NL1019545C2 - Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting. - Google Patents

Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1019545C2
NL1019545C2 NL1019545A NL1019545A NL1019545C2 NL 1019545 C2 NL1019545 C2 NL 1019545C2 NL 1019545 A NL1019545 A NL 1019545A NL 1019545 A NL1019545 A NL 1019545A NL 1019545 C2 NL1019545 C2 NL 1019545C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
film
web
film web
servo controller
packaging
Prior art date
Application number
NL1019545A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Gerardus Maria H Weem
Paul Franciscus Furer
Wilhelmus Johannes Rosloot
Original Assignee
Buhrs Zaandam Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buhrs Zaandam Bv filed Critical Buhrs Zaandam Bv
Priority to NL1019545A priority Critical patent/NL1019545C2/nl
Priority to AT02080268T priority patent/ATE304972T1/de
Priority to EP02080268A priority patent/EP1319595B1/en
Priority to JP2002360253A priority patent/JP3739742B2/ja
Priority to US10/317,136 priority patent/US6860086B2/en
Priority to DE60206238T priority patent/DE60206238T2/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1019545C2 publication Critical patent/NL1019545C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/002Packaging other articles presenting special problems packaging of information carriers, e.g. records, CD, DVD
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/14Packaging paper or like sheets, envelopes, or newspapers, in flat, folded, or rolled form
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B53/00Shrinking wrappers, containers, or container covers during or after packaging
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B59/00Arrangements to enable machines to handle articles of different sizes, to produce packages of different sizes, to vary the contents of packages, to handle different types of packaging material, or to give access for cleaning or maintenance purposes
    • B65B59/04Machines constructed with readily-detachable units or assemblies, e.g. to facilitate maintenance
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B65/00Details peculiar to packaging machines and not otherwise provided for; Arrangements of such details
    • B65B65/003Packaging lines, e.g. general layout
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/06Enclosing successive articles, or quantities of material, in a longitudinally-folded web, or in a web folded into a tube about the articles or quantities of material placed upon it

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)

Description

Titel: Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een verpakkingsinrichting volgens de aanhef van conclusie 6. Een dergelijke 5 werkwijze en inrichting zijn bekend uit het Amerikaanse octrooi US 3,589,091. Met name figuur 14 en de passage in kolom 8, regels 27 - 63 daarvan tonen en beschrijven een inrichting waarmee producten worden verpakt in een folie die in een continue baan wordt aangevoerd en die wordt uitgerekt alvorens de folie rond de te verpakken artikelen wordt gevouwen. 10 Ten behoeve van het uitrekken van de folie worden twee trekwalsenparen 161,162 toegepast, waarbij een stroomafwaarts gelegen trekwalsenpaar met een hogere snelheid worden geroteerd dan het stroomopwaarts gelegen trekwalsenpaar. Volgens het Amerikaanse octrooi wordt hiermee bewerkstelligd dat de film wordt uitgerekt. Het Amerikaanse octrooi maakt 15 echter niet duidelijk op welke wijze de foliebaan wordt aangevoerd en hoe de mate van uitrekking wordt bepaald. Zonder een nauwkeurige besturing van het transport van de foliebaan stroomafwaarts van de trekwalsenparen en stroomopwaarts van de trekwalsenparen de zal de foliebaan stroomopwaarts of stroomafwaarts van, of tussen de trekwalsenparen na 20 verloop van tijd breken of juist gaan doorhangen.
De onderhavige uitvinding beoogt een praktische oplossing van deze problematiek.
In praktijk leveren de tot op heden door aanvraagster in het verkeer gebrachte verpakkingsinrichting en de daarmee toegepaste 25 werkwijze verpakkingen op waarin de producten losjes door de folie verpakking worden omsloten. Bij deze bekende inrichtingen werd tot op heden slechts één trekwalsenpaar toegepast voor het afrollen van de 2 foliebaan van de foliebaanrol. De los om sluitende verpakkingen zijn bij de door aanvraagster in het verkeer gebrachte verpakkingsinrichtingen het gevolg van het feit dat de dwarssealinrichting is voorzien van sealbalken die een zekere breedte hebben, zodat de zich in de verpakkingskoker 5 bevindende producten op een zekere afstand van elkaar moeten liggen. Bovendien moet de dwarsseal aangebracht worden terwijl de verpakkingskoker zich voortbeweegt in de transportrichting met een snelheid van circa 1,5 meter per seconde. Vandaar dat er bijna 30 mm ruimte nodig is tussen twee opeenvolgende producten plus de dikte van het 10 product. Een en ander resulteert in twee flappen aan de kopse uiteinden van de producten met een lengte van circa 15 mm. Dergelijke flappen veroorzaken problemen in de sorteermachines van de postbestellers en bovendien is een niet strakzittende verpakking minder esthetisch dan een verpakking waarin het product nauwsluitend is opgenomen.
