NL1020234C1 - Feeding trough monitor and controller uses feed trough weight and animal identifier to close feed trough when feeding rate slows under individual set point and open at set times also closes with audible close warning e.g. if kicked - Google Patents

Abstract

The feeding trough includes a clock and trough contents indicator (15) e.g. by weight and may also have an animal identification sensor. A shutter (7) closes the trough after audible warning and is opened at required times. The trough may be closed based solely on time or when the feeding rate or quantity in trough drops below a point set e.g. for a detected individual animal. The shutter has jamming indicator and will close on abuse, e.g. kicking. An Independent claim is also included for a feed metering machine with obstacle detector.

Description

VOEDERDOSEERINRICHTINGFEEDING DOSING DEVICE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voederdoseerinrichting voor het toevoeren van voeder en/of 5 drank aan een dier volgens de aanhef van conclusie 1.The present invention relates to a feed metering device for supplying feed and / or drink to an animal according to the preamble of claim 1.

Dergelijke voederdoseerinrichtingen, bijvoorbeeld voor koeien, zijn algemeen bekend. Een nadeel van al deze bekende voederdoseerinrichtingen is dat een dier al snel weet waar het voeder en/of de drank te verkrijgen is, en geregeld 10 naar de voederdoseerinrichting loopt en zijn kop in de voedertrog steekt, ook al heeft het dier zijn portie voeder en/of drank al gehad. Hierdoor wordt de voedering van andere dieren verstoord. Teneinde dieren die niet aan de beurt zijn de toegang tot de voedertrog te ontzeggen wordt door een 15 afsluiter de toegangsopening tot de voedertrog afgesloten.Such feed metering devices, for example for cows, are generally known. A drawback of all these known feed metering devices is that an animal soon knows where the feed and / or the drink can be obtained, and runs regularly to the feed metering device and sticks its head into the feed trough, even though the animal has its portion of feed and / or drink. This disrupts the feeding of other animals. In order to deny animals who do not have a turn to access the feed trough, a closing means closes the access opening to the feed trough.

Het is een doel van de uitvinding een verbeterde voederdoseerinrichting te verschaffen.It is an object of the invention to provide an improved feed metering device.

Hiertoe bevat een voederdoseerinrichting van de boven beschreven soort volgens de uitvinding de maatregelen 2 0 van het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor wordt voorkomen dat een dier wordt verwond tijdens het afsluiten van de toegangsopening tot de voedertrog.To this end, a feed metering device of the above-described type according to the invention comprises the features of the characteristic of claim 1. This prevents an animal from being injured during the closing of the access opening to the feed trough.

Bij voorkeur is een detector geschikt voor het na detecteren van een bepaalde situatie afgeven van een signaal 25 voor het sturen van de werking van de afsluiter.Preferably, a detector is suitable for issuing a signal 25 after detecting a specific situation for controlling the operation of the valve.

Bij voorkeur is de voederdoseerinrichting verder voorzien van een dierherkenningsinrichting voor het herkennen van een bepaald dier dat de voedereenheid bezoekt. Een dergelijke dierherkenningsinrichting kan met uitzonderlijk 30 voordeel worden gebruikt voor het met behulp van gegevens van de dierherkenningsinrichting afgeven van een hoeveelheid voeder en/of drank door de voederafgeefinrichting aan de voedertrog. Op voordelige wijze wordt met behulp van gegevens van de dierherkenningsinrichting de bediening van de afsluiter 35 gestuurd, zodat een bepaald dier de toegang tot de voedertrog _ 1020234 2 kan worden ontzegd. Juist doordat de dierherkenningsinrichting een bepaald dier kan herkennen, is deze inrichting in het bijzonder geschikt om een dier dat op een ongewenst tijdstip van de voedertrog gebruik wenst te maken, te weerhouden.Preferably, the feed metering device is further provided with an animal identification device for recognizing a specific animal that visits the feed unit. Such an animal-recognition device can be used with exceptional advantage to deliver a quantity of feed and / or drink from the feed-supplying device to the feed trough with the aid of data from the animal-recognition device. Advantageously, the operation of the valve 35 is controlled with the aid of data from the animal identification device, so that a specific animal can be denied access to the feed trough. Precisely because the animal identification device can recognize a specific animal, this device is particularly suitable for restraining an animal that wishes to make use of the feeding trough at an undesirable time.

