NL1018526C2 - Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan. - Google Patents

Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1018526C2
NL1018526C2 NL1018526A NL1018526A NL1018526C2 NL 1018526 C2 NL1018526 C2 NL 1018526C2 NL 1018526 A NL1018526 A NL 1018526A NL 1018526 A NL1018526 A NL 1018526A NL 1018526 C2 NL1018526 C2 NL 1018526C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheels
chassis
frame
pair
agricultural
Prior art date
Application number
NL1018526A
Other languages
English (en)
Inventor
Theodorus Josef Maria Veenhuis
Original Assignee
Veenhuis Machines
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Veenhuis Machines filed Critical Veenhuis Machines
Priority to NL1018526A priority Critical patent/NL1018526C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018526C2 publication Critical patent/NL1018526C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D13/00Steering specially adapted for trailers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B51/00Undercarriages specially adapted for mounting-on various kinds of agricultural tools or apparatus
    • A01B51/04Undercarriages specially adapted for mounting-on various kinds of agricultural tools or apparatus drawn by animal or tractor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0678Tractors of variable track width or wheel base
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D63/00Motor vehicles or trailers not otherwise provided for
    • B62D63/06Trailers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D7/00Steering linkage; Stub axles or their mountings
    • B62D7/06Steering linkage; Stub axles or their mountings for individually-pivoted wheels, e.g. on king-pins
    • B62D7/14Steering linkage; Stub axles or their mountings for individually-pivoted wheels, e.g. on king-pins the pivotal axes being situated in more than one plane transverse to the longitudinal centre line of the vehicle, e.g. all-wheel steering
    • B62D7/15Steering linkage; Stub axles or their mountings for individually-pivoted wheels, e.g. on king-pins the pivotal axes being situated in more than one plane transverse to the longitudinal centre line of the vehicle, e.g. all-wheel steering characterised by means varying the ratio between the steering angles of the steered wheels
    • B62D7/1509Steering linkage; Stub axles or their mountings for individually-pivoted wheels, e.g. on king-pins the pivotal axes being situated in more than one plane transverse to the longitudinal centre line of the vehicle, e.g. all-wheel steering characterised by means varying the ratio between the steering angles of the steered wheels with different steering modes, e.g. crab-steering, or steering specially adapted for reversing of the vehicle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Steering-Linkage Mechanisms And Four-Wheel Steering (AREA)

