NL1016255C2 - Heftruck. - Google Patents

Description

NL-1016255 1

HEFTRUCK

5

De onderhavige uitvinding betreft een heftruck voor het verplaatsen van een last omvattende een horizontaal in hoofdzaak U-vormig gestel; en een hefmechanisme 10 voor het dragen van de last, waarbij benen van het gestel zich langs het hefmechanisme uitstrekken.

Dergelijke heftrucks zijn in het algemeen bekend, waarbij aan het lijf in de U-vorm van het gestel ten minste één wiel is aangebracht, dat veelal stuurbaar 15 is om de heftruck te kunnen besturen, en waarbij aan de benen wielen zijn aangebracht om een draagbasis op te spannen, waarbij de last op stabiele wijze kan worden verplaatst.

De bekende heftrucks hebben als nadeel, dat de 20 relatie tussen de grootte, in het bijzonder de hoogte, van de wielen aan de benen en de wielen aan het lijf van de U-vorm van het gestel vastligt. Dit wil zeggen, dat, om het horizontaal te krijgen, het ophangpunt voor de wielen aan de benen en die aan het lijf van de U-vorm van 25 het gestel bepalend is voor de bandenmaat van de wielen, in het bijzonder de diameter hiervan. Om deze bandenmaten te kunnen variëren moet vaak de gehele configuratie van de heftruck worden veranderd. Het variëren van bandenmaten is, afhankelijk van de toepassing, gewenst. Zo is 30 bijvoorbeeld een grotere bandenmaat en meer vrije ruimte onder de benen van het gestel gewenst, wanneer de heftruck moet worden ingezet op een locatie zonder verhard wegdek en bijvoorbeeld over zand moet kunnen rijden. Een kleinere vrije ruimte volstaat, wanneer over een geasfal-35 teerd of anderszins bestraat wegdek kan worden gereden.

Met de onderhavige aanvrage is beoogd heftrucks van het hierboven beschreven bekende soort te verbeteren en de hiermee samenhangende problemen althans te verlich- 1016255 ' 2 ten of zelfs te verhelpen, waartoe een heftruck volgens de onderhavige uitvinding zich onderscheidt doordat aan de uiteinden van de benen wielophangingen, welke de wielashoogtes van met de wielophangingen te verbinden 5 wielen definiëren in ten minste twee hoogtestanden ten opzichte van het gestel hieraan aan te brengen zijn.

Volgens de onderhavige uitvinding is de keuze voor bandenmaten, in het bijzonder diameters, in een zeer groot bereik mogelijk, nagenoeg zonder afhankelijkheid 10 van een relatie tussen wielafmetingen aan de benen en afmetingen van wielen aan het lijf van de U-vorm van het gestel. Gelijktijdig wordt de heftruck door een juiste afstemming tussen de hoogte, waarop de wielophangingen ten opzichte van het gestel zijn aangebracht, en de 15 gewenste afmetingen, in het bijzonder de diameter van de banden aan de benen, de heftruck goed overeind gehouden.

In een eerste uitvoeringsvorm vindt montage van de wielophangingen tijdens productie van de heftruck plaats. Als alternatief is het mogelijk de hoogte van de 20 wielophanging ook na productie variabel te houden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben elke van de wielophangingen en het gestel elk een opwaarts georiënteerd montagevlak voor in hoogte variabele onderlinge verbinding van het gestel en elke van de wielophan-25 gingen. De montagevlakken zijn een gunstig hulpmiddel tijdens productie. Desgewenst kunnen indicatiemarkeringen worden aangebracht om de wielophangingen op een gewenste hoogte, die overeenkomt met een gewenste wielmaat, aan de benen van het gestel aan te kunnen brengen.

30 Dergelijke montagevlakken kunnen ongelijke groottes hebben. Zo is het mogelijk, dat een wielophanging in hoogte uitsteekt ten opzichte van een been van het gestel, of vice versa. Hierdoor kunnen discontinuïteiten in een buitenoppervlak van het samenstel van het 35 gestel en één van de wielophangingen optreden bij een gekozen onderlinge hoogteafstand. In een dusdanige discontinuïteit is een verloopstuk aan te brengen. Bij de montagevlakken met ongelijke groottes is een goed contact A n -9 C ^ l" Cl

I ü 1 O L j J

3 tussen een wielophanging en het gestel verzekerd in elke hoogtestand van de wielophanging ten opzichte van het gestel. Dit kan gunstig zijn in verband met de samenstel-lingswerkwijze. Dit geldt in het bijzonder voor lassen, 5 etc.