15 Teneinde deze problematiek op te lossen werd vaak stroomafwaarts van de verpakkingsinrichting een zogenaamde krimptunnel toegepast. In een dergelijke krimptunnel worden de verpakte producten blootgesteld aan een hoge temperatuur onder invloed waarvan de verpakkingsfolie krimpt. Nadelen van deze bekende oplossing zijn dat een 20 krimptunnel een hoge investering vereist, dat het gebruik van de krimptunnel veel energie vergt en dat krimptunnels in het algemeen veel ruimte in een productieruimte innemen, hetgeen ongewenst is. Bovendien moet gebruik worden gemaakt van speciale krimpfolie die relatief kostbaar is.
25 De uit het Amerikaanse octrooischrift bekende inrichting vormt een mogelijke oplossing voor de problematiek van de te ruime verpakkingen, namelijk door de folie voorafgaand aan het vouwen uit te rekken.
De uitvinding beoogt een werkwijze en een verpakkingsinrichting van het in de aanhef beschreven type, waarbij telkens in hoofdzaak 30 hetzelfde krimpeffect wordt bewerkstelligd zonder dat de foliebaan breekt of 3 gaat doorhangen of anderszins op een ongewenste wijze wordt belast.
In eerste instantie is men geneigd om telkens hetzelfde krimpeffect te verkrijgen door het uitoefenen van een regelbare kracht op de foliebaanrol of op de foliebaan met behulp van een rem of trekwalsen.
5 Daarbij is men geneigd om de uitgeoefende trekkracht te regelen aan de hand van een krachtmeting of dergelijke. Uitgebreide proefnemingen hebben echter aangetoond dat voor een bepaalde terugkrimplengte telkens een andere kracht vereist is om deze terugkrimplengte te bewerkstelligen. Zo zijn onder andere de foliebreedte, foliedikte en het folietype daarop van 10 invloed. Zelfs binnen één run met dezelfde foliebaan ontstond een verschillende mate van terugkrimp bij een gelijke krachtuitoefening. De conclusie van de proefnemingen was derhalve dat krachtmeting aan een foliebaan niet geschikt is om de gewenste mate van terugkrimpen te regelen.
15 De werkwijze van het in de aanhef beschreven type wordt volgens de uitvinding dan ook gekenmerkt door de kenmerkende maatregelen van conclusie 1.
Als gevolg van het feit dat het uitrekken niet plaatsvindt op basis van een krachtmetingsterugkoppeling en doordat bij het regelen van de 20 snelheid van beide trekwalsenparen rekening wordt gehouden met de door de danserrol waargenomen baanspanning in de foliebaanrol, terwijl deze baanspanning niet bepalend is voor de mate van rek die de foliebaan wordt opgelegd, wordt in de praktijk een zeer voorspelbaar terugkrimpeffect verkregen zonder dat daarbij de foliebaan op ongewenste wijze wordt belast 25 of op ongewenste wijze gaat doorhangen. De beschreven besturing van de rotatie van de trekwalsenparen is relatief eenvoudig en leidt tot een uitstekend reproduceerbaar krimpeffect.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de werkwijze worden gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 2, zodat bij het 30 afwikkelen van de foliebaan niet alleen rekening wordt gehouden met de 4 baanspanning maar tevens met een eventueel op de foliebaan aangebrachte registermarkering. Aldus kan worden bewerkstelligd dat een opdruk op de folie op de gewenste positie ten opzichte van het te verpakken artikel wordt gepositioneerd.
5 Volgens nog een nadere uitwerking van de uitvinding wordt de werkwijze gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 3. Bij een dergelijke positiesturing van de beide trekwalsenparen ten opzichte van een elkaar wordt een uiterst nauwkeurig reproduceerbaar krimpeffect bereikt dat niet of nauwelijks tijdens één run met een enkele foliebaan zal variëren. 10 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan de verlenging van de foliebaan ten opzichte van de oorspronkelijke lengte liggen in het bereik van 5% tot 20%, bij voorkeur in het bereik van 5% tot 12%.
Een folie die zich uitstekend leent voor de werkwijze volgens de 15 uitvinding is een folie uit Linear Low Density Polyethyleen.
Een dergelijke folie vertoont geen ongewenste effecten onder invloed van de verlenging maar behoudt zijn fraaie doorzichtigheid.
De verpakkingsinrichting volgens de aanhef wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door de kenmerkende maatregelen van conclusie 6. 20 Met een dergelijke verpakkingsinrichting worden de voordelen die zijn beschreven bij de werkwijze op gunstige wijze verkregen. In wezen dient het eerste trekwalsenpaar als master voor het als slave functionerende tweede trekwalsenpaar. Het eerste trekwalsenpaar wordt door de beschreven eerste servoregelaar zodanig aangedreven dat er geen 25 ongewenst doorhangen of juist breuk van de foliebaan optreedt. Het tweede trekwalsenpaar wordt afhankelijk van de aandrijving van het eerste trekwalsenpaar aangedreven. Juist door deze onderlinge afhankelijkheid wordt met relatief eenvoudige middelen - immers meetwielen, encoders of middelen voor het meten van de baanspanning tijdens het rekken of 30 dergelijke zijn niet nodig - een zeer nauwkeurig reproduceerbaar , t " ··'* 5 krimpeffect verkregen.