5 In het bijzonder is een voederdoseerinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de voederdoseerinrichting is voorzien van een inrichting voor het afgeven van een waarschuwingssignaal aanduidende dat de afsluiter gaat sluiten. Op deze wijze weet een dier wanneer de afsluiter gaat 10 sluiten, en kan aldus het dier worden geleerd om bij afgifte van het waarschuwingssignaal (bijvoorbeeld een geluids- of lichtsignaal) de voedertrog te verlaten.In particular, a feed metering device according to the invention is characterized in that the feed metering device is provided with a device for issuing a warning signal indicating that the valve will close. In this way an animal knows when the valve will close, and thus the animal can be taught to leave the feeding trough when the warning signal (for example a sound or light signal) is issued.

Het is gebleken dat dieren die gebruik hebben gemaakt van de voedertrog zelfs nadat er geen voeder meer in 15 de voedertrog aanwezig is, toch nog enige tot geruime tijd hun kop in de voedertrog houden in afwachting van eventueel aanvullend voeder. Hierdoor kan een ander dier dat aan voedering toe is niet onmiddellijk toegang tot de voedertrog verkrijgen. Door de uitvinding wordt dit voorkomen doordat de 20 voederdoseerinrichting is voorzien van een detectie-inrichting voor het op een tijdstip na een afgifte van een hoeveelheid voeder en/of drank bepalen van de hoeveelheid voeder in de voedertrog en voor het in afhankelijkheid van het hoeveelheidbepalingsresultaat afgeven van een signaal voor het 25 bedienen van de afsluiter. Hierdoor kan, nadat een dier althans een gedeelte van de hoeveelheid voeder en/of drank heeft opgegeten, de afsluiter worden bediend, zodat verdere toegang tot de voedertrog voor dat dier onmogelijk is. Een dier dat dus net van de voedertrog gebruik heeft gemaakt wordt 3 0 aldus aangespoord om de toegang tot de voedertrog vrij te geven.It has been found that animals that have used the feed trough even after there is no longer any feed present in the feed trough, still keep their heads in the feed trough for some time to await any additional feed. As a result, another animal in need of feeding cannot immediately gain access to the feeding trough. This is prevented by the invention in that the feed metering device is provided with a detection device for determining the amount of feed in the feed trough at a point in time after a quantity of feed and / or drink has been dispensed and for dispensing in dependence on the quantity determination result of a signal for operating the valve. As a result, after an animal has eaten at least a portion of the amount of feed and / or drink, the valve can be operated, so that further access to the feed trough is impossible for that animal. An animal that has thus just made use of the feed trough is thus urged to release access to the feed trough.

Bij voorkeur bevat de detectie-inrichting een weegorgaan voor het wegen van de hoeveelheid voeder in de voedertrog. Door dit weegorgaan kan worden gemeten of er na 3 5 afgifte van een hoeveelheid voeder in de voedertrog al dan ; u .The detection device preferably comprises a weighing device for weighing the amount of feed in the feed trough. It can be measured by this weighing member whether or not after delivery of a quantity of feed into the feed trough; u.

3 niet nog voeder in de voedertrog aanwezig is. Hierdoor kan het weegorgaan bijvoorbeeld na detectie dat er geen voeder meer in de voedertrog aanwezig is, een signaal voor bediening van de afsluiter voor het afsluiten van de voedertrog afgeven.3 feed is not yet present in the feed trough. As a result, for example, after detection that there is no longer any feed present in the feed trough, the weighing member can provide a signal for operating the shut-off valve for closing the feed trough.

5 Wanneer de detectie-inrichting een klok bevat, kan worden gemeten hoe lang de hoeveelheid voeder in de voedertrog onaangeroerd blijft. Door instelling van bijvoorbeeld een bovengrens, kan na verstrijken van deze bovengrens, dat wil zeggen na verstrijken van een bepaalde drempeltijd, de klok 10 een signaal af geven om de afsluiter te doen sluiten. In het bijzonder wanneer gegevens van het weegorgaan en de klok worden gecombineerd is een uitermate efficiënt gebruik van de voederdoseerinrichting mogelijk.If the detection device contains a clock, it can be measured how long the amount of feed in the feed trough remains untouched. By setting, for example, an upper limit, after this upper limit has expired, i.e. after a certain threshold time has elapsed, the clock 10 can give a signal to close the valve. Particularly when data from the weighing device and the clock are combined, an extremely efficient use of the feed metering device is possible.

