gelijk van afmeting zijn, of dat althans één zuigpaal een grotere afmeting, bij voorkeur diameter heeft, dan althans één andere zuigpaal.FIG. 1 and 2 show an off-shore structure 1 with a foundation part 2 and a superstructure part 3. The foundation part 2 has at least one, more preferably at least two, such as in this embodiment three spaced apart suction piles 4, 5. The superstructure part 3 preferably extends at least substantially entirely above the suction pile 4, which preferably has a substantially greater digging or anchoring capacity in the underwater bottom 6 than the two other suction piles 5. In this embodiment this is achieved because the suction pile 4 has a substantially, preferably at least 25%, larger diameter. It is otherwise conceivable that all suction piles 4, 5 are at least substantially the same size, or that at least one suction pile has a larger dimension, preferably diameter, than at least one other suction pile.

Het opbouwdeel 3 bezit bij voorkeur een langgerekt li-20 chaam 7 dat zich na installatie op de onderwaterbodem tot bij voorkeur ver boven de waterspiegel 8 uitstrekt. Voor toepassing met een olie/gasplatform steekt het lichaam 7 bij'/oorbeeld tot een hoogte boven de waterspiegel 8 van althans 5 m, met meer voorkeur althans 10 m, met de meeste 25 voorkeur althans 20 m. Voor toepassing met een windmolen steekt het lichaam 7 bijvoorbeeld tot een hoogte boven de waterspiegel 8 van althans 20 m, met meer voorkeur althans 30 m, met de meeste voorkeur althans 60 m. Dit lichaam 7 is bij voorkeur kolomvormig. In deze uitvoering is het lichaam 30 7 een buig- en torsiestijve buis of paal met een diameter van bijvoorbeeld althans ongeveer 0,75 cm, met meer voorkeur althans 1 m, zoals althans ongeveer 2 m. In een alternatieve uitvoering kan het lichaam 7 een vakwerkconstructie omvatten.The construction part 3 preferably has an elongated body 7 which, after installation on the underwater bottom, extends to preferably far above the water level 8. For use with an oil / gas platform, the body 7 protrudes, for example, to a height above the water level 8 of at least 5 m, more preferably at least 10 m, most preferably at least 20 m. For use with a windmill it protrudes body 7 for instance up to a height above water level 8 of at least 20 m, more preferably at least 30 m, most preferably at least 60 m. This body 7 is preferably columnar. In this embodiment the body 7 is a bend and torsionally rigid tube or pole with a diameter of, for example, at least about 0.75 cm, more preferably at least 1 m, such as at least about 2 m. In an alternative embodiment, the body 7 can be a truss construction.

35 Het langgerekte lichaam 7 is bij voorkeur bovenop de zuigpaal 4 gemonteerd. Op afstand boven de onderzijde van het lichaam 7 zijn bij voorkeur daaraan tui- of schoorele-menten 11 daaraan gemonteerd. Deze elementen 11 zijn met - I 0205 4 5^ 4 hun andere uiteinde aan een respectieve zuigpaal 5 gemonteerd. Door deze elementen 11 wordt althans een gedeelte van de buig- en/of torsiebelasting op het lichaam 7 gedragen door de zuigpalen 5. Deze elementen 11 kunnen buigslap 5 zijn, bijvoorbeeld een kabel of ketting, zodat zij uitsluitend trekbelasting uit het lichaam 7 kunnen dragen. Bij voorkeur zijn zij echter knikstijf, bijvoorbeeld een buis, zodat zij trek- en drukbelasting uit het lichaam 7 kunnen dragen. Hoewel in de tekening is weergegeven dat deze 10 elementen 11 zich ten opzichte van het lichaam 7 langs een hellende rechte lijn uitstrekken, is een andere vormgeving denkbaar, bijvoorbeeld op althans één plaats geknikt of gebogen. Ook is denkbaar, dat (niet weergegeven), bij voorkeur langwerpige knikverstijvers, zoals een staaf of 15 kabel, zijn bevestigd aan een element 11 op althans één plaats tussen zijn uiteinden, en aan bijvoorbeeld het lichaam 7 of de zuigpaal 4 of een ander element van het fundatiedeel 2 of opbouwdeel 3.The elongated body 7 is preferably mounted on top of the suction pile 4. At a distance above the underside of the body 7, tuft or chimney elements 11 are preferably mounted thereon. These elements 11 are mounted with their other end on a respective suction pile 5 with their other end. At least a part of the bending and / or torsional load on the body 7 is carried by these elements 11 by the suction piles 5. These elements 11 can be bending latch 5, for example a cable or chain, so that they can only bear tensile load from the body 7 . However, they are preferably kink-stiff, for example a tube, so that they can bear tensile and pressure loads from the body 7. Although it is shown in the drawing that these elements 11 extend with respect to the body 7 along an inclined straight line, a different shape is conceivable, for instance kinked or bent in at least one place. It is also conceivable that (not shown), preferably elongated buckle stiffeners, such as a rod or cable, are attached to an element 11 at least one location between its ends, and to, for example, the body 7 or the suction pile 4 or another element of the foundation part 2 or construction part 3.

Tussen de zuigpalen 4, 5 strekken zich bij voorkeur 20 liggende trek- en/of drukvaste staafvormige elementen 12 uit. Zij hebben o.a. tot doel, tijdens transport over water en neerlaten op de onderwaterbodem de zuigpalen 4, 5 op de gewenste afstand van elkaar te houden. Althans één van deze elementen 12 zou kunnen worden weggelaten of vervangen door 25 een alternatieve constructie met vergelijkbare functie. Het zich tussen de zuigpalen 5 met kleinere diameter uitstrekkende element 12 kan het gemakkelijkst worden weggelaten of vervangen. Een schoor 11 bevindt zich recht boven een buis 12, zodat twee buizen 12 in fig. 2 bedekt zijn door telkens 30 een schoor 11.Tensile and / or pressure-resistant rod-shaped elements 12 extend preferably between the suction piles 4, 5. They have, inter alia, the object of keeping the suction piles 4, 5 at the desired distance during transport over water and lowering on the underwater bottom. At least one of these elements 12 could be omitted or replaced by an alternative construction with comparable function. The element 12 extending between the suction piles 5 of smaller diameter can most easily be omitted or replaced. A strut 11 is located directly above a tube 12, so that two tubes 12 in Fig. 2 are covered by a strut 11 each.

Het opbouwdeel 3 draagt een windturbine 9 van op zich bekend type, in deze uitvoering met liggende rotatie-as en daaraan gemonteerd althans één windgedreven blad 10, waarbij de rotatie-as om een omhoog lopende as kan worden 35 gedraaid om het blad 10 op de wind te richten. In deze uitvoering kan de windturbine 9 om de langsas van het lichaam 7 worden gedraaid.The construction part 3 carries a wind turbine 9 of per se known type, in this embodiment with horizontal axis of rotation and at least one wind-driven blade 10 mounted thereon, wherein the axis of rotation can be rotated about an upward axis about the blade 10 on the wind direction. In this embodiment, the wind turbine 9 can be rotated about the longitudinal axis of the body 7.

