NL1016415C2 - Raamconstructie. - Google Patents

Raamconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1016415C2
NL1016415C2 NL1016415A NL1016415A NL1016415C2 NL 1016415 C2 NL1016415 C2 NL 1016415C2 NL 1016415 A NL1016415 A NL 1016415A NL 1016415 A NL1016415 A NL 1016415A NL 1016415 C2 NL1016415 C2 NL 1016415C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
hinge pin
window construction
window
receiving
Prior art date
Application number
NL1016415A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Van Deursen
Original Assignee
J Van Deursen Beheer Bergen Op
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by J Van Deursen Beheer Bergen Op filed Critical J Van Deursen Beheer Bergen Op
Priority to NL1016415A priority Critical patent/NL1016415C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016415C2 publication Critical patent/NL1016415C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D11/00Additional features or accessories of hinges
    • E05D11/08Friction devices between relatively-movable hinge parts
    • E05D11/082Friction devices between relatively-movable hinge parts with substantially radial friction, e.g. cylindrical friction surfaces
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B19/00Arrangements or adaptations of ports, doors, windows, port-holes, or other openings or covers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C5/00Fastening devices with bolts moving otherwise than only rectilinearly and only pivotally or rotatively
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B19/00Arrangements or adaptations of ports, doors, windows, port-holes, or other openings or covers
    • B63B2019/0007Ship's windows
    • B63B2019/0015Bull's eyes, or the like ship's windows
    • B63B2019/003Pivotal bull's eyes with peripheral hinge axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B19/00Arrangements or adaptations of ports, doors, windows, port-holes, or other openings or covers
    • B63B2019/0053Locking means for ports, doors, windows, covers, or the like, e.g. providing for watertight closure when locked
    • B63B2019/0061Locking means for ports, doors, windows, covers, or the like, e.g. providing for watertight closure when locked comprising pivotally supported threaded locking bolts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C3/00Fastening devices with bolts moving pivotally or rotatively
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/50Application of doors, windows, wings or fittings thereof for vehicles
    • E05Y2900/514Application of doors, windows, wings or fittings thereof for vehicles for ships

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Hinges (AREA)

Description

\
Titel: Raamconstructie
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op een raamconstructie, in het bijzonder een klapraam, omvattende: een bevestigingsframe dat bestemd is om te worden aangebracht in een wand; een door middel van een scharnierpen scharnierbaar aan het 5 bevestigingsframe bevestigd raamwerk met een ruit, welk raamwerk een gesloten positie, een uiterste geopende positie en ten minste één tussen genoemde posities in gelegen tussenpositie kan innemen; aan het bevestigingsframe verschafte eerste opnameruimten voor het daarin opnemen van ten minste een eerste deel van de scharnierpen; aan het 10 raamwerk verschafte tweede opnameruimten voor het daarin opnemen van ten minste een tweede deel van de scharnierpen; en vasthoudmiddelen voor het, althans in hoofdzaak, fixeren van het raamwerk in genoemde posities.
Raamconstructies, in het bijzonder klapramen, zijn in de 15 praktijk welbekend. Een mogelijke toepassing van klapramen wordt gevonden in de vorm van patrijspoorten zoals gebruikt aan boord van vaartuigen. Hiernavolgend zal de uitvinding worden besproken aan de hand van patrijspoorten als toepassingsvoorbeeld van klapramen, echter is de uitvinding hiertoe niet beperkt.
20 Patrijspoorten vinden zoals vermeld vooral toepassing aan boord van vaartuigen. Een patrijspoort is in hoofdzaak gevormd door een bevestigingsframe, dat in een in een wand van een schip aangebrachte opening wordt aangebracht. Het bevestigingsframe omvat daartoe een qua vorm en afmetingen met de opening overeenstemmend inzetstuk, dat 25 in de wand van het schip aangebrachte opening wordt ingezet. Een dergelijk inzetstuk strekt zich uit door de wand van het schip en omvat aan het aan de binnenzijde van het schip gelegen deel daarvan ten minste één eerste scharnierdeel, zoals een nok met een daarin aangebrachte opnameopening.
30 Op deze wijze ontstaat er een aan de wand van het schip gemonteerd bevestigingsframe, waaraan een raamwerk met een ruit kan worden bevestigd. Het raamwerk bestaat daarbij in hoofdzaak uit een tot een gesloten kader omgebogen profieldeel waaraan de ruit is bevestigd. Het raamwerk heeft een tweede scharnierdeel, zoals een 1 ni64 1 5* - 2 - uitsparing, dat samenwerkt met het eerste scharnierdeel aan het bevestigingsprofiel. Beide scharnierdelen stellen een scharnier samen, dat het raamwerk beweegbaar met het bevestigingsframe verbindt.
5 Uit de praktijk is een patrijspoort bekend, waarbij het raamwerk met het bevestigingsframe is verbonden door middel van twee scharnieren, en waarbij de patrijspoort is voorzien van vasthoudmiddelen voor het in een vaste stand houden van het venster. Hierdoor is het mogelijk, dat de patrijspoort kan worden geopend en 10 daarbij in de open positie kan worden gehouden zonder dat daarbij het raamwerk dicht zal klappen.
Bij de bekende patrijspoort zijn de vasthoudmiddelen gevormd als een aan het bevestigingsprofiel aangebrachte vertanding die samenwerkt met een aan het raamwerk aangebrachte veerkrachtige lip.
