NL1019754C2 - Klinker en bestrating met dergelijke klinker. - Google Patents

Description

Klinker en bestrating met dergeliike klinker.

De uitvinding heeft betrekking op een klinker voor opname in een bestrating. De uitvinding heeft voorts betrekking op een bestrating met een dergelijke klinker.

Bestratingen met klinkers met platte vlakken met 5 een lengte van 21 cm, een breedte van 10,5 cm en een hoogte van 5-12 cm zijn reeds lang bekend en opgenomen in vele bestratingen.

Het kan gewenst zijn een bestrating te voorzien van een verhoogd drainagevermogen. Dit kan bijvoorbeeld 10 gewenst zijn bij onder de bestrating gelegen systemen voor tijdelijke berging, om de hemelwaterafvoer te vertragen of anderszins te regelen. Dit wordt bijvoorbeeld toegepast bij bestratingen van opslagterreinen, waar het hemelwater verontreinigingen kan bevatten, en niet op het algemene 15 HWA riool afgegeven mag worden. Hiertoe is het bekend om standaardklinkers te gebruiken met een gelijkmatig verdeelde porositeit (poriën). Een nadeel van deze klinkers is echter dat na verloop van tijd de poriën verstopt raken en reiniging van de klinkers nodig is, wel een tot twee 20 keer per jaar.

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te verschaffen.

Een verder doel van de uitvinding is een klinker te verschaffen, waarmee bestaande bestratingen op gemakke- 1019734 2 lijke wijze een gekozen drainagevermogen kan worden gegeven.

Vanuit een aspect voorziet de uitvinding daartoe in een klinker voor opname in een bestrating, met een 5 bovenvlak, een ondervlak, en vier omtreksvlakken, te weten twee langsvlakken en twee eindvlakken, waarbij de langs-vlakken een lengte van ongeveer 20-22 cm bezitten en de eindvlakken een lengte van ongeveer 10-11 cm bezitten, waarbij tenminste een van de omtreksvlakken voorzien is 10 van een profiel met zich over de gehele hoogte uitstrekkende uitsparingen, die begrensd zijn door uitsteeksels met platte aanligvlakken, waarbij de aanligvlakken in de omtreksvlakken liggen.

Een dergelijke klinker verschaft binnen en aan 15 de omtreksvlakken een of meerdere, kenbare drainagedoor-gangen met een ook op de lange duur blijvend drainagevermogen. Een dergelijke klinker kan eenvoudig en passend worden opgenomen in een bestrating met overigens gebruikelijke klinkers.

20 Bij voorkeur bezit de klinker een langssymme- trievlak en/of een dwarssymmetrievlak.

Bij voorkeur is althans een van de langsvlakken en/of eindvlakken voorzien van het profiel.

Het heeft nog meer de voorkeur dat beide langs-25 vlakken voorzien zijn van het profiel, danwel dat beide eindvlakken voorzien zijn van het profiel. Indien alle omtreksvlakken zo gevormd zijn maakt dat de klinker universeel plaatsbaar.

Bij voorkeur vormt de bodem van de uitsparingen 3 0 een plat vlak, bij voorkeur evenwijdig aan de platte aanligvlakken. Er worden dan in verband rechthoekige drainagedoorgangen verkregen. De diepte van de uitsparingen kan daarbij beperkt blijven, hetgeen voordelig is voor de sterkte van de klinker.

35 Bij voorkeur bedraagt de afstand tussen de platte bodemvlakken en de platte aanligvlakken ongeveer de helft van de lengte van de bodemvlakken, zodat in verband 1019754 3 in hoofdzaak vierkante drainagedoorgangen verkregen worden, ook in een keperverband.

De lengte van de aanligvlakken kan ongeveer overeenstemmen met die van de bodemvlakken, waarbij het de 5 voorkeur heeft dat de lengte van de aanligvlakken iets kleiner is dan die van de bodemvlakken, zodat een ongewenst ineenschuiven van de klinkers wordt voorkomen.

Het is verder voordelig indien ter plaatse van althans een van de hoeken van de klinker een van de uit-10 sparingen gevormd is, waarbij bij voorkeur de lengte van het bodemvlak van de hoekuitsparingen de helft bedraagt van die van de overige uitsparingen. Aldus wordt in zowat elk soort verband een regelmatig patroon van drainagedoorgangen mogelijk.

15 Voor een optimale drainage heeft het de voorkeur dat de uitsparingen binnen de contour van de omtreksvlak-ken een open ruimte van 13-15% bepalen.

Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding in een klinker voor opname in een bestrating, met een 20 bovenvlak, een ondervlak, en vier omtreksvlakken, te weten twee langsvlakken en twee eindvlakken, waarbij de langs-vlakken een lengte van ongeveer 20-22 cm bezitten en de eindvlakken een lengte van ongeveer 10-11 cm bezitten, waarbij de omtreksvlakken kanteelvormig zijn, binnen de 25 contour van de omtreksvlakken.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een bestrating van klinkers, voorzien van een aantal van in een of meerdere van de klinkers volgens de uitvinding.