Bij voorkeur is voorzien in een obstakeldetector 15 voor het detecteren van een obstakel in de toegangsopening. Een dergelijke obstakeldetector is bij voorkeur geschikt om dieren en andere voorwerpen van elkaar te kunnen onderscheiden. Bovendien kan de dierherkenningsinrichting samenwerken met de obstakeldetector voor het verkrijgen van 20 een uitermate efficiënte werking van de voederdoseerinrichting .An obstacle detector 15 is preferably provided for detecting an obstacle in the access opening. Such an obstacle detector is preferably suitable for distinguishing animals and other objects from each other. Moreover, the animal identification device can cooperate with the obstacle detector for obtaining an extremely efficient operation of the feed metering device.

Het is gebleken dat dieren nadat ze de hoeveelheid voeder tot zich hebben genomen met kracht tegen de voederdoseerinrichting aanstoten of trappen om te proberen 25 aanvullend voeder te verkrijgen. Dit ongewenste gedrag wordt volgens de uitvinding voorkomen door te voorzien in een anti-gewelddetector. Wanneer deze anti-gewelddetector, die bij voorbeeld een trillingsdetector kan omvatten, detecteert dat er tegen de voederdoseerinrichting wordt aangestoten of 30 dergelijke, dan geeft deze een signaal af voor het doen bedienen van de afsluiter voor het afsluiten van de voedertrog.It has been found that animals after having absorbed the amount of feed forcefully strike or kick the feed metering device to try to obtain additional feed. This undesirable behavior is prevented according to the invention by providing an anti-violence detector. When this anti-violence detector, which may comprise, for example, a vibration detector, detects that the feed metering device or the like is being bumped, it issues a signal for operating the shut-off valve to close the feed trough.

De afsluiter kan een afzonderlijk onderdeel zijn,· maar wordt bij voorkeur gevormd door de voedertrog zelf, die 35 beweegbaar is uitgevoerd. Hierdoor wordt het aantal 1020234 4 onderdelen beperkt, en kan de voederdoseerinrichting goedkoop worden vervaardigd.The valve can be a separate component, but is preferably formed by the feed trough itself, which is designed to be movable. As a result, the number of 1020234 4 parts is limited, and the feed metering device can be manufactured inexpensively.

De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 Figuur 1 een uitvoering toont van een voederdo seerinrichting volgens de uitvinding; enThe invention will be explained in more detail below by way of example with reference to the drawing, in which: Figure 1 shows an embodiment of a feed metering device according to the invention; and

Figuur 2 een alternatieve uitvoering toont van een voederdoseerinrichting volgens de uitvinding.Figure 2 shows an alternative embodiment of a feed metering device according to the invention.

10 In figuur 1 is schematisch een uitvoering van een voederdoseerinrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven. De voederdoseerinrichting 1 voert voeder en/of drank (hierna zal gesproken worden over voeder, waarmee voeder en/of drank wordt bedoeld) gedoseerd aan een dier toe, en is voorzien 15 van een voedertrog 3 voor het bevatten van voeder. Een toegangsopening 5 geeft een dier, bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend een koe, toegang tot de voedertrog 3. Een op zich bekende dierherkenningsinrichting 15 is bij voorkeur in de voeder-doseerinrichting 1 geplaatst, en herkent een 20 bepaald dier dat de voedertrog 3 nadert en daarvan gebruik wenst te maken. Een voederafgeefinrichting 17 geeft een hoeveelheid voeder af in de voedertrog 3, eventueel met behulp van gegevens van de dierherkenningsinrichting 15, waarbij het voeder van een niet weergegeven voedervoorraad, 25 via bijvoorbeeld een (niet weergegeven) klep en een stortbuis in de voedertrog 3 terechtkomt.Figure 1 schematically shows an embodiment of a feed metering device 1 according to the invention. The feed metering device 1 supplies feed and / or drink (hereinafter referred to as feed, by which feed and / or drink is meant) dosed to an animal, and is provided with a feed trough 3 for containing feed. An access opening 5 gives an animal, for example, but not exclusively a cow, access to the feeding trough 3. An animal-recognition device 15 known per se is preferably placed in the feed-dosing device 1, and a particular animal recognizes that the feeding trough 3 is approaching and wish to use it. A feed dispensing device 17 delivers a quantity of feed into the feed trough 3, possibly with the aid of data from the animal-recognition device 15, wherein the feed of a feed stock (not shown), ends up in the feed trough 3 via a (not shown) valve and a dump pipe.