De uitvinding betreft tevens een verpakkingslijn omvattende een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding, waarbij stroomopwaarts van het foliegeleidingselement een productsamenstelinrichting is voorzien, 5 welke een aantal feeders omvat en een producttransporteur, waarbij de feeders zijn ingericht voor het afgeven van subproducten aan de producttransporteur ter vorming van veelal uit een aantal subproducten bestaande, meerlaags producten, waarbij stroomopwaarts van de verpakkingsinrichting en stroomafwaarts van de 10 productsamenstelinrichting een productpositioneerstation is voorzien voor het gecontroleerd positioneren van door de productsamenstelinrichting afgegeven producten op de foliebaan in de verpakkingsinrichting.
Op zichzelf zijn de genoemde productsamenstelinrichtingen en productpositioneerstations bekend en worden deze door aanvraagster reeds 15 gedurende een groot aantal jaren in het verkeer gebracht. Het gebruik van de verpakkingsinrichting volgens de uitvinding in een dergelijke lijn biedt vanzelfsprekend het grote voordeel dat in folie verpakte producten worden verkregen waarvan de folieverpakking nauw aansluit om de daarin ondergebrachte producten. Eventueel kan stroomafwaarts van de 20 verpakkingsinrichting een stapelstation zijn aangebracht voor het stapelen van de verpakte producten. De verpakte producten kunnen bijvoorbeeld grafische producten, zoals tijdschriften en kranten omvatten.
Nadere uitwerkingen van de verpakkingsinrichting zijn beschreven in de volgconclusies. De werkwijze, de verpakkingsinrichting en de 25 verpakkingslijn zullen nader worden toegelicht aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, waarbij:
Figuur 1 een zijaanzicht toont van een verpakkingsinrichting volgens de stand der techniek;
Figuur 2 een bovenaanzicht toont van de in figuur 1 weergegeven 30 verpakkingsinrichting; 6
Figuur 3 een zijaanzicht toont over lijn 3-3 uit figuur 2, waarbij op de afwikkelaar een rekmodule is geplaatst;
Figuur 4 een vooraanzicht vanuit lijn 4-4 uit figuur 2 toont van de in figuur 3 getoonde afwikkelaar met rekmodule; 5 Figuur 5 een besturingsschema toont van de beide trekwalsenparen van de rekmodule,
Figuur 6 schematisch zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de verpakkingsinrichting;
Figuur 7 een zijaanzicht toont van een verpakkingslijn; en 10 Figuur 8 een bovenaanzicht toont van de in figuur 7 weergegeven verp akkingslijn.
Figuren 1 en 2 tonen een voorbeeld van een verpakkingsinrichting volgens de stand van de techniek. De bekende inrichting is voorzien van een afwikkelaar A waarop een foliebaanrol kan worden geplaatst. Vanaf de 15 foliebaanrol wordt een af te wikkelen foliebaan via geleidingsmiddelen geleid naar een foliegeleidingselement 7. In de voorbeelden van de stand van de techniek welke zijn weergegeven in figuur 1, 2 zijn deze geleidingsmiddelen niet zichtbaar maar omvatten deze in elk geval een trekwalsenpaar om de foliebaan van de foliebaanrol af te wikkelen, een 20 danserrol om de foliebaan onder een bepaalde spanning te houden en één of meerdere geleiderollen. Bij de inrichtingen uit figuren 1-4 en 7, 8 strekt de as 2 van de afwikkelaar A zich evenwijdig uit aan de transportrichting van de verpakkingsinrichting 1 en is de rol naast de verpakkingsinrichting 1 opgesteld. Bij het schematische uitvoeringsvoorbeeld van figuur 5 strekt de 25 rolhouderas 2 zich loodrecht op de transportrichting van de verpakkingsrichting 1 uit en is de afwikkelaar A in lijn met de verpakkingsinrichting 1 opgesteld. In de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden is het foliegeleidingselement 7 uitgevoerd als een tweetal folieschouders 7A, 7B welke duidelijk zichtbaar zijn in figuur 2. Het 30 is tevens mogelijk dat het foliegeleidingselement 7 is uitgevoerd als een ï L- * 7 folie geleidingsrol die aan de vrije uiteinden enigszins taps toeloopt.
