NL1016368C2 - Toiletinrichting. - Google Patents

Description

» r

TOILETINRICHTING

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting, omvattende een toiletblok, een stortbak, en een de stortbak en het toiletblok verbindende stortpijp. Dergelijke inrichtingen zijn algemeen bekend.

5 Op plaatsen, waar dergelijke bekende inrichtin gen worden opgesteld, is veelal een luchtafvoer verschaft. Deze bevindt zich dan in het plafond van de betreffende ruimte of hoog in de zijmuren. Dit is het geval om een goede aansluiting over korte afstand te 10 kunnen verkrijgen op luchtafvoerkanalen, of de buitenlucht .

In ruimtes waar de bekende toiletinrichtingen staan opgesteld, is geuroverlast vaak een probleem. Deze wordt met de luchtafvoer bestreden, doch zelden effec-15 tief. De geuroverlast blijft veelal overheersen.

Met de uitvinding is beoogd de bovengenoemde problemen van de bekende techniek te verhelpen, waartoe een toiletinrichting volgens de onderhavige uitvinding zich onderscheidt doordat de luchtafvoer naar het binnen-20 ste van het toiletblok gericht uitmondt.

Aldus wordt met de maatregelen volgens de onderhavige uitvinding een doeltreffende afvoer van lucht verschaft, waarmee geuroverlast effectief te bestrijden is .

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de luchtaf voer in open verbinding te stellen met de stortpijp en mondt daarbij via de stortpijp uit in het binnenste van het toiletblok. Aangezien een toiletinrichting in het algemeen is uitgerust met of voorzien van een een zitvlak 30 definiërende toiletbril, is het niet gewenst de werking van deze toiletbril te belemmeren of verhinderen. Met een constructie volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm hoeven geen enkele maatregelen te worden getroffen om de lucht- 1016368 2 afvoer naar het binnenste van het toiletblok gericht uit te laten monden en wordt de werking van de toiletbril op geen enkele wijze belemmerd of verhinderd. Ook de zithoogte blijft constant.

5 In een dergelijke inrichting met aansluiting van de luchtafvoer op de stortpijp kan de luchtafvoer vanaf de aansluiting op de stortpijp bovenwaarts verlopen. Op deze wijze wordt doeltreffend voorkomen, dat water uit de stortbak in de luchtafvoer kan binnendringen 10 of achterblijven.

Bij toiletinrichtingen zonder stortpijp of met een hele korte stortpijp kan de luchtafvoer met voordeel in de stortbak op de stortpijp worden aangesloten. In een dusdanige uitvoeringsvorm worden problemen met betrekking 15 tot de daadwerkelijk beschikbare ruimte voor aansluiting van de luchtafvoer op de stortpijp effectief voorkomen.

Een stortbak functioneert gewoonlijk met een sluitstuk, dat bedienbaar is om de stortpijp voor water in de stortbak selectief vrij te geven en het toiletblok 20 te spoelen. Hierbij kan het volgens de onderhavige uitvinding gunstig zijn, dat het sluitstuk hol is en althans in de de stortpijp voor water blokkerende toestand in open verbinding staat met de stortpijp.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij 25 de stortbak, het toiletblok en de stortpijp een geïntegreerde eenheid vormen, waarbij verder de stortbak zich op enige afstand bij de rand aan de achterzijde van het toiletblok uitstrekt, kan tussen de stortbak en het toiletblok een naar het toiletblok geopend inzetstuk zijn 30 aangebracht, waarbij de luchtafvoer naar het toiletblok gericht uitmondt in het inzetstuk. Het inzetstuk vervult als zodanig de functie van een trechter of zuigmond om de werking van de luchtafvoer te versterken, terwijl tevens een manier is verschaft om de onderhavige uitvinding te 35 verwezenlijken, ook als geen directe aansluiting op de stortpijp mogelijk is.

Bij voorkeur omvat de luchtafvoer een ventilator voor geforceerde evacuatie van lucht.