De off—shore constructie 1 heeft een relatief grote AS"-* 5 afmeting en zal dienovereenkomstig veelal een gewicht hebben van althans 30.000 kg. Voor een zich geheel onder water bevindende constructie 1, zal het gewicht ongeveer 50.000 kg of meer kunnen bedragen. Voor een zich tot boven 5 water uitstrekkende constructie 1, zal het gewicht ongeveer 100.000 kg of meer kunnen bedragen.The offshore structure 1 has a relatively large AS "- * 5 dimension and accordingly will usually have a weight of at least 30,000 kg. For a completely submerged structure 1, the weight may be approximately 50,000 kg or more. For a construction 1 extending above 5 water, the weight may be approximately 100,000 kg or more.

De off-shore constructie 1 is uitgerust met althans één, bij voorkeur althans twee, met de meeste voorkeur althans drie hijspunten 13 op afstand van elkaar, waarbij 10 in bovenaanzicht gezien die hijspunten 13 bij voorkeur een drie- of meerhoekig gebied tussen zich begrenzen. In de uitvoering van fig. 1-2 zijn er drie hijspunten 13, die een driehoekig gebied tussen zich begrenzen. Bij voorkeur bevindt elk van deze hijspunten 13 zich in de nabijheid 15 van, zoals aan het deksel van, een zuigpaal 4, 5.The offshore structure 1 is equipped with at least one, preferably at least two, most preferably at least three hoisting points 13 spaced apart, wherein viewed in top view, said hoisting points 13 preferably define a triangular or polygonal area between them. In the embodiment of Figs. 1-2, there are three hoisting points 13 that define a triangular area between them. Preferably, each of these hoisting points 13 is in the vicinity of, for example, the cover of, a suction pile 4, 5.

Bij voorkeur bevindt het zwaartepunt 14 van de offshore constructie 1 zich in bovenaanzicht gezien op de plaats van een hijspunt 13 of tussen de hijspunten 13. Deze positie van het zwaartepunt 14 wordt bij voorkeur bereikt 20 door ballast dat in bovenaanzicht gezien aan de naar al thans één van de kleinere zuigpalen 5 gekeerde zijde van het hijspunt 13 aan de grotere zuigpaal 4, met meer voorkeur in de nabijheid van of aan de kleinere zuigpalen 5. Op voordelige wijze is daartoe een kleine zuigpaal 5 uitge-25 voerd met beton, of ander ballastmateriaal, dat zich bijvoorbeeld in het bovenste deel van de zuigpaal 5 bevindt.Preferably, the center of gravity 14 of the offshore construction 1 is viewed in top view at the location of a hoisting point 13 or between the hoisting points 13. This position of the center of gravity 14 is preferably achieved by ballast viewed in top view at the one side of the smaller suction pile 5 facing the hoisting point 13 on the larger suction pile 4, more preferably in the vicinity of or on the smaller suction pile 5. A small suction pile 5 is advantageously designed for this purpose with concrete, or other ballast material, which is for instance located in the upper part of the suction pile 5.

Het moet duidelijk zijn, dat de positie in bovenaanzicht van het zwaartepunt 14 wordt beïnvloed door de stand die de windturbine 9 inneemt, waarvan het zwaartepunt 18 30 immers opzij van de langsas van het lichaam 7 is gelegen.It should be clear that the position in plan view of the center of gravity 14 is influenced by the position occupied by the wind turbine 9, the center of gravity 18 of which is after all situated to the side of the longitudinal axis of the body 7.

De in fig. 1-2 weergegeven stand van de windturbine 9 is daarom minder gunstig voor de gewenste positie van het zwaartepunt 14.The position of the wind turbine 9 shown in Fig. 1-2 is therefore less favorable for the desired position of the center of gravity 14.

Zoals uit fig. 2 blijkt, bevindt het zwaartepunt 14 35 zich op ruime afstand boven de zuigpalen 4, 5. Het moet duidelijk zijn, dat het wenselijk is om het niveau van het zwaartepunt boven de zuigpalen 4, 5 voldoende gering te houden, zodat enig kantelen, bijvoorbeeld tijdens het op deAs can be seen from Fig. 2, the center of gravity 14 is situated at a considerable distance above the suction piles 4, 5. It should be clear that it is desirable to keep the level of the center of gravity above the suction piles 4, 5 sufficiently low so that some tilting, for example while on the

I n P n 5 AI n P n 5 A

6 onderwaterbodem neerlaten, van de off-shore constructie 1 rond de bovenzijde van de grote zuigpaal 4 toelaatbaar is zonder dat het zwaartepunt 14 in bovenaanzicht gezien buiten het gebied komt dat wordt begrensd door de hijspun-5 ten 13.6 lowering the underwater bottom of the off-shore structure 1 around the top of the large suction pile 4 is permissible without the center of gravity 14 seen in plan view outside the area bounded by the lifting points 13.

Om te kunnen besparen op ballast zou men de off-shore constructie 1 tijdens transport over water en/of neerlaten op de onderwaterbodem iets gekanteld kunnen houden in de richting waarin men, in bovenaanzicht gezien, het zwaarte-10 punt 14 op afstand wil brengen van een hijspunt 13. In het getoonde voorbeeld zou men voor dit effect de off-shore constructie kunnen kantelen in de richting van de pijl A. Bij voorkeur is die kanteling zo gering, dat in de laatste fase van .de installatie, waarbij de onderzijde van het 15 fundatiedeel 2 in aanraking begint te komen met de onderwaterbodem, de off-shore constructie zichzelf automatisch opricht bij verder neerlaten daarvan. Dit kan worden bereikt door ervoor te zorgen dat in de gekantelde stand van de off-shore constructie het zwaartepunt 14 zich bevindt 20 tussen het laagste punt en het hoogste punt aan de onderzijde van het fundatiedeel 2, welke laagste en hoogste punt zich op althans in hoofdzaak gelijk niveau bevinden indien de off-shore constructie rechtop staat.In order to be able to save on ballast, it would be possible to keep the off-shore structure 1 slightly tilted during transport over water and / or to lower it on the underwater bottom in the direction in which, viewed in top view, it is desired to keep the center of gravity 14 at a distance from a lifting point 13. In the example shown, for this effect, the off-shore structure could be tilted in the direction of the arrow A. Preferably, the tilt is so small that in the final phase of the installation, with the underside of the foundation part 2 starts to come into contact with the underwater bottom, the off-shore construction automatically erects itself upon further lowering thereof. This can be achieved by ensuring that in the tilted position of the off-shore construction the center of gravity 14 is located between the lowest point and the highest point at the bottom of the foundation part 2, which lowest and highest point is at least in substantially the same level if the offshore structure is upright.