Met behulp van het foliegeleidingselement 7 wordt de foliebaan F in een horizontaal vlak geleid over een transportbaan 8 waarvan de transportsnelheid in gebruik in hoofdzaak overeenstemt met de 5 voortbewegingssnelheid van de folie F in het genoemde horizontale vlak. Eventueel kan de transportband 8 zijn voorzien van aanzuigopeningen en kan onder de bovenste transportband 8 een vacuümkamer zijn opgesteld, zodat de folie F op de transportband 8 wordt vastgezogen teneinde slip tussen de transportband 8 en de foliebaan F tot een minimum te beperken. 10 Verder is de verpakkingsinrichting voorzien van vouwmiddelen 9 met behulp waarvan de langsranden van de foliebaan F naar elkaar toe worden gebracht totdat de naar elkaar toegebrachte langsranden elkaar overlappen ter vorming van een continue verpakkingskoker. De vouwmiddelen omvatten in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de stangen 9 die duidelijk 15 zichtbaar zijn in figuren 1, 2, 7 en 8. Boven de transportband 9 is een trekinrichting 10 opgesteld die in de onderhavige uitvoeringsvoorbeelden is uitgevoerd als een trekband. Het is echter tevens mogelijk dat deze trekinrichting wordt gevormd door één of meer rollen. Stroomafwaarts van de trekinrichting 10 is een dwarssealinrichting 11 aangebracht met behulp 20 waarvan zich dwars op de transportrichting, tussen de opeenvolgende producten uitstrekkende dwarsseals in de verpakkingskoker worden aangebracht.
Het uiterlijk van de inrichting volgens de uitvinding wijkt af van de bekende inrichting die is getoond in figuren 1 en 2 doordat boven op de 25 afwikkelaar A een de rekmodule B is opgesteld waarin een eerste trekwalsenpaar 22 en een tweede trekwalsenpaar 23 is opgenomen. Zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 3, wordt de foliebaan F vanaf de foliebaanrol en geleid over een tweetal geleiderollen 6a, 6b om vervolgens tussen het tweede trekwalsenpaar 22 te worden geleid. Vervolgens wordt de foliebaan 30 F over een derde geleiderol de 6c geleid en tussen het eerste trekwalsenpaar ' f> 1 η Γ J 5 8 23. Vanaf het eerste trekwalsenpaar 23 wordt de foliebaan via een vierde geleiderol 6d de verpakkingsinrichting ingevoerd, waarbij de foliebaan F in elk geval een danserrol 5 passeert en eventueel een vierde geleiderol 6d om vanaf daar naar het foliegeleidingselement 7 te worden gevoerd (zie fïg. 5).
5 Figuur 3 toont tevens duidelijk dat de afwikkelaar met rekmodule een tweetal posities 2A, 2B heeft om een foliebaanrol R te plaatsen. Op die manier kan snel een nieuwe foliebaan in de verpakkingsinrichting worden gevoerd wanneer een van de rollen leeg is . Immers, een tweede foliebaanrol kan de reeds worden klaar gelegd voordat de eerste foliebaanrol volledig is 10 afgewikkeld. Op die manier wordt een aanzienlijke besparing van wisseltijd verkregen. Met de stippellijn is het traject aangegeven waarlangs de foliebaan F zich uitstrekt wanneer deze wordt afgewikkeld van de bovenste foliebaanrol. Figuur 3 toont tevens duidelijk de servoaandrijving 24 van het eerste trekwalsenpaar 22 alsmede de servoaandrijving 25 van het tweede 15 trekwalsenpaar 23. Tevens zijn in figuur 3 de remmen 12A en 12B zichtbaar die verhinderen dat bij het te stoppen van de verpakkingsinrichting de rollen R blijven doorroteren.
Figuur 4 toont de afwikkelaar met de daarop geplaatste rekmodule nog in vooraanzicht, waarbij met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 3 20 overeenkomstige onderdelen zijn aangeduid. In figuur 4 is tevens nog een besturingskast 26 duidelijk zichtbaar.