30 Vanuit nog een verder aspect voorziet de uitvin ding in een werkwijze voor het voorzien van drainagegaten in een bestaande klinkerbestrating, waarbij een aantal klinkers vervangen worden door klinkers volgens de uitvinding .

35 Opgemerkt wordt dat uit het Duitse Gebruiksmodel 296.02.489 een bestratingsklinker met een lengte van 250 mm en een breedte van 160 mm bekend is, die voorzien is 1019754 4 van rechthoekige uitsparingen in de hoeken, waardoor daarnaast in de smalle zijden en lange zijden aanligvlak-ken worden gevormd. De afmetingen van de uitsparingen ten opzichte van de aanligvlakken is zodanig dat het aanlig-5 vlak van de ene steen opgenomen kan worden in de gevormde hoek-uitsparingen van aangrenzende stenen. De stenen kunnen ook met de aanligvlakken tegen elkaar gelegd worden, maar dan bestaat het risico dat ze onder invloed van verkeersbelasting in elkaar schuiven, waardoor het draine-10 rende oppervlak ongewenst verkleind wordt.

Het Amerikaans octrooischrift 5.797.698 toont bestratingsstenen bestemd voor een bestrating met een esthetisch effect, waarbij de stenen aan de randen voorzien zijn van drainage-uitsparingen.

15 Het Zwitsers octrooischrift 674.997 toont een aan de zijden van drainage-uitsparingen voorziene stenen, waarmee een volledige bestrating gevormd wordt.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-20 beelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuur 1 een voorbeelduitvoering van een klinker volgens de uitvinding, in perspectief; figuur 2 een aantal van de klinkers volgens figuur 1, in verband in een bestrating, schematisch weer- 2 5 gegeven; en figuur 3 een aantal klinkers van figuur 1, opgenomen in een bestaande bestrating.

De klinker 1 weergegeven in figuur 1 is doorgaans vervaardigd van beton en bezit een lengte L, breedte 30 B en hoogte H van respectievelijk 21 cm, 10,5 cm en 5-12 cm. Klinkers met die afmetingen zijn in vele bestratingen toegepast, in strekverband dan wel in keperverband.

De in figuur 1 weergegeven klinker 1 bezit een bovenvlak 2, een ondervlak 3, langsvlakken 4 en eindvlak- 3 5 ken 5.

In de langsvlakken 4 en eindvlakken 5 zijn uitsparingen 6 gevormd, die in verticale richting door- 1019794 5 gaand zijn, en U-vormig, met zijvlakken 8 en bodemvlak 9. Tussen de uitsparingen 6 bevinden zich platte aanlegvlak-ken 10, die met elkaar in een verticaal vlak gelegen zijn, dat deel uitmaakt van de de afmetingen B en L bepalende 5 omtreksvlakken, dat wil zeggen de langsvlakken 4 en de eindvlakken 5, van de klinker 1.

De diepte T (zie figuur 2) van de uitsparingen 6 bedraagt in dit voorbeeld de helft van de breedte LI van de uitsparingen 6, in dit voorbeeld 1,25 cm om 2,5 cm.

10 De bodems 9 van de uitsparingen 6 liggen in een verticaal vlak dat evenwijdig is aan het verticale vlak van de aanlegvlakken 10.

Voorts is in figuur 1 en 2 te zien dat de uitsparingen 6 regelmatig verdeeld zijn over de omtreksvlak-15 ken van de klinker 1 die als het ware een kanteel vormige omtrek heeft. In de eindvlakken 5 is er sprake van één centrale uitsparing 6, die begrensd is door twee aanlegvlakken 10. Ter plaatse van de hoeken zijn uitsparingen 7 gevormd, die begrensd worden door twee zijvlakken 8, 20 gelijk aan de zijvlakken 8 van de uitsparingen 6. In het voorbeeld van figuur 2 zijn de uitsparingen 7 daarom half zo groot als de uitsparingen 6.

Zoals in figuur 2 te zien is heeft dit tot gevolg dat in het in figuur 2 weergegeven verband ter 25 plaatse van de ontmoetingspunten van stenen 2 doorgangen 16 gevormd worden, die een doorsnede bezitten die gelijk is aan die van de doorgangen 16 gevormd door met elkaar samenwerkende uitsparingen 6.

Het in figuur 2 weergegeven verband zal door-30 gaans niet de voorkeur hebben, in plaats daarvan zal men de ene rij stenen een halve lengtemaat verschoven hebben ten opzichte van de daarnaast gelegen rij klinkers. Ook dan zal daar, waar twee hoeken van twee klinkers in de ene rij gelegen zijn ter plaatse van het midden van een klin-35 ker 1 in de volgende rij een doorgang 16 gevormd worden, gelijk aan de andere doorgangen 16 die daarnaast gelegen zijn.