15 Door het venster te openen, roteert de lip ten opzichte van de vertanding. Hierdoor zal een vrij uiteinde van de lip door een passerende tand worden opgetild en vervolgens bij een verder openen tussen twee opeenvolgende tanden van de vertanding geraken. Door de veerkrachtige eigenschappen van de lip, en wordt de lip tegen de 20 vertanding gedrukt, zodat het mogelijk is, indien het vrije uiteinde van de lip zich tussen twee tanden bevindt, de stand die het venster op dat moment inneemt vast te houden.
Bij de bekende patrijspoort zijn zowel de vertanding als de veerkrachtige lip vervaardigd van kunststof, waarbij tevens een 25 omgeknikt stukje verenstaal als versteviging is aangebracht.
Een bezwaar van de bekende patrijspoort is dat het venster slechts een beperkt aantal geopende standen kan innemen. Het aantal geopende standen hangt daarbij af van het aantal tanden dat is verschaft, waarbij het voor een zekere werking van de bekende 30 patrijspoort vereist is, dat de tanden voldoende hoog zijn om een voldoend grote weerstand tegen verdraaien van het venster te garanderen.
Bovendien is de vertanding niet altijd volledig bruikbaar indien de slag van het venster is beperkt door de omgeving. Door de 35 plaatsing van de vertanding kan het zijn, dat precies aan het einde van de voor de slag beschikbare ruimte een tand is aangebracht, zodat de volledig ter beschikking staande ruimte voor het openen van het 'i.V' - 3- venster niet kan worden benut. De bekende patrijspoort heeft hierdoor een "dode hoek".
Bovendien is het een bezwaar van de bekende patrijspoort dat de vertanding en in het bijzonder de veerkrachtige lip die aangrijpt op 5 de vertanding, onderhevig is aan een aanzienlijke slijtage, daar de lip met kracht over de vertanding beweegt tijdens openen en sluiten van het venster. Bovendien lopen de veerkrachtige eigenschappen van de veerkrachtige lip door gebruik achteruit, zodat het venster steeds minder tegenwerking zal ondervinden tegen ongewenst verdraaien. De 10 werking van de patrijspoort zal hierdoor achteruitgaan.
Een verder bezwaar van de bekende patrijspoort is dat de bediening van het venster, in bijzonder het openen en sluiten daarvan, tegen de werking in van de veerkrachtige lip, moeizaam verloopt.
15 Bovendien is het een bezwaar van de bekende patrijspoort dat er zich eenvoudig vuil in het scharnier kan ophopen, waarbij bovendien dit vuil slecht hieruit te verwijderen is.
Daarnaast kleeft aan de bekende patrijspoort het bezwaar, dat de constructie van de vertanding en de daarmee samenwerkende lip het 20 uiterlijk van de patrijspoort nadelig beïnvloedt.
Doel van de uitvinding is een raamconstructie, in het bijzonder een patrijspoort, van de bovengenoemde soort te verschaffen, die de bovengenoemde bezwaren geheel of althans gedeeltelijk opheft.
Voor het bereiken van bovengenoemd doel is de uitvinding 25 daardoor gekenmerkt, dat de vasthoudmiddelen zijn ingericht voor het op de opnameruimten, of althans een gedeelte daarvan, uitoefenen van een wrijvingskracht. Hierdoor wordt een raamconstructie, in het bijzonder een klapraam zoals een patrijspoort, verschaft waarbij het mogelijk is het raamwerk traploos te verstellen tussen de gesloten 30 positie en de uiterst geopende positie en waarbij het raamwerk zeker in een tussenpositie kan worden gehouden.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de raamconstructie volgens de uitvinding is de scharnierpen voorzien van instelmiddelen voor het in radiale richting doen variëren van zijn omtrek, over 35 althans een deel van de lengte van de scharnierpen. Door het vergroten van de omtrek van de scharnierpen zal deze met zijn buitenomtrek aanliggen tegen de binnenzijde van de betreffende opnameruimte, zodat er een klemkracht en daarmee tijdens openen en 10164 15^ - 4- sluiten van het raamwerk een wrijvingskracht wordt uitgeoefend op de betreffende opnameruimte.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de raam-constructie volgens de uitvinding zijn de instelmiddelen ingericht 5 voor het opwekken van een in hoofdzaak axiaal gerichte drukspanning in de scharnierpen. Hierdoor zal de scharnierpen enigszins worden verkort en zal dientengevolge de radiale omvang van de scharnierpen toenemen, zodat het gewenste klemeffect zal worden bereikt.
In een volgende voordelige uitvoeringsvorm van de raam-10 constructie volgens de uitvinding is de scharnierpen uitgevoerd als een in hoofdzaak holle cilinder met een doorlopende boring, waarbij de instelmiddelen, althans gedeeltelijk, in de boring zijn aangebracht, waarbij de doorlopende boring, althans gedeeltelijk, is voorzien van schroefdraad en waarbij de instelmiddelen ten minste één 15 stelschroef omvatten, die in samengestelde toestand van het scharnier samenwerkt met de schroefdraad. Op deze wijze wordt een eenvoudige constructie verschaft, waarbij bovendien eenvoudig en zonder een aanzienlijke krachtsinspanning een grote drukspanning in de scharnierpen kan worden opgewekt enkel door het aandraaien van de 20 stelschroef.