Volgens de uitvinding kan de wielophanging langgerekt zijn in een met het verlengde van de benen van het gestel overeenkomende richting en langs de lengte hiervan een kromming omvatten. Een dergelijke kromming 10 kan opwaarts of neerwaarts zijn georiënteerd, maar tevens zijwaarts. Met een opwaartse of neerwaartse kromming is het mogelijk de wielashoogtes in een nog groter bereik te kunnen variëren en hiermee samen hangen tevens de wielaf-metingen, in het bijzonder de banddiameters. In een 15 uitvoeringsvorm met een horizontaal georiënteerde kromming, dat wil zeggen zijwaarts, kan met de wielophanging in het wiel worden gereikt. In het bijzonder bij grote banddiktes kan dit gunstig zijn, omdat de totale breedte van de inrichting hierdoor beperkt te houden is.

20 Bij een wielophanging met een horizontaal georiënteerde kromming dienen, voor het verkrijgen of liever variëren van een wielashoogte, de wielophangingen in verticale richting over bij benadering een halve slag gedraaid te worden, waarbij de wielophangingen elk aan 25 een andere van de benen aan te brengen zijn. Aldus blijft het aantal voor het verwezenlijken van de uitvinding benodige componenten beperkt tot twee soorten wielophangingen .

Bij voorkeur zijn de wielophangingen elk een 30 gaffelvormig verbindingsstuk, dat een wielblok voor montage van een wiel insluit. Een dergelijke gaffelvorm geeft, net als een verticaal georiënteerde kromming in een langgerekte wielophanging, een groter bereik, waarbinnen wielafmetingen vrij te kiezen zijn, zonder afbreuk 35 te doen aan de stand van de heftruck. Deze stand dient rechtop te zijn. Door de gaffel bepaalde hoogte van de rotatieas van het hieraan aan te brengen wiel kan onder, in of boven het verlengde van de benen van de U-vorm van 1016255 4 het gestel worden gebracht door variatie van de hoogte, waarop de gaffel wordt aangebracht ten opzichte van het gestel. Aldus is variatie van de wieldiameter in een zeer groot bereik mogelijk.

5 De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen waarin een uitvoeringsvorm van een heftruck volgens de onderhavige uitvinding is getoond, en waarin: 10 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een heftruck volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 een gedeelte van de in fig. 1 weergegeven heftruck toont in een andere toestand hiervan;

Fig. 3 een detail toont van de heftruck volgens fig. 1 15 en 2 in de toestand van fig. 1; en

Fig. 4 een aanzicht toont van de in fig. 1 en 2 weergegeven heftruck in de in fig. 2 weergegeven toestand. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1016255

In fig. 1 is een heftruck 1 volgens de onderha 2 vige uitvinding getoond. De heftruck 1 omvat een gestel 3 2, omvattende een lijf 3 en een tweetal benen 4. De benen 4 4 strekken zich uit langs een hefmechanisme 5 voor het 5 dragen van een last tijdens het verplaatsen hiervan.

6

Aan het lijf 3 van het gestel 2 is een wiel 6 7 aangebracht, dat gewoonlijk wordt gebruikt om de heftruck 8 1 te sturen. Aan de benen 4 zijn, onder tussenkomst van 9 wielophangingen 7, verdere wielen 8 aangebracht. De 10 wielophangingen 7 omvatten elk een gaffel 9, doch de 11 uitvinding is hier niet toe beperkt. Elke van de gaffels 12 9 omvat een tweetal armen 10, waartussen een wielblok ter 13 plaatse is voor montage van een wiel. Een als gaffel 9 14 vormgegeven wielophanging is derhalve gunstig, dat hier 15 door een solide basis wordt geboden aan het wielblok, dat 16 in fig. 1 en 2 niet is weergegeven en in fig. 3 en 4 wel is getoond.