Description

*» I
5
GETROKKEN LANDBOUWWAGEN EN WERKWIJZE VOOR HET VOORTBEWEGEN DAARVAN
De uitvinding heeft betrekking op een getrokken landbouwwagen, omvattende een chassis, een voorste paar vrij roteerbare (dat wil zeggen niet aangedreven) wielen, een achterste paar vrij roteerbare wielen en een 10 koppelinrichting, bij voorkeur een trekstang die aan de voorkant van het chassis is bevestigd en waarmee de landbouwwagen achter een aangedreven voertuig kan worden gekoppeld.
15 Een dergelijke getrokken landbouwwagen of aanhangwagen is bekend, en kan vele vormen aannemen. Er kan bijvoorbeeld een giertank, een landbouwwerktuig, of een container voor het verzamelen van geoogste groenten op het chassis zijn gemonteerd. Bij de bekende aanhanger 20 zijn de wielenparen gemonteerd op ten minste een voorste as en een achterste as die aan het chassis zijn bevestigd.
Een probleem dat kan optreden bij een dergelijke 25 aanhangwagen is dat het gewicht van de giertank, het landbouwwerktuig of de verzamelcontainer zodanig groot is, dat de wielen van de aanhangwagen wegzakken in de landbouwgrond, vooral als deze drassig is. Hierdoor treedt beschadiging van de akker of het grasland op, en 30 door de spoorvorming kost het het aangedreven voertuig voorts veel energie om de aanhanger voort te trekken. Daardoor bestaat ook de kans dat de banden van het trekkende voertuig het land beschadigen. Derhalve worden dergelijke aanhangers gewoonlijk uitgerust met extra 35 brede banden en/of meerdere assen, teneinde de druk op de bodem te verminderen. Brede banden en meerdere assen zijn echter duur, en bovendien is de bandbreedte en het i · 2 aantal assen door de afmetingen van het voertuig gelimiteerd.
De uitvinding heeft een goedkope, eenvoudig te 5 vervaardigen aanhangwagen tot doel, die bij een gelijk laadgewicht, gelijke bandbreedte en een gelijk aantal wielen minder diepe sporen trekt dan de bekende aanhangwagens.
10 Daartoe zijn de voorste en achterste wielenparen zodanig aan het chassis bevestigd dat deze gelijktijdig in hoofdzaak dwars op de rijrichting en in onderling tegengestelde richting verplaatsbaar zijn. Hierdoor is het mogelijk om op landbouwgrond de wielen zodanig 15 onderling te verschuiven dat deze verschillende sporen volgen, zodat weliswaar meerdere sporen worden gevormd, maar deze sporen zullen minder diep zijn. Bovendien is het op deze wijze mogelijk de bandbreedte en de zijdelingse verplaatsing zo op elkaar af te stemmen dat 20 de sporen op elkaar aansluiten, zodat er één heel breed spoor ontstaat, waardoor de bodem overal in ongeveer gelijke mate wordt ingedrukt. Een dergelijke wijze van voortbewegen wordt ook wel hondegang genoemd.
25 Het zijwaarts verplaatsen van wielen ten opzichte van een voertuig teneinde de beschadiging van landbouwgrond te verminderen is op zichzelf bekend, bijvoorbeeld uit NL-A-1001994, welke publikatie echter niet een getrokken voertuig betreft, maar een zelfaangedreven voertuig, 30 waarvan de wielen zijwaarts kunnen worden verplaatst.
Het zijwaarts verplaatsen van aangedreven wielen is echter alleen goed mogelijk als de aandrijfmotor en de aandrijfassen met de zijwaarts verplaatsende wielen meebewegen, zodat niet alleen de wielen, maar ook de 35 aandrijfmotor en aandrijfassen moeten kunnen bewegen ten opzichte van de rest van het voertuig. Daardoor bestaat het bewegende deel uit een groot gedeelte van het 3 voertuig en is het voertuig gecompliceerd. Bovendien heeft een zelfaangedreven voertuig als nadeel dat de resultante van de krachten waarmee het voertuig zich tegen de bodem afzet, buiten het symmetrievlak van het 5 voertuig komt te liggen. Daardoor wordt het voertuig als het ware scheef voortgestuwd, tenzij alle wielen van het voertuig worden aangedreven, hetgeen dan ook bij het zelfaangedreven voertuig volgens NL-A-1001994 het geval is.
10
Bij voorkeur blijven de wielen van het voorste wielenpaar tijdens het verplaatsen steeds evenwijdig aan het verticale middenvlak van de landbouwwagen en kunnen de wielen van het achterste wielenpaar om een vertikale 15 as zwenken. Om de voorste wielen in genoemde evenwijdige stand te houden kunnen mechanische of hydraulische middelen aanwezig zijn en het zwenken van de achterste wielen kan tot stand komen door hydraulische middelen of door de verticale zwenkas vóór de horizontale rotatie-as 20 van het wiel te positioneren, zodat de wielen vanzelf in de juiste richting gaan staan, zonder dat ze gestuurd worden.
Elk van de vier wielen kan om een respectievelijke 25 verticale as scharnierbaar aan een gestel zijn bevestigd, waarbij die vier scharnier-assen op de hoekpunten van een in het horizontale vlak gelegen rechthoek liggen. Daarbij is het gestel, draaibaar om een verticale as, aan het chassis bevestigd.
30
In een voorkeursuitvoering zijn een voorste subframe en een achterste subframe aanwezig die elk de wielen van een wielenpaar onderling verbinden. Daarbij kunnen beide subframes, elk roteerbaar om een verticale as, zijn 35 bevestigd aan een gestel, welk gestel om een verticale as roteerbaar is bevestigd aan het chassis. Deze laatste verticale as bevindt zich in het verticale middenvlak 4 van de landbouwwagen en bij voorkeur ongeveer midden tussen de beide subframes. Bij het roteren van het gestel ten opzichte van het chassis beweegt elk subframe zich in dwarsrichting ten opzichte van de landbouwwagen, 5 in onderling tegengestelde richting.
Bij voorkeur zijn besturingsmiddelen aanwezig die voorkomen dat een subframe, tijdens zijn verplaatsing, om een verticale as roteert ten opzichte van het 10 chassis, zodat het voorste subframe, of beide subframes, zich steeds in dwarsrichting van de landbouwwagen blijven uitstrekken. Dit kunnen mechanische of hydraulische besturingsmiddelen zijn.
15 In een voorkeursuitvoering zijn de wielen van het voorste wielenpaar zodanig aan het voorste subframe bevestigd, dat zij beide uitsluitend om een gemeenschappelijke horizontale as roteerbaar zijn. Wanneer het voorste subframe alleen verplaatst en niet roteert ten 20 opzichte van de landbouwwagen, ofwel het chassis, blijven de voorste wielen dan steeds evenwijdig aan de landbouwwagen.
Bij voorkeur zijn de wielen van het achterste wielenpaar 25 elk zwenkbaar om een in hoofdzaak verticale as aan het achterste subframe bevestigd, welke as vóór de horizontale rotatie-as van het betreffende wiel ligt, zodat zij vanzelf de juiste stand kiezen tijdens het voorwaarts rijden.
30