De uitvoering van fig. 3-4 wijkt af van die van fig. 25 1-2 doordat de windturbine 9 is vervangen door een olie/gasplatform 20. Dit platform 20 is asymmetrisch aan het opbouwdeel 3 bevestigd zodat het zwaartepunt 15 van dit platform zich in bovenaanzicht gezien aan de naar althans één van de andere hijspunten 13 gekeerde zijde van een 30 hijspunt 13, met meer voorkeur op een plaats tussen de een drie- of meerhoek vormende hijspunten 13 bevindt, hetgeen bijdraagt aan het verkrijgen van de gewenste ligging van het zwaartepunt 14.The embodiment of Figs. 3-4 differs from that of Figs. 1-2 in that the wind turbine 9 has been replaced by an oil / gas platform 20. This platform 20 is attached to the construction part 3 asymmetrically so that the center of gravity 15 of this platform is seen in top view on the side of a hoisting point 13 facing at least one of the other hoisting points 13, more preferably at a location between the lifting points 13 forming a triangular or polygon, which contributes to obtaining the desired location of the hoisting point 13 center of gravity 14.

Ten behoeve van transport over water zijn althans één, 35 met meer voorkeur althans twee, met de meeste voorkeur althans drie hijspunten 13, die bij voorkeur in bovenaanzicht gezien een drie- of meerhoek vormen, bevestigd aan een hijsinrichting die zich bij voorkeur aan het vaartuig hoor a ^ 7 16 bevindt, waarbij bij voorkeur de hijsinrichting zodanig is uitgevoerd, dat althans één, bij voorkeur althans twee hijspunten 13 onafhankelijk van althans één ander hijspunt 13 kan worden geheven of neergelaten. In fig. 4 is met 5 stippellijn de contour weergegeven van het vaartuig 16. Aan de drie hijspunten 13 van de off-shore constructie 1 zijn hijsorganen, zoals hijskabels bevestigd van zich aan een vaartuig 16 bevindende en opzij daaruit stekende, individueel bestuurde, hijsapparaten 17 van de hijsinrichting, 10 zoals lieren of takels. In de weergegeven positie wordt de off-shore constructie over het water vervoerd. In bovenaanzicht gezien bevinden de zuigpalen 4, 5 en het opbouwdeel 3 zich opzij van het vaartuig 16, terwijl het tussen de kleine zuigpalen 5 zich uitstrekkende element 12 onder het 15 vaartuig 16 doorloopt. Een gedeelte van de windturbine 9 bevindt zich op ruime afstand boven het vaartuig 16. Ten opzichte van de weergave van fig. 1-2 is de windturbine rond de langsas van het lichaam 7 gedraaid, teneinde het zwaartepunt 14 op grotere afstand van het hijspunt 13 aan 20 de grotere zuigpaal 4 te brengen, hetgeen gunstiger is voor de stabiliteit van de aan de takels 17 hangende off-shore constructie. In plaats van bevestiging van de off-shore constructie 1 aan een hoek van het vaartuig 16, zoals weergegeven in fig. 4, is het even zo goed mogelijk, een, 25 bijvoorbeeld aanzienlijk bredere, off-shore constructie 1 aan twee hoeken van het vaartuig 16 te bevestigen.For transport over water, at least one, more preferably at least two, most preferably at least three hoisting points 13, which preferably form a triangular or polygon seen in top view, are attached to a hoisting device which is preferably attached to the vessel hear a ^ 7 16, wherein the hoisting device is preferably designed such that at least one, preferably at least two lifting points 13 can be lifted or lowered independently of at least one other lifting point 13. In Fig. 4, the contour of the vessel 16 is shown with a dotted line. On the three hoisting points 13 of the offshore construction 1, hoisting members, such as hoisting cables, are attached to hoisting devices situated on a vessel 16 and projecting aside therefrom. 17 of the hoisting device, such as winches or hoists. In the position shown, the off-shore construction is transported over the water. Viewed in top view, the suction piles 4, 5 and the superstructure part 3 are located on the side of the vessel 16, while the element 12 extending between the small suction piles 5 extends underneath the vessel 16. A part of the wind turbine 9 is located at a considerable distance above the vessel 16. With respect to the representation of Figs. 1-2, the wind turbine is rotated about the longitudinal axis of the body 7, so that the center of gravity 14 is at a greater distance from the hoisting point 13. to the larger suction pile 4, which is more favorable for the stability of the off-shore structure hanging on the hoists 17. Instead of attaching the off-shore structure 1 to a corner of the vessel 16, as shown in Fig. 4, it is just as well possible, a, for example, considerably wider, off-shore structure 1 at two corners of the vessel 16.

Ten behoeve van transport over water kan de off-shore constructie 1 op geschikte wijze in de in fig. 4 weergegeven positie onbeweeglijk ten opzichte van het vaartuig 16 30 worden gehouden, zoals door daaraan te zijn vastgesjord (niet getoond), of door tot tegen de onderzijde van aanslagen (niet getoond) te zijn opgetrokken.For transport over water, the off-shore structure 1 can be suitably held immovable with respect to the vessel 16 in the position shown in Fig. 4, such as by being lashed to it (not shown), or by the bottom of stops (not shown).

Aldus kan de off-shore constructie 1, eventueel na wegnemen van de voorzieningen voor het tijdens transport 35 onbeweeglijk aan het vaartuig 16 houden van de off-shore constructie 1, met zijn hijspunten 13 hangend aan de takels 17, vanuit de in fig. 4 weergegeven positie direct worden neergelaten op de onderwaterbodem 6, zoals weergege- 10205 4 5"! 8 ven in fig. 7. Tijdens dat neerlaten ondervindt de offshore constructie 1 geen hinder van het vaartuig 16, en beweegt de off-shore constructie uitsluitend vertikaal ten opzichte van dat vaartuig 16.Thus, off-shore structure 1, optionally after removal of the provisions for holding the off-shore structure 1 immovable on vessel 16 during transport 35, with its hoisting points 13 hanging on hoists 17, from the hoists 17 in Fig. 4 10205 4 5 "! 8 shown in FIG. 7. During that lowering, the offshore structure 1 is not hindered by the vessel 16, and the off-shore structure moves vertically only relative to that vessel 16.

5 Tijdens het op de waterbodem 6 neerlaten wordt het vaartuig 16 bij voorkeur plaatsvast gehouden. Dit kan door middel van het direct aan de waterbodem 6 verankeren van het vaartuig 16, of door de aan het vaartuig 16 bevestigde sleepboten (niet getoond) te verankeren aan de waterbodem 10 6. In de regel zullen de ankerlijnen daarbij gestuurd worden gevierd en/of ingekort, en vormen de verankerings-punten op de waterbodem 6 een drie- of veelhoek waarbinnen het vaartuig zich bevindt, gezien in bovenaanzicht.During the lowering on the water bottom 6, the vessel 16 is preferably kept stationary. This can be done by anchoring the vessel 16 directly to the water bottom 6, or by anchoring the tugboats (not shown) attached to the vessel 16 to the water bottom 6. As a rule, the anchor lines will thereby be celebrated and / or controlled. or shortened, and the anchoring points on the water bottom 6 form a triangle or polygon within which the vessel is located, viewed in top view.