Figuur 5 toont het besturingsschema aan de hand waarvan de rotatiesnelheid van de trekwalsenparen 22, 23 wordt geregeld. De danserrol 5 die stroomafwaarts van de foliebaanrol R en de beide trekwalsenparen 22, 25 23 is opgesteld meet de baanspanning doordat de positie van de danserrol 5 afhankelijk is van de trekkracht die door de foliebaan F op de danserrol 5 wordt uitgeoefend. Een baanbesturingsmodule 27 genereert op basis van de positie van de danserrol 5 een baanbesturingssignaal 28. De eerste servoaandrijving 24 met eerste servoregelaar 29 van het eerste 30 trekwalsenpaar 22 heeft een ingangskanaal dat in verbinding staat met een 1 n " .· 9 uitgang van de baanbesturingsmodule 27 voor het invoeren van het baanbesturingssignaal 28. Tevens is een tweede een ingangskanaal van deze eerste servoregelaar 29 aangesloten op een servoregelaar 30 van de transportband 8 voor het invoeren van de snelheid de transportband 8. De 5 eerste servoregelaar 29 is ingericht voor het althans op basis van deze beide signalen bepalen van de rotatiesnelheid van het eerste trekwalsenpaar 22. Het tweede trekwalsenpaar 23 is voorzien van een tweede servoaandrijving 25 met een tweede servoregelaar 31. De rotatie van het eerste trekwalsenpaar 22 dient als invoer 34 van de tweede servoregelaar 31, 10 waarbij de tweede servoregelaar 31 is aangesloten op een besturing 32 met een invoermogelijkheid 14 (zie figuren 1, 2 en 6). De invoermogelijkheid 14 is ingericht voor het daarin opgegeven van ofwel een gewenste verpakkingslengte na terugkrimpen ofwel de mate van terugkrimpen. Op basis van deze invoer wordt een besturingssignaal 33 gegenereerd. Dit 15 besturingssignaal 33 is tevens een ingangssignaal van de tweede servoregelaar 31. De tweede servoregelaar 31 is ingericht voor het althans op basis van deze beide signalen 33, 34 bepalen van de rotatie van het tweede trekwalsenpaar 23, opdat de gewenste mate van terugkrimpen wordt bewerkstelligd. Bij het bepalen van de rotatie van het tweede 20 trekwalsenpaar 23 handhaaft de tweede servoregelaar 31 per bepaald aantal pulsen van de eerste servoregelaar 29 een vast aantal pulsen minder voor de tweede servoaandrijving 25. Daarbij is het vaste aantal pulsen minder voor de tweede servoaandrijving 25 afhankelijk van de via de invoermogelijkheid 14 opgegeven gewenste verpakkingslengte na 25 terugkrimpen ofwel de opgegeven mate van terugkrimpen. Er wordt derhalve niet op kracht of snelheid gestuurd maar op positie van de beide trekwalsenparen 22, 23 ten opzichte van elkaar. Figuur 5 toont verder dat een tweede ingang van de baanbesturingsmodule 27 is aangesloten op een sensor 36 voor het waarnemen van een registermarkering op de foliebaan F, 30 waarbij de baanbesturingsmodule 27 een baanbesturingssignaal genereert 10 op basis van de positie van de danserrol 5 en de waarneming van de sensor 36.
Teneinde een nauw sluitende folieverpakking met een fraaie verschijning te verkrijgen kan als folie bijvoorbeeld Linear Low Density 5 Polyethyleen worden toe gepast, waarbij de verlenging ten opzichte van de oorspronkelijke lengte ligt in het bereik van 5% tot 20%, bij voorkeur in het bereik van 5% tot 12%.
Figuur 6 toont nog een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding, waarbij de foliebaanrol op een 10 afwikkelaar is geplaatst die in lijn is opgesteld met de verpakkingsinrichting. In deze figuur is duidelijk de danserrol 5 zichtbaar die zich niet in de afwikkelaar bevindt maar onder de transportband 8 in de verpakkingsinrichting 1. Verder zijn duidelijk het eerste en het tweede trekwalsenpaar 22, respectievelijk 23 getoond. Benadrukt zij nogmaals dat 15 de weergave in figuur 6 schematisch van karakter is.
Figuren 7 en 8 tonen respectievelijk nog een boven- en een zijaanzicht van een verpakkingslijn waarin een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding is opgenomen. De verpakkingslijn omvat nog een productsamenstelinrichting 17 die stroomopwaarts van het 20 foliegeleidingselement 7 is opgesteld en die is voorzien van een aantal feeders 18 en een producttransporteur 19. De feeders 18 zijn ingericht voor het afgeven van subproducten aan de producttransporteur 19 ter vorming van veelal uit een aantal subproducten bestaande, meerlaags producten. Stroomopwaarts van de verpakkingsinrichting 1 en stroomafwaarts van de 25 productsamenstelinrichting 17 is een productpositioneerstation 20 voorzien voor het gecontroleerd positioneren van door de productsamenstelinrichting 17 afgegeven producten op de foliebaan F in de verpakkingsinrichting 1. Stroomafwaarts van de verpakkingsinrichting 1 is een stapelstation 21 voor het stapelen van de verpakte producten voorzien. Het moge duidelijk zijn 30 dat de verpakkingslijn en de getoonde verpakkingsinrichting met name i s '· k ·**· 11 bestemd is voor het in folie verpakken van grafische producten, zoals tijdschriften en kranten eventueel onder toevoeging van anderssoortige producten, zoals bijvoorbeeld CD’s, cassettes en dergelijke.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de 5 beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies mogelijk zijn.