1019754 6

Doordat de aanlegvlakken 10 overal een gelijke lengte hebben en ten opzichte van de hoeken op een vaste stramienmaat gelegen zijn worden ook doorgangen 16 verkregen in een keperverband, zoals schematisch weergegeven, 5 met stippellijn S, in de klinker weergegeven rechtsonder op f iguur 2.

Door de platte aanlegvlakken 10 wordt een goede aanlegging van de klinkers 2 onderling verzekerd.

Indien de klinkers 2 in een verschoven verband 10 geplaatst worden is het voordelig indien de bodembreedte LI iets kleiner is dan de breedte L2 van de aanlegvlakken 10, zoals aangeduid in figuur 2. Er wordt dan voorkomen dat een naburige klinker 2 met aanlegvlak 10 in een uitsparing 6 reikt van de naastgelegen klinker.

15 Met de hiervoor gegeven afmetingen is bereikt dat het totale drainage oppervlak, gevormd door de uitsparingen 6, ongeveer 14% uitmaakt van het oppervlak B x L, hetgeen gunstig is voor drainage in bestratingen.

De drainagedoorgangen 16 zijn bovendien zodanig, 20 dat gevaar voor verstopping nauwelijks aanwezig is. De klinkers 1 zelf behoeven dan ook niet of nauwelijks gereinigd te worden om de drainagecapaciteit te behouden, bijvoorbeeld op terreinen waar er sprake is van vervuild drainagewater, zoals opslagterreinen.

25 Met de klinker volgens de uitvinding kan men ook in bestaande bestratingen met gebruikelijke klinkers 20 een deels drainerende bestrating 15 realiseren, door her en der, op selectieve plaatsen, klinkers 20 te vervangen door klinkers 1. Aldaar kan dan drainage van water in de 30 richting A plaatsvinden in de richting B, via de doorgangen gevormd door de uitsparingen 6 en 7.

1019754

Claims (20)

1. Klinker voor opname in een bestrating, met een bovenvlak, een ondervlak, en vier omtreksvlakken, te weten twee langsvlakken en twee eindvlakken, waarbij de langsvlakken een lengte van ongeveer 20-22 cm bezitten en 5 de eindvlakken een lengte van ongeveer 10-11 cm bezitten, waarbij tenminste een van de omtreksvlakken voorzien is van een profiel met zich over de gehele hoogte uit strekkende uitsparingen, die begrensd zijn door uitsteeksels met platte aanligvlakken, waarbij de aanligvlakken in de 10 omtreksvlakken liggen.

2. Klinker volgens conclusie 1, waarbij althans een van de langsvlakken voorzien is van het profiel.

3. Klinker volgens conclusie 2, waarbij beide langsvlakken voorzien zijn van het profiel.

4. Klinker volgens conclusie 1. 2 of 3, waarbij althans een eindvlak voorzien is van het profiel.

5. Klinker volgens conclusie 4, waarbij beide eindvlakken voorzien zijn van het profiel.

6. Klinker volgens een der conclusies 1-5, 20 waarbij de bodem van de uitsparingen een plat vlak vormt.

7. Klinker volgens conclusie 6, waarbij het platte bodemvlak van de uitsparingen evenwijdig loopt aan de platte aanligvlakken.

8. Klinker volgens conclusie 6 of 7, waarbij de 25 afstand tussen de platte bodemvlakken en de platte aanligvlakken ongeveer de helft bedraagt van de lengte van de bodemvlakken.

9. Klinker volgens conclusie 7 of 8, waarbij de lengte van de aanligvlakken ongeveer overeenstemt met die 30 van de bodemvlakken.

10. Klinker volgens conclusie 9, waarbij de lengte van de aanligvlakken iets kleiner is dan die van de bodemvlakken. 1019754

11. Klinker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ter plaatse van althans een van de hoeken van de klinker een van de uitsparingen gevormd is.

12. Klinker volgens conclusies 6 en 11, waarbij 5 de lengte van het bodemvlak van de hoekuitsparingen de helft bedraagt van die van de overige uitsparingen.

13. Klinker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitsparingen binnen de contour van de omtreksvlakken een open ruimte van 13-15% bepalen.

14. Klinker voor opname in een bestrating, met een bovenvlak, een ondervlak, en vier omtreksvlakken, te weten twee langsvlakken en twee eindvlakken, waarbij de langsvlakken een lengte van ongeveer 20-22 cm bezitten en de eindvlakken een lengte van ongeveer 10-11 cm bezitten, 15 waarbij de omtreksvlakken kanteelvormig zijn, binnen de contour van de omtreksvlakken.

15. Klinker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klinker een langssymmetrievlak en/of een dwarssymmetrievlak bezit.

16. Bestrating van klinkers, voorzien van een aantal van in een of meerdere van de in de voorgaande conclusies omschreven klinkers.

17. Werkwijze voor het voorzien van drainagega-ten in een bestaande klinkerbestrating, waarbij een aantal 25 klinkers vervangen worden door klinkers volgens een of meerdere der conclusies 1-14.

18. Klinker voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

19. Bestrating voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

20. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbeho- 35 rende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/MB 1019714