NL1018535C2 - Hijsvoorziening. - Google Patents

Description

« * I'

Hij svoorziening

De uitvinding heeft betrekking op een hijsvoorziening omvattende een roteerbare spoel en op de spoel wikkelba-re hijsdraden die in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar verlopen, en een geleideplaat met doorvoeropeningen voor de hijs-5 draden, waarbij door iedere doorvoeropening ten hoogste één hijsdraad verloopt.

Een dergelijke hijsvoorziening is bekend uit de praktijk en wordt gebruikt voor het hijsen van zware lasten. Het gaat daarbij om dermate zware lasten dat het nodig is di-10 verse evenwijdig verlopende hijsdraden toe te passen. In de praktijk kan het aantal evenwijdig verlopende hijsdraden circa 50 bedragen. Deze hijsdraden worden door de geleideplaat gevoerd, waarna deze samenkomen in een zogeheten "strandjack" waaraan de te hijsen last wordt gekoppeld.

15 Een probleem van deze bekende hijsvoorziening is dat het af wikkelen van de hijsdraden van de spoel niet of niet goed mogelijk is. Dit heeft er onder meer mee te maken dat de hijsdraden onderling verwarren. Bovendien zijn de hijsdraden niet geschikt voor drukbelasting. In de praktijk betekent dit 20 dat de bekende hijsvoorziening slechts mogelijk maakt dat de hijsdraden op de spoel worden opgewikkeld en dat, nadat de hijsvoorziening op deze wijze is gebruikt voor het hijsen van een last, de opgewikkelde hijsdraden verschrot worden.

Het probleem dat de bekende hijsvoorziening geen af-25 wikkeling van de spoel mogelijk maakt, leidt nog tot een ander probleem, namelijk in geval de bekende hijsvoorziening meervoudig wordt toegepast voor het hijsen van een bijzonder zware last. In dat geval is namelijk onder omstandigheden het repositioneren van de te hijsen last nodig, waartoe één of 3 0 meer van de toe te passen hijs voorzieningen een hoogtever-stelling dient te ondergaan. Dit nu is met de bekende hijsvoorziening om de hiervoor toegelichte reden niet mogelijk, zodat het hijsen van dergelijke uitzonderlijk zware lasten met de bekende hij svoorziening niet kan plaatsvinden.

35 Met de uitvinding is beoogd de hiervoor genoemde 1018535 2 problemen tegen te gaan, en verdere voordelen te bereiken welke in het navolgende zullen worden toegelicht.

De hijsvoorziening volgens de uitvinding is er daartoe door gekenmerkt, dat tussen de roteerbare spoel en de ge-5 leideplaat voor iedere hijsdraad voorzien is in een gelei-dingsorgaan dat is uitgevoerd als een spiraalveer waarvan de wikkelingen op elkaar aansluiten, en waarvan de binnendiame-ter zo is gedimensioneerd dat de door de spiraalveer gevoerde hijsdraad in haar doorvoerrichting beweegbaar is.

10 Verrassenderwijs is gebleken dat door de toepassing van spiraalveren voor de geleiding van de hijsdraden, de problemen van de bekende hijsvoorziening zijn opgelost. Dit is des te meer verrassend nu een wellicht voor de hand liggende oplossing van een geleidingsorgaan in de vorm van een buis 15 niet beantwoordt aan de oplossing van de gestelde problemen. Essentieel voor de uitvinding is derhalve dat het geleidingsorgaan de vorm van een spiraalveer heeft.

Het is daarbij wenselijk, dat de wikkelingen van de spiraalveer zodanig strak op elkaar aansluiten dat de onder-20 linge aansluiting van deze wikkelingen bij belasting van de hijsdraden blijft gehandhaafd.

Doordat het geleidingsorgaan is uitgevoerd als spiraalveer, biedt deze de mogelijkheid, ook in de zojuist bedoelde strakke wikkeling, dat bij "zware" belasting van de 25 hijsdraden de daarvoor toegepaste spiraalveren een positie kunnen innemen die leidt tot een optimale krachtverdeling over de afzonderlijke hijsdraden.

Het is verder wenselijk, dat de binnendiameter van de spiraalveer zo is gedimensioneerd dat enige zijdelingse 30 verplaatsing van de hijsdraad in de spiraalveer mogelijk is. Als voorbeeld kan genoemd worden dat bij een buitendiameter van 18 mm van de hijsdraden, een binnendiameter van de spiraalveer van 23 mm goed kan voldoen, met name om voldoende bewegingsruimte over te houden in het gedeelte waar de spi-35 raalveer in een bocht verloopt.

Verder is het voordelig,'dat nabij de spoel een kam-orgaan is opgesteld voor het individueel geleiden van iedere hijsdraad vanaf de spoel tot het geleidingsorgaan van die 1 01 853 5 · 3 hijsdraad. Dit ondersteunt effectief het tegengaan van verwarring van de hijsdraden.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toegelicht aan de hand van een niet-beperkend uitvoerings-5 voorbeeld van een hijsvoorziening volgens de uitvinding en onder verwijzing naar de bijgaande tekening.