Claims (11)

1. Werkwijze, voor het gebruik van een verpakkingsinrichting, waarbij de verpakkingsinrichting (1) is voorzien van vouwmiddelen (9) om de langsranden van een zich continu voortbewegende foliebaan (F) naar elkaar toe te brengen, waarbij de beide naar elkaar toe gebrachte 5 langsranden elkaar overlappen ter vorming een continue verpakkingskoker, waarbij stroomafwaarts van de vouwmiddelen (9) een dwarssealinrichting (11) is aangebracht met behulp waarvan zich dwars op de transportrichting uitstrekkende dwarsseals in de verpakkingskoker worden aangebracht, waarbij stroomopwaarts van de vouwmiddelen (9) de folie met behulp van 10 een tweetal trekwalsenparen (22,23) wordt uitgerekt zodanig dat na het aanbrengen van de dwarsseals de folie nog in lengterichting krimpt opdat verpakkingen worden verkregen waarin de dwarsseals in hoofdzaak aanliggen tegen de daarin verpakte producten, zodat de verpakking zich betrekkelijk nauwsluitend om de producten uitstrekt, gekenmerkt doordat 15 de foliebaan (F) wordt afgewikkeld van een foliebaanrol (R) die is geplaatst op een rolhouder (A) van de verpakkingsinrichting, waarbij stroomafwaarts van het tweetal trekwalsenparen (22,23) de foliebaan (F) in een horizontaal vlak wordt geleid over een transportband (8) waarvan de transportsnelheid in gebruik in hoofdzaak overeenstemt met de voortbewegingssnelheid van 20 de folie in het genoemde horizontale vlak, waarbij boven de genoemde transportband (8) een trekinrichting (10) is opgesteld die de verpakkingskoker aangrijpt ter plaatse van de elkaar overlappende randen, waarbij een danserrol (5) stroomafwaarts van de foliebaanrol (F) en de beide trekwalsenparen (22,23) een baanspanning meet op basis waarvan een 25 baanbesturingsmodule (27) een baanbesturingssignaal (28) genereert, waarbij het verkregen baanbesturingssignaal (28) als invoer dient voor een eerste servoregelaar (29) van een servoaandrijving (24) van het stroomafwaarts gelegen trekwalsenpaar (22), waarbij deze eerste servoregelaar (29) tevens een signaal (35) ontvangt van de servoregelaar (30) van de transportband (8), waarbij althans deze beide signalen (28,35) de rotatie van het eerste trekwalsenpaar (22) bepalen, waarbij de rotatie van 5 het eerste trekwalsenpaar (22) dient als invoer van een tweede servoregelaar (31) van een tweede servoaandrijving (25) van het stroomopwaarts gelegen trekwalsenpaar (23), welke tweede servoregelaar (31) is aangesloten op een besturing (32) met een invoermogelijkheid (14), waarbij een bedieningsman via de invoermogelijkheid (14) ofwel de 10 gewenste verpakkingslengte na terugkrimpen ofwel de mate van krimp opgeeft, waarbij deze opgegeven verpakkingslengte of mate van krimp tevens een ingangssignaal (33) is van de tweede servoregelaar (31), waarbij althans deze beide signalen (33, 34) de rotatie van het tweede trekwalsenparen (23) bepalen, opdat de gewenste mate van terugkrimpen 15 wordt bewerkstelligd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij een tweede invoer van de baanbesturingsmodule (27) is aangesloten op een sensor (36) met behulp waarvan een register markering op de foliebaan (F) wordt waargenomen, waarbij de baanbesturingsmodule (27) op basis van de positie van de 20 danserrol (5) en de waarneming van de sensor (36) een baanbesturingssignaal (28) genereert en invoert in de eerste servoregelaar (29).
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij voor het bepalen van de rotatie van het tweede trekwalsenpaar (23) de tweede servoregelaar (31) per 25 bepaald aantal pulsen van de eerste servoregelaar (29) een vast aantal pulsen minder voor de tweede servoaandrijving (25) handhaaft, waarbij het vaste aantal pulsen minder voor de tweede servoaandrijving (25) afhankelijk is van ofwel de via de invoermogelijkheid (14) opgegeven gewenste verpakkingslengte na terugkrimpen ofwel de gewenste mate van 30 terugkrimpen.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, waarbij de verlenging van de foliebaan (F) ten opzichte van de oorspronkelijke lengte ligt in het bereik van 5% tot 20%, bij voorkeur in het bereik van 5% tot 12%.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij voor de 5 folie een Linear Low Density Polyethyleen wordt toegepast.