In een andere uitvoeringsvorm roteren beide achterste wielen om een gemeenschappelijke verticale as, die vóór hun gemeenschappelijke horizontale rotatie-as ligt, hetgeen eveneens een zelfsturing tot gevolg heeft.
In een voorkeursuitvoering zijn besturingsmiddelen aanwezig om de rotatie-stand van het gestel ten opzichte 35 5 van het chassis te regelen. Tijdens het rijden van de landbouwwagen over het land kan dat de enige besturing zijn, althans wanneer de voorste wielen in genoemde evenwijdige stand worden gehouden en de achterste wielen 5 vrij zwenkbaar om de beschreven verticale assen zijn, die vóór de horizontale rotatie-assen liggen. Door rotatie van het gestel ten opzichte van het chassis kan de landbouwwagen dan in de zogenaamde hondegang en weer in de normale gang worden gebracht.
10
Bij voorkeur is elk wielenpaar, vanuit het symmetrie-vlak van de wagen, in beide richtingen in hoofdzaak dwars op de rijrichting verplaatsbaar. Daardoor kan de hondegang naar worden gereden met naar keuze de voorste 15 wielen naar links of naar rechts verplaatst.
Bij voorkeur wordt bij het keren van de landbouwwagen op het land, waarbij de wagen eerst in een bepaalde richting wordt voortgetrokken en dan een bocht neemt om 20 in tegengestelde richting te gaan rijden, het gestel ten opzichte van het chassis geroteerd, zodat na het keren de wielen in de andere zijwaartse richting zijn verplaatst. Het is gebleken dat daardoor het nemen van de bocht gemakkelijker gaat wanneer zig-zag over het 25 land wordt gereden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het voortbewegen van een getrokken landbouwwagen omvattende een chassis, een voorste paar vrij roteerbare 30 wielen en een achterste paar vrij roteerbare wielen, waarbij de landbouwwagen middels een koppelinrichting achter een aangedreven voertuig wordt gekoppeld, waarbij de voorste en achterste wielenparen gelijktijdig in hoofdzaak dwars op de rijrichting en in onderling tegen-35 gestelde richting worden verplaatst.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand 6 van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarin:
Figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een 5 getrokken landbouwwagen;
Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van de getrokken landbouwwagen van figuur 1 in normale gang; 10 Figuur 3 een schematisch achteraanzicht is van de getrokken landbouwwagen van figuur 2;
Figuur 4 een schematisch bovenaanzicht is van de getrokken landbouwwagen van figuur 1 in hondegang; 15
Figuur 5 een schematisch achteraanzicht is van de getrokken landbouwwagen van figuur 4; en
Figuur 6 schematisch toont hoe de getrokken landbouw-20 wagen op het land wordt gekeerd.
Volgens de figuren omvat de landbouwwagen een chassis 1, waaraan aan de voorzijde een trekstang 2 is bevestigd. Deze trekstang kan gekoppeld worden aan bijvoorbeeld een 25 trekker (niet getoond). Op het chassis kan voorts een giertank, een container, een landbouwwerktuig (niet getoond) of iets dergelijks zijn bevestigd.
Onder tegen het chassis 1 is een gestel 3 in het 30 horizontale vlak roteerbaar rond een rotatie-as 4 bevestigd. Nabij het voorste uiteinde van de gestel 3 is een voorste paar wielen 5 middels een subframe 6 aan de gestel 3 bevestigd, en nabij het achterste uiteinde van de gestel 3 is een achterste paar wielen 7 middels een 35 subframe 8 aan de gestel 3 bevestigd. Daarbij zijn het voorste subframe 6 en het achterste subframe 8 in het horizontale vlak roteerbaar rond rotatie-assen 9 aan de 1 ' A' 7 gestel 3 bevestigd.
Zoals getoond in de figuren 2 en 3 kunnen de wielenparen 5,7 in lijn achter elkaar zijn geplaatst, bijvoorbeeld 5 teneinde met de wagen op de openbare weg te rijden. Als de wagen met een zware lading over landbouwgrond gereden gaat worden, kunnen de wielenparen door het roteren en vervolgens fixeren van de gestel 3, in de stand worden gebracht zoals getoond in figuren 4 en 5, waarbij de 10 subframes 6,8 zich loodrecht op de rijrichting blijven uitstrekken. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door een voor dit doel op zichzelf bekende parallellogram stangenconstructie. Ook kunnen de subframes 6,8 op afstand achter de rotatie-assen 9 worden geplaatst, 15 zodat de wielenparen zich tijdens het rijden zelf richten in de rijrichting.
Zoals figuur 5 toont, vormen de wielen 5,7 in de hondegang door een juiste afstemming van de breedte van 20 de wielen 5,7 en de zijwaartse verplaatsing aaneensluitende sporen, waardoor de druk op de bodem optimaal wordt verdeeld en diepe spoorvorming wordt voorkomen.
25 Figuur 6 toont het rijden met de landbouwwagen. Bij A is de situatie weergegeven waarin rechtuit wordt gereden in de normale gang. De wielen 15 van een trekker, die de landbouwwagen trekt, zijn schematisch aangegeven. Door middel van trekstang 2 is de landbouwwagen aan de 30 trekker bevestigd. Onder het chassis 1 is gestel 3 aanwezig waaraan het voorste subframe 6 en het achterste subframe 8 zijn bevestigd. De wielen 5,7 zijn bij A gepositioneerd zoals bij een normale aanhangwagen.
35 In situatie B wordt de landbouwwagen in de zogenaamde hondegang gebracht door het gestel 3 linksom te draaien ten opzichte van het chassis 1. Dat kan met niet 8 weergegeven hydraulische besturingsmiddelen gebeuren. De voorste wielen 5 worden daarbij evenwijdig aan het verticale middenvlak van de wagen gehouden, terwijl de achterste wielen 7 vrij zwenkbaar worden gelaten. Omdat 5 de verticale zwenkassen 16 vóór de horizontale wielassen zijn gepositioneerd, volgen de wielen 7 de juiste weg bij het zwenken. De landbouwwagen komt vervolgens vanzelf in de hondegang, zoals dat bij C is weergegeven.
10 Van situatie C via situatie D wordt situatie E bereikt, waarbij de landbouwwagen keert en daartoe een bocht van 180 graden naar links maakt, om over het land in tegengestelde richting verder te rijden. Tijdens het keren, dat in de figuur linksom gebeurt, draait het 15 gestel 3 ten opzichte van het chassis 1 rechtsom, zodat na het keren een de voorste wielen 5 naar rechts verplaatst zijn in plaats van naar links, zoals vóór het keren. Eventueel kan het gestel 3 ten opzichte van het chassis 1 linksom draaien bij het nemen van een bocht 20 naar links, zodat de draairichting van de wagen en de draairichting van het gestel ten opzichte van het chassis dezelfde richting hebben. Door het telkens wisselen van de richting waarin de wielen zijwaarts zijn verplaatst bij het nemen van de bocht, wordt bij het 25 zig-zag over het land rijden steeds op dezelfde manier de bocht genomen.