In de tekening toont: - fig. 1 de hijsvoorziening volgens de uitvinding in zijaanzicht; en 10 -fig. 2 de hijsvoorziening volgens fig. 1 in boven aanzicht .

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

De in fig. 1 en 2 getoonde hijsvoorziening 1 omvat 15 een roteerbare spoel 2 voor op de spoel op- en afwikkelbare hijsdraden. Teneinde onduidelijkheid van de tekening tegen te gaan, zijn deze hijsdraden in de figuren niet afgeheeld. De hijsdraden verlopen in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar en door een geleideplaat 4 die is uitgerust met doorvoeropenin-20 gen voor de hijsdraden. Door iedere doorvoeropening gaat ten hoogste telkens één hijsdraad. In de praktijk bedraagt het aantal hijsdraden dat op deze manier door de doorvoerplaat 4 wordt gevoerd, circa 50. De roteerbare spoel 2 en de doorvoerplaat 4 voor de hijsdraden zijn in de praktijk op een 25 platform 5 geplaatst, waaronder een zogeheten "strandjack" 6 hangt. Aan de bovenzijde van dit "strandjack" 6 komen de hijsdraden samen. Aan de onderzijde van het "strandjack" 6 kan de te hijsen last worden bevestigd.

In fig. 1 is voor de duidelijkheid slechts één ge-30 leidingsorgaan 7 getoond voor doorvoer van een hijsdraad. Dit geleidingsorgaan 7 verloopt tussen de roteerbare spoel 2 en de geleideplaat 4, en is uitgevoerd als een spiraalveer waarvan de wikkelingen op elkaar aansluiten, zodat een voor de hijsdraad in hoofdzaak gesloten geleidingsbuis wordt gevormd. 35 De binnendiameter van de spiraalveer is zo gedimensioneerd dat de door de spiraalveer 7 gevoerde hijsdraad relatief licht in haar doorvoerrichting beweegbaar is. De wikkelingen van de spiraalveer 7 zijn daarbij zodanig strak op elkaar ge- 101 8535 5 4 wikkeld dat de onderlinge aansluiting van de wikkelingen bij belasting van de hijsdraden gehandhaafd blijft. De binnendia-meter van de spiraalveer 7 is verder zo gedimensioneerd dat enige zijdelingse verplaatsing van de hijsdraad in de spi-5 raalveer 7 mogelijk is. In de praktijk kan bij een diameter van de hijsdraad van 18 mm, een binnendiameter van de spiraalveer van circa 23 mm volstaan.

In fig. 2 is de spiraalveer 7 niet ingetekend, maar voor de vakman is duidelijk dat er tussen de spoel 2 en de 10 geleideplaat 4 evenzovele spiraalveren 7 verlopen als er hijsdraden vanaf de spoel 2 naar de geleideplaat 4 verlopen.

Voor het goed functioneren van de inrichting is het verder wenselijk dat - zoals fig. 2 toont - een kamorgaan 8 wordt toegepast voor het individueel geleiden van iedere 15 hijsdraad vanaf de spoel 2 tot de spiraalveer 7 van de desbetreffende hijsdraad.

De uitvinding, zoals deze in de voorgaande niet-beperkende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld is toegelicht, is niet tot dit specifieke voorbeeld beperkt. De be-20 schermingsomvang die aan de uitvinding toekomt, wordt slechts bepaald door de navolgende conclusies.

101 8535 ’

Claims (4)

1. Hijsvoorziening (1) omvattende een roteerbare spoel (2) en op de spoel wikkelbare hijsdraden die in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar verlopen, en een geleideplaat (4) met doorvoeropeningen voor de hijsdraden, waarbij door iedere 5 doorvoeropening ten hoogste één hijsdraad verloopt, met het kenmerk, dat tussen de roteerbare spoel (2) en de geleideplaat (4) voor iedere hijsdraad voorzien is in een gelei-dingsorgaan (7) dat is uitgevoerd als een spiraalveer waarvan de wikkelingen op elkaar aansluiten, en waarvan de binnendia- 10 meter zo is gedimensioneerd dat de door de spiraalveer (7) gevoerde hijsdraad in haar doorvoerrichting beweegbaar is.

2. Hijsvoorziening volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wikkelingen van de spiraalveer zodanig strak op elkaar aansluiten dat de onderlinge aansluiting van deze wik- 15 kelingen bij belasting van de hijsdraden blijft gehandhaafd.

3. Hijsvoorziening volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnendiameter van de spiraalveer (7) zo is gedimensioneerd dat enige zijdelingse verplaatsing van de hijsdraad in de spiraalveer mogelijk is.

4. Hijsvoorziening volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat nabij de spoel een kamorgaan is opgesteld voor het individueel geleiden van iedere hijsdraad vanaf de spoel tot het geleidingsorgaan van die hijsdraad. 1018535 ·