De voederdoseerinrichting 1 kan aldus een bepaald dier, bijvoorbeeld een koe, herkennen, bijvoorbeeld door een op of aan de koe aangebrachte transponder. De 30 voederafgeefinrichting 17 wordt door een op zich bekende manier bestuurd door programmatuur die ervoor zorgt dat de juiste hoeveelheid voeder aan de betreffende koe wordt afgegeven.The feed metering device 1 can thus recognize a specific animal, for example a cow, for example through a transponder arranged on or on the cow. The feed delivery device 17 is controlled in a manner known per se by software which ensures that the correct amount of feed is delivered to the relevant cow.

10202: ' 510202: 5

De voederdoseerinrichting 1 is voorzien van een afsluiter 7 die over een toegangsopening 5 van de voedertrog 3 beweegbaar is. Wanneer de afsluiter 7 tot over de toegangsopening 5 wordt bewogen, wordt de voedertrog 3 5 ontoegankelijk gemaakt voor een bepaald dier, waarna, zoals in de praktijk is gebleken, het dier dan uit zichzelf de toegang tot de voedertrog 3 vrijgeeft voor een volgend dier. In het weergegeven voorbeeld is de afsluiter 7 een schaalvormig element dat om een as 21 kan roteren. Deze as ïo 21 kan een door een motor aangedreven as zijn, welke motor, zoals hierna zal worden beschreven, wordt bestuurd met behulp van gegevens met betrekking tot de hoeveelheid in de voedertrog aanwezige'voeder.The feed metering device 1 is provided with a valve 7 which is movable over an access opening 5 of the feed trough 3. When the valve 7 is moved over the access opening 5, the feed trough 3 is made inaccessible for a specific animal, whereafter, as has been found in practice, the animal then automatically releases the access to the feed trough 3 for a following animal. In the example shown, the valve 7 is a bowl-shaped element that can rotate about an axis 21. This shaft 21 may be a motor-driven shaft, which motor, as will be described below, is controlled with the aid of data relating to the amount of feed present in the feed trough.

In figuur 2 is schematisch een alternatieve 15 uitvoering van een voederdoseerinrichting 2 volgens de uitvinding weergegeven. In deze uitvoering wordt de afsluiter gevormd door de voedertrog 4 zelf, die beweegbaar is uitgevoerd. In het weergegeven geval is de voedertrog 4 roteerbaar om een as 2 0 aangebracht, welke as 2 0 een door 20 een motor aangedreven as kan zijn, welke motor wordt bestuurd met behulp van gegevens met betrekking tot de hoeveelheid in de voedertrog aanwezig voeder, zoals hierna zal worden verduidelijkt. Om te voorkomen dat in de stand waarin de voedertrog 4 de toegangsopening 6 afsluit voeder 25 uit de voedertrog 4 valt, is de voedertrog 4 voorzien van een wandgedeelte 22 voor het opvangen van restvoeder. Dit wandgedeelte 22 kan tevens fungeren als voedergeleiding voor voeder dat door de voederaf geef inrichting 16 in de voedertrog 4 wordt afgegeven.Figure 2 schematically shows an alternative embodiment of a feed metering device 2 according to the invention. In this embodiment, the valve is formed by the feed trough 4 itself, which is of movable design. In the case shown, the feed trough 4 is rotatably arranged about an axis 2, which axis 2 may be an axis driven by a motor, which motor is controlled with the aid of data relating to the amount of feed present in the feed trough, such as will be clarified below. In order to prevent feed 25 from falling from the feed trough 4 in the position in which the feed trough 4 closes off the access opening 6, the feed trough 4 is provided with a wall portion 22 for collecting residual feed. This wall portion 22 can also function as feed guide for feed that is dispensed into the feed trough 4 by the feed dispensing device 16.