Claims (10)

1. Getrokken landbouwwagen, omvattende een chassis, een voorste paar vrij roteerbare wielen, een 5 achterste paar vrij roteerbare wielen en een koppelinrichting waarmee de landbouwwagen achter een aangedreven voertuig kan worden gekoppeld, met het kenmerk, dat de voorste en achterste wielenparen zodanig aan het chassis zijn bevestigd 10 dat deze gelijktijdig in hoofdzaak dwars op de rijrichting en in onderling tegengestelde richting verplaatsbaar zijn.
2. Getrokken landbouwwagen volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat de wielen van het voorste wielenpaar tijdens het verplaatsen steeds evenwijdig aan het verticale middenvlak van de landbouwwagen blijven en dat de wielen van het achterste wielenpaar om een vertikale as kunnen 20 zwenken.
3. Getrokken landbouwwagen volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een voorste subframe en een achterste subframe aanwezig zijn die elk de wielen 25 van een wielenpaar onderling verbinden.
4. Getrokken landbouwwagen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat beide subframes, elk roteerbaar om een verticale as, zijn bevestigd aan een gestel, 30 welk gestel om een verticale as roteerbaar is bevestigd aan het chassis.
5. Getrokken landbouwwagen volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat besturingsmiddelen aanwezig 35 zijn die voorkomen dat een subframe tijdens zijn verplaatsing om een verticale as roteert ten opzichte van het chassis. ·
6. Getrokken landbouwwagen volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de wielen van het voorste wielenpaar zodanig aan het voorste subframe zijn bevestigd, dat zij beide uitsluitend om een 5 gemeenschappelijke horizontale as roteerbaar zijn.
7. Getrokken landbouwwagen volgens een voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wielen van het achterste wielenpaar elk zwenkbaar om een verticale 10 as aan het achterste subframe zijn bevestigd, welke as vóór de horizontale rotatie-as van het betreffende wiel ligt.
8. Getrokken landbouwwagen volgens een van de 15 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, elk wielenpaar, vanuit het symmetrie-vlak van de wagen, in beide richtingen in hoofdzaak dwars op de rijrichting verplaatsbaar is.
9. Werkwijze voor het voortbewegen van een getrokken landbouwwagen omvattende een chassis, een voorste paar vrij roteerbare wielen en een achterste paar vrij roteerbare wielen, waarbij de landbouwwagen middels een koppelinrichting achter een aangedreven 25 voertuig wordt gekoppeld, met het kenmerk, dat de voorste en achterste wielenparen gelijktijdig in hoofdzaak dwars op de rijrichting en in onderling tegengestelde richting worden verplaatst.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de wielen door middel van een om een verticale as ten opzichte van het chassis roteerbaar gestel met het chassis zijn verbonden, en dat bij het keren van de landbouwwagen het gestel ten opzichte van 35 het chassis wordt geroteerd, zodat na het keren de wielen in de andere zijwaartse richting zijn verplaatst.
NL1018526A 2001-07-12 2001-07-12 Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan. NL1018526C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018526A NL1018526C2 (nl) 2001-07-12 2001-07-12 Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018526A NL1018526C2 (nl) 2001-07-12 2001-07-12 Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
NL1018526 2001-07-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018526C2 true NL1018526C2 (nl) 2003-01-14