Het vaartuig 16 zal in de regel hoofdzakelijk bestemd 15 zijn om drijfvermogen te leveren tijdens transport en installatie, en bevat bij voorkeur een groot aantal bal-lasttanks naast en achter elkaar, zodat dit goed kan worden getrimd. Het vaartuig 16 kan worden voortgestuwd door althans één sleepboot en hoeft daarom niet te beschikken 20 over een eigen voortstuwing en/of accomodatie voor bemanning. Het vaartuig 16 heeft bij voorkeur een althans in hoofdzaak vlakke onder- en bovenzijde en/of in bovenaanzicht gezien een althans in hoofdzaak rechte boeg en/of hek en/of boorden, hetgeen gunstig is voor transport van de 25 off-shore constructie 1.The vessel 16 will as a rule be primarily intended to provide buoyancy during transport and installation, and preferably contains a large number of ballast tanks next to and behind each other, so that this can be properly trimmed. The vessel 16 can be propelled by at least one tugboat and therefore does not have to have its own propulsion and / or accommodation for crew. The vessel 16 preferably has an at least substantially flat bottom and top side and / or seen in top view, an at least substantially straight bow and / or fence and / or borders, which is favorable for transport of the off-shore construction 1.

De uitvoering volgens fig. 8 verschilt van die van fig. 7, doordat het element 12 tussen de kleinere zuigpalen 5 is weggelaten. Daardoor kan de off-shore constructie 1 op een hoger niveau aan het vaartuig 16 hangen, bijvoorbeeld 30 zodat de onderzijde van het fundatiedeel 2 zich op althans in hoofdzaak gelijk niveau bevindt met de onderzijde van het vaartuig, zoals zich boven die onderzijde bevindt, zoals fig. 8 toont. Aldus wordt t.o.v. de uitvoering van fig. 7 de diepgang van de combinatie off-shore constructie 35 1 en vaartuig 16 verkleind, waardoor de uitvinding ook voor geringere waterdiepten toepasbaar wordt.The embodiment according to Fig. 8 differs from that of Fig. 7 in that the element 12 between the smaller suction piles 5 has been omitted. As a result, the off-shore structure 1 can hang at a higher level on the vessel 16, for example 30, so that the bottom side of the foundation part 2 is at least substantially level with the bottom side of the vessel, as is situated above that bottom side, such as Figure 8. Thus, compared to the embodiment of Fig. 7, the draft of the combination of off-shore structure 1 and vessel 16 is reduced, whereby the invention can also be applied for smaller water depths.

Nadat de off-shore constructie is neergelaten op de onderwaterbodem, wordt onderdruk gevormd in de zuigpalen 4, 1020545-1 9 5, zodat zij zich in de onderwaterbodem zuigen. Daarna is de installatie voltooid.After the off-shore structure has been lowered onto the underwater floor, underpressure is formed in the suction piles 4, 1020545-1 9 5, so that they suck into the underwater floor. The installation is then complete.

Het moet duidelijk zijn, dat met het vaartuig 16 tegelijkertijd meer dan één off-shore constructie 1 in zijn 5 installatie- en/of bedrijfsstand over het water getransporteerd kan worden. Bijvoorbeeld kan een tweede, eventueel althans in hoofdzaak identieke, off-shore constructie 1 zich bevinden bij het diagonaal tegenoverliggende hoekpunt 19 van het vaartuig 16 10 Een mogelijke variant van de uitvinding bezit meer dan drie zuigpalen 4, 5, bijvoorbeeld een of twee extra kleinere zuigpalen 5 die zich bevinden aan de andere zijde van de grotere zuigpaal 4, zodat in bovenaanzicht gezien het fundatiedeel 2 althans in hoofdzaak symmetrisch is ten 15 opzichte van een door de grotere zuigpaal 4 zich uit strekkend spiegelvlak, en de grotere zuigpaal 4 zich tussen die vier kleinere zuigpalen 5 bevindt. Zoals bij de voorgaand beschreven uitvoeringen, bevinden de hijspunten 13 zich bij voorkeur bij de grotere zuigpaal 4 en de twee kleinere 20 zuigpalen 5 aan één zijde van de grotere zuigpaal 4. Met extra ballast of andere getroffen maatregelen dient er dan bij voorkeur voor gezorgd te worden, dat het zwaartepunt 14 zich in bovenaanzicht gezien op de gewenste plaats bevindt, d.w.z. bij voorkeur tussen de hijspunten 13. Ook kan de 25 off-shore constructie zodanig zijn uitgevoerd, dat althans één zuigpaal 4, 5 zich recht onder het vaartuig 16 bevindt tijdens transport en/of op de onderwaterbodem neerlaten. Het is denkbaar, dat voorafgaande aan het neerlaten op de onderwaterbodem, de off-shore constructie 1 niet of nauwe-30 lijks of althans minder hangt aan het vaartuig 16, bijvoorbeeld doordat de off-shore constructie beschikt over eigen drijfvermogen dat dan voorafgaande aan of tijdens neerlaten op de onderwaterbodem in de gewenste mate wordt weggenomen zodat de off-shore constructie bij voorkeur hangend aan het 35 vaartuig 16 wordt geïnstalleerd. Een andere mogelijkheid is, althans één van de zuigpalen 4, 5 weg te laten of te vervangen door bijvoorbeeld een op de onderwaterbodem steunende voet, met eventueel door gewicht in de onder- Π ? 0 5 4 5"» 10 waterbodem dringende delen daaronder, zoals een zgn. "skirt". Bijvoorbeeld is een op fig. 1-4 gebaseerde uitvoering denkbaar, waarbij alle kleine zuigpalen 5 en de elementen 11 zijn weggelaten, terwijl de elementen 12 zich op 5 een hoger niveau boven de zuigpaal 4 bevinden en op afstand van zuigpaal 4 een hijspunt 13 en ballast bezitten, zodat in bovenaanzicht gezien het zwaartepunt 14 zich tussen de hijspunten 13 bevindt. Het lichaam 7 kan aanzienlijk korter zijn, bijvoorbeeld zodat de off-shore constructie na in-10 stallatie zich geheel onder water bevindt.It should be clear that with the vessel 16 more than one off-shore structure 1 can be transported over the water in its installation and / or operating position at the same time. For example, a second, optionally at least substantially identical, offshore structure 1 may be located at the diagonally opposite corner point 19 of the vessel 16. A possible variant of the invention has more than three suction piles 4, 5, for example one or two extra smaller ones suction piles 5 located on the other side of the larger suction pile 4, so that, viewed in top view, the foundation part 2 is at least substantially symmetrical with respect to a mirror surface extending through the larger suction pile 4, and the larger suction pile 4 is situated between that four smaller suction piles 5. As with the previously described embodiments, the hoisting points 13 are preferably located at the larger suction pile 4 and the two smaller suction piles 5 on one side of the larger suction pile 4. With extra ballast or other measures taken, care should then preferably be taken be seen that the center of gravity 14 is, viewed in top view, at the desired location, ie preferably between the hoisting points 13. The off-shore construction can also be designed such that at least one suction pile 4, 5 is located directly below the vessel 16 lower during transport and / or on the underwater floor. It is conceivable that prior to lowering on the underwater bottom, the off-shore structure 1 does not, or hardly at all, hangs on the vessel 16, for example, because the off-shore structure has its own buoyancy that then prior to or during lowering on the underwater bottom is removed to the desired extent so that the off-shore structure is preferably installed suspended from the vessel 16. Another possibility is to omit or replace at least one of the suction piles 4, 5 by, for example, a base supported on the underwater bottom, possibly with weight in the bottom. For example, an embodiment based on Figs. 1-4 is conceivable, in which all small suction piles 5 and the elements 11 are omitted, while the elements 12 are located. are at a higher level above the suction pile 4 and have a hoisting point 13 and ballast at a distance from suction pile 4, so that, viewed in top view, the center of gravity 14 is located between the hoisting points 13. The body 7 can be considerably shorter, for example so that the off shore construction is completely submerged after in-10 installation.