30 In de beschreven uitvoeringsvoorbeelden roteert de afsluiter om een as, waarbij de afsluiter wordt aangedreven door een motor bestuurd met behulp van gegevens met betrekking tot de hoeveelheid in de voedertrog aanwezige voeder. Teneinde naast een eenvoudige, doch betrouwbare 35 constructie ook een compacte constructie te verschaffen, 1020234 6 wordt bij voorkeur door een motor 23 respectievelijk 24 een rol 25 respectievelijk 26 aangedreven, welke rol 25, 26 de afsluiter 7 respectievelijk 4 contacteert. Volgens de uitvinding is de voederdoseerinrichting 1; 2 voorzien van 5 een detectië-inrichting 19; 18 voor het na een afgifte van een hoeveelheid voeder en/of drank detecteren dat althans een gedeelte van de hoeveelheid voeder uit de voedertrog 3; 4 is verwijderd en voor het daarop afgeven van een signaal voor het bedienen van de afsluiter 7; 4. Hiermee kan worden ïo voorkomen dat, nadat een dier althans een gedeelte van de hoeveelheid voeder en/of drank heeft opgegeten, dit dier bij de voedertrog 3; 4 blijft staan, door de afsluiter 7; 4 te bedienen na ontvangst van een signaal van de detectie-inrichting 19; 18. Een dier dat dus net van de voedertrog 15 gebruik heeft gemaakt wordt dan aangespoord om de toegang tot de voedertrog vrij te geven. Een dergelijke detectie-inrichting kan bij voorbeeld worden gevormd door een camera die door middel van beeldherkenningsprogrammatuur een schatting kan geven van de in de voedertrog aanwezige 20 hoeveelheid voeder.In the described exemplary embodiments, the valve rotates about an axis, the valve being driven by a motor controlled with the aid of data relating to the amount of feed present in the feed trough. In order to provide, in addition to a simple but reliable construction, also a compact construction, a roller 25 or 26 is preferably driven by a motor 23 or 24, which roller 25, 26 contacts the valve 7 and 4, respectively. According to the invention, the feed metering device is 1; 2 provided with a detection device 19; 18 for detecting, after a quantity of feed and / or drink has been dispensed, that at least a part of the amount of feed from the feeding trough 3; 4 has been removed and for issuing thereon a signal for operating the valve 7; 4. This can prevent that, after an animal has eaten at least a part of the amount of feed and / or drink, this animal at the feeding trough 3; 4 remains, through the valve 7; 4 to operate upon receipt of a signal from the detection device 19; 18. An animal that has just made use of the feed trough 15 is then urged to release access to the feed trough. Such a detection device can for instance be formed by a camera which can give an estimate of the amount of feed present in the feed trough by means of image recognition software.

Bij voorkeur wordt de detectie-inrichting echter gevormd door een weegorgaan voor het wegen van het in de voedertrog aanwezige voeder. Dergelijke weegorganen zijn op zich bekend. Met deze middelen kan worden bepaald hoeveel 25 voeder een bepaald dier heeft gebruikt, en tevens of er restvoeder in de voedereenheid aanwezig is. De afsluiter 7; 4 wordt dan bij voorkeur bestuurd met behulp van gegevens van zowel de dierherkenningsinrichting als met behulp van gegevens van het weegorgaan, waardoor dus rekening kan 30 worden gehouden met het eetgedrag van een bepaald dier. Door het weegorgaan kan worden gemeten of er na afgifte van een hoeveelheid voeder in de voedertrog al dan niet nog voeder in de voedertrog aanwezig is, en hoeveel restvoeder er is achtergebleven. Hierdoor kan het weegorgaan bijvoorbeeld na 35 detectie dat er geen voeder meer in de voedertrog aanwezig 1020234 7 is, een signaal voor bediening van de afsluiter voor het afsluiten van de voedertrog afgeven.However, the detection device is preferably formed by a weighing device for weighing the feed present in the feed trough. Such weighing organs are known per se. With these means it is possible to determine how much feed a particular animal has used and also whether there is residual feed present in the feed unit. The valve 7; 4 is then preferably controlled with the aid of data from both the animal-recognition device and with the aid of data from the weighing member, so that the eating behavior of a particular animal can be taken into account. It can be measured by the weighing member whether or not there is still any feed left in the feed trough after delivery of a quantity of feed in the feed trough, and how much residual feed is left behind. As a result, for example, after detection that there is no longer any feed present in the feed trough, the weighing member can give a signal for operating the valve for closing the feed trough.