1016368 3

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader duidelijk worden gemaakt aan de hand van enkele uitvoe-ringsvoorbeelden, zoals die in de bij gevoegde tekening zijn getoond, waarin: 5 fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; en 10 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

In fig. 1 is een toiletinrichting 1 getoond. De toiletinrichting 1 omvat een toiletblok 2 en een stortbak 3, waarbij de stortbak 3 en het toiletblok 2 onderling 15 zijn verbonden door middel van een stortpijp 4. In de stortpijp 4 is een in hoofdzaak T-vormig verbindingsstuk 5 ingezet, waardoor een afvoerbuis 6 in open verbinding staat met het binnenste van de stortpijp 4. De afvoerbuis 6 loopt vanaf het verbindingsstuk 5 opwaarts weg naar een 20 ventilator 7 of soortgelijke geschikte component. De afvoerbuis 6 loopt opwaarts weg van het verbindingsstuk 5 om te voorkomen, dat wanneer water uit de stortbak 3 door de stortpijp 4 stroomt en door het toiletblok 2 heen spoelt, water in de afvoerbuis 6 terecht komt. Dat wil 25 zeggen, dat wanneer geen water door de stortpijp 4 stroomt, de afvoerbuis 6 in open lucht verbinding staat met het binnenste van het toiletblok 2. Als de ventilator 7 is bekrachtigd en door de afvoerbuis 6 heen lucht aanzuigt, wordt in het bijzonder lucht uit het binnenste 30 van het toiletblok 2 hiervandaan afgevoerd, hetgeen is weergegeven met behulp van de pijlen A in de figuur.

De ventilator 7 is op verschillende manieren te bekrachtigen. Zo is in de uitvoeringsvorm van fig. 1 weergegeven, dat een infrarood detector 8 wordt gebruikt 35 om waar te nemen, of iemand op de inrichting 1 heeft plaatsgenomen. Zodra het doorbreken van de lichtbundel 9, die afkomstig is van de infrarood detector 8 optreedt, stuurt de IR detector 8 een signaal naar de ventilator 7 1016368 4 om deze in werking te stellen. Aldus vormen de infrarood detector 8 en de lichtbundel 9 detectiemiddelen. Als alternatief kan de ventilator vanzelfsprekend zijn gekoppeld met dezelfde schakelaar als die, waarmee het licht 5 in de ruimte, waarin de toiletinrichting 1 is geplaatst, in wordt geschakeld. Ook is het mogelijk om druksensoren in een bij de toiletinrichting 1 behorende WC-bril 10 toe te passen. Vanzelfsprekend kan tevens eenvoudigweg een schakelaar voor het bekrachtigen van de ventilator 7 zijn 10 verschaft, bijv. nabij een (niet getoonde) lichtschakelaar.

In de uitvoeringsvorm van fig. 2 is een zogenaamd hangende toiletinrichting 11 weergegeven. Bij dit type toiletinrichting is de stortbak 3 ingebouwd in de 15 muur 13 achter het toiletblok 2. De afvoerbuis 6, die een luchtafvoer vormt, tezamen met de ventilator 7, is hierbij ook ingebouwd achter de muur 13.

De afvoerbuis 6 is aangesloten op de omhulling van de stortbak 3 en in het binnenste van de stortbak 3 20 staat de stortpijp 4 via een sluitstuk 12 in open verbinding met de vrije ruimte in de stortbak 3 boven het water. Het sluitstuk 12 is aldus hol. Door bekrachtiging van de bediening 14 wordt het sluitstuk 12 over een korte afstand opgetild van de bodem van de stortbak 3, zodat 25 het water door het toiletblok 2 kan spoelen. Nadat de bediening 14 is losgelaten, zakt het sluitstuk 12 weer over de aansluiting van de stortpijp 4 op de bodem van de stortbak 3 en wordt de open verbinding van de stortpijp 4 naar de luchtbuis 6 weer hersteld.