Tevens gaat het om een van het voorgaande of hiernavolgende losstaande of daarmee te combineren uitvinding die betrekking heeft op een zuigpaal waarvan althans een gedeelte van de zijwand geprofileerd is uitgevoerd, i.h.b. 15 waarbij die profilering zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan de richting van deksel naar open onderzijde uitstrekt. Een dergelijke profilering kan verkregen worden door gebruikmaking van op zich bekend damwandprofiel.It is also a separate or combining invention from the foregoing or hereafter which relates to a suction pile of which at least a part of the side wall is profiled, i.h.b. Wherein said profiling extends at least substantially parallel to the direction from cover to open underside. Such a profiling can be achieved by using a sheet pile profile known per se.

De zuigpaal van de uitvinding wordt bij voorkeur in 20 een patroon van een groot aantal van althans twee, met meer voorkeur althans drie zich in bovenaanzicht gezien op afstand van elkaar bevindende zuigpalen toegepast in bij voorkeur een een open structuur (zgn. "spaceframe" of "vakwerk") bepalend fundatiedeel, waarbij die zuigpalen onder-25 ling en/of met althans één zich opwaarts uitstrekkend, langgerekt lichaam, zoals een paal of poot, van de eventueel zich tot boven de waterspiegel uitstrekkende en op het fundatiedeel rustende opbouwdeel van de off-shore constructie verbonden kunnen zijn, eventueel onder tussenkomst van 30 een schoor, tui of buis (zgn. "tubular"). De zuigpalen vormen daarbij bij voorkeur de hoekpunten van een drie- of veelhoek, gezien in bovenaanzicht. De zuigpalen kunnen van gelijke of verschillende afmeting zijn, en eventueel allemaal uitgevoerd zijn overeenkomstig de uitvinding.The suction pile of the invention is preferably used in a pattern of a large number of at least two, more preferably at least three suction piles, as seen in top view, spaced apart from each other in preferably an open structure (so-called "space frame" or "half-timbered") foundation part, wherein said suction piles are subdivided and / or with at least one upwardly extending, elongated body, such as a pole or leg, of the construction part of the structure of the structure possibly extending above the water level and resting on the foundation part. off-shore construction can be connected, possibly with the intervention of a strut, pipe or tube (so-called "tubular"). The suction piles herein preferably form the corner points of a triangular or polygon, viewed in top view. The suction piles can be of the same or different dimensions, and optionally all can be designed in accordance with the invention.

35 Fig. 11 toont van een niet-beperkende, momenteel voordeligste uitvoering in bovenaanzicht de van damwandpro-fiel vervaardigde, rondom lopende zijwand 21 van een zuigpaal. Zoals op zich bekend, bestaat een damwandprofiel uit 10205 4 5"** 11 een geprofileerde plaat met langs zijn langsranden een vrouwelijk resp. daarin passend mannelijk slotprofiel.FIG. 11 shows a non-limiting, currently most advantageous embodiment in plan view of the all-round side wall 21 of a suction pile made of sheet pile profile. As is known per se, a sheet pile profile consists of 10205 4 5 "** 11 a profiled plate with along its longitudinal edges a female or fitting male lock profile.

Tevens gaat het om een van het voorgaande of hiernavolgende losstaande of daarmee te combineren uitvinding die 5 betrekking heeft op een zuigpaal waarvan althans één van de wanden gehard (cured), aanvankelijk vormvrij, steenachtig materiaal bevat, zoals beton, i.h.b. waarbij dat materiaal de op één of meer momenten tijdens de levensduur optredende belastingen van die wand althans ten dele draagt. Daartoe 10 bevat dit materiaal bij voorkeur een geschikte wapening van bijv. staaldraad, zodat niet alleen drukbelastingen, maar ook trekbelastingen kunnen worden opgenomen. Bij voorkeur bestaat een dergelijke wand althans in hoofdzaak geheel uit dergelijk materiaal.It is also a separate or combining invention from the foregoing or hereafter which relates to a suction pile of which at least one of the walls contains hardened (cured), initially form-free, stone-like material, such as concrete, i.h.b. wherein that material at least partially bears the loads of that wall occurring at one or more moments during the service life. To this end, this material preferably contains a suitable reinforcement of, for example, steel wire, so that not only pressure loads, but also tensile loads can be accommodated. Such a wall preferably consists at least substantially entirely of such material.

15 Het is praktisch, wanneer in dat materiaal althans één element althans ten dele is ingebed, welk element bestanddeel is van een aan de zuigpaal bevestigde structuur, zoals de poot van een off-shore constructie waarvoor de zuigpaal de fundatie althans ten dele vormt, of een orgaan waaraan 20 een dergelijke poot kan worden gefixeerd om die poot vast te zetten aan die zuigpaal.It is practical if at least one element is at least partially embedded in that material, which element is part of a structure attached to the suction pile, such as the leg of an off-shore structure for which the suction pile forms the foundation at least in part, or a member to which such a leg can be fixed to secure said leg to said suction post.

Teneinde van de verbinding van de inventieve wand van beton o.d. met een verdere aansluitende wand van de zuigpaal en/of een ander element het belastingoverdragende 25 vermogen te garanderen of te verhogen, verdient het de voorkeur dat van die verdere wand of dat element uitsteeksels zijn ingebed in de inventieve wand.In order to connect the inventive wall of concrete or the like. with a further connecting wall of the suction pile and / or another element guaranteeing or increasing the load-transferring capacity, it is preferable that protrusions of said further wall or element are embedded in the inventive wall.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de wand aan het bovenste kopse einde, ook wel aangeduid met deksel of "top 30 plate", van dergelijk materiaal vervaardigd.In an advantageous embodiment, the wall at the upper end, also referred to as a cover or "top plate", is made of such a material.

De zuigpaal van de uitvinding wordt bij voorkeur in een patroon van een groot aantal van althans twee, met meer voorkeur althans drie zich in bovenaanzicht gezien op afstand van elkaar bevindende zuigpalen toegepast in bij 35 voorkeur een een open structuur (zgn. "spaceframe" of "vakwerk") bepalend fundatiedeel, waarbij die zuigpalen onderling en/of met althans één zich opwaarts uitstrekkend, langgerekt lichaam, zoals een paal of poot, van de eventu- - ΙΠ2054Κ 1 12 eel zich tot boven de waterspiegel uitstrekkende en op het fundatiedeel rustende opbouwdeel van de off-shore constructie verbonden kunnen zijn, eventueel onder tussenkomst van een schoor, tui of buis (zgn. "tubular"). De zuigpalen 5 vormen daarbij bij voorkeur de hoekpunten van een drie- of veelhoek, gezien in bovenaanzicht. De zuigpalen kunnen van gelijke of verschillende afmeting zijn, en eventueel allemaal uitgevoerd zijn overeenkomstig de uitvinding.The suction pile of the invention is preferably used in a pattern of a large number of at least two, more preferably at least three suction piles, as seen in top view, spaced apart from each other in preferably an open structure (so-called "space frame" or "framework") determining foundation part, wherein said suction piles mutually and / or with at least one upwardly extending, elongated body, such as a pole or leg, of the possibly extending above the water surface and resting on the foundation part construction part of the off-shore construction can be connected, possibly with the intervention of a brace, pipe or tube (so-called "tubular"). The suction piles 5 herein preferably form the corner points of a triangular or polygon, viewed in top view. The suction piles can be of the same or different dimensions, and optionally all can be designed in accordance with the invention.