6. Verpakkingsinrichting voor gebruik in een werkwijze volgens één der conclusies 1-5, waarbij de verpakkingsinrichting (1) is voorzien van vouwmiddelen (9) om de langsranden van de foliebaan (F) naar elkaar toe te brengen, waarbij de beide naar elkaar toe gebrachte langsranden elkaar 10 overlappen ter vorming een continue verpakkingskoker, en voorzien van een stroomafwaarts van de vouwmiddelen (9) gelegen dwarssealinrichting (11) met behulp waarvan zich dwars op de transportrichting uitstrekkende dwarsseals in de verpakkingskoker worden aangebracht, een stroomopwaarts van de vouwmiddelen (9) gelegen eerste trekwalsenpaar 15 (22) en een stroomopwaarts van het eerste trekwalsenpaar (22) gelegen tweede trekwalsenpaar (23) voor het, gezien in de bewegingsrichting van de foliebaan (F) vóór de vouwmiddelen, in lengterichting uitrekken van de folie (F), zodanig dat na het aanbrengen van de dwarsseals de folie (F) nog in lengterichting krimpt opdat verpakkingen worden verkregen waarin de 20 dwarsseals in hoofdzaak aanliggen tegen de daarin verpakte producten, zodat de verpakking zich betrekkelijk nauwsluitend om de producten uitstrekt, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van een afwikkelaar (A) waarop een foliebaanrol (R) plaatsbaar is, een transportband (8) waarvan de transportsnelheid in gebruik in hoofdzaak 25 overeenstemt met de voortbewegingssnelheid van de folie (F) in het betreffende transportvlak, waarbij boven de genoemde transportband (8) een trekinrichting is (10) opgesteld die op de verpakkingskoker aangrijpt ter plaatse van de elkaar overlappende langsranden, waarbij een danserrol (5) stroomafwaarts van de foliebaanrol (R) en de beide trekwalsenparen (22,23) 30 is op gesteld voor het meten van de baanspanning, waarbij een s 0 ? *5 baanbesturingsmodule (27) is ingericht voor het op basis van de positie van de danserrol (5) genereren van een baanbesturingssignaal (28), waarbij het eerste trekwalsenpaar (22) is voorzien van een servoaandrijving (24) met een servoregelaar (29) waarvan een ingangskanaal in verbinding staat met 5 een uitgang van de baanbesturingsmodule (27) voor het invoeren van het baanbesturingssignaal (28), waarbij een ingangskanaal van deze eerste servoregelaar (29) tevens is aangesloten op een servoregelaar (30) van de transportband (8) voor het invoeren van de snelheid de transportband (8), waarbij de eerste servoregelaar (29) is ingericht voor het althans op basis 10 van deze beide signalen (28, 35) bepalen van de rotatie van het eerste trekwalsenpaar (22), waarbij het tweede trekwalsenpaar (23) is voorzien van een tweede servoaandrijving (25) met een tweede servoregelaar (31), waarbij de rotatie van het eerste trekwalsenpaar (22) dient als invoer van een tweede servoregelaar (31), waarbij de tweede servoregelaar (31) is 15 aangesloten op een besturing (32) met een invoermogelijkheid (14), waarbij de invoermogelijkheid (14) is ingericht voor het daarin opgegeven van ofwel een gewenste verpakkingslengte na terugkrimpen ofwel de mate van terugkrimpen op basis waarvan een besturingssignaal (33) wordt gegenereerd, waarbij dit besturingssignaal (33) tevens een ingangssignaal is 20 van de tweede servoregelaar (31), waarbij de tweede servoregelaar (31) is ingericht voor het althans op basis van deze beide signalen (33, 34) bepalen van de rotatie van het tweede trekwalsenpaar (23), opdat de gewenste mate van terugkrimpen wordt bewerkstelligd.
7. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 6, waarbij een ingang van 25 de baanbesturingsmodule (27) is aangesloten op een sensor (36) voor het waarnemen van een registermarkering op de foliebaan (F), waarbij de baanbesturingsmodule (27) een baanbesturingssignaal (28) genereert op basis van de positie van de danserrol (5) en de waarneming van de sensor (36).
8. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij voor het bepalen van de rotatie van het tweede trekwalsenpaar (23) de tweede servoregelaar (31) is ingericht om per bepaald aantal pulsen van de eerste servoregelaar (29) een vast aantal pulsen minder voor de tweede servoaandrijving (25) te handhaven, waarbij het vaste aantal pulsen minder 5 voor de tweede servoaandrijving (25) afhankelijk is van de via de invoermogelijkheid (14) opgegeven gewenste verpakkingslengte na terugkrimpen ofwel de mate van terugkrimpen.
9. Verpakkingslijn omvattende een verpakkingsinrichting volgens één der conclusies 6-8, waarbij stroomopwaarts van het foliegeleidingselement 10 (7) een productsamenstelinrichting (17) is voorzien, welke een aantal feeders (18) omvat en een producttransporteur (19), waarbij de feeders (18) zijn ingericht voor het afgeven van subproducten aan de producttransporteur (19) ter vorming van veelal uit een aantal subproducten bestaande, meerlaagsproducten, waarbij stroomopwaarts van 15 de verpakkingsinrichting (1) en stroomafwaarts van de productsamenstelinrichting (17) een productpositioneerstation (20) is voorzien voor het gecontroleerd positioneren van door de productsamenstelinrichting (17) afgegeven producten op de foliebaan (F) in de verpakkingsinrichting.