Family

ID=19773715

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018526A NL1018526C2 (nl) 2001-07-12 2001-07-12 Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018526C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1022539C2 (nl) 2003-01-31 2004-08-03 Veenhuis Machines Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
EP1623616A2 (de) * 2004-08-07 2006-02-08 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Gezogenes landwirtschaftliches Bodenbearbeitungsgerät

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2232133A (en) * 1989-04-20 1990-12-05 Suehiro Ind Limited Trailer with interconnected steerable axles
NL1001994C2 (nl) 1995-12-27 1997-06-30 Vredo Beheer B V Zelfrijdend voertuig.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2232133A (en) * 1989-04-20 1990-12-05 Suehiro Ind Limited Trailer with interconnected steerable axles
NL1001994C2 (nl) 1995-12-27 1997-06-30 Vredo Beheer B V Zelfrijdend voertuig.
EP0781699A1 (en) * 1995-12-27 1997-07-02 Vredo Beheer B.V. Self-propelling vehicle

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1022539C2 (nl) 2003-01-31 2004-08-03 Veenhuis Machines Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
EP1623616A2 (de) * 2004-08-07 2006-02-08 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Gezogenes landwirtschaftliches Bodenbearbeitungsgerät
EP1623616A3 (de) * 2004-08-07 2006-03-01 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Gezogenes landwirtschaftliches Bodenbearbeitungsgerät

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2598302C (en) Oscillating tandem steering system for an agricultural implement
DE10224939B4 (de) Triebachs-Anhänger
US6739612B2 (en) Offset arm for towing rotary mowers and the like
US4410219A (en) Tracked vehicles
US4063745A (en) Trailer for farm machinery
US4281882A (en) Vehicle track with I-shaped ground engaging profiles
US2959428A (en) Trailer assembly
CA2533967A1 (en) Vehicle, in particular convoy security vehicle, with means for clearing mines
US11864496B2 (en) Self-propelled agricultural machine
ZA200603774B (en) Driven steer carriage
US20010030068A1 (en) Positively driven elastromeric track and suspension system for an agricultural tractor
NL1003572C2 (nl) Landbouwkundig arbeidswerktuig, in het bijzonder een veelwiel-hooischudder.
US3688847A (en) Mounting frame assembly for all terrain vehicle
US4993499A (en) Wing packer
US4117906A (en) Linear travel device for self-propelled articulated vehicle
NL1018526C2 (nl) Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
NL1032472C2 (nl) Inrichting voor het koppelen van een trekkend voertuig en een getrokken voertuig alsmede een voertuigcombinatie.
US2744643A (en) Tiltable body trailer
NL1022539C2 (nl) Getrokken landbouwwagen en werkwijze voor het voortbewegen daarvan.
JP3531853B2 (ja) トラクタ
BE1024752A1 (nl) Modulaire kiepwagen, uitbreidingsmodule, systeem van kiepwagen en uitbreidingsmodule
US6076620A (en) Agricultural machine
EP0092952A1 (en) Land vehicle
NL1001994C2 (nl) Zelfrijdend voertuig.
GB2404903A (en) Load transport assembly

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170801