Aan de hand van de bijgaande fig. 12-14 volgt een toe-10 lichting van een niet-beperkende, momenteel voordeligste uitvoering. Fig. 12-14 tonen resp. een zijaanzicht, een zijaanzicht in doorsnede en een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht van de zuigpaal.12 and 14, an explanation of a non-limiting, currently most advantageous embodiment follows. FIG. 12-14 show resp. a side view, a side view in section and a partially broken away top view of the suction pile.

De getoonde zuigpaal bezit een rondom lopende zijwand 15 31, is aan de onderzijde 32 open en heeft aan de bovenzijde een deksel 33 waaraan een poot 34 van een verder niet-weer-gegeven off-shore constructie van bijvoorbeeld op zich bekend ontwerp is gefixeerd. Het deksel 33 is gemaakt van gewapend beton. Het patroon van de wapening 35 is in fig.The suction pile shown has a circumferential side wall 31, is open at the bottom 32 and has a cover 33 at the top on which a leg 34 of a further not shown offshore construction of, for example, per se known design is fixed. The cover 33 is made of reinforced concrete. The pattern of the reinforcement 35 is shown in FIG.

20 14 weergegeven.20 14.

De zijwand 31 is voorzien van een groot aantal een onderlinge tussenruimte houdende uitsteeksels 36 in de vorm van pennen of stompen, welke uitsteeksels 36 rondom over de dikte van het deksel 33 zijn aangebracht en uit de binnen-25 zijde van de zijwand radiaal naar binnen wijzen. Eveneens over de dikte van het deksel 33 bevinden zich rondom aan de poot 34 overeenkomstige, uit de buitenzijde van de poot 34 radiaal naar buiten wijzende uitsteeksels 36. De uitsteeksels 36 zijn ingebed in het beton van het deksel 33, zodat 30 een betrouwbare wederzijdse verankering tussen het deksel 33 en de zijwand 31 resp. de poot 34 bestaat.The side wall 31 is provided with a large number of protrusions 36 in the form of pins or stumps, which protrusions 36 are arranged around the thickness of the cover 33 and point radially inwards from the inside of the side wall . Also, over the thickness of the lid 33, there are corresponding protrusions 36 pointing radially outwards from the outside of the leg 34 around the leg 34. The protrusions 36 are embedded in the concrete of the lid 33, so that reliable mutual anchoring between the cover 33 and the side wall 31 or the leg 34 exists.

Ter verhoging van de montagesterkte steekt de poot 34 door een met bevestigingsmiddelen, zoals voorgespannen trekbouten 37, aan het deksel 33 gemonteerde kraag 38 waar-35 aan de poot 34 is vastgelast.To increase the mounting strength, the leg 34 protrudes through a collar 38 mounted on the cover 33 with fastening means, such as tension bolts 37, and to which the leg 34 is welded.

Het patroon van de wapening 35 is zodanig, dat daarmee de geconcentreerde belasting uit de poot 34 gelijkmatig over het deksel 33 wordt verspreid en dus gelijkmatig wordtThe pattern of the reinforcement 35 is such that with it the concentrated load from the leg 34 is evenly spread over the cover 33 and thus becomes evenly

I02 0 5 AI02 0 5 A

13 overgedragen op de zijwand 31.13 transferred to the side wall 31.

In een alternatieve uitvoering is de poot 34 niet ingebed in het materiaal van het deksel 33. In plaats daarvan zijn de voorgespannen trekbouten 37 vervangen door in 5 het materiaal van het deksel 33 ingestorte voorspanankers die zich over althans in hoofdzaak de gehele hoogte van het deksel 33 uitstrekken en waarvan de boveneinden boven het deksel 33 uitsteken. De kraag 38 is vervangen door een flens-plaat die met zijn ondervlak op de bovenzijde van het 10 deksel 33 rust en aan de boveneinden van de voorspanankers is gefixeerd. Aan de zich boven het deksel 33 bevindende flensplaat kan naderhand een onderdeel van de off-shore constructie, zoals een poot 34, worden gemonteerd, zoals door lassen. In de voorspanankers heerst bij voorkeur een 15 zodanig grote trekvoorspanning, dat ook bij de hoogste te verwachten drukkracht uit de flensplaat trekspanning in de voorspanankers heerst, en in het materiaal van het deksel 33 in de omgeving van de trekankers altijd een drukspanning heerst. Tevens wordt door de trekvoorspanning het ondervlak 20 van de flensplaat krachtig tegen het deksel 33 gehouden, zodat flensplaat en deksel 33 niet gemakkelijk ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven.In an alternative embodiment, the leg 34 is not embedded in the material of the cover 33. Instead, the prestressed tension bolts 37 have been replaced by prestressed anchors which collapsed into the material of the cover 33 and which extend over at least substantially the entire height of the cover. 33 and whose upper ends protrude above the lid 33. The collar 38 has been replaced by a flange plate which rests with its lower surface on the upper side of the cover 33 and is fixed at the upper ends of the prestressing anchors. A part of the off-shore structure, such as a leg 34, can be mounted on the flange plate above the cover 33 afterwards, such as by welding. The tensile anchors preferably have such a high tensile pre-stress that even with the highest expected compressive force from the flange plate tensile stress prevails in the tensile anchors, and there is always a compressive stress in the material of the cover 33 in the vicinity of the tensile anchors. Also, due to the tensile pretension, the bottom surface 20 of the flange plate is held firmly against the cover 33, so that the flange plate and cover 33 cannot easily shift relative to each other.

Tevens gaat het om een van het voorgaande losstaande of daarmee te combineren uitvinding die betrekking heeft op 25 het ondersteunen van een boven de onderwaterbodem uitstekende conductor of caisson of andere buis, i.h.b. i.v.m. het door die buis heen naar boven de waterspiegel leiden van aardolie of -gas vanuit een ondergrondse put. In het hiernavolgende zal steeds de term "buis" gebruikt worden 30 waar gedoeld wordt op een voorwerp zoals een "conductor" of "caisson". He,t is de verwachting dat het belangrijkste toepassingsgebied van de uitvinding een caisson betreft die bestemd is voor het omgeven van de casings van althans twee en bij voorkeur ten hoogste vijf, met de meeste voorkeur 35 ten hoogste drie putten.It is also an invention that is separate from the foregoing or can be combined with it and which relates to supporting a conductor or caisson or other tube protruding above the underwater bottom, i.h.b. i.v.m. passing petroleum or gas from an underground well through that tube to the surface of the water. In the following, the term "tube" will always be used where reference is made to an object such as a "conductor" or "caisson". It is expected that the most important field of application of the invention is a caisson intended for surrounding the casings of at least two and preferably at most five, most preferably at most three wells.