30 In fig. 3 is een derde uitvoeringsvorm van een toiletinrichting 15 volgens de onderhavige uitvinding getoond. Het betreft hier een zogenaamde "duo-block" toiletinrichting 15, waarbij het toiletblok 2, de stortbak 3 en de verbinding hiertussen, waardoorheen de stort-35 pijp 4 loopt, dusdanig dicht op elkaar zijn geplaatst, dat een constructie volgens fig. 1 niet of nauwelijks mogelijk is. In de alternatieve uitvoeringsvorm van fig.

3 wordt daarom gebruik gemaakt van een inzetstuk 16, dat 1016368 5 aan de onderzijde 17 naar het binnenste van het toilet -blok 2 toe gericht geopend is. Het inzetstuk 16 is verder verbonden met de luchtafvoer 6, zodat onder invloed van de ventilator 7 lucht uit in ieder geval de directe 5 nabijheid van het binnenste van het toiletblok 2 kan worden afgevoerd.

Verder omvat de uitvoeringsvorm van fig. 3 wederom detectiemiddelen 8, 9, een WC-bril 10, een bediening 14 voor de stortbak, etc.

10 Na kennisneming van het voorgaande zullen zich diverse alternatieven en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen. Deze worden echter alle beschouwd als gelegen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding, zoals dat is gedefinieerd in de bijgevoegde 15 conclusies.

Zo is het mogelijk, dat de afvoerbuis, die in het voorgaande telkens als een starre buis, ook weleens flexibel zou kunnen worden uitgevoerd. Dan is het mogelijk om het naar het toiletblok 2 gerichte uiteinde bijv.

20 te verbinden met de onderzijde van de WC-bril, etc. De in fig. 3 getoonde toiletinrichting kan monolitisch zijn en/of een geïntegreerde eenheid vormen, zodat het niet mogelijk is om, zoals in de uitvoeringsvormen van fig. 1 en 2, de afvoerbuis 6 aan te sluiten op de stortpijp 4.

25 In een dusdanig geval is de uitvoeringsvorm van fig. 3 wel zeer gunstig. Het bekrachtigen van een eventueel aanwezige ventilator kan, zoals in het voorgaande reeds is beschreven, op vele diverse manieren worden verwezenlijkt. De afvoerbuis kan in de buitenlucht uitmonden, of 30 in verbinding staan met een luchtbeheersingssysteem. In het laatste geval kan de ventilator 7 worden vervangen door een centraal luchtstroom genererende inrichting in het luchtbeheersingssysteem, etc.

101636«

Claims (9)

1. Inrichting, omvattende; een toiletblok; een stortbak; een de stortbak en het toiletblok verbindende stortpijp; en een luchtafvoer, waarbij de luchtafvoer naar het binnenste van het toiletblok gericht uitmondt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de luchtafvoer in open verbinding te stellen is met de stortpijp. en daarbij via de stortpijp in het binnenste van het toiletblok uitmondt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de 10 luchtafvoer tussen de stortbak en het toiletblok op de stortpijp is aangesloten en vanaf de aansluiting bovenwaarts verloopt.

4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de luchtafvoer in de stortbak op de stortpijp aan te sluiten 15 is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij in de stortbak een sluitstuk is aangebracht, dat bedienbaar is om de stortpijp voor water in de stortbak selectief vrij te geven en het toiletblok te spoelen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het sluitstuk hol is en althans in de de stortpijp voor water blokkerende toestand in open verbinding staat met de luchtafvoer.

7. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 25 stortbak, het toiletblok en de stortpijp een geïntegreerde eenheid vormen, waarbij verder de stortbak zich op enige afstand bij de rand aan de achterzijde van het toiletblok uitstrekt en tussen de stortbak en het toiletblok een naar het toiletblok geopend inzetstuk is aangebracht, 30 en waarbij de luchtafvoer naar het toiletblok gericht uitmondt in het inzetstuk.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtafvoer een ventilator omvat. 1016368 * * . *

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende: met de luchtafvoer verbon- ; den detectiemiddelen, welke een signaal genereren op basis waarvan de luchtafvoer selectief in werking te 5 stellen is. 1016368