Uit de vergelijking tussen fig. 1 en 2 blijkt duidelijk, dat de gaffels 9 in fig. 2 zijn omgekeerd ten 5 opzichte van fig. 1, dat wil zeggen, dat de gaffels 9 over een halve slag om de lengterichting hiervan en van de benen 4 van het gestel 2 zijn gedraaid en elk aan een andere van de benen 4 zijn aangebracht. In fig. 1 is de 5 hoogte h van de rotatieas van wielen 8 lager dan de hoogte h_l_ in fig. 2, hetgeen door omkering van de gaffels 9 is bewerkstelligd. Aldus kunnen zonder schuinstand van de heftruck 1, door variatie van de stand van de gaffels 9 ten opzichte van de benen 4 van het gestel 2 grotere 10 wielen 8 worden gebruikt in de configuratie van fig. 2 dan in de configuratie van fig. 1.

Zonder verwisseling van de gaffels 9 aan de benen 4 is ook nog variatie in een groter bereik mogelijk, doordat gaffels 9 in hoogterichting van de heftruck 15 1 een groter contactvlak, dat naar de benen 4 van het gestel 2 is gericht hebben, dan het uiteinde van de benen 4. De gaffels 9 zijn derhalve variabel in de richting van dubbele pijl A in fig. 1 aan de benen 4 te monteren. Dit levert een nog verdere verfijning van de keuze van het 20 aantal toepasbare wieldiameters op dan alleen de in fig.

2 ten opzichte van fig. 1 weergegeven omkering van de gaffels 9. Dit is ook duidelijk weergegeven in fig. 3, waar duidelijker is getoond dat het montagevlak 11 van de gaffel 9 in hoogterichting van de heftruck 1 groter is 25 dan de hoogte van het been 4. De gaffel 9 is aldus variabel in de richting van dubbele pijl A aan het been 4 aan te brengen, waarbij een grotere wielmaat van wiel 8 kan worden toegepast, zonder hierdoor scheefstand van de heftruck te veroorzaken, of een extreem groot wiel 6 aan 30 het lijf van de U-vorm van het gestel 2 te hoeven gebruiken .

Opgemerkt wordt, dat in fig. 3 de overgang tussen arm 4 en gaffel 9 aan de onderzijde van het samenstel verspringt. Een dergelijke discontinuïteit met 35 mogelijk scherpe randen kan gevaren opleveren voor gebruikers en omstanders. In fig. 4 is getoond, dat een verloopstuk 12 kan worden gebruikt om een dergelijke discontinuïteit te vereffenen. In fig. 4 is namelijk de 101 6255-- 6 gaffel 9 ten opzichte van het been 4 hoger gepositioneerd in de richting van pijl A in fig. 3, dan de in fig. 3 getoonde gaffel 9. Een dergelijke discontinuïteit aan de bovenzijde dient met grote voorkeur met een verloopstuk 5 12 te worden vereffend. Aan de onderzijde levert zo'n discontinuïteit naar verwachting minder risico's op.

Tevens is duidelijk in fig. 4 weergegeven dat de gaffel 9 ten opzichte van de situatie van fig. 3 over een halve slag langs pijl B om de lengterichting hiervan 10 is omgedraaid. Het in fig. 4 getoonde been 4 is dan ook het andere been dan het in fig. 3 getoonde been van het gestel 2. Dit verschil tussen de situaties van fig. 3 en 4 is hetzelfde verschil als tussen fig. 1 en 2'.

Zoals hierboven reeds is opgemerkt, is een 15 gaffel bijzonder gunstig, wanneer een wielblok met bijvoorbeeld hierin een motor 13 aangebracht dient te worden. In uitvoeringsvormen, waarbij in de wielen aan de benen 4 geen motoren worden toegepast, kan de wielophanging 7 ook anders zijn vormgegeven dan als gaffel, bij-20 voorbeeld als eenvoudig weg een verlengstuk van een arm 4, die op verschillende hoogtes hieraan aan te brengen is .