Deze ondersteuning kan dienen als tijdelijke ondersteuning, bijv. in afwachting van plaatsing van een pro-ductiedek met eigen fundering, of als permanente ondersteu- - 020545· 14 ning wanneer het productiedek door althans in hoodzaak de betreffende buis zelf wordt gedragen.This support can serve as temporary support, for example pending the placement of a production deck with its own foundation, or as a permanent support when the production deck is supported by the pipe in question at least in the main case.

Met de uitvinding wordt een vereenvoudiging beoogd.A simplification is intended with the invention.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een dergelijke 5 buis ondersteund met althans twee afzonderlijke, in ver schillende richtingen vanaf de buis schuin naar beneden weglopende steunschoren die elk gefundeerd zijn met althans één in de onderwaterbodem zich bevindende zuigpaal. De steunschoren zijn bij voorkeur althans in hoofdzaak trek-10 en drukvast. Bij voorkeur sluiten de rechte verbindings lijnen van de zuigpalen met de buis een hoek in van meer dan 45" en minder dan 180“, bij voorkeur ongeveer 90", in bovenaanzicht gezien.According to the present invention, such a tube is supported with at least two separate support struts sloping downwardly in different directions from the tube, each of which is founded with at least one suction pile located in the underwater bottom. The support struts are preferably at least substantially tensile and pressure-resistant. Preferably, the straight connecting lines of the suction piles with the tube enclose an angle of more than 45 "and less than 180", preferably about 90 ", viewed in top view.

Bij het plaatsen van de zuigpaal hoeft de buis niet 15 gebruikt te worden als paalgeleider. De zuigpaal kan voorafgaande aan zijn installatie reeds zijn voorbereid voor de bevestiging met de steunschoor, of zelfs daaraan zijn bevestigd. Mede daardoor kunnen de werkzaamheden niet alleen goedkoper, maar ook veiliger uitgevoerd worden.When placing the suction pile, the tube does not have to be used as a pile guide. The suction pile may already have been prepared prior to its installation for attachment with the support strut, or may even be attached thereto. Partly because of this, the work can not only be carried out cheaper, but also more safely.

20 De ondersteuningsconstructie is bij voorkeur bestemd om althans in hoofdzaak uitsluitend zijdelingse belasting uit de buis op te nemen. De buis draagt althans in hoofdzaak zijn eigen gewicht en dat van een eventueel daaraan of daarop rustende installatie, zoals een baken of een produc-25 tieplatform of een zgn christmastree. Daartoe steekt de buis bij voorkeur voldoende diep in de onderwaterbodem om op die manier althans in hoofdzaak rechtstreeks in de onderwaterbodem te zijn gefundeerd voor althans vertikale belasting.The support structure is preferably intended to absorb at least substantially exclusively lateral load from the tube. The tube bears at least substantially its own weight and that of any installation resting on it or on it, such as a beacon or a production platform or a so-called Christmastree. To that end, the tube preferably protrudes sufficiently deep into the underwater bottom to be founded in that way at least substantially directly in the underwater bottom for at least vertical loading.

30 Waar hier gesproken wordt van "horizontaal" en "verti kaal" wordt bedoeld de richting althans in hoofdzaak evenwijdig aan de onderwaterbodem resp. althans in hoofdzaak loodrecht daarop. Een steunschoor is bij voorkeur bevestigd aan de zuigpaal door een paalbevestigingselement dat zwen-35 ken van de steunschoor ten opzichte van zuigpaal in het horizontale en/of het vertikale vlak toestaat. Een steunschoor is bij voorkeur bevestigd aan de buis door een buisbevestigingselement dat zwenken van de steunschoor ten 1020545"! 15 opzichte van de buis in althans het vertikale vlak toestaat. Paal- en/of buisbevestigingselement hebben bij voorkeur een althans in hoofdzaak horizontaal gerichte zwenk-pen. Door dit bevestigingstype is de positionering van de 5 zuigpalen minder kritisch.Where reference is made here to "horizontal" and "vertical", the direction is understood to mean at least substantially parallel to the underwater bottom or bottom. at least substantially perpendicular thereto. A support strut is preferably attached to the suction post by a post mounting element that allows pivoting of the support strut relative to suction post in the horizontal and / or vertical plane. A support strut is preferably attached to the tube by a tube mounting element that allows pivoting of the support strut 1020545 "relative to the tube in at least the vertical plane. Pole and / or tube mounting element preferably have an at least substantially horizontally oriented pivotal Due to this type of mounting, the positioning of the 5 suction piles is less critical.

Bevestiging van de steunschoor aan de buis kan bijvoorbeeld met een klemverbindingsmiddel, zoals een rond de leiding sluitende manchet om een klemverbinding tot stand te brengen. Bij voorkeur is de manchet bestanddeel van de 10 steunschoor. Bij voorkeur is de manchet zwenkend bevestigd aan de steunschoor teneinde bij bevestiging van de steunschoor aan de zuigpaal, zwenken in het vertikale vlak van de manchet ten opzichte van het overbruggingslichaam toe te staan. Een voordelig klemverbindingsmiddel (bijv. zgn. 15 "donkey dick pivot clamp") heeft twee onderling zwenkende manchetten, waarvan de ene om de steunschoor en de andere om de buis is geklemd. Deze wijze van bevestigen vergt minimale assistentie van duikers.Attachment of the support strut to the tube can be done, for example, with a clamp connection means, such as a sleeve closing around the conduit, in order to establish a clamp connection. The sleeve is preferably part of the support strut. Preferably the sleeve is pivotally attached to the support strut so as to permit pivoting in the vertical plane of the sleeve relative to the bridging body when the support strut is attached to the suction post. An advantageous clamp connecting means (e.g. so-called "donkey dick pivot clamp") has two mutually pivoting cuffs, one of which is clamped around the support strut and the other around the tube. This method of confirmation requires minimal assistance from divers.

De steunschoor kan een monolitische of een ruimtelijke 20 structuur hebben, zoals een vakwerkconstructie.The support strut can have a monolithic or spatial structure, such as a framework structure.