10. Verpakkingslijn volgens conclusie 9, waarbij stroomafwaarts van de verpakkingsinrichting (1) een stapelstation (21) voor het stapelen van de verpakte producten is voorzien.
11. Verpakkingslijn volgens conclusie 9 of 10, waarbij de verpakken producten grafische producten, zoals tijdschriften en kranten omvatten. 25
NL1019545A 2001-12-12 2001-12-12 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting. NL1019545C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019545A NL1019545C2 (nl) 2001-12-12 2001-12-12 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting.
AT02080268T ATE304972T1 (de) 2001-12-12 2002-12-12 Vorrichtung und verfahren zum verpacken von gegenständen
EP02080268A EP1319595B1 (en) 2001-12-12 2002-12-12 Apparatus and method for packaging articles
JP2002360253A JP3739742B2 (ja) 2001-12-12 2002-12-12 包装装置及び包装装置の使用に関する方法
US10/317,136 US6860086B2 (en) 2001-12-12 2002-12-12 Packaging apparatus and method for the use of a packaging apparatus
DE60206238T DE60206238T2 (de) 2001-12-12 2002-12-12 Vorrichtung und Verfahren zum Verpacken von Gegenständen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019545 2001-12-12
NL1019545A NL1019545C2 (nl) 2001-12-12 2001-12-12 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019545C2 true NL1019545C2 (nl) 2003-06-13

Family

ID=27607159

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019545A NL1019545C2 (nl) 2001-12-12 2001-12-12 Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019545C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113430496A (zh) * 2021-06-29 2021-09-24 辽宁分子流科技有限公司 一种智能卷绕镀膜生产线

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3589091A (en) 1968-09-06 1971-06-29 Cloud Machine Corp Method and apparatus for wrapping or labeling a package
US4872302A (en) * 1986-02-27 1989-10-10 Borden Bv Method of, and apparatus for, wrapping articles in a plastic film
EP0537844A1 (en) * 1991-10-14 1993-04-21 SITMA S.p.A. Apparatus for stretching a continuous plastics film in a packaging machine
EP0870678A1 (en) * 1997-04-07 1998-10-14 Buhrs-Zaandam B.V. Apparatus for packaging articles of different thickness

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3589091A (en) 1968-09-06 1971-06-29 Cloud Machine Corp Method and apparatus for wrapping or labeling a package
US4872302A (en) * 1986-02-27 1989-10-10 Borden Bv Method of, and apparatus for, wrapping articles in a plastic film
EP0537844A1 (en) * 1991-10-14 1993-04-21 SITMA S.p.A. Apparatus for stretching a continuous plastics film in a packaging machine
EP0870678A1 (en) * 1997-04-07 1998-10-14 Buhrs-Zaandam B.V. Apparatus for packaging articles of different thickness

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113430496A (zh) * 2021-06-29 2021-09-24 辽宁分子流科技有限公司 一种智能卷绕镀膜生产线
CN113430496B (zh) * 2021-06-29 2023-03-14 辽宁分子流科技有限公司 一种智能卷绕镀膜生产线

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2675450C2 (ru) Способ и устройство для выполнения множества задач на полотне материала
US5388387A (en) Packaging film feeding and splicing apparatus and method
US5776045A (en) Machine for attaching a reclosable fastener to a flexible material
US3589091A (en) Method and apparatus for wrapping or labeling a package
JP3073001B2 (ja) ラベル貼り機のためのオンラインエンボス装置
EP1270416A1 (en) Horizontal form fill and seal machine
JPH01294406A (ja) 包装機
CN105636869A (zh) 螺旋包装物品的装置和方法
US5187922A (en) Apparatus and method for transferring signatures to a wrapping machine
NL1019545C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting.
DK0526944T3 (da) Apparat til påføring af et klæbestof på en materialebane
US5133172A (en) Vertical dancer with constant torque
US6282868B1 (en) Method and device for strapping or wrapping objects
EP1319595B1 (en) Apparatus and method for packaging articles
NL1021193C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het gebruik van een verpakkingsinrichting.
JP3575843B2 (ja) 製袋充填包装機における原反送出し方法及び装置
GB2215300A (en) Tape applicator machine
EP4310038A1 (en) Labelling machine for labelling containers adapted to contain a pourable product and method for splicing two webs of labelling material
EP0615507A1 (en) Packaging method
NL1020507C2 (nl) Vorm-, vul- en sluitmachine met buffer.
JPH09295618A (ja) 包装機
JPH08310699A (ja) 製袋充填包装機における原反フィルム径検出方法及び装置並びにそれを用いた原反フィルムの送出し方法及び装置
KR20180015105A (ko) 포장지의 정확한 인출이 이루어지도록 형성되는 정제약포장장치.
JPH0891308A (ja) 製袋充填包装機における原反送出し方法及び装置
JP2019026373A (ja) 製袋充填包装機

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701