Opgemerkt wordt dat de gaffel 9 als wielophanging 7 ook gunstig is om een cilinder 14 te herbergen die 25 wordt gebruikt om de wielen 8 aan de benen 4 in verschillende standen te brengen. In de in fig. 1 en 2 met doorgetrokken lijnen getoonde standen is de heftruck 1 in staat om zijwaarts een bocht te doorlopen. In de met stippellijnen weergegeven standen van de wielen 8 is de 30 heftruck geschikt om voorwaarts te rijden. De cilinder 14 wordt gebruikt om elke van de wielen 8 tussen de met stippellijnen en de met doorgetrokken lijnen weergegeven standen te kunnen variëren. Doordat de cilinder 14 in de gaffel is weggewerkt is deze nagenoeg ongevoelig voor 35 beschadiging en neemt geen andere ruimte in beslag dan de ruimte, die al door de gaffel 9 is afgebakend. Hiermee is vermeden, dat de cilinder 14 op of zijdelings ten opzichte van de benen 4 aangebracht dient te worden.

r-4 Π 4 O O C Γ."

• O i w H

7

De gaffels 9, die in de fig. 1 tot en met 4 zijn getoond, hebben een vanaf de benen 4 divergerende vorm. De afmetingen tussen de armen 10 van de gaffels 9 worden bepaald door de ruimte die nodig is om hiertussen 5 het wielblok te herbergen. Afhankelijk van de gewenste mate, waarin de gaffels 9 in hoogte kunnen worden'gevarieerd ten opzichte van de benen 4, is tevens een configuratie denkbaar, waarbij de gaffel niet qua vorm divergeert, maar een constante hoogte heeft of zelfs conver-10 geert. Vele andere aanpassingen en alternatieve uitvoeringsvormen zullen zich aan de vakman opdringen na kennisneming van het voorgaande. Zoals opgemerkt, is de vorm van de wielophangingen niet beperkt tot gaffels, maar kunnen ook zuivere verlengstukken van de benen 4 worden 15 toegepast. De wielen 8 hoeven niet aangedreven te zijn, of kantelbaar naar een voor zijwaartse verplaatsing geschikte stand. De gaffels hoeven niet vastgelast te worden aan de benen 4, maar kunnen ook na voltooiing van de productie van een heftruck 1 variabel blijven. De 20 uitvinding is slechts bepaald door de definitie volgens de bijgevoegde conclusies.

i ÜI

Claims (8)

5

1. Heftruck voor verplaatsing van een last, omvattende : - een horizontaal in hoofdzaak U-vormig gestel; en - een hefmechanisme voor het dragen van de last, waarbij 10 benen van het gestel zich langs het hefmechanisme uitstrekken, waarbij aan de uiteinden van de benen wielophangingen, welke wielashoogtes van met de wielophangingen te verbinden wielen definiëren, in ten minste twee hoogtestanden 15 ten opzichte van het gestel hieraan aan te brengen zijn.

2. Heftruck volgens conclusie 1, waarbij elke van de wielophangingen en het gestel elk een opwaarts georiënteerd montagevlak hebben voor in hoogte variabele onderlinge verbinding van het gestel en elke van de 20 wielophangingen.

3. Heftruck volgens conclusie 2, waarbij de montagevlakken van elke van de wielophangingen en het gestel ongelijke groottes hebben.

4. Heftruck volgens conclusie 2 of 3, waarbij, 25 wanneer een discontinuïteit in een buitenoppervlak van een samenstel van het gestel en een van de wielophangingen optreedt bij een gekozen onderlinge hoogtestand, in een dusdanige discontinuïteit een verloopstuk aan te brengen is.

5. Heftruck volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de wielophanging langgerekt is in een met het verlengde van de benen van het gestel overeenkomende richting en langs de lengte hiervan een kromming omvatten.

6. Heftruck volgens conclusie 5, waarbij de kromming in de wielophangingen horizontaal is georiënteerd . 1 Π '3 Q O Γ EZ · 'o ï QlD ΰ

7. Heftruck volgens conclusie 6, waarbij, voor het verkrijgen van een gewenste wielashoogte, de wielophangingen in verticale richting over bij benadering een halve slag gedraaid moeten worden, de wielasophangingen 5 elk aan een andere van de benen aan te brengen zijn.

8. Heftruck volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de wielophangingen elk een gaffelvormig verbindingsstuk omvatten, dat een wielblok voor montage van een wiel insluit. 1. i O r· Γ Γ I 0 I U L Ü D' 'i