Fig. 15 toont schematisch in perspectief een totaal-aanzicht en fig. 16 en 17 tonen detailaanzichten van een niet-beperkende, momenteel voordelige uitvoering van een vanaf de onderwaterbodem tot boven de waterspiegel zich 25 uitstrekkende rechte caisson aan het boveneinde waarvan zich een zgn. Christmas tree (niet zichtbaar) bevindt en die gestabiliseerd is met twee ruim beneden de waterspiegel daaraan gekoppelde rechte steunstaven die met hun andere uiteinde bovenop een respectieve, in de grond ingezogen, 30 zuigpaal zijn bevestigd. De twee zuigpalen hebben een hoekafstand van ong. 90°. Aan de buitenzijde van de caisson kan een riser tussen productiedek en onderwaterbodem lopen. De bovenzijde van elke zuigpaal is boven water reeds uitgerust met de benodigde voorzieningen voor koppeling met de 35 betreffende steunstaaf.FIG. 15 schematically shows a total view in perspective and FIGS. 16 and 17 show detailed views of a non-limiting, currently advantageous embodiment of a straight caisson extending from the underwater bottom to above the water surface, at the top end of which a so-called Christmas tree (not visible) and which is stabilized with two straight support rods which are coupled well below the water surface and which are fixed with their other end on top of a respective suction pile sucked into the ground. The two suction posts have an angular distance of approx. 90 °. On the outside of the caisson, a riser can run between the production deck and the underwater bottom. The upper side of each suction pile is already equipped above the water with the necessary provisions for coupling with the respective support rod.

De installatieprocedure kan als volgt zijn: Voor of na het boren van de putten wordt de caisson geïnstalleerd met behulp van het booreiland. De zuigpalen worden ingezogen in 0205 J1 τ 4 16 de ondergrond. De steunpalen kunnen voorafgaand aan het inzuigen reeds aan de zuigpalen zijn bevestigd, of worden daarna daaraan bevestigd. Vervolgens worden de steunpalen aan de caisson bevestigd. Het booreiland wordt verwijderd, 5 eventueel nadat hiermee op de caisson het productiedek is geplaatst.The installation procedure can be as follows: Before or after drilling the wells, the caisson is installed using the drilling rig. The suction piles are sucked into the substrate 0205 J1 τ 4 16. The support piles can already be attached to the suction piles prior to being sucked in, or are subsequently attached thereto. The support posts are then attached to the caisson. The drilling rig is removed, possibly after the production deck has been placed on the caisson.

In fig. 15 is zijn met stippellijn extra steunstaven aangegeven, zodat bij een alternatieve uitvoering zich vanaf iedere zuigpaal twee steunstaven onder verschillende 10 hoeken uit naar de caisson om boven resp. beneden de waterspiegel met de caisson te zijn gefixeerd. Om de caisson kan een mof geklemd zijn. Aan de buitenzijde van deze mof kunnen twee verdere moffen in vaste hoekstanden bevestigd zijn. Elk van deze verdere moffen is om het uiteinde van 15 een respectieve steunstaaf geklemd.In Fig. 15, additional support rods are indicated by dotted lines, so that in an alternative embodiment two support rods extend from each suction pile at different angles to the caisson, above and beyond, respectively. to be fixed below the water surface with the caisson. A sleeve may be clamped around the caisson. Two further sleeves can be attached to the outside of this sleeve in fixed angular positions. Each of these further sleeves is clamped around the end of a respective support rod.

Tot de uitvinding behoren tevens uitvoeringen die tot stand komen door toepassing van een of meer afzonderlijke maatregelen van een hiervoor beschreven en/of in de tekening getoonde uitvoering, eventueel in combinatie met 20 andere maatregelen, zoals een of meer afzonderlijke maatregelen van een of meer van de andere hiervoor beschreven en/of in de tekening getoonde uitvoeringen.The invention also includes embodiments which are achieved by applying one or more individual measures of an embodiment described above and / or shown in the drawing, optionally in combination with other measures, such as one or more individual measures of one or more of the other embodiments described above and / or shown in the drawing.

1020545^1020545 ^

Claims (10)

1. Off-shore constructie met een fundatiedeel en een zich daarvanaf omhoog uitstrekkend opbouwdeel, waarbij dat fundatiedeel althans één zuigpaal bezit die bestemd is om 5 bij installatie de onderwaterbodem althans gedeeltelijk te penetreren; althans in hoofdzaak in zijn bedrijfsstand daarnaast of daaronder aan een vaartuig bevestigd om over het water te worden getransporteerd in een zodanige oriëntatie, dat de constructie vanuit zijn bevestigde positie 10 aan het vaartuig direct kan worden neergelaten op de onderwaterbodem, daarbij hangend aan een flexibel trekorgaan van het vaartuig, en in een stabiele evenwichtsstand.1. Off-shore construction with a foundation part and a superstructure extending therefrom, wherein said foundation part has at least one suction pile which is intended to at least partially penetrate the underwater bottom during installation; at least substantially in its operating position additionally or below it attached to a vessel to be transported over the water in such an orientation that the structure can be lowered directly from its attached position on the vessel onto the underwater bottom, thereby hanging on a flexible tension member of the vessel, and in a stable equilibrium position. 2. Constructie volgens conclusie 1, stabiel in evenwicht door geschikte positionering van zijn zwaartepunt zoals 15 door deze in een schuinstand te houden ten opzichte van zijn bedrijfsstand en/of door gebruikmaking van ballast.2. Construction as claimed in claim 1, stably balanced by suitable positioning of its center of gravity such as by holding it in an inclined position with respect to its operating position and / or by using ballast. 3. Constructie volgens conclusie 1-2, met althans één grotere zuigpaal (4) en een kleinere zuigpaal (5).3. Construction as claimed in claims 1-2, with at least one larger suction pile (4) and a smaller suction pile (5). 4. Constructie volgens conclusie 1-3, met aan elke zuig- 20 paal een hijspunt (13) die in bovenaanzicht gezien een driehoekig gebied tussen zich begrenzen.4. Construction as claimed in claims 1-3, with on each suction pile a hoisting point (13) which, viewed in top view, bound a triangular area between them. 5. Constructie volgens conclusie 1-4, waarvan het zwaartepunt (14) zich in bovenaanzicht gezien tussen hijspunten (13) bevindt.5. Construction as claimed in claims 1-4, whose center of gravity (14), viewed in top view, is located between lifting points (13). 6. Constructie volgens conclusie 1-5, waarbij de hijspun ten (13) onafhankelijk kunnen worden geheven ten opzichte van het vaartuig (16).The structure of claims 1-5, wherein the hoisting points (13) can be raised independently of the vessel (16). 7. Constructie volgens conclusie 1-6, met in bovenaan zicht gezien de zuigpalen (4, 5) en het opbouwdeel (3) zich 30 naast het vaartuig (16) bevindend.7. Construction as claimed in claims 1-6, with the suction piles (4, 5) and the superstructure part (3), seen in top view, being located next to the vessel (16). 8. Constructie volgens conclusie 1-7, bevestigd aan een hoekpunt van het vaartuig (16).The structure of claims 1-7 attached to a corner point of the vessel (16). 9. Constructie volgens conclusie 1-8, waarbij dat opbouwdeel na installatie boven water uitsteekt en/of een instal- 35 latie bezit, zoals een wind- of waterturbine of een olie-of gasproductieplatform met bijv. helikopterdek.9. Construction as claimed in claims 1-8, wherein after installation, said construction part protrudes above water and / or has an installation, such as a wind or water turbine or an oil or gas production platform with, for example, a helicopter deck. 10. Constructie volgens conclusie 1-9, met een zuigpaal van beton of damwandplank. 1020545^10. Construction as claimed in claims 1-9, with a suction pile of concrete or sheet pile board. 1020545 ^