Zoals in figuur 1 is weergegeven, wordt het weegorgaan gevormd door een inrichting 19 voor het bepalen 5 van de mate van scharniering van de voedertrog 3, en voor het daaruit afleiden van het gewicht van het in de voedertrog 3 aanwezige voeder. Hierbij steunt de voedertrog 3, in het weergegeven voorbeeld, via een steunarm 19 op de krachtopnemer 27. De voedertrog 3 scharniert hierbij om een io scharnieras 29.As shown in Figure 1, the weighing member is formed by a device 19 for determining the degree of hinging of the feed trough 3, and for deriving therefrom the weight of the feed present in the feed trough 3. The feed trough 3 herein rests on the force transducer 27 via a support arm 19.

In de uitvoering van figuur 2 omvat het weegorgaan voor het wegen van het in de voedereénheid aanwezige voeder de beweegbare voedertrog 4. De voedertrog 4 wordt door de motor 24 die de rol 26 aandrijft heen en weer bewogen. Door 15 deze beweging ontstaat een koppel, waarvan de grootte door een inrichting 18 voor het meten van de grootte van het koppel wordt bepaald. Uit het bepaalde koppel leidt de inrichting 18 het gewicht van het in de voedertrog aanwezige voeder af. De exacte correlatie tussen koppel en hoeveelheid 20 voeder is door eenvoudige ijkproeven vooraf te bepalen.In the embodiment of Figure 2, the weighing member for weighing the feed present in the feed unit comprises the movable feed trough 4. The feed trough 4 is moved back and forth by the motor 24 which drives the roller 26. This movement produces a torque, the magnitude of which is determined by a device 18 for measuring the magnitude of the torque. The device 18 derives the weight of the feed present in the feed trough from the determined torque. The exact correlation between torque and amount of feed can be determined in advance by simple calibration tests.

Bij voorkeur bevat de detectie-inrichting 19; 18 een klok, zodat kan worden gemeten hoe lang de hoeveelheid (rest)voeder in de voedertrog 3,- 4 onaangeroerd blijft. Door instelling van bijvoorbeeld een bovengrens, kan na het 25 verstrijken van deze bovengrens, dat wil zeggen na het verstrijken van een bepaalde drempeltijd, de klok een signaal afgeven om de afsluiter 7; 4 te doen sluiten. In het bijzonder wanneer gegevens van het weegorgaan en de klok worden gecombineerd is een uitermate efficiënt gebruik van 30 de voederdoseerinrichting mogelijk. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om per dier een combinatie van gegevens met betrekking tot een onderdrempel voor restvoeder en een bovendrempel voor de tijd te gebruiken om de afsluiter 7; 4 te bedienen. Aldus wordt wanneer er langer 35 dan de drempeltijd minder dan de onderdrempel voeder in de 1020234 8 voedertrog 3; 4 aanwezig is, de afsluiter bediend. Als niet beperkend voorbeeld kan als drempel voor de hoeveelheid restvoeder ongeveer 2 tot 10% van de door de voederafgeefinrichting aan de voedertrog afgegeven 5 hoeveelheid voeder worden genomen, en als drempeltijd ongeveer 10 tot 60 seconden worden genomen.The detection device preferably comprises 19; 18 a clock, so that it is possible to measure how long the amount of (residual) feed in the trough 3, 4 remains untouched. By setting, for example, an upper limit, after this upper limit has elapsed, that is, after a certain threshold time has elapsed, the clock can emit a signal around the valve 7; 4 to close. In particular when data from the weighing member and the clock are combined, an extremely efficient use of the feed metering device is possible. This makes it possible, for example, to use a combination of data per animal with regard to a lower threshold for residual feed and an upper threshold for time around the valve 7; 4 to operate. Thus, when there is longer than the threshold time, less than the lower threshold feed becomes in the feed trough 3; 4 is present, the valve is operated. As a non-limiting example, about 2 to 10% of the amount of feed delivered by the feed dispenser to the feed trough can be taken as the threshold for the amount of residual feed, and about 10 to 60 seconds as the threshold time.