In een nog verdere voordelige uitvoeringsvorm van de raam-constructie volgens de uitvinding heeft de scharnierpen een getrapte boring, die een eerste sectie in de scharnierpen definieert met een eerste diameter en een tweede sectie in de scharnierpen definieert 25 met een tweede diameter, waarbij de tweede diameter groter is dan de eerste diameter. Hierdoor heeft een gedeelte van de scharnierpen een geringere wanddikte en derhalve zal ter plaatse de radiale omvang van de scharnierpen eenvoudiger kunnen worden vergroot door het aandraaien van de stelschroef.
30 In een volgende voordelige uitvoeringsvorm van de raam- constructie volgens de uitvinding is in de tweede sectie in de scharnierpen een cilindrische steunrand aangebracht met een boorgat coaxiaal met de doorlopende boring van de scharnierpen, waarbij genoemd boorgat een diameter heeft die groter dan de eerste diameter 35 doch kleiner dan de tweede diameter is. Door het vervolgens toepassen van een stelschroef met een schroefkop met een buitendiameter die geringer is dan de diameter van de tweede sectie, is het mogelijk de stelschroef met de schroefkop te verzinken in de scharnierpen. Tevens - 5- dient de steunrand voor het op een geschikte wijze overbrengen van de door het aandraaien van de stelschroef opgewekte drukspanning.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de raamconstructie volgens de uitvinding is in de scharnierpen tussen de eerste sectie 5 en de steunrand een samendrukbaar lichaam verschaft, dat is voorzien van een boring coaxiaal met de doorlopende boring. Hierdoor wordt vermeden, dat tijdens het opwekken van een drukspanning in de scharnierpen de wand van de scharnierpen ter plaatse naar binnen zal gaan rimpelen, hetgeen als gevolg zou hebben, dat de radiale omvang 10 van de scharnierpen niet zal toenemen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de raamconstructie volgens de uitvinding is het bevestigingsframe voorzien van ten minste één nok, waarin de eerste opnameruimte is verschaft, en is in het raamwerk ten minste één uitsparing verschaft, die bestemd is voor het 15 opnemen van de nok, waarbij de tweede opnameruimten zijn verschaft aan weerszijden van de uitsparing en waarbij de eerste opnameruimten en de tweede opnameruimten in hoofdzaak in eikaars verlengde liggen. Hierdoor wordt een compact scharnier verschaft, dat bovendien een fraai uiterlijk heeft, in het bijzonder indien de contour van de nok 20 is aangepast aan de contour van het raamwerk ter hoogte van de nok.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de raamconstructie volgens de uitvinding is de scharnierpen aan zijn buitenomtrek voorzien van ten minste één borgspie voor het tegen rotatie borgen van de scharnierpen in de eerste of tweede opnameruimten, waarbij het 25 raamwerk is gevormd als een profieldeel met een daarin aangebrachte doorlopende boring met een in hoofdzaak cirkelcilindrische dwarsdoorsnede, en waarbij de boring is voorzien van een sleuf voor het opnemen van de borgspie. Door de koppeling van de borgspie met de sleuf zal de scharnierpen zijn geborgd tegen verdraaien, hetgeen 30 nodig is om te voorkomen dat bij het aandraaien van de stelschroef de scharnierpen in de opnameruimten meedraait met de stelschroef.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de raamconstructie volgens de uitvinding is de scharnierpen vervaardigd van kunststof, zodat het vergroten van de radiale omvang van de scharnierpen zonder een zeer 35 grote krachtsinspanning kan worden bewerkstelligd, en een grote wrijvingskracht kan worden opgewekt zonder dat daarbij het risico bestaat van een beschadiging van de binnenoppervlakken van de opnameruimten.
mi 64 1 5"* - 6-
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de raamconstructie volgens de uitvinding zijn het bevestigingsframe en het raamwerk vervaardigd van een geschikt lichtgewicht metaal, zoals aluminium, zodat een relatief lichtgewicht patrijspoort resulteert.
5 In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de raam constructie volgens de uitvinding is voorzien in vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van het raamwerk in de gesloten positie, waarbij de vergrendelmiddelen zijn gevormd als een scharnierbaar aan het bevestigingsframe bevestigd draadeinde met een vrij uiteinde, 10 waarbij aan het vrije uiteinde een axiaal over het draadeinde verplaatsbaar klemdeel is verschaft met een inwendige schroefdraad, waarbij het klemdeel is ingericht voor het tussen het bevestigingsframe en een naar het bevestigingsdeel toe gerichte zijde van het klemdeel vastklemmen van het raamwerk, waarbij het klemdeel 15 is gevormd als een moer met twee, in hoofdzaak, in eikaars verlengde aangebrachte vleugels, waarbij het raamwerk in zijn omtreksrand is voorzien van ten minste één uitsparing voor het zijdelings doorvoeren van het draadeinde. Op deze wijze is het mogelijk om in gesloten en vergrendelde positie van de patrijspoort de klemdelen binnen de 20 buitenomtrek van het raamwerk te laten vallen, dat wil zeggen dat de vleugels van het klemdeel niet buiten de omtrek van het raamwerk zullen uitsteken. Hierdoor is bereikt, dat de montage van de patrijspoort in de wand van een vaartuig eenvoudiger kan worden uitgevoerd.
25 Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een raamconstructie volgens de uitvinding, in het bijzonder een patrijspoort, onder verwijzing naar de tekening, en waarin: 30 figuur 1 een vooraanzicht toont van een patrijspoort volgens de uitvinding in geopende positie; figuur 2 de patrijspoort van figuur 1 toont in een gesloten positie; 35 figuur 3 schematisch in dwarsdoorsnede een patrijspoort toont volgens de uitvinding in een gesloten positie; figuur 4 schematisch in perspectief en in vergrote weergave een met I aangeduid gebied uit figuur 1 toont, en ' - * - * m - 7 - figuur 5 schematisch in dwarsdoorsnede een deel van een scharnier toont.