De uitvoeringen van een voederdoseerinrichting weergegeven in figuren 1 en 2 zijn voorzien van een klemmingsdetector 9; 8 voor de afsluiter 7; 4. Hierdoor ïo wordt voorkomen dat een dier wordt verwond tijdens het afsluiten van de toegangsopening tot de voedertrog. Een klemmingsdetector is op zich bekend, bijvoorbeeld bij automatisch sluitende ruiten van auto's. Wanneer de klemmingsdetector een klemming detecteert, zorgt deze door 15 besturing van de afsluiter ervoor dat deze de toegangsopening weer vrijgeeft. Bij voorkeur wordt dan na korte tijd, bij voorbeeld minder dan 2 seconden, de afsluiter weer automatisch gesloten. Wanneer een dier de voedertrog na eerste sluiting van de afsluiter niet 20 vrijgeeft, zal de afsluiter zich een aantal malen blijven sluiten totdat deze de toegangsopening volledig afsluit. Wanneer de afsluiter zich blijft openen en sluiten, kan een defect zijn opgetreden. Het is dientengevolge raadzaam een maximum aantal keren sluiting van de afsluiter uit te 25 voeren, waarbij, nadat dit aantal is bereikt, een alarmsignaal wordt afgegeven. Dit alarmsignaal kan hoorbaar, zichtbaar of anderszins van aard zijn.The embodiments of a feed metering device shown in figures 1 and 2 are provided with a clamping detector 9; 8 for the valve 7; 4. This prevents an animal from being injured during the closing of the access opening to the feeding trough. A clamping detector is known per se, for example with auto-closing windows of cars. When the clamping detector detects a clamping, it ensures by control of the valve that it releases the access opening again. Preferably, after a short time, for example less than 2 seconds, the valve is automatically closed again. If an animal does not release the feed trough after the first closure of the valve, the valve will continue to close a number of times until it completely closes the access opening. If the valve continues to open and close, a malfunction may have occurred. It is therefore advisable to perform a maximum number of times closure of the valve, an alarm signal being emitted after this number has been reached. This alarm signal can be audible, visible or otherwise in nature.

Een obstakeldetector 11; 10 is voorzien voor het detecteren van een obstakel in de toegangsopening. Een 30 dergelijke obstakeldetector 11; 10 is bij voorkeur geschikt om dieren en andere voorwerpen van elkaar te kunnen onderscheiden. Hiertoe is combinatie met de dier-herkenningsinrichting voordelig, hoewel beeldherkennings-apparatuur eveneens mogelijk is. Een obstakel zou 35 bijvoorbeeld de hand van een persoon die de voedertrog 1020234 9 reinigt kunnen zijn, waarbij het dan duidelijk is dat de afsluiter niet gesloten dient te worden wanneer de hand zich in de toegangsopening bevindt.An obstacle detector 11; 10 is provided for detecting an obstacle in the access opening. Such an obstacle detector 11; 10 is preferably suitable for distinguishing animals and other objects from each other. Combination with the animal recognition device is advantageous for this purpose, although image recognition equipment is also possible. An obstacle could, for example, be the hand of a person who cleans the feed trough 1020234 9, it being clear then that the valve does not have to be closed when the hand is in the access opening.

De uitvoeringen van de uitvinding volgens figuren 5 1 en 2 bevatten tevens een anti-gewelddetector 13; 12 voor het detecteren van ongewenst trappen, stoten of dergelijke tegen de voederdoseerinrichting 1; 2. Wanneer de anti- gewelddetector 13; 12, die bij voorbeeld een trillingsdetector kan omvatten, detecteert dat er tegen de ïo voederdoseerinrichting 1; 2 wordt aangestoten of dergelijke, dan geeft deze een signaal af voor het doen bedienen van de afsluiter 7; 4 voor het afsluiten van de voedertrog 3; 4.The embodiments of the invention according to Figures 1 and 2 also include an anti-violence detector 13; 12 for detecting unwanted kicks, knocks or the like against the feed metering device 1; 2. When the anti-violence detector 13; 12, which may include, for example, a vibration detector, detects that there is feed feed device 1 against it; 2 is triggered or the like, it outputs a signal for operating the valve 7; 4 for closing the feed trough 3; 4.

Bij voorkeur is een inrichting voor het afgeven van een waarschuwingssignaal dat het sluiten van de 15 afsluiter aanduidt aanwezig, zodat de dieren voor sluiting worden gewaarschuwd.Preferably, a device for issuing a warning signal indicating the closing of the valve is present, so that the animals are warned of closing.

10202341020234

Claims (10)

1. Voederdoseerinrichting (1; 2) voor het toevoeren van voeder en/of drank aan een dier, welke 5 voederdoseerinrichting (1; 2) is voorzien van een voedertrog (3; 4) voor het bevatten van voeder en/of drank, een toegangsopening (5; 6) tot de voedertrog (3; 4), een afsluiter (7; 4) voor het afsluiten van de toegangsopening (5; 6), met het kenmerk, dat de voederdoseerinrichting (1; io 2) is voorzien van een klemmingsdetector (9; 8) .A feed metering device (1; 2) for supplying feed and / or drink to an animal, which feed metering device (1; 2) is provided with a feed trough (3; 4) for containing feed and / or drink, a access opening (5; 6) to the feed trough (3; 4), a shut-off valve (7; 4) for closing off the access opening (5; 6), characterized in that the feed metering device (1; io 2) is provided with a clamp detector (9; 8). 2. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een detector (9, 11, 13; 8, 10, 12) geschikt is voor het na detecteren van een bepaalde situatie afgeven van een signaal voor het sturen van de werking van 15 de afsluiter (7; 4).Feed metering device (1; 2) according to claim 1, characterized in that a detector (9, 11, 13; 8, 10, 12) is suitable for delivering a signal for controlling the operation of the valve (7; 4). 3. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de voederdoseerinrichting (1; 2) is voorzien van een dierherkenningsinrichting (15; 14) voor het identificeren van een dier, waarbij de afsluiter (7; 4) 20 wordt bediend met behulp van gegevens van de dierherkenningsinrichting (15; 14).Feed metering device (1; 2) according to claim 1 or 2, characterized in that the feed metering device (1; 2) is provided with an animal identification device (15; 14) for identifying an animal, wherein the valve (7; 4) ) 20 is operated with data from the animal identification device (15; 14). 4. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voederdoseerinrichting (1; 2) is voorzien van een inrichting 25 voor het afgeven van een waarschuwingssignaal aanduidende dat de afsluiter (7/ 4) gaat sluiten.A feed metering device (1; 2) according to any one of the preceding claims, characterized in that the feed metering device (1; 2) is provided with a device for issuing a warning signal indicating that the valve (7/4) will close. 5. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voederdoseerinrichting (1; 2) is voorzien van een detectie- 30 inrichting (19; 18) voor het op een tijdstip na een afgifte van een hoeveelheid voeder en/of drank bepalen van de hoeveelheid voeder in de voedertrog (3; 4) en voor het in afhankelijkheid van het hoeveelheidbepalingsresultaat afgeven van een signaal voor het bedienen van de afsluiter 35 (7; 4) . 10202 3 4A feed metering device (1; 2) according to any one of the preceding claims, characterized in that the feed metering device (1; 2) is provided with a detection device (19; 18) for detecting a quantity at a point in time after a dispensing feed and / or drink determining the amount of feed in the feed trough (3; 4) and for supplying a signal for operating the valve 35 (7; 4) in dependence on the quantity determination result. 10202 3 4 6. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de detectie-inrichting (19; 18) een weegorgaan voor het wegen van de hoeveelheid voeder in de voedertrog (3; 4) omvat.Feed metering device (1; 2) according to claim 5, characterized in that the detection device (19; 18) comprises a weighing device for weighing the amount of feed in the feed trough (3; 4). 7. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de detectie-inrichting (19; 18) een klok bevat.A feed metering device (1; 2) according to claim 5 or 6, characterized in that the detection device (19; 18) comprises a clock. 8. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ïo voederdoseerinrichting (1; 2) is voorzien van een obstakeldetector (11; 10) voor het detecteren van een obstakel in de toegangsopening (5; 6).Feed metering device (1; 2) according to any one of the preceding claims, characterized in that the feed metering device (1; 2) is provided with an obstacle detector (11; 10) for detecting an obstacle in the access opening (5; 6) ). 9. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 voederdoseerinrichting (1; 2) is voorzien van een anti- gewelddetector (13; 12).A feed metering device (1; 2) according to any one of the preceding claims, characterized in that the feed metering device (1; 2) is provided with an anti-violence detector (13; 12). 10. Voederdoseerinrichting (1; 2) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluiter (4) wordt gevormd door de voedertrog (4) , die beweegbaar is 20 uitgevoerd. 1020234A feed metering device (1; 2) according to any one of the preceding claims, characterized in that the valve (4) is formed by the feed trough (4), which is movable. 1020234