Figuur 1 toont een in zijn algemeenheid met het verwijzings-5 cijfer 1 aangeduide, zich in een geopende toestand bevindend klapraam 1, hierna aangeduid als patrijspoort, in een vooraanzicht daarvan. De patrijspoort 1 is bestemd om te worden gemonteerd in een niet nader getoonde wand van een vaartuig.
De patrijspoort 1 omvat een bevestigingsframe 2 met een in 10 hoofdzaak rechthoekige contour, waarbij het bevestigingsframe 2 is ingericht om een koppeling tot stand te brengen met de wand van het vaartuig. Het bevestigingsframe 2 is gevormd door een in hoofdzaak recht profieldeel om te buigen tot de getoonde rechthoekige contour, waarbij vrije uiteinden 7a, 7b van het profieldeel op een niet nader 15 getoonde wijze met elkaar zijn verbonden teneinde een vormgesloten geheel te verkrijgen. Aan het bevestigingsframe 2 is scharnierbaar een, in hoofdzaak, rechthoekig raamwerk 3 bevestigd, waarbij het raamwerk 3 een binnenomtrek heeft waaraan een steunrand 4a is gevormd voor het daarop monteren van een ruit 5 van bijvoorbeeld glas of een 20 geschikte doorzichtige kunststof. De ruit 5 is daarbij omgeven door een opstaande rand 4b, waarvan de hoogte overeenstemt met de dikte van de ruit 5.
Het raamwerk 3 is eveneens gevormd van een in hoofdzaak recht profieldeel, waarbij in het inwendige van het profieldeel een 25 centrale ruimte is aangebracht. Het profieldeel voor het raamwerk 3 is omgebogen tot de getoonde rechthoekige contour, waarbij vrije uiteinden 8a, 8b van het profieldeel voor het raamwerk 3 op een niet nader getoonde wijze met elkaar zijn verbonden teneinde een vormgesloten geheel te verkrijgen. De afmetingen van de ruit 5 30 respectievelijk de afmetingen van de steunrand 4 stemmen daarbij in hoofdzaak overeen met de afmetingen van de binnenomtrek van het bevestigingsframe 2.
Het raamwerk 3 is scharnierbaar verbonden met het bevestigingsframe 2 door middel van twee, in hun geheel met 35 verwijzingscijfer 6 aangeduide scharnieren. De scharnieren 6 omvatten elk een aan het bevestigingsframe 2 aangebrachte nok 9, die huist in een in het raamwerk 3 aangebrachte uitsparing 10. De nok 9 omvat een
Mfc,·) - 8- niet nader getoond centraal boorgat, dat bestemd is voor het doorvoeren van een slechts schematisch weergegeven scharnierpen 11.
De verbinding tussen de nok 9 en de uitsparing 10 komt tot stand door middel van de scharnierpen 11, waarbij de scharnierpen 11 5 zich gedeeltelijk uitstrekt tot in de genoemde centrale ruimte van het raamwerk 3. De centrale ruimte fungeert derhalve voor een gedeelte als een opnameruimte voor de scharnierpen 11.
In het raamwerk 3 zijn op afstand van de uitsparingen 10 toevoeropeningen 12 aangebracht, zodat een gedeelte van de in het 10 profieldeel van het raamwerk 3 voorziene centrale ruimte is blootgelegd. Elke toevoeropening 12 dient daarbij onder andere voor het op een geschikte wijze inbrengen en plaatsen van de corresponderende scharnierpen 11. Het is desgewenst mogelijk om de toevoeropening 12 af te dekken met een losneembare vulplaat of 15 losneembaar afsluitkapje, zodat de scharnierpen 11 eenvoudig bereikbaar blijft. Hierdoor kan worden voorkomen dat zich bijvoorbeeld vuil kan ophopen in de toevoeropening 12, en bovendien wordt hiermee het uiterlijk van de patrijspoort 1 verfraaid.
Op de tegenover de scharnieren 6 gelegen zijde van het 20 bevestigingsframe 2 zijn op een scharnierende wijze vergrendel- middelen 13 aangebracht, welke vergrendelmiddelen 13 elk een draadeinde 14 en een aan een vrij uiteinde daarvan aangebrachte moer 15 omvatten, waarbij de moer 15 in hoofdzaak in eikaars verlengde opgestelde vleugels 16a en 16b omvat. De draadeinden 13 kunnen 25 scharnieren in een vlak dat in hoofdzaak loodrecht staat op een vlak dat wordt opgespannen door het bevestigingsframe 2.
Op de tegenover de scharnieren 6 gelegen zijde van het raamwerk 3, op een positie die overeenkomt met de positie van de draadeinden 14 aan het bevestigingsframe 2, zijn twee uitsparingen 17 verschaft. 30 De uitsparingen 17 zijn daarbij ingericht voor het opnemen van een deel van de draadeinden 14 in een gesloten toestand van de patrijspoort 1. Dit is nader getoond in figuur 2.
Figuur 2 toont wederom de patrijspoort 1 in een vooraanzicht daarvan, waarbij het raamwerk 3 vanuit de in figuur 1 getoonde 35 positie is dichtgeklapt door het raamwerk 3 te kantelen in een richting die is aangegeven door pijl 20. Om de patrijspoort 1 goed af te sluiten, hetgeen nodig is om te voorkomen dat enerzijds het raamwerk 3 kan openklappen en/of dat anderzijds er tijdens gebruik ( i l - 9- van de patrijspoort 1 aan boord van een vaartuig water via de patrijspoort 1 het vaartuig kan binnenkomen, kan het raamwerk 3 worden vergrendeld met behulp van de vergrendelmiddelen 13. Hiertoe worden de vergrendelmiddelen 13, in het bijzonder de draadeinden 14, 5 vanuit de in de figuur met streeplijnen aangegeven positie verdraaid in een richting die is aangegeven door pijl 21, waarbij de opnameopeningen 17 (zie figuur 1) een gedeelte van de draadeinden 14 zullen opnemen en de moer 15 zich boven de bovenzijde van de omtreksrand van het raamwerk 3 zal bevinden. Van belang is daarbij 10 dat de lengte van de draadeinden 14 voldoende is om er zorg voor te dragen, dat de moeren 15 eenvoudig over de omtreksrand van het raamwerk 3 kunnen worden gebracht. Door nu vervolgens de moeren 15 aan te draaien, zoals is aangegeven door pijl 22, zal het raamwerk 3 worden vastgeklemd tussen de moeren 15 en het bevestigingsframe 2 en 15 wordt een goede sluiting van het raamwerk 3 c.q. de patrijspoort 1 verkregen.
Bij voorkeur worden de moeren 15 verdraaid tot zij een stand innemen zoals is getoond in de figuur, waarbij de vleugels 15 binnen de omtrek 30 van het raamwerk 3 liggen, dat wil zeggen in ieder geval 20 niet uitsteken voorbij de omtrek 30. Hierdoor kan de patrijspoort 1 in gesloten positie daarvan in de wand van het vaartuig worden aangebracht zonder dat daarbij last wordt ondervonden van uitstekende delen, hetgeen een eenvoudige en snelle montage mogelijk maakt.
Figuur 3 toont de patrijspoort 1 in de gesloten toestand uit 25 figuur 2 in een gedeeltelijk dwarsdoorsnede-aanzicht.
Het bevestigingsframe 2 is bevestigd in een opening 40 van een slechts schematisch weergegeven wand 41 van een vaartuig, waarbij in figuur 3 de linkerzijde van de patrijspoort 1 overeenkomt met de buitenzijde van het vaartuig en de rechterzijde overeenkomt met de 30 binnenzijde daarvan.
De wand 41 is vastgeklemd tussen een aan het bevestigingsframe 2 voorziene flens 18 en een klemrand 19, waarbij de klemrand 19 met het bevestigingsframe 2 is verbonden door middel van gelijkmatig over de omtreksrand aangebrachte bevestigingsbouten 25.
35 Het bevestigingsframe 2 is aan zijn binnenomtrek voorzien van een stootrubber 26, waarbij het stootrubber 26 is aangebracht in een in het bevestigingsframe 2 voorziene groef 27. In de gesloten positie van de patrijspoort 1 ligt de ruit 5 met zijn naar de buitenzijde toe 1016415^ -10- gerichte zijde aan tegen het stootrubber 26. Hierdoor wordt een goede afdichting verkregen van de patrijspoort 1, zodat er geen water het vaartuig kan binnenkomen. De ruit 5 is door middel van een lijmlaag 60 verbonden met het raamwerk 3.
5 In de figuur is duidelijk te zien, dat de omtreksrand 30 van het raamwerk 3 een afgeronde contour heeft, waarbij de aan het bevestigingsframe 2 aangebrachte nok 9 eveneens een, met genoemde contour overeenstemmende, afgeronde contour omvat. Op deze wijze is een scharnier 6 verschaft dat een fraai uiterlijk vertoont en geen 10 uitstekende delen omvat. Voorts is het raamwerk 3 aan de aan de binnenzijde gelegen zijde daarvan voorzien van een enigszins hellend vlak 31. Wordt het vergrendelmiddel 13, in het bijzonder de moer 15, vanuit de in de figuur 3 getoonde stand verder verdraaid in de richting van pijl 21, dan zal bij het aandraaien van de moer 15 deze 15 met zijn onderzijde 28 op het hellende vlak 31 geraken en daar vlak op aanliggen. Hierdoor wordt op geschikte wijze voorkomen, dat de eenmaal aangedraaide moer 15 eenvoudig tegen de richting van pijl 21 in kan worden gedraaid en de vergrendeling wordt opgeheven.
Zoals reeds vermeld onder verwijzing naar figuur 1, is het 20 raamwerk 3 gevormd als een profieldeel, in het inwendige waarvan een centrale ruimte is aangebracht. Dit is in figuur 3 aangeduid met verwijzingscijfer 50. De ruimte 50 heeft een in hoofdzaak cirkelcilindrische dwarsdoorsnede en is over zijn lengte voorzien van een groef 51. Het gedeelte van de patrijspoort 1 nabij één van de 25 scharnieren 6 is in meer detail getoond in figuur 4.
Figuur 4 toont schematisch in perspectief een gedeelte van het bevestigingsframe 2 en het daarmee gekoppelde raamwerk 3, waarin is getoond hoe de nok 9 samenwerkt met de in het raamwerk 3 aangebrachte uitsparing 10. De werking van de patrijspoort 1, in het bijzonder de 30 werking van het scharnier 6 wordt meer in detail besproken aan de hand van figuur 5.
Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede een gedeelte van het raamwerk 3 met de uitsparing 10 en de nok 9. De nok 9 omvat een boorgat 52 dat in samengestelde toestand van de patrijspoort 1 coaxiaal is met de in 35 het raamwerk 3 voorziene centrale ruimte 50 c.q. opnameruimte 50. In de opnameruimte 50 en in het boorgat 52 huist de scharnierpen 11, die een scharnierende koppeling tot stand brengt tussen het raamwerk 3 en de nok 9.
'J f ' ;v i; -11-
De scharnierpen 11 is uitgevoerd als een in hoofdzaak holle cilinder met een doorlopende boring 53, waarbij in de boring 53 een stelschroef 54 is aangebracht. De boring 53 is, althans gedeeltelijk, voorzien van schroefdraad 55, dat bestemd is om samen te werken met 5 de stelschroef 54.
De in de scharnierpen 11 aangebrachte boring 53 is getrapt uitgevoerd, zodat een eerste sectie in de scharnierpen 11 is gedefinieerd met een eerste diameter en een tweede sectie is gedefinieerd met een tweede diameter, waarbij de tweede diameter 10 groter is dan de eerste diameter. Voorts is in de tweede sectie van de scharnierpen 11 een cilindrische steunrand 56 aangebracht met een boorgat, dat een diameter heeft die overeenstemt met de buitendiameter van de schroefdraad 55. Tussen de steunrand 56 en het deel van de boring 53 waarin de schroefdraad 55 is aangebracht is een 15 samendrukbaar lichaam 57 verschaft, dat eveneens is voorzien van een centraal aangebrachte boring, waarbij de afmetingen en de positie van het gedeelte van de scharnierpen 11 waarin het samendrukbare lichaam 57 zich bevindt, overeenstemmen met de afmetingen en de positie van de nok 9.
20 Aan zijn buitenomtrek is de scharnierpen 11 nabij zijn uiteinden voorzien van een borgspie 58, die in samengestelde toestand van het scharnier 6 koppelt met de groef 51. Hierdoor is de scharnierpen 11 geborgd tegen verdraaien in de opnameruimte 50, zodat tijdens het openen en/of sluiten van de patrijspoort 1 enkel de nok 9 25 om de scharnierpen 11 zal roteren.
De stelschroef 54 steunt in de in de figuur 5 getoonde positie met zijn kop 59 tegen de steunrand 56, waarbij in de kop 59 van de stelschroef 54 een verdieping is aangebracht met een zeskantige doorsnede, zodat de stelschroef 54 kan worden gekoppeld met 30 bijvoorbeeld een inbussleutel Vanuit de getoonde positie kan de stelschroef 54 worden aangedraaid, zodat er een axiale drukspanning in de scharnierpen 11 wordt opgewekt. Ten gevolge van de opgewekte axiale drukspanning zal de scharnierpen 11, die evenals het samendrukbare lichaam 57 bij voorkeur is vervaardigd van kunststof, 35 in radiale richting uitzetten, zodat de omtrek van de scharnierpen 11 in radiale richting toeneemt, waarbij de toename van de omtrek van de scharnierpen 11 in hoofdzaak plaats zal vinden ter hoogte van het gedeelte van de scharnierpen 11 waarin het samendrukbare lichaam 57 -12- is aangebracht. Door de toename van de omtrek van de scharnierpen 11 zal de scharnierpen 11 via zijn buitenoppervlak een klemkracht uitoefenen op het binnenoppervlak van de boorgat 52 in de nok 9. De klemkracht kan daarbij worden aangepast door het meer of minder vast 5 aandraaien van de stelschroef 54.
Het effect van de door de scharnierpen 11 uitgeoefende klemkracht op het binnenoppervlak van het boorgat 52 is, dat een rotatiebeweging van de nok 9 om de scharnierpen 11 wordt bemoeilijkt ten gevolge van een optredende wrijving tussen de scharnierpen 11 en 10 het boorgat 52. Daar de scharnierpen 11 onverdraaibaar is gemonteerd in de opnameruimte 50 van het raamwerk 3, betekent het bemoeilijken van een rotatiebeweging van de nok 9 ten opzichte van de scharnierpen 11 tevens een bemoeilijking van een rotatiebeweging van het raamwerk 3 ten opzichte van de nok 9 en daarmee ten opzichte van het 15 bevestigingsframe 2. Het resultaat van het bovengenoemde is, dat indien de klemkracht geschikt is ingesteld, de patrijspoort 1 kan worden geopend door het opklappen van het raamwerk 3 en vervolgens in iedere gewenste (tussen-)stand kan worden gezet, zonder dat het raamwerk 3 zal dichtklappen. Hierdoor is een patrijspoort 1 verschaft 20 waarvan het raamwerk 3 op een traploze wijze kan worden versteld en bovendien in een gewenste stand zal blijven staan.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, maar dat diverse wijzigingen en 25 modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Zo heeft de in de bovenstaande figuren getoonde patrijspoort een in hoofdzaak rechthoekige contour, waarbij de hoeken enigszins afgerond zijn uitgevoerd. Het zal voor een deskundige echter 30 duidelijk zijn dat de beschreven patrijspoort niet is beperkt tot de getoonde rechthoekige vorm, maar dat elke gewenste vorm kan worden toegepast. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de patrijspoort de bekende ronde vorm te geven of zelfs een meerhoekige vorm. Het is ook mogelijk om het raamwerk scharnierbaar te bevestigen aan het 35 bevestigingsframe via een enkel scharnier of via meer dan twee scharnieren. Het is bijvoorbeeld denkbaar, dat een zeer langgerekt gevormde patrijspoort in de wand van een vaartuig moet worden aangebracht. In dat geval is het noodzakelijk voor een zekere werking -13- van de patrijspoort, dat er meer dan twee scharnieren worden toegepast.
In het bovenstaande voorbeeld is de uitvinding besproken aan de hand van een patrijspoort, echter is de raamconstructie volgens de 5 uitvinding niet daartoe beperkt. Zo is het bijvoorbeeld heel goed mogelijk klapramen volgens het beschreven principe toe te passen in caravans, woningen enzovoort.
1016415 ^

Claims (16)

1. Raamconstructie, in het bijzonder een klapraam (1), omvattende; een bevestigingsframe (2) dat bestemd is om te worden 5 aangebracht in een wand (41); een door middel van een scharnierpen (11) scharnierbaar aan het bevestigingsframe (2) bevestigd raamwerk (3) met een ruit (5), welk raamwerk (3) een gesloten positie, een uiterste geopende positie en ten minste één tussen genoemde posities in gelegen tussenpositie kan 10 innemen; aan het bevestigingsframe (2) verschafte eerste opnameruimten (52) voor het daarin opnemen van ten minste een eerste deel van de scharnierpen (11); aan het raamwerk verschafte tweede opnameruimten (50) voor het 15 daarin opnemen van ten minste een tweede deel van de scharnierpen (11), en vasthoudmiddelen voor het, althans in hoofdzaak, fixeren van het raamwerk in genoemde posities, met het kenmerk, dat 20 de vasthoudmiddelen zijn ingericht voor het op de opnameruimten (50, 52), of althans een gedeelte daarvan, uitoefenen van een wrijvingskracht.
2. Raamconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 25 scharnierpen (11) is voorzien van instelmiddelen (54) voor het in radiale richting doen variëren van zijn omtrek, over althans een deel van de lengte van de scharnierpen (11).
3. Raamconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 30 instelmiddelen zijn ingericht voor het opwekken van een in hoofdzaak axiaal gerichte drukspanning in de scharnierpen (11).
4. Raamconstructie volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de scharnierpen (11) is uitgevoerd als een in hoofdzaak holle 35 cilinder met een doorlopende boring (53), waarbij de instelmiddelen, althans gedeeltelijk, in de boring (53) zijn aangebracht. -15-
5. Raamconstructie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de doorlopende boring (53), althans gedeeltelijk, is voorzien van schroefdraad (55), waarbij de instelmiddelen ten minste één stelschroef (54) omvatten, die in samengestelde toestand van het 5 scharnier (11) samenwerkt met de schroefdraad (55).
6. Raamconstructie volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de scharnierpen (11) een getrapte boring (53) heeft, die een eerste sectie in de scharnierpen (11) definieert met een eerste diameter en 10 een tweede sectie in de scharnierpen (11) definieert met een tweede diameter, waarbij de tweede diameter groter is dan de eerste diameter.
7. Raamconstructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de 15 tweede sectie in de scharnierpen (11) een cilindrische steunrand (56) is aangebracht met een boorgat coaxiaal met de doorlopende boring (53) van de scharnierpen (11), waarbij genoemd boorgat een diameter heeft die groter dan de eerste diameter doch kleiner dan de tweede diameter is. 20
8. Raamconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de scharnierpen (11) tussen de eerste sectie en de steunrand (56) een samendrukbaar lichaam (57) is verschaft, dat is voorzien van een boring coaxiaal met de doorlopende boring (53). 25
10. Raamconstructie volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingsframe (2) is voorzien van ten minste één nok (9), waarin de eerste opnameruimte (52) is verschaft. 30
11. Raamconstructie volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in het raamwerk (3) ten minste een uitsparing (10) is verschaft, die bestemd is voor het opnemen van de nok (9), waarbij de tweede opnameruimten (50) zijn verschaft aan weerszijden van de uitsparing 35 (10), waarbij de eerste opnameruimten (52) en de tweede opnameruimten (50) in hoofdzaak in eikaars verlengde liggen. 1Π1 64 1 5*» -16-
12. Raamconstructie volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnierpen (11) aan zijn buitenomtrek is voorzien van ten minste een borgspie (58) voor het borgen van de scharnierpen (11) in de eerste (52) of tweede 5 opnameruimten (50).
13. Raamconstructie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het raamwerk (3) is gevormd als een profieldeel met een daarin aangebrachte doorlopende boring (50) met een in hoofdzaak 10 cirkelcilindrische dwarsdoorsnede en waarbij de boring (50) is voorzien van een sleuf (51) voor het opnemen van de borgspie (58) .
14. Raamconstructie volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnierpen (11) is vervaardigd 15 van kunststof.
15. Raamconstructie volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingsframe (2) en het raamwerk (3) zijn vervaardigd van een lichtgewicht metaal, zoals 20 aluminium.
16. Raamconstructie volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, voorzien van vergrendelmiddelen (13) voor het vergrendelen van het raamwerk (3) in de gesloten positie, waarbij de 25 vergrendelmiddelen (13) zijn gevormd als een scharnierbaar aan het bevestigingsframe (2) bevestigd draadeinde (14) met een vrij uiteinde, waarbij aan het vrije uiteinde een axiaal over het draadeinde (14) verplaatsbaar klemdeel (15) is verschaft met een inwendige schroefdraad, waarbij het klemdeel (15) is ingericht voor 30 het tussen het bevestigingsframe (2) en een naar het bevestigingsframe (2) toe gerichte zijde van het klemdeel (15) vastklemmen van het raamwerk (3) , met het kenmerk, dat het klemdeel (15) is voorzien van twee in hoofdzaak in eikaars verlengde aangebrachte vleugels (16a, 16b). 35
17. Vaartuig voorzien van een raamconstructie volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies. v r: ' ' ' > · )
NL1016415A 2000-10-16 2000-10-16 Raamconstructie. NL1016415C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016415A NL1016415C2 (nl) 2000-10-16 2000-10-16 Raamconstructie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016415 2000-10-16
NL1016415A NL1016415C2 (nl) 2000-10-16 2000-10-16 Raamconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016415C2 true NL1016415C2 (nl) 2002-04-18

Family

ID=19772252

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016415A NL1016415C2 (nl) 2000-10-16 2000-10-16 Raamconstructie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016415C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009013272A1 (fr) * 2007-07-24 2009-01-29 Pierre Mauriac Dispositif de reglage de l'orientation d'un hublot en position ouvert

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB300699A (en) * 1927-08-19 1928-11-19 Stone J & Co Ltd Improvements in and connected with ships' cabin or deck lights known as scuttles
DE640486C (de) * 1935-04-30 1937-01-05 Emil Drese Selbsttaetiges Bremsscharnier fuer Tueren, Fenster o. dgl.
FR2087861A5 (nl) * 1970-03-26 1971-12-31 Atomic Energy Authority Uk
FR2613002A1 (fr) * 1987-03-24 1988-09-30 Goiot Sa Frein de charniere notamment pour ouvrant de hublot

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB300699A (en) * 1927-08-19 1928-11-19 Stone J & Co Ltd Improvements in and connected with ships' cabin or deck lights known as scuttles
DE640486C (de) * 1935-04-30 1937-01-05 Emil Drese Selbsttaetiges Bremsscharnier fuer Tueren, Fenster o. dgl.
FR2087861A5 (nl) * 1970-03-26 1971-12-31 Atomic Energy Authority Uk
FR2613002A1 (fr) * 1987-03-24 1988-09-30 Goiot Sa Frein de charniere notamment pour ouvrant de hublot

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009013272A1 (fr) * 2007-07-24 2009-01-29 Pierre Mauriac Dispositif de reglage de l'orientation d'un hublot en position ouvert
FR2919333A1 (fr) * 2007-07-24 2009-01-30 Pierre Mauriac Dispositif de reglage de l'orientation d'un hublot en position ouvert.
US8646210B2 (en) 2007-07-24 2014-02-11 Pierre MAURIAC Device for adjusting the orientation of a porthole in an open position

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1028016A1 (fr) Ouvrant arrière de véhicule automobile, monté pivotant autour d'un axe horizontal au voisinage de son bord inférieur
EP0757146A1 (fr) Dispositif de verrouillage à au moins un point de condamnation pour châssis coulissant
NL1016415C2 (nl) Raamconstructie.
FR2691132A1 (fr) Boîtier à couvercle pivotant et articulation élastique.
CH625591A5 (en) Hinge
FR2829792A3 (fr) Charniere invisible reglable pour portes, fermetures ou analogues
EP0694441A1 (fr) Dispositif de support de charge formant notamment galerie portebagages pour toit de véhicule automobile
EP2911803B1 (fr) Paumelles pour montage provisoire d'une portiere sur un chassis de vehicule
FR2712337A1 (fr) Dispositif de verrouillage à au moins un point de condamnation.
FR2676557A3 (en) Computer housing
BE1012469A3 (nl) Door een scharnierverbinding verbonden onderdelen en daarbij gebruikte schroef.
EP1061219A1 (en) Hinge for casements
FR2808319A1 (fr) Dispositif d'eclairage ou de signalisation pour vehicule de haute tenue thermique
EP1063378B1 (fr) Ferrure d'articulation invisible pour porte ou fenêtre à ouverture à la française ou similaire.
FR2880379A1 (fr) Dispositif pour bloquer quel que soit sa position une fenetre, une porte, des volets et tous les ouvrants et ce quel que soit l'angle d'ouverture des ouvrants
FR2794787A1 (fr) Dispositif de renvoi de fouillot
FR2796427A1 (fr) Dispositif de premontage d'un ecrou pour ensemble de fixation du type vis-ecrou
FR2905136A1 (fr) Dispositif de montage de ferrures sur une partie d'un vantail
FR2626822A1 (fr) Butee elastique notamment pour un element de carrosserie de vehicule automobile, et ouvrant de vehicule automobile equipe d'au moins une butee
FR2835559A1 (fr) Agencement entrebailleur a ventouse
FR2478177A2 (fr) Dispositif d'arret pour porte pivotante, notamment porte de vehicule automobile
FR2824103A3 (fr) Moustiquaire avec dispositif de blocage dans l'encadrement d'une porte ou d'une fenetre
EP1637400B1 (fr) Agencement d'étanchéité pour la porte de véhicule automobile et barre de toit correspondante
FR3128729A1 (fr) Système de charnière invisible et ensemble comprenant un tel système et un dormant et un ouvrant.
FR2588604A1 (fr) Serrure pour ridelles ou portes de camion notamment, ou autre vehicule